Altijd, deel 7.

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 283
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

Altijd, deel 7.

Bericht door Wimmie » zo 09 nov 2025, 07:28

Ook de rest van de dag is heel gezellig. De middag gaan ze een fijne wandeling maken langs het strand en ’s avonds hebben opa en oma besloten dat ze uit eten gaan. Ferdy is dol op pizza, daarom gaan ze naar de pizzeria.

Als oma Ferdy ’s avonds naar bed brengt en hem lekker onderstopt zegt hij: “Dank je wel, lieve oma, voor alles wat jullie gedaan hebben.”
“Jij bent een goed opgevoede jongen. Van ons hoef je geen dank je wel te zeggen. Wij zijn je opa en oma. Omdat wij van je houden zoals je bent willen we je graag met alles helpen waarmee we kunnen. Slaap lekker, lieverd!”
Dat hoeft oma geen twee keer tegen Ferdy te zeggen. Hij draait zich om en slaapt.

De volgende dag moet opa ’s morgens werken, oma vraagt Ferdy wat hij graag wil doen. Ferdy heeft bedacht dat hij graag een cake wil bakken. Dat vindt hij altijd heel leuk: cake bakken met oma. Ze eten daar een stukje van en de rest neemt hij dan mee naar huis.

’s Middags gaan ze met zijn drieën weer een flinke strandwandeling maken: ze lopen naar het verder weg gelegen strandpaviljoen en drinken daar wat om daarna weer terug te lopen. ’s Avonds kookt oma lasagna, een lievelingsgerecht van Ferdy. Na het eten nog een spelletje en dan gaat Ferdy al weer naar bed. De volgende dag zal hij naar huis gaan.

De volgende morgen wil opa zeker weten dat Ferdy met de trein terug wil.
“We willen je met alle plezier thuisbrengen.” zegt hij.
“Opa, ik kan dat echt wel, ik ben eerder met oma met de trein naar huis gegaan. Als ik hier op het station instap kan ik thuis uitstappen en daar neem ik dan de bus. Ik ben al 12 jaar!”
“Daar twijfel ik geen seconde aan, jongen, echt niet, je bent zelfstandig hoor! Alleen: ik wil maar gezegd hebben dat jou thuisbrengen voor ons geen straf is.”
“Dan komen jullie binnenkort gewoon eens voor de gezelligheid langs. Dat mag best wat vaker van Chantal en mij.” zegt Ferdy met een glimlach, wetend dat ze dan altijd iets kleins voor hen bij zich hebben.
“Ok, wij brengen je naar het station en komen binnenkort op een zaterdag of zondag langs als jij niet hoeft te voetballen. Of wil je dat we naar het voetballen komen kijken?”
“Dat zou helemaal leuk zijn!” roept Ferdy enthousiast.

Na de lunch brengen ze Ferdy naar het station. Hij wil ook niet dat ze met hem mee naar binnen gaan. Hij weet de weg wel. En kan ook door het poortje. Voor ze wegrijden bellen ze zijn ouders dat hij in de trein zit en vertrokken is. Ze kijken elkaar aan. “Kleine jongetjes worden groot” verzucht oma. “En niet probleemloos, tot nu toe valt het mee.” voegt opa er aan toe.

Als Ferdy thuis is geeft hij vol trots zijn moeder het stuk cake dat er over is. “Wat lekker. Hebben opa en oma leuke dingen met je gedaan?”
“Ik ben heel blij dat ik gegaan ben.” verzucht Ferdy. Hij vertelt enthousiast over alles dat ze hebben gedaan behalve de gesprekken.

De vakantiedagen daarna brengt Ferdy tijd door met Vincent, eerst bij Vincent thuis, daarna bij hem thuis. Samen spelen ze spelletjes op de computer of tafeltennissen ze op zolder. Ferdy is duidelijk beter, Vincent vindt het vooral gezellig en spreekt af snel weer langs te komen. De vriendschap groeit en Ferdy geniet zonder zich druk te maken; de gesprekken met opa en oma hebben hem écht geholpen. Vincent stelt zelf voor om weer te komen tafeltennissen, en zo gebeurt het: ze lachen, spelen en genieten van elkaars gezelschap. Ferdy voelt zich gelukkig, vrij en blij als hij samen met Vincent is.

Wanneer school weer begint, zoeken Ferdy en Vincent elkaar telkens op in de pauzes. Ze spreken af om na school spelletjes te doen of samen hard te lopen. Ferdy voelt zich tevreden: het gaat goed op school, hij blijft topscorer bij het voetballen en met Vincent heeft hij een hechte band. Langzaam maar zeker zit Ferdy weer helemaal goed in zijn vel.

Op een dag vraagt Vincents moeder aan Ferdy of hij het ziet zitten om te komen logeren. Omdat Vincent niet mee wil als zij een weekeindje naar vrienden gaan en Vincent nog te jong is om alleen thuis te blijven. Ferdy krijgt weer vlinders in zijn buik; samen logeren lijkt hem geweldig. Thuis overlegt hij met zijn moeder, die het prima vindt als ze dan bij Ferdy thuis komen slapen. Twee jongens van 12 alleen in een verder leeg huis vindt zij niet zo handig. Even later stemmen beide moeders de details af: Vincent zal zaterdag vroeg komen en zondagavond opgehaald worden, én hij gaat Ferdy aanmoedigen bij het voetbal.

Naarmate het weekend nadert, wordt Ferdy steeds zenuwachtiger, vooral opgewonden. Op vrijdag maken ze alvast zo veel mogelijk huiswerk, zodat ze het weekeind ongestoord kunnen genieten.

Toevallig belt oma op dat zij zondag even langs willen komen. Ferdy’s moeder vertelt dat Vincent bij hen logeert en of dat een probleem is. Oma vindt van niet, dus dat weekeind zijn er twee leuke dingen: Vincent logeert bij hem en opa en oma komen langs.

Op zaterdagochtend komt Vincent vrolijk aanfietsen, zichtbaar opgetogen over het logeerpartijtje. Niet veel later arriveren zijn ouders met zijn slaapspullen: een slaapzak, een tas vol kleren en zijn toiletartikelen. Samen sjouwen de jongens giechelend het extra matras naar Ferdy’s kamer. Met aanwijzingen van Ferdy’s moeder maken ze het bed op: een fris onderlaken, een zacht hoeslaken en een kussen met een schoon sloop. De kamer voelt meteen anders: een beetje alsof er een avontuur begint.
Na het middageten staan de jongens te popelen om naar het voetbalveld te gaan. Vincent straalt: hij kijkt ernaar uit om Ferdy te zien schitteren. Als ze aankomen, ontmoeten ze de klasgenoot van Vincent, die in Ferdy’s team speelt. Al snel voegt diens vader zich bij de supporters, en Vincent nestelt zich naast hem op de tribune.
Ferdy voelt de adrenaline door zijn lijf stromen, dit is zijn moment. Met Vincent langs de lijn voelt hij zich sterker dan ooit. Zijn benen lijken vleugels te hebben: hij scoort twee schitterende doelpunten. De blijdschap spat van hem af als zijn team met 2-1 wint. Na het douchen fietst hij met Vincent naar huis, nog helemaal in de wolken van de overwinning.
Thuis wacht er een warme verrassing: Ferdy’s moeder heeft speciaal lasagna gemaakt, zijn en Vincents lievelingseten. De geur vult het huis en aan tafel genieten de jongens zichtbaar. Er wordt gelachen, nagepraat over de goals en het smaakt allemaal naar meer, niet alleen het eten, vooral het samenzijn.

Na het eten spelen ze nog een paar spelletjes tafeltennis. Dan gaan ze beneden zitten bij de anderen die naar een film kijken. Als die is afgelopen en Chantal naar bed gaat besluiten beide jongens dat het voor hen ook bedtijd is. Nu wordt het spannend en leuk.
Als ze hun tanden hebben gepoetst kruipen ze alle twee in bed, Ferdy in zijn eigen bed, Vincent in zijn slaapzak op de matras. Ze praten heel lang over van alles en nog wat en uiteindelijk gaan ze best laat slapen. Het is speciaal om samen op één kamer te slapen. Ferdy geniet ervan. De kriebels in zijn buik zijn weer weg. Hij kan er nu gewoon van genieten.

De zon piept voorzichtig door de gordijnen als Ferdy langzaam zijn ogen opent. Het huis is stil, op wat verre geluiden beneden na. Hij voelt een lichte kriebel in zijn buik. Dit is zo’n ochtend waarop alles goed voelt. Toch moet hij ineens heel nodig plassen. Stilletjes glipt hij zijn warme bed uit, schuifelt naar de wc en laat het frisse laminaat onder zijn blote voeten hem wakker maken.

Wanneer hij terug de kamer inloopt, ziet hij Vincent rechtop in zijn slaapzak zitten, zijn haar nog een beetje in de war maar zijn blik helder van nieuwsgierigheid. "Waar was jij?" vraagt Vincent met een slaperige stem.
"Moest nodig plassen," antwoordt Ferdy met een grijns.
"Dat moet ik ook," zegt Vincent.
"Ga maar gauw dan," moedigt Ferdy hem aan.

Het ochtendritueel volgt vanzelf: samen overleggen ze over het douchen, iets wat in beide gezinnen ’s morgens de gewoonte is. Ferdy staat erop dat Vincent als eerste gaat. Terwijl de badkamer zich vult met damp en de geur van zeep, ruimt hij Vincents bed alvast op. De matras is een gezamenlijke klus; giechelend sjouwen ze hem samen terug naar de logeerkamer. Alles voelt luchtig en vertrouwd, alsof ze dit al jaren samen deden.

Als de geur van verse koffie zich door het huis verspreidt, komen opa en oma binnen met een opgewekt "Goedemorgen!" In hun handen drie kleine cadeautjes, ook eentje voor Vincent, wat Ferdy warm maakt van binnen. De tafeltennistafel wordt het toneel van vrolijkheid; Vincent slaat de bal steeds handiger terug, zijn ogen fonkelen van plezier. Het huis gonst van gezelligheid, gelach en de zekerheid dat dit een bijzondere dag is.

Wanneer opa en oma afscheid nemen, buigt oma zich even naar Ferdy toe: "Wat een leuke jongen is die Vincent. Je treft het met zo’n vriendje." Het maakt Ferdy verlegen en trots tegelijk; haar woorden blijven na-echoën in zijn hoofd, als een klein complimentje dat je de hele dag met je meedraagt.

In de auto, terug naar huis, kijken opa en oma elkaar veelbetekenend aan. Opa vraagt zacht: "Wat denk je van Vincent?"
Oma glimlacht en antwoordt: "Ik denk dat hij best op jongens kan vallen. En bij Ferdy zou dat ook heel goed kunnen. Je ziet het aan hoe ze elkaar aankijken: er zit iets bijzonders in hun blikken. Ach, laten we het voorlopig kalverliefde noemen, ze hebben de tijd." Opa knikt, begrijpend en mild.

Gesloten