Altijd, deel 9.
Geplaatst: do 13 nov 2025, 07:31
“Ok, vertel het dan maar.”
Voorzichtig begint Ferdy te vertellen over het gesprek dat hij met Vincent had, over het ontdekken van zijn eigen lichaam. Hoe hij nu weet hoe het voelt, hoe graag hij dat eens samen met Vincent zou willen proberen. Maar er knaagt een twijfel: is dat vreemd? Zou Vincent hem anders gaan zien, misschien zelfs denken dat hij homo is?
Opa luistert aandachtig, zijn blik warm en geruststellend. “Ferdy, op jouw leeftijd verandert er van alles, van binnen en van buiten. Het is volkomen normaal dat je nieuwsgierig bent en wilt experimenteren. Soms doe je dat alleen, soms samen met een ander. Dat hoort erbij. Heel veel jongens, of ze nu homo zijn of niet, proberen zoiets weleens met een vriend. Daar is niks mis mee, waarom zou dat?”
“Ik weet het niet opa,” zegt Ferdy zacht, “ik hoorde laatst iets over seksverslaving… Ben je seksverslaafd als je vaak aan jezelf zit, of als je dat samen met een ander wilt?”
Opa glimlacht en schudt zijn hoofd. “Seksverslaving is iets heel anders, jongen. Jij durfde het tot nu toe niet samen met Vincent, juist omdat je twijfelde. Wie echt verslaafd is, kan het niet laten, die zou het allang samen met Vincent hebben willen doen en gedaan. Jij hebt controle. Dat is het verschil. Je bent niet verslaafd, Ferdy.”
“Jij weet altijd zoveel, opa. En je legt het zo helder uit. Daarom vind ik het zo fijn om met jou te praten, weet je dat?”
Opa glimlacht warm. “Fijn om te horen, Ferdy. Zo hoef jij niet met je vragen rond te blijven lopen.”
Op dat moment klinkt de stem van oma, vrolijk en een tikkeltje plagerig: “Mag ik jullie heren even storen, middenin jullie mannengesprek? Zegt het maar: zullen we wat drinken? Koffie, chocolademelk, een stukje appeltaart misschien? Er is nog genoeg hoor!”
Ferdy’s ogen lichten op. “Heerlijk oma, chocolademelk met een berg slagroom en appeltaart met slagroom. En van opa weet je het natuurlijk al.” Hij draait zich even naar zijn opa: “Opa, hoe lang zijn jullie eigenlijk samen?”
Oma lacht. Zij wil antwoorden. “Wat een mooie vraag. Dan wil je vast ook weten hoe wij elkaar hebben ontmoet, hè?”
“Ja oma, vertel eens!” roept Ferdy enthousiast.
“Wacht, ik haal eerst koffie, chocolademelk en appeltaart. Dan maken we het gezellig.”
Als alles op tafel staat, Ferdy zijn chocolademelk met veel slagroom met een glimlach oplepelt en zijn stukje appeltaart met smaak oppeuzelt, begint oma haar verhaal.
“Weet je, opa en ik hebben allebei psychologie gestudeerd.”
Ferdy kijkt verbaasd op. “Heb jij ook psychologie gestudeerd, oma?”
“Natuurlijk, dat wist je niet? Jazeker!”
“Werk je dan ook als psycholoog?”
Oma knikt. “Tot twee jaar geleden net als opa bij een hulpverleningsorganisatie. Nu help ik vooral jongeren die het moeilijk hebben, gewoon hier bij ons thuis. Ze komen hierheen voor een luisterend oor en advies.”
Ferdy kijkt vol bewondering naar zijn grootouders. “Wat goed van jullie.”
Oma lacht ondeugend: “Wij zijn heel goed, vind je niet? Geloof je dat zelf eigenlijk, Ferdy?”
Ferdy glimlacht breed. “Ik vind jullie echt knap.”
“Dat voelt toch anders. Maar om op jouw vraag terug te komen: toen opa en ik allebei psychologie studeerden, kwamen we elkaar tegen. En ja, toen sloeg de vonk over. We werden verliefd, en eigenlijk zijn we dat nog steeds. Het is misschien niet meer precies zoals vroeger, maar dat gevoel is er nog altijd.”
“Wat bijzonder en spannend!” zegt Ferdy met grote ogen.
Oma glimlacht en strijkt hem zacht over zijn hand. “Jij gaat dat ook zeker meemaken, lieve jongen. Eigenlijk ben je er al een beetje mee begonnen.”
Ferdy slikt even en kijkt naar zijn handen. “Maar bij jullie was het een jongen en een meisje. Ik… ik ben nou juist verliefd op een jongen.”
Oma kijkt hem rustig en warm aan. “En wat doet dat met je, denk je?”
Ferdy zucht. “Ik weet het niet. Soms ben ik bang dat ik echt homo ben. Alleen al van het denken word ik zenuwachtig.”
Oma knikt begrijpend. “En stel nou dat Vincent zich precies zo voelt? Wat dan?”
Ferdy kijkt haar onzeker aan. “Denk je dat echt?”
“Ik weet het niet, lieverd, maar het zou best kunnen. Hij begint zelf over zulke dingen met jou. Misschien is hij net zo onzeker als jij, en wil hij ook weten hoe jij erin staat.”
“Misschien is hij dus ook wel bang dat hij mij als vriend verliest?”
“Dat zou zomaar kunnen, Ferdy. Soms loop je allebei rond met dezelfde vragen en durft niemand het hardop te zeggen.”
Ferdy denkt na. “Dus misschien willen we allebei iets zeggen, maar zijn we allebei te bang om het te doen?”
Oma glimlacht zachtjes. “Dat gebeurt vaker dan je denkt, jongen.”
Ferdy fluistert: “Maar hoe kom ik er dan ooit achter? Ik durf het niet te vragen.”
Oma knijpt in zijn hand. “Misschien is hij net zo bang om het jou te vragen.”
Ferdy zwijgt een poosje, zijn gedachten draaien in het rond.
“Toch… ik durf het echt niet te vragen,” fluistert hij uiteindelijk, zijn stem fluisterend zacht.
“Misschien kun je het op een andere manier aanpakken,” zegt oma bemoedigend.
“Hoe bedoel je?”
“Stel je voor dat Vincent jou zou vragen: ‘Ferdy, hoe kijk jij eigenlijk tegen mij aan?’ Wat zou je hem dan zeggen?”
Ferdy aarzelt niet lang. “Jij bent mijn allerbeste vriend,” zegt hij met oprechte warmte.
“En als hij dan vraagt of je je allerbeste vriend kunt vertrouwen?”
“Dat hoort toch zo?” antwoordt Ferdy. “Je moet elkaar kunnen vertrouwen, anders ben je geen echte vrienden.”
“En als hij je iets heel persoonlijks wil vertellen… Zou je hem dan afwijzen?”
“Nee, natuurlijk niet! Als beste vrienden moet je alles met elkaar kunnen delen.”
“Stel nou,” vervolgt oma voorzichtig, “dat hij zegt: ‘Ferdy, ik ben homo en ik ben verliefd op jou!’ Wat zou je dan zeggen?”
Ferdy’s ogen worden groot, een glimlach van herkenning breekt door. “Wauw, dat zou goed uitkomen, want ik ben misschien ook homo en ik ben óók verliefd op hem!”
Oma knikt, vraagt dan zacht: “En als dat nou niet zo zou zijn? Als jij geen homo was… wat dan?”
Ferdy staart voor zich uit, zijn vingers friemelen aan de rand van zijn mouw. “Ik weet niet wat ik dan zou moeten zeggen,” mompelt hij.
“En stel,” zegt oma, “dat je zou zeggen: ‘Bah, dan kunnen we geen vrienden meer zijn.’ Hoe zou Vincent zich dan voelen?”
Ferdy slikt. “Hij zou het waarschijnlijk niet alleen denken, maar ook zeggen: ‘Eerst zei je dat ik alles kon vertellen, en nu wil je geen vriend meer zijn? Dat snap ik niet! Accepteer je mij dan niet zoals ik ben? We zijn al best lang elkaars beste vrienden, delen alles, en nu dit… Was onze vriendschap dan niet echt?’”
Oma legt een arm om hem heen. “En als jij echt geen vriend meer zou willen zijn?”
Ferdy’s stem breekt een beetje. “Dan zou hij heel verdrietig zijn… En misschien bang dat ik het aan anderen ga vertellen op school.”
“Dus dat zou ook niet echt een oplossing zijn, denk je niet?” zegt opa.
“Ik weet het ook niet, opa,” fluistert Ferdy, terwijl hij even wegkijkt.
Opa legt zijn hand geruststellend op Ferdy’s schouder. “Weet je, jongen, ik geloof niet dat dit het juiste pad is. We bedenken gewoon een ander plan, goed?”
Ferdy kijkt hoopvol op. “Heb je dan al iets bedacht, opa?”
“Natuurlijk, altijd! Wanneer begint eigenlijk jouw zomervakantie?” vraagt opa met een warme glimlach.
“Over twee weken al!”
“En, ga je over naar het volgende jaar?”
Ferdy straalt. “Ja, makkelijk! Geen enkele onvoldoende gehaald.”
“En Vincent, hoe doet hij het?”
“Ook super! Alles goed afgerond.”
Opa knikt tevreden. “Wat zouden jullie ervan vinden om samen snel een paar dagen bij ons te komen logeren? Lekker samen, even helemaal eruit?”
“O, dat lijkt me echt geweldig! Dan kunnen we samen zwemmen, lekker over het strand slenteren, samen met jullie. Zoiets zou ik echt fantastisch vinden. Wat een lief idee van u, opa!”
“Het wordt niet zomaar een paar leuke dagen,” glimlacht opa, “oma en ik willen ook kijken of we je een beetje kunnen helpen met Vincent. We zullen helemaal niets gek zeggen, alleen zo nu en dan een vraag stellen over van alles en nog wat. Je hoeft nergens bang voor te zijn, als jullie samen komen is het gewoon gezellig.”
Ferdy’s gezicht licht op. “Dat zou ik heel fijn vinden, opa.”
“Ga maar snel overleggen met Vincent en papa en mama. Wanneer begint jullie vakantie eigenlijk?” vraagt opa.
“Nog twee weken, dan zijn we vrij,” antwoordt Ferdy hoopvol.
Oma pakt de grote kalender, waar alle plannen op staan, en zegt: “Dus vanaf 10 juli zijn jullie vrij. Daarna zou het kunnen. Wanneer gaan jullie en Vincent eigenlijk weg op vakantie?”
“We vertrekken allebei pas na twee weken. Toevallig tegelijk.”
“Vraag dan of jullie in de eerste twee weken een aantal dagen hier kunnen komen,” stelt oma voor, haar ogen twinkelen.
“Dat ga ik direct doen! Vincent zal het vast geweldig vinden!” roept Ferdy uit.
“Wij vinden het helemaal goed, jongen. Zeg dat gerust tegen papa en mama.” moedigt opa aan.
“Ik vraag eerst even aan Vincent, die moet het thuis navragen. Want papa en mama vinden het vast goed.”
“Goed zo, doe dat maar als eerste.”
Hoewel het al wat later op de avond is, kan Ferdy niet wachten en stuurt hij direct een appje naar Vincent. In no-time krijgt hij een enthousiast berichtje terug: Vincent vindt het een prachtig idee en rent direct naar zijn ouders. Ook zij zijn positief en stellen voor om in de eerste vakantieweek van dinsdag tot en met vrijdag te logeren.
Ferdy belt gelijk zijn eigen ouders. Ook zij reageren blij. De afspraak staat vast.
Die zondag blijft nog lang in Ferdy’s gedachten. Terwijl hij geniet bij opa en oma, voelt hij een warme blijdschap om het vooruitzicht binnenkort samen met Vincent terug te komen. Alles lijkt even precies zoals het moet zijn.
Voorzichtig begint Ferdy te vertellen over het gesprek dat hij met Vincent had, over het ontdekken van zijn eigen lichaam. Hoe hij nu weet hoe het voelt, hoe graag hij dat eens samen met Vincent zou willen proberen. Maar er knaagt een twijfel: is dat vreemd? Zou Vincent hem anders gaan zien, misschien zelfs denken dat hij homo is?
Opa luistert aandachtig, zijn blik warm en geruststellend. “Ferdy, op jouw leeftijd verandert er van alles, van binnen en van buiten. Het is volkomen normaal dat je nieuwsgierig bent en wilt experimenteren. Soms doe je dat alleen, soms samen met een ander. Dat hoort erbij. Heel veel jongens, of ze nu homo zijn of niet, proberen zoiets weleens met een vriend. Daar is niks mis mee, waarom zou dat?”
“Ik weet het niet opa,” zegt Ferdy zacht, “ik hoorde laatst iets over seksverslaving… Ben je seksverslaafd als je vaak aan jezelf zit, of als je dat samen met een ander wilt?”
Opa glimlacht en schudt zijn hoofd. “Seksverslaving is iets heel anders, jongen. Jij durfde het tot nu toe niet samen met Vincent, juist omdat je twijfelde. Wie echt verslaafd is, kan het niet laten, die zou het allang samen met Vincent hebben willen doen en gedaan. Jij hebt controle. Dat is het verschil. Je bent niet verslaafd, Ferdy.”
“Jij weet altijd zoveel, opa. En je legt het zo helder uit. Daarom vind ik het zo fijn om met jou te praten, weet je dat?”
Opa glimlacht warm. “Fijn om te horen, Ferdy. Zo hoef jij niet met je vragen rond te blijven lopen.”
Op dat moment klinkt de stem van oma, vrolijk en een tikkeltje plagerig: “Mag ik jullie heren even storen, middenin jullie mannengesprek? Zegt het maar: zullen we wat drinken? Koffie, chocolademelk, een stukje appeltaart misschien? Er is nog genoeg hoor!”
Ferdy’s ogen lichten op. “Heerlijk oma, chocolademelk met een berg slagroom en appeltaart met slagroom. En van opa weet je het natuurlijk al.” Hij draait zich even naar zijn opa: “Opa, hoe lang zijn jullie eigenlijk samen?”
Oma lacht. Zij wil antwoorden. “Wat een mooie vraag. Dan wil je vast ook weten hoe wij elkaar hebben ontmoet, hè?”
“Ja oma, vertel eens!” roept Ferdy enthousiast.
“Wacht, ik haal eerst koffie, chocolademelk en appeltaart. Dan maken we het gezellig.”
Als alles op tafel staat, Ferdy zijn chocolademelk met veel slagroom met een glimlach oplepelt en zijn stukje appeltaart met smaak oppeuzelt, begint oma haar verhaal.
“Weet je, opa en ik hebben allebei psychologie gestudeerd.”
Ferdy kijkt verbaasd op. “Heb jij ook psychologie gestudeerd, oma?”
“Natuurlijk, dat wist je niet? Jazeker!”
“Werk je dan ook als psycholoog?”
Oma knikt. “Tot twee jaar geleden net als opa bij een hulpverleningsorganisatie. Nu help ik vooral jongeren die het moeilijk hebben, gewoon hier bij ons thuis. Ze komen hierheen voor een luisterend oor en advies.”
Ferdy kijkt vol bewondering naar zijn grootouders. “Wat goed van jullie.”
Oma lacht ondeugend: “Wij zijn heel goed, vind je niet? Geloof je dat zelf eigenlijk, Ferdy?”
Ferdy glimlacht breed. “Ik vind jullie echt knap.”
“Dat voelt toch anders. Maar om op jouw vraag terug te komen: toen opa en ik allebei psychologie studeerden, kwamen we elkaar tegen. En ja, toen sloeg de vonk over. We werden verliefd, en eigenlijk zijn we dat nog steeds. Het is misschien niet meer precies zoals vroeger, maar dat gevoel is er nog altijd.”
“Wat bijzonder en spannend!” zegt Ferdy met grote ogen.
Oma glimlacht en strijkt hem zacht over zijn hand. “Jij gaat dat ook zeker meemaken, lieve jongen. Eigenlijk ben je er al een beetje mee begonnen.”
Ferdy slikt even en kijkt naar zijn handen. “Maar bij jullie was het een jongen en een meisje. Ik… ik ben nou juist verliefd op een jongen.”
Oma kijkt hem rustig en warm aan. “En wat doet dat met je, denk je?”
Ferdy zucht. “Ik weet het niet. Soms ben ik bang dat ik echt homo ben. Alleen al van het denken word ik zenuwachtig.”
Oma knikt begrijpend. “En stel nou dat Vincent zich precies zo voelt? Wat dan?”
Ferdy kijkt haar onzeker aan. “Denk je dat echt?”
“Ik weet het niet, lieverd, maar het zou best kunnen. Hij begint zelf over zulke dingen met jou. Misschien is hij net zo onzeker als jij, en wil hij ook weten hoe jij erin staat.”
“Misschien is hij dus ook wel bang dat hij mij als vriend verliest?”
“Dat zou zomaar kunnen, Ferdy. Soms loop je allebei rond met dezelfde vragen en durft niemand het hardop te zeggen.”
Ferdy denkt na. “Dus misschien willen we allebei iets zeggen, maar zijn we allebei te bang om het te doen?”
Oma glimlacht zachtjes. “Dat gebeurt vaker dan je denkt, jongen.”
Ferdy fluistert: “Maar hoe kom ik er dan ooit achter? Ik durf het niet te vragen.”
Oma knijpt in zijn hand. “Misschien is hij net zo bang om het jou te vragen.”
Ferdy zwijgt een poosje, zijn gedachten draaien in het rond.
“Toch… ik durf het echt niet te vragen,” fluistert hij uiteindelijk, zijn stem fluisterend zacht.
“Misschien kun je het op een andere manier aanpakken,” zegt oma bemoedigend.
“Hoe bedoel je?”
“Stel je voor dat Vincent jou zou vragen: ‘Ferdy, hoe kijk jij eigenlijk tegen mij aan?’ Wat zou je hem dan zeggen?”
Ferdy aarzelt niet lang. “Jij bent mijn allerbeste vriend,” zegt hij met oprechte warmte.
“En als hij dan vraagt of je je allerbeste vriend kunt vertrouwen?”
“Dat hoort toch zo?” antwoordt Ferdy. “Je moet elkaar kunnen vertrouwen, anders ben je geen echte vrienden.”
“En als hij je iets heel persoonlijks wil vertellen… Zou je hem dan afwijzen?”
“Nee, natuurlijk niet! Als beste vrienden moet je alles met elkaar kunnen delen.”
“Stel nou,” vervolgt oma voorzichtig, “dat hij zegt: ‘Ferdy, ik ben homo en ik ben verliefd op jou!’ Wat zou je dan zeggen?”
Ferdy’s ogen worden groot, een glimlach van herkenning breekt door. “Wauw, dat zou goed uitkomen, want ik ben misschien ook homo en ik ben óók verliefd op hem!”
Oma knikt, vraagt dan zacht: “En als dat nou niet zo zou zijn? Als jij geen homo was… wat dan?”
Ferdy staart voor zich uit, zijn vingers friemelen aan de rand van zijn mouw. “Ik weet niet wat ik dan zou moeten zeggen,” mompelt hij.
“En stel,” zegt oma, “dat je zou zeggen: ‘Bah, dan kunnen we geen vrienden meer zijn.’ Hoe zou Vincent zich dan voelen?”
Ferdy slikt. “Hij zou het waarschijnlijk niet alleen denken, maar ook zeggen: ‘Eerst zei je dat ik alles kon vertellen, en nu wil je geen vriend meer zijn? Dat snap ik niet! Accepteer je mij dan niet zoals ik ben? We zijn al best lang elkaars beste vrienden, delen alles, en nu dit… Was onze vriendschap dan niet echt?’”
Oma legt een arm om hem heen. “En als jij echt geen vriend meer zou willen zijn?”
Ferdy’s stem breekt een beetje. “Dan zou hij heel verdrietig zijn… En misschien bang dat ik het aan anderen ga vertellen op school.”
“Dus dat zou ook niet echt een oplossing zijn, denk je niet?” zegt opa.
“Ik weet het ook niet, opa,” fluistert Ferdy, terwijl hij even wegkijkt.
Opa legt zijn hand geruststellend op Ferdy’s schouder. “Weet je, jongen, ik geloof niet dat dit het juiste pad is. We bedenken gewoon een ander plan, goed?”
Ferdy kijkt hoopvol op. “Heb je dan al iets bedacht, opa?”
“Natuurlijk, altijd! Wanneer begint eigenlijk jouw zomervakantie?” vraagt opa met een warme glimlach.
“Over twee weken al!”
“En, ga je over naar het volgende jaar?”
Ferdy straalt. “Ja, makkelijk! Geen enkele onvoldoende gehaald.”
“En Vincent, hoe doet hij het?”
“Ook super! Alles goed afgerond.”
Opa knikt tevreden. “Wat zouden jullie ervan vinden om samen snel een paar dagen bij ons te komen logeren? Lekker samen, even helemaal eruit?”
“O, dat lijkt me echt geweldig! Dan kunnen we samen zwemmen, lekker over het strand slenteren, samen met jullie. Zoiets zou ik echt fantastisch vinden. Wat een lief idee van u, opa!”
“Het wordt niet zomaar een paar leuke dagen,” glimlacht opa, “oma en ik willen ook kijken of we je een beetje kunnen helpen met Vincent. We zullen helemaal niets gek zeggen, alleen zo nu en dan een vraag stellen over van alles en nog wat. Je hoeft nergens bang voor te zijn, als jullie samen komen is het gewoon gezellig.”
Ferdy’s gezicht licht op. “Dat zou ik heel fijn vinden, opa.”
“Ga maar snel overleggen met Vincent en papa en mama. Wanneer begint jullie vakantie eigenlijk?” vraagt opa.
“Nog twee weken, dan zijn we vrij,” antwoordt Ferdy hoopvol.
Oma pakt de grote kalender, waar alle plannen op staan, en zegt: “Dus vanaf 10 juli zijn jullie vrij. Daarna zou het kunnen. Wanneer gaan jullie en Vincent eigenlijk weg op vakantie?”
“We vertrekken allebei pas na twee weken. Toevallig tegelijk.”
“Vraag dan of jullie in de eerste twee weken een aantal dagen hier kunnen komen,” stelt oma voor, haar ogen twinkelen.
“Dat ga ik direct doen! Vincent zal het vast geweldig vinden!” roept Ferdy uit.
“Wij vinden het helemaal goed, jongen. Zeg dat gerust tegen papa en mama.” moedigt opa aan.
“Ik vraag eerst even aan Vincent, die moet het thuis navragen. Want papa en mama vinden het vast goed.”
“Goed zo, doe dat maar als eerste.”
Hoewel het al wat later op de avond is, kan Ferdy niet wachten en stuurt hij direct een appje naar Vincent. In no-time krijgt hij een enthousiast berichtje terug: Vincent vindt het een prachtig idee en rent direct naar zijn ouders. Ook zij zijn positief en stellen voor om in de eerste vakantieweek van dinsdag tot en met vrijdag te logeren.
Ferdy belt gelijk zijn eigen ouders. Ook zij reageren blij. De afspraak staat vast.
Die zondag blijft nog lang in Ferdy’s gedachten. Terwijl hij geniet bij opa en oma, voelt hij een warme blijdschap om het vooruitzicht binnenkort samen met Vincent terug te komen. Alles lijkt even precies zoals het moet zijn.