BLANCO deel 3
Een verhaal van Lucky Eye
Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
Hoofdstuk 25
Die ochtend rijgt de ene gebeurtenis zich haast naadloos aan de volgende. Eerst komt Jennie om ervoor te zorgen dat Jasper na het bad even wat rust krijgt en daarom stuurt ze Pieter weg. Ze vertelt Jasper dat Guillaume en zijn team er al zijn en druk doende de dames in de familie te kappen. Gisteren waren ze er in de middag ook al geweest om alle heren in de familie te knippen. Guillaume had er opgestaan Jasper en Pieter vanochtend zelf nog te kappen en vol te spuiten met haarlak maar over dat laatste had Jasper een veto uitgesproken. 'Gel of zo is prima, maar je waagt het niet om een spuitbuis op mij leeg te spuiten!' had hij duidelijk zijn mening te kennen gegeven.
Jasper valt in slaap en als Guillaume dan komt is hij ontsteld omdat Jasper verkeerd op zijn haar heeft gelegen. Er volgt een discussie die Jasper inleidt met de opmerking hoe je nou in vredesnaam verkeerd op je haar kunt gaan liggen en na heel veel heen en weer gepraat begrijpt Willem dat Jasper hem in het ootje neemt.
De Zwolse kapper laat Jasper bewust links liggen en richt zich tot Pieter met de woorden: "Je vriend is echt vreselijk! Met hem kun je geen fatsoenlijk gesprek voeren. Net zoals toen hij die prachtige lange haren van hem helemaal wilde afknippen! Ik heb het gedaan omdat hij me dwong! Maar… het was gewoon een schande! En nu dit weer! Weet je zeker dat je met hem wilt trouwen?"
"Ja, Guillaume, dat weet ik zeker. Hij is onhandelbaar bij tijd en wijle maar… ook heel erg lief."
"Hmmm nou ja… je zult wel gelijk hebben. Maar nu niet meer praten. Laat mij mijn werk doen!"
---
Het eerste gezamenlijke onderdeel van die dag is het koffiedrinken. Als het bruidspaar iets na half elf vooraf gegaan door Astrid de balzaal binnenkomt, valt het geroezemoes van de op gang gekomen conversatie tussen familie en gasten - waaronder een aantal waarvan de komende echtelieden de komst niet wist - stil. Iemand in de menigte begint te klappen en het applaus dat aanzwelt en lange tijd aanhoudt, zorgt ervoor dat Jasper en Pieter zich toch enigszins opgelaten voelen. Toch nog iets van verlegenheid. Met een vlug oogcontact en een knipoog over en weer laten ze het ook weer van zich af glijden. Genieten, is hun motto voor vandaag. En dan worden koffie en gebak binnengebracht en krijgen zij uit de ruime variatie aan lekkers de eerste keuze. Heel snel wordt de sfeer heel ontspannen. Het enige dat Jasper opvalt, is dat zijn moeder, tante en schoonzus heel scherp op hem letten. Zijn ze bang dat hij morst of zo? Laat ook maar, zo denkt hij. Mocht het zo zijn dat hij iets laat vallen dan zijn er in elk geval drie paar handen om de geleden schade zo snel mogelijk te herstellen. Heel snel daarna merkt hij dat ook Pieter door het drietal met argusogen gevolgd wordt. En dan komt er een tweede, een positievere, gedachte bij hem naar boven: het trio is gewoon bezorgd. Ze willen graag dat het een prachtige dag wordt.
Tijdens het koffiedrinken probeert Jasper, af en toe met hulp van iemand die hem ergens heen duwt in zijn rolstoel, zoveel mogelijk mensen te spreken. Bij iedereen krijgt hij complimenten over zijn outfit. Pieter en hij dragen beiden een donkerblauwe spijkerbroek, een lichtblauw overhemd, een wit gilet, zwarte sokken en schoenen. Wat niemand ziet, is dat ze ook een identieke rode boxer dragen. De corsage is een rode roos met gipskruid en daaronder een groen blad waar Jasper de naam niet van weet. De ontvangen complimenten retourneert hij steeds ook weer want iedereen ziet er heel mooi en toch informeel uit. Niet dat zij dat kledingvoorschrift hebben afgegeven maar waarschijnlijk is dat het werk van de ceremoniemeesters geweest toen die eenmaal wisten, en dat was al heel snel, wat Jasper en Pieter zouden dragen. Over zijn kleine broertje had Jasper zich nog wel even wat zorgen gemaakt. Sam had er namelijk op gestaan heel formeel te gaan. Ze wilde per se in een lange jurk en ja… dat bracht bij Maarten wat twijfel. Want zou hij dan wel dat kunnen dragen wat hij zelf graag wilde? Het blijkt show geweest te zijn, zo ziet Jasper op het moment dat hij de tweeling onder ogen krijgt. Een voorstelling geregisseerd door zijn moeder waarschijnlijk om hem het nodige zand in de ogen te strooien. Maarten draagt een donkerblauwe spijkerbroek met een wit overhemd en een zwarte, leren stropdas die hij los draagt. Sam een spijkerrok van dezelfde kleur met een witte blouse met allerlei strikjes en tierelantijntjes. Wat precies gelijk in hun kleding is, zijn de lage rode all stars.
Ergens achteraan in het gezelschap ontdekt Jasper een hem onbekende jongeman. Op dat moment is Jan Nelissen bij hem in de buurt. Jan fluistert hem in dat het Lex is. Even is Jasper verbaasd maar dan vraagt hij Jan toch of hij hem naar Lex toe wil rijden. Als deze dat doet, ziet Jasper op het gezicht van Lex ook iets van verbazing, of is het schrik, verschijnen. Wellicht had Lex gedacht dat hij in de menigte zou kunnen verdwijnen maar dat is hem dus niet gelukt.
Bewust heeft Lex zich de hele tijd ergens achteraan bij de grote ramen die uitkijken op de mooie bloementuinen opgehouden. Vanmorgen is zijn vader hier samen met hem naar toe gereden omdat die vond dat ze de, via Jan Nelissen, gekregen uitnodiging niet konden afslaan. En ja, Lex wist dat zijn vader gelijk had. De kennis van zijn vader had zijn invloed gebruikt om te zorgen dat hij niet al te lang in een gewone cel hoefde te verblijven maar zo snel mogelijk kon beginnen met afkicken. Leo had gekozen voor de harde manier: meteen helemaal stoppen met al die rommel. Een keiharde methode maar wel eentje die hem deed beseffen dat hij van zijn leven een puinhoop had gemaakt en dat hij daar nooit meer naar terug wilde. En dan ineens ziet hij hoe Jasper vanuit zijn rolstoel naar hem kijkt. Alles in hem roept hem op om te vluchten, om weg te rennen want hij vindt het vreselijk om te zien dat die jongen in een rolstoel zit vanwege iets waar hij aan meegewerkt heeft. Maar op dat moment weet hij dat vluchten geen zin heeft. Heeft hij dat niet vaak genoeg gedaan in zijn leven? Weglopen van huis omdat het moeilijk ging met zijn vader. Natuurlijk was het niet leuk geweest thuis maar vluchten had hij beter niet kunnen doen, zo weet hij nu. En zo zijn er ontzettend veel van die momenten geweest waarop hij is gevlucht uit de werkelijkheid met alcohol en allerlei soorten drugs. De werkelijkheid die hem te rauw en te hard was en… nee, geen excuses. Hij zal dit hier en nu onder ogen moeten zien. Dat het voor Jasper ook niet makkelijk is, ziet hij ook. Als dan Jan Nelissen de rolstoel met Jasper daarin naar hem toerijdt, zet ook hij een paar stappen in de juiste richting zodat ze elkaar kunnen ontmoeten.
Ook Pieter heeft het druk. Naast de familie van zijn moeders kant, ontmoet hij vandaag voor het eerst na heel veel jaren de familie van zijn vaders kant. In de aanloop naar deze dag had David een verzoeningspoging gedaan. Hij was van mening dat het tijd was om de geschillen van zoveel jaren terug op te bergen in het archief en dat goed af te sluiten. Hij had eerst gepraat met opa Simeon en Astrid. Zij beiden hadden de meeste pijn geleden en verdriet gehad om dat wat er gebeurd was. Eerst sprak hij afzonderlijk met hen en daarna hadden ze met z'n drieën gepraat. Zijn conclusie was dat beiden van mening waren dat het goed was om een poging te wagen. Uit hun woordkeuze had hij maar al te goed begrepen dat er sprake was van voorzichtigheid omdat ze bij niemand valse hoop wilden wekken. Vandaar ook dat Davids missie niet bekend werd gemaakt bij Pieter en Jasper. Met een brief van zowel Simeon als Astrid op zak was hij, nadat hij telefonisch contact had gezocht, op bezoek gegaan bij de ooms en tantes. Astrid had heel duidelijk verwoord dat zij vond dat het nu de tijd was om het verleden te laten rusten. Bij haar eigen huwelijk was dat voor haar nog niet mogelijk geweest maar het huwelijk van Pieter en Jasper zou het begin kunnen zijn van een nieuwe periode. Simeons brief was emotioneel van toon geweest. Hij benadrukte dat hij heel graag wilde dat de familie weer verenigd werd met het oog op zijn leeftijd en die van Wilhelmina. Een feestelijkheid als de bruiloft van Pieter en Jasper was daartoe volgens hem een heel mooie gelegenheid. Hij besloot zijn brief met: "De poort van 'Boschlust' staat voor een ieder van jullie open."
Eerst had David de ooms en tantes afzonderlijk bezocht. Bij sommigen had hij in het begin wat wrevel gevoeld maar aan het eind van het gesprek beloofde iedereen contact met hem op te zullen nemen. De reacties waren heel erg snel gekomen en iedereen stond gelukkig positief tegenover een verzoening. Toen had hij een ontmoeting voorgesteld met Simeon, Astrid en Pieter. Zijn voorstel was om dat te doen op neutraal terrein en dus werd die bijeenkomst gehouden bij Van der Valk in Apeldoorn. En ook die bijeenkomst verliep goed. Niemand sprak meer over het verleden maar iedereen was gericht op de toekomst. De toekomst als een familie.
En daarom had Pieter het nu heel erg druk. Want hij had dan wel de ooms en tantes ontmoet maar die hadden allemaal kinderen en die waren getrouwd en de meesten van hen hadden inmiddels ook weer kinderen. Maar die drukte deed hem niets. Het feit dat de familie na zoveel jaar weer verenigd was, was veel belangrijker.
---
Als David aankondigt dat iedereen tot half een, het begin van de lunch, de tijd heeft om iets voor zichzelf te doen, begint de zaal leeg te stromen. Bijna iedereen kiest ervoor om vanwege het prachtig mooie weer naar buiten te gaan. Als mevrouw Greveling samen met mevrouw Mosterd langs Jasper loopt, vraagt hij of ze even een eindje met hem wil lopen. Aan Pieter vraagt hij of deze de andere lerares iets van het landgoed wil laten zien. Mevrouw Greveling duwt de rolstoel en volgt de aanwijzingen die Jasper haar geeft. Via de zijvleugel gaan ze naar de deur die hen naar buiten brengt. Jasper stelt voor om over de slotbrug te gaan en dan naar het dichtstbijzijnde bankje.
"Het is hier echt prachtig, Jasper!" zegt Berrit als ze hem in zijn rolstoel naast het bankje heeft gezet en om zich heen kijkt.
"Ja. Sinds kort kan ik helemaal alleen tot hier aan toe komen en hier zit ik het allerliefst. Hier is het heel rustig."
"Een plaats om na te denken voor jou?"
"U kent me goed. Maar gaat u zitten alstublieft."
Berrit neemt plaats op het bankje en zegt dan: "Ik kan me voorstellen dat je af en toe wat na moet denken. En dan bedoel ik niet allerlei loodzware dingen overpeinzen maar gewoon… dingen die met jou te maken hebben."
Jasper knikt. "En daarom wil ik vandaag graag even met u praten. Ik heb een keuze gemaakt en zou u die heel erg graag willen voorleggen. Niet ter goedkeuring of zo maar gewoon om te kijken wat u ervan vindt."
"Oké, kom maar op."
Jasper ontvouwt dat wat hij aan haar kwijt wil. Hij neemt daar de tijd voor en probeert het zo goed mogelijk te verwoorden en besluit zijn betoog met de vraag wat zij ervan vindt.
"Heel goed van je om daarover na te denken. En, zoals ik van je gewend ben, heb je alle voor- en nadelen heel goed tegen elkaar afgewogen zodat je mij een kant en klare oplossing kunt aanbieden. Ik denk dat het een goede keuze is. Je hebt daarbij niet alleen naar je toekomst gekeken maar ook naar de emotionele kant die eraan vast zit. Het lijkt me een prima oplossing. Wil je dat ik het bespreekbaar maak op school voor je?"
"Ja, graag."
"Zal ik doen en maak je niet druk, Jasper, ik heb invloed genoeg om te zorgen dat dit zal gaan zoals jij graag wilt."
---
Nog voordat iedereen uitgegeten is staat Jennie op van tafel. Jasper en Pieter weten dat dit het teken voor hen is om zich ook terug te trekken. Tijd voor Jasper om even languit te gaan. Hoewel hij absoluut geen zin heeft en het gevoel heeft dat hij hyper is van alle gesprekken die hij gevoerd heeft, laat hij zich toch gedwee in bed helpen door Jennie en Pieter. Hij weet dat hij moet rusten en als Jennie hem een pilletje aanbiedt, neemt hij die zonder moeilijk te doen aan. Pieter blijft bij hem tot hij in slaap valt.
"Mooi hè, dat er zoveel mensen zijn," zegt Jennie tegen Pieter als deze de slaapkamer uitkomt.
"Ja, heel bijzonder! En ook nog mensen die niet op ons lijstje stonden."
"Maar die er volgens Astrid en David toch heel duidelijk bijhoren vandaag."
"Ja. Het is goed om er zo tegen aan te kijken. Lex, Henri en zijn familie, de familie Spijkstra, Theo en zijn moeder, ze maken allemaal deel uit van het geheel. En dus is het goed dat zij er vandaag ook bij zijn op deze dag die er is om te vieren."
"Mooi gezegd, Pieter. Heb je je speech voor na het diner al klaar? "
"Wat? Moet ik ook iets zeggen?"
"Tja… dat wordt wel verwacht natuurlijk aan het eind van de dag en aangezien Jasper niet langer dan tot acht uur vanavond mag blijven, ben jij de klos volgens mij."
Als Pieter op haar gezicht een opkomende glimlach, die ze met alle moeite probeert te verbergen, ziet reageert hij eerst niet. Dan volgt er een nuchtere opmerking: "Daar heb ik mijn ceremoniemeesters voor. Aan mijn lijf geen polonaise!"
---
Als Jasper wakker wordt, ziet hij dat Pieter naast zijn bed zit. "Heb je hier de hele tijd gezeten?"
"Nee, joh! Veel te mooi weer om binnen te zitten. Jennie kan aardig goed inschatten hoelang zo'n pil werkt en dus had ik alle tijd om naar buiten te gaan, wat te wandelen en met het kleine grut een bezoek te brengen aan de boomhut, die trouwens heel veel bezoek te verwerken krijgt vandaag."
"Die apen zijn reuzetrots natuurlijk!"
"Echt wel! En ze vertellen iedereen dat ze heel snel het pad zo gaan maken dat jij er ook kunt komen."
Jasper haalt zijn neus op en veegt een traan, die uit zijn ooghoek rolt, weg.
"Tranen horen er ook bij vandaag, Jasper. Je hoeft ze niet weg te vegen." Ze kussen elkaar en dan vraagt Pieter: "Zie je op tegen het officiële moment straks?"
"Ja. Ik heb er een vreemd gevoel over. Ik weet niet wat het is maar… het voelt raar."
"Dat je straks voor de wet aan mij gekoppeld bent?"
"Nee, dat is het niet. Het… ik weet het niet… ik… nou ja… laat ook maar. Het zal wel goed gaan allemaal en anders zorg ik wel dat het goed komt. Dan improviseer ik wel iets."
Pieter kijkt zijn vriend raar aan. Improviseren? Het gaat toch allemaal volgens een bepaald patroon? Een planning die Astrid en David uitvoerig met hen doorgenomen hebben. De ambtenaar zegt het een en ander en dan komen de vragen en hun antwoorden. Hoe wil je daar nou gaan improviseren? Hij spreekt zijn bedenkingen echter niet uit. "Je hebt nog met mevrouw Greveling gesproken, zag ik." Hij ziet het knikje van Jasper. "Wat vond ze van jouw voorstel?"
"Ze vond het een goed idee om het zo te doen. En dat is het ook. Het geeft mij een stuk rust en toch verspeel ik geen jaar in mijn schoolloopbaan?"
"En wat had je gedaan als zij bezwaren zou hebben?"
"Die heeft ze niet en dus hoef ik daar niet over na te denken."
"Kom! Je maakt mij niet wijs dat je al een scenario had klaar liggen om dan toch je doel te bereiken," stelt Pieter heel pertinent.
"Ja, ook daar had ik over nagedacht. Maar dan zou het een stuk lastiger zijn geworden. Nu met een sterke bondgenoot aan mijn zijde is het zo goed als geregeld, heb ik het idee. Maar nu wil ik het er verder niet over hebben. Wil je me even helpen? Ik ben wat duf van die slaappil en een plens ijskoud water in mijn gezicht haalt dat gevoel hopelijk wat weg. Maar zorg er wel voor dat er geen water op mijn haren komt want anders krijgt Guillaume een rolberoerte!"
---
Dan volgt er het volgende entree. Iedereen zit al in de grote zaal als het bruidspaar, geflankeerd door de ceremoniemeesters, binnenschrijdt. Vooraan, tussen de getuigen, zijn plekken voor hem en Pieter gereserveerd. "We zo handig, dat we vooraan zitten," grinnikt hij over zijn schouder tegen Pieter. Het zijn de zenuwen waarschijnlijk die hem dit doen zeggen. Pieter zet zijn rolstoel naast de stoelen van zijn ouders, zijn getuigen, en gaat dan naast hem zitten terwijl Astrid en David, de getuigen van Pieter, daarnaast plaatsnemen. De ambtenaar van de burgerlijke stand, de burgemeester van de gemeente Elburg die zich deze gelegenheid niet wilde laten ontgaan, schraapt zijn keel en opent de plechtigheid.
"Geachte aanwezigen. Het is mij een eer u allen van harte welkom te heten bij de huwelijksvoltrekking van Pieter Immanuel Maria Kemp Verhaeghe en Jasper Verhulst. Een toespraak wordt er van mij niet verwacht maar toch kan ik niet helemaal zonder wat woorden." En dan begint de man als eerste met een beschrijving van het landhuis en de betekenis ervan voor de gemeente Elburg. Het lijkt haast op informatie verstrekt door de plaatselijke VVV.
Al heel snel is Jasper niet meer bij de les. Het verhaal van de burgemeester kent hij grotendeels al van Simeon die het bovendien een stuk leuker wist te brengen. Opa had allerlei details uit de boeken in zijn bibliotheek opgediept en enorm veel foto's, sommige echt heel erg oud, laten zien. Jasper kijkt wat om zich heen en is dan ineens helemaal verloren in gedachten. Zelfs herinneringen die niet zijn eigen herinneringen kunnen zijn, maar die hij alleen maar van anderen gehoord heeft, komen voorbij. Hij is terug bij het begin van alles. Zijn vriendschap met Marcel. De beschrijving die Pieter hem gaf, verbaast hem nog steeds. Pieter heeft hem gezegd dat hij het meest verliefd op Marcel was geweest op de momenten dat hij niet bij hem in de buurt was. De verklaring daarvoor was dat hij bij Marcel in de buurt er altijd voor had moeten zorgen dat deze niet te ver gingen. Bij Marcel was er dus waarschijnlijk altijd een drive geweest om meer te willen dan hij had gewild en toch… toch had hij daar eigenlijk niets mee gedaan. Hij had hem gewaarschuwd, een tik over de vingers gegeven maar nooit echt de knoop doorgehakt. Is het dan niet zijn eigen schuld dat… Nee! Hij weigert verder in te gaan op dit destructieve hersenspinsel. De uitspraak van zijn moeder daarover hoort hij ineens ook heel erg duidelijk. Nooit had Marcel mogen proberen hem te verkrachten en gelukkig was dat ook niet gelukt. En ook het feit dat hij daarbij geweld had moeten gebruiken, gaf Marcel niet het recht om hem zo toe te takelen! Hij merkt dat er een traan langzaam over zijn wang glijdt en voelt hoe zijn moeder die weg veegt. Waarschijnlijk heeft ze het idee dat hij emotioneel is vanwege de plechtigheid. Gelukkig weet ze niet dat hij aan het denken geslagen is. Nou ja, ze kent hem heel erg goed en bovendien is het haast onmogelijk om zijn gedachten voor haar verborgen te houden. Opnieuw glijdt hij weg. Terug naar een gedachte aan het verleden die niet van hem zelf kan zijn: De beschrijving van zijn moeder over het gebeurde. Hij voelt letterlijk de pijn. De wonden in zijn buik lijken aan te trekken. Hoe kan iemand er toe komen iemand anders zoiets aan te doen. Wat voor een persoon is Marcel in het echt geweest? Er is een brief van zijn ouders gekomen met het verzoek om eens te mogen komen praten maar hij heeft daarmee nog niets gedaan. Hij kan het niet. Nog niet. Met dat stuk van het verleden, dat toch heel duidelijk zijn verleden is, moet hij nog in het reine zien te komen, zo voelt hij. De ontmoeting met Lex was misschien een mooi begin daarvan. Lex moet hij vaker gezien hebben bij Marcel maar… er is geen echte herinnering. Misschien als hij wat vaker met hem kan praten dat er dan… Nee, het komt niet terug. Daar is hij zeker van maar misschien dat hij het dan wel aandurft om met de ouders van Marcel te praten. Hun brief was heel zorgvuldig geschreven. Ze gaven hem nergens de schuld van. Wisten dat hun zoon op een verkeerd pad zat. Maar toch… voor hem blijft het moeilijk. En dan neemt hij zichzelf toch voor om het gesprek binnenkort aan te gaan. Niet alleen. Dat wil hij niet. Samen met Pieter of met zijn moeder. Of misschien moet iemand anders het voor hem doen. Maar dat gesprek moet er wel komen.. En dan is er nog iets dat hij moet doen. Er zijn berichten gekomen van andere jongens die het slachtoffer geworden zijn van Marcel. Hij vindt dat hij daar iets mee moet. Met Henri heeft hij dat contact al gehad maar er zijn anderen. Als ze het nodig hebben, moeten ze geholpen worden en als hij daar een rol in kan spelen dan wil hij dat heel erg graag doen. Ook dat weer niet alleen. Misschien dat Astrid hem daarbij kan helpen. Ze heeft Henri tenslotte ook geholpen. Wel niet officieel omdat hij al een therapeut had maar toch heeft ze een paar keer met hem alleen en samen met zijn ouders gesproken. Met hem gaat het gelukkig heel erg goed, zo heeft hij te horen gekregen vanmorgen. Natuurlijk, net als bij zichzelf, zullen er momenten zijn dat zoiets terugkomt. Dat je eventjes in gedachten verzinkt maar… het zal nooit meer zo zijn dat het je leven totaal beheerst… dat het je denken en voelen controleert… dat het…
Als Jasper niet meteen reageert op de hem gestelde vraag, hoort Marion de stilte in de grote zaal. Tijdens de toespraak van de burgemeester had ze al het idee dat hij er niet helemaal bij was. Op een gegeven moment was er, terwijl de man een anekdote vertelde, een traan geweest op het gezicht van haar zoon. Ze had die weggeveegd en zijn hand beet gepakt maar had het idee dat hij dat laatste helemaal niet had gemerkt. Ze had gevoeld dat hij terug in het verleden was en niets gedaan om hem terug te halen. Bewust niet. Ze weet dat er altijd dit soort momenten zullen zijn dat hij daarheen terug zal gaan. Dat het duistere verleden van dat wat hij had met Marcel en de gevolgen daarvan even de boventoon zullen voeren. Niet om de rest van zijn leven te beheersen. Dat gelukkig niet! Hij heeft het geluk waarnaar hij op zoek was niet bij Marcel gevonden maar bij Pieter. En… het is vreemd… want zonder Marcel, zonder de verhalen die er op de avond van de vierde mei de ronde deden over haar zoon en Marcel, zou hij nooit contact gekregen hebben met Pieter. Daarvoor was Pieter veel te verlegen. En dus is dat vreemde intermezzo, dat hij zelf nog steeds niet echt begrijpt, een opmaat geweest voor dat wat ze deze dag met elkaar beleven. Natuurlijk was het zo nooit de bedoeling geweest maar ja… het leven doet je soms ineens voor verrassingen staan. Je kunt het allemaal niet plannen! Natuurlijk doen we dat wel zo veel mogelijk maar… de afgelopen weken, maanden, maken haar weer eens duidelijk dat je mee zult moeten gaan in de stroom en gelukkig heeft haar oudste kind dat nu ook heel erg goed door. De wijze waarop hij dat heeft geleerd is een vreselijk harde manier geweest en hij zal de littekens daarvan altijd dragen maar hij is net als die eerste keer er een stuk sterker uitgekomen. Natuurlijk is hij er nog niet. Moeten heel veel dingen nog op hun plaats vallen maar ze heeft vertrouwen in de toekomst. Niet dat ze zich daar beelden van maakt. Nee, ze laat alles los. De vraag die de burgemeester, in zijn rol van ambtenaar van de burgerlijke stand, aan Jasper stelt hoort zij wel en met een teder gebaar zorgt ze ervoor dat hij weer terug in het nu komt.
"Euhh… sorry hoor maar ik was eventjes wat afgedwaald. Hadden we niet afgesproken dat u geen toespraak zou houden? Maar… het geeft niet. Euhhh… "
De burgemeester kleurt tot diep in zijn hals en vraagt Jasper of hij de gestelde vraag nog eens zal herhalen voor hem.
"Als het erom gaat dat ik met een eenvoudig 'ja' voor de rest van mijn leven aan die knappe vent naast mij gebonden zal worden, dan is de vraag mij duidelijk." In de zaal wordt gelachen. "En het antwoord ook. Kan het licht misschien even wat gedimd worden?"
Al vanaf het moment dat Jasper niet meteen reageerde op de vraag die hij voorgelegd kreeg, heeft Pieter het zweet in zijn oksels staan. Waarom reageert hij nou niet, schoot er meteen door hem heen. In de grote zaal van 'Boschlust' was het ineens zo stil dat je letterlijk een speld zou kunnen hebben horen vallen. En hij voelde ook dat alle ogen op hem en Jasper gericht waren en dat voelde absoluut niet prettig. Snel kijkt hij naar rechts en ziet dat Jasper vreemd voor zich uit zit te staren. Hij ziet hoe zijn moeder zijn rechter hand vasthoudt. Zij weet meer en daarom kijkt hij haar verbaasd aan. Een knipoog volgt. Dan ziet hij hoe ze heel voorzichtig Jaspers arm aanraakt en ineens lijkt hij wakker te worden. Zat hij te slapen dan? Wie valt er nou tijdens zijn huwelijksplechtigheid in slaap! Maar dan lijkt hij ineens ook weer heel alert en scherp te zijn en krijgt de burgervader van Elburg een veeg uit de pan die ervoor zorgt dat het publiek begint te gniffelen en dat de man flink rood aanloopt. Het vervolg snapt Pieter dan weer niet. Waarom nou niet gewoon alsnog 'ja' zeggen. Hij heeft het tenslotte ook al gezegd. Daarvoor gaan staan, zo hadden ze afgesproken, zou niet nodig zijn omdat Jasper… nou ja… die zou ook blijven zitten. En dan vraagt Jasper of er iemand is die het licht kan dimmen. Is dit het improviseren waar hij eerder op doelde? Want als dat het geval is, dan is er helemaal geen sprake van improviseren maar van een vooraf geplande actie.
Als het licht haast helemaal uit is, begint Jasper heel rustig te praten."Een aantal weken geleden werd ik voor het eerst wakker, zo voelde het. Wakker in een omgeving die ik niet kende, in een wereld waar ik de mensen die bij mij kwamen niet kende, een werkelijkheid waarin ik niet wist wie ik zelf was. Het was vreselijk beangstigend. Want al die lieve mensen om mij heen kenden mij wel en ik kende hen niet! Het zou het scenario van een heel enge film geweest kunnen zijn. Wat ik meteen wel voelde was liefde. Het kleine gezelschap mensen van de eerste dagen liet me heel duidelijk voelen dat ze vreselijk veel van mij hielden. Ze vatten dat in woorden, lieten dat zien in tranen en in gebaren. Er waren foto's en verhalen uit het verleden. Een verleden dat er voor hen wel was maar voor mij niet. En toch… toch wist ik dat ik dat verleden geleefd moest hebben want hoe zouden anders die verhalen en foto's er kunnen zijn? En meteen, op de allereerste dag dat ik Pieter zag, kwam er ook die brief. Beter gezegd, dat vodje dat Pieter al weken bij zich droeg. Hij wilde het mij laten lezen maar dat lukte me niet. Toen las hij het voor en toen dat hem niet lukte nam Astrid het over." Op de muur achter de ambtenaar verschijnt dan ineens de tekst van de bedoelde brief. "Voor jullie allemaal te lezen opdat jullie weten dat ik heel veel van Pieter houd. Vanaf het allereerste moment was ik verliefd op hem. En ga me nou niet vragen wat daarvoor nou precies de aanleiding was want dan zijn we nog lang niet uitgepraat en duurt deze ceremonie alleen nog maar veel en veel langer. Daar op de wand staat het zwart op wit in mijn handschrift, met mijn naam eronder. Een verklaring aan mijzelf vanuit het verleden. Een verleden dat ik niet ken. Maar wel bewijs genoeg van mijn liefde voor Pieter. En daarom, beste burgemeester, lieve Pieter, lieve familie, lieve vrienden, komt hier mijn antwoord: 'Ja.' Dank jullie wel dat jullie er allemaal zijn."
"Dan verklaar ik als ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Elburg dat jullie vanaf nu in het echt aan elkaar verbonden zijn. Jullie mogen elkaar kussen, als jullie dat willen."
Even kijken de twee elkaar aan en dan opent Pieter zijn mond: "Nee, voor zoveel publiek doen we dat echt niet!"
Niels pikt dat echter niet. Hij springt op en rent naar de twee toe. "Kussen!" roept hij. "Jullie hebben elkaar al veel vaker gekust en dat heb ik heus wel gezien hoor! Dus nu moeten jullie ook! Dit is belangrijk voor de foto's!" En dan komt de kus er toch en flitsen er heel veel camera's om het moment suprème vast te leggen.
Een uitwisseling van ringen is er niet en daarom gaat de ambtenaar meteen verder met het ondertekenen van de akte. Deze wordt in het kort voorgelezen en dan ondertekend door de echtelieden en hun getuigen.
En dan is er voor de burgemeester nog een laatste woord. "Heel graag geef ik jullie een favoriete spreuk van mij mee. 'Alles wat je in liefde loslaat, zal voller van liefde terugkeren.' En, Jasper, wees gerust. Dit waren echt mijn allerlaatste woorden maar ik verdwijn pas van het toneel nadat ik jullie als eerste heb mogen feliciteren."
---
"Schrok je?" vraagt Jasper als hij weer op zijn bed ligt.
"Natuurlijk schrok ik!"
Na de felicitatie van de burgemeester en de naaste familie is het tweetal meteen teruggegaan naar Jaspers appartement met als bedoeling dat hij voldoende rust zal krijgen. De andere gasten krijgen later die dag de gelegenheid om hen te feliciteren.
"Sorry. Vanaf het moment dat ik die knakker zag tijdens het voorbereidende gesprek wist ik dat hij zich niet aan de afspraak zou houden en toen ik dat bevestigd kreeg op het moment dat hij begon met dat VVV-praatje van hem, was ik meteen weg. Had ik tijd om even wat te overdenken." Jasper ziet de bezorgde rimpels, want zo herkent hij ze inmiddels, in het voorhoofd van zijn vriend, nee van zijn echtgenoot. "Niet zo bezorgd kijken, man! Ik kan er mee omgaan. Dat weet je. Bovendien heeft mijn moeder me geen moment uit het oog verloren. Ze was er meteen voor me. Zodra ze mijn eerste traan zag, wist ik dat ze er was en dat was voor mij als een baken in woeste zee. Ik wist dat ik met een gerust hart even dat uitstapje kon maken omdat zij ervoor zou zorgen dat ik niet zou verdwalen."
"Als een vuurvliegje in het donker," vult Pieter aan.
"Ja. En weet dat jij dat ook voor mij bent, Pieter! Ik kan niet zonder jou!"
"Ik weet dat ik in elk geval niet zonder jou kan."
"Dus je gelooft me niet?"
"Tuurlijk wel. Jouw brief spreekt nog steeds boekdelen voor mij. Had je een complot gesmeed met David?" Pieter ziet hoe zijn kersverse echtgenoot naar hem knikt. "Ja, de enige die je voor zoiets kunt inschakelen natuurlijk want Astrid heeft er geen verstand van."
"Nee, van techniek heeft ze totaal geen kaas gegeten maar gelukkig kan ze dat gebrek aardig goed camoufleren door van heel veel andere dingen wel verstand te hebben. Kom je bij me liggen?"
"Hebben we daar tijd voor?"
"Ook als dat er volgens de planning niet is, nemen we die tijd. Die kus op aandringen van Niels was goed maar ik weet dat je veel en veel beter kunt, schat."
Wordt vervolgd op donderdag 25 december 2014
Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, januari 2013.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.