De harde realiteit (deel 9) Slot
Magnus kwam twee volle weken.
Tom zou nooit liegen tegen Erica.
Erica baarde hem kopzorgen.
Hij had haar verteld dat Magnus bij hem was blijven slapen en tijdens zijn verlof opnieuw een aantal dagen zou blijven logeren. Ze had er ongeïnteresseerd op gereageerd.
Haar reactie klopte niet. Ze zou hem normaal komen opzoeken tijdens zijn verlof. Hij kon haar niet afschepen. In het ergste geval zou ze onverwacht komen binnenvallen. Dat wilde hij vermijden. Hij nam de vlucht vooruit.
‘Vrijdag barbecue. Avond 18 uur of middag 13? Kom je?’
‘Ik kom. Avond.’ stuurde Erica vrijwel onmiddellijk.’
‘Leuk.’ gaf Magnus te kennen.
‘ Goed dat ze komt. ‘Leuk’, daar ben ik niet zeker van.’
‘Jij bent van goud. Ze verdient iemand zoals jij heb ik altijd gevonden.’
‘Wrijf het maar onder mijn neus. Dit is net het moeilijke.’
‘Ik weet het. Ik hoop dat ik jou verdien.’
‘Over jou twijfel ik niet.’
Tom dacht eerst te eten en later het gevoelige onderwerp aan te snijden.
Erica deed vriendelijk tegen Magnus. Ze was uit haar doen. Het gesprek verliep stroef.
‘Is er iets?’ vroeg Tom.
‘Is er iets? Geen idee wat? Zal ik het dan maar zeggen: ik ben jaloers op jullie. Ik haat het maar ik ben het.’
‘Je had het door van ons. Hoe heb je het geraden?’
‘Een plus een is twee. Waarom heb je het nooit verteld?'
‘Het is nog maar pas.’
‘Dat bedoel ik niet. Ik heb vrede genomen met de relatie die we hebben en vooral met de relatie die wij niet kunnen hebben. Had mij toch gewoon verteld waarom.’
‘Ik durfde niet. Ik dacht dat ik je kwijt zou raken.'
'Mij geraak je nooit kwijt. En echt, ik gun het jou, ik gun het jullie.’
Er kwamen veel tranen. Tom hield het ook niet droog. Magnus zat er verweesd bij.
Eens de hete patat geserveerd was, werd het alsnog een gezellige barbecue.
‘Je moet meer afstand van me nemen. Je hebt een vriend nodig en als je te dicht bij mij blijft, ga je niet open staan voor een echte relatie.’ zei Tom.
Later op de avond, samen in bed, kwam Magnus terug op het gesprek.
‘Je had het Erica en mij een jaar geleden moeten vertellen. Het is jammer dat ik daarom niet eerder hier naast je heb kunnen liggen.
‘Aan spijt hebben we weinig. Jij hoorde je diploma te halen. Deze timing is perfect. Ik heb het voorbije jaar volop geleefd zonder jou en jij bent ook niet weggekwijnd.’
Die afstand met Erica kwam vanzelf toen Magnus bij Tom introk.
Erica was op het trouwfeest van Tom en Magnus. Tom was getuige bij Erica’s huwelijk.
‘Tijdens haar feest danste ze innig met Tom en fluisterde in zijn oor: ‘ Ik hou nog altijd van jou.’
‘Opgelet dat je kersverse man dit niet hoort.’ fluisterde Tom.
Erica verhuisde en veranderde van werk. Tom en Magnus kochten het huis. Magnus vond werk in de buurt. Tom hoorde jaren niets meer van Erica tot hij haar ouders tegen het lijf liep. Ze had intussen een dochter. ‘Wij hebben een geadopteerde zoon.’ vertelde Tom.
Tom en Magnus hadden geluk . Soms moet je jaren wachten op een adoptiekind.
De jongen kwam bij hen toen hij één jaar was: moeder overleden, vader niet te achterhalen.
Tom had de naam gekozen.
Het was gemakkelijk Erica te vinden en af te spreken. ‘Breng ik Olivia mee of laat ik haar bij m’n ouders?’
‘Meebrengen natuurlijk.’
‘De twee kleuters sloten snel vriendschap, zoals dat gaat bij kleuters. De vier ouders praatten bij bij koffie en koekjes.’
‘Hoe heet jullie jongen? Je noemde zijn naam nog niet.’
‘Theo.’
‘ Erica omhelsde Tom en huilde.
‘Theo.’ zei Erica. ‘ Hoe mooi om deze naam te kiezen.’
Ze keek naar de schattige jongen met donkere krulletjes.
‘Ik heb het doodsprentje van onze Theo van ‘onderweg’ nog.’ zei ze half in gedachten.
De jongen was hervallen. De realiteit is soms hard.