Witte Merels Deel 17 W
Ik wilde hem achterna rennen.
Ver ben ik niet geraakt in mijn uitleg.
Ik had er goed over nagedacht.
Ik heb zoveel mannen bevredigd, een behoefte of een nood ingevuld.
Voor Thomas voel ik veel meer dan ik ooit voor iemand gevoeld heb.
Ik ging hem proberen uit te leggen waarom ik niet gelukkig was met wat er gebeurd is.
Hij is in een kramp geschoten en heeft een golf van emoties op me losgelaten.
Tot luisteren was hij niet meer in staat toen.
Boos is hij gevlucht.
Ik wil hem een SMS achterna sturen met “Kom terug of zoiets”.
Morgen denk ik.
Ik ben niet van het onbezonnen type.
Ik wil niet wakker liggen van problemen.
Ik bedoel, als er iets me niet zint, stap ik op mensen af om het uit te klaren.
Dat doe ik nooit met emotie.
Dat doe ik meestal nadat het is bezonken.
Dat “niet wakker liggen van” is figuurlijk.
Dat heb ik ervaren.
Van Thomas heb ik letterlijk wakker gelegen.
’s Morgens stuur ik een bericht: ‘Nog veel te vertellen. Kom terug. Wanneer? Liefs, Wim’.
Het is een neutraal bericht, vind ik.
“Liefs” er toch maar bij.
Het moest erbij.
Meer dan op antwoord wachten, kan ik niet doen.