Witte Merels Deel 32 T

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 241
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

Witte Merels Deel 32 T

Bericht door Wimmie » wo 15 jan 2025, 06:21

Witte Merels Deel 32 T

Thuis gekomen besluit ik Wim te appen. Ik ben erg direct tegen hem geweest toen ik hem zei: ‘Op die manier wil ik niet in de stemming komen.’
Ik app: “Lieve Wim, sorry dat ik wat direct was. Ik meende het. Ik weet dat je het niet slecht bedoelde. Ik houd niet minder van jou. Ik mis je nu alweer. Liefs, Thomas.”
Bijna meteen krijg ik een app terug: “Thomas, blij dat je me dit nog even laat weten. Blij dat je zo reageerde. Ik wil een serieuze partner. Je bewees dat je dat bent. Liefs, Wim”

Inmiddels moet ik de eerste serie proefexamens maken. Omdat ik altijd gewerkt heb is het voor mij geen probleem me erop voor te bereiden. Ik kijk alles na en weet dan dat ik het begrepen heb. Dat maakte het mogelijk naast mijn werk ook gewoon afspraken met Wim te maken.

Nadat alle proefexamens achter de rug zijn, weet ik dat ik er goed voor sta. Na de lessen vergelijken we altijd met een groepje onze antwoorden en dat pakt goed uit. Ik heb heel weinig fouten gemaakt! Wanneer alle uitslagen binnen zijn weet ik het zeker: ik heb gemiddeld een 8,5!

Wim zie ik wekelijks twee keer. Dit is het maximaal haalbare, met uitzonderlijk een extra keer. Naast de school, het huiswerk, mijn werk in de supermarkt plus het hardlopen zit ik krap in mijn tijd. Bovendien zou mijn vader zich kunnen afvragen waar ik alsmaar naartoe ga. Die ene keer Evita kostte het mij veel moeite te liegen. Hoe lang kan ik dit volhouden?

Een paar dagen later blijkt dat mijn vader zich vragen stelt. Onder het eten vraagt hij mij zomaar uit het niets: “Thomas, het valt mij op dat je sinds de vakantie veel vaker weg bent dan daarvoor. Ik weet dat je 18 jaar bent en dus je leven voor een belangrijk deel zelf kunt bepalen, maar als vader vraag ik me af waar je bent zonder te vertellen waar je naartoe gaat. Je gaat hardlopen, je werkt in de supermarkt, maar die vrijdagen of zaterdagen dat je vroeg vertrekt en ‘s avonds laat pas thuis komt, daar vertel je niets over. Mogen je moeder en ik dat niet weten?”

Ik kijk mijn moeder aan. Ik hoop dat zij met haar knik bedoelt: vertel het maar.

“Ik heb het verzwegen omdat ik bang was het te vertellen. Ik hoop dat wat ik nu ga zeggen niet de gevolgen zal hebben waar ik bang voor ben.”

Mijn vader zegt. “Ik ben je vader, aan je vader moet je toch alles kunnen vertellen, Thomas?”

Ik kijk hem recht aan. “Dat zal ik doen, papa. Ik weet al een aantal jaren van mezelf dat ik homo ben. Ik heb het nooit durven vertellen, omdat ik weet hoe de kerk daarover denkt. Ik denk daar anders over. Ik ben het en ik heb er niet voor gekozen. Ik kan er ook niets aan veranderen. Ik heb het dus verzwegen om geen problemen te veroorzaken. Je hebt geen idee hoe het is om zoiets belangrijks voor mij niet met jullie, mijn ouders, te kunnen delen. Maar ik was en ben bang. Tot de vakantie was het verborgen houden eenvoudig, omdat ik er niets mee deed. Daardoor viel het niet op. Maar sinds het eind van de vakantie heb ik een vriend, waar ik zielsveel van houd. Ik probeer hem zo vaak mogelijk te zien en ontmoet hem telkens als ik niet zeg waar ik ben. Ik weet dat dit ook voor jou moeilijk zal zijn, misschien nog wel moeilijker dan voor mij. Omdat je me gevraagd hebt eerlijk te zijn, heb ik het je nu verteld.”
Ik kijk mijn vader nog steeds aan.

Hij heeft lange tijd een serieuze blik, een soort blik die ik bij mijn vader niet herken. Ik had niet verwacht dat hij heel kwaad zou worden. Zo is papa niet; deze reactie is toch volstrekt onverwacht.

Na een tijdje reageert mijn vader. “Ik ben heel blij dat je me dit eerlijk hebt verteld, Thomas. Je hebt gelijk, dit soort geheimen zouden er niet mogen bestaan tussen een vader en een zoon. Ik betreur het dat je het niet met me niet hebt durven delen. Ik besef dat ik het je daarmee heel erg moeilijk heb gemaakt, moeilijker dan nodig. Het spijt me oprecht.”

Hij zwijgt en kijkt me nadenkend aan. Ik besluit niet te reageren, afwachtend wat er komt. Tot nu toe valt het me enorm mee.

“Weet je, Thomas, de kerk is van mening dat homoseksualiteit iets zondigs is, dat het in strijd is met de wetten van de bijbel, de wil van God dus. Het is tegennatuurlijk volgens de kerk. Op die basis meent de kerk dat wij de plicht hebben om mensen die beweren dat zij homoseksueel zijn op het rechte pad te brengen. Wij moeten hen genezen van hun zondige gedachten. Ik heb dat een paar keer meegemaakt sinds ik dit werk doe. Die paar keer heb ik meegewerkt aan het genezen van jongens, die beweerden homo te zijn. Ik heb er de gevolgen van gezien: er werden jongens totaal ongelukkig gemaakt. Jongens werden soms een schaduw van wie zij daarvoor waren. Ik heb mezelf afgevraagd of dit wel goed was, of wat we bereikten wel de wil van God kan zijn. Kan het de wil van God zijn om mensen die van elkaar houden en gelukkig zijn, uit elkaar te halen en ongelukkig te maken? Ik heb daar geen antwoord op gevonden. Ik weet niet wat ik ervan moet denken. Nu jij mij met jouw eigen homoseksualiteit confronteert zal ik er echt iets mee moeten doen.”

Het is me duidelijk dat mijn vader mij niet direct veroordeelt.
Voorzichtig vraag ik hem: “Papa, wat betekent dit nu concreet voor ons? Wat verandert er tussen ons?”

“Op dit moment verandert er tussen ons niets, Thomas, wees maar niet bang. Ik ben heel blij dat je ondanks je angst eerlijk bent geweest. Dat geeft mij het gevoel dat je me als vader vertrouwt. Ik zal hierover met mijzelf in het reine moeten komen. Ik weet niet wat daar uit komt. Daar heb ik jou voor nodig. Jij weet wie je bent en wat je voelt. Wij kunnen daar over praten. Ik beloof je dat ik jou niet zal veroordelen, dan maak ik het gesprek kapot. Het helpt mij niet om tot een evenwichtig standpunt te komen. Dus nodig ik je uit tot een eerlijk en open gesprek. Ik weet nu waarom je regelmatig het huis uit bent. Ik kan niet anders dan dat accepteren. Je blijft mijn zoon, Thomas, mijn enige zoon. Ik houd van jou. Misschien heb ik dat niet altijd laten blijken, maar ik houd echt van jou. Ik ben niet zo goed in het uiten van mijn gevoelens. Dus leef je leven verder en bezoek je vriend. Ik weet dat je verstandig en zorgvuldig bent, ik vertrouw erop dat je dat ook in deze situatie bent. Ik kan nu niet zeggen:
‘mijn zegen heb je’, ik kan je ook niet veroordelen. Ik heb tijd nodig om voor mezelf uit te maken wat mijn standpunt zal worden.”

Ik kijk mijn moeder aan en die knikt weer. Ik sta op en loop naar mijn vader, die ik omhels. Dit is iets nieuws voor zowel mij als voor mijn vader. Uit de grond van mijn hart zeg ik: “Dank je wel, papa, er valt een heel zware last van mijn schouders.”

Mijn vader laat blijken dat het gesprek voorbij is. Hij gaat naar zijn studeerkamer. Ik help mama met het afruimen van de tafel. “Had jij dit verwacht?” vraag ik haar. “Niet verwacht, wel gehoopt. Ik ben blij dat het zo gelopen is. Je vader heeft mij gisteren gevraagd of ik wist waar jij was. Ik heb geantwoord dat hij dat jou moest vragen. Ik heb toegegeven dat ik het sinds kort weet, maar dat jij het hem zelf moet vertellen. Hij vroeg of hij zich ergens op moest voorbereiden. Ik heb geantwoord dat hij open met jou moet praten. Moet je dit nieuws niet aan Wim vertellen?”
Ik knik ja. “Doe dat Thomas, alles wordt hierdoor eenvoudiger!”

Ik ga naar mijn kamer en bel Wim. Hij neemt onmiddellijk op. “Wat is er Thomas, dat je me nu belt?’ vraagt hij. “Heb je het komende uur iets te doen, Wim?” reageer ik. “Hoezo? is zijn wedervraag. “Ik ben voor mijn vader uit de kast.” antwoord ik. “En nu kan je zomaar vragen of je langs kunt komen?” vraagt Wim verbaasd. “Ja, het is onverwacht goed gegaan.” Wim reageert: “Pak je fiets en kom hierheen, Thomas, je maakt me heel nieuwsgierig.”
“Ik kom eraan!”
Ik meld mijn moeder dat ik naar Wim ga en spurt op mijn fiets naar het inmiddels zo vertrouwde appartement. Bij de deur vlieg ik hem om de hals en ongewild barst ik door alle spanning in tranen uit. Wim sluit de deur en neemt me mee naar binnen. Op de bank kruip ik nog steeds huilend en in zijn armen dicht tegen hem aan en langzaam kom ik tot rust. Dan vertel ik mijn verhaal. Ik zie Wim met groeiende verbazing maar ook met een steeds blijere blik mijn verhaal volgen.

“Dat is een heel goede ontwikkeling, Thomas, mijn respect voor de manier waarop je het in alle rust hebt verteld. Dat heeft zeker meegeholpen je vader op deze manier te laten reageren. Ik heb al eerder gezegd: het kan niet anders dan dat je vader van je houdt. Dat heeft hij nu getoond. Het gesprek met je vader was volwassen: je kunt met gefundeerde en onderbouwde meningen komen. Je vader staat daar voor open, zo heeft hij laten blijken.”

We praten nog een tijdje door. Ik vind het belangrijk dat ik niet meer over ons hoef te liegen. Ik kan het nu gewoon vertellen, wanneer ik plannen heb.

Ik realiseer me dat mijn vader niets over mijn vriend heeft gevraagd. Waarschijnlijk vond hij dat nog een brug te ver. Wim is het met mij eens: niet uit jezelf gaan vertellen, laat je vader maar met vragen komen. Met een tevreden gevoel fiets ik, een stuk rustiger, naar huis. Wanneer ik mijn moeder welterusten wens, zegt die: “Ga je nog even bij papa langs, hij is op zijn studeerkamer.” Dat doe ik en ik wens ook hem welterusten. “Je hebt het je vriend verteld, neem ik aan?” vraagt hij. Ik knik. “Mooi, dat betekent dat hij echt iets voor je betekent.” is zijn antwoord. Ik kan het niet laten en vlieg hem weer om de hals. “Dank je wel, Thomas, welterusten, jongen.“ is zijn reactie. 'Jongen' heeft hij nooit eerder tegen mij gezegd. Het treft mij.
Die avond val ik vrij snel met een tevreden en vooral gelukkig gevoel in slaap.

Twee dagen na mijn coming-out vraagt mijn vader wanneer hij met me kan praten. We spreken op zondagmiddag af.

Deze week ga ik op zaterdag naar Wim. Met Wim bespreek ik uitgebreid wat ik mijn vader zal vertellen, onder andere over hem. We stemmen de violen. Ik vind het fijn om met Wim te kunnen overleggen. Het zegt ook iets over onze relatie.

Het gesprek zondagmiddag met mijn vader is bijzonder. “Hoe ontdekte je homo te zijn en wat heeft dat voor je betekend.” vraagt hij. Hij onderbreekt mij niet één keer. Ik vertel uitgebreid mijn verhaal: mijn vader heeft daar recht op.
“Hoe heb je Wim ontmoet.” wil vader weten. Ook dat vertel ik. “Wat vind je van hem?”
Ik vertel hem uiteraard dat ik heel veel van hem houd.

Papa wil alles over Wim en onze relatie weten.
Ik heb heel veel verteld. Hij richt het gesprek op de visie van de kerk.
“Wat is jouw mening over dit standpunt?” Ik vertel dat ik dat lastig vind. In mijn zoektocht ben ik ooit uitgekomen op de website van het Bijbelgenootschap. Daar heb ik een genuanceerd stuk aangetroffen over de bijbel en homofilie.
Ik heb het uitgeprint op mijn kamer liggen en haal het voor mijn vader. Die leest het rustig door.
“Een genuanceerde tekst is het, die geen antwoorden geeft, maar vooral vragen oproept. Dank je wel Thomas. Ik ga hier over nadenken en wil er later bij je op terugkomen.”
“Een heel goed idee, papa, het is een lastig onderwerp. Ik wil er dolgraag met je over praten.” reageer ik.
“Dank je wel voor dit fijne gesprek, Thomas.”
“Dank je wel voor je begrip, papa.”
Ik moet het doen, ik loop naar papa toe en omhels hem.
“Het is helemaal goed, jongen.” is zijn reactie.

Gesloten