De harde realiteit (deel 4)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Amexic
Berichten: 178
Lid geworden op: wo 10 jun 2015, 20:14
Vul het getal in: 123
Locatie: Antwerpen

De harde realiteit (deel 4)

Bericht door Amexic » za 17 mei 2025, 10:11

De harde realiteit (deel 4)

Magnus lag op zijn rug naar de vogels te luisteren. Het raam stond op kiepstand. In mei kwam de zon al vroeg op. De vogels ontwaakten bij het eerste licht en floten de ziel uit hun lijf. Hij kon genieten van die geluiden. Hij moest plassen en zijn urinaal was vol. Zelfstandig uit zijn bed komen, kon hij niet dus drukte hij op de bel om ze te laten legen.
Een uur later hoorde je aan het gerommel in de gang dat de vroege dienst in actie kwam.
‘Goedemorgen. Ik kom je wassen.’
‘Goedemorgen.’
‘Goed geslapen?’
‘Ja.’ Erica deed haar best een gesprek te beginnen.
Magnus had er geen zin in.
Tegenwerken deed hij niet. Hij deed zijn armen omhoog om te helpen zijn pyjamashirt uit te trekken en hief zijn poep op om zijn short te laten uit doen. Dat kon hij. Hij werd gewassen, aangekleed, geschoren en zijn tanden werden gepoetst. Tenslotte werd hij in de rolstoel gezet, klaar voor het ontbijt.
Tijdens de voormiddag zat Magnus in zijn stoel en keek televisie. Na het middagmaal mocht hij op bed een siësta houden. Dat was buiten Tom gerekend. Al was het behandelplan nog niet besproken, ging hij toch bij Magnus langs.
Hij gaf de jongen net een sessie passieve mobilisatie met de nadruk op zijn rechtervoet, toen Magnus ouders en zijn broer op bezoek kwamen. Tom had het voeteinde van het bed weggenomen om goed bij Magnus benen te kunnen.
‘Zullen we even buiten wachten?’ stelde de moeder voor.
‘In het ziekenhuis vragen ze dat. Wij zijn een open huis. Kom gerust binnen.’ zei Tom.
Hij stelde zich voor. Evert en Marijke heetten de ouders, de broer Marnix. Tom vond Marnix passen bij Magnus als naam voor een broer.
Hij duwde de rechtervoet van Magnus omhoog. Tom zag de geschrokken gezichten van het bezoek toen Magnus nogal demonstratief ‘aauw’ riep.
‘Sorry, soms kan het pijn doen maar het is niet mijn bedoeling te hard voor je te zijn.’ excuseerde Tom zich.
Tom vond het belangrijk interactie te hebben met familie. Zo kon hij zich een beter beeld vormen van het kind, nu ja, kind. Hij wist dat hij met zijn ingesteldheid voortdurend zijn boekje te buiten ging. De ouders leken rustige, nuchtere mensen. De broer kwam schuchter over. Hij leek op Magnus. Ouder of jonger? Het zou een tweeling kunnen zijn.

Na de teambespreking ging het herstelprogramma van Magnus officieel van start. ‘We moeten hem voorzichtig aanpakken. Hij is nog niet in evenwicht. Hij zit in een opstandige fase.’ oordeelde Colette, de psycholoog.
‘Niet in evenwicht is letterlijk te nemen. Opstandig, ja dat heb ik mogen ervaren.’ repliceerde Tom, hoewel hij zijn oordeel over Magnus licht had bijgesteld na het contact met de familie .
Colette wierp hem een strenge blik toe en Erica glimlachte.
In ieder geval werd Magnus vanaf dan aan de lavabo gewassen. Zijn gezicht en armen kon hij zelf. Het naar de wastafel geraken was telkens een onderneming waar een tweede verzorgende bij nodig was.
Magnus deed wat van hem gevraagd werd. Zijn nukkige houding hield hij weken vol. Erica kreeg meer contact met hem ondanks zijn negatieve houding. ‘Zie me hier nu zitten.’ zei hij een keer toen hij voor de spiegel aan de lavabo zat.
‘Geduld. Wij maken hier versie 2.0 van jou.’
‘Als je wist dat ik het record 100 m crawl van onze zwemclub brak, zou je dit niet zeggen.’
‘De vraag is of het belangrijk is zwemkampioen te zijn.’
‘Voor mij wel.’
‘Voor de nieuwe versie van jou misschien niet.’
Erica vertelde Tom over haar ex-zwemkampioen. ‘Hij maakt weinig vorderingen en hij werkt tegen zijn zin. Misschien moet hij zwemmen.’ stelde Tom voor.
‘Is hij daar al aan toe? Het staat niet in zijn planning.’
‘Ik kan me vrij maken.’

Tom deed het voorstel aan Magnus.
‘Je was in een zwemclub. Zullen we proberen je te laten zwemmen?’
‘De tamtam heeft dus de ronde gedaan. Zwemmen? U vraagt wij draaien.’
Erica had Magnus zwembroek bij zijn dagelijks toilet aangedaan. Zo deden ze het altijd voor een zwembeurt omdat het tijd bespaarde.
Ze hadden een badstoel om minder mobiele personen te water te laten. Tom probeerde het zonder en liet Magnus de laatste meters stappen. Het mislukte omdat de jongen te weinig controle over zijn bewegingen had. Tom liet hem terug in de rolstoel zakken.
‘Doe je armen om mijn nek.’
Tom trok Magnus stevig tegen zich aan terwijl hij achterwaarts naar het zwembad stapte.
Magnus had de lichaamsbouw van een zwemmer. Buiten zijn nogal brede schouders bleef er helaas weinig atletisch aan hem over. Tom voelde Magnus ribben tegen zijn borstkas drukken. Zijn knieën stootten ongecontroleerd tegen die van hem.
Na enkele treden in het zwembad liet Tom zich achterover vallen, Magnus mee trekkend.
Tom had de jongeman overschat. Hij zou verdronken zijn als Tom hem niet boven water had gehouden. Het bleef dus bij bewegen in het water zonder zwaartekracht, wat op zich een voordeel inhield.
Tom kreeg hulp om Magnus uit het water te halen. In de kleedkamer deed hij Magnus zwembroek uit, droogde hem en kleedde hem aan. Een onderbroek had Erica voorzien.

Magnus had echt uitgekeken naar de zwembeurt. Voor hem betekende dit een fiasco. Hij zat helemaal in de put. Het bevestigde dat hij nergens meer toe in staat was. Ze merkten het de volgende dagen aan zijn gedrag.

Tom had schuldgevoelens. Hij bereikte het tegendeel van wat hij wilde.
Na zijn shift op vrijdag zocht hij Magnus op zijn kamer op.
‘Sorry. Ik heb je te vroeg mee naar het zwembad genomen. Het was te confronterend. Toch wil ik je graag opnieuw leren zwemmen. Blijven we proberen?’
‘Doe geen moeite. Het heeft geen zin. Ik word nooit meer de oude.’
‘Ik hoef geen kampioen van je te maken. Ik wil je fysiek verbeteren door je te leren zwemmen. Je hebt de keuze tussen aan jezelf werken en je laten hangen. Als je niet je best doet, verdoe je ook mijn tijd. Je moet ‘zwemmen’ vooral figuurlijk zien. Dat je je opnieuw goed voelt en je weg vindt in het leven, daar gaan we voor.’
Magnus liet zijn tranen lopen.
‘Doe maar. Laat maar komen.’ zei Tom zacht. Onhandig kneep hij Magnus in een arm. Hij kon goed kinderen troosten. Hun tranen verdroeg hij gemakkelijker dan die van een volwassene. Tom bleef tot Magnus bedaarde. Ze zwegen een tijd en dat was lastig.
‘Ik wil zwemmen.’ Een flauwe glimlach verscheen op Magnus lippen.
Tom vond altijd een moment om buiten zijn werkuren met Magnus te gaan zwemmen. Het omkleden verliep onhandig. Ze hadden wel het zwembad voor hen alleen.
‘Zullen we de zwembadstoel gebruiken?’
Magnus schudde ontkennend van nee. Met een soort van onelegante Lambada bereikten ze het water.
‘We gaan nog niet zwemmen.’ kondigde Tom aan. Hij liet Magnus drijven, hem onder zijn rug ondersteunend. De jongen ontspande. ‘Hef je rechterarm op, nu je linker been…’
Oefeningen verliepen haperend bij Magnus maar vlotter in water. Tom voelde zich tevreden en hij dacht Magnus net zo. Voor het eerst lachte die om hun onhandigheid toen Tom hem uit het water hielp sukkelen.

Gesloten