Liefde hfdst. 4
Geplaatst: ma 03 sep 2012, 17:53
Waarom gaat die vervloekte wekker nu weer? Zodra het echt leuk wordt, gaat steeds die verdomde wekker af. Tim staat maar op, kleedt zich aan en pakt zijn spullen bij elkaar voor school. Als hij beneden komt, ruimt hij als laatste de ontbijtspullen op, gaat daarna richting school. Als hij op de vaste afspreekplek komt van hem en Koen, merkt hij dat Koen er nog niet is. Een minuutje of vijf later roept hij: "Kon je de uitgang van je bed vinden?"
"Nou, ik kan eerder vragen of je uit bed bent gevallen?"
Ja ja, zo kan het ook wel weer. Ondertussen moet Tim wel een sprintje maken om zijn vriend in te halen.
"Het was zeker gezellig met Sofie gisteravond?", roept Tim plagerig naar Koen. Dan plaagt Koen zijn maatje even terug door te zeggen: "Nou, jij had Jasper gisteren kunnen vragen of hij met jou naar het schoolfeest gaat?"
"Maar dat wordt een flinke klus, want hij ziet me toch niet staan."
"Nou en? Nee heb je en ja kan je krijgen. Weet je nog wat ik je gisteren verteld heb."
"Ja, dat weet ik, hij is homo."
"Juist en ik heb het van zijn beste vriendin gehoord."
"Ja, dat weet ik, Koen.", zucht Tim, "Maar Ik durf het niet, ik wil eerst uit de kast zijn voor mijn ouders voor ik Jasper eventueel meevraag."
"Dan mag je wel opschieten, want het feest is al over ruim twee weken."
"Ja, dat weet ik, meneer betweter. Maar was het gisteravond gezellig bij Sofie?"
Dan remt Koen af en zegt tegen Tim: "Nou ik ben gisterenmiddag bij haar thuis geweest maar ze was er niet."
Dan remt Tim ook af.
"Maar heb wel haar vader gesproken en gevraagd of hij wilde doorgeven dat ik langs was geweest. Dat heeft hij ook gedaan want ze belde me na het eten op. Ze vertelde me dat Jasper vannacht in het ziekenhuis moest blijven omdat hij een hersenschudding heeft."
Tim schrikt hier van. Koen gaat verder met zijn verhaal, vertelt dat Jasper waarschijnlijk vandaag naar huis mag maar dat hij sowieso de rest van de week niet meer naar school komt. Het is zelfs niet zeker of hij voor het feest weer op school is.
"Nee, hoe ga ik dit overleven, Koen?"
"O ja, Tim, nog een ding, Sofie vertelde me nog iets."
"Wat dan?", vraagt Tim.
"Nou, Sofie en Tom hebben aan zijn zus en moeder verteld dat hij jou leuk vindt. Dus Tim, als jij hem had gevraagd, dan had hij vast ja gezegd."
"Nou dan, had die ja gezegd, dan had ik een date, die niet eens op het feest kan komen omdat Hendrik zo nodig die bal hard moest schoppen."
"Tim, luister eens. Als je nou gisteren geluisterd had naar mevrouw Klaver, dan had je geweten dat hij zich eerder al niet lekker voelde en daardoor een epileptisch aanval heeft gehad. Die harde schop van Hendrik heeft er niks mee te maken."
"Nou wel hoor, Koen, want die bal, die Hendrik heeft geschopt, heeft hem wel de genadeklap gegeven."
"Ja, oké, daar heb je gelijk in. Maar dan nog heeft dat er niks mee te maken, dan was hij wel vanuit het niets tegen de vlakte gegaan."
"Daar heb je weer gelijk in.", zegt Tim, "maar dan nog, dankzij Hendrik moet ik nu de rest van de week zonder Jasper doen."
"Tim, laten we opschieten, anders zijn we allebei echt te laat."
Ze beginnen allebei heel hard te trappen. Als ze hun fietsen op slot hebben gezet en de school inlopen, gaat net de eerste bel.
De dag gaat enorm traag voorbij. Voor het gevoel van Tim duurt het al een hele dag voor de eerste pauze aanbreekt. In de kantine zit hij voor zich uit te kijken. Koen zoekt Sofie op om te kijken of zij nog iets gehoord heeft, maar hij kan haar niet vinden. Dan loopt hij naar Tim en als hij eenmaal bij hem is, gaat die verdomde bel. Ze lopen richting het lokaal van mevrouw Londen. Dan ziet Koen ineens Sofie lopen. Maar ze loopt al veels te ver om haar te roepen. Hij besluit om in de lunchpauze haar te pakken krijgen. Hij gaat naast Tim zitten, die zijn boeken al op tafel heeft liggen. Maar open liggen ze nog niet. Hij kijkt naar buiten. Hij is zo in gedachten verzonken, dat hij niet eens door heeft dat Koen naast hem is komen zitten. Hij heeft zelf niet eens door dat de tweede bel is gegaan. Mevrouw Londen sluit de deur en neemt de absenties op. Als ze vraagt of Tim er is, zegt Koen voor hem: "Ja, die is er."
Want Tim krijgt niks mee, die zit nog altijd naar buiten te staren. De hele les gaat aan hem voor bij. Hij is steeds met Jasper bezig. Hij vraagt zich af hoe het met hem gaat. Als de les afgelopen is, tikt Koen hem op zijn schouder en zegt dat de les voorbij is. Ze doen beide hun boeken in hun tassen. Koen zegt: "Als je wilt, kan je mijn schrift wel lenen om de antwoorden over te schrijven. We hebben geen huiswerk opgekregen."
Bij geschiedenis let Tim ook al niet op. Als de docent het huiswerk op het bord heeft geschreven, gaat de bel. Koen haalt opnieuw zijn vriend terug naar de aarde. Ze lopen samen naar de kantine. Als Tim aan hun vaste tafel zit, ziet Koen dat Sofie de kantine binnenloopt. Hij begint te zwaaien naar haar, zodat zij hem ziet. Ze loopt gelijk naar hem toe. Als ze bij Koen is, vraagt ze: "Hoe is het met je?"
"Nou met mij gaat het wel.", zegt Koen, "Maar ik vroeg me af of je nog wat van Jasper gehoord hebt?"
"Nee, ik heb nog niets gehoord.", geeft Sofie terug, "Tom weet misschien wel iets, maar die is er vandaag niet. Hij is thuisgebleven omdat hij vannacht amper heeft geslapen."
"Kan je hem niet bellen?"
"Nee, dat gaat niet, want hij heeft zijn telefoon uitstaan. Ik heb ook naar zijn huis gebeld, maar kreeg zijn moeder aan de lijn. Zij zei dat ze ook niks wist en dat Tom niet naar school kwam omdat hij eindelijk sliep. Ik heb ook zijn zus proberen te bellen en naar het huis van Jasper maar niemand neemt op."
"Dan houdt het op.", zegt Koen.
"Ja inderdaad dan houdt het op. Maar ik ga vanmiddag wel even langs het huis van Jasper."
Op het moment dat Sofie het zegt, gaat haar telefoon. Ze neemt meteen op.
"Hoi Sandra, wat is er?"
"Nou Sofie, de artsen hebben besloten dat Jasper nog een nacht in het ziekenhuis moet blijven.", vertelt Sandra.
"Oké, weet je ook waarom?", vraagt Sofie.
"Nee, dat willen de artsen niet zeggen. Maar hij mag, als het goed is, morgen naar huis. Oja, Sofie, als je wilt, mag je vanmiddag langs komen."
"Oké, dat doe ik zeker, dank je wel en tot vanmiddag.", zegt Sofie als ze ophangt, "Nou, ik heb nieuws over Jasper."
Tim wilt het liefste gelijk vragen wat voor nieuws maar hij bedenkt zich en reageert niet. Dat hoeft hij gelukkig ook niet te doen, want Koen vraagt het al: "Wat is er met Jasper?"
"Nou...", zegt Sofie, "Dat was zijn zus Sandra en ze vertelde mij dat Jasper nog een nacht in het ziekenhuis moet blijven."
"Waarvoor dan?", vraagt Koen.
"Dat weet ik niet.", zegt Sofie, "De artsen hebben besloten om hem nog een nacht te houden, dus hopelijk mag hij morgen naar huis."
"Nou, dat hoop ik ook."
Dan gaat die vervloekte bel weer. Sofie zegt: "Koen, ik spreek je vanavond wel."
"Is goed Sofie, ik spreek je vanavond.", hij geeft haar een kus op de wang. Tim kijkt stiekem naar die twee en denkt bij zichzelf: 'Dat zou ik ook wel willen maar dan wel met Jasper.'
Als Sofie weg is, staat Tim op en loopt richting de prullenbak en gooit zijn brood weg. Hij heeft geen trek in eten. Hij heeft gisteravond verplicht zijn bord moeten leegeten van zijn ouders. Vanochtend heeft hij ook niks gegeten want hij had gewoon weg geen trek. Nu ook weer niet. Hij moet maar steeds aan Jasper denken, die daar in het ziekenhuis maar ligt. Als het aan hem lag, ging hij er vanmiddag heen. Maar ja, zijn moeder en zus zullen er wel zijn.
Als eenmaal de dag erop zit, besluit hij gewoon naar huis te gaan om aan al dat huiswerk te beginnen. Hij heeft gelukkig de schriften van Koen mogen lenen, waarop hij besluit om gelijk aan het overschrijven te beginnen. Zo kan hij morgen de schriften aan Koen terug geven. Als zijn moeder roept dat er eten is, gaat hij met tegenzin naar beneden. Als hij aan tafel zit, begint zijn moeder zijn bord vol te schepen. Als ze zijn bord voor zijn neus zet, schuift hij zijn bord van zich af. Dan zegt zijn vader: "Kom op, Tim, eet wat."
"Ik heb niet zo veel trek."
"Eet dan tenminste je groente op, Tim.", zegt zijn moeder.
Dan begint Tim te eten ook al is het met tegenzin.
De volgende dag gaat het weer net zo. Gelukkig is Tom ook weer op school. Als Tim en Koen tijdens de lunchpauze hun tafel hebben gevonden, komen zowel Sofie als Tom hun kant op. Als ze eenmaal bij Tim en Koen zijn, vraagt Koen gelijk of er nog nieuws is. Waarop Tom vertelt dat Sandra hem die ochtend heeft gebeld met het nieuws dat Jasper vandaag naar huis mag, maar pas volgende week weer naar school mag. Hierdoor is Tim opgelucht. Maar hij zal vooral blij zijn als hij Jasper weer op school ziet. Intussen vraagt Koen waarom Jasper nog een nacht moest blijven. Dan vertelt Tom dat Jasper gisterochtend nog een epileptisch aanval heeft gehad waardoor de artsen hadden besloten om hem nog een nachtje te houden. Voor de zekerheid want is het gebruikelijk dat iemand, die een epileptisch aanval heeft gehad, er nog eentje binnen vierentwintig uur kan krijgen. Maar omdat Jasper ook nog een zware hersenschudding heeft, vonden de artsen dat het beter was om hem nog te houden voor een nacht.
Na de gymles gaat Tim gelijk naar huis om al het huiswerk temaken. Maar als zijn moeder roept dat er eten is, gaat hij weer met tegenzin naar beneden. Als hij eenmaal beneden is, staat er al bord met eten op hem te wachten. Weer eet hij maar wat kleine hapjes. Dan vraagt zijn vader of er iets is. Maar Tim zegt dat hij zich niet zo lekker voelt. Het is gewoon erg druk op school. Erg veel huiswerk. "Oké.", zegt zijn vader.
Als ze klaar zijn met eten vraagt zijn moeder of hij even tijd heeft om te helpen met de afwas. Ook al heeft hij niet echt zin. Hij helpt zijn moeder met de afwas. Als hij even later op zijn kamer bezig is met het laatste beetje huiswerk komt zijn moeder zijn kamer binnen gelopen.
"Is er iets met je, Tim? Want je bent de laatste dagen wat afwezig, je hebt ook al niet zoveel trek."
Tim kijkt zijn moeder aan.
"Nou, ik kan eerder vragen of je uit bed bent gevallen?"
Ja ja, zo kan het ook wel weer. Ondertussen moet Tim wel een sprintje maken om zijn vriend in te halen.
"Het was zeker gezellig met Sofie gisteravond?", roept Tim plagerig naar Koen. Dan plaagt Koen zijn maatje even terug door te zeggen: "Nou, jij had Jasper gisteren kunnen vragen of hij met jou naar het schoolfeest gaat?"
"Maar dat wordt een flinke klus, want hij ziet me toch niet staan."
"Nou en? Nee heb je en ja kan je krijgen. Weet je nog wat ik je gisteren verteld heb."
"Ja, dat weet ik, hij is homo."
"Juist en ik heb het van zijn beste vriendin gehoord."
"Ja, dat weet ik, Koen.", zucht Tim, "Maar Ik durf het niet, ik wil eerst uit de kast zijn voor mijn ouders voor ik Jasper eventueel meevraag."
"Dan mag je wel opschieten, want het feest is al over ruim twee weken."
"Ja, dat weet ik, meneer betweter. Maar was het gisteravond gezellig bij Sofie?"
Dan remt Koen af en zegt tegen Tim: "Nou ik ben gisterenmiddag bij haar thuis geweest maar ze was er niet."
Dan remt Tim ook af.
"Maar heb wel haar vader gesproken en gevraagd of hij wilde doorgeven dat ik langs was geweest. Dat heeft hij ook gedaan want ze belde me na het eten op. Ze vertelde me dat Jasper vannacht in het ziekenhuis moest blijven omdat hij een hersenschudding heeft."
Tim schrikt hier van. Koen gaat verder met zijn verhaal, vertelt dat Jasper waarschijnlijk vandaag naar huis mag maar dat hij sowieso de rest van de week niet meer naar school komt. Het is zelfs niet zeker of hij voor het feest weer op school is.
"Nee, hoe ga ik dit overleven, Koen?"
"O ja, Tim, nog een ding, Sofie vertelde me nog iets."
"Wat dan?", vraagt Tim.
"Nou, Sofie en Tom hebben aan zijn zus en moeder verteld dat hij jou leuk vindt. Dus Tim, als jij hem had gevraagd, dan had hij vast ja gezegd."
"Nou dan, had die ja gezegd, dan had ik een date, die niet eens op het feest kan komen omdat Hendrik zo nodig die bal hard moest schoppen."
"Tim, luister eens. Als je nou gisteren geluisterd had naar mevrouw Klaver, dan had je geweten dat hij zich eerder al niet lekker voelde en daardoor een epileptisch aanval heeft gehad. Die harde schop van Hendrik heeft er niks mee te maken."
"Nou wel hoor, Koen, want die bal, die Hendrik heeft geschopt, heeft hem wel de genadeklap gegeven."
"Ja, oké, daar heb je gelijk in. Maar dan nog heeft dat er niks mee te maken, dan was hij wel vanuit het niets tegen de vlakte gegaan."
"Daar heb je weer gelijk in.", zegt Tim, "maar dan nog, dankzij Hendrik moet ik nu de rest van de week zonder Jasper doen."
"Tim, laten we opschieten, anders zijn we allebei echt te laat."
Ze beginnen allebei heel hard te trappen. Als ze hun fietsen op slot hebben gezet en de school inlopen, gaat net de eerste bel.
De dag gaat enorm traag voorbij. Voor het gevoel van Tim duurt het al een hele dag voor de eerste pauze aanbreekt. In de kantine zit hij voor zich uit te kijken. Koen zoekt Sofie op om te kijken of zij nog iets gehoord heeft, maar hij kan haar niet vinden. Dan loopt hij naar Tim en als hij eenmaal bij hem is, gaat die verdomde bel. Ze lopen richting het lokaal van mevrouw Londen. Dan ziet Koen ineens Sofie lopen. Maar ze loopt al veels te ver om haar te roepen. Hij besluit om in de lunchpauze haar te pakken krijgen. Hij gaat naast Tim zitten, die zijn boeken al op tafel heeft liggen. Maar open liggen ze nog niet. Hij kijkt naar buiten. Hij is zo in gedachten verzonken, dat hij niet eens door heeft dat Koen naast hem is komen zitten. Hij heeft zelf niet eens door dat de tweede bel is gegaan. Mevrouw Londen sluit de deur en neemt de absenties op. Als ze vraagt of Tim er is, zegt Koen voor hem: "Ja, die is er."
Want Tim krijgt niks mee, die zit nog altijd naar buiten te staren. De hele les gaat aan hem voor bij. Hij is steeds met Jasper bezig. Hij vraagt zich af hoe het met hem gaat. Als de les afgelopen is, tikt Koen hem op zijn schouder en zegt dat de les voorbij is. Ze doen beide hun boeken in hun tassen. Koen zegt: "Als je wilt, kan je mijn schrift wel lenen om de antwoorden over te schrijven. We hebben geen huiswerk opgekregen."
Bij geschiedenis let Tim ook al niet op. Als de docent het huiswerk op het bord heeft geschreven, gaat de bel. Koen haalt opnieuw zijn vriend terug naar de aarde. Ze lopen samen naar de kantine. Als Tim aan hun vaste tafel zit, ziet Koen dat Sofie de kantine binnenloopt. Hij begint te zwaaien naar haar, zodat zij hem ziet. Ze loopt gelijk naar hem toe. Als ze bij Koen is, vraagt ze: "Hoe is het met je?"
"Nou met mij gaat het wel.", zegt Koen, "Maar ik vroeg me af of je nog wat van Jasper gehoord hebt?"
"Nee, ik heb nog niets gehoord.", geeft Sofie terug, "Tom weet misschien wel iets, maar die is er vandaag niet. Hij is thuisgebleven omdat hij vannacht amper heeft geslapen."
"Kan je hem niet bellen?"
"Nee, dat gaat niet, want hij heeft zijn telefoon uitstaan. Ik heb ook naar zijn huis gebeld, maar kreeg zijn moeder aan de lijn. Zij zei dat ze ook niks wist en dat Tom niet naar school kwam omdat hij eindelijk sliep. Ik heb ook zijn zus proberen te bellen en naar het huis van Jasper maar niemand neemt op."
"Dan houdt het op.", zegt Koen.
"Ja inderdaad dan houdt het op. Maar ik ga vanmiddag wel even langs het huis van Jasper."
Op het moment dat Sofie het zegt, gaat haar telefoon. Ze neemt meteen op.
"Hoi Sandra, wat is er?"
"Nou Sofie, de artsen hebben besloten dat Jasper nog een nacht in het ziekenhuis moet blijven.", vertelt Sandra.
"Oké, weet je ook waarom?", vraagt Sofie.
"Nee, dat willen de artsen niet zeggen. Maar hij mag, als het goed is, morgen naar huis. Oja, Sofie, als je wilt, mag je vanmiddag langs komen."
"Oké, dat doe ik zeker, dank je wel en tot vanmiddag.", zegt Sofie als ze ophangt, "Nou, ik heb nieuws over Jasper."
Tim wilt het liefste gelijk vragen wat voor nieuws maar hij bedenkt zich en reageert niet. Dat hoeft hij gelukkig ook niet te doen, want Koen vraagt het al: "Wat is er met Jasper?"
"Nou...", zegt Sofie, "Dat was zijn zus Sandra en ze vertelde mij dat Jasper nog een nacht in het ziekenhuis moet blijven."
"Waarvoor dan?", vraagt Koen.
"Dat weet ik niet.", zegt Sofie, "De artsen hebben besloten om hem nog een nacht te houden, dus hopelijk mag hij morgen naar huis."
"Nou, dat hoop ik ook."
Dan gaat die vervloekte bel weer. Sofie zegt: "Koen, ik spreek je vanavond wel."
"Is goed Sofie, ik spreek je vanavond.", hij geeft haar een kus op de wang. Tim kijkt stiekem naar die twee en denkt bij zichzelf: 'Dat zou ik ook wel willen maar dan wel met Jasper.'
Als Sofie weg is, staat Tim op en loopt richting de prullenbak en gooit zijn brood weg. Hij heeft geen trek in eten. Hij heeft gisteravond verplicht zijn bord moeten leegeten van zijn ouders. Vanochtend heeft hij ook niks gegeten want hij had gewoon weg geen trek. Nu ook weer niet. Hij moet maar steeds aan Jasper denken, die daar in het ziekenhuis maar ligt. Als het aan hem lag, ging hij er vanmiddag heen. Maar ja, zijn moeder en zus zullen er wel zijn.
Als eenmaal de dag erop zit, besluit hij gewoon naar huis te gaan om aan al dat huiswerk te beginnen. Hij heeft gelukkig de schriften van Koen mogen lenen, waarop hij besluit om gelijk aan het overschrijven te beginnen. Zo kan hij morgen de schriften aan Koen terug geven. Als zijn moeder roept dat er eten is, gaat hij met tegenzin naar beneden. Als hij aan tafel zit, begint zijn moeder zijn bord vol te schepen. Als ze zijn bord voor zijn neus zet, schuift hij zijn bord van zich af. Dan zegt zijn vader: "Kom op, Tim, eet wat."
"Ik heb niet zo veel trek."
"Eet dan tenminste je groente op, Tim.", zegt zijn moeder.
Dan begint Tim te eten ook al is het met tegenzin.
De volgende dag gaat het weer net zo. Gelukkig is Tom ook weer op school. Als Tim en Koen tijdens de lunchpauze hun tafel hebben gevonden, komen zowel Sofie als Tom hun kant op. Als ze eenmaal bij Tim en Koen zijn, vraagt Koen gelijk of er nog nieuws is. Waarop Tom vertelt dat Sandra hem die ochtend heeft gebeld met het nieuws dat Jasper vandaag naar huis mag, maar pas volgende week weer naar school mag. Hierdoor is Tim opgelucht. Maar hij zal vooral blij zijn als hij Jasper weer op school ziet. Intussen vraagt Koen waarom Jasper nog een nacht moest blijven. Dan vertelt Tom dat Jasper gisterochtend nog een epileptisch aanval heeft gehad waardoor de artsen hadden besloten om hem nog een nachtje te houden. Voor de zekerheid want is het gebruikelijk dat iemand, die een epileptisch aanval heeft gehad, er nog eentje binnen vierentwintig uur kan krijgen. Maar omdat Jasper ook nog een zware hersenschudding heeft, vonden de artsen dat het beter was om hem nog te houden voor een nacht.
Na de gymles gaat Tim gelijk naar huis om al het huiswerk temaken. Maar als zijn moeder roept dat er eten is, gaat hij weer met tegenzin naar beneden. Als hij eenmaal beneden is, staat er al bord met eten op hem te wachten. Weer eet hij maar wat kleine hapjes. Dan vraagt zijn vader of er iets is. Maar Tim zegt dat hij zich niet zo lekker voelt. Het is gewoon erg druk op school. Erg veel huiswerk. "Oké.", zegt zijn vader.
Als ze klaar zijn met eten vraagt zijn moeder of hij even tijd heeft om te helpen met de afwas. Ook al heeft hij niet echt zin. Hij helpt zijn moeder met de afwas. Als hij even later op zijn kamer bezig is met het laatste beetje huiswerk komt zijn moeder zijn kamer binnen gelopen.
"Is er iets met je, Tim? Want je bent de laatste dagen wat afwezig, je hebt ook al niet zoveel trek."
Tim kijkt zijn moeder aan.