Witte Merels Deel 11 W
‘Je bent welkom. Op ma, woe, of vrij avond. Mag ik je op dit moment bellen?’ Als ik hem zomaar ga bellen, gaat het opvallen.
Hij stuurt terug dat hij een SMS verkiest.
‘Dan zie ik je maandag. Om vijf uur.’ stuur ik een kort bericht.
Om vijf uur ben ik thuis van het werk, sneller kan niet. Ik wil graag zo snel mogelijk. Als het schooljaar opnieuw begint, zal het puzzelen worden. Ik ben gebeten door Thomas en voor mij geldt ook: hoe sneller hoe liever. Ik hoef zelfs niet op vrijdagavond naar ‘de Witte Merel’ te gaan .
Vanuit de haven naar de stad is het tien kilometer fietsen. Ik heb om vijf uur met Thomas afgesproken. Toen ik wilde stoppen met werken, merkte ik een foutje in een proces op. Ik heb het nog kunnen corrigeren. Het heeft voor gevolg dat ik me moet reppen om tegen vijf uur thuis te zijn. Gelukkig kan ik een eind langs het jaagpad fietsen en op volle snelheid haal ik 45 km per uur. In de stad moet ik vaart minderen, dat zou anders onveilig zijn.
Thomas staat al aan mijn voordeur wanneer ik gehaast aan kom rijden. Vanzelfsprekend is hij op tijd.
Hij volgt me tot in de garage en we nemen onmiddellijk de lift. Als we in mijn woonkamer zijn, zoent hij me op de kaak. Zijn zoen voelt alsof hij voor het eerst in het water springt en tot de vaststelling komt dat hij kan zwemmen. Hij kijkt me aan en glimlacht. Hij zoent me een tweede keer kort maar met krachtiger lippen. Hij kijkt me intens aan, bijna triomfantelijk. Hij heeft me nu niet meer met de lippen gezoend maar met de ogen. We verdwijnen even in elkaars ogen.
“Ik kom net van het werk en ben bezweet. Er kwam iets tussen op het werk en ik heb me gehaast. Neem iets te drinken uit de koelkast en zet je neer. De glazen staan hier.” Ik trek een keukenkast open, in geval hij het niet meer zou weten. “Ik ga snel douchen en me omkleden.” Thomas krijgt geen kans iets te antwoorden want ik ben al verdwenen. Snel scharrel ik een proper T-shirt uit mijn kleerkast en recupereer de bermuda van gisteren.
Vijf minuten heb ik nodig en ik sta terug in de woonkamer met half natte haren.
“We eten straks een pizza hier vlakbij. We zitten hier niet in de winkelstraat en het is er rustig. Ik bedoel dat de kans dat je moeder er binnenwandelt te verwaarlozen is. Ofwel haal ik zalm uit de diepvries en ingevroren spinazie. Het is een gemakkelijke manier om iets op tafel te brengen. Wat kies je? “
De Omer is hem de vorige keer bevallen. Hij heeft er zelf eentje ingeschonken. Hij heeft een halfvol flesje, zie ik en een vol glas met tachtig procent schuim.
Ik schenk mezelf ook iets in om tot rust te komen.
“Geef me maar een zalmpje, overigens een goede combinatie met spinazie.”
“Je bent voorspelbaar! Afhaalpizza had tot de mogelijkheden behoord."
“Toch bedankt voor de zalm.”
Intussen ga ik aan de slag. Ik neem vier aardappelen, een blokje diepvriesspinazie en ingevroren zalm. De vis leg ik een aantal minuten in de microgolfoven op ontdooistand. Wanneer de vis ontdooid is, kan hij onmiddellijk de pan in. Mijn aardappelen gaan, in plakken gesneden, vijf minuten de microgolf in. De zalm kan bakken in de pan. Even later liggen de aardappelschijfjes in een tweede pan in de olie. Daarna moet de spinazie eveneens de microgolf in.
Thomas staat naar mijn kookkunsten te kijken.
“Je vindt het gemakkelijk om ‘homo’ te zijn. Is dat echt waar? Bij mij is het naar buiten komen, uiteindelijk heel gemakkelijk verlopen. Tijdens mijn puberteit heb ik het gevecht met mezelf moeten aangaan. Ik heb je misschien de indruk gegeven dat het vanzelf ging. Jij hebt het nodige op het internet opgezocht en daarmee was de kous af. Moet ik je geloven? Je gaf me de illusie dat het voor jou gemakkelijk verliep. Ik geloof je niet.”
Thomas heeft tijd om na te denken. Ik dek de tafel.
“Wanneer je hier binnenkort thuis bent, kan je me helpen.” zeg ik.
Zalm met spinazie is één van mijn snelle schotels. Ik beheers perfect de timing. Wie een microgolfoven gebruikt, kan hem handig tijdbesparend inschakelen zonder de producten te bederven.
“Het is leuker voor iemand anders te koken dan voor mezelf. Vandaag ging ik voor een snelle oplossing.”
Thomas geniet van zijn maaltijd. Hij kan goed eten. Op zijn lijn gaat hij niet moeten letten.
Na het eten, ruim ik op. Thomas helpt me.
We zetten ons in de ruime tweezits fauteuil.
“Blij om zo snel alweer enkele uren voor ons te hebben” zeg ik.
“Het is me duidelijk dat de zalm je meer veiligheid biedt dan de pizza. Het is geen probleem voor mij om daar rekening mee te houden. Je gaat tijdens het schooljaar minder tijd hebben dan nu om me te zien.
Het is tegen mijn principes, toch begrijp ik dat het stiekem zal moeten. Het zal puzzelen worden. Het kan zijn dat het soms moeizaam zal verlopen. Daar moet je dan je niet schuldig over voelen. Ik werk in de haven, voor jou wordt dit je veilige haven. Besef je dat het vrij vlug kan opvallen als je vaak van huis bent voor een afspraak met mij? Ik ga je niet bang maken. Je gaat van alles uit de kast moeten halen om onopvallend met mij af te spreken. Je in bochten moeten wringen, zal je stress bezorgen. Voor mij is deze situatie gemakkelijk. Forceer je niet. Je moet in de eerste plaats je komende schooljaar met succes afronden. Ik wil je leren kennen en je zo vaak mogelijk zien. Weet dat ik er begrip voor heb als dat niet altijd lukt. Kweek jezelf geen schuldgevoel aan naar mij toe. We gaan vlug in de hemel terechtkomen, denk ik. Ik wil niet naar beneden vallen.”
Thomas heeft deze avond nog niet veel kans gehad voor een eigen inbreng. Ik ga hem bewust wat stilte aanbieden. Ik wil niet de rest van de avond aan het woord zijn.