Altijd, deel 2.
Geplaatst: do 30 okt 2025, 07:47
				
				Als Ferdy in zijn bed ligt denkt hij na over wat zijn moeder heeft gezegd. Hij vraagt zich af waarom hij zich zo opgewekt voelt. Zou hij misschien verliefd zijn? Want iedereen zegt dat je dan alleen maar wilt lachen en de wereld mooier lijkt. Komt het door iemand waar hij mee heeft gedanst?
Hij probeert zich te herinneren met wie hij allemaal op de dansvloer heeft gestaan. Dat blijkt nog best een klus te zijn, want hij heeft bijna met ieder meisje uit zijn klas gedanst. Eén voor één gaan de namen en gezichten aan hem voorbij, in de hoop dat zijn hart even overslaat of dat hij die befaamde vlinders in zijn buik voelt fladderen. Maar die vlinders blijven uit. Eigenlijk weet hij niet eens hoe dat precies zou moeten voelen, want verliefd zijn is voor hem nog een onbekend avontuur.
Met een glimlach trekt hij de conclusie dat hij dus niet verliefd zal zijn. Toch doet dat niets af aan zijn vrolijkheid; die blijft. Ferdy valt uiteindelijk in slaap, nog net zo blij als hij de hele dag al was.
De volgende morgen als hij wakker wordt is hij weer even vrolijk als gisteren. Het is zondag en een bijzondere dag. Vandaag gaan ze naar opa en oma, die aan de kust wonen, om oma’s verjaardag te vieren. Ferdy is dol op zijn opa en oma. In vakanties gaat hij als het maar even kan bij hen logeren. Zij hebben een huis vlak bij zee, waar je de zilte zeelucht in huis al kan opsnuiven. Je bent binnen een paar minuten op het strand.
Als ze bij opa en oma aangekomen zijn en oma met knuffels en zoenen is gefeliciteerd worden eerst de cadeaus uitgepakt. Ferdy vindt zelf dat hij een heel mooi cadeau heeft gemaakt: hij heeft een vogelhuisje in elkaar gezet. Hij heeft zelf alles afgetekend, het hout gezaagd en in elkaar gelijmd en geschroefd. Hij is er erg trots op en oma is er heel blij mee.
Daarna gaan ze gezellig in de zithoek zitten waar oma iedereen van koffie of chocomel met veel slagroom voorziet. Met uiteraard een flink stuk door oma zelfgebakken appeltaart: Ferdy’s favoriet!
Zoals altijd vragen opa en oma aan Claire en Ferdy hoe het met hen gaat. Claire begint meteen te vertellen over wat ze op school heeft meegemaakt. Ferdy vertelt heel enthousiast over het kerstdiner en de disco. Hij straalt kennelijk weer van plezier, want oma glimlacht en vraagt hem:
“Dat was zeker heel erg leuk, Ferdy. Aan je blije gezicht te zien heb je echt genoten.”
“Dat zeggen papa en mama ook.”
Dan vraagt Claire gelukkig weer alle aandacht met een verhaal over de huisdierendag op school.
Later, als Ferdy samen met oma in de keuken staat, durft hij voorzichtig te vragen:
“Oma, misschien ben ik zo blij omdat ik verliefd ben. Wat zijn eigenlijk vlinders in je buik? Want zo schijnt het te voelen als je verliefd bent.”
Oma kijkt hem vertederd aan en antwoordt zacht:
“Als je verliefd bent, voel je een heerlijk tintelend gevoel in je buik. Vooral als je naar diegene kijkt op wie je zo dol bent. Het maakt je intens gelukkig, en je wilt het liefst altijd dicht bij haar zijn. En als jullie niet samen zijn, verlang je ernaar haar zo snel mogelijk weer te zien. Dat is verliefdheid. Overigens zeg ik ‘haar’, maar het kan natuurlijk ook ‘hem’ zijn.”
Ferdy trekt even zijn wenkbrauwen op en vraagt nieuwsgierig:
“Hoe bedoel je dat, oma?”
“Je kunt ook op jongens verliefd worden. Dat weet je toch wel?” Oma’ stem klink zacht en geruststellend.
“O, ja, natuurlijk.” reageert Ferdy, maar zijn stem aarzelt. Daar had hij nog niet aan gedacht. Voor hem is het even wennen aan deze nieuwe gedachte.
“Als je echt verliefd bent, lieve jongen, merk je het snel genoeg.” zegt oma en gooit zijn haar door elkaar. Ferdy’s glimlach groeit. “Dank je wel, oma.” fluistert hij oprecht.
Oma kijkt hem aan. “Hoezo dank je wel, Ferdy? Je weet dat ik er altijd voor je ben, je bent mijn kleinzoon! Ik ben trots op jou.” reageert oma.
Oma pakt Ferdy bij de hand en zo lopen ze samen naar de kamer.
Elke keer als hij bij opa en oma is wil Ferdy even naar het strand. Ook al is het december, bijna Kerstmis, Ferdy vraagt na het middageten wie er mee wil. Opa biedt zich meteen aan. De rest kiest voor een spelletje. Dus loopt hij even later samen met opa op het strand. Hij voelt hoe elke stap hem doet genieten.
“En, hoe gaat het met Ferdy?” vraagt opa, zoals alleen opa dat kan vragen.
“Waarom vraag je dat, opa?” reageert Ferdy, een tikkeltje nieuwsgierig.
Tussen Ferdi en opa is er altijd al iets bijzonders geweest, een band die dieper gaat dan een normale band. Die band voelt net iets anders als zijn band met oma. Bij opa voelt het alsof er altijd ruimte is voor alles wat Ferdy denkt en voelt.
Opa kijkt Ferdy aandachtig aan en zegt zacht “Je ziet er heel blij uit. Ik wil zeker weten of je echt zo blij bent van binnen.”
Ferdy glimlacht breed. “Ja opa, ik voel me heel gelukkig. Na de disco was alles heel anders. Dat is bijzonder: ik voel me alsof er iets bijzonders is gebeurd. Misschien ben ik wel verliefd. Als ik aan alle meisjes uit mijn klas denk, voel ik niets bijzonders, niet zoals oma het omschreef. Dus ik weet het niet. Ik ben ook nog nooit eerder verliefd geweest. Ik voel me alleen heel vrolijk, heel blij! Dat vind ik zo bijzonder.”
“Dat is toch prachtig. Ik wandel liever met een vrolijke Ferdy dan met een boze jongen!”
Opa kijkt Ferdy met een warme blik aan.
“Haha, opa, je meent het.” zegt Ferdy die ziet dat opa het meent.
“Zeker weten jongen. Onthoud goed Ferdy, dat je altijd bij oma en mij terecht kunt, wat er ook is!”
“Dat zei oma ook al. Is dat echt zo belangrijk?” Ferdy kijkt opa nadenkend aan.
Opa legt zacht een hand op Ferdy’s schouder. “Soms zijn er dingen die je niet aan papa en mama durft te vertellen. Omdat je misschien bang bent voor hun reactie. Dan mag je altijd naar ons toekomen, zonder angst of schaamte. Wij zullen nooit boos op je zijn, echt nooit. Daar zijn we je opa en oma voor.”
“Ik weet het, opa.” reageert Ferdy terwijl hij knikt. Hij pakt opa stevig bij zijn hand en zo lopen ze samen een stukje langs het strand, hand in hand. Dat doet hij vaker als ze samen over het strand lopen. Ferdy voelt zich dan heel veilig, bij opa. Het geeft hem een gevoel alsof er niets kan gebeuren zo lang opa bij hem is.
Plotseling ziet Ferdy iets in het zand. “Kijk, opa” roept hij en hij holt erheen.
Het blijkt een dode jonge zeehond te zijn. Ferdy weet dat je dieren die je vindt niet zomaar aan moet raken dus wacht hij tot opa er bij is.
“Hoe komt die hier, opa?” vraagt hij zacht.
“Ik weet het niet. Het is een jong dier. Die is misschien zijn moeder kwijtgeraakt en verdwaald. Hier zie je eigenlijk nooit zeehonden, alleen onder Texel komen ze voor. Ik zal iemand bellen, dan kunnen ze het zeehondje ophalen en onderzoeken wat er gebeurd is.”
Opa pakt zijn telefoon, belt de zeehondenopvang en geeft door waar de jonge zeehond ligt. Ze beloven voorzichtig te zijn en te wachten tot de gemeente er is. Intussen maakt Ferdy - met een brok in zijn keel - een selfi met de zeehond en een paar foto’s. Als na een kwartier de gemeente arriveert, besluiten opa en Ferdy naar huis te gaan.
Uiteraard heeft Ferdy zodra hij weer bij oma en de anderen terug is meer dan genoeg te vertellen. In geuren en kleuren beschrijft hij tot in de kleinste details hoe hij de zeehond gevonden heeft. Trots toont hij de foto’s die hij heeft gemaakt; iedereen hangt aan zijn lippen.
De dag vliegt om en is zoals altijd heel gezellig. Veel te laat stappen ze in de auto naar huis.
Zodra Ferdy zijn kussen raakt, dommelt hij met een gelukzalig gevoel in slaap.
De volgende dag gaat hij vrolijk naar school. Voor de lessen praat iedereen heel enthousiast over het kerstdiner en de disco. Iedereen heeft het een echt feest gevonden. Ferdy kijkt om zich heen. Alle klasgenoten loopt hij langs net zijn ogen. Ze zijn allemaal aardig. En bij geen van de klasgenoten krijgt hij een apart gevoel. Zowel niet bij de meisjes, als bij de jongens. Is hij dan toch niet verliefd?
Na de eerste twee lessen is er pauze en zoekt hij zijn nieuwe vriend, Vincent, op, die in een parallelklas zit. Hij is nu bijna een paar maanden met hem bevriend. Op het moment dat hij Vincent ziet krijgt hij ineens een tintelend gevoel in zijn buik, Ferdy schrikt ervan. Hij laat niets merken, maar ondertussen malen zijn hersenen. Ben ik verliefd op Vincent? Hoe kan dat nu? Wat moet ik hier mee?
			Hij probeert zich te herinneren met wie hij allemaal op de dansvloer heeft gestaan. Dat blijkt nog best een klus te zijn, want hij heeft bijna met ieder meisje uit zijn klas gedanst. Eén voor één gaan de namen en gezichten aan hem voorbij, in de hoop dat zijn hart even overslaat of dat hij die befaamde vlinders in zijn buik voelt fladderen. Maar die vlinders blijven uit. Eigenlijk weet hij niet eens hoe dat precies zou moeten voelen, want verliefd zijn is voor hem nog een onbekend avontuur.
Met een glimlach trekt hij de conclusie dat hij dus niet verliefd zal zijn. Toch doet dat niets af aan zijn vrolijkheid; die blijft. Ferdy valt uiteindelijk in slaap, nog net zo blij als hij de hele dag al was.
De volgende morgen als hij wakker wordt is hij weer even vrolijk als gisteren. Het is zondag en een bijzondere dag. Vandaag gaan ze naar opa en oma, die aan de kust wonen, om oma’s verjaardag te vieren. Ferdy is dol op zijn opa en oma. In vakanties gaat hij als het maar even kan bij hen logeren. Zij hebben een huis vlak bij zee, waar je de zilte zeelucht in huis al kan opsnuiven. Je bent binnen een paar minuten op het strand.
Als ze bij opa en oma aangekomen zijn en oma met knuffels en zoenen is gefeliciteerd worden eerst de cadeaus uitgepakt. Ferdy vindt zelf dat hij een heel mooi cadeau heeft gemaakt: hij heeft een vogelhuisje in elkaar gezet. Hij heeft zelf alles afgetekend, het hout gezaagd en in elkaar gelijmd en geschroefd. Hij is er erg trots op en oma is er heel blij mee.
Daarna gaan ze gezellig in de zithoek zitten waar oma iedereen van koffie of chocomel met veel slagroom voorziet. Met uiteraard een flink stuk door oma zelfgebakken appeltaart: Ferdy’s favoriet!
Zoals altijd vragen opa en oma aan Claire en Ferdy hoe het met hen gaat. Claire begint meteen te vertellen over wat ze op school heeft meegemaakt. Ferdy vertelt heel enthousiast over het kerstdiner en de disco. Hij straalt kennelijk weer van plezier, want oma glimlacht en vraagt hem:
“Dat was zeker heel erg leuk, Ferdy. Aan je blije gezicht te zien heb je echt genoten.”
“Dat zeggen papa en mama ook.”
Dan vraagt Claire gelukkig weer alle aandacht met een verhaal over de huisdierendag op school.
Later, als Ferdy samen met oma in de keuken staat, durft hij voorzichtig te vragen:
“Oma, misschien ben ik zo blij omdat ik verliefd ben. Wat zijn eigenlijk vlinders in je buik? Want zo schijnt het te voelen als je verliefd bent.”
Oma kijkt hem vertederd aan en antwoordt zacht:
“Als je verliefd bent, voel je een heerlijk tintelend gevoel in je buik. Vooral als je naar diegene kijkt op wie je zo dol bent. Het maakt je intens gelukkig, en je wilt het liefst altijd dicht bij haar zijn. En als jullie niet samen zijn, verlang je ernaar haar zo snel mogelijk weer te zien. Dat is verliefdheid. Overigens zeg ik ‘haar’, maar het kan natuurlijk ook ‘hem’ zijn.”
Ferdy trekt even zijn wenkbrauwen op en vraagt nieuwsgierig:
“Hoe bedoel je dat, oma?”
“Je kunt ook op jongens verliefd worden. Dat weet je toch wel?” Oma’ stem klink zacht en geruststellend.
“O, ja, natuurlijk.” reageert Ferdy, maar zijn stem aarzelt. Daar had hij nog niet aan gedacht. Voor hem is het even wennen aan deze nieuwe gedachte.
“Als je echt verliefd bent, lieve jongen, merk je het snel genoeg.” zegt oma en gooit zijn haar door elkaar. Ferdy’s glimlach groeit. “Dank je wel, oma.” fluistert hij oprecht.
Oma kijkt hem aan. “Hoezo dank je wel, Ferdy? Je weet dat ik er altijd voor je ben, je bent mijn kleinzoon! Ik ben trots op jou.” reageert oma.
Oma pakt Ferdy bij de hand en zo lopen ze samen naar de kamer.
Elke keer als hij bij opa en oma is wil Ferdy even naar het strand. Ook al is het december, bijna Kerstmis, Ferdy vraagt na het middageten wie er mee wil. Opa biedt zich meteen aan. De rest kiest voor een spelletje. Dus loopt hij even later samen met opa op het strand. Hij voelt hoe elke stap hem doet genieten.
“En, hoe gaat het met Ferdy?” vraagt opa, zoals alleen opa dat kan vragen.
“Waarom vraag je dat, opa?” reageert Ferdy, een tikkeltje nieuwsgierig.
Tussen Ferdi en opa is er altijd al iets bijzonders geweest, een band die dieper gaat dan een normale band. Die band voelt net iets anders als zijn band met oma. Bij opa voelt het alsof er altijd ruimte is voor alles wat Ferdy denkt en voelt.
Opa kijkt Ferdy aandachtig aan en zegt zacht “Je ziet er heel blij uit. Ik wil zeker weten of je echt zo blij bent van binnen.”
Ferdy glimlacht breed. “Ja opa, ik voel me heel gelukkig. Na de disco was alles heel anders. Dat is bijzonder: ik voel me alsof er iets bijzonders is gebeurd. Misschien ben ik wel verliefd. Als ik aan alle meisjes uit mijn klas denk, voel ik niets bijzonders, niet zoals oma het omschreef. Dus ik weet het niet. Ik ben ook nog nooit eerder verliefd geweest. Ik voel me alleen heel vrolijk, heel blij! Dat vind ik zo bijzonder.”
“Dat is toch prachtig. Ik wandel liever met een vrolijke Ferdy dan met een boze jongen!”
Opa kijkt Ferdy met een warme blik aan.
“Haha, opa, je meent het.” zegt Ferdy die ziet dat opa het meent.
“Zeker weten jongen. Onthoud goed Ferdy, dat je altijd bij oma en mij terecht kunt, wat er ook is!”
“Dat zei oma ook al. Is dat echt zo belangrijk?” Ferdy kijkt opa nadenkend aan.
Opa legt zacht een hand op Ferdy’s schouder. “Soms zijn er dingen die je niet aan papa en mama durft te vertellen. Omdat je misschien bang bent voor hun reactie. Dan mag je altijd naar ons toekomen, zonder angst of schaamte. Wij zullen nooit boos op je zijn, echt nooit. Daar zijn we je opa en oma voor.”
“Ik weet het, opa.” reageert Ferdy terwijl hij knikt. Hij pakt opa stevig bij zijn hand en zo lopen ze samen een stukje langs het strand, hand in hand. Dat doet hij vaker als ze samen over het strand lopen. Ferdy voelt zich dan heel veilig, bij opa. Het geeft hem een gevoel alsof er niets kan gebeuren zo lang opa bij hem is.
Plotseling ziet Ferdy iets in het zand. “Kijk, opa” roept hij en hij holt erheen.
Het blijkt een dode jonge zeehond te zijn. Ferdy weet dat je dieren die je vindt niet zomaar aan moet raken dus wacht hij tot opa er bij is.
“Hoe komt die hier, opa?” vraagt hij zacht.
“Ik weet het niet. Het is een jong dier. Die is misschien zijn moeder kwijtgeraakt en verdwaald. Hier zie je eigenlijk nooit zeehonden, alleen onder Texel komen ze voor. Ik zal iemand bellen, dan kunnen ze het zeehondje ophalen en onderzoeken wat er gebeurd is.”
Opa pakt zijn telefoon, belt de zeehondenopvang en geeft door waar de jonge zeehond ligt. Ze beloven voorzichtig te zijn en te wachten tot de gemeente er is. Intussen maakt Ferdy - met een brok in zijn keel - een selfi met de zeehond en een paar foto’s. Als na een kwartier de gemeente arriveert, besluiten opa en Ferdy naar huis te gaan.
Uiteraard heeft Ferdy zodra hij weer bij oma en de anderen terug is meer dan genoeg te vertellen. In geuren en kleuren beschrijft hij tot in de kleinste details hoe hij de zeehond gevonden heeft. Trots toont hij de foto’s die hij heeft gemaakt; iedereen hangt aan zijn lippen.
De dag vliegt om en is zoals altijd heel gezellig. Veel te laat stappen ze in de auto naar huis.
Zodra Ferdy zijn kussen raakt, dommelt hij met een gelukzalig gevoel in slaap.
De volgende dag gaat hij vrolijk naar school. Voor de lessen praat iedereen heel enthousiast over het kerstdiner en de disco. Iedereen heeft het een echt feest gevonden. Ferdy kijkt om zich heen. Alle klasgenoten loopt hij langs net zijn ogen. Ze zijn allemaal aardig. En bij geen van de klasgenoten krijgt hij een apart gevoel. Zowel niet bij de meisjes, als bij de jongens. Is hij dan toch niet verliefd?
Na de eerste twee lessen is er pauze en zoekt hij zijn nieuwe vriend, Vincent, op, die in een parallelklas zit. Hij is nu bijna een paar maanden met hem bevriend. Op het moment dat hij Vincent ziet krijgt hij ineens een tintelend gevoel in zijn buik, Ferdy schrikt ervan. Hij laat niets merken, maar ondertussen malen zijn hersenen. Ben ik verliefd op Vincent? Hoe kan dat nu? Wat moet ik hier mee?