Aleksei en Almar. Deel 19.

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 241
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

Aleksei en Almar. Deel 19.

Bericht door Wimmie » zo 21 jul 2024, 14:35

Aleksei en Almar,
Oleksiy i Alʹmar,
Олексій і Альмар,
deel 19.

Michel en Nina kijken elkaar aan. Nina reageert: “We zouden in ieder geval een paar dagen willen zeilen en dan een nachtje op de boot blijven slapen. Als de bewaking een jachtje huurt kunnen ze bij ons in de buurt blijven. Dat lijkt Michel niet een echt groot probleem. Verder willen we graag naar de plek waar wij op school zitten. Dat zou met Almar en Aleksei kunnen, kunnen we met zijn vieren een dagje leuke dingen daar doen en kunnen wij onze school en andere voor ons belangrijke plekken laten zien. Verder wil Michel kennis maken met de familie van Aleksei en zijn zussen. Daar moeten we nog over afspreken wat die wel en niet mogen weten, maar dat geldt ook voor mijn vriendinnen en klasgenoten. Verder hebben wij nog niets bedacht omdat we geen idee hadden voor hoeveel dagen we plannen konden maken.”

“Dat zeilen moet je via de bewaking regelen. Wij kunnen wel voor het huren van een jachtje zorgen. En het openbaar vervoer lijkt me niet zo’n succes. Maar wij kunnen jullie brengen. Als je met zijn drieën op de achterbank wilt, het is niet ver, is dat te regelen. Als Michel eerst zijn grootouders belt kunnen jullie daarna verdere plannen maken. Voor ons is het handig als wij het weten.” Peter geeft Nina en Michel huiswerk.

Nina kijkt Michel aan. “Zullen we dan maar meteen gaan bellen?” vraagt ze. ”Of beter: zullen we dan maar naar mijn kamer gaan zodat jij kan bellen en ik meeluisteren en proberen alles te begrijpen?”
“Prima” zegt Michel. Hij kijkt een beetje benauwd. “Heb je er vertrouwen in, Michel?” vraagt Peter als hij zijn gezicht ziet. “Vooral hoop” reageert Michel. “Succes, Michel, onze toestemming heb je al, dat kan je inbrengen.”

Na een kwartiertje komen Nina en Michel uitgelaten terug.
“C'est tout à fait bien. Son grand-père disait déjà : quand Michel appellera-t-il?“
“Gefeliciteerd, dat is mooi, nu kunnen jullie verder plannen maken. Laat het ons weten, kunnen we er rekening mee houden.”

Later op de dag komen Nina en Michel met wat concretere plannen. Aleksei en ik besluiten ’s middags na het eten nog een stuk te gaan zeilen. Dat hebben we gemist.
Aleksei en ik hebben Nina en Michel aangeboden voor hen te koken, maar dat willen ze graag zelf doen. Michel vindt koken echt leuk. Daarom kunnen we een uurtje langer blijven zeilen. Er is heel weinig wind en we gooien op een gegeven moment het anker uit. Het is vakantie dus heel druk en langs de oever is nauwelijks plek. Omdat er weinig wind is geeft voor anker liggen geen probleem. We gaan zwemmen. We blijven wel bij de boot om niet overvaren te worden. Het water is lekker. Na een tijdje zwemmen varen we terug.

De volgende dag komen de ouders van Aleksei terug met zijn zussen. Ze verwachten er om 14 uur te zijn hebben ze geappt en we zorgen dat we er een half uurtje eerder zijn. We hebben gisteren een bloemetje gekocht dat we op tafel hebben gezet als welkom. Als de auto voor de deur stopt lopen we naar buiten en twee enthousiaste zussen vliegen eerst Aleksei en dan mij om de hals. Ze hebben een schitterende vakantie gehad. En heel veel vriendschappen gesloten. En kamperen, dat vonden ze helemaal het einde. Ze hebben ook wel geboft dat het nauwelijks geregend heeft. We vertellen ze maar niet wat een regendag en een tent voor effect kan hebben!

Uiteraard willen ze ook weten hoe wij het hebben gehad. Ook wij vertellen enthousiast over onze vakantie. We vertellen dat Nina een Franse vriend heeft en dat die mee is gekomen. Maar veel meer durven we er niet over te vertellen omdat we daar geen afspraken over hebben gemaakt. Dat komt nog wel. Iryna en Klarysa willen meteen mee om kennis te maken. Dat wimpelen we wat af. Dat kan de komende week wel. Peter en Erik hadden al gezegd dat ze met zijn allen deze week eens moeten komen barbecueën. Dat stelt hen tevreden.

We helpen met het leeg halen van de auto. Petr wil de auto schoonmaken, maar wij suggereren dat het ook in de autowasstraat kan bij de benzinepomp. We rijden even mee om te laten zien hoe dat werkt. Daarna brengt Petr de auto terug. En kan hij meteen kennis maken met Michel, als eerste.

Nina en Michel zitten de hele middag in de tuin plannen te maken. Aleksei en ik besluiten een fietstochtje te maken. Tatiana heeft gevraagd of we daar vanavond willen eten en of ik daar wil blijven slapen. Ze hebben ons zo lang niet gezien. “Aleksei lang niet gezien.” reageer ik. “Neen hoor, jou hebben we ook gemist.” “Dat gaan we dan na het fietsen goedmaken. Komen we naar jullie toe”. beloof ik. Thuis geeft ik door dat we er na het fietsen tot morgen niet meer zijn. “Eindelijk” reageert Nina, “het huis voor ons.”
“Vergeet het maar” reageert Peter. “Wij zijn er ook nog.”
”O, ja, nou ja, dat telt niet! Jullie horen bij het meubilair.”
“Je hebt gelijk: wat is ons huis zonder ons!” reageert Erik.

Tatiana heeft zich weer in de keuken uitgeleefd. “In de vakantie hebben we gemakkelijk gegeten. Nu kan ik weer eens iets leuks klaarmaken.”

De meiden blijven verhalen vertellen, met name over alle leuke jongens die er waren. De jongens op de campings waren allemaal veel leuker dan de jongens bij hun in de klas. En de leukste jongen kwam: uit Friesland, twee dorpen bij ons vandaan. “Hebben jullie telefoonnummers uitgewisseld?” vraagt Aleksei. “Reken maar. We appen elke dag.” reageert Iryna.

Het is gezellig. Toch moeten zowel Aleksei’s ouders als zijn zussen nog wat fanatieker met het Nederlands bezig. Het valt mij op dat ze onderling alsmaar Oekrains blijven spreken. Ik zeg dat hardop. “Maar het is zo moeilijk” reageert Iryna. “Wat dacht je van Oekrains?” vraag ik haar. “Dat is makkelijk” reageert Klarysa. “Ja, als je er geboren bent.” zegt Aleksei. ”Voor Almar is Oekrains net zo moeilijk als voor jou Nederlands.”

Ook wij vertellen uiteraard over onze vakantie. We vertellen wel dat Nina er een vriendje aan over gehouden heeft maar verder niets over Michel. Even afwachten wat er uit komt dat we mogen vertellen. Hij is zo lang bij ons dat ze hem wel een keer zullen ontmoeten.

Als Aleksei en ik naar bed gaan hebben we het nog over het Nederlands leren van zijn ouders en zussen. “Ik moet ook meer Nederlands met hen praten. Omdat zij Oekrains praten doe ik dat ook, dat is niet goed. Ik zal er op letten. Door jou praat ik veel Nederlands en als het eenmaal een beetje lukt gaat het steeds beter. Die stimulans hebben zij nog niet”.

De volgende morgen is het prachtig weer. Ik app Nina wat zij vandaag van plan zijn. “Wij hebben nog geen plannen.” “Willen jullie zeilen?” “Neen vandaag en morgen niet. Dus jullie kunnen wel zeilen. En woensdag willen we met jullie naar de stad. Misschien willen wij donderdag en vrijdag zeilen.” Ik kijk Aleksei aan. “Wil jij nog twee dagen zeilen?” “Ja, heel graag.” “Dan staan wij snel op en doen alles snel, dan kunnen we ook snel weg.”
Dat doen we. Anderhalf uur later varen we weg. Het is mooi weer en dus druk op het water.
We varen door en gaan kijken hoe het op ‘ons’ plekje is. Daar ligt een boot. We gaan dichterbij kijken. Er is niemand op de boot. We staan al op het punt ergens anders heen te gaan tot we horen roepen. Het blijken Ernst en Rogier te zijn. Ze zijn aan het zwemmen en hebben ons herkend. We leggen aan naast hun boot en zij zwemmen naar hun boot en klimmen er op.
“Wat gezellig dat we jullie treffen.” zeg ik.
“Ja, gelukkig komen er hier niet zo veel andere boten.” reageert Rogier.
“Hoe gaat het met jullie?” vraagt Ernst.
“Wij zijn net terug van 3 weken vakantie. We zijn samen met mijn vaders en mijn zus op vakantie geweest. We hebben een heerlijke tijd gehad.”

“Wij zijn ook samen op vakantie geweest. Het was een tegenvaller. We hadden er veel van verwacht: Spaanse kust met zeilmogelijkheden. Het was er vooral warm, het stikte van de fuivende jongeren en als je wilde zeilen moest je zelf ergens een zeilboot proberen te huren. Dat hebben we maar twee keer gedaan. Veel te duur, onbetaalbaar.”
“Wat jammer. Dan hebben wij het beter getroffen. Mijn zus heeft er een vriendje aan overgehouden die deze week nog bij ons is.”
“Dat is bijzonder, zo’n vakantieliefde.”
“Ja, het is een Fransman met een Nederlandse moeder. Beide ouders wonen in Frankrijk. Nina en hij zijn dol op elkaar.”

We praten nog een tijdje door.

“Zijn jullie hier al lang?” vraagt Aleksei.
“Ja, dit is de derde nacht dat we hier liggen. En al die nachten hebben we alleen gelegen. Uiteraard komen jullie ons in onze rust storen!”
Aleksei kijkt me vragend aan. De sarcastische toon heeft hij kennelijk niet begrepen.
“Het is goed, Aleksei, ze willen ons niet weg hebben. Dat was een grapje.”

Aleksei kijkt opgelucht. “Dus hier vannacht liggen is geen probleem?” vraagt hij ondanks wat ik hem gezegd heb.
“Sorry, Aleksei, als ik had geweten dat je het letterlijk zou nemen had ik het niet gezegd. Wij vinden het zelfs leuk als jullie hier vannacht blijven liggen.” reageert Rogier.
“Ok”, zegt Aleksei. “Toch nog een taalprobleempje.”

We stemmen even af. Wij willen nog wat zeilen, Rogier en Ernst willen gewoon blijven liggen. Kunnen ze ons plaatsje vrij houden.
We eten gezellig naast elkaar, de boten tegen elkaar aangetrokken, ieder uiteraard zijn eigen eten. Na het eten gaan wij nog een paar uur zeilen en komen dan terug.

’s Avonds is het heel gezellig. Als we gegeten hebben kletsen we over van alles en nog wat. Als het donker is gaan we nog samen zwemmen. En daarna kruipen we onder de dektent, de boten blijven tegen elkaar aanliggen. Geen probleem. Aleksei en ik pijpen elkaar en we zijn nog steeds goed in het tegelijk klaar te komen. Daarna draaien we ons in lepeltje-lepeltje stand en vallen bijna meteen in slaap, om de volgende morgen wakker te worden van de zon die in de boot schijnt. Het is dat we bloot liggen: het is warm.
We kijken voorzichtig over de rand van de boot. Rogier en Ernst slapen nog. Wij besluiten elkaar nog een keertje te verwennen en af te wachten tot Ernst en Rogier wakker worden. Als we geluiden naast ons horen die wij net ook hebben gemaakt weten we dat het niet lang meer zal duren. We zien het hoofd van Rogier boven de boot. “Goede morgen, buren.” reageer ik.
“Wij gaan zwemmen, jullie ook?” vraagt Rogier.
“Zeker.” reageer ik en schuif de dektent naar de mast. We ruimen de slaapspullen op en leggen handdoeken klaar. Die zijn vannacht mooi opgedroogd, aan de zijstagen. En dan laten we ons in het water zakken. Rogier en Ernst volgen en we zwemmen van de boten weg.

Als we al een tijdje gezwommen hebben klimmen we op de boten, drogen ons af en trekken een sportbroek aan. We gaan ontbijten. Als we aan het eten zijn komt er ineens een speedbootachtige boot het meertje opvaren. “O, dat is Provinciale Waterstaat” zegt Rogier, “die komt hier wel vaker.” De boot vaart een rondje, vaart langs ons en de opvarenden groeten ons vriendelijk.
“Dat heb ik nog nooit mee gemaakt” reageer ik.
“Wij ook niet, maar gistermorgen is hij ook al langs komen varen. Geen idee waarom” reageert Ernst.

Na het ontbijt ruimen we onze spullen op. Aleksei en ik willen nog een tocht maken vandaag voordat we naar huis gaan.
“Wat doen jullie de komende dagen?” vraag ik.
“We willen hier nog een dag blijven liggen, dan nog wat rond varen, hier terug komen en dan naar huis.”
“Willen jullie niet bij ons langs komen? Je kunt de boot bij ons aanleggen en dan in de boot slapen. Kunnen we wel een gezellige avond bij mij thuis hebben” suggereer ik.
Ernst kijkt Rogier aan. “Vind jij dat ook een goed idee?”
“Ja hoor, lijkt me heel gezellig.”
Ik leg uit waar ik woon en we spreken af dat ze laten weten wanneer zij er zullen zijn. Dat kan morgenavond zijn: overdag zijn we met Nina en Michel naar de plek waar onze school is.

Aleksei en ik zeilen nog een paar uur en eten tussen de middag aan het eind van een steiger: er liggen overal boten. Het is nog steeds vakantietijd, mooi weer, dus druk. Wij trekken ons er weinig van aan: wij vinden wel een plekje.

Als we terug zijn en de boot hebben opgeruimd en afgedekt vinden we Erik, Peter, Nina en Michel in de tuin. Peter is bezig de barbecue aan te steken en meldt ons dat de ouders en zussen van Aleksei komen eten. Gezellig.

Het wordt inderdaad een gezellige avond. Van tijd tot tijd praat ik Oekrains met Aleksei’s ouders en zussen en Michel vraagt me verbaasd hoe ik dat geleerd heb. Ik vertel het hem. Hij vindt dat wel bijzonder: “Jullie hebben elkaar jullie taal geleerd?” “Ja”, reageer ik, “ik heb een talenknobbel, ik vind dat dus ook heel leuk.” “Ja, je Frans is ook niet onder- maar bovengemiddeld, heb ik al opgemerkt. Handig hoor. Ik heb best moeite met talen. Frans en Engels zijn voor mij belangrijk, net als Nederlands!”

Na afloop ga ik met Aleksei mee om daar te slapen. We proberen een beetje om en om bij elkaar te slapen en morgen komen Ernst en Rogier. We gaan dan op voorstel van Erik weer barbecueën. Michel en Nina besluiten dan niet te blijven slapen in de boot maar gewoon naar huis te komen en de volgende dag weer te gaan zeilen. De bewaking had al aangegeven niet blij te zijn met dat slaapidee. Ze vonden de meren op dit moment veel te druk. Varen en in de buurt blijven was nog te doen, maar het was maar de vraag of ze ’s nachts een beetje in de buurt konden aanleggen. Nina moest toegeven dat zij gelijk hadden. Weer een probleem opgelost.

Woensdag gaan we de stad bekijken waar wij vlak bij wonen en waar onze school staat. Erik moet werken dus Peter gaat mee. We rijden eerst met de auto langs een aantal plekken die Nina aan Michel wil laten zien en dan zet Peter de auto in de parkeergarage in het centrum. We lopen met zijn vijven door de winkelstraten, lunchen tussen de middag op een terrasje en aan het eind voordat we naar huis gaan, gaan we bij het gebouw van de regionale omroep waar Erik werkt langs om Michel daar ook een kijkje te geven. Erik is aan het werk en zit in de studio op zijn werkplek. We kunnen hem door de ruit zien. Als hij uitgepraat is en een nummer draait wenkt hij of wij binnen willen komen. Hij vraagt of Nina en ik wat willen vertellen over het zijn van een tweeling. Daar was een uur geleden een vraag over geweest en hij kan nu zeggen dat hij een tweeling in de studio heeft. Ik kijk Nina aan. “Doen, Nien?” “Moeten we onze namen noemen of kunnen we anoniem blijven?” vraagt Nina. “Wat je wilt. “reageert Erik. “Waarom geen namen?” vraagt Michel. “Weet ik eigenlijk niet. Ok, met namen.”

Als het nummer is uitgespeeld meldt Erik zich weer en vertelt dat hij inmiddels een tweeling tegenover hem heeft zitten. “Het is niet zomaar een tweeling, het is ‘mijn’ tweeling, het zijn mijn kinderen Nina en Almar, een tweeling dus. Welkom Nina en Almar. Vertel eens, hoe vinden jullie het een tweeling te zijn? Daar was een uur geleden een vraag over en ik ben blij dat jullie toevallig binnen kwamen lopen.” Ik kijk naar Nina en knik. “Wij vinden het heerlijk, Almar en ik, om een tweeling te zijn. Wij hebben heel lang alles samen gedaan. En we wisten en weten zowat alles van elkaar. Je hebt dus altijd iemand waar je mee kan praten over alles waar je over wilt praten.”
“Hoe oud zijn jullie, Almar?”
“Wij zijn bijna 5 maanden geleden 16 jaar geworden. We zitten op school niet bij elkaar in de klas, een keuze die wij zelf hebben gemaakt. Wij hangen ook niet de tweeling uit. Wij zijn uiteraard een twee-eiige tweeling.”
“En hoe gaat het nu jullie een relatie hebben?”
“Ja wij hebben nu alle twee een vriendje. Dat maakt het alleen maar gezelliger. Het is het lastigst voor onze vriendjes, want die moeten er aan wennen dat er iemand is die meer weet en alles eerder aanvoelt dan zij. Maar in onze situatie hebben onze vriendjes daar geen last van.”
“De vraag was of het waar is dat als de een pijn heeft, de ander dat dan ook voelt.”
“Dat hebben wij nog niet meegemaakt. Wat wij wel hebben is dat we regelmatig op hetzelfde moment hetzelfde denken. Dat kan over onszelf of over de ander zijn, maar wel precies hetzelfde. Wij vinden het al lang niet meer raar, maar voor anderen kan dat best raar zijn.
“Mijn laatste vraag. Maken jullie wel eens ruzie?”
“Ik kijk Nina verbaasd aan. “Maken wij wel eens ruzie, Nina? Ik kan het me niet herinneren.”
“Toen we klein waren wel, over speelgoed of wie het eerste iets mocht. En dan wilde jij altijd eerst omdat jij de oudste bent. En dan werd ik wel eens kwaad en begon je te slaan. En dan zei
jij: ‘Ga jij dan maar eerst’. Dat zijn de enige ruzies die ik mij kan herinneren.”
“Neen veel ruzie hebben wij niet gehad, maar daar was jij als vader ook bij, Erik” reageer ik.
“Ik herinner me jullie alleen maar als voorbeeldige kinderen. Als ik zo begin wordt het tijd af te sluiten. En dan nu een bijpassend lied: uit Kinderen voor Kinderen: Tweeling zijn.” En dan weerklinkt het lied dat wij op de basisschool zo vaak samen hebben moeten zingen……
Erik bedankt ons en wij verlaten de studio. “Hebben jullie dit eerder gedaan?” vraagt Michel.
“Op deze manier niet, wel een keer als we iets bijzonders te vertellen hadden. Het was niet onze eerste keer op de radio, als je dat wilt weten.”

We rijden naar huis. Het was een heel gezellige dag. En net al steeds: dat er bewaking in de buurt was hebben we niet gemerkt.

Aleksei blijft bij mij slapen. Rogier en Ernst komen niet vanavond maar morgen. Nina en Michel gaan de volgende twee dagen zeilen. Omdat zij niet blijven slapen eten ze ’s avonds met ons mee, we barbecueën samen met Rogier en Ernst. De volgende avond als Nina en Michel hebben gezeild koken wij. We willen ze eens echt verwennen. Met dingen die zij alle twee lekker vinden.

Dan nadert de zaterdag dat Michel hier voor het laatst is. Ik heb met Nina besproken dat ik eigenlijk vind dat we als dank voor het zo onopvallend hun werk doen de laatste avond de bewaking moeten uitnodigen. Nina heeft het met Michel besproken. “Hoezo? Het is hun werk, daar worden ze voor betaald!” “Maar ze hebben dat zo gedaan dat wij er helemaal geen last van hadden. Dat we het meestal niet eens merkten. Mogen we laten blijken dat we dat waarderen?”
Michel heeft daar nog nooit bij stil gestaan, zo is hij er aan gewend. Nina maakt hem duidelijk dat het best wel bijzonder is. Michel nodigt via zijn app-verbinding beide mannen uit voor zaterdagavond. Zijn uitnodiging wordt met enige verbazing aangenomen.

Op zaterdagavond hebben Erik en Peter gekookt. Ze hebben heel erg hun best gedaan om er iets bijzonders van te maken. De bewakers vertellen van de problemen die ze de afgelopen week hier gehad hebben om hun werk te doen. En wij vertellen dat we nauwelijks iets van ze gemerkt hebben. Het blijken heel leuke mannen te zijn. Er ontstaat snel een gevoel van: dit hadden we eerder moeten doen. Ik denk: als Nina en Michel een relatie houden, dan zien we ze nog wel vaker.

Op zondag gaan Nina en Michel vertrekken. De auto van de ene bewaker rijdt voor en Michel en Nina stappen in. Achterin. Ze willen uiteraard bij elkaar zitten. De ander rijdt in zijn eigen auto. Ze vertrekken naar Parijs. Ze laten Erik en Peter, Aleksei en mij best wel wat verbaasd achter. Nina met haar vriendje in een dienstauto naar Parijs. Zo zal ze dinsdag ook weer terug komen.

Het wordt een rustig weekeind, Aleksei en ik gaan die zondag zeilen, Aleksei blijft bij mij slapen. Die maandag gaan we, op onze laatste vrije dag, fietsen. Ik slaap bij Aleksei. Dinsdag gaan we naar school, roosters en boeken ophalen. We halen ook het rooster van Nina op. Op de vraag waar Nina is zeggen we dat die nog even iets anders te doen had. Ze moet het zelf maar verklaren.

In de loop van de dinsdag komt Nina thuis. Ik herken haar bijna niet, zo druk is Nina. Ze is nog bezig alle indrukken te verwerken. Ze is zondagmiddag in Parijs aangekomen in het huis van (de vader en opa en oma van) Michel. Zijn opa en oma waren ook thuis, ze waren echt heel blij Michel en Nina te zien. Het is een giga huis, bijna een paleis. Nina heeft foto’s gemaakt. Indrukwekkend.
Michel heeft een soort eigen appartement. Met alles er op en eraan. Maar Nina heeft wel door dat Michel zich daar vaak eenzaam voelt. Daarom zijn er wat afspraken gemaakt. En die moet ze met Erik en Peter bespreken.
Het idee is dat Nina het ene weekeind in Parijs is en dat Michel het andere weekeind hier bij ons is. Het derde weekeind zijn ze gewoon alle twee niet bij elkaar en bij hun eigen thuis. Dan weer een weekeind Parijs, dan weer een weekeind bij ons en dan een weekeind niet samen. Het vervoer is geregeld: op vrijdag is er een auto om Nina te halen en op zondagavond is ze weer terug. Michel komt ook op vrijdagavond en gaat zondag aan het eind van de middag weer naar Parijs. Michel heeft ook al aangekondigd dat het prima is als Aleksei en ik van tijd tot tijd meekomen.

Erik en Peter kijken elkaar aan. “Dat is wel een heel bijzondere constructie, vooral dat brengen en halen. Als je schoolwerk er niet onder lijdt, wie zijn wij dan om jullie deze kans te ontnemen? De opa en oma van Michel vinden het zeker goed?”
“Ja, ze hebben zelfs met zijn vader overlegd. Die wil mij snel ontmoeten en ook snel eens hier langskomen. Michel heeft gezegd: dat kon wel eens lang duren!”

“Ok, zoals gezegd, onder voorwaarde dat je schoolprestaties er niet onder lijden zijn wij akkoord.”
Nina omhelst eerst Erik en dan Peter. “Dank jullie wel!”
“Had je dan getwijfeld of het zou mogen?” vraag ik Nina.
“Neen, maar daarom ben ik toch blij!” reageert ze terecht.
“Tja, een dochter van 16 met een lat-relatie met een steenrijke jongen, wat een verrassing.” zegt Erik.
“Als Michels vader er is moeten jullie ook een keer mee. Maar dan komen er twee auto’s heeft Michel gezegd. Met zijn drieën achterin kan niet zei hij. Ik heb gezegd dat hij gek is. Dat het ook gezellig moet blijven. ‘Dan sturen ze wel een grotere auto’, stelde opa voor. Je gelooft het niet. Alles kan daar.”
“Als je maar in de gaten houdt dat jij gewoon Nina bent, twee vaders en een tweelingbroer hebt.” reageer ik. “Ik wil geen over het paard getilde zus.”
“Ik beloof dat ik niet ga paardrijden, is het dan goed?” reageert Nina.
Ik knuffel mijn tweelingzus. “Als je maar gewoon blijft.”

Gesloten