EEN BIJZONDERE KERST - INTERMEZZO 2 - proloog + hoofdstuk 1 en 2

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 689
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

EEN BIJZONDERE KERST - INTERMEZZO 2 - proloog + hoofdstuk 1 en 2

Bericht door Lucky Eye » do 25 dec 2025, 08:07

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



Vooraf:
Het kerstverhaal dat ik in 2022 publiceerde, was getiteld: "Een bijzondere kerst – intermezzo".
Bij trouwe lezers van mijn verhalen ging toen wellicht een (kerst)belletje rinkelen, want in 2015 schreef ik een kerstverhaal met de titel "Een bijzondere kerst". De eerste zeven hoofdstukken van dat verhaal speelden zich af op kerstavond/-nacht 2005 en het laatste hoofdstuk vijf jaar later.

Mijn kerstverhaal van 2022 vulde een gedeelte van die kerstnacht van 2004 in.
Dit jaar ga ik daarmee verder.

Als je wil, kun je – om in de sfeer van het verhaal te raken – het oude verhaal nog eens teruglezen. Het lezen in chronologische volgorde (de eerste zeven hoofdstukken van "Een bijzondere kerst", dan "… - intermezzo" en dan dit nieuwe korte verhaal, en afsluitend het laatste hoofdstuk van het oudere verhaal) kan natuurlijk ook.



EEN BIJZONDERE KERST – INTERMEZZO 2



Proloog

Op kerstavond was het druilerige weer van die dag overgegaan in een heldere maneschijn. De kerstnachtdienst werd, zoals meestal, goed bezocht. Pastoor Hermans had de dienst samen met zijn kapelaan en diaken geleid. In de parochie wisten ze wat "omzien naar elkaar" in de praktijk betekende. En daarbij werd niet gevraagd of je wel geregeld naar de kerk ging, of dat je Rooms was. En het werkte ook andersom. De dorpsbewoners zorgden er gezamenlijk voor dat het sociale leven in het dorp op peil bleef, en dat het nodige vrijwilligerswerk in en om de kerk werd gedaan. Aan het eind van dienst ging een ieder terug naar huis. Een aantal van hen was tegen half zes alweer terug bij de kerk. Dit keer voor de traditionele kerstzang.

Meteen nadat de laatste klanken van het "Stille Nacht" verklonken waren, kwam het gezelschap van muzikanten, zangers, begeleiders en toeschouwers op het plein voor de kerk in beweging. Terwijl laatstgenoemden huiswaarts keerden, maakten de anderen zich op om de kerstzang, zoals traditie was, in deze nacht verder te brengen. Letterlijk. Auto's stonden klaar om een gedeelte van hen naar twee andere dorpen, die ook bij de parochie hoorden, te brengen. De rest viel in kleine groepjes uiteen en verdween in de nacht. Al snel kon je de muziek en het zingen op diverse plaatsen horen. Steeds twee liedjes en dan weer verder. Naast het traditionele repertoire werden er tegenwoordig ook moderne kerstliedjes ten gehore gebracht. Volgens vaste routes trokken ze het dorp uit, de omgeving in, en uiteindelijk zouden ze allemaal weer bij elkaar komen voor het afsluitende "Ere Zij God".

Jacques Haberts en zijn vrouw waren dit keer ingedeeld bij Marie Janssen, de dochter van de eigenares van de supermarkt, en Mathieu Boomsma, de zoon van de plaatselijke tuinder. Jacques had het eerst aangekeken, maar toen de jongen na het eerste "optreden" opnieuw alles voor hem en Marie – de koffer voor zijn dwarsfluit, de koffer voor haar cello, en het krukje waarop zij zat tijdens het spelen – wilde gaan dragen, sprak hij hem daarop aan. 'Zeg, je tilt je een breuk, jongen!'

'Ik ben sterk, Jacques!'

'Daar twijfel ik niet aan, maar ik heb het idee dat het niet nodig is om op Marie indruk te blijven maken. Ze houdt van je, Mathieu.'

De laatste opmerking van Jacques zorgde ervoor dat de zestienjarige begon te blozen. Gelukkig was het erg donker waar ze liepen en zou het, zo hoopte Mathieu in elk geval, niet opvallen. Maar het leek hem toch verstandig om de lasten te verdelen.

'Leuk, hé,' zo sprak Jeanne haar man, die inmiddels het krukje en de koffer van de dwarsfluit droeg, fluisterend toe.

'Ja, prille liefde is erg leuk.'

'Maar ze passen ook zo goed bij elkaar, vind ik.'

'Dat idee heb ik ook. Oké, we mogen weer.'

Ze stelden zich weer op. Zongen en speelden dat wat ze afgesproken hadden, en daarna ging het viertal verder de donkere nacht door. Regelmatig stopten ze bij een straatlantaarn, of de verlichting bij een woning. Mathieu begon zich wat zorgen te maken om Marie. Ze was aan de beterende hand van een griep die haar twee weken thuis had gehouden. 'Gaat het echt wel?'

'Ja. Het gaat goed. Maak je niet druk.'

'Hmm. Ik … nou ja laat maar.'

'Ik weet waarom je het vraagt. Het is lief van je, Mathieu. We zijn nu vlak bij het huis van Jem. Maar kunnen we niet beter een huis verder gaan, want zij zijn niet thuis vertelde je me eerder.'

'De plannen blijken te zijn gewijzigd.'

'Ohh?'

Mathieu legde uit dat hij, toen ze voorafgaande aan de kerstnachtdienst bij de moeder van Marie geweest waren, een appje van zijn vader had gekregen dat Jem en Jacob langs waren geweest om een kerstboom op te halen. 'En dus zijn ze thuis.'

'Oké, dan zingen we daar waar we altijd staan.'

'Of zitten in jouw geval.'

'Gelukkig wel.' En dat had ze beter niet kunnen zeggen, zo wist ze meteen. Het zou ervoor zorgen dat haar vriend zich zorgen bleef maken om haar.

Mathieu vond die laatste woorden van zijn vriendin vervelend. Hij maakte zich toch al zorgen over zijn vriendin. En haar laatste opmerking zorgde ervoor dat dat absoluut niet minder werd. Ze was nog steeds snel moe. Had gewoon thuis moeten blijven, was zijn mening. Maar … Marie was stijfkoppig. Meteen ook moest hij glimlachen. Wat dat betreft pasten ze prima bij elkaar. En dat al anderhalf jaar.




EERSTE KERSTDAG 2004

Hoofdstuk 1

Nadat ze snel wat kleren en schoenen hadden aangetrokken, waren ze met z'n vieren naar de veranda aan de voorkant van het huis gegaan om daar naar de kerstmuziek te luisteren die onder de straatlantaarn aan het begin van de oprit gespeeld werd. Jem had Mathieu en Marie meteen herkend. Op de basisschool hadden ze elkaar getroffen in groep 1. Aan het eind van groep 7 was Marie verhuisd, omdat haar ouders gingen scheiden en zij ervoor gekozen had om bij haar vader in Utrecht te gaan wonen. Na een half jaar was ze terug in het dorp. Niet haar moeder had de scheiding veroorzaakt, zoals zij had gedacht, maar haar vader. Die bleek al tijden een vriendin te hebben. Iedereen was blij geweest dat Marie weer terug was in de dorp. Haar moeder het allermeest. Tussen Mathieu en Marie was het na een aantal jaren meer geworden dan alleen maar vriendschap. Mathieu had het moeilijk gevonden om dat uit te leggen aan Jem. Die had er echter niet moeilijk over gedaan. Wel had hij twee voorwaarden gesteld: Niet steeds zoenen als ze met z'n drieën bij elkaar waren, en de vriendschap tussen hen drieën moest blijven bestaan.

Mathieu speelde op de dwarsfluit en Marie op een cello. Zijn opa had hem de namen van heel veel verschillende muziekinstrumenten geleerd. De plotselinge gedachte aan zijn opa zorgde ervoor dat hij er even niet was. Hij merkte het op en richtte zich op de muziek. Het klonk mooi. Hij liet zich meevoeren door de klanken en schrok op toen de anderen om hem heen begonnen te klappen. Snel deed hij mee.

'Willen jullie iets drinken?'

'Ze moeten nog verder, Ma,' reageerde Jem meteen.

'Dat weet je moeder heus wel, Jem. Vergeet niet dat zij langer in dit dorp woont dan jij.'

'Maar misschien hebben ze best wel dorst,' ging Henri tegen de reactie van Jacob in.

Tinie keek van de een naar de ander. Wat moest ze hiermee. Niets, zo besloot ze snel. Een compromis kwam al snel. 'Een glas water kan ook hoor!' stelde ze voor. Ze zag hoe de vier elkaar aankeken, en toen toch de oprit opkwamen. Snel ging ze naar de keuken. Ze merkte dat iemand haar volgde, maar keek niet om.

'Hé, makker! Ik dacht dat jullie niet thuis waren met de kerst,' opende Mathieu, nadat hij Jem vriendschappelijk, doch stevig, op de schouder had geslagen.

'Tja … niets zo veranderlijk als mijn familie. Dat zou je ondertussen moeten weten, Mathieu.'

'Maar je moeder moest toch werken?'

'Was ook zo gepland, maar … dan nog.'

Een zin die onaf bleef, zo had Mathieu het idee. 'Oh. Geloof dat ik maar niets meer vraag.'

'Beter. Ik leg het je een andere keer allemaal uit. Is dat goed?'

'Op jouw tijd, Jem. En jullie hebben een gast?'

'Niet vissen, man! Ik beloof je dat ik alles aan je zal uitleggen, maar niet nu. Kom je vanavond eten?' Mathieu was al sinds een aantal jaren te gast tijdens het avondeten op eerste kerstdag. Zijn hele familie van vaders kant – opa en oma, ooms, tantes, nichten en neven – allemaal waren ze op die dag de hele dag bij elkaar, maar naarmate hij ouder was geworden, had hij gemerkt dat hij dat niet meer prettig vond. Vandaar dat hij op een gegeven moment, na het vooraf besproken te hebben met zijn ouders, besloten had om in de loop van de middag op te stappen. Toen Jem van de revolte van zijn vriend had gehoord, had hij hem meteen uitgenodigd voor het avondeten. Mathieu had dat geaccepteerd. Nu echter had hij andere plannen gehad. Hij keek naar Marie, boog zich naar haar toe en fluisterde haar iets in het oor.

Jem keek toe. Fluisteren in gezelschap was niet netjes, zo was hem geleerd. Bovendien snapte hij niet dat Mathieu niet meteen antwoord had gegeven. Moest hij eerst overleggen met Marie? Werkte dat zo als je verkering had? Nou ja … misschien ook wel logisch. In een gezin werkte dat ook zo. Zelf moest hij ook regelmatig overleggen met zijn moeder, en met Jacob. Logisch dus. Mathieu stopte met praten en keek zijn vriendin aan. Marie wenkte hem, en nadat hij zich naar haar voorovergebogen had, fluisterde zij hem iets in het oor. Dit was Jem iets te veel van het goede. Hij wilde naar binnen gaan om te kijken of hij kon helpen, maar werd tegengehouden door Mathieu die hem aan zijn arm trok.

'We zijn eruit. Op wat praktische problemen na, maar daar bemoei ik me niet mee. Ik kom graag eten vanavond, maar alleen als Marie ook mag komen.'

Voor Jem kon antwoorden werd dat al voor hem gedaan.

'Natuurlijk, Mathieu! Dat is geen enkel probleem!'

Het was zijn moeder die net op het moment dat zijn vriend hem had geantwoord naar buiten was gekomen met Henri in haar kielzog. Ze hadden het beloofde water bij zich, maar ook warme chocolademelk, koffie, thee, koek en krentenbrood. Limburgse gastvrijheid op z'n best, concludeerde Jem. Toen hij naar Henri keek, kwam het op hem over alsof de jongen straalde.

Opnieuw had Henri het fijn gevonden om samen met Tinie bezig te zijn in de keuken. Het was zijn idee geweest om naast alleen het water – dat hij kaal gevonden had – toch nog iets anders te serveren. En uit de reacties bleek dat het een schot in de roos was. Iedereen nam iets warms te drinken en iets erbij. Ook Jem en Jacob. Voordat hij zelf iets pakte, hield hij de schaal voor aan Tinie.

'Ik weet niet. Nog wat te vroeg voor mij.'

Henri hoorde Jem iets zeggen, maar hij deed dat met volle mond en dus was het niet te verstaan. Jacob had het echter wel begrepen op de een of andere manier.

'Niet moeilijk doen, zus, op de lijn letten is met kerst niet nodig!'

'Je hebt gelijk, broertje, laten we dat vandaag … '

Opnieuw iets onverstaanbaars uit de mond van Jem.

'En ook morgen niet, Jem!'

Het kleine ensemble vertrok, nadat ze hen uitvoerig hadden bedankt, en Marie aangegeven had dat ze nog met Tinie zou bellen. Jem had dat laatste bijzonder gevonden. Mathieu had hem snel iets van uitleg gegeven en gezegd: "Dat praktische." Compleet onduidelijk voor hem, maar meer antwoord zou hij niet krijgen, want Mathieu haastte zich achter de anderen aan.

Toen Henri zag dat Jem, Jacob en Tinie naar binnen wilden volgen, trok hij hem aan zijn arm. 'Heb je even?'

'Tuurlijk. Is er iets aan de hand?'

Henri wachtte tot de twee anderen naar binnen waren gegaan. 'Nou ja … je moeder. Doet ze aan de lijn?'

'Ja. Stom, hè!'

Dat was niet het woord dat hijzelf gebruikt zou hebben, maar het dekte wel de lading.

'Helemaal nergens voor nodig,' ging Jem verder. 'Ze is niet dik, toch?'

'Absoluut niet! Daarom ook mijn vraag.'

'Of vind jij haar wel te dik.'

'Nee, man! Echt niet! Ze ziet er uitstekend uit.'

'Voor een vrouw, bedoel je, want jij bent homo.'

'Hé! Stop daarmee!'

Jem begreep dat hij te ver was gegaan, bood meteen zijn excuses aan, maar voelde zich toch rot.

Henri accepteerde de verontschuldigingen van Jem en ging meteen verder. 'Goed dat Mathieu er was. Ik vind het fijn om te zien hoe leuk jullie met elkaar omgaan. Net zoals jij met je moeder en Jacob omgaat.'

'Ja. Logisch. Heel normaal.' Meteen kreeg Jem het idee dat hij opnieuw iets verkeerds had gezegd. Het gezicht van Henri vertrok en hij beet op zijn onderlip. 'Wat is er? Heb ik iets stoms gezegd?'

'Laat maar!' Henri liep langs Jem heen het huis binnen, maar liet de voordeur openstaan.

Verbaasd draaide Jem zich om. HIj volgde Henri met zijn blik. Hoorde een andere deur open en dichtgaan: die van de tuin. 'Verdomme!' vloekte hij.


Hoofdstuk 2

Jem liep het huis binnen, en sloot de voordeur achter zich. Even bleef hij in de hal staan. Hij twijfelde. Moest hij Henri volgen, of … of was het toch beter om eerst naar zijn moeder en Jacob te gaan. Zelf zoiets oplossen, lukte hem meestal niet. Ook dit keer niet, wist hij zeker. Gewoon omdat hij niet goed begreep wat er mis was gegaan.

Toen Jem de woonkamer binnenkwam, zagen Tinie en Jacob meteen de uitdrukking op zijn gezicht. De een noemde het onthutst, de ander beteuterd. Beiden zouden ze zo'n woord tegenover Jem niet gebruiken. Het zou onduidelijk voor hem zijn. Jem was meer gebaat bij iets wat maar voor één uitleg vatbaar was.

'Wat is er gebeurd?' vroeg Tinie daarom, en vervolgde meteen met: 'Waar is Henri?'

'In de tuin. Ik heb waarschijnlijk … Nee. Ik heb eerst iets stoms gezegd, en later was er nog iets, maar dat begrijp ik niet.'

'Voor mij is het zo ook onduidelijk, lieverd. Ga zitten en vertel Jacob en mij precies wat is er gebeurd.'

Jem ging zitten. Vertelde dat wat er was voorgevallen, en besloot zijn verhaal met een diepe zucht. 'Maar dat laatste snap ik dus helemaal niet. Waarom betrok zijn gezicht? Waarom beet hij op zijn lip? En … verdween hij toen naar de tuin?'

'Ik denk er iets van te snappen,' begon Jacob een reactie te formuleren. 'Hij had gezegd dat hij het leuk vond hoe jij en Mathieu met elkaar omgingen, en ook wij met z'n drieën.'

Jem knikte. Tot zover was het duidelijk.

'Toen gaf jij aan dat dat de gewoonste zaak van de wereld was.'

'Je noemde het normaal, lieverd,' voegde Tinie toe.

'Ja! Maar dat is toch ook zo! Mathieu en ik … jullie … zo gaan we met elkaar om. Dat is normaal.'

Tinie trok haar zoon tegen zich aan. Vervolgens lichtte ze toe wat ze precies bedoelde. Toen ze klaar was met spreken, liet ze heel bewust een stilte vallen. Een rust waarvan ze hoopte dat daarin bij Jem duidelijkheid zou komen.

'Oh. Ik denk dat ik het begrijp.'

'En wat ga je nu doen?'

'Lastig. Gisteravond liep Henri ook naar de tuin. Je zei toen dat we hem even met rust moesten laten. Dat hij dat nodig kon hebben. Maar … ik moet hem nu zeggen dat ik het zo niet had bedoeld. Dat het niet mijn bedoeling was dat hij zich rot zou voelen.' Hij maakte zich los uit de armen van zijn moeder en liep terug naar deur van de hal. Daar draaide hij zich om. 'Bedankt, dat jullie me geholpen hebben.'

'Graag gedaan, Jem!'

Hij ging de hal in. Er werd hem iets nageroepen, maar gezien zijn haast om dingen goed te willen maken met Henri verstond hij alleen de woorden "licht" en "zaklamp". Teruggaan en vragen wat dat betekende, wilde hij niet. Pas toen de tuindeur achter hem dichtviel en hij in het donker stond, begreep hij het. De lamp boven de deur was niet aangegaan. Gisteravond nog wel. Nu niet. Hij kende de tuin goed genoeg om in het donker verder te gaan. Maar ineens botste hij tegen iets op.

'Auw!' riep Henri uit toen hij in het donker tegen iemand aanbotste, terwijl hij net de drie treden naar de veranda wilde opstappen.

Bliksemsnel had Jem door wat er gebeurd was, en sloeg hij zijn handen om Henri heen om te voorkomen dat die zou vallen. 'Sorry,' reageerde hij meteen. 'Ik had je niet gezien!'

'Ik jou ook niet, Jem! Bedankt dat je ervoor gezorgd hebt dat ik niet kwam te vallen.' De armen van de jongen om hem heen voelden heel prettig aan. Jem was sterk, zo merkte hij. De dichte nabijheid van de ander zorgde ervoor dat hijzelf een beginnende erectie kreeg. Hij vervloekte zichzelf. Zoiets was niet gepast! Maar… 'Als je me loslaat, kan ik me beethouden aan de leuning. ik sta stevig met beide voeten op de tweede tree van onderen.'

'Kunnen we even samen praten? In de tuin?'

Henri vond het prima. Toen Jem de omarming verbrak, voelde hij zich ineens weer ontzettend alleen. Ook dat was stom. Hij had zichzelf onttrokken aan het gezelschap van de anderen. Moest dan niet doen. Niet te vaak in elk geval! Zijn reactie was overtrokken geweest. Jem … nou ja … hij had het idee dat Jem vaak …

'Weet je,' zo onderbrak Jem de gedachtegang van Henri, 'het is hier veel te donker. Blijf hier rustig staan dan zorg ik voor wat licht.'

Voor Henri iets kon zeggen, was Jem verdwenen. Zo was Jem, wist hij inmiddels. Die viel van het een in het ander. Sprak vaak voordat hij nagedacht had. Bedoelde geen kwaad met de dingen die hij zei. Henri wist dat hij daarmee moest leren omgaan, want hij wilde de vriendschap met deze prachtige mensen niet kwijt! Absoluut niet!

Jem rende terug naar binnen en kwam bijna opnieuw in botsing met iemand.

'Ho! Rustig aan, Jem!'

'Sorry, Mam, maar Henri is nog buiten en het is daar heel donker.'

'Dat weet ik. Jacob ook. Hij heeft het je nog nageroepen, maar jij kunt geen twee dingen tegelijkertijd doen. Toch?'

Jem gaf het ruiterlijk toe. Zo was het nou eenmaal. Toen hij besloten had om Henri op te zoeken in de tuin had hij alleen maar daaraan kunnen denken, en had hij zijn plan meteen willen uitvoeren. 'Ik heb twee woorden gehoord.' Hij herhaalde ze voor zijn moeder.

'En dat deed niet een lichtje bij je opgaan?'

'Nee. Informatie waar ik niets mee kon. Tot ik op de veranda stond en merkte dat het daar wel erg donker was.'

'Het is nieuwe maan, lieverd.'

Jem reageerde niet op dat laatste. 'En daarom kom ik nu naar binnen. Ik wil wat gezellig licht. Weet jij waar de kaarsen liggen?'

'Ja. Maar ik heb iets anders voor je. Loop maar mee.' Ze ging hem voor naar de eetkamer.
Jem kreeg een vreemd gevoel. Het was … onduidelijk. Zijn moeder ging bij de grote kast op haar knieën zitten, opende een van de deurtjes en haalde er iets uit. Hij zag niet wat het was. Maar toen zij de deksel eraf haalde, wist hij het wel.

'Ik ben geen klein kind meer!'

'Nee, dat ben je inderdaad niet. Ik had het op een ander moment met je willen bespreken, netjes inkleden allemaal, maar … nu je er zelf naar vraagt, denk ik dat je laat zien dat je volwassen genoeg bent. En daarom doe je er verstandig aan om het te nemen zoals het is. Je neemt dit mee, of je gebruikt een zaklantaarn. Jouw keuze. En echt … ik wil er nog heel vaak met jou over praten, maar de uitkomst zal hetzelfde blijven. Het kan niet anders. Ik hoop dat je het begrijpt.'

Jem nam de bak van haar aan. Wilde zich meteen omdraaien.

'Er zit een schake… '

'Ik krijg ze echt wel aan, Mam, en anders Henri wel. Die is een stuk slimmer dan ik ben. Toch?'

'Jem, zo heb… ' Verder praten had geen zin, want haar zoon was met grote stappen, die luid bonkten op de houten vloer, van haar weggelopen. De deur knalde achter hem dicht. 'Hmmm,' sprak Tinie tot zichzelf, 'dit heb ik mooi verpest.' Vervolgens liep ze terug naar de woonkamer om er met haar broer over te praten. Ze moest het kwijt.



Wordt vervolgd …



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is, maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, december 2025
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten