Aleksei en Almar. Deel 14.

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 241
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

Aleksei en Almar. Deel 14.

Bericht door Wimmie » za 20 jul 2024, 19:35

Aleksei en Almar,
Oleksiy i Alʹmar,
Олексій і Альмар,
deel 14.


Aleksei kijkt de jongens en het meisje aan. “Kunnen jullie ook iets meer over jezelf vertellen?” vraagt Aleksei dan.
“Wat wil je weten?”
“Nou, bijvoorbeeld hoe jullie seksuele geaardheid is en wat je ouders doen.”
Het meisje en de jongens kijken elkaar stomverbaasd aan. Ineens beging bij de een iets te dagen. “Sorry, je hebt helemaal gelijk. Wij zijn wel heel erg onbeschaamd aan het vragen geweest.”


“Dat is op zich niet erg” reageer ik, “als het maar niet van één kant komt.”
“Dat lijkt me eerlijk. Ok, wat willen jullie weten?”
“Zullen we dan naar onze camperplek gaan, daar kunnen we wat rustiger praten. Of zien jullie dat niet zitten?” reageer ik.
“Helemaal prima.”
Dus lopen we met zijn vijven naar onze plek.
Erik en Peter zitten buiten, Nina is er niet. We stellen ons nu eindelijk aan elkaar voor. De jongens heten Jeroen en Stefan en het meisje heet Saskia.
“Ik zal het flauwe grapje niet maken. Hebben jullie ouders zich dat niet gerealiseerd?” zeg ik.
Aleksei kijkt me verbaasd aan. “O, ja, sorry, Ale, dat kan jij niet weten. Maar in Nederland heb je een reeks kinderboeken, best al wel heel oud, met als hoofdrolspelers de tweeling Saskia en Jeroen.”
Aleksei begrijpt het meteen: “Arme jullie, of valt het mee?’ reageert hij.
“Neen hoor, daar hebben we geen last van. We hebben wel eens zo’n boek opgezocht. Is echt heel oud. Kennen onze leeftijdgenoten niet.”
“Wij hebben ze thuis allemaal, van onze opa en oma gekregen. Maar jullie komen niet voor boeken over Saskia en Jeroen. Zal ik de draad oppakken?” stel ik voor.

“Ja, wij hadden het over de armbandjes en toen ontdekten jullie dat wij homo zijn en toen ontstond het gesprek daarover. Wij voldeden niet aan jullie idee over homo’s en waren verbaasd over mijn twee vaders. Mag ik je ze voorstellen. Ook zij zijn vast bereid op jullie vragen te antwoorden.”
Jeroen, Stefan en Saskia kijken mij wat verbluft aan.
“Ik begrijp dat Almar jullie overbluft, maar wij doen niet geheimzinnig. Daar is ook geen reden voor. Wij zijn gewoon net zo als jullie zijn, alleen worden wij niet op meisjes maar op jongens verliefd. Dat geldt voor Peter en mij, maar ook voor Almar en Aleksei.” reageert Erik. “Maar vraag wat jullie willen vragen, dat kan misschien jullie idee wat veranderen.”
“Mag ik dan vragen hoe lang u elkaar kent?” probeert Stefan voorzichtig.
“Ja, hoor, wij kennen elkaar vanaf de middelbare school, net als Almar en Aleksei. Wij waren zelfs nog iets jonger. En sindsdien zijn wij bij elkaar gebleven. We zijn eerst vrienden geworden, waren al best een tijdje verliefd op elkaar en we hadden een gelegenheid nodig om elkaar toe te geven dat we alle twee meer dan vriendschap voelden. Dat is best lastig, want je wilt de vriendschap die je hebt niet in gevaar brengen. En iemand waar je verliefd op bent als vriend hebben is altijd beter dan dat de band verbroken wordt omdat de liefde niet over en weer is.”

“Wat vonden jullie ouders er van?” vraagt Saskia.
“Gelukkig hadden ze er bij ons alle twee geen probleem mee. Moet je je voorstellen dat dat wel zo is. Dan moet je iets dat in je leven cruciaal is voor je ouders verborgen houden. Dat is één van de ergste dingen die je je kunt voorstellen.”
“Jullie zijn alle 4 niet zoals wij ons homo’s voorstellen.’
“Van wie hebben jullie die voorstelling?” vraagt Peter.
“Eigenlijk van de mensen om ons heen, als het begrip homo ter sprake komt. Ze zijn aanstellerig, ze zijn gemaakt, ze zijn overdreven vrouwelijk.”
“Ik denk dat je het zo moet zien. Er zijn ook hetero’s die aanstellerig, gemaakt of overdreven vrouwelijk of mannelijk zijn. Dat wil toch niet zeggen dat alle hetero’s zo zijn?”
“Het wordt even stil. Jeroen kleurt terwijl hij zegt: “Ik vind jullie alle vier gewoon aardig. Ik geloof dat ik tot nu toe er een beetje naast heb gezeten.”
“Hoeveel homo’s ken jij?” vraag ik.
“Geen, ik ken geen homo’s” reageert Jeroen.

“Met hoeveel leerlingen zitten jullie in de klas?” vraagt Erik.
“26” zegt Jeroen, “24” zegt Saskia, “26” zegt Stefan.
“Dan moeten er bij jullie in ieder geval 1, maar misschien wel 2 of 3 medeleerlingen homo zijn.” reageert Erik. “Dat zien jullie dus niet.”
“En als klasgenoten gepest worden gebeurt dat vaak door ze ‘homo’ te noemen. Terwijl ze dat misschien helemaal niet zijn. Door dat te doen maak je gay tot iets waar je mee gepest kan of moet worden. Dat maakt het zo heel erg vervelend en maakt dat mensen negatief over jongeren die gay zijn gaan denken. Zonder redenen, zoals jullie nu zelf kunnen zien en ook kennelijk vinden.”
“Ja, jullie hebben ons aardig in de war gebracht wat ons idee betreft.”
“Maar, vertel ook eens wat over jullie. Op wat voor school zitten jullie? Hebben jullie” en ik kijk Jeroen en Stefan aan, “al een vriendin, of heb jij” en ik kijk Saskia aan, “al een vriend?”
"We zitten alle drie op dezelfde school, maar niet allemaal op hetzelfde niveau.” reageert Jeroen. “Saskia zit op het gymnasium, Stefan en ik op de Havo. Wij doen volgend jaar eindexamen, Saskia moet nog 2 jaar.”
“Dan zijn jullie minder oud dan ik dacht” reageert Aleksei.
En ze blijken alle drie op dit moment geen relatie te hebben.
Zo praten we nog een tijdje door. Het is echt gezellig met dit drietal.

We praten nog even na. Gewoon gezellige leeftijdsgenoten die er rare ideeën over homo’s op na houden. “Komt vaak voor.” reageert Erik. “Ook onder mijn collega’s speelde dat een hele tijd. En dat zal in elke klas ook zijn. We zijn er nog lang niet!”

Als Aleksei en ik in onze tent liggen en lekker gevreeën hebben, wat we heel zachtjes doen, om andere mensen niet lastig te vallen, en daarna tegen elkaar aankruipen, constateren we voor de zoveelste keer dat wij het toch wel getroffen hebben.

De volgende dag rijden we met de camper weg. Dat kan door de manier waarop we hem neer hebben gezet. Het koepeltje en het zitje blijven gewoon staan. We rijden wat in de omgeving rond en maken zowel ’s morgens als ’s middags een wandeling. We zijn op tijd terug. Het is weer warm en het zwembad lokt. Net als gisteren is het er niet echt druk. We genieten van het trekken van baantjes en het klooien in het water. Aleksei durft langzamerhand ook Nina onder water te trekken. Hij heeft mij net onder water getrokken en ik ben hem ineens kwijt. Duikt hij op bij Nina en trekt haar aan haar benen. Mooi dat hij geen rekening gehouden heeft met Nina haar kracht in het water. Ze sprint weg en komt net zo hard terug. Nu is Aleksei de klos. Hij komt proestend boven. Ik zwem naar hem toe. “Voorzichtig zijn met mijn zusje!” Hij reageert tussen twee proesten door: “Ik krijg haar nog wel” en sprint weg. Nina heeft het door en duikt zo onder hem door. En keert. Maar nu is Aleksei voorbereid. Weg is hij. Nina kijkt waar hij is en hij duikt achter Nina op. En duwt haar zo onder water. Ik kom bijna niet meer bij van het lachen. Als Nina dat ziet ben ik de klos. Zo gaan we nog even lekker door!

Na het eten lopen we op ons gemak naar de caravan van Jeroen, Stefan en Saskia. Zij zijn net teruggekomen en stappen net uit de auto. Ze begroeten ons hartelijk. De ouders komen naar ons toe en maken kennis.
“We hebben gisteravond het hele verhaal van Jeroen, Stefan en Saskia gehoord. Leuk met jullie kennis te maken. Onze kids waren echt onder de indruk van jullie.” reageert hun moeder. We worden uitgenodigd om er bij te komen zitten en kletsen best lang over van alles en nog wat. Ook nu is het weer gezellig. Als we weg gaan bedanken de ouders van Jeroen, Stefan en Saskia ons. Voor het leren van een andere kijk op homo’s. “We hebben ons kennelijk altijd vergist.” reageert hun vader.

De volgende dag vertrekken we. Op weg naar de Middellandse zee. We hebben een keuze gemaakt voor de Camargue, een groot Nationaal Park, met niet alleen de zee maar ook een heel groot meer en een aantal kleinere meren. De dichtstbijzijnde plek is Montpellier. Daar gaan we niet heen. De bedoeling is op de camping daar een aantal dagen te blijven en dan over te steken naar de Atlantische oceaan en langs zee naar het noorden te rijden om via de kust weer landinwaarts te gaan en terug naar huis te gaan.
De uitgekozen camping ligt in Sainte Marie de la Mer en heeft plekken niet te ver van het strand. Het is verder een vrij luxe camping. We hebben voor 2 nachten gereserveerd met de optie voor een derde nacht als het erg leuk blijkt te zijn.

Het is geen lange rit, nog geen 1,5 uur. We zijn dus redelijk vroeg op de camping en dat komt goed uit want nu kunnen we plekken uitkiezen. Het is wel een heel andere camping dan wij tot nu toe hebben gehad. Er wordt heel veel georganiseerd voor de gasten en er is van alles en nog wat te doen. Er zijn ook meerdere zwembaden, maar echt zwemmen zit er niet in. Het is vooral fun. Zwemmen kan je ook in de zee. Die ligt er als een spiegel bij.
We zoeken een plekje uit, onder bomen, voor de schaduw want het is erg warm. Wij blijven daar en Erik gaat met Nina de camper ophalen. We kiezen weer voor de camper als afsluiter en de tent en het zitje er achter. We maken alles klaar en gaan dan de camping verkennen. Hij is heel groot, met heel veel huisjes en stacaravans. Wij staan in het trekkersdeel en dat is bijna nog het gezelligste deel. Er is in ieder geval een prachtig toiletgebouw. En daar zitten we niet eens zo ver van af.

We besluiten meteen maar de zee te gaan om een duik te nemen. Het water is bepaald niet koud, eerder lauw. Maar je kunt er heel goed in zwemmen omdat er nauwelijks golven zijn. We besluiten dus met zijn allen een stukje de zee op te zwemmen, en dan langs de kust, we kunnen de hele camping langs en die blijkt ook heel breed te zijn. We kunnen overal staan, als we maar in de gaten houden niet al te ver de zee in te gaan. De warmte van het water went als we een tijdje zwemmen. We zwemmen weer terug en besluiten terug te gaan naar de camper. Onderweg drogen we wel op. De zon brandt!

Bij de camper stelt Erik voor dat we een plan gaan maken voor de rest van de vakantie. Wij zijn nu op de verste plek van huis en over de helft van de beschikbare nachten. En we moeten besluiten of we de extra nacht hier willen. Dat moeten we voor morgen 8 uur laten weten.

We zijn het er mee eens dat we langs de kust van de Atlantische oceaan terug willen. We pakken er een fysieke kaart bij, die we altijd bij ons hebben, omdat dit wat meer overzicht geeft dan een scherm van een laptop. We buigen ons met zijn vijven over de kaart. Vanuit hier naar de kust is een flink eind, dat zou in twee etappen kunnen. We worden het er snel over eens dat we van hier naar Limoges zullen gaan, dat ligt weer midden in het land. Van daaruit naar de kust en de keuze valt op Saint Malo. Dan ontstaat de vraag of we langs het strand waar op D-Day de geallieerden zijn geland, willen gaan. Het is dit jaar een speciaal jaar omdat die gebeurtenissen precies 80 jaar geleden waren. Wij kennen het vooral vanuit de geschiedenisles. Voor ons is de Tweede Wereldoorlog geschiedenis, maar aan der andere kant is door Aleksei en zijn familie de oorlog in Oekraïne voor ons gaan leven. We besluiten er wel naar toe te gaan, omdat we ook wel nieuwsgierig zijn wat daar nu nog van te zien zal zijn. We kiezen voor de camping in Boulogne sur Mer. En we besluiten van daar uit in één keer terug naar huis te rijden, dat is wel een hele dag rijden, maar nog een keer onderweg stoppen en dan de tent opzetten zien we niet meer zitten. Zonde van de vakantiedag. Kortom: we hebben een plan voor de rest van onze vakantie. En we blijven hier 3 nachten, Peter zal dat doorgeven.

Erik vraagt Aleksei nu we de halve vakantie hebben gehad hoe hij het vindt. Aleksei begint te glimmen en zegt: “Het is heerlijk om dag in dag uit met Almar op te trekken, maar ook heerlijk met jullie samen al deze leuke dingen te doen. Ik voel Nina als een zus en jullie ook als mijn bonus-vaders. Ik voel me heerlijk bij jullie allemaal, ik kan gewoon helemaal mezelf zijn. Ik ben héél, héél blij!” En hij laat merken dat hij dat meent door Erik, Peter en Nina en zoen te geven en mij een lekkere tongzoen.
“En jullie?” vraagt Aleksei dan. “Hoe vinden jullie dat ik er bij ben? Want tot nu toe gingen jullie altijd met zijn vieren op vakantie, toch?”
Nina antwoordt voor ons allemaal: “Wij vinden het zo ontzettend gezellig dat jij er bij bent. En dat jij en Almar een relatie hebben is totaal niet lastig: jij, of beter jullie, doen gewoon met alle dingen mee en plakken gelukkig niet heel de tijd bij elkaar. Je bent gezellig, je bent humoristisch, je bent leuk, eigenlijk ben ik jaloers op Almar. Als jij niet gay zou zijn geweest was je al lang mijn vriendje geweest!”

We schieten allemaal in de lach. “Maar Nina heeft gelijk” vult Erik aan. “Het is gewoon heel fijn jou er bij te hebben en helemaal niet storend of lastig. Je hoort er gewoon bij. Als je morgen zou vertrekken zouden we de rest van de vakantie je heel erg missen.”
Aleksei begint zich langzamerhand een beetje ongemakkelijk te voelen, kan ik merken. Niet alleen kleurt hij steeds meer, hij gaat ook steeds meer naar de grond of naar mij kijken. Ik ga hem maar helpen. Ik trek hem tegen me aan en zeg: “Dat ben jij, Aleksei en jij bent mijn vriendje, ook ik ben trots op je. Trots dat wij vriendjes zijn. Dank je wel. En zo was het wel genoeg. Wie gaat er mee kijken of er onder de bomen een tafeltennistafel vrij is?”
Erik knipoogt naar me. “Wij” reageert hij en we pakken de badjes en gaan met zijn allen naar de tafeltennistafels. Daar zijn er hier best veel van. Lekker onder de bomen.

Na het avondeten gaan Aleksei, Nina en ik nog even kijken bij het recreatiecentrum. Dat is hier groot en er is veel te doen. Helaas veel georganiseerd en daar hebben wij wat moeite mee. Maar kijken kan geen kwaad. We horen hier heel weinig Nederlands, vooral Frans en Engels. Er zijn beachvolleybalvelden, veel tafeltennistafels, biljarttafels, tafelvoetbalspelen, er staan speelautomaten, er is een zaal voor kleinere kinderen, er is een knutselzaal voor wat oudere kinderen en er is een bar voor zeg maar onze leeftijd, iets jonger en iets ouder. We gaan bij de bar kijken en komen aan de praat met een jongen die vloeiend Frans maar ook Nederlands spreekt. “We stellen ons voor en hij heet Michel. Hij wil wel tafeltennissen met ons en dus gaat Nina snel de batjes halen terwijl wij doorpraten. Het blijkt dat hij weliswaar een Nederlandse moeder heeft, maar dat zijn ouders zijn gescheiden toen hij jong was en dat omdat zijn moeder vertrokken is, hij bij zijn Franse vader en zijn opa en oma woont. In vakanties kwam hij toen hij klein was nog wel bij zijn moeder. Er ontstaat een gesprek waarbij hij vooral in het begin heel veel over zichzelf vertelt. Ik ben een beetje verbaasd dat hij zo veel vertelt aan leeftijdsgenoten die hij nauwelijks kent. Ik vermoed dat het hem heel erg hoog zit. Maar één ding heeft hij nog niet verteld: waarom hij niet meer bij zijn moeder komt. Ik laat het maar even zitten.

“Hoe lang ben jij nog hier?” vraagt Aleksei hem. “Wij hebben hier een chalet en ook onze boot ligt hier” reageert hij. “Wij zijn dus nog de rest van de vakantie hier. Meestal moet mijn vader naar Parijs of ergens anders voor zijn werk, maar ook mijn opa en oma zijn hier. Dan ben ik tenminste niet alleen.”
“Wij zijn hier maar drie nachten, vandaag zijn we aangekomen. Dat betekent dat we nog twee dagen hier zijn. Wil jij vooral veel Frans met mij praten?” vraagt Aleksei.
“Waarom? Vraagt Michel.
“Ik moet wat aan mijn Frans doen, dat heb ik nog nooit gehad en ik moet een paar jaar inhalen.”
“Had jij eerst niet voor Frans gekozen?”
“Neen, ik kom uit de Oekraïne en daar is Franse les echt wel iets bijzonders. Daar had ik dus niet voor gekozen.”
“Ben jij voor de oorlog gevlucht, dan?”
“Ja, mijn ouders en mijn zussen en ik zijn naar Nederland gevlucht en we wonen nu vlak bij Almar.”
“Ben jij dan niet bij jouw ouders en zussen gebleven?”
“Neen, ik mocht met Almar mee.”
“Dan bof je. Zijn jullie vrienden?”
“Ja, maar niet alleen vrienden, we hebben een relatie.”

“Gatver.” reageert Michel. “Zijn jullie homo’s?” vraagt hij met een vies gezicht.
“Ja, vindt jij dat dan niet ok?”
“Ik haat homo’s.”
“Vind jij ons dan niet aardig? Haat je ons nu?” vraagt Aleksei.
“Ik vond jullie wel aardig, maar nu weet ik het niet meer. Ik haat echt homo’s.”
“Maar als wij niets gezegd hadden, wat dan?”
“Dan was ik als ik er na een paar dagen achter was gekomen echt boos geweest omdat jullie mij dan niets gezegd hadden. Dan had ik mij verneukt gevoeld.”
“Maar kan je mij uitleggen waarom je homo’s haat?”
Michel wordt rood. “Ik weet niet of ik dit jullie nog wel wil vertellen. Ik weet niet of ik nog met jullie contact wil hebben. Ik vind homo’s smerig, achterbaks, geniepig. Ik haat ze.” En Michel wordt nog roder.
“Als je geen contact meer met ons wil hebben dan gaan we wel weg. Jij was hier het eerst. We willen je niet van streek maken. Ik vind het alleen jammer dat je niet wilt vertellen waarom je zo’n hekel hebt aan homo’s. Ik wil het graag begrijpen en dat kan ik nu niet.”

Nina bemoeit zich er ook mee. “Ik ben geen homo, ik ben niet lesbisch, terwijl mijn tweelingbroer wel homo is. Ik ken hem al vanaf zijn geboorte en ik vind hem heel gewoon.”

Michel zucht diep. “Kunnen we ergens heen gaan waar we rustig kunnen praten?”
“Als je dat graag wilt, ok.” reageer ik.
“Bij de bar is een heel groot terras, daar zijn wel rustige hoekjes. Als we daar gaan zitten.”
We lopen achter Michel aan. Aleksei kijkt mij vragend aan. Ik schud mijn hoofd. Ik snap er ook niets van.
Als we een drankje bij de bar hebben gehaald zoeken we een plekje op.
“Ik heb verteld dat mijn moeder vertrokken is toen ik klein was. Mijn vader heeft toen afspraken gemaakt met mijn opa en oma dat wij bij elkaar zouden gaan wonen. Zij wonen heel ruim en we hebben daar een eigen appartement, in hetzelfde gebouw. Zo konden mijn opa en oma voor mij zorgen als mijn vader voor zijn werk weg moet, wat heel vaak is. En ik ging in de vakanties ook naar mijn moeder. Tot ik ontdekte waarom mijn moeder vertrokken was.”
“Mogen wij weten waarom jouw moeder vertrokken is?” vraagt Nina.
“Ja, omdat ze bij die slet wilde wonen.”
Ineens begin ik het te begrijpen.

“Je bedoelt dat jouw moeder lesbisch is en jullie in de steek heeft gelaten om bij haar vriendin te wonen?”
“Dat is wat er gebeurd is. En vanwege die gore vriendin heeft ze mij in de steek gelaten. Daarom haat ik homo’s.”
Wij zijn even stil. Dan doet Nina iets dat ik niet van haar had verwacht. Zij schuift haar stoel naast Michel en slaat haar arm om hem heen. Michel kijkt verbaasd maar laat het toe. “Ik begrijp je.” reageert Nina. “Ik snap waarom je boos bent. Ik denk dat ik dat ook zou zijn. Almar en ik zijn ook onze moeder kwijt geraakt toen wij één jaar oud waren. Wij kunnen niet op bezoek bij haar. Zij is dood. We hebben haar niet eens gekend. Ik denk dat dat niet zo moeilijk is als het hebben van een moeder waar je niet naartoe wil omdat je haar haat.”

Michel kijkt haar verbaasd aan. “Zijn jullie hier dan alleen met je vader?” vraagt hij.
“Neen, wij zijn hier met onze twee vaders. Die zijn gay.” reageert Nina.
“Hoe bedoel je, twee vaders?” vraagt Michel.
“Gewoon, mijn twee vaders kennen elkaar al van de middelbare school, net als Almar en Aleksei. Zij zijn elkaar trouw, al die jaren en zijn ook met elkaar getrouwd. Zij wilden een kind en mijn moeder wilde wel draagmoeder zijn. Eén van onze vaders is dus onze biologische vader. Wij willen niet weten wie dat is, wij hebben gewoon twee vaders, die alle twee evenveel vader zijn. Wij houden evenveel van alle twee. En we hebben geen moeder meer. Ik kan me haar niet herinneren.”

Michel kijkt nog steeds verbaasd. Hij is ook nog steeds heel erg rood.
“Michel” reageer ik “Ik kan je begrijpen. Ik snap het dat je boos bent op je moeder omdat zij je in de steek heeft gelaten. En ik begrijp dat je een enorme hekel hebt aan die vriendin van je moeder die haar van jou af heeft gepakt.”

Nina zit nog steeds met haar arm om Michel heen. Zij kijkt tevreden. Ik ken die blik van haar. Ze is iets van plan.
“Michel, je bent boos, je bent gespannen. Al je spieren staan strak. Ik kan het voelen. Zullen we proberen jou wat rustiger te krijgen?” vraagt ze.
“En hoe zou je dat dan wel niet willen doen?” vraagt Michel een beetje agressief.
“Zullen we samen een stukje gaan lopen?” vraagt Nina. “Volgens mij ontspan je daar wat van. Zijn we meteen bij die broer van mij en zijn vriendje weg.”
Michel kijkt nog steeds wat verbaasd. “Ok” zegt hij en staat op. Langzaam slenteren Nina en Michel weg, ons wat verbaasd achter latend.

“Wat gebeurt hier?” vraagt Aleksei mij.
“Nina vindt Michel kennelijk leuk. Ze is hem én aan het versieren én ze wil met hem verder praten zonder ons er bij. Dan kan zij uitleggen waarom wij gewoon aardig zijn, in de hoop dat dat overkomt. Ik kan wel begrijpen wat Michel zijn moeder kwalijk neemt. Wij drinken gewoon ons drankje op en gaan dan tafeltennissen, vind je ook niet?” antwoord ik.
Dat doen we. Het is niet zo warm meer en we spelen een paar leuke potjes tafeltennis. Als we er genoeg van beginnen te krijgen gaan we terug naar de camper. Peter en Erik zijn er niet. Ik kijk in de gezinsapp. Zij zijn naar de bar gegaan. We hebben elkaar daar net gemist!
We lopen weer naar de bar en gaan bij Peter en Erik zitten. We vertellen het verhaal van Michel en dat Nina met hem is gaan lopen.

We kletsen nog een tijdje door over wat een echtscheiding betekent voor kinderen. En zeker als het een vechtscheiding wordt. Dat het vreselijk is dat je je moeder moet missen omdat zij overleden is, maar dat het nog erger is als je moeder nog leeft en je haar niet ziet, omdat het niet kan of omdat je het zelf niet wil.

Dan komen Nina en Michel aangelopen. Hand in hand. Nina ziet ons zitten en vraagt Michel wat, terwijl ze naar ons wijst. Michel haalt zijn schouders op en knikt dan ja. Ze lopen naar ons toe. Nina stelt Erik en Peter aan Michel voor. Michel kleurt weer. Nina legt haar hand op zijn schouder. Erik pakt twee stoelen en schuift die bij. “Wat willen jullie drinken?” vraagt Aleksei. Ze willen alle twee Fanta. Aleksei loopt weg om het te halen.

Ondertussen begint Erik een gesprekje over koetjes en kalfjes. Waar Michel in Parijs woont. Michel noemt een wijk en Peter en Erik zeggen dat zij die wijk kennen. Michel kijkt verbaasd. “We hebben ooit drie maanden in Parijs gewoond in onze studietijd.” reageert Peter.
“Waar wonen jullie dan nu?” vraagt Michel.
Nina antwoord “In Friesland” en legt uit hoe en waar wij wonen. “Wij hebben een kleine zeilboot achter het huis liggen. Almar en ik hebben van jongs af aan gezeild. Ook heel veel trekken en dan slapen in de boot. Dat kan net, ook al is de boot niet zo groot. Lekker knus.”

“Wij hebben ook een boot, maar die ligt hier achter de chalet in de haven. Daarom zitten wij ’s zomers ook altijd in ons chalet. En soms gaan we een aantal dagen met de boot varen.”
“Wat voor boot hebben jullie?” vraagt Aleksei, die inmiddels terug is met de drankjes.
“O, een motorboot met een speedboot er bij.

Kunnen jullie waterskiën? “ vraagt Michel dan ineens.
“Neen, nog nooit gedaan."
“Hebben jullie dan zin om morgen te gaan waterskiën? Dan ga ik het jullie leren.” reageert Michel. Nina, Aleksei en ik kijken elkaar aan. Aleksei zijn ogen beginnen te glunderen.
“Ja dus” reageert Michel die het gezien heeft. “Komen jullie dan ook?” vraagt hij aan Peter en Erik. “Is helemaal prima” regeert Erik, alleen weet ik niet of ik wel op de waterski’s wil.”
“Dan kunnen jullie mooi het speedbootje besturen.” reageert Michel lachend.
“Dat is dan afgesproken.” zeg ik.
“Wij gaan naar de camper” zegt Peter. “Wat doen jullie vraagt hij aan Nina, Aleksei en mij.
“Dan gaan wij mee.” reageer ik. Ik stapel de glazen op het dienblad, zet de flesjes erbij en breng het blad naar de bar. “Wachten jullie even op mij?” Aleksei knikt.

Gesloten