“Niet één, maar twee”, deel 4.

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 268
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

“Niet één, maar twee”, deel 4.

Bericht door Wimmie » vr 19 sep 2025, 06:31

Sam begint zijn rugzak leeg te maken. De kans dat hij vanavond nog naar huis gaat schat hij in op nul. Ook al is het gesprek het eerste deel zonder dominee, die zal zijn invloed ook zonder aanwezigheid hebben. Dus hier een tijdelijk plek hebben kon wel eens wat langer duren. Dan zal hij ook andere spullen van thuis moeten ophalen. Daar wil hij nu niet over nadenken. Als alles opgeborgen is gaat hij naar beneden. Eva is in de keuken bezig met het voorbereiden van een lunch.
“Hebben jouw kinderen vandaag een lange dag?” vraagt hij.
“Oscar wel, die komt pas na het laatste uur uit, Joyce heeft nog één uur na de middagpauze.”
“Op welke school zitten zij?”
“De stedelijke scholengemeenschap, Joyce doet VWO en Oscar gymnasium. Wat doe jij, Sam?”
“Ik doe VWO met Grieks en Latijn. Talen hebben mijn voorkeur, in b-vakken ben ik niet zo goed. De reformatorische school kent geen echt gymnasium.”

“Wat de b-vakken betreft tref je het: dat geldt ook voor ons vieren!”

Intussen heeft Eva de tafel gedekt voor 2.
“Hoef jij vandaag niet te werken, dat je thuis bent?” vraagt Sam.
“Ik bepaal helemaal zelf wanneer en waar ik werk. Ik heb geen vaste kantoortijden, dus toen ik de vraag kreeg of jij hier een paar dagen kon logeren heb ik geregeld dat ik vandaag en morgen niet weg hoef. Ik werk straks wel online.”
“Wat doe jij precies voor werk?” vraagt Sam die nieuwsgierig is geworden.
“Ik ben ontwikkelingspsycholoog, werk bij de Open Universiteit en ik geef online colleges, ik begeleid online studenten die een scriptie moeten schrijven en verder doe en begeleid ik onderzoeken en schrijf ik publicaties. Studenten komen soms hier, ik moet naar bijeenkomsten, maar dat kan ik min of meer zelf bepalen. De universiteit weet van het werk dat Pieter en ik doen en vinden dat prima.”
“En wat doet Pieter, als ik vragen mag?”
“Pieter is kinderpsycholoog en werkt voor de Raad voor de Kinderbescherming. Daar heeft hij gesprekken met ouders en kinderen die in de problemen zijn. Andere problemen dan jouw problemen: vooral opvoedings- en gedragsproblemen. Jouw probleem ligt niet bij jou.”

“Is het daarom dat jullie dit werk doen?”
“Neen, dat is toevallig ontstaan omdat Pieter op zijn werk Erik tegenkwam en Erik vertelde van de problemen met kinderen van gelovige ouders die homo waren en niet geaccepteerd werden. Zij hadden daar geen antwoord op en dat hebben wij toen geboden.”
“Komt het dan zo vaak voor?”
De laatste 3 jaar hebben wij gemiddeld 2 tot 3 keer per jaar iemand tijdelijk hier gehad. Dat vind ik veel in 2025!”
“Ik wist al dat ik niet de enige was. Dat het zo vaak gebeurde, daar had ik geen flauw idee van.”
“Ja, het is erg triest dat ouders soms geloof belangrijker vinden dan hun kinderen!”

Ze gaan aan tafel. Het is even stil. Dan constateert Eva dat Sam zijn eetlust niet kwijt is geraakt.
Ze eten even in stilte door.
“Heb je iets meegenomen waar je je vanmiddag mee bezig kunt houden?”
“Ja hoor, dat lukt wel.”
“Mooi, dan kan ik straks na het eten even aan het werk. Als Joyce en Oscar thuiskomen willen ze vast snel kennis met je maken. Als je op de wifi wil: het wachtwoord is: ‘welkomhier’ allemaal kleine letters en alles achter elkaar, bedacht door Joyce.”

Na het eten gaat Sam naar zijn kamer en klapt hij zijn laptop open. Hij opent wifi en maakt verbinding. Hij kijkt even op de school-app, maar daar is niets op te zien. Zijn vriendje is niet online. Die heeft les. Hij kijkt naar zijn werkstuk dat hij aan het maken is. Daarmee verder gaan? Dat lukt niet: zijn gedachten gaan steeds weer terug naar hoe het gesprek zal gaan. Dan maar iets anders. Hij moet nog een Latijnse tekst vertalen, die heeft hij op zijn laptop staan…. Ook dat lukt nauwelijks. Toch gaat hij door. Dan wordt er op zijn deur geklopt. Er komt een meisje binnen. Ze is blond, heeft lang haar, kijkt vrolijk uit haar ogen en loopt naar Sam toe. “Ik ben Joyce, jij bent Sam!” zegt zij. Sam staat op en geeft haar een hand.
“Dag Joyce.” zegt hij.
“Met je huiswerk bezig?”
“Probeer ik, maar ik kan me niet concentreren.”
“Wil je kletsen of wil je liever alleen zijn?”
“Ik vind kletsen wel een goed idee. Dat leidt af. Had jij een leuke dag?”
“Ja hoor, school vind ik niet vervelend, vandaag hadden we leuke vakken, dus mij hoor je niet klagen.”
“Welke vakken had je dan vandaag?”
“Gymnastiek, Nederlands, Engels en Aardrijkskunde. Ik ben dol op talen.”
“Jij doet toch VWO en je broer Gymnasium? Waarom doe jij dan geen gymnasium?”
“Toen ik die keuze moest maken was ik nog heel erg speels. Het zou toen niets zijn geworden. Ik kan er altijd nog een taal er bij nemen als ik dat wil.”
“Dat begrijp ik. Ben je nu niet meer speels?”
“Ja hoor, best wel, toch ook een stuk serieuzer. Ik speel graag bordspelen. Dat verbaast je, hè? Computerspelletjes ook wel, bordspelen vind ik veel leuker!”
“Bordspelen zijn leuk. Dat vind ik ook. Vooral bordspelen waarbij je moet samenwerken.”
“Precies. Ik moet nu wat aan mijn huiswerk gaan doen. Oscar komt straks ook thuis, die zal ook wel kennis komen maken.”
“Vinden jullie het niet vervelend dat er steeds weer een andere vreemde tijdelijk bij jullie woont?”
“Ben je gek, joh, dat is alleen maar leuk. Niet alleen leer je zo steeds nieuwe mensen kennen en ook beter kennen, maar het geeft ook een zekere dynamiek aan ons gezin. We moeten ons van tijd tot tijd aanpassen en dat is helemaal niet slecht. En soms dingen moeten delen met anderen wordt je alleen maar beter van.”
“Ik ben blij dat jullie er zo over denken. Anders zou ik nu niet weten waar ik zou moeten zijn.”
Joyce, die de deurknop al in haar hand had om naar haar eigen kamer te gaan, laat die los en loopt naar Sam toe. “Wil je je verhaal nu vertellen, of wil je dat later doen, bijvoorbeeld met Oscar en mijn ouders er bij?”
“Dat laatste lijkt me het beste. Anders blijf ik vertellen en zo’n successtory is het ook niet.”
”Niet zo negatief, Sam, als ik jou zo zie ben je geen loser.”
“Misschien ben ik het niet, maar ik voel me wel zo, op dit moment.”
“Dat begrijp ik. Het is kut als je ergens anders heen moet. Maar dat zegt in dit geval minder over jou! “
“Dank je wel, Joyce. Ik ga weer proberen mijn huiswerk te maken.”
“Als er wat is, als je stoom wilt afblazen of uithuilen: mijn kamer is die gele deur!” zegt Joyce terwijl ze naar haar kamer teruggaat.
Sam haalt diep adem en probeert weer aan het werk te gaan. Zijn gedachten vliegen de hele tijd alle kanten op. Echt concentreren lukt hem niet.

Na een uurtje wordt er weer op zijn kamerdeur geklopt. Nu stapt een jongen naar binnen, die zich voorstelt als Oscar. Ook Oscar is net als zijn zus blond, hij is lang en heeft een vrolijke uitstraling. Oscar kijkt naar de tekst waar Sam mee bezig is. “Probeer je je te concentreren op Latijn? Lukt je dat?”
“Neen, mijn gedachten gaan alle kanten op, behalve naar Latijn.”
“Dan moet je stoppen joh en ontspanning zoeken.”
“Dat is ook ingewikkeld.”
“Kan ik je helpen? Wil je een spelletje doen of een film kijken?”
“Moet jij niet aan je huiswerk?”
“Het eerste uurtje nadat ik uit school thuis ben doe ik altijd iets anders. En dat uurtje bied ik jou aan.”
“Wat vind jij leuke spelletjes?”
“Ik ben dol op schaken!”
“Dat vind ik ook leuk.”
“Zullen we een spelletje schaken?”
“Ja, goed.”
“Ga maar mee naar mijn kamer, daar heb ik een spel klaar staan. Laat je deur open, dan weet mijn moeder dat je bij mij bent.”
Ze lopen naar de kamer van Oscar. Sam kijkt rond. Deze kamer is rommeliger dan Sam gewend is. Op tafel staat een schaakspel klaar om mee te spelen.
“Als het klaarstaat is er meer aanleiding te gaan spelen, daarom heb ik het altijd klaar staan. Ik zag je kijken. Heb jij ook zo’n chaotische kamer, Sam?”
“Nou neen, ik ben redelijk netjes. Als je alles kan vinden lijkt het me goed. Dat geldt in ieder geval wel voor je schaakspel.”
“Laten we spelen. Ben je goed in schaken?”
“Waar wil je het mee vergelijken? Van mijn vader kan ik winnen. Verder heb ik nog niet veel tegen anderen gespeeld.”
“Dan gaan we dat nu uitzoeken. Jij hebt wit, jij mag beginnen.”
Ze gaan alle twee aan tafel zitten en het spel begint. In het begin gaat het best wel goed. Dan maakt Sam een fout en Oscar weet daar direct gebruik van te maken. Sam concentreert zich. Hij wil niet de eerste keer verliezen. Hij doet een paar goede zetten. Uiteindelijk weet Oscar toch te winnen.
“Ik zal eerlijk zijn tegenover jou, Sam. Ik zit op een schaakclub. Op onze ranglijst jongeren sta ik op de derde plaats. Ik speel dus ook competitie.”
“Goed dat je dat niet voor het begin hebt gezegd. Anders had ik niet gedurfd.”
“Ik vind dat je heel goed speelt. Kom, revanche nemen!”
Ze beginnen een nieuw spel. Sam neemt nu meer tijd om na te denken. En nu maakt hij het Oscar best wel moeilijk. Uiteindelijk weet Sam er een patstelling uit te slepen.
“Gefeliciteerd, Sam, bij het volgende spelletje ga je winnen.”
Sam kijkt op zijn horloge. Het is half vijf. Over een half uur is het gesprek. Het maakt hem opnieuw heel bang. Om wat er komen gaat.

Oscar merkt aan Sams reactie dat er iets is. “Kan ik je ergens mee helpen, Sam?” vraagt hij.
“Ja, als je nog tijd hebt, laten we dan nog een spelletje spelen. Over een half uur vindt er een gesprek met mijn ouders plaats. Ik ben bang voor dat gesprek. Dus leid me af en laat me vechten!”
“Prima, Sam, jij begint.”
Het wordt nu spannend, zowel Sam als Oscar zijn geconcentreerd bezig. En het wordt weer pat, dus remise. Het spel duurt best lang. Het is al kwart over 5 als Oscar Sam feliciteert.
“Volgens mij moeten we vaker spelen, dan wordt je een heel goede speler. Zullen we beneden wat gaan drinken?”
“Prima, ze praten als het goed is al 15 minuten met mijn ouders. Over een kwartier komt de dominee er bij, dus ik verwacht Charlotte en Erik over niet al te veel tijd hier. Goed als we dan al beneden zijn.”
“Sam, ik begrijp helemaal hoe heftig dit allemaal voor je is. Als ik je kan helpen, beloof je me dan op te zoeken?”
“Als het dan niet verplicht schaken wordt: ik beloof het je!”

Beide jongens gaan naar beneden. Daar treffen ze Eva en Joyce aan.
“Jullie hebben het lang boven volgehouden” zegt Joyce. “Wat hebben jullie gedaan?”
“Je gelooft het niet, we hebben geschaakt en ik heb maar één keer gewonnen en het was twee keer remise.”
“Ben jij een goede schaker, Sam?” vraagt Eva.
“Neen, helemaal niet. Misschien heb ik geluk gehad.”
“Onzin, hij is echt heel goed.”
“Mooi, dan heb jij eindelijk een waardige tegenstander, Oscar. Willen jullie iets drinken? Pak je het zelf even, Oscar?”
Oscar pakt een fles Cola en drie glazen en geeft Joyce, Sam en hemzelf een glas Cola.
“Sam verwacht Charlotte en Erik” meldt Oscar. “Al iets van gehoord?” vraagt hij zijn moeder.
“Neen, ik verwacht dat als ze vertrekken ze me zullen bellen. Dat doen ze altijd. Red je het nog een beetje, Sam?”
“Ja, ik ben blij dat Oscar met mij is gaan schaken. Dat nam me helemaal in beslag. Huiswerk Latijn daarvoor lukte me niet!”
Op dat moment gaat de telefoon van Eva. Zij kijkt en knikt ja. Sam kijkt op zijn horloge: 17.30 uur. Hij kijkt naar Eva.
“Prima, we verwachten jullie over 10 minuten.”

Gesloten