Witte Merels Deel 1 W
Op vrijdagavond zit mijn werkweek er op zoals bij velen.
Dan plan ik niets. Na het avondeten ben ik een vaste bezoeker van café ‘De Witte Merel’.
Nadat ik afgestudeerd ben en snel werk vond hier in de stad, heb ik een appartement gekocht. Omdat ik de lening rond kreeg dankzij de financiële buffer waarover ik beschikte, heb ik geen armzalig optrekje maar onmiddellijk een volwaardige woonst gekocht. Dat was een grote sprong. Ik wilde mijn loon niet verspillen aan huur en ik wilde op eigen benen staan. In mijn nieuwe leven vielen de puzzelstukjes in elkaar: een leuke job en het bruisende stadsleven. Vier jaar heb ik als student in een andere stad gewoond. Gelukkig ben ik daarna verhuisd om hier mijn leven op te bouwen.
In mijn zoektocht naar sociaal contact vond ik ‘De Witte Merel’ om bij te praten onder gelijkgezinden. Ik kom er nu bijna een jaar en heb een beperkte vriendenkring opgebouwd. Het is een homocafé zonder dat dat opvalt. Ik denk dat het iets met de uitbaters te maken heeft en dat het zo gegroeid is. Het is niet zo dat ik op zoek was naar een relatie toen ik er voor het eerst binnenstapte, integendeel. Ik heb me nooit 'benaderbaar' opgesteld. Mijn vrienden doen geen moeite om me over de brug te krijgen. Ze weten intussen dat ze zelf geen avances moeten maken of pogingen ondernemen om me aan iemand te koppelen.
Het is augustus en een mooie zomeravond. Als het weer meezit ga ik te voet zoals vandaag. Soms kom ik met de fiets want het is toch een kwartier stappen.
De warmte blijft nog lang tussen de huizen hangen. Ik krijg het niet snel koud en ik heb een T-shirt aan en een Bermuda. Ik schat dat het straks bij het huiswaarts keren nog steeds een comfortabele temperatuur zal zijn buiten.
Ik ben vroeg. Het is net zeven uur. Buiten een paar tooghangers waar ik geen contact mee zoek, zijn er geen bekenden. Ik bestel een cola en zet me op een barkruk.
Simon en Gert, de uitbaters, zijn ook aangenaam in de omgang.
”Het is rustig vandaag.” zeg ik.
“Een beetje a-typisch.” antwoordt Simon. "Het is vakantie en veel klanten zijn op verlof maar we hadden nogal wat nieuw volk, toeristen en zo.”
Het café ligt in een rustige omgeving. Natuurlijk zoeken sommige mensen net iets wat buiten het toeristische circuit ligt.
Simon en Gert hebben de authenticiteit van het café bewaard. Ook de jukebox en de houten dansvloer behoren tot het oorspronkelijke interieur. Het is vanzelf een homobar geworden.
”Dat hebben we niet gepromoot.” heeft Simon eens uit de doeken gedaan. Hun eigen geaardheid en misschien hun vriendenkring zal er toch voor iets tussen gezeten hebben, vermoed ik sterk.
Een jongen die ik nog nooit hier gezien heb, heeft aan de toog een cola besteld en zit er daarna aan een tafeltje links van de dansvloer van te nippen.
”Zo’n jonge klant zag ik hier zelden.” zeg ik.
”Als hij bier besteld had, had ik zijn leeftijd moeten vragen.” komt Gert tussen.
”Zestien is hij zeker. Zeventien schat ik hem. Dan mag het.”
”Mooie jongen hé Wim”, zegt Simon. “Hij lijkt me een beetje verdwaald.”
”Je hebt gelijk. Wat komt hij zoeken in een marginaal café als dit?”
”Wij kunnen het niet helpen dat klanten zoals jij steeds weer terugkomen.” kaatst Gert de bal terug.
David verrast me langs achter. Hij plant twee vingers tussen mijn ribben en kust me langs achter op de kaak. Ik draai mijn hoofd en kus hem terug.
”Je ziet er zomers gekleed uit.” merk ik op.
”Jij hebt nog veel te veel kleren aan naar mijn zin. Een beetje minder zou je mooier staan.”
David heeft een wit topje aan en een erg korte broek. Zijn armen en schouders zijn egaal gebruind.
Hij flirt altijd. In zijn geval hoef ik er niets achter te zoeken. David is zo. Hij is altijd goed gemutst en één van mijn betere vrienden hier.
We zetten ons aan een tafel en ik heb de jongen in het vizier. Hij heeft intussen een tweede cola genomen. Het wordt drukker in het café. De dansvloer wordt sporadisch in gebruik genomen.
Zelden heb ik belangrijke dingen te vertellen. We hebben het gewoon over onze werkweek want daar ligt een belangrijk stuk van ons leven.
Carlo schuift een stoel bij.
”We waren net intieme dingen aan het bespreken.” zegt David.
Ik negeer hem. “Lang geleden Carlo. Hoe was je verlof?” Ook hij heeft een bruine tint ondanks zijn bestemming Denemarken.
”Vriendelijke mensen die Denen. We hebben verschillende keren overnacht in een shelter en de rest in B&B’s. Met mooi weer is het heerlijk overnachten in die shelters en gratis. We zijn natuurlijk heel goed verzorgd in de B&B’s.”
”Waar is Frank?”
”Die heb ik daar achtergelaten. Nee, die is al aan het werk met nachtdienst.”
Ik zie dat de jongen gezelschap heeft.
”Zie je die jongen?” zeg ik tegen mijn vrienden. “Daniël zit bij al bij hem.”
”Dat was te verwachten. Hij zou zijn vader kunnen zijn.” antwoordt David.
“Een vader die je niet wil hebben.” zegt Carlo.
Wat later zien we Daniël op de dansvloer. “Zie hem zich uitsloven.”
Geen van ons drieën moet Daniël. Hij heeft een voorkeur voor jonge jongens. Ik ben er zeker van dat hij al met sommigen naar huis gegaan is.
”Ik ga die jongen waarschuwen.” zeg ik.
”Blijf toch bij ons zitten. We houden wel een oogje in het zeil.”
Op het moment dat de jongen naar de toog stapt om nog een cola te bestellen, acht ik het moment geschikt.
”Jullie nog iets drinken?”
”Hetzelfde.” zeggen de twee in koor. Ik ga dus voor drie bier.
De jongen neemt plaats op een barkruk en ik zet me naast hem.
”Een Stella.” vraagt hij.
”Voor mij drie Stella’s .” spring ik op de boot.
”Ik heb je hier nog nooit gezien.”
Ik heb hem verrast. Hij krijgt een kleur en lijkt verlegen.
”Val ik dan op?”
Ik ben op mijn beurt verrast door zijn vinnige antwoord.
”Je valt alleen op omdat je de jongste bent hier.”
”Vanaf zestien mag je bier drinken en ik drink er geen vijf.”
Hij is een intrigerende mengelmoes van vrank en verlegen.
“Dit is een homocafé.”
“Weet ik. Mag ik hier niet zijn?”
“Er zijn een aantal volwassenen hier die misschien bepaalde bedoelingen hebben ...”
“Jij bent toch ook volwassen en ik ben dat voldoende, vind ik.”
De jongen heeft donkere ogen en donker haar. Hij is vinnig en rad van tong.
Ik moet een beetje terugschakelen want een versnelling hoger wil ik niet.
“Het is goed dat je niet naïef bent. Hoe ben je hier beland?”
“Via een neef die in de stad woont en die me dit café aanwees. Ik ben oud genoeg voor een avondje uit.”
“Breng je dan niet beter vrienden mee?”
“Die zijn allemaal hetero en ik wil graag op verkenning. En jij, dat kan ik ook vragen: wat kom jij hier doen?”
“Het is vrijdagavond en dan kom ik normaal elke week met wat vrienden bijpraten. Weet je, ik wil je de les niet spellen, maar voor jonge jongens zoals jij is de wereld niet altijd vriendelijk.”
“Je klinkt alsof je zelf oud bent.”
Het gesprek lijkt ten einde.
Mijn drie pinten bier staan trouwens klaar om betaald te worden.
Het duurt niet lang voor Daniël weer naast de jongen zit, maar snel daarna verdwijnt hij.
“Hij kan zijn mannetje staan.” zeg ik.
“Gelukkig.” antwoordt David.
Even later is de jongen verdwenen.
Wanneer ik een paar uur later in bed lig, denk ik aan hem. Ik ken zelfs zijn naam niet. Hij komt niet meer terug, denk ik.
Hij zal zijn vergissing ingezien hebben. Wat zou zijn leeftijd zijn, zeventien toch wel? Dan heb je nog niets in een homobar te zoeken.
Hij had wakkere en vriendelijke ogen en hij was heerlijk ad rem.