Witte Merels Deel 5 W

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 241
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

Witte Merels Deel 5 W

Bericht door Wimmie » wo 13 nov 2024, 06:34

Witte Merels Deel 5 W

Simon is een praatje komen maken. “Je hebt het te pakken.”
“Dat heb je goed gezien. Ik zit niet voor niets aan dit tafeltje. Maar het zit niet goed. Thomas is een verstandige jongen en hij weet wat hij wil. Dat is juist wat me in hem aantrekt. Dat verzacht het verschil in leeftijd. Maar hij blijft een schooljongen. Hij is zelfs niet uit de kast en ik zie de problemen al komen.”
“Dan moet je er een einde aan maken voor jullie er allebei ongelukkig van worden. Nu is de pijn nog kort. Ik dring je mijn mening niet op.”
“Vandaag zal ik de knoop doorhakken.”

Ik zie door het raam Thomas zijn fiets op slot zetten. Ik ben blij dat hij gekomen is en tegelijk zwaarmoedig. Simon heeft me een verstandig advies gegeven.
“Toch weer gekomen.” zeg ik en dat is een heel beladen zinnetje.
Thomas legt de vinger op de wonde door te stellen dat praten moeilijk is. Vorige week bij onze tweede ontmoeting begon de wagen vast te lopen. Als ik Thomas wil leren kennen, dan kunnen we ons niet in ‘De Witte Merel’ opsluiten. Elke week een paar uur met hem aan een tafeltje zitten, dat is het echte leven niet. Ik wil hem alle tijd geven die hij nodig heeft. Hij heeft mijn hint begrepen over de moppen van David. Wat we aan het bespreken zijn, is niet om te lachen.

Thomas probeert over de brug te komen. Dat siert hem. Laf als ik ben, doe ik het zelf niet. Als ik dat zou doen, ben ik hem vanzelf kwijt. dus kan hij maar beter niet weten wat ik hem te vertellen heb.
Ik moet goed nadenken over wat ik hem ga duidelijk maken. Het is de raad van Simon die ik ga volgen. Die had ik nodig want ik het inderdaad te pakken.

“Ik wil jou niet ongelukkig maken. Ik wil ons niet ongelukkig maken. Een paar weken zien we elkaar en dat is genoeg om ‘ons’ te denken. Thomas, ik zou zo iets serieus met je beginnen. Ik zie je helemaal niet als een groen blaadje maar je bent zo onervaren dat je mij niet verdient. Het gaat later pijn doen afscheid van je te nemen als ik je aan het lijntje houd en dat wil ik niet. Je hebt nog zoveel kansen in je leven. Pas als je verder gaat studeren, zal de wereld voor je opengaan. Nog een jaar wachten en dan wordt alles makkelijker voor jou. Dan vind je de jongen van je leven.”

Thomas bijt op zijn lip, drinkt zijn cola leeg en verdwijnt. We hebben zelfs elkaars gegevens niet.
Simon staat snel bij mij, attent als hij is.
“Bedankt voor je raad.” zeg ik. “Dit heb ik niet gewild. Beter nu dan later.”
“Je maakt me waarschijnlijk definitief een klant armer.” lacht Simon.
“Je bent door slecht."
Ik voel me slecht. Ik ga naar huis voor David en de rest arriveren. Ik heb de oorzaak bij Thomas gelegd. Het is omdat ik zelf een lafaard ben dat ik er een einde aan heb gemaakt. Met de zware steen die in mijn rugzak zit, vertrek ik naar huis. Zal ik ooit in staat zijn een fatsoenlijke relatie op te bouwen?


Vorige week maakte ik er een einde aan. Dat ik na een normale werkweek om zes uur al in de Witte Merel arriveer, is ongebruikelijk. Mijn hart slaat een slag over. Thomas zit aan ons tafeltje. Ik negeer hem en ga rechtstreeks naar de toog om te bestellen. Simon is mijn vertrouwenspersoon, meer dan Gert.
“Hij zit hier al een half uur.” vertelt Simon me. “En nu?
“Wat doe je aan spijt?”
“Van je hart een steen maken?”
“Nee.” zeg ik. “Soms moet je iets recht zetten.”
“Niet hier.”
“Zwijg. Geef me maar nu twee cola’s.”
“Van de zaak.” fluistert Simon geheimzinnig. “Een investering.”

Thomas heeft nog een restje in zijn glas. “Mag ik erbij komen zitten?” vraag ik.
“Doe maar. Tenzij je die twee glazen zelf gaat leegdrinken.” glimlacht hij vaag.
Hij kijkt me afwachtend aan. Het is maar goed dat hij geen smeekbede uit zijn mond wringt.
Het is aan mij om het woord te nemen. “Het was te vroeg om het je te vertellen, vond ik. Je zou zo weggelopen zijn. Het is iets waar ik niet fier op ben. Ik heb het een plaats gegeven en ik mag me er niet om schamen. Ik kan de wereld niet haten. De wereld is mooi en lelijk tegelijkertijd. Ik heb spijt van vorige week. Je bent vandaag niet zomaar gekomen.

Als ik het niet vertel, kunnen we niet verder. Je hebt het recht dit te weten. Als we het een kans willen geven moet ik je toegang geven tot mezelf en het omgekeerde geldt ook.
Eerst het gemakkelijke: nogmaals, je bent voor mij geen groen blaadje. Je bent een mooie jongen, achttien en prachtig. Het oog wil ook wat in alle eerlijkheid. Carlo is vier jaar ouder dan ik en ik merk het verschil in leeftijd in de omgang niet tussen ons. De vier jaar leeftijdsverschil tussen Carlo en mij is onbelangrijk geworden. De vier jaar tussen ons telt dubbel op dit moment. Ik heb gedacht: ‘Waar begin ik aan?’ Je moet nog aan je opleiding beginnen. Je bent eigenlijk een schooljongen. Je bent zo helder en zo enthousiast dat ik een 'wauw' gevoel over je krijg. Sommige mensen worden nooit volwassen maar jij lijkt het al. Dat spreekt in je voordeel.

Ik werk nu een jaar en heb een nieuw leven. Ik wilde rust en heb niemand de kans gegeven om iets met me te proberen. Niemand weet waarom, ook mijn beste vrienden niet. Dat ga ik je vertellen. Anders ben ik je kwijt. Misschien ben ik je straks helemaal kwijt.

Op mijn achttiende, precies de leeftijd die jij nu hebt, vatte ik mijn hogere studies aan. Ik ging op kamers. Gelukkig heb ik genoeg discipline want anders had ik nooit mijn diploma gehaald. Het studentenleven, ver van huis, geeft vrijheid; een vrijheid die ik met open armen aan pakte. Het duurde niet lang voor ik viel voor een jongen, mijn enige en eerste vriend. Hij was een jaartje ouder dan ik. Ik viel voor zijn charmes. Hij had ervaring. Dat bleek snel want hij leerde me alles wat een jongen als ik leuk vind. Slechts een paar maanden later had ik door dat ik hem moest delen, méér dan delen. Hij was een prachtige en ook heel lieve jongen. We bleven vrienden maar omdat ‘trouw zijn’ voor mij onoverkomelijk is, konden we geen serieuze relatie meer hebben. We bleven elkaar af en toe zien en soms meer dan dat. Hij vertelde me een keer dat hij aan gay escort deed. Wat hij per maand extra verdiende was niet min. Hij legde me haarfijn uit hoe je dat moest aanpakken. Op een bepaald moment had hij ‘toevallig’ gezelschap van een man die minstens twee keer mijn leeftijd had. Gelokt door het spannende van het gegeven en het geldbedrag, heb ik heel onbezonnen de stap gezet. Ik had meer in mijn mars dan een gemiddelde jongen van die leeftijd. Je moet een goede gesprekspartner kunnen zijn en zoveel meer. Soms is goed gezelschap zijn voor de klant even belangrijk als de seks. Het werd voor mij geen eenrichtingsverkeer in de zin van ‘gebruikt worden’. Als liefde kan je het nooit bestempelen. Onaangenaam was het zelden. Mijn vriend, tussen aanhalingstekens, gedroeg zich niet als een concurrent maar deelde klanten. Intussen zat ik 'in' en ik heb tijdens mijn studies een serieuze spaarpot verdiend. Je verdient er dik geld aan maar je verliest een stukje van jezelf. Het meest wrange was dat mijn ouders het beste met me voor hadden en me op de koop toe zakgeld toe stopten. Ik was de perfecte zoon die goede cijfers haalde. Mijn geheim vrat zwaar aan me. Ik moest dat centje aannemen terwijl ik geld als slijk verdiende. Soms bleef ik een weekend op mijn kamer, zogezegd om te studeren. Het maakte van me een leugenaar.”
Even moet ik me herpakken terwijl ik de tranen in mijn ogen kan houden.
“Met mijn spaarcenten heb ik een mooi appartement kunnen kopen maar met welk geld ik het heb gekocht is zuur. Door hier werk te vinden en door te komen wonen in een andere stad, heb ik volledig met mijn vorige leven gebroken. Het is ook de reden waarom ik het voorbije jaar geen enkele vorm van relatie heb toegelaten. David ziet me waarschijnlijk wel zitten maar niemand heeft het voorbije jaar een schijn van kans gemaakt. Nu zit ik hier met een jongen van achttien voor me. Ik heb mezelf in zijn ogen ineens tien jaar ouder gemaakt. Wees maar eerlijk, je verdient me niet.”

Na mijn bekentenis, voel ik een paar tranen over mijn wangen rollen. Het zijn er maar een paar want zelfbeheersing is één van mijn eigenschappen. Ik heb zelfs mijn ogen niet neergeslagen en ben Thomas wazig blijven aankijken. Ik kan niet beschrijven hoe ik me voel. Het is een mix van opgelucht, gelaten en bang. De grote steen is uit mijn rugzak verdwenen. Thomas zal me de bons geven. Het zal eindigen voor het begonnen is.

Het is niet ik maar Thomas die nu huilt. Ik heb met hem te doen. Het brengt me in de war.
Ik zou hem willen vastpakken en hem troosten, maar dat gaat allemaal niet.
“Je zou me in mijn gezicht moeten slaan.” zeg ik wanneer zijn ogen geen tranen meer loslaten.
“ ‘De Witte Merel’ is alleen op dinsdag gesloten. Niets beslissen nu, goed nadenken.” Ik heb intussen mijn mobiel nummer op een bierviltje geschreven en overhandig het hem.

Gesloten