Pagina 1 van 1

Altijd, deel 14, slot.

Geplaatst: zo 23 nov 2025, 07:19
door Wimmie
De sfeer aan tafel is warm en ontspannen, het eten smaakt heerlijk en de gesprekken gaan vanzelf. Tussen de vrolijke stemmen door grijpt Ferdy het moment aan om voorzichtig te vragen of ze misschien wat vaker bij elkaar mogen logeren.
“Van ons mag dat hoor,” klinkt het geruststellend. “Zolang jullie op school net zo je best blijven doen als het afgelopen jaar, zien wij daar geen enkel probleem in.”

Vincent kijkt oma hoopvol aan en vraagt of ze binnenkort weer eens bij opa en oma mogen logeren.
Oma straalt: “Jullie zijn altijd welkom! Het is zo gezellig als jullie er zijn, we hoeven ons nergens druk om te maken en het huis leeft helemaal op.”
En zo spreken ze af dat het helemaal goed is als Ferdy en Vincent in de laatste twee weken van de vakantie nog een keer een aantal dagen komen logeren.

Terwijl het dessert op tafel komt, brengt de vader van Vincent voorzichtig een nieuw onderwerp ter tafel. Zijn stem klinkt zacht, maar nieuwsgierig: “Hoe denken jullie dit eigenlijk op school aan te pakken?”
“En bij het voetbal, Ferdy?” voegt Ferdy’s vader er met een vriendelijke blik nog aan toe.
De jongens wisselen even een blik van verstandhouding en Ferdy antwoordt bedachtzaam: “We hebben het er samen al over gehad. Voorlopig houden we het gewoon zoals het is. We waren toch al vaak samen, dus dat zal niet opvallen. In het openbaar laten zien dat we iets hebben, dat doen andere stelletjes op school ook zelden. In de aula zoenen gebeurt eigenlijk nooit; als het al gebeurt, levert dat meestal gezeur op. We willen eerst nog samen bespreken hoe we hier het beste mee om kunnen gaan. Mocht het niet goed voelen…”

Opa knikt begripvol en legt zijn hand even op Ferdy’s arm. “Het belangrijkste is dat jullie elkaar hebben en weten dat jullie ouders volledig achter jullie staan. Ik heb Ferdy wel eens verteld over die jongen die gepest werd, omdat hij vertelde dat hij op jongens viel en aan een klasgenoot vertelde dat hij verliefd op hem was. Die ging hem daarom samen met zijn vrienden pesten. Hij voelde hij zich heel erg alleen. Dat gun je niemand. Ik stel voor dat als jullie over een paar weken weer komen logeren, ik mijn verhaal verder vertel. Over hoe je sterker staat tegenover pesten. Dan kunnen jullie er rustig over nadenken, met je ouders praten en samen beslissen of en wanneer je er open over wilt zijn. Maar weet, het allerbelangrijkste is dat wij er voor jullie zijn.”

Daarna verschuiven de gesprekken voorzichtig naar andere onderwerpen. Op een rustig moment, als de avond relaxed voortkabbelt, durft Ferdy zachtjes te vragen: “Zou het mogen… dat wij vanavond nog samen slapen?”

Met een glimlach reageert Ferdy’s moeder: “Ik had al verwacht dat jullie dat zouden vragen. We hebben het er al samen over gehad. Zolang de periode dat wij en jullie op vakantie gaan nog niet begonnen is, is dat prima hoor. Jullie mogen om en om bij elkaar slapen. Na de vakantie, als we terug zijn, mag het ook nog tot het einde van de zomervakantie. Daarna wordt het iets bijzonders voor het weekend, goed? En dan moeten we ook nog eens goed met je zusje praten, want het zou zomaar kunnen dat zij straks iets opmerkt.”

“Jullie zijn echt zo lief voor ons,” floept Ferdy eruit. Hij is een beetje overrompeld door zijn eigen woorden. “Sorry, ik bedoel het niet gek hoor,” haast hij zich te zeggen, bijna verlegen. Vincents moeder schiet in de lach: “Ach, ik had gehoopt op een compliment!”
Ferdy glimlacht opgelucht. “Het is echt als een compliment bedoeld, alleen kwam het er wat onhandig uit, geloof ik.”
“Helemaal niet onhandig,” stelt Vincents moeder gerust. “Wij willen gewoon goed naar jullie luisteren en proberen mee te denken met wat voor jullie belangrijk is. Jullie geluk telt voor ons. Zolang school er maar niet onder lijdt, vinden wij het allemaal prima.”

“Daar maken we onszelf ook sterk voor,” verzekert Vincent. “We willen niet dat het schoolwerk eronder lijdt. Alleen, buiten thuis kunnen we niet laten zien wat we voor elkaar voelen. Hier mogen we tenminste gewoon onszelf zijn. Dat is zo fijn.”
“Precies zo denken wij er ook over, jongen,” knikt zijn moeder warm. “Daarom krijgen jullie thuis die ruimte.”

Het is heel erg gezellig en redelijk laat rijden opa en oma weg met een heel stevige knuffel van beide jongens en de belofte dat zij na hun vakanties nog een paar dagen komen logeren.
Afgesproken is dat de jongens vannacht samen bij Ferdy slapen en morgen bij Vincent.

Terwijl ze zich klaarmaken om naar bed te gaan, fluistert Ferdy’s vader met een glimlach tegen zijn vrouw: “Misschien moeten we Ferdy’s bed maar eens omtoveren tot een volwaardig bed en hem een breder bed geven. Slapen met zijn tweeën op negentig centimeter is best knus, maar samen iets meer ruimte lijkt me toch wel zo prettig.”

Met een tedere blik merkt Ferdy’s moeder op: “Ons kleine jongetje groeit ineens razendsnel op, hij moet zijn dertiende verjaardag nog vieren. Dit had ik me toch nooit zo voorgesteld.”
Zijn vader knikt. “Voor mij voelt het eigenlijk hetzelfde. Misschien mogen we hopen dat Chantal wat langer kind blijft. Maar eerlijk is eerlijk: ze gaan er zo natuurlijk mee om. Afgezien van die tijd waarin ze stiekem verliefd naar elkaar keken, hebben ze het gewoon goed gedaan. We zagen het natuurlijk wel, maar we vonden het belangrijk dat ze het op hun eigen manier ontdekten en er zelf over begonnen. Je denkt dat ze zich veilig genoeg voelen bij ons, maar blijkbaar ligt dat toch iets ingewikkelder. Misschien hadden we duidelijker moeten maken dat het voor ons heel normaal is als iemand homo is. Maar wie staat daar nu bij stil?”

Met een warme glimlach vervolgt Ferdy’s moeder : “Gelukkig kon Ferdy bij jouw ouders terecht. Die band tussen hem en opa en oma is zo bijzonder; hij voelde zich veilig genoeg om daar alles te delen. Jouw vader heeft zich aan zijn woord gehouden en ons niets verteld, maar we hadden natuurlijk wel zo onze vermoedens. Uiteindelijk mogen we best trots zijn op hoe het is gegaan.”

“Vind je ze niet wat jong voor een relatie en om nu al samen te slapen?” vraagt ze voorzichtig.
Ferdy’s vader denkt even na. “Misschien wel. Maar het is aan ons om ze op een liefdevolle manier te begeleiden. Liever zie ik dat ze gewoon thuis bij elkaar zijn, dan dat ze stiekem op school in een wc of ergens in een park moeten afspreken. Ik denk dat ze voorlopig genoeg hebben aan knuffelen, zoenen en elkaar ontdekken. Mochten ze ooit verder willen gaan, dan bespreken ze dat waarschijnlijk eerst met opa en oma. Dat gesprek is veel makkelijker dan met je eigen ouders, dat weet ik nog wel. Vroeger vond ik het trouwens zelf maar een gek idee dat mijn ouders ook een liefdesleven hadden, terwijl ik er toch dankzij hen ben!”
Ze schieten in de lach om deze eerlijke bekentenis.

Terwijl de jongens dicht tegen elkaar aan in Ferdy’s bed liggen, dwarrelen hun gedachten nog na over alles wat er is gebeurd. Het voelt nog onwerkelijk. Ferdy fluistert: “Weet je, ik was echt heel zenuwachtig vanavond. Maar opa en oma erbij gaf zo’n veilig gevoel; zonder hen had ik het nooit gedurfd. En nu zaten we daar met z’n allen en ging het bijna vanzelf. En jij mag gewoon bij mij blijven slapen. Daar was ik het meest bang voor: dat dat niet meer mocht. Kijk ons nu eens: we liggen samen in mijn bed, op de avond dat iedereen weet dat wij van elkaar houden. Dat voelt bijna te mooi om waar te zijn.”

Vincent glimlacht en pakt Ferdy’s hand vast. “Volgens mij zijn we soms een beetje te voorzichtig,” zegt hij zacht. “Ik zou niet weten hoe het anders moet. Jij boft met zo’n lieve opa en oma. Mijn opa en oma zijn ook lief, dat zul je wel merken als je ze ontmoet, maar ze zijn heel anders dan die van jou. Jij hebt er maar één paar, maar die zijn dubbel zoveel waard.”

Even blijft het stil, dan verandert Ferdy van onderwerp: “Over een week gaan we allebei op vakantie. Twee volle weken elkaar niet zien… dat is niet leuk.”
Vincent knikt droevig. “Ik wil er eigenlijk niet aan denken. Volgend jaar moeten we dat anders aanpakken: dan ga ik eerst met jou mee en daarna jij met mij. Dan hebben we samen vier weken vakantie.”
Ferdy’s ogen lichten op. “Dat is gelukkig pas volgend jaar. Maar kun jij eigenlijk wel mee? Met Claire op de achterbank wordt het wel erg krap. Jij hebt dat probleem gelukkig niet.”
“We verzinnen er wel iets op,” zegt Vincent vastberaden. “Gewoon hard werken op school, zorgen dat ons rapport geweldig is. En als onze ouders ons willen belonen, zeggen we: wij willen samen op vakantie.”
“Ze moeten het wel op tijd weten, want dan is er ineens iemand extra, en dat gaat misschien niet altijd lukken!”
Hun blikken kruisen elkaar, vol liefde en een sprankje ondeugd.

“Vincent, ik houd van jou.”
“En ik van jou, Ferdy.”
“Jij bent zo lief.”
“Dat geldt net zo goed voor jou.”
“Denk je dat we altijd samen blijven?”
“Natuurlijk wel. Als je elkaar nu al vindt, zo jong, dan moet dat toch kunnen?”
“Waar haal je dat vandaan?”
“Dat bedenk ik gewoon, omdat ik dat echt heel graag wil.”
Er valt een korte stilte, waarin de ernst van het onderwerp doorklinkt.
“Weet je, er zijn best veel mensen die uit elkaar gaan. Laatst in de klas ging het daarover: één op de drie kinderen bij ons heeft gescheiden ouders.”
“Weet je,” zegt Ferdy zacht, “misschien moeten we ons daar gewoon niet te druk over maken. Wij zijn vrienden, we houden zielsveel van elkaar en we zijn nog jong. We kunnen nog zoveel van elkaar leren. Op het veld wil ik scoren, op school wil ik goede cijfers halen, thuis wil ik me veilig voelen, bij opa en oma wil ik verwend worden en fijne gesprekken voeren. Maar bij jou wil ik gewoon mezelf zijn: altijd. Dat mag nooit veranderen. ALTIJD samen!”