Bosbessen plukken

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Amexic
Berichten: 156
Lid geworden op: wo 10 jun 2015, 20:14
Vul het getal in: 123
Locatie: Antwerpen

Bosbessen plukken

Bericht door Amexic » vr 08 dec 2023, 20:26

Bosbessen plukken (deel 1)

Ik rondde het eerste jaar van mijn universitaire studies succesvol af. Ik zat net als veel jongeren vol energie. Toch had onervarenheid en faalangst me bijna genekt. Drie vakken te herdoen, leek me aanvankelijk onoverkomelijk. Na een objectief haalbare tweede zittijd in september kreeg ik alsnog een reden om te feesten. Het laatste mondelinge examen bracht me even tot wanhoop. Ik merkte dat de examinator mijn antwoord onvoldoende vond en het examen wilde afsluiten. Toch had ik aangedrongen. Mijn hardnekkigheid leverde het cijfer twaalf op en zoals gezegd een reden tot feesten.
Ik was zo'n jongen die wel capaciteiten bezat maar nog een stuk onzekerheid moest afwerpen. Ik reed vaak met de rem op en hield me dan op de vlakte. Ik ontbolsterde het voorbije jaar en genoot met volle teugen.
Het openbloeien had iets met de vrijheid van het studentenleven te maken maar ook met volwassenheid.
Ik ben sociaal maar ging vroeger niet erg gemakkelijk los. Ik maak gemakkelijk nieuwe vrienden. Uit de bol gaan hoeft niet voor mij. Ik ben wel een prater en zelfs de dansvloer is mijn terrein. Mensen gaan mijn onzekerheid niet hebben vermoed toen.

Meer dan de helft van de studenten van de eerste kandidatuur had geen toegang tot het tweede jaar gekregen. Het voelde goed bij de overlevers te behoren en tevens slecht dat de gegroeide vriendengroep uitgedund werd.
Het academiejaar was herstart. Er waren weer veel nieuwe dingen onder de zon. Ik fietste een eind met Ria mee.
'Blij dat je nog bij ons bent.'
Ria was mijn beste vriendin. Ze was een frêle meisje. Een kindvrouwtje zegt men soms. De damesfiets was eigenlijk een maat te groot voor haar. We fietsten vaak samen omdat ze dezelfde richting uit moest. We huurden beiden een kamer aan de andere kant van de spoorweg. Dit was een veel rustiger deel van de stad met het uitgaansleven en de universiteit op fietsafstand. Ria was een koppel met Johan, die ook tot mijn vriendenkring behoorde. Johan was net als haar fiets een maatje te groot voor Ria. Hij mat minstens een meter negentig. Hoewel ik erg close was met Ria, vertoonde Johan geen tekenen van jaloezie. Johan kon niet weten dat hij geen concurrentie hoefde te vrezen van mij. Het vormde een bewijs van onze vriendschap en het maakte ook dat Johan Ria verdiende in de ogen van mij. Ik had een hekel aan jaloezie.
 'De herkansing heeft me een stuk vakantie gekost en bloed en zweet maar geen tranen. Ik ben blij dat we nog samen mogen fietsen.'
'Ik heb geluk gehad.' zei Ria
'Wat is geluk hebben?  Jij hebt het verstand en je bent plichtsbewust.'
Ria sloeg rechtsaf en ik moest nog een paar straten verder.
Mijn kamer was er eentje in een groot huis dat verbouwd was tot tien studentenkamers. Ik had  zelf mogen kiezen uit vier vrije kamers. Om de prijs te drukken, koos ik toen het kleinste kamertje. Het had een ruim dakraam, dus lichtinval à volonté. Een bed, lavo, tafel, stoel en kast... dat was het.
Laurent groette me. Niet Laurent interesseerde me, wel zijn grote verzameling strips. We hadden een goede verstandhouding maar mijn type was hij niet.
De kamer van Kathleen was nu ingenomen door een nieuw meisje.
Kathleen leverde me vorig schooljaar een teleurstelling op en een voorbeeld van hoe de basis van een relatie fout kan zitten.
Sommige studenten proberen zich te ontspannen met sport. Ik kreeg van moeder natuur een atletiektalent. Dat maakte van joggen voor mij een ontspannende bezigheid in plaats van zich af te matten zoals dat bij velen het geval is. Een gezonde geest in een gezond lichaam is een na te streven doel. Voor een meisje is alleen joggen 's avonds iets minder vanzelfsprekend. Kathleen was aangenaam in de omgang en trouwens een aardige verschijning. Ze ging in op mijn vraag om regelmatig samen een eind te gaan lopen. Ik hield het tempo altijd onder controle zodat we beiden genoeg adem hadden om te praten.
'Vind je het erg dat ik niet meer met je mee loop?' vroeg ze op een keer. Natuurlijk vond ik dat spijtig. Ze zei dat haar vriend er een probleem van gemaakt had dat we samen gingen joggen.
Ineens begreep ik waar de recente ruzie die ik tot in de gang kon horen, over ging.
'Ik begrijp het.' had ik enkel geantwoord. Het had geen zin mijn mening over de situatie te geven. Kathleen kon het niet helpen en werd gedwongen om te kiezen. Zonde toch dit soort bezitterigheid. Ik was teleurgesteld en de vriend van Kathleen kon ik enkel nog minachten, al had ik weinig last van hem want ik kreeg de jongen amper te zien.

De buurtwinkel sloot om zes uur dus mocht ik niet treuzelen. Ik sprong terug op zijn fiets. Ik kookte doorgaans zelf om geld te besparen al viel een bokaal spaghettisaus ook onder het begrip koken.
'Hé, jij hier. 'Wat een verrassing.'
Ik botste tussen de winkelrekken op Frank, een vroegere klasgenoot. Er ontspon zich een geanimeerd gesprek dat we buiten verder zetten wegens de nakende sluiting van de winkel.
'Wat studeer jij?'
'Informatica. En jij?'
Met de opkomst van de computer begin jaren tachtig was dit een recent gestarte opleiding.
'Ik biologie. Zit je hier in de buurt op kot?'
Gek dat we elkaar het voorbije jaar nooit hadden ontmoet. Frank bleek slechts een kilometertje verder een kamer te huren. Hij volgde les op een andere locatie. Er waren zoveel studenten in de stad dat een bepaald iemand toevallig tegen het lijf lopen puur toeval was. Ik kon me voorstellen dat Frank niet eens deelnam aan het studentenleven. Mogelijk beperkte hij zich tot naar de les gaan en op zijn kamer studeren als een kluizenaar.
We waren beiden geslaagd, Ik met voldoende, Frank met onderscheiding maar dat hield de jongen voor zich omdat hij niet wilde opscheppen.
'Je ziet er goed uit.' liet ik me ontvallen.
Ik meende het oprecht. Ik gaf zelden complimenten, te weinig waarschijnlijk. Ik ben recht toe recht aan, wat in elk geval een eerlijke houding inhoudt.
Het lot had bepaald dat ik en Frank tijdens hun middelbare schooltijd drie jaar samen in de klas zaten. Frank had er in het eerste middelbaar als een erg mager, bleek kind uit gezien.
Knieën als bamboestokken en de combinatie met zijn bleke huid gaven hem een breekbare, bijna ziekelijke indruk. In het vierde jaar kwamen onze wegen opnieuw samen.
Frank geraakte op dat moment met vertraging toch in een soort van puberteit. Hij ging groeien maar bleef aanvankelijk een schriel dun mannetje. Pas vanaf het vijfde jaar begon hij zijn fysieke achterstand bij te benen.
Hij was een jongen die wachtte tot zijn lichaam zijn geest had ingehaald.
Zijn zelfvertrouwen bleef rond de nul schommelen die jaren.
Ik was er op die leeftijd lichamelijk beter aan toe. Je kon nochtans niet weten wat er in mijn hoofd omging. Het is niet omdat jongeren naar de buitenwereld toe gelukkig lijken, dat ze innerlijk alles op orde hebben. In elk geval werd ik geaccepteerd door de klasgroep wat je van Frank niet kon zeggen.
Frank verhuisde tenslotte en veranderde daarom van school in zijn laatste jaar.
Meer dan twee jaar na ons laatste contact trof ik nu een Frank die rustig en verstaanbaar sprak. Dat viel me erg op. Vroeger praatte de jongen gejaagd en te stil. Je verstond hem moeilijk als hij nerveus was omdat hij dan frequent over zijn woorden struikelde.
'Toch vervelend  dat je het laatste jaar middelbaar nog van school moest veranderen.' gaf ik aan.
'In het begin wel, maar al snel was ik blij dat ik van m'n oude school af was.'
We wisselden nog wat herinneringen uit.
'Weet je nog dat we samen bosbessen gingen plukken?'
Ik herinner me die activiteit heel levendig. Het was het feitelijke afscheid van Frank tijdens de vakantie na het vijfde. We hadden dit afgesproken op het einde van het schooljaar. We waren klasgenoten zonder ooit vrienden  te zijn. Het idee om samen bessen te gaan plukken kwam voort uit een toevallig gesprek.

We keerden fietsend terug naar ons studentenkot met de belofte om eens af te spreken. Waarom had Frank de herinnering aan het bosbessen plukken opgerakeld? De gedachte aan het voorval hield me bezig.

Frank glimlachte in zichzelf. Hij beleefde in het algemeen geen plezier aan terugdenken aan zijn oude school. Wim vormde een uitzondering. Het weerzien had hem opgevrolijkt.
Wim had nooit deelgenomen aan de pesterijen die Frank en ook Peter waren te beurt gevallen.
Beide jongens waren nooit gepest op een manier dat de school had ingegrepen. Het ging subtiel en nooit fysiek voor zover jongens subtiel zijn. Ze werden allebei als homo beschouwd. Peter was net als Frank een tengere jongen.
Het woord janet viel soms terwijl de jongens geen verweer hadden tegen die slinkse opmerkingen.
Het aanvaarden van Franks geaardheid verliep des te moeilijker omdat ze hem de stempel homo gaven zonder dat hij ooit aanleiding had gegeven. Mogelijk was het conflict met jezelf nog groter als je door de buitenwereld werd geviseerd en in een hokje geduwd. Hij moest voor zichzelf beslissen wie hij was. De enige die Frank ooit in vertrouwen had genomen was Peter. Die zat tenslotte in dezelfde boot. Frank beschouwde hem als veilig. Peter had op geloofwaardige manier ontkend en Frank gelukkig niet verraden. Men ging zeker ook op iemands uiterlijk verder. Misschien kreeg Peter daarom ten onrechte ook die stempel. Hij wist niet welke situatie het ergste was die van hem of die van Peter. Frank had het gedurende meerdere jaren moeilijk gehad, bij momenten was hij diep ongelukkig en eenzaam. Het veranderen van school betekende een ommekeer. Hij had zich beter aanvaard gevoeld. Zijn fysieke metamorfose had hem ook meer zelfrespect gebracht.

Gesloten