Geluksvogels, deel 11.
Ik stuur het mailtje snel door naar Sverre en Corine en voor de volledigheid ook naar Lucas, ook al zit hij naast mij.
“Eerst huiswerk, dan praten we over die talentenjacht.”
“Ja baas”, antwoord Lucas terwijl hij mij op mijn mond zoent.
“Sorry, dat komt ook later, als we even doorpakken hebben we straks tijd genoeg!”
Ik kruip achter mijn laptop op mijn bureau, Lucas gaat op mijn bed liggen. We verdelen het huiswerk altijd zo: de een leerwerk terwijl de ander maakwerk doet. Dat kan op één kamer.
Als we na 1,5 uur elkaar aankijken blijkt dat we alle twee voor maandag klaar zijn. Ik wil nog iets voor later in de week bekijken, vraag nog 10 minuten, Lucas pakt ook alvast iets voor later de volgende week. Na tien minuten vinden we het alle twee welletjes en stoppen we voor vandaag.
“Die talentenjacht, wat gaan we daar spelen. We mogen 2 nummers spelen.” Lucas kruipt tegen me aan en begint tegelijk het gesprek.
“Ik heb er al over nagedacht, ” zeg ik, “volgens mij moeten we zowel een cover spelen als een eigen nummer. Dat eigen nummer om ze te laten proeven aan wat wij zelf doen, de cover vanwege de bekendheid.”
“Welk eigen nummer denk je dan aan, Andrea?” vraagt Lucas.
“Ik denk aan ‘I love a boy’, of vind je dat te gewaagd?” reageer ik.
“Het is jouw nummer, het is jouw visie, jij maakt je kwetsbaar met dat nummer. Ik vind dat jij de laatste stem mag hebben, maar ik vind het een goed idee, laten we het er woensdag tijdens de repetitie over hebben.”
“Weet je, Luc, het is in het Engels, hoe gek dat misschien ook klinkt, ik vind het daardoor minder eng dat andere mensen het horen en er misschien iets bij gaan denken. Geen idee waarom, maar zo voel ik het echt.”
“Het is jouw lied, jouw tekst, jouw keuze. Ik vind het helemaal goed. Het is een schitterend lied, zowel qua tekst als qua muziek….”
Als we die woensdag met de band bij elkaar zijn om te repeteren gaan we voordat we beginnen de discussie aan over wat we spelen tijdens de talentenjacht. Toevallig is onze muziekleraar er bij. We praten over de twee nummers. Lucas vertelt wat wij vrijdag besproken hebben. Iedereen vindt het een goed idee om een cover en een eigen nummer te spelen. We bekijken eerst welke cover. We zijn er snel uit dat dit een nummer van Måneskin moet zijn. Welk nummer vraagt wat meer discussie. Uiteindelijk komen we uit op ‘Torna a casa’, dat we vertaald hebben in ‘Come back home’.
Het is een wat rustiger nummer maar met mooie drum- en gitaarpartijen en een tweede deel dat in de versnelling gaat. We zijn het snel eens over deze keuze.
Dan het eigen nummer. Corine reageert als eerste. “Jouw nummer ‘I love a boy’ is een schitterend nummer, als jij het ziet zitten weet ik geen betere keuze.” Sverre sluit zich erbij aan: “Ja, doen!”
Onze muziekleraar geeft aan dat hij ook de combinatie van de twee nummers erg goed vindt. Eerst het wat rustiger ‘Come back home’ en dan ‘I love a boy.”
We spreken af dat we het zo gaan doen. De organisatie van de talentenshow heeft gevraagd opnamen te sturen van de twee nummers. Die maken we ter plekke.
Het toneelstuk gaat de weken daarna stevig door. We hebben een vrijdag waarop we het twee keer spelen, om op een andere school uit te proberen of dat haalbaar is. Er komen namelijk parallelklassen van twee verschillende scholen, de één ’s morgens, van 9 tot 11.30 uur en de ander van 13.30 tot 16.00 uur. De tijden en de pauze zijn zo gekozen dat er eventueel ook uitloop mogelijk is. En dat blijkt net als op onze eigen school zowel ’s morgens als ’s middags nodig te zijn. Zowel de ochtendvoorstelling als de middagvoorstelling lopen uit. En dan hebben we die zaterdagavond nog een ‘openbare’ voorstelling, omdat we in een toneelzaal zitten. Hoewel de periode om kaarten te kopen relatief kort was, zit de zaal vol. Het zijn vooral medewerkers van middelbare scholen uit de regio die van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid dit stuk tevoren te zien. De discussie na afloop is dan ook anders dan de discussie op de scholen. De studenten pakken dat overigens erg goed op: in het begin schuiven zij vragen als: ‘Wat zijn jullie ervaringen met de discussie na afloop’ naar later om eerst toch de discussie te voeren wat dit stuk losmaakt. Als die discussie dan toch op gang komt geven zij ook heel duidelijk aan dat het hierom gaat en dat dit niet anders is bij leerlingen van de hoogste klassen dan bij volwassenen.
Na afloop van de discussie lopen Lucas en ik nog even door de foyer rond en we worden door nogal wat mensen aangesproken. En wij krijgen vragen over hoe het is zo’n stuk te spelen en ook weer vragen of wij samen iets hebben. Op alle vragen geven wij antwoord: wij genieten nog elke keer dat we het spel spelen. En dat we hopen dat dit zal blijven, want zo kunnen we de emoties goed overbrengen. En ja, wij hebben een relatie, hevige verliefdheid of liefde die, ook al kenden we elkaar al van heel jongs af aan, pas door dit toneelstuk bij ons alle twee helder is geworden. En ja, vanuit die relatie dit stuk spelen maakt het een stuk makkelijker, zeker als het op zoenen aankomt!
Na afloop evalueren we met de regisseur en mijn vader, die ons gebracht heeft, de beide voorstellingen gisteren en de voorstelling vanavond. Gezien de afstand was het heel goed mogelijk om naar huis te gaan. Als dat niet mogelijk is (we wonen best wel centraal in Nederland, maar toch blijven er uithoeken) dan zullen we misschien moeten blijven slapen. Dan zouden we de tijd op zaterdag dat we moeten overbruggen deels aan huiswerk kunnen besteden. Bij mij is het dan belangrijk dat ik niet moet voetballen, anders zouden we wel terug moeten. Mijn ouders zijn overigens bereid om terug te rijden ook al kost het wat meer tijd, vanwege het voetballen. Zij begrijpen dat ik het voetballen niet wil laten vallen omdat het heel belangrijk voor mij is.
De planning ziet er voorlopig zo uit dat we meestal op vrijdag naar een school gaan en dat we nog niet weer een combinatie vrijdag-zaterdag hebben. Soms hebben we wel op vrijdag 2 voorstellingen, soms maar één. Dat we ook zaterdagavond een voorstelling hebben zal wel na de zomervakantie worden, daar is het kennelijk te kort dag voor.
Met de band zijn we aan het repeteren voor de talentenjacht. We hebben de eigen opname van de twee nummers opgestuurd en een ontvangstbevestiging ontvangen. Meer hebben we nog niet gehoord. We hebben wel een datum: over 3 weken in het weekeind zijn opnamen van onze bijdragen. Dat weekeind hoef ik gelukkig niet te voetballen, omdat het aan het begin van een vakantie is. Dan krijgen we een uitnodiging: wij worden in de studio van de regionale omroep verwacht om 10 uur en moeten er op rekenen dat we de hele dag kwijt zijn. Er doen drie bandjes mee aan de talentenjacht en die worden op één dag opgenomen. We vormen een aparte categorie en van ons drieën moet dus een classificatie komen. Die wordt later gemaakt, de jury is bij de opname en geeft commentaar, maar de beoordeling wordt later gedaan, daar zijn we dus niet bij. Zo zal het met alle categorieën gaan.
Lucas en ik groeien steeds meer naar elkaar. Niet dat we alles samen doen. We hebben nog genoeg dingen die we los van elkaar doen. Maar ‘Verstoppertje’ en ‘De Afstanden’ doen wij uiteraard samen. En als wij niet iets hebben zijn we regelmatig bij elkaar te vinden. We maken ook regelmatig ons huiswerk samen en blijven dan bij elkaar slapen, de ene keer bij mij, de andere keer bij Lucas. Dat is voor ons steeds normaler, we genieten er van. Die momenten geven ons de kans met elkaar te vrijen en te experimenteren. Het blijkt dat we gewoon heel makkelijk van elkaar kunnen genieten. Elkaar aftrekken en dan tegelijk klaarkomen vinden we nog steeds iets heel bijzonders. We gaan dan bij wijze van spreken alle twee tegelijk uit ons dak. Dat is bij het elkaar pijpen ook al een paar keer gelukt, maar dat is een stuk moeilijker. We hebben elkaar nog niet geprobeerd te neuken. We hebben het er wel over gehad maar met elkaar afgesproken dat als één van ons dat wil, hij dat aan zal geven. Of misschien dat we daar gewoon automatisch op uitkomen als we aan het vrijen zijn. Glijmiddel en condooms hebben we al wel in huis.
Maar al met al: we zijn supergelukkig met elkaar. Als we alle twee niet zo bang waren geweest voor de consequenties hadden we dat ook eerder kunnen hebben. Maar dat is geen punt. We hebben elkaar nu, en hoe!
De drie weken tot de opname gaan heel snel. We hebben nog een paar keer op vrijdag een voorstelling op een school en dat is elke keer weer een feestje voor ons. We spelen dit stuk heel graag en als dan de discussie op gang komt en je merkt wat het stuk allemaal losmaakt, is dat op zich al een beloning. Ik moet twee zaterdagen voetballen, het gaat heel goed met ons team. Ik merk er helemaal niets van dat het team van mij weet dat ik gay ben. En Lucas is al een keer komen kijken en iedereen groet hem alsof hij al jaren komt!
Dan is het aan ons om op het talentenfestival als band te spelen. We spelen als tweede band. De eerste band is ouder dan wij zijn: iedereen is midden 20. Ze spelen heel goed, maar wat ik mis is gevoel. Dat wordt ook door de jury als kritiekpunt gegeven.
Daarna zijn wij aan de beurt. We spelen eerst de cover, Måneskins ‘Torna a casa’, ons ‘Come Home’.
Na elk nummer geeft de jury commentaar. Tot mijn verbazing kende geen enkel jurylid het nummer en hebben ze het op Spotify op moeten zoeken. We krijgen te horen dat ze onder de indruk zijn van de vertaling. Gevraagd werd of we google translate hebben gebruikt. Ik heb maar eerlijk toegegeven dat mijn moeder Italiaanse is en wij dat nummer samen hebben vertaald. Ik vertel er ook nog bij dat mijn moeder op dezelfde school heeft gezeten als waar Måneskin als schoolband is begonnen. De jury was ook lovend over de manier waarop wij als band samenspelen. Wel vonden ze ons wat statisch. Wij hebben uitgelegd dat wij bij dit rustige nummer daar voor hebben gekozen.
Dan komt mijn nummer: ‘I love a boy’. Ik leg er alle liefde in die ik voelde toen ik het nummer schreef. Lucas en Corine spelen als nooit tevoren en Sverre drumt als de beste. Als we uitgespeeld zijn blijft het heel lang stil. Uiteindelijk vraagt een jurylid: “hoe komen jullie aan dit nummer?” Lucas antwoordt trots dat ik het lied geschreven heb, zowel de tekst als de melodie. Alle ogen richten zich op mij. “Kan je ons vertellen hoe je er bij bent gekomen dit lied te schrijven?” vraagt een ander jurylid. “En als je niet wilt dat het wordt uitgezonden hoef je het niet te doen of kan je dat er bij zeggen.”
“Ik heb er geen moeite het te vertellen”, reageer ik. “Lucas, de gitarist in onze band en ik zijn al heel lang vrienden. Ook zijn we heel lang verliefd geweest op elkaar zonder dat we het van elkaar wisten. We durfden het ook niet tegen elkaar te zeggen om onze vriendschap en ons samen spelen in de band niet in gevaar te brengen. Op een bepaald moment heb ik de tekst geschreven en wat later de muziek. En we zijn het als band gaan spelen. We hebben het nummer ook al eens op een schoolfeest gespeeld. En ja, de school weet het van ons, wij spelen ook samen een toneelstuk over pesten rond het niet accepteren van gay jongeren en dat hebben we ook al op school gespeeld.”
De jury wil daar meer over weten. Lucas neemt het van me over en vertelt het verhaal en het zoenen en hoe wij via het zoenen ontdekt hebben wat er al jaren speelde.
We hebben zo lang over het nummer gesproken dat de jury heel kort is in hun commentaar: een perfect en aansprekend nummer en uitstekend gebracht. Daar moeten we het vooralsnog mee doen.
Dan komt de laatste band. Die zijn nog ouder als de eerste band, minstens 30 jaar allemaal. Zij spelen nog niet zo lang samen, maar desondanks spelen ze heel goed. Wij vinden ze eigenlijk het beste van ons drieën. Maar de nummers die ze spelen zijn een beetje saai. Dat vindt de jury ook: die prijst hen om hun spel, maar vraagt zich af waarom ze deze nummers hebben gekozen.
Aan het eind van de middag krijgen we te horen dat de uitzending in de herfst zal zijn. Dat er ook nog een avond wordt gemaakt waarop de winnaar in elke categorie het winnende nummer mag spelen. Die avond wordt ook opgenomen. We horen pas op die dag zelf wie de winnaar is en welk nummer het winnende nummer is. Die uitzending zal aan het eind van de hele reeks zijn, dus in de herfst.
Wat de zomervakantie betreft hebben mijn ouders en de ouders van Lucas geregeld dat we dit jaar tegelijk op vakantie gaan en ook naar dezelfde plek. Dat hebben we al twee keer eerder gedaan: onze ouders zijn al heel lang met elkaar bevriend. Nu hebben ze er bewust voor gekozen om ons de gelegenheid te geven in de vakantie samen te zijn. Lucas en ik zijn daar dolblij mee. We zagen al enorm op elkaar 3 of misschien wel 6 weken niet te zien. Nu kunnen we 3 weken samen een tentje delen, naast de camper van mijn ouders en de caravan van de ouders van Lucas. We zullen via Frankrijk in een week naar Italië trekken waar we uiteindelijk op een camping bij Rome een week zullen blijven staan, zodat we zowel Rome als de familie van mijn moeder kunnen bezoeken. Dan gaan we in een week weer terug, nu via Zwitserland.
Vlak voor de vakantie is er uiteraard ook nog een schoolfeest. En uiteraard worden we als schoolband verondersteld daar weer op te treden. Tijdens onze repetities zoeken we nummers uit. Eigenlijk willen we, nu Måneskin steeds beroemder wordt, wat meer nummers van Måneskin gaan spelen. Ik zou graag een Italiaans nummer spelen, niet om te showen hoe goed mijn Italiaans is, maar omdat ik sommige liederen in het Italiaans zo mooi vind. Ik kies het nummer Coraline, stuur dat naar Corine en Sverre, want met Lucas heb ik het er uiteraard al over gehad. Hij ziet het wel zitten dat nummer te spelen. Op de repetitie hebben we het er over. Corine stelt voor het eens te proberen, ze heeft het nummer een aantal keren beluisterd en denkt dat ze er wel mee uit de voeten kan.
Dus begin ik te zingen en in het begin begeleidt alleen Corine me. Het hele eerste, rustige deel begeleidt zij mij en zing ik. Dan in het tweede deel neemt Lucas het over met de gitaar, komt daarna Sverre erbij en komt Corine terug. Dan ga ik ook op het keyboard spelen. Het is een bijzonder nummer vind ik zelf, anders had ik het niet uitgekozen. Als we uitgespeeld zijn kijken we elkaar aan. “Dit is heel bijzonder, zouden we dit niet als toegift kunnen bewaren?” reageert Sverre. “Je hebt gelijk”, voegt Corine toe, “Het is zo bijzonder dat het niet tussen alle andere nummers gespeeld kan worden.” Dus besluiten we dat nummer in te studeren en als toegiftnummer te gaan spelen.
Ik heb nog een ander nummer, dat ik zou willen proberen. Het is een nummer van gIANMARIA dat hij op het festival van San Remo 2023 gezongen heeft met Manuel Agnello. Ik vind het persoonlijk het mooiste lied dat dit jaar tijdens San Remo te horen was. Er is maar één probleem: we moeten het met zijn tweeën zingen. Ik hoop zo dat Lucas dat aandurft. Hij heeft best wel een zwaardere stem dan ik heb, dus ik denk dat het kan lukken. Als Lucas ’s avonds bij mij op de kamer zit, hij blijft slapen, laat ik hem het nummer op mijn laptop zien en horen, want dat is belangrijk om het samenspel tussen gIANMARIA en Manuel te laten zien. Hij kijkt me vragend aan. “Zou jij dat nummer samen met mij willen doen?” vraag ik op de man af. “Bedoel je dat ik Manuel zijn deel moet zingen?” vraagt Lucas.
“Precies, dat bedoel ik. Het lijkt me prachtig om dit nummer in het Italiaans te zingen. En wat ik bedacht heb: we gebruiken de beamer er voor het eerst bij, met beelden maar ook met de Italiaanse tekst en daar de Nederlandse vertaling onder. Ik vind de tekst namelijk heel toepasselijk. Het nummer is al meer dan 20 jaar oud maar nog helemaal actueel.”
“Dan moet je het voor mij vertalen”, reageert Lucas. We kruipen tegen elkaar aan, ik pak mijn telefoon, open Spotify, speel het nummer af en laat de tekst eronder meedraaien. Ik zet het geluid zachtjes en vertaal de zinnen gelijk mee. Als ik klaar ben kijkt Lucas me aan. “Het is een prachtige tekst, ik denk dat wij dat samen net zo goed kunnen als toneelspelen samen. Ik wil het wel proberen.” Ik omhels Lucas, begin hem te zoenen en dan zijn we niet meer te houden. We vergeten waar we mee bezig zijn. Tongzoenend kleden we elkaar uit. Naast elkaar op bed liggend zuigen we elkaar en zowaar: het lukt ons voor de derde keer ooit ook zo gelijk klaar te komen! Nahijgend kijken we elkaar, ongetwijfeld heel verliefd, aan. “O, wat houd ik veel van jou, Andrea!” verzucht Lucas. “Ik ben zo blij dat we elkaar gevonden hebben, we versterken elkaar enorm, het is bijna niet te geloven…” reageer ik. “En we hebben het zo fijn met elkaar, ik ben zo gelukkig, had nooit gedacht dat dit kon bestaan!” reageert Lucas op zijn beurt. We kruipen weer tegen elkaar aan en zijn nog steeds niet te houden. Ons tongen gaat weer over in likken. We likken elkaar tot we elkaars weer knalharde piemel in de mond kunnen nemen. En we beginnen weer te pijpen. We zuigen en ook nu weer komen we tegelijk klaar, bovendien tot onze verbazing net zo heftig als de eerste keer. We kijken elkaar aan, kruipen weer tegen elkaar aan en dan zegt Lucas: “Nu wil ik dat lied met jou gaan zingen. Hoe heeft het eigenlijk?” Ik reageer: “Quello che non c’`e”, oftewel: “Dat wat er niet is”.
“Zouden we het in het Nederlands kunnen zingen?” vraagt Lucas. “We moeten het toch vertalen, dan kunnen we het proberen, maar ik denk niet dat het mooi klinkt. Maar nu eerst in het Italiaans. Ik zal wel met jou je uitspraak moeten oefenen, maar ik weet zeker dat je het kan.”
Ik print de tekst 2x uit en we oefenen eerst gewoon sprekend tegen elkaar. De uitspraak van Lucas moet inderdaad wel wat beter worden. Maar dat komt wel. Als we de tekst sprekend 2x hebben gedaan, stel ik voor te gaan zingen. Ik zoek eerst een karaoke-versie op, we kijken eerst nog een keer naar de versie op de Instagram account van gIANMARIA en dan proberen we het zelf. Lucas’ zijn stem past uitstekend naast mijn stem. Ik word met de minuut enthousiaster, Lucas ook. We spreken af op de volgende repetitie voor te stellen dit nummer ook te gaan oefenen.
Dat doen we. Ik laat op mijn laptop de uitvoering zien en dan zingen Lucas en ik de tekst. Corina en Sverre reageren enthousiast. “Die drumpartij, woooow” roept Sverre. “Mooi nummer” voegt Corine toe. Lucas en ik kijken elkaar glunderend aan. “Doen?“ vraag ik. “Ja”, reageren Corine en Sverre tegelijk. “Maar ik wil wel eerst onze muziekleraar vragen er eens naar te luisteren. Want dit vind ik ook een toegift-nummer en dan moeten we er wel zeker zijn dat we het kunnen spelen.” Dan vertel ik van onze beamer-plannen. Dat maakt hen nog enthousiaster. We wilden dat toch een keer doen, dus dit is het goede moment.
Corine zal onze muziekleraar appen. En die komt bij de volgende repetitie en is ook enthousiast. We spreken af dat we ‘Coraline’ en ‘Quello che non c è ’ alle twee als toegiftnummers bewaren en bij dat laatste nummer de beamer zullen gebruiken. Die is er toch omdat weer dezelfde deejay als de vorige keren na de pauze de muziek zal verzorgen. Betekent wel dat Lucas en ik er een klusje bij hebben, maar alle twee hebben we veel zin de Powerpoint te maken. Bovendien heeft die deejay beloofd ons te helpen!
Wat het stuk ‘Verstoppertje’ betreft doen we nog enkele uitvoeringen op scholen en toch nog één in een theater. En dan komt er een vakantiebreak van 3 maanden. De laatste uitvoering is op een zaterdagavond in een theater. Behalve uiteraard de regisseur, de tekstschrijver, de betrokken universiteitsmensen en alle studenten die de discussies hebben geleid zijn ook onze ouders en zus en broer er bij. De bedoeling daarvan ontgaat ons tot aan het eind een voor ons onbekend iemand het toneel op komt en vertelt dat we genomineerd zijn voor een toneelprijs. Daar wisten we niets van, maar vandaag zat de jury in de zaal. Die mijnheer blijkt de voorzitter van de jury te zijn. Hij zegt onder de indruk te zijn van onze voorstelling. Het blijkt dat er ook al juryleden bij voorstellingen op scholen zijn geweest. In vergelijking tot de andere genomineerde voorstellingen, is de jury tot het oordeel gekomen dat wij er met kop en schouders bovenuit steken. En tot onze verbazing blijken we de prijs te hebben gewonnen. We krijgen de uitnodiging ‘Verstoppertje’ een keer te komen spelen in het Koninklijk Theater Carré in Amsterdam. Dan zal de prijs ook uitgereikt worden. Wij zijn stomverbaasd. Het blijkt dat de regisseur het al wel wist, verder niemand. Hij heeft best wel wat moeite moeten doen om onze ouders over te halen er met zijn allen ook bij te zijn. Nu blijkt waarom. Lucas en ik vallen elkaar in de armen. We zijn verrast en blij. We worden gevraagd te reageren. Lucas kijkt mij aan.
“Wij spelen dit stuk omdat we het een fantastisch stuk vinden. Omdat we hiermee hopen iets te bereiken, met het stuk de deur open te kunnen zetten voor begrip voor homo’s en verzet tegen pesten. Wij spelen het stuk omdat het bij ons past. We doen gewoon wat we doen. De eer moet gaan naar de tekstschrijver, degenen die het idee hebben verzonnen, de vertaler, de regisseur en iedereen die de discussie leidt. Het is hun prestatie. Wij spelen het en zijn daarbij grotendeels onszelf.”
Ik weet niet waar ik het vandaan haalde. Maar ik knalde het er zo uit. Lukas zoent me en er volgt applaus. Dan bedankt de regisseur voor de eer en gaan we afschminken en dan naar de foyer. Het wordt nog een heerlijke avond, later dan we hadden gedacht.
Na deze avond komt de finale van de regionale talentenjacht. Nu zijn we er met de hele band, uiteraard, maar ook met alle gezinsleden. Dat geldt voor alle andere bands, maar ook alle andere deelnemers, de solo zangers, mannen en vrouwen, jongens en meisjes. Vanavond wordt per categorie de prijswinnaar bekend gemaakt met een juryrapport. Daarna wordt het nummer gespeeld of gezongen. En alles wordt opgenomen. We zijn best onder de indruk van de prijswinnaars. Solisten, maar ook duo’s, het klinkt allemaal fantastisch. En dan, helemaal aan het eind, de bandjes. Die zijn er uiteraard alle drie. De voorzitter van de jury begint zijn rapport over de winnaar en we hebben geen idee over wie hij het heeft. Het zijn allemaal lovende woorden, over perfect samenspel, prima solo’s en een prachtige nummerkeuze. We kijken elkaar aan: waar gaat dit heen? De voorzitter gaat zo een tijdje door, kijkt dan rond en vraagt: weten jullie nu zelf wie de winnaar is? Ik zie dat niet alleen wij, maar ook de leden van de andere twee bands geen idee hebben wie bedoeld wordt. We halen massaal onze schouders op.
Dan gaat de voorzitter van de jury verder. Hij zegt dat het heel moeilijk was om uit onze drie bands een winnaar te halen. We zijn eigenlijk allemaal heel goed. Iedereen kan nog wat leren, maar daarom zijn we ook aankomend talent. Omdat er toch gekozen moest worden, heeft de jury uiteindelijk gestemd. Dat moest meerdere keren, want een aantal keren was de uitkomst: gelijk. Toch is er één winnaar uitgekomen en dat is: “De Afstanden…..”
Wij gaan uit ons dak, vliegen op elkaar af en maken er een soort groepsknuffel van. We zijn door het dolle heen. Als we iets tot rust zijn gekomen feliciteren de andere twee bands ons. “Jullie hebben het verdiend” zegt één van de andere bandleden. “Jullie zijn het jongst van ons allemaal en enthousiast. Door dat enthousiasme hebben jullie terecht gewonnen”.
Dan komt de voorzitter van de jury met zijn op ons toegespitste rapport. Het is niet alleen ons enthousiasme, onze muzikaliteit, maar ook onze muziekkeus en vooral het zelfgeschreven nummer. En dan word ik even in het zonnetje gezet, dat ik het gedurfd heb dit nummer te spelen en er ook bij te vertellen hoe het tot stand is gekomen.
We mogen daarna onze twee stukken spelen. Het duurt even voordat onze instrumenten staan opgesteld en die tijd wordt gebruikt om nog eens alle winnaars langs te lopen en samen te vatten waarom wie heeft gewonnen.
Dan spelen wij onze twee nummers. We spelen de sterren van de hemel, wetend dat het programma later wordt uitgezonden. Na afloop nemen we tevreden het applaus in ontvangst.
Na deze avond hebben we nog het schoolfeest en dan wordt het vakantie. Lucas en ik hebben een heel mooie Powerpoint gemaakt, met de onmisbare hulp van de deejay. Die heeft zijn eindexamen al gedaan en zijn diploma behaald maar wilde dit voor hem laatste schoolfeest nog meemaken en ons ook graag helpen. We hebben al een paar keer gerepeteerd met de Powerpoint op de laptop erbij. Nog niet met een geprojecteerde Powerpoint. Onze muziekleraar zorgt een volgende repetitie voor een beamer en een scherm. Hij is enthousiast over het resultaat.
Op de avond van het schoolfeest zetten we op het podium onze instrumenten klaar. We spelen wat nummers en dan gaan we ‘Quello che non c’è ’ spelen met de Powerpoint erbij. Alleen de muziekleraar zit in de aula. We spelen het nummer en krijgen niets van de Powerpoint mee, omdat we ons moeten concentreren. Wel kijken we van tijd tot tijd op de laptop naar markeringen, zodat we gelijk blijven spoelen met de beelden. En dat gaat goed. We zijn er klaar voor.
Zoals altijd spelen we voor de pauze als band. Omdat er toch een beamer is, staat op het scherm onze naam: ‘De Afstanden’. Met wisselende beelden van ons met ons instrument. We spelen onze nummers en er wordt al flink gedanst. Ook zijn er nogal wat mensen die langs de kant gewoon staan te luisteren zonder te praten. Tussen de nummers wordt er flink geapplaudisseerd, maar het applaus aan het eind is heel lang. Dus komen we met onze eerste toegift: ‘Coraline’ . Weer hard en lang applaus. Dan dimt het licht, gaat de beamer aan en beginnen we te spelen. Ik heb met Lucas flink geoefend op zijn uitspraak, die is echt heel goed! We zingen het nummer met zoveel expressie, maar ook met zoveel wanhoop, we hebben afgesproken dat de wanhoop die blijkt uit de tekst ook uit ons optreden moet blijken. Het lukt ons kennelijk, want als we het nummer afgelopen is, blijft het eerst even stil. Dan barst het applaus los.
In een roes halen we onze instrumenten van het podium. Het is ons weer gelukt. En hoe!
Na de pauze kunnen we zelf genieten van de muziek. En van de vele felicitaties die we krijgen. Het laatste nummer in combinatie met de beamer heeft het helemaal gemaakt.
Als Lucas en ik ’s avonds na alles in bed liggen en lekker hebben gevreeën, kijken we elkaar aan.
“Wij zijn geluksvogels” zegt Lucas tegen mij.
“Maar dan in meerdere opzichten”, reageer ik.
“Hoe bedoel je?” vraagt Lucas mij.
“Allereerst omdat we geluk hebben gehad en nog steeds hebben. Geluk met waar we zijn geboren, onze ouders, ons gezin, dat we elkaar hebben gevonden, eerst als beste vriend en nu als vrienden in de zin van ‘van elkaar houden’. En met de talenten die we hebben meegekregen. En het gegeven dat we elkaar in ‘De Afstanden’ hebben gevonden en wij samen ‘Verstoppertje’ mogen spelen. En ook omdat wij zo ontzettend gelukkig kunnen zijn, daardoor. Gelukkig omdat we van elkaar houden, omdat alles dat we doen lekker gaat: we kunnen makkelijk studeren, zijn muzikaal, kunnen goed toneel spelen, kortom: het gaat ons goed.”
“Ja, we zijn echt geluksvogels.” bevestigt Lucas mij. “In volgorde: jij bent mijn nummer 1, het stuk ‘Verstoppertje’ is voor mij nummer 2 en ‘De Afstanden’ is nummer drie.”
“Ik houd van jou, lieve Lucas,” fluister ik, terwijl ik nog dichter tegen hem aankruip.
“Ik ook van jou, lieve Andrea”, reageert Lucas.
“Ik hoop dat voor ons het begrip afstand alleen maar in de band zal blijven zitten en dat er tussen ons nooit afstand zal ontstaan.” voeg ik toe.
“En dat het nooit nodig of mogelijk zal zijn voor elkaar verstoppertje te spelen.” voegt Lucas toe.
En volkomen gelukkig en tevreden vallen we in elkaars armen in slaap.