Vakantieliefde (deel 11) SLOT
Geplaatst: ma 25 aug 2025, 19:18
Vakantieliefde (deel 11)
Wegens hun veelvuldig contact met elkaar, zijn Lars en Tom goed geïntegreerd in zowel de ploeg monitoren als de wandelgidsen. Het verwondert Tom dat niemand tot nu toe toespelingen maakte. Ze doen steeds normaal tegen elkaar, toch kan het niet anders dat het vroeg of laat opvalt. Het is Lena die de koe de bel aanbindt. Na de wandeling zit Tom bij Lena, die ook al binnen is. Tom heeft Lars niet kunnen zien vanuit zijn positie.
‘Je vakantielief zoekt je.’ zegt Lena. Tom schrikt. ‘Vallen we dan op?’
‘Iedereen weet het. Dacht je dat we het niet zien?’
‘Ik hoopte dat het niet erg opviel.’
‘Jullie zijn discreet, juist. Het is geen wereldnieuws maar wij hebben ogen en de tamtam heeft zijn ronde gedaan.
Je moet het niet verstoppen. Lena legt even een hand op Toms linker. Jullie zijn schattig, dat mag ik toch zeggen hé.’
Tom heeft zich gedraaid. Lars ziet hen en komt naar hen toe.
‘Ben je al terug?’
'Een half uur al. Lena vindt ons schattig’, zegt ze net.
‘Het gezicht van Lars is een vraagteken.’
‘Dit mag gezegd.’ antwoordt ze.
Een laatste dag van een vakantie is vaak rondhangen. Tom haat dat. Vorig jaar huurde hij een mountainbike, nam die mee op de trein en reed zo ver mogelijk de vallei in om helemaal met de fiets naar het hotel terug te keren. Tom en Lars besluiten niets extreem te doen. Ze hebben hun valiezen de dag voordien ingepakt en de dag van vertrek de kamer gestofzuigd en gereinigd.
Tom en Lars hebben getwijfeld om met hun tweetjes op pad te gaan. Tom wil rustig aan doen.
Ze besluiten mee te gaan met de ploeg monitoren om te gaan zwemmen. Het is een eindje stappen maar het meer ligt ingesloten in de bossen en heeft een aangename temperatuur.
Ze dollen als jonge zeehonden. Het ponton is een heerlijke plek om naartoe te zwemmen en op uit te rusten. Er is een ligweide bij het meer. Af en toe gaat er nog iemand in het water. De meesten hebben zich geïnstalleerd om te zonnen. Tom is ingedut hand in hand met Lars.
Hij wordt wakker naast Lars die nog dut. ‘Hé, wie heeft dat gedaan?’ Hij kijkt rond. Het is Marthe die zich verraadt door een krulletje in haar mondhoeken. Rond hun handen liggen veldbloemen geschikt. Tom wrikt zijn hand los terwijl Lars verder slaapt. ‘Kijk.’ Marthe toont een foto van hun handen die ze met haar smartphone heeft gemaakt. ‘Mooi’, antwoordt Tom. ‘Die mag je met me delen.’
‘Is al gebeurd.’
De personeelsbus heeft ‘s morgens nieuw personeel gebracht. Dezelfde bus vertrekt ‘s avonds met de mensen die naar huis keren.
Tom heeft met zijn rugzak een zitje gereserveerd voor Lars en zichzelf. Ze willen absoluut naast elkaar zitten en op die manier is hun plaats veilig voor ze opstappen.
Het is oncomfortabel om half zittend te slapen. Tom heeft een kussentje tegen het raam gelegd en zijn hoofd rust er op. Lars heeft zich tegen hem aan genesteld. Het dekentje van Tom kan voor hen beiden dienen. Zijn rechterarm heeft Tom onder het shirt van Lars geschoven. Dat valt niet op. Ze slapen relatief goed. Met Leuven vlakbij wordt iedereen wakker.
Ze hebben elk een bericht van Marthe. Ze zit rechts van hen, gescheiden door de gang. Ze heeft weer een foto van hen genomen en glundert wanneer Tom en Lars naar haar kijken na de ontdekking van de foto.
‘De mooiste herinneringen moet je op foto vastleggen.’ lacht ze.
‘Wanneer we thuis zijn zal ze me dwingen alle foto’s die ze getrokken heeft mee te bekijken.’ komt Robbe tussen. ‘Ze neemt foto’s van alles wat ze mooi vindt.’ Robbe is de vriend van Marthe. Ze hebben elkaar vorig jaar op werkvakantie leren kennen.
‘Niet jaloers zijn.’ antwoordt Marthe. ‘Ik heb ook foto’s van jou. Er zijn er prachtige bij.’
‘Dank je voor de foto.’ zegt Lars. ‘Ik stuur ze meteen door naar huis.’
‘Goed idee. Ik voeg er de bloemenfoto van onze handen bij.’ antwoordt Tom.
Ze nemen geen afscheid in het station van Leuven.
Ze nemen daar samen de trein naar Antwerpen.
Was dit een vakantieliefde?
Dat willen ze geen van beide.
Lars wordt afgehaald door zijn ouders. Tom zou de bus nemen.
‘Je kan met ons mee.’ stelt Lars voor.
‘Ik woon wel wat verder.’
‘Met de auto maakt dat niet uit.’
Dus rijdt Tom mee en maakt kennis met Lars' ouders.
‘De foto’s zeggen alles.’ lacht de moeder van Lars. ‘We gaan je in de toekomst meer zien, denk ik, hé Tom.'
‘Dat denk ik ook. Ja Lars, we hebben nog niet afgesproken. Wanneer zie ik je terug?’
‘Morgen.’ antwoordt die.
Wegens hun veelvuldig contact met elkaar, zijn Lars en Tom goed geïntegreerd in zowel de ploeg monitoren als de wandelgidsen. Het verwondert Tom dat niemand tot nu toe toespelingen maakte. Ze doen steeds normaal tegen elkaar, toch kan het niet anders dat het vroeg of laat opvalt. Het is Lena die de koe de bel aanbindt. Na de wandeling zit Tom bij Lena, die ook al binnen is. Tom heeft Lars niet kunnen zien vanuit zijn positie.
‘Je vakantielief zoekt je.’ zegt Lena. Tom schrikt. ‘Vallen we dan op?’
‘Iedereen weet het. Dacht je dat we het niet zien?’
‘Ik hoopte dat het niet erg opviel.’
‘Jullie zijn discreet, juist. Het is geen wereldnieuws maar wij hebben ogen en de tamtam heeft zijn ronde gedaan.
Je moet het niet verstoppen. Lena legt even een hand op Toms linker. Jullie zijn schattig, dat mag ik toch zeggen hé.’
Tom heeft zich gedraaid. Lars ziet hen en komt naar hen toe.
‘Ben je al terug?’
'Een half uur al. Lena vindt ons schattig’, zegt ze net.
‘Het gezicht van Lars is een vraagteken.’
‘Dit mag gezegd.’ antwoordt ze.
Een laatste dag van een vakantie is vaak rondhangen. Tom haat dat. Vorig jaar huurde hij een mountainbike, nam die mee op de trein en reed zo ver mogelijk de vallei in om helemaal met de fiets naar het hotel terug te keren. Tom en Lars besluiten niets extreem te doen. Ze hebben hun valiezen de dag voordien ingepakt en de dag van vertrek de kamer gestofzuigd en gereinigd.
Tom en Lars hebben getwijfeld om met hun tweetjes op pad te gaan. Tom wil rustig aan doen.
Ze besluiten mee te gaan met de ploeg monitoren om te gaan zwemmen. Het is een eindje stappen maar het meer ligt ingesloten in de bossen en heeft een aangename temperatuur.
Ze dollen als jonge zeehonden. Het ponton is een heerlijke plek om naartoe te zwemmen en op uit te rusten. Er is een ligweide bij het meer. Af en toe gaat er nog iemand in het water. De meesten hebben zich geïnstalleerd om te zonnen. Tom is ingedut hand in hand met Lars.
Hij wordt wakker naast Lars die nog dut. ‘Hé, wie heeft dat gedaan?’ Hij kijkt rond. Het is Marthe die zich verraadt door een krulletje in haar mondhoeken. Rond hun handen liggen veldbloemen geschikt. Tom wrikt zijn hand los terwijl Lars verder slaapt. ‘Kijk.’ Marthe toont een foto van hun handen die ze met haar smartphone heeft gemaakt. ‘Mooi’, antwoordt Tom. ‘Die mag je met me delen.’
‘Is al gebeurd.’
De personeelsbus heeft ‘s morgens nieuw personeel gebracht. Dezelfde bus vertrekt ‘s avonds met de mensen die naar huis keren.
Tom heeft met zijn rugzak een zitje gereserveerd voor Lars en zichzelf. Ze willen absoluut naast elkaar zitten en op die manier is hun plaats veilig voor ze opstappen.
Het is oncomfortabel om half zittend te slapen. Tom heeft een kussentje tegen het raam gelegd en zijn hoofd rust er op. Lars heeft zich tegen hem aan genesteld. Het dekentje van Tom kan voor hen beiden dienen. Zijn rechterarm heeft Tom onder het shirt van Lars geschoven. Dat valt niet op. Ze slapen relatief goed. Met Leuven vlakbij wordt iedereen wakker.
Ze hebben elk een bericht van Marthe. Ze zit rechts van hen, gescheiden door de gang. Ze heeft weer een foto van hen genomen en glundert wanneer Tom en Lars naar haar kijken na de ontdekking van de foto.
‘De mooiste herinneringen moet je op foto vastleggen.’ lacht ze.
‘Wanneer we thuis zijn zal ze me dwingen alle foto’s die ze getrokken heeft mee te bekijken.’ komt Robbe tussen. ‘Ze neemt foto’s van alles wat ze mooi vindt.’ Robbe is de vriend van Marthe. Ze hebben elkaar vorig jaar op werkvakantie leren kennen.
‘Niet jaloers zijn.’ antwoordt Marthe. ‘Ik heb ook foto’s van jou. Er zijn er prachtige bij.’
‘Dank je voor de foto.’ zegt Lars. ‘Ik stuur ze meteen door naar huis.’
‘Goed idee. Ik voeg er de bloemenfoto van onze handen bij.’ antwoordt Tom.
Ze nemen geen afscheid in het station van Leuven.
Ze nemen daar samen de trein naar Antwerpen.
Was dit een vakantieliefde?
Dat willen ze geen van beide.
Lars wordt afgehaald door zijn ouders. Tom zou de bus nemen.
‘Je kan met ons mee.’ stelt Lars voor.
‘Ik woon wel wat verder.’
‘Met de auto maakt dat niet uit.’
Dus rijdt Tom mee en maakt kennis met Lars' ouders.
‘De foto’s zeggen alles.’ lacht de moeder van Lars. ‘We gaan je in de toekomst meer zien, denk ik, hé Tom.'
‘Dat denk ik ook. Ja Lars, we hebben nog niet afgesproken. Wanneer zie ik je terug?’
‘Morgen.’ antwoordt die.