EEN BIJZONDERE KERST - INTERMEZZO
Geplaatst: zo 25 dec 2022, 05:34
Een verhaal van Lucky Eye
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
©Lucky Eye, december 2022
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Vooraf:
Mijn kerstverhaal van 2022 is getiteld: "Een bijzondere kerst – intermezzo".
Bij trouwe lezers van mijn verhalen zal wellicht een (kerst)belletje gaan klinken, want in 2015 schreef ik voor de kerst een verhaal met de titel "Een bijzondere kerst". De eerste zeven hoofdstukken van dat verhaal speelden zich af op kerstavond/-nacht 2005 en het laatste hoofdstuk vijf jaar later.
Dit korte verhaal vult de kerstnacht van 2005 verder in.
Als je wil, kun je – om in de sfeer van het verhaal te raken – het oude verhaal nog eens teruglezen. Het lezen in chronologische volgorde (de eerste zeven hoofdstukken van "Een bijzondere kerst", dan dit nieuwe korte verhaal, en afsluitend het laatste hoofdstuk van het oudere verhaal) kan natuurlijk ook.
EEN BIJZONDERE KERST – INTERMEZZO
Nog lang hadden ze met elkaar gepraat. Veel verschillende onderwerpen waren ter sprake gekomen, maar toen het Henri duidelijk was dat Jem begon in te dommelen, had hij zijn mond gehouden. Lang had hij daarna in het halfdonker nog gekeken naar het gezicht van de jongen tegenover hem. Jem was iemand die worstelde met alles wat hij nog niet kon, maar wel zo graag wilde, zo kenschetste Henri hem. Een jongen ook die goedgebekt was, en af en toe enorm grappig. Toen ze het over school hadden gehad, had Jem verteld dat hij in de laatste klas van het vmbo zat, waar hij "omdat hij stom was" een jaar langer over had gedaan dan normaal. Voor Henri voelde het niet prettig als Jem zichzelf zo afkraakte. Plagerig had hij hem een stomp verkocht, en erbij gezegd dat hij moest stoppen met die onnodige zelfkritiek. Of het zou werken, dat betwijfelde hij. Zelf had hij aangegeven dat hij in het laatste jaar van het vwo zat. Hij had de radertjes in het hoofd van Jem horen kraken, toen die aan het rekenen was geslagen. 'Op de basisschool heb ik een groep overgeslagen,' zo had hij toegelicht hoe het kon dat iemand die zestien was al in het laatste jaar van zijn opleiding zat. Dat overslaan van een groep had hij niet erg gevonden. In het voorgezet onderwijs had hij echter wel gemerkt dat het een verschil maakte. En dat vooral op emotioneel gebied. Zijn medeleerlingen hadden op dat vlak een voorsprong op hem. Toen zijn mentor zijn ouders en hem voorstelde om opnieuw een klas over te slaan had hij dat niet gewild. De uitleg vanuit ochool was duidelijk: ze wilden dat er voldoende uitdaging voor hem bleef. Zijn ouders hadden het prachtig gevonden. Logisch, die waren altijd al uit geweest op goed presteren. Hij wilde er echter niet aan. Had het geweigerd. Ze konden hem ook extra lesstof geven buiten de gewone lessen om, was hij van mening. Gelukkig had zijn mentor zijn kant gekozen.
Henri probeerde in slaap te komen. Het wilde niet lukken. Voorzichtig bewegend draaide hij zich opnieuw om. Het hielp niet. Terug draaien dan maar weer. Voor hij weer ging liggen, keek hij over de slapende Jem heen op diens wekker waar de rode cijfers duidelijk te zien waren: 02.14. Het eind van de dag was te heftig geweest. Te veel gehoord, te veel van zich af gepraat. Dat laatste voelde goed, maar tegelijkertijd had het ook veel oude wonden opengehaald. Verdriet dat hij weggestopt had, maar dat niet echt weg was. Hij zag het licht van een auto op de oprit en hoorde het knerpen van de kiezels onder de banden. Tinie en Jacob waren terug. Hij luisterde naar de geluiden bij de buitendeur. De sleutel die in het slot gestoken en rondgedraaid werd. Het voelde fijn dat zij weer terug waren. Meteen vroeg hij zich ook af waar ze heen geweest waren. Dat verhaal over een oude kennis die ze prettige kerst wilden wensen, had hij vreemd gevonden. Ook omdat toen Tinie dat zei, er verbazing op het gezicht van Jacob te lezen was geweest. Zijn gedachten bleven bij dat onderwerp. Jem had het idee gehad dat zijn moeder iets zou gaan doen, maar had niet geweten wat en wanneer. Langzaamaan ontvouwde er zich iets in zijn hoofd. Zou Tinie op bezoek zijn geweest bij de vader van Jem? Had ze meteen actie ondernomen? Hij probeerde haar te analyseren, en des te nader hij haar bekeek, des te meer hij ervan overtuigd raakte dat zij dat had gedaan. Waarom Jacob mee had gemoeten, werd hem echter niet duidelijk. Misschien gewoon om haar te begeleiden. Hij sloot zijn gedachten heel bewust af. Het was goed dat ze beiden weer thuis waren. Hij sloot zijn ogen. Begon zijn inademing en uitademing te tellen. Niet hardop natuurlijk. Het was een methode, die af en toe goed werkte bij hem om in slaap te vallen. Tellen tot tien, en dan weer beginnen bij één. Het werd een janboel, want hij merkte ineens op dat hij bij zeventien was aanbeland. De gedachten in zijn hoofd hadden ervoor gezorgd dat hij niet bij tien was gestopt. 'Verdomme!' vloekte hij zacht. Opnieuw omdraaien dan maar. Wel voorzichtig. En dat vloeken, daar moest hij mee stoppen.
Hij hoorde iets. Had hij geslapen? Hij checkte de wekker en zag dat het bijna een uur later was. Ja. Even was hij weggeweest. Maar nu hoorde hij iets, en het was hem duidelijk wat het was: het geluid van een piano. Die had hij niet gezien hier in huis? Waar had dat ding gestaan? Het klonk mooi. Een kerstlied werd er gespeeld. Het was een aarzelende speler, zo constateerde hij. Iemand die niet echt veel speelde. Hij – Jacob – of zij – Tinie – bleef echter wel spelen. Het ene na het andere lied kwam voorbij. Hij genoot ervan. Voelde zijn vingers kriebelen. Maar al te graag zou hij zijn bed uitstappen, naar beneden gaan, en vragen of hij ook iets mocht spelen. Maar … zou dat niet gek zijn? Hij was hier gast in huis. Hoorde te slapen. Het stilhouden van zijn vingers kostte hem steeds meer moeite. In slaap komen zou nu zeker niet meer lukken. Voorzichtig stapte hij uit bed. Zoeken in zijn tas naar sokken wilde hij niet, omdat hij bang was dat Jem dan wakker zou worden. Een badjas of iets dergelijks zou handig zijn geweest, want het was best koud. Hij wist dat de deur van Jems slaapkamer kraakte bij het open- en dichtgaan. Dus ook daar was hij omzichtig. Het ging goed. Hij sloop de trap af en kwam in de hal. Veel van het huis had hij niet kunnen zien toen hij met Tinie hier was aangekomen, omdat het donker was geweest. De voorkant met het afdakje boven de deur en de ramen links en rechts, waren alles wat hij van de buitenkant had gezien. In de hal was de kapstok, een trap naar boven, twee deuren. De ene leidde naar de keuken en de ander naar de woonkamer waar ook de grote eettafel stond. In de hal was ook de deur van het toilet. Vanuit de hal liep een gang verder het huis in. De piano had niet gestaan in de vertrekken die hij inmiddels kende. En daarom liep hij verder de donkere gang in. Hij merkte dat net boven de plint lampjes aangingen als hij er in de buurt kwam. Handig. Zo was het nooit helemaal donker. Hij kwam uit bij een deur. Weifelend bleef hij staan. Zou het niet beter zijn terug naar boven te gaan? Hij wilde niemand tot last zijn. Misschien had degene die in de kamer achter die deur piano speelde behoefte aan rust. Uiterst behoedzaam duwde hij de klink van de deur naar beneden. Pas daarna deed hij de deur langzaam open.
'Hé! Kom binnen alsjeblieft.'
Het was Tinie, zo hoorde de jongen. Hij sloot de deur en liep naar haar toe.
'Werd je wakker van mijn spelen?'
'Nee. Ik was al wakker, geloof ik. Kon niet goed in slaap komen.'
'Je rilt. Heb je het koud?'
'Ja.'
'Heeft Jem je geen ochtendjas gegeven?'
'Denk dat hij dat vergeten is. Ik had er ook om kunnen vragen.'
Tinie stond op van de pianokruk en zag de blote voeten van de jongen. 'Ik haal er een voor je op en neem ook meteen een paar dikke sokken voor je mee.'
'Dank je.' Hij bleef bij de piano staan en keek naar de bladmuziek. Daarna liet hij zijn blik door de kamer gaan. Er was een open haard waar twee fauteuils bij stonden. Er brandde een heel klein vuurtje in de haard.
'Zal ik de haard opstoken?'
'Weet niet.'
'Hoeft ook niet. Mij lijkt het goed. Als jij deze ochtendjas en sokken aantrekt, dan zorg ik voor een lekker brandend vuur.'
Terwijl Tinie bezig ging met de haard, deed hij wat zij hem gezegd had. Daarna keek hij wat zij aan het doen was bij de open haard. Bij hem thuis hadden ze ook een open haard, maar die brandde alleen als er visite was. Zijn ouders wisten absoluut niet hoe je daarin een vuur moest aansteken. Daar hadden ze personeel voor. Tinie was er heel bedreven in, zo merkte hij op. Al snel knetterde het hout dat zij op het vuur had gelegd.
'Zullen we hier even gaan zitten?' zei ze terwijl ze op de stoelen wees.
'Euh … '
'Heb je een ander voorstel?'
'Ja. Als je het niet erg vindt, zou ik graag op de vleugel willen spelen. Maar alleen als het mag natuurlijk.'
'Geen probleem. Ga zitten, stel de kruk goed af, en ga je gang.'
Het voelde meteen goed. De kruk moest iets lager voor hem. Toen die goed afgesteld was, zette hij zijn vingers op de toetsen.
'Wat wil je spelen, want dan pak ik de muziek voor je.'
'Niet nodig. Ik speel veel uit het hoofd. En improviseer.'
Tinie bleef bij de vleugel staan en werd al snel meegevoerd door de prachtige klanken die Henri ontlokte aan het instrument dat van haar vader was geweest. Het ene na het andere lied speelde de jongen. Ze vloeiden naadloos in elkaar over en inderdaad, af en toe week hij speels af van de originele melodie. Het klonk prachtig. Ze raakte geëmotioneerd. Deze jongen had enorm veel talent. Ze liep van de vleugel weg en trok een stoel dichterbij. Daarin ging ze zitten. Zo kon ze genieten en uitrusten tegelijkertijd. Ze sloot haar ogen. Liet zich meevoeren door de muziek. Snel was ze terug in het verleden. Haar vader speelde op de vleugel. Deed dat ook altijd zonder bladmuziek. Zelf kon ze dat niet. Ze moest de noten voor zich zien, maar haar vader had dat niet nodig. "De noten komen vanzelf," had hij altijd gezegd als ze hem had gevraagd hoe hij dat toch deed.
Henri stopte. Hij keek naar Tinie en zag hoe zij haar ogen opende.
'Wauw! Dat was goed, Henri! Werkelijk verbluffend!'
'Jij speelt ook goed.'
'Ik oefen te weinig. Zou het meer willen doen, maar het ontbreekt me aan tijd. Ga er iets mee doen?'
'Hoe bedoel je?'
'Als opleiding na wat je nu doet? Wat doe je trouwens?'
'Vwo-6.' Net als Jem eerder had gedaan, zag hij haar denken en voor zij ernaar kon vragen legde hij uit hoe het zat. Gaf ook meteen aan wat er later was gebeurd.
'Verstandig van je, Henri!'
'Vind je?'
'Ja. Zijn je ouders erg gericht op goed presteren op school?'
'Ja. Alleen maar. Dat is wat telt voor hen.'
'Heb het gevoel dat jij het daar niet mee eens bent.'
'Klopt. Voor mij is er meer. Altijd meer. Je kunt iets niet vanuit één kant bekijken. Als ik goed zou presteren op school, maar daarnaast een enorme etter zou zijn, dan zouden zij dat vergoelijken. Zich er niet echt druk om maken in elk geval. De cijfers waren goed toch?'
'Ik denk dat ik snap wat je bedoelt. Mijn Jem is niet zo sterk op school. Hij doet zijn best. En hij is een ontzettend goede jongen.'
'Dat bedoel ik dus. Je moet op diverse vlakken je best doen. Uitmunten in iets is leuk, maar je mag andere dingen niet uit het oog verliezen.'
'Doe je verzoeknummers?'
Hij glimlachte naar haar. 'Zeg het maar.'
'Zou je "Komt allen tezamen" voor mij willen spelen.'
Henri ging weer recht achter het toetsenbord zitten, plaatste zijn vingers en vulde al snel de kamer met muziek. Tinie genoot. Het was het favoriete kerstlied van haar moeder geweest. Vooral vanwege dat uitbundige, dat jubelen. Ze kon er niets aan doen, maar al snel kwamen de tranen. Het was inmiddels tien jaar geleden dat zij was overleden. Jem was toen nog maar zes geweest. Hij had er helemaal niets van gesnapt dat zijn oma niet meer met hem kon praten. Hij had een stoel naast de kist – die in deze kamer had gestaan – gezet, en had haar van alles over school verteld. "Oma kan niet meer met je praten, lieverd", had ze tegen hem gezegd, terwijl ze met haar hand door zijn warrige haren had gestreken. Hij had het afgedaan met: "Dat geeft niet. Ik kan haar alles wel vertellen". Hij was door het overlijden van zijn oma geraakt, maar niet compleet van slag geweest. Twee jaar later bij het heengaan van zijn opa was dat anders geweest. Toen voelde het voor haar alsof hij – het allerliefste dat er in haar leven was – hopeloos verloren was.
'Heb ik het goed gespeeld?' wilde Henri weten.
'Ja! Ontzettend goed. Kom, laten we bij de haard gaan zitten.'
Henri sloot de klep, stond op, schoof de kruk op z'n plek, en ging bij haar zitten. 'Mag ik vragen waarom je speciaal dat lied wilde horen?'
'Natuurlijk, lieve Henri.' Ze vertelde het hem en ging daarna verder. 'Mijn vader was degene die op die vleugel speelde. Hij heeft gewerkt op het conservatorium als leraar. Had enorm veel talent. Kon ook, net als jij, improviseren. Vond het leuk als Jacob en ik bij hem waren om verschillende liedjes door elkaar heen te spelen, ze te combineren, en dan was het ons spel om de titels te noemen. En als dat lukte, dan zagen we zijn brede glimlach.'
'Dus het talent heb je van hem?'
'Hé, ik heb geen talent. Ik kan een klein beetje spelen, maar kan absoluut niet dat wat hij kon en jij zo-even liet horen.'
'En Jacob?'
'Nee. Ook hij niet. Hij had er geen zin in, en mijn vader vond dat prima. Hij dwong ons niet. Liet ons dat kiezen wat wij wilden. Zo deed hij dat ook met Jem. Die wilde wel. Vond het prachtig om naast zijn opa te zitten. Wilde het ook leren. Mijn vader was geduldig, zoals hij dat ook altijd met ons was. Hij deed zijn uiterste best om het hem te leren. Voelde zich ook enorm bezwaard toen hij mij aangaf dat hij ermee zou stoppen.'
Dat snapte Henri niet. En hij vroeg ernaar.
'Het is soms lastig omgaan met Jem. Vrienden, leraren op school, het lijkt er altijd op dat mensen aan hem moeten wennen.'
Opnieuw iets dat Henri niet begreep. Toen hij Jem had gezien …
'Voor mijn ouders was dat natuurlijk niet zo. Na mijn scheiding van Jems vader ben ik hier eerst bij in komen wonen. Ik ging full time werken en mijn ouders pasten op Jem. Toen hij naar school moest had ik een woning in Maastricht. Jem ging daar naar school. Maar … hij kon niet tegen de drukte in de kleuterklas van meer dan twintig kinderen. Hij … nou ja … het ging niet goed. Ik overlegde met mijn ouders en Jem ging bij hen wonen. Zij zorgden voor hem en hij ging in het dorp hier naar de basisschool. Daar gedijde hij veel beter. En … mijn vader wilde mij ervan overtuigen dat hij echt alles had gedaan om Jem te leren spelen op de piano.'
'En daar slaagde hij in.'
'Ja, natuurlijk. Ik wist hoe hij met mijn zoon omging. Hij en ook mijn moeder. Ze waren heel erg op hem gericht. Wisten hoe ze met hem moesten omgaan.'
'Is er een gebruiksaanwijzing nodig dan, of zo?' Misschien had hij zijn mond moeten houden, realiseerde Henri zich te laat.
'Hmmm. Gooie vraag. Laat ik je in elk geval zeggen dat daar geen uitgeschreven exemplaar van bestaat. Nee. Het is beter om Jem te leren kennen door met hem om te gaan. Zoals mijn ouders dat dus konden doen. Zoals ik dat heb moeten leren.'
'En Jems vader?' Opnieuw had hij zich wel voor zijn hoofd kunnen slaan!
'Jems vader is … ' Tinie brak het begin van haar zin af.
'Het spijt me. Ik had er niet over moeten beginnen. Jem heeft me verteld van het gesprek dat hij en jij gehad hebben. Heeft me gezegd wat zijn vader heeft gedaan. Vandaar mijn vraag, denk ik. Maar … je hoeft er niet op te antwoorden als je dat niet wil.'
'Ik brak mijn antwoord af, omdat ik niet wilde vervallen in een scheldpartij.' Ze glimlachte naar de jongen in de andere stoel. Het leek haar toe alsof hij er ontspannen bij zat. 'Al die scheldwoorden die ik in gedachten had, zijn op hem toepasbaar. Geloof me! Maar … het doet mij geen goed die te herhalen. Vandaar dat ik het anders moet formuleren. Andrew was niet geduldig. En met Jem moet je geduldig zijn. Jem begrijpt niet alles meteen. Alleen woorden als uitleg, is soms lastig voor hem. Soms is het handiger om hem iets voor te doen. Maar … ja … het zou heel handig zijn geweest als bij Jems geboorte een handleiding voorhanden was geweest. Mijn vader had het geduld wel. Bleef proberen. Tot hij begon te merken dat het Jem frustreerde dat hij niet verder kwam met het pianospelen.'
'Het plezier begon te verdwijnen bij hem? Leg ik het zo goed uit?'
'Ja. De spijker op zijn kop, zoals ze zeggen.'
'Het werd voor Jem een opgave, niet meer iets dat leuk was om met zijn opa te doen. Mijn vader vond het moeilijk om mij dat te zeggen. Was bang dat ik het gevoel zou hebben dat hij de strijd had opgegeven. En dat was het absoluut niet. Ik wist hoe hij met Jem omging, en dat … dat te zien … was zo heel erg mooi.' Ze haalde haar neus op. Verdrong de tranen. 'Maar verder dan de vlooienmars is Jem dus nooit gekomen. Jem bleef de speciale momenten met zijn opa echter wel steeds opzoeken. Als zijn opa muziekstukken instudeerde, zat Jem altijd bij hem in deze kamer. Soms naast hem op de kruk, maar vaker al spelend, met wat dan ook, op de grond, onder de vleugel.'
Henri zag het voor zich. Hij begon te glimlachen.
'Ga jij iets doen met dat talent van jou?'
Voor hem was het niet nodig om over een antwoord over deze vraag na te denken. Daarom kwam het antwoord meteen. 'Denk het niet.'
'Echt niet! Je bent fenomenaal!'
'Misschien. Maar mijn ouders, mijn vader beter gezegd, want mijn moeder bemoeid zich er niet mee, hij … hij wil dat ik, nadat ik mijn diploma gehaald heb, international law en economics ga studeren op een universiteit in Engeland.'
'En jij? Wat wil jij?'
Henri zuchtte.
'Oké. Ander onderwerp?'
'Ja. Ik zie daar een tafeltje met een schaakbord. Wie spelen er schaak hier?'
'Speelden kun je beter vragen. Mijn vader, Jacob en Jem deden het.'
Henri stond op en liep naar het tafeltje toe. Hij bekeek het schriftje waarin nauwgezet de zetten waren bijgehouden.
'Wie is er volgens jou aan de winnende hand?'
'Zwart,' klonk het gedecideerd.
'En wit?'
Opnieuw bekeek hij de stand van de stukken, om daarna ook de notities die gemaakt waren goed in zich op te nemen en te analyseren. 'Weifelachtig. Het draait uiteindelijk uit op verlies voor wit. Als ik de zetten bekijk, dan heeft zwart diverse malen iets weggegeven. En dat heeft hij dan gedaan om het spel te rekken. Wit is aan de beurt. Mag ik een voorstel doen voor een zet?' Het viel hem op dat het lang duurde voor ze reageerde. Te lang, naar zijn mening. De hand die hij al had uitgestoken naar de witte toren liet hij zakken.
'Misschien is dat wel een goed idee, maar … doe het nog maar niet.'
Hij kon haar niet volgen. Liet het schaakbord met rust en liep terug naar zijn stoel. 'Wat bedoel je precies?' vroeg hij nadat hij weer plaats genomen had.
'Het verleden, zoals dat schaakbord, is veelvuldig aanwezig hier in huis. Het is logisch dat er hier herinneringen zijn aan mijn ouders. Bovendien was het hun huis natuurlijk. Maar … boven zijn twee grote slaapkamers volgestouwd met meubels, dozen, kisten, en wat al niet meer. Voor de schuur en de garage op het erf, geldt precies hetzelfde. De kamers zou ik heel graag leegruimen. Ze zouden een nieuwe invulling kunnen krijgen. En … als jij schaak wil spelen, waarom dan niet met het schaakspel van mijn vader? Herinneringen zijn oké, maar het moet niet zijn dat ze de toekomst in de weg staan.'
'Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn,' reageerde hij meteen.
Ze wist dat ze zelf voorgesteld had om over iets anders te praten. Maar toch … toch zinde het haar niet helemaal dat het vorige onderwerp niet goed … nou ja, wat is goed … Het was lastig. Maar toch deed ze een nieuwe poging. 'En nu we dan toch onderweg zijn naar de toekomst, ga jij werkelijk naar Engeland om die studie die jouw vader voor jou heeft uitgezocht doen?'
'Ik den… '
'Conservatorium zou een veel betere keuze zijn, Henri. Maar … dat is mijn mening. Ik neem aan dat je dat zelf ook zo voelt en dat je geprobeerd hebt er met je ouders over te praten.'
'Ja. Diverse keren. Ze weten ook dat daar mijn hart ligt. Ze weten dat ik goed ben op de piano. Maar … zien het meer als een act. Op feestjes mag ik spelen, en dan laten ze hun vrienden en kennissen duidelijk weten dat ze trots op me zijn. Maar … ze zien het niet iets als een toekomst voor mij. Ze geven altijd af op artiesten. Vinden dat – hun woorden – niet een "eerzaam beroep". Klinkt lekker ouderwets, nietwaar?"
'Ja. Bovendien vind ik het een vooroordeel. Ik ken een mensen die je artiest kunt noemen. Weet van hen dat geld verdienen met optreden, en er dan goed van kunnen leven, niet voor iedereen is weggelegd.'
'Wil ik ook niet eens! Heb ik ze ook uitgelegd! Ik wil naar het conservatorium om uiteindelijk leraar te worden. Ik wil anderen kennis laten maken met de piano, met muziek in het algemeen. Ik wil ze begeleiden, kijken of ik talent kan ondersteunen. Het vak van muziekleraar op een school, zie ik ook wel zitten. En … heel misschien wil ik zelf leren componeren. Maar … het moet blijken tijdens die studie of dat voor mij weggelegd is.'
'Je praat er zo bevlogen over, en dan toch naar Engeland voor iets met economie en rechten?'
Henri zuchtte diep. 'Het is een tegenstrijdigheid in mij. Ik wil mijn ouders niet teleurstellen. Geen enkel kind wil dat. We zoeken allemaal naar een stukje bevestiging, waardering. Ik wil het in elk geval. Ik wil niet dat als het echt fout gaat … '
Ze onderbrak hem. 'Kun je dat duidelijk maken voor mij?' Tinie keek hem recht in de ogen. Wilde – als het enigszins kon – dingen helderder hebben.
'Als het uiteindelijk toch niet goed gaat … da … dan zal ik volledig met hen breken. Alle contact weg. Maar ik wil niet dat dat mijn schuld is. Ik zou daarmee niet kunnen leven. Ik wil alles gedaan hebben om dat te voorkomen.'
Tinie voelde pijn. Diep in haar hart. Dit was zo'n wezenlijk probleem voor Henri dat ze hem met geen mogelijkheid zou kunnen helpen.
'Af en toe … vertelde het al … reageer ik me af. Verbouw ik mijn kamer. Dat helpt.'
'Maar kun je dan niet beter … '
'Een psycholoog. Dat bedoel je toch?'
Dat was in haar opgekomen, en daarom knikte ze.
'Wekelijks zie ik zo'n figuur. Iemand van het personeel kwam er achter dat ik van die buien had en briefte dat door aan mijn ouders. Meteen werd er een psycholoog geregeld. Die eerste keren voelde het voor mij alsof ik veilig mijn hart kon luchten, alsof … Zij werd vervangen. Een ander kwam. En zodra ik iets van een band voel met mijn behandelaar, komt er weer een ander. Ze worden betaald door mijn vader. Niet vanuit de zorgverzekeraar of zo. Hebben ook allemaal een opdracht meegekregen. Die luidt ongetwijfeld dat ik weer gewoon moet worden. Gewoon in de betekenis van dat ik geen gekke dingen moet doen.'
'Ik wou dat ik iets voor je kon doen, lieve Henri!'
'Dat heb jij, dat hebben jullie gedaan. Ik voel me hier op m'n plek. Ik kom er wel.'
'Maar als je je hopeloos voelt, als je het even niet meer ziet zitten … kom dan alsjeblieft hier naar toe! Neem contact met mij, met Jem, of met Jacob op. Weet dat je er nooit alleen voor staat! Heb je je telefoon bij je?'
Die lag op de slaapkamer van Jem, onder het bed.
'Doen we het morgen,' reageerde Tinie, nadat ze Henri's antwoord had gehoord. 'Onze telefoonnummers in jouw telefoon. Altijd handig. En … wacht.'
Henri zag dat ze naar een kast liep en daar wat rommelde in een laatje. 'Kijk! Hier heb je twee sleutels. Een van dit huis en een van het huis van Jacob. Mocht je, om welke reden dan ook, er even uit willen, dan heb je altijd een plek waar je terecht kunt.'
Met de twee sleutels in zijn hand wist hij eerst niet hoe te reageren. Het voelde goed. Hij voelde dat zij hem vertrouwde, volledig vertrouwde. 'Maar alsjeblieft, Tinie, maak je niet al te veel zorgen om mij. Ik weet wat ik doe. Ik probeer het goed te maken. Ik ben jong. Kan dat wat mijn vader wil uitproberen. Loop ik erop dood, dan … dan kan ik het jaar erna alsnog naar het conservatorium gaan.'
'Je hebt de tijd aan jouw zijde. Je bent nog erg jong. Maar … het is een soort van compromis dus?'
'Dan heb ik het in elk geval geprobeerd. Ligt het niet aan mij. Ben ik niet al te dwars geweest. Ik … ik kan mijn ouders waarschijnlijk niet veranderen. Kan wel een poging doen mezelf zodanig op te stellen, dat ik niet al te veel bots met hen. En dan … dan hoop ik dat zij ook bereid zijn iets in mijn richting te bewegen. Dat ze inzien … inzien dat ik … ' verder kwam hij even niet. Het voelde alsof zijn keel was dichtgeknepen. Bewust ademde hij een aantal keren diep in en uit. 'En ik zal ze steeds weer opnieuw een kans geven, zodat het uiteindelijk goed gaat komen. Iedereen heeft een tweede kans nodig toch?'
'Ja. Maar … hoeveel kansen ga jij hen geven?
Daar moest hij over na denken. Hij nam alle tijd daarvoor. Tinie zou moeten wachten tot hij een antwoord had, of … totdat hij er niet uitkwam. Dat laatste gebeurde. 'Ik weet niet of het zo werkt voor mij. Het gaat niet om een getal, denk ik. Maar … '
'Het is goed, Henri. Jij bepaalt wat er gaat gebeuren, en zo hoort het. Ik ben maar een buitenstaander.'
Het woordje "maar" dat ze gebruikt had, was niet helemaal op z'n plaats. Ze was meer voor hem. En dat voelde goed.
'Eerder zei je je dat je ouders erg prestatiegericht zijn. Wat als zij, nadat jouw poging die studie in Engeland te doen volgens jou niet goed gaat, instemmen met jouw keuze voor het conservatorium, maar dan wel willen dat je naar het allerbeste conservatorium in de wereld gaat. Wat doe je dan?'
'The Julliard School,' zei hij en keek haar aan.
Die opleiding had ze in gedachten gehad.
'Hoewel die opleiding inderdaad de beste in de wereld schijnt te zijn, zal ik dat zeker niet doen. Goed, beter, best is iets dat voor mijn ouders werkt. Niet voor mij. New York is gewoon te ver weg voor mij.' Bovendien zou hij dan niet in een weekend, of als hij dat nodig had, hierheen kunnen komen. 'De opleiding in Maastricht is goed genoeg. Ik heb daar nu ook twee ontzettend goede, bevlogen leraren. Maar … Nee. Als ik dat wil kan ik dat altijd later nog doen. Natuurlijk weet ik wel dat ze graag jong talent willen hebben, maar … voor mij is dat te ver van … Ik heb gezegd dat ik vaak stuk loop op mijn ouders. Dat ik me niet thuis voel, daar waar ik woon, maar … ik wil hen nog niet afschrijven. Wil hen de kans geven om een thuis voor mij te maken. Is dat verkeerd?'
'Nee. Als je dat uit mijn woorden sluit, dan heb ik het verkeerd onder woorden gebracht.'
'Nee, het zijn niet jouw woorden. Begrijp me goed. Het zijn mijn gedachten. Ik wil graag dat ik bij hen een echt thuis heb. Wil hen daarvoor de gelegenheid geven. Wil daarom ook die studie die mijn vader wil uitproberen.'
Het bleek haar dat dat onderwerp hem hoog zat. Tinie hoorde hem aan, maar had het idee dat zijn streven wel eens onhaalbaar zou kunnen zijn. Ze kende zijn ouders natuurlijk niet, maar had het idee dat Henri zich op een onmogelijke taak stortte. En natuurlijk begreep ze waarom hij dat deed. Hij had het haar duidelijk gemaakt. Een mogelijk definitieve breuk, zou niet zijn schuld mogen zijn. Die last kon hij niet dragen. Nu nog niet in elk geval. 'Ik begrijp het,' zei ze nadat ze haar gedachten had afgesloten.
'Zou jij het ook zo doen?'
'Ik moet eerlijk zijn. Ik weet niet of ik het zo zou kunnen. Je moet ongelofelijk sterk zijn, heb ik het idee, als je het op de manier die jij tekende wil doen. En jij bent sterk! Enorm sterk! Dus … doe het zoals jij het wil.'
'Dank je. Het voelt voor mij enorm goed dat ik jouw zegen heb.'
'Maar beloof me alsjeblieft, dat als die studie in Engeland je echt niets lijkt, je dan gaat doen wat jij graag wil.'
'Ja, dat doe ik, erewoord.'
'Heftig deze kerstnacht, Henri.'
'Ja. Maar ook heel goed. Ik vind het fijn om met een volwassene over dat wat er in mijn hoofd omgaat te kunnen praten. Niet om pasklare antwoorden te krijgen, maar om mijn ideeën te ventileren en te kijken wat jouw reactie is. Respons te krijgen die eerlijk en oprecht is, en niet een die ik al jarenlang hoor.'
'Blij dat wij je kunnen helpen, Henri. Blijf je hier tot je weer naar huis moet?'
'Als dat mag, dan blijf ik graag.'
'We stellen jouw aanwezigheid op prijs, lieve jongen. Bovendien komt het mooi uit dat je zo prachtig piano kunt spelen. Kunnen we daar nog veel van genieten de komende dagen.'
'Maar … je moet me wel aangeven wat ik jou moet betalen voor je gastvrijheid.'
'Hé! Ben jij mal! De betekenis van het woord gastvrijheid mag duidelijk zijn. Geen cent willen we van jou hebben!'
'Dan zal ik als tegenprestatie extra goed mijn best doen op mijn pianospel.'
'Ha! Dat is meer dan goed, Henri! Streef nooit naar perfectie!'
Het laatste zorgde ervoor dat hij aan het denken sloeg. 'Wat is daar mis mee?' kwam zijn vraag.
'Als dat je streven is, raakt het woord tevredenheid uit je woordenboek.'
Niet helemaal duidelijk voor hem. Iets waarover hij na moest denken. Het was toch goed om zo goed mogelijk te willen zijn. Zeker als het aan kwam op je prestaties op school, of – in zijn geval – het spelen op de piano. Maar toch … ze had het niet voor niets gezegd. En … ze had meer ervaring in het leven dan hij had. Er moest iets mee zijn ...
Voor Tinie duurde het iets te lang. Ze wilde zich verduidelijken. 'Perfect zou het geweest zijn als mijn huwelijk met Andrew stand had gehouden. Perfect, omdat hij mijn grote liefde was. Perfect, omdat hij dan niet gerotzooid had met andere vrouwen. Perfect, omdat hij me alles kon geven wat mijn hartje begeerde. Maar … hij bedroog me. Mijn leven nadat ik van hem weggegaan was, was anders. Ineens moest ik full time gaan werken om voor Jem en mezelf te zorgen. Geen probleem natuurlijk. Ik was jong. Ik was sterk. En dat perfecte … dat kon ik loslaten. Ik kon tevreden zijn met dat wat ik had, ook al was het niet perfect. Ik wist me gesteund door mijn ouders en Jacob.'
'Ah! Ik snap het. Dank je voor je toelichting. Ik voelde dat je die opmerking niet voor niets had gemaakt, maar kon er niet zo snel achter komen waar het hem in zat.'
'Ik was tevreden, nadat ik Andrew had verlaten. Moest alle zeilen bijzetten om te voorkomen dat ik mezelf de schuld gaf van het mislukken van ons huwelijk. Ik kreeg verwijten. Van hem. Van vrienden en bekenden.'
'Dat laatste snap ik niet. Hij had je niets te verwijten. Maar wat hadden die vrienden en bekenden ermee te maken?'
'Ik was ouderwets volgens een aantal van hen. Vriendinnen van mij. Dat de man af en toe een slippertje maakte, dat was normaal. Hun echtgenoten deden dat toch ook!'
'Wauw! Daar zakt me de broek van af! Euhhhh … '
Ze schoot in de lach. 'Ik begrijp wat je bedoelt, lieve Henri. Zo verging het mij ook. Ik ben zo niet opgevoed. Mijn vader hield van mijn moeder, en ik weet absoluut zeker dat hij nooit, maar dan ook nooit, iets heeft gehad met een andere vrouw. Hij hield van mijn moeder. Zou haar die pijn nooit willen aandoen.'
'Ik snap dat soort beweringen niet. Hoe kan je als je een relatie met iemand hebt, dat soort gedrag goed praten. Onmogelijk voor mij!'
'Sommige van mijn vriendinnen vonden dat het normaal gedrag was. De man was een veroveraar, moest steeds weer opnieuw op jacht. Zat in zijn genen ingebouwd.'
'Als dat waar is, dan schaam ik me ervoor een man te zijn. Dat soort gedrag vind ik walgelijk! En … het is ook flauwekul! Het gaat om de keuzes die je maakt. Niet om … Het zal mij niet gebeuren! Nooit! Ik ga volledig voor één persoon!'
'Mijn Jem?'
Hij voelde hoe het bloed naar zijn hoofd steeg. De vlammen sloegen hem uit. Hij keek van haar weg, maar bedacht zich ook meteen. Keek haar weer recht in het gezicht. Zag liefdevolle ogen. 'Liefde op het eerste gezicht. Bestaat dat?'
'Ja.' Ze had er iets aan toe willen voegen, maar deed het niet. Dit moest gaan over Henri. Niet over haarzelf. 'En het is heel erg mooi.'
'Je hebt het aan mij gemerkt. Hoe?'
'De manier waarop je naar Jem keek. Dat vooral. Maar ook de interactie tussen jullie beiden.'
'Hij is mooi. Maar dat is natuurlijk niet het belangrijkste.'
'Niet?'
Opnieuw werd hij rood.
'Sorry.' Ze leunde naar voren en pakte Henri's beide handen beet. 'Ik plaag je maar wat.'
'Geeft niet. Ik vind hem heel erg mooi. Niet alleen uiterlijk, maar ook hoe hij is.' Hij zuchtte. 'Ik ken hem nog veel te kort. Maar dat wat ik van hem heb kunnen zien, dat is mooi. Maar … ' Hoe hij dit onder woorden moest brengen, wist hij niet precies. Het liefste wilde hij dat het er vloeiend uit zou komen, maar dit was live. Geen opname die hij achteraf kon bewerken. 'Het lijkt me ook dat … dat Jem … kwetsbaar is.'
'Ja. Dat klopt.'
'Hij vertelde me iets over die vriendengroep waar hij bij is. Dat het niet echte vrienden zijn. Dat ze hem wel eens … rot behandeld hebben.'
'Dat met dat computerspel. Bedoel je dat?'
'Ja. Zoiets doe je toch niet!'
'Dat is onder andere het kwetsbare aan Jem. Hij wil graag vrienden hebben, en dan is het gevaar aanwezig dat hij dingen gaat doen, die niet goed voor hem zijn. Hij weet dat die dingen niet goed voor hem zijn … en toch … '
'Ik wil ook graag echte vrienden hebben. Heb die niet. Natuurlijk ga ik op school om met klasgenoten, maar … ik zie ze niet als echte vrienden. Ook de kinderen van de kennissen en bekenden van mijn ouders zie ik niet als vrienden. En … ik werd meteen verliefd op Jem … niet … ik probeer het netjes te zeggen, maar wil wel eerlijk naar jou toe zijn.'
'Zeg het zoals jij het wil, lieve jongen.'
'Ik … ik reageerde niet met mijn lichaam. Ik voelde die liefde voor Jem hier.' Hij maakte een hand los uit die van Tinie en hij legde die op zijn hart. 'Daar nam hij meteen een plaatsje in. Heel raar. Daarom wist ik ook meteen dat het echt was. Iets wat ik nooit eerder heb gehad. En … misschien kan ik het dus ook niet weten, of het echt is. Maar … '
Zonder woorden nodigde ze hem uit zijn hand weer aan haar te geven. Ze vond het fijn dat hij haar begreep en kneep even stevig in zijn hand toen hij die weer in die van haar legde. 'Twijfel niet aan dat gevoel, Henri. Liefde op het eerste gezicht is wonderbaarlijk mooi.'
'Natuurlijk heb ik wel naar jongens gekeken. Die waren mooi.' Opnieuw voelde hij zijn wangen branden. 'Maar dat was … anders. Daarbij kwam dat andere kijken. Dat andere waar niets mis mee is. Maar bij Jem … ' Hij viel stil.
'Jem is erg innemend. Zo komt hij op veel mensen over. Hij heeft iets … tja … het woordje innemend is duidelijk genoeg.'
'Ja. Het overrompelde mij. Sloeg me bijna van de benen.'
'Vandaar die duizeligheid?' grapte ze.
'Nee! Dat was het niet!'
'Ik weet het. Ik plaag je maar wat.'
'Oh. Zit in de familie zeker.'
Tinie moest lachen. 'Zeg … heb je honger?
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
©Lucky Eye, december 2022
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Vooraf:
Mijn kerstverhaal van 2022 is getiteld: "Een bijzondere kerst – intermezzo".
Bij trouwe lezers van mijn verhalen zal wellicht een (kerst)belletje gaan klinken, want in 2015 schreef ik voor de kerst een verhaal met de titel "Een bijzondere kerst". De eerste zeven hoofdstukken van dat verhaal speelden zich af op kerstavond/-nacht 2005 en het laatste hoofdstuk vijf jaar later.
Dit korte verhaal vult de kerstnacht van 2005 verder in.
Als je wil, kun je – om in de sfeer van het verhaal te raken – het oude verhaal nog eens teruglezen. Het lezen in chronologische volgorde (de eerste zeven hoofdstukken van "Een bijzondere kerst", dan dit nieuwe korte verhaal, en afsluitend het laatste hoofdstuk van het oudere verhaal) kan natuurlijk ook.
EEN BIJZONDERE KERST – INTERMEZZO
Nog lang hadden ze met elkaar gepraat. Veel verschillende onderwerpen waren ter sprake gekomen, maar toen het Henri duidelijk was dat Jem begon in te dommelen, had hij zijn mond gehouden. Lang had hij daarna in het halfdonker nog gekeken naar het gezicht van de jongen tegenover hem. Jem was iemand die worstelde met alles wat hij nog niet kon, maar wel zo graag wilde, zo kenschetste Henri hem. Een jongen ook die goedgebekt was, en af en toe enorm grappig. Toen ze het over school hadden gehad, had Jem verteld dat hij in de laatste klas van het vmbo zat, waar hij "omdat hij stom was" een jaar langer over had gedaan dan normaal. Voor Henri voelde het niet prettig als Jem zichzelf zo afkraakte. Plagerig had hij hem een stomp verkocht, en erbij gezegd dat hij moest stoppen met die onnodige zelfkritiek. Of het zou werken, dat betwijfelde hij. Zelf had hij aangegeven dat hij in het laatste jaar van het vwo zat. Hij had de radertjes in het hoofd van Jem horen kraken, toen die aan het rekenen was geslagen. 'Op de basisschool heb ik een groep overgeslagen,' zo had hij toegelicht hoe het kon dat iemand die zestien was al in het laatste jaar van zijn opleiding zat. Dat overslaan van een groep had hij niet erg gevonden. In het voorgezet onderwijs had hij echter wel gemerkt dat het een verschil maakte. En dat vooral op emotioneel gebied. Zijn medeleerlingen hadden op dat vlak een voorsprong op hem. Toen zijn mentor zijn ouders en hem voorstelde om opnieuw een klas over te slaan had hij dat niet gewild. De uitleg vanuit ochool was duidelijk: ze wilden dat er voldoende uitdaging voor hem bleef. Zijn ouders hadden het prachtig gevonden. Logisch, die waren altijd al uit geweest op goed presteren. Hij wilde er echter niet aan. Had het geweigerd. Ze konden hem ook extra lesstof geven buiten de gewone lessen om, was hij van mening. Gelukkig had zijn mentor zijn kant gekozen.
Henri probeerde in slaap te komen. Het wilde niet lukken. Voorzichtig bewegend draaide hij zich opnieuw om. Het hielp niet. Terug draaien dan maar weer. Voor hij weer ging liggen, keek hij over de slapende Jem heen op diens wekker waar de rode cijfers duidelijk te zien waren: 02.14. Het eind van de dag was te heftig geweest. Te veel gehoord, te veel van zich af gepraat. Dat laatste voelde goed, maar tegelijkertijd had het ook veel oude wonden opengehaald. Verdriet dat hij weggestopt had, maar dat niet echt weg was. Hij zag het licht van een auto op de oprit en hoorde het knerpen van de kiezels onder de banden. Tinie en Jacob waren terug. Hij luisterde naar de geluiden bij de buitendeur. De sleutel die in het slot gestoken en rondgedraaid werd. Het voelde fijn dat zij weer terug waren. Meteen vroeg hij zich ook af waar ze heen geweest waren. Dat verhaal over een oude kennis die ze prettige kerst wilden wensen, had hij vreemd gevonden. Ook omdat toen Tinie dat zei, er verbazing op het gezicht van Jacob te lezen was geweest. Zijn gedachten bleven bij dat onderwerp. Jem had het idee gehad dat zijn moeder iets zou gaan doen, maar had niet geweten wat en wanneer. Langzaamaan ontvouwde er zich iets in zijn hoofd. Zou Tinie op bezoek zijn geweest bij de vader van Jem? Had ze meteen actie ondernomen? Hij probeerde haar te analyseren, en des te nader hij haar bekeek, des te meer hij ervan overtuigd raakte dat zij dat had gedaan. Waarom Jacob mee had gemoeten, werd hem echter niet duidelijk. Misschien gewoon om haar te begeleiden. Hij sloot zijn gedachten heel bewust af. Het was goed dat ze beiden weer thuis waren. Hij sloot zijn ogen. Begon zijn inademing en uitademing te tellen. Niet hardop natuurlijk. Het was een methode, die af en toe goed werkte bij hem om in slaap te vallen. Tellen tot tien, en dan weer beginnen bij één. Het werd een janboel, want hij merkte ineens op dat hij bij zeventien was aanbeland. De gedachten in zijn hoofd hadden ervoor gezorgd dat hij niet bij tien was gestopt. 'Verdomme!' vloekte hij zacht. Opnieuw omdraaien dan maar. Wel voorzichtig. En dat vloeken, daar moest hij mee stoppen.
Hij hoorde iets. Had hij geslapen? Hij checkte de wekker en zag dat het bijna een uur later was. Ja. Even was hij weggeweest. Maar nu hoorde hij iets, en het was hem duidelijk wat het was: het geluid van een piano. Die had hij niet gezien hier in huis? Waar had dat ding gestaan? Het klonk mooi. Een kerstlied werd er gespeeld. Het was een aarzelende speler, zo constateerde hij. Iemand die niet echt veel speelde. Hij – Jacob – of zij – Tinie – bleef echter wel spelen. Het ene na het andere lied kwam voorbij. Hij genoot ervan. Voelde zijn vingers kriebelen. Maar al te graag zou hij zijn bed uitstappen, naar beneden gaan, en vragen of hij ook iets mocht spelen. Maar … zou dat niet gek zijn? Hij was hier gast in huis. Hoorde te slapen. Het stilhouden van zijn vingers kostte hem steeds meer moeite. In slaap komen zou nu zeker niet meer lukken. Voorzichtig stapte hij uit bed. Zoeken in zijn tas naar sokken wilde hij niet, omdat hij bang was dat Jem dan wakker zou worden. Een badjas of iets dergelijks zou handig zijn geweest, want het was best koud. Hij wist dat de deur van Jems slaapkamer kraakte bij het open- en dichtgaan. Dus ook daar was hij omzichtig. Het ging goed. Hij sloop de trap af en kwam in de hal. Veel van het huis had hij niet kunnen zien toen hij met Tinie hier was aangekomen, omdat het donker was geweest. De voorkant met het afdakje boven de deur en de ramen links en rechts, waren alles wat hij van de buitenkant had gezien. In de hal was de kapstok, een trap naar boven, twee deuren. De ene leidde naar de keuken en de ander naar de woonkamer waar ook de grote eettafel stond. In de hal was ook de deur van het toilet. Vanuit de hal liep een gang verder het huis in. De piano had niet gestaan in de vertrekken die hij inmiddels kende. En daarom liep hij verder de donkere gang in. Hij merkte dat net boven de plint lampjes aangingen als hij er in de buurt kwam. Handig. Zo was het nooit helemaal donker. Hij kwam uit bij een deur. Weifelend bleef hij staan. Zou het niet beter zijn terug naar boven te gaan? Hij wilde niemand tot last zijn. Misschien had degene die in de kamer achter die deur piano speelde behoefte aan rust. Uiterst behoedzaam duwde hij de klink van de deur naar beneden. Pas daarna deed hij de deur langzaam open.
'Hé! Kom binnen alsjeblieft.'
Het was Tinie, zo hoorde de jongen. Hij sloot de deur en liep naar haar toe.
'Werd je wakker van mijn spelen?'
'Nee. Ik was al wakker, geloof ik. Kon niet goed in slaap komen.'
'Je rilt. Heb je het koud?'
'Ja.'
'Heeft Jem je geen ochtendjas gegeven?'
'Denk dat hij dat vergeten is. Ik had er ook om kunnen vragen.'
Tinie stond op van de pianokruk en zag de blote voeten van de jongen. 'Ik haal er een voor je op en neem ook meteen een paar dikke sokken voor je mee.'
'Dank je.' Hij bleef bij de piano staan en keek naar de bladmuziek. Daarna liet hij zijn blik door de kamer gaan. Er was een open haard waar twee fauteuils bij stonden. Er brandde een heel klein vuurtje in de haard.
'Zal ik de haard opstoken?'
'Weet niet.'
'Hoeft ook niet. Mij lijkt het goed. Als jij deze ochtendjas en sokken aantrekt, dan zorg ik voor een lekker brandend vuur.'
Terwijl Tinie bezig ging met de haard, deed hij wat zij hem gezegd had. Daarna keek hij wat zij aan het doen was bij de open haard. Bij hem thuis hadden ze ook een open haard, maar die brandde alleen als er visite was. Zijn ouders wisten absoluut niet hoe je daarin een vuur moest aansteken. Daar hadden ze personeel voor. Tinie was er heel bedreven in, zo merkte hij op. Al snel knetterde het hout dat zij op het vuur had gelegd.
'Zullen we hier even gaan zitten?' zei ze terwijl ze op de stoelen wees.
'Euh … '
'Heb je een ander voorstel?'
'Ja. Als je het niet erg vindt, zou ik graag op de vleugel willen spelen. Maar alleen als het mag natuurlijk.'
'Geen probleem. Ga zitten, stel de kruk goed af, en ga je gang.'
Het voelde meteen goed. De kruk moest iets lager voor hem. Toen die goed afgesteld was, zette hij zijn vingers op de toetsen.
'Wat wil je spelen, want dan pak ik de muziek voor je.'
'Niet nodig. Ik speel veel uit het hoofd. En improviseer.'
Tinie bleef bij de vleugel staan en werd al snel meegevoerd door de prachtige klanken die Henri ontlokte aan het instrument dat van haar vader was geweest. Het ene na het andere lied speelde de jongen. Ze vloeiden naadloos in elkaar over en inderdaad, af en toe week hij speels af van de originele melodie. Het klonk prachtig. Ze raakte geëmotioneerd. Deze jongen had enorm veel talent. Ze liep van de vleugel weg en trok een stoel dichterbij. Daarin ging ze zitten. Zo kon ze genieten en uitrusten tegelijkertijd. Ze sloot haar ogen. Liet zich meevoeren door de muziek. Snel was ze terug in het verleden. Haar vader speelde op de vleugel. Deed dat ook altijd zonder bladmuziek. Zelf kon ze dat niet. Ze moest de noten voor zich zien, maar haar vader had dat niet nodig. "De noten komen vanzelf," had hij altijd gezegd als ze hem had gevraagd hoe hij dat toch deed.
Henri stopte. Hij keek naar Tinie en zag hoe zij haar ogen opende.
'Wauw! Dat was goed, Henri! Werkelijk verbluffend!'
'Jij speelt ook goed.'
'Ik oefen te weinig. Zou het meer willen doen, maar het ontbreekt me aan tijd. Ga er iets mee doen?'
'Hoe bedoel je?'
'Als opleiding na wat je nu doet? Wat doe je trouwens?'
'Vwo-6.' Net als Jem eerder had gedaan, zag hij haar denken en voor zij ernaar kon vragen legde hij uit hoe het zat. Gaf ook meteen aan wat er later was gebeurd.
'Verstandig van je, Henri!'
'Vind je?'
'Ja. Zijn je ouders erg gericht op goed presteren op school?'
'Ja. Alleen maar. Dat is wat telt voor hen.'
'Heb het gevoel dat jij het daar niet mee eens bent.'
'Klopt. Voor mij is er meer. Altijd meer. Je kunt iets niet vanuit één kant bekijken. Als ik goed zou presteren op school, maar daarnaast een enorme etter zou zijn, dan zouden zij dat vergoelijken. Zich er niet echt druk om maken in elk geval. De cijfers waren goed toch?'
'Ik denk dat ik snap wat je bedoelt. Mijn Jem is niet zo sterk op school. Hij doet zijn best. En hij is een ontzettend goede jongen.'
'Dat bedoel ik dus. Je moet op diverse vlakken je best doen. Uitmunten in iets is leuk, maar je mag andere dingen niet uit het oog verliezen.'
'Doe je verzoeknummers?'
Hij glimlachte naar haar. 'Zeg het maar.'
'Zou je "Komt allen tezamen" voor mij willen spelen.'
Henri ging weer recht achter het toetsenbord zitten, plaatste zijn vingers en vulde al snel de kamer met muziek. Tinie genoot. Het was het favoriete kerstlied van haar moeder geweest. Vooral vanwege dat uitbundige, dat jubelen. Ze kon er niets aan doen, maar al snel kwamen de tranen. Het was inmiddels tien jaar geleden dat zij was overleden. Jem was toen nog maar zes geweest. Hij had er helemaal niets van gesnapt dat zijn oma niet meer met hem kon praten. Hij had een stoel naast de kist – die in deze kamer had gestaan – gezet, en had haar van alles over school verteld. "Oma kan niet meer met je praten, lieverd", had ze tegen hem gezegd, terwijl ze met haar hand door zijn warrige haren had gestreken. Hij had het afgedaan met: "Dat geeft niet. Ik kan haar alles wel vertellen". Hij was door het overlijden van zijn oma geraakt, maar niet compleet van slag geweest. Twee jaar later bij het heengaan van zijn opa was dat anders geweest. Toen voelde het voor haar alsof hij – het allerliefste dat er in haar leven was – hopeloos verloren was.
'Heb ik het goed gespeeld?' wilde Henri weten.
'Ja! Ontzettend goed. Kom, laten we bij de haard gaan zitten.'
Henri sloot de klep, stond op, schoof de kruk op z'n plek, en ging bij haar zitten. 'Mag ik vragen waarom je speciaal dat lied wilde horen?'
'Natuurlijk, lieve Henri.' Ze vertelde het hem en ging daarna verder. 'Mijn vader was degene die op die vleugel speelde. Hij heeft gewerkt op het conservatorium als leraar. Had enorm veel talent. Kon ook, net als jij, improviseren. Vond het leuk als Jacob en ik bij hem waren om verschillende liedjes door elkaar heen te spelen, ze te combineren, en dan was het ons spel om de titels te noemen. En als dat lukte, dan zagen we zijn brede glimlach.'
'Dus het talent heb je van hem?'
'Hé, ik heb geen talent. Ik kan een klein beetje spelen, maar kan absoluut niet dat wat hij kon en jij zo-even liet horen.'
'En Jacob?'
'Nee. Ook hij niet. Hij had er geen zin in, en mijn vader vond dat prima. Hij dwong ons niet. Liet ons dat kiezen wat wij wilden. Zo deed hij dat ook met Jem. Die wilde wel. Vond het prachtig om naast zijn opa te zitten. Wilde het ook leren. Mijn vader was geduldig, zoals hij dat ook altijd met ons was. Hij deed zijn uiterste best om het hem te leren. Voelde zich ook enorm bezwaard toen hij mij aangaf dat hij ermee zou stoppen.'
Dat snapte Henri niet. En hij vroeg ernaar.
'Het is soms lastig omgaan met Jem. Vrienden, leraren op school, het lijkt er altijd op dat mensen aan hem moeten wennen.'
Opnieuw iets dat Henri niet begreep. Toen hij Jem had gezien …
'Voor mijn ouders was dat natuurlijk niet zo. Na mijn scheiding van Jems vader ben ik hier eerst bij in komen wonen. Ik ging full time werken en mijn ouders pasten op Jem. Toen hij naar school moest had ik een woning in Maastricht. Jem ging daar naar school. Maar … hij kon niet tegen de drukte in de kleuterklas van meer dan twintig kinderen. Hij … nou ja … het ging niet goed. Ik overlegde met mijn ouders en Jem ging bij hen wonen. Zij zorgden voor hem en hij ging in het dorp hier naar de basisschool. Daar gedijde hij veel beter. En … mijn vader wilde mij ervan overtuigen dat hij echt alles had gedaan om Jem te leren spelen op de piano.'
'En daar slaagde hij in.'
'Ja, natuurlijk. Ik wist hoe hij met mijn zoon omging. Hij en ook mijn moeder. Ze waren heel erg op hem gericht. Wisten hoe ze met hem moesten omgaan.'
'Is er een gebruiksaanwijzing nodig dan, of zo?' Misschien had hij zijn mond moeten houden, realiseerde Henri zich te laat.
'Hmmm. Gooie vraag. Laat ik je in elk geval zeggen dat daar geen uitgeschreven exemplaar van bestaat. Nee. Het is beter om Jem te leren kennen door met hem om te gaan. Zoals mijn ouders dat dus konden doen. Zoals ik dat heb moeten leren.'
'En Jems vader?' Opnieuw had hij zich wel voor zijn hoofd kunnen slaan!
'Jems vader is … ' Tinie brak het begin van haar zin af.
'Het spijt me. Ik had er niet over moeten beginnen. Jem heeft me verteld van het gesprek dat hij en jij gehad hebben. Heeft me gezegd wat zijn vader heeft gedaan. Vandaar mijn vraag, denk ik. Maar … je hoeft er niet op te antwoorden als je dat niet wil.'
'Ik brak mijn antwoord af, omdat ik niet wilde vervallen in een scheldpartij.' Ze glimlachte naar de jongen in de andere stoel. Het leek haar toe alsof hij er ontspannen bij zat. 'Al die scheldwoorden die ik in gedachten had, zijn op hem toepasbaar. Geloof me! Maar … het doet mij geen goed die te herhalen. Vandaar dat ik het anders moet formuleren. Andrew was niet geduldig. En met Jem moet je geduldig zijn. Jem begrijpt niet alles meteen. Alleen woorden als uitleg, is soms lastig voor hem. Soms is het handiger om hem iets voor te doen. Maar … ja … het zou heel handig zijn geweest als bij Jems geboorte een handleiding voorhanden was geweest. Mijn vader had het geduld wel. Bleef proberen. Tot hij begon te merken dat het Jem frustreerde dat hij niet verder kwam met het pianospelen.'
'Het plezier begon te verdwijnen bij hem? Leg ik het zo goed uit?'
'Ja. De spijker op zijn kop, zoals ze zeggen.'
'Het werd voor Jem een opgave, niet meer iets dat leuk was om met zijn opa te doen. Mijn vader vond het moeilijk om mij dat te zeggen. Was bang dat ik het gevoel zou hebben dat hij de strijd had opgegeven. En dat was het absoluut niet. Ik wist hoe hij met Jem omging, en dat … dat te zien … was zo heel erg mooi.' Ze haalde haar neus op. Verdrong de tranen. 'Maar verder dan de vlooienmars is Jem dus nooit gekomen. Jem bleef de speciale momenten met zijn opa echter wel steeds opzoeken. Als zijn opa muziekstukken instudeerde, zat Jem altijd bij hem in deze kamer. Soms naast hem op de kruk, maar vaker al spelend, met wat dan ook, op de grond, onder de vleugel.'
Henri zag het voor zich. Hij begon te glimlachen.
'Ga jij iets doen met dat talent van jou?'
Voor hem was het niet nodig om over een antwoord over deze vraag na te denken. Daarom kwam het antwoord meteen. 'Denk het niet.'
'Echt niet! Je bent fenomenaal!'
'Misschien. Maar mijn ouders, mijn vader beter gezegd, want mijn moeder bemoeid zich er niet mee, hij … hij wil dat ik, nadat ik mijn diploma gehaald heb, international law en economics ga studeren op een universiteit in Engeland.'
'En jij? Wat wil jij?'
Henri zuchtte.
'Oké. Ander onderwerp?'
'Ja. Ik zie daar een tafeltje met een schaakbord. Wie spelen er schaak hier?'
'Speelden kun je beter vragen. Mijn vader, Jacob en Jem deden het.'
Henri stond op en liep naar het tafeltje toe. Hij bekeek het schriftje waarin nauwgezet de zetten waren bijgehouden.
'Wie is er volgens jou aan de winnende hand?'
'Zwart,' klonk het gedecideerd.
'En wit?'
Opnieuw bekeek hij de stand van de stukken, om daarna ook de notities die gemaakt waren goed in zich op te nemen en te analyseren. 'Weifelachtig. Het draait uiteindelijk uit op verlies voor wit. Als ik de zetten bekijk, dan heeft zwart diverse malen iets weggegeven. En dat heeft hij dan gedaan om het spel te rekken. Wit is aan de beurt. Mag ik een voorstel doen voor een zet?' Het viel hem op dat het lang duurde voor ze reageerde. Te lang, naar zijn mening. De hand die hij al had uitgestoken naar de witte toren liet hij zakken.
'Misschien is dat wel een goed idee, maar … doe het nog maar niet.'
Hij kon haar niet volgen. Liet het schaakbord met rust en liep terug naar zijn stoel. 'Wat bedoel je precies?' vroeg hij nadat hij weer plaats genomen had.
'Het verleden, zoals dat schaakbord, is veelvuldig aanwezig hier in huis. Het is logisch dat er hier herinneringen zijn aan mijn ouders. Bovendien was het hun huis natuurlijk. Maar … boven zijn twee grote slaapkamers volgestouwd met meubels, dozen, kisten, en wat al niet meer. Voor de schuur en de garage op het erf, geldt precies hetzelfde. De kamers zou ik heel graag leegruimen. Ze zouden een nieuwe invulling kunnen krijgen. En … als jij schaak wil spelen, waarom dan niet met het schaakspel van mijn vader? Herinneringen zijn oké, maar het moet niet zijn dat ze de toekomst in de weg staan.'
'Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn,' reageerde hij meteen.
Ze wist dat ze zelf voorgesteld had om over iets anders te praten. Maar toch … toch zinde het haar niet helemaal dat het vorige onderwerp niet goed … nou ja, wat is goed … Het was lastig. Maar toch deed ze een nieuwe poging. 'En nu we dan toch onderweg zijn naar de toekomst, ga jij werkelijk naar Engeland om die studie die jouw vader voor jou heeft uitgezocht doen?'
'Ik den… '
'Conservatorium zou een veel betere keuze zijn, Henri. Maar … dat is mijn mening. Ik neem aan dat je dat zelf ook zo voelt en dat je geprobeerd hebt er met je ouders over te praten.'
'Ja. Diverse keren. Ze weten ook dat daar mijn hart ligt. Ze weten dat ik goed ben op de piano. Maar … zien het meer als een act. Op feestjes mag ik spelen, en dan laten ze hun vrienden en kennissen duidelijk weten dat ze trots op me zijn. Maar … ze zien het niet iets als een toekomst voor mij. Ze geven altijd af op artiesten. Vinden dat – hun woorden – niet een "eerzaam beroep". Klinkt lekker ouderwets, nietwaar?"
'Ja. Bovendien vind ik het een vooroordeel. Ik ken een mensen die je artiest kunt noemen. Weet van hen dat geld verdienen met optreden, en er dan goed van kunnen leven, niet voor iedereen is weggelegd.'
'Wil ik ook niet eens! Heb ik ze ook uitgelegd! Ik wil naar het conservatorium om uiteindelijk leraar te worden. Ik wil anderen kennis laten maken met de piano, met muziek in het algemeen. Ik wil ze begeleiden, kijken of ik talent kan ondersteunen. Het vak van muziekleraar op een school, zie ik ook wel zitten. En … heel misschien wil ik zelf leren componeren. Maar … het moet blijken tijdens die studie of dat voor mij weggelegd is.'
'Je praat er zo bevlogen over, en dan toch naar Engeland voor iets met economie en rechten?'
Henri zuchtte diep. 'Het is een tegenstrijdigheid in mij. Ik wil mijn ouders niet teleurstellen. Geen enkel kind wil dat. We zoeken allemaal naar een stukje bevestiging, waardering. Ik wil het in elk geval. Ik wil niet dat als het echt fout gaat … '
Ze onderbrak hem. 'Kun je dat duidelijk maken voor mij?' Tinie keek hem recht in de ogen. Wilde – als het enigszins kon – dingen helderder hebben.
'Als het uiteindelijk toch niet goed gaat … da … dan zal ik volledig met hen breken. Alle contact weg. Maar ik wil niet dat dat mijn schuld is. Ik zou daarmee niet kunnen leven. Ik wil alles gedaan hebben om dat te voorkomen.'
Tinie voelde pijn. Diep in haar hart. Dit was zo'n wezenlijk probleem voor Henri dat ze hem met geen mogelijkheid zou kunnen helpen.
'Af en toe … vertelde het al … reageer ik me af. Verbouw ik mijn kamer. Dat helpt.'
'Maar kun je dan niet beter … '
'Een psycholoog. Dat bedoel je toch?'
Dat was in haar opgekomen, en daarom knikte ze.
'Wekelijks zie ik zo'n figuur. Iemand van het personeel kwam er achter dat ik van die buien had en briefte dat door aan mijn ouders. Meteen werd er een psycholoog geregeld. Die eerste keren voelde het voor mij alsof ik veilig mijn hart kon luchten, alsof … Zij werd vervangen. Een ander kwam. En zodra ik iets van een band voel met mijn behandelaar, komt er weer een ander. Ze worden betaald door mijn vader. Niet vanuit de zorgverzekeraar of zo. Hebben ook allemaal een opdracht meegekregen. Die luidt ongetwijfeld dat ik weer gewoon moet worden. Gewoon in de betekenis van dat ik geen gekke dingen moet doen.'
'Ik wou dat ik iets voor je kon doen, lieve Henri!'
'Dat heb jij, dat hebben jullie gedaan. Ik voel me hier op m'n plek. Ik kom er wel.'
'Maar als je je hopeloos voelt, als je het even niet meer ziet zitten … kom dan alsjeblieft hier naar toe! Neem contact met mij, met Jem, of met Jacob op. Weet dat je er nooit alleen voor staat! Heb je je telefoon bij je?'
Die lag op de slaapkamer van Jem, onder het bed.
'Doen we het morgen,' reageerde Tinie, nadat ze Henri's antwoord had gehoord. 'Onze telefoonnummers in jouw telefoon. Altijd handig. En … wacht.'
Henri zag dat ze naar een kast liep en daar wat rommelde in een laatje. 'Kijk! Hier heb je twee sleutels. Een van dit huis en een van het huis van Jacob. Mocht je, om welke reden dan ook, er even uit willen, dan heb je altijd een plek waar je terecht kunt.'
Met de twee sleutels in zijn hand wist hij eerst niet hoe te reageren. Het voelde goed. Hij voelde dat zij hem vertrouwde, volledig vertrouwde. 'Maar alsjeblieft, Tinie, maak je niet al te veel zorgen om mij. Ik weet wat ik doe. Ik probeer het goed te maken. Ik ben jong. Kan dat wat mijn vader wil uitproberen. Loop ik erop dood, dan … dan kan ik het jaar erna alsnog naar het conservatorium gaan.'
'Je hebt de tijd aan jouw zijde. Je bent nog erg jong. Maar … het is een soort van compromis dus?'
'Dan heb ik het in elk geval geprobeerd. Ligt het niet aan mij. Ben ik niet al te dwars geweest. Ik … ik kan mijn ouders waarschijnlijk niet veranderen. Kan wel een poging doen mezelf zodanig op te stellen, dat ik niet al te veel bots met hen. En dan … dan hoop ik dat zij ook bereid zijn iets in mijn richting te bewegen. Dat ze inzien … inzien dat ik … ' verder kwam hij even niet. Het voelde alsof zijn keel was dichtgeknepen. Bewust ademde hij een aantal keren diep in en uit. 'En ik zal ze steeds weer opnieuw een kans geven, zodat het uiteindelijk goed gaat komen. Iedereen heeft een tweede kans nodig toch?'
'Ja. Maar … hoeveel kansen ga jij hen geven?
Daar moest hij over na denken. Hij nam alle tijd daarvoor. Tinie zou moeten wachten tot hij een antwoord had, of … totdat hij er niet uitkwam. Dat laatste gebeurde. 'Ik weet niet of het zo werkt voor mij. Het gaat niet om een getal, denk ik. Maar … '
'Het is goed, Henri. Jij bepaalt wat er gaat gebeuren, en zo hoort het. Ik ben maar een buitenstaander.'
Het woordje "maar" dat ze gebruikt had, was niet helemaal op z'n plaats. Ze was meer voor hem. En dat voelde goed.
'Eerder zei je je dat je ouders erg prestatiegericht zijn. Wat als zij, nadat jouw poging die studie in Engeland te doen volgens jou niet goed gaat, instemmen met jouw keuze voor het conservatorium, maar dan wel willen dat je naar het allerbeste conservatorium in de wereld gaat. Wat doe je dan?'
'The Julliard School,' zei hij en keek haar aan.
Die opleiding had ze in gedachten gehad.
'Hoewel die opleiding inderdaad de beste in de wereld schijnt te zijn, zal ik dat zeker niet doen. Goed, beter, best is iets dat voor mijn ouders werkt. Niet voor mij. New York is gewoon te ver weg voor mij.' Bovendien zou hij dan niet in een weekend, of als hij dat nodig had, hierheen kunnen komen. 'De opleiding in Maastricht is goed genoeg. Ik heb daar nu ook twee ontzettend goede, bevlogen leraren. Maar … Nee. Als ik dat wil kan ik dat altijd later nog doen. Natuurlijk weet ik wel dat ze graag jong talent willen hebben, maar … voor mij is dat te ver van … Ik heb gezegd dat ik vaak stuk loop op mijn ouders. Dat ik me niet thuis voel, daar waar ik woon, maar … ik wil hen nog niet afschrijven. Wil hen de kans geven om een thuis voor mij te maken. Is dat verkeerd?'
'Nee. Als je dat uit mijn woorden sluit, dan heb ik het verkeerd onder woorden gebracht.'
'Nee, het zijn niet jouw woorden. Begrijp me goed. Het zijn mijn gedachten. Ik wil graag dat ik bij hen een echt thuis heb. Wil hen daarvoor de gelegenheid geven. Wil daarom ook die studie die mijn vader wil uitproberen.'
Het bleek haar dat dat onderwerp hem hoog zat. Tinie hoorde hem aan, maar had het idee dat zijn streven wel eens onhaalbaar zou kunnen zijn. Ze kende zijn ouders natuurlijk niet, maar had het idee dat Henri zich op een onmogelijke taak stortte. En natuurlijk begreep ze waarom hij dat deed. Hij had het haar duidelijk gemaakt. Een mogelijk definitieve breuk, zou niet zijn schuld mogen zijn. Die last kon hij niet dragen. Nu nog niet in elk geval. 'Ik begrijp het,' zei ze nadat ze haar gedachten had afgesloten.
'Zou jij het ook zo doen?'
'Ik moet eerlijk zijn. Ik weet niet of ik het zo zou kunnen. Je moet ongelofelijk sterk zijn, heb ik het idee, als je het op de manier die jij tekende wil doen. En jij bent sterk! Enorm sterk! Dus … doe het zoals jij het wil.'
'Dank je. Het voelt voor mij enorm goed dat ik jouw zegen heb.'
'Maar beloof me alsjeblieft, dat als die studie in Engeland je echt niets lijkt, je dan gaat doen wat jij graag wil.'
'Ja, dat doe ik, erewoord.'
'Heftig deze kerstnacht, Henri.'
'Ja. Maar ook heel goed. Ik vind het fijn om met een volwassene over dat wat er in mijn hoofd omgaat te kunnen praten. Niet om pasklare antwoorden te krijgen, maar om mijn ideeën te ventileren en te kijken wat jouw reactie is. Respons te krijgen die eerlijk en oprecht is, en niet een die ik al jarenlang hoor.'
'Blij dat wij je kunnen helpen, Henri. Blijf je hier tot je weer naar huis moet?'
'Als dat mag, dan blijf ik graag.'
'We stellen jouw aanwezigheid op prijs, lieve jongen. Bovendien komt het mooi uit dat je zo prachtig piano kunt spelen. Kunnen we daar nog veel van genieten de komende dagen.'
'Maar … je moet me wel aangeven wat ik jou moet betalen voor je gastvrijheid.'
'Hé! Ben jij mal! De betekenis van het woord gastvrijheid mag duidelijk zijn. Geen cent willen we van jou hebben!'
'Dan zal ik als tegenprestatie extra goed mijn best doen op mijn pianospel.'
'Ha! Dat is meer dan goed, Henri! Streef nooit naar perfectie!'
Het laatste zorgde ervoor dat hij aan het denken sloeg. 'Wat is daar mis mee?' kwam zijn vraag.
'Als dat je streven is, raakt het woord tevredenheid uit je woordenboek.'
Niet helemaal duidelijk voor hem. Iets waarover hij na moest denken. Het was toch goed om zo goed mogelijk te willen zijn. Zeker als het aan kwam op je prestaties op school, of – in zijn geval – het spelen op de piano. Maar toch … ze had het niet voor niets gezegd. En … ze had meer ervaring in het leven dan hij had. Er moest iets mee zijn ...
Voor Tinie duurde het iets te lang. Ze wilde zich verduidelijken. 'Perfect zou het geweest zijn als mijn huwelijk met Andrew stand had gehouden. Perfect, omdat hij mijn grote liefde was. Perfect, omdat hij dan niet gerotzooid had met andere vrouwen. Perfect, omdat hij me alles kon geven wat mijn hartje begeerde. Maar … hij bedroog me. Mijn leven nadat ik van hem weggegaan was, was anders. Ineens moest ik full time gaan werken om voor Jem en mezelf te zorgen. Geen probleem natuurlijk. Ik was jong. Ik was sterk. En dat perfecte … dat kon ik loslaten. Ik kon tevreden zijn met dat wat ik had, ook al was het niet perfect. Ik wist me gesteund door mijn ouders en Jacob.'
'Ah! Ik snap het. Dank je voor je toelichting. Ik voelde dat je die opmerking niet voor niets had gemaakt, maar kon er niet zo snel achter komen waar het hem in zat.'
'Ik was tevreden, nadat ik Andrew had verlaten. Moest alle zeilen bijzetten om te voorkomen dat ik mezelf de schuld gaf van het mislukken van ons huwelijk. Ik kreeg verwijten. Van hem. Van vrienden en bekenden.'
'Dat laatste snap ik niet. Hij had je niets te verwijten. Maar wat hadden die vrienden en bekenden ermee te maken?'
'Ik was ouderwets volgens een aantal van hen. Vriendinnen van mij. Dat de man af en toe een slippertje maakte, dat was normaal. Hun echtgenoten deden dat toch ook!'
'Wauw! Daar zakt me de broek van af! Euhhhh … '
Ze schoot in de lach. 'Ik begrijp wat je bedoelt, lieve Henri. Zo verging het mij ook. Ik ben zo niet opgevoed. Mijn vader hield van mijn moeder, en ik weet absoluut zeker dat hij nooit, maar dan ook nooit, iets heeft gehad met een andere vrouw. Hij hield van mijn moeder. Zou haar die pijn nooit willen aandoen.'
'Ik snap dat soort beweringen niet. Hoe kan je als je een relatie met iemand hebt, dat soort gedrag goed praten. Onmogelijk voor mij!'
'Sommige van mijn vriendinnen vonden dat het normaal gedrag was. De man was een veroveraar, moest steeds weer opnieuw op jacht. Zat in zijn genen ingebouwd.'
'Als dat waar is, dan schaam ik me ervoor een man te zijn. Dat soort gedrag vind ik walgelijk! En … het is ook flauwekul! Het gaat om de keuzes die je maakt. Niet om … Het zal mij niet gebeuren! Nooit! Ik ga volledig voor één persoon!'
'Mijn Jem?'
Hij voelde hoe het bloed naar zijn hoofd steeg. De vlammen sloegen hem uit. Hij keek van haar weg, maar bedacht zich ook meteen. Keek haar weer recht in het gezicht. Zag liefdevolle ogen. 'Liefde op het eerste gezicht. Bestaat dat?'
'Ja.' Ze had er iets aan toe willen voegen, maar deed het niet. Dit moest gaan over Henri. Niet over haarzelf. 'En het is heel erg mooi.'
'Je hebt het aan mij gemerkt. Hoe?'
'De manier waarop je naar Jem keek. Dat vooral. Maar ook de interactie tussen jullie beiden.'
'Hij is mooi. Maar dat is natuurlijk niet het belangrijkste.'
'Niet?'
Opnieuw werd hij rood.
'Sorry.' Ze leunde naar voren en pakte Henri's beide handen beet. 'Ik plaag je maar wat.'
'Geeft niet. Ik vind hem heel erg mooi. Niet alleen uiterlijk, maar ook hoe hij is.' Hij zuchtte. 'Ik ken hem nog veel te kort. Maar dat wat ik van hem heb kunnen zien, dat is mooi. Maar … ' Hoe hij dit onder woorden moest brengen, wist hij niet precies. Het liefste wilde hij dat het er vloeiend uit zou komen, maar dit was live. Geen opname die hij achteraf kon bewerken. 'Het lijkt me ook dat … dat Jem … kwetsbaar is.'
'Ja. Dat klopt.'
'Hij vertelde me iets over die vriendengroep waar hij bij is. Dat het niet echte vrienden zijn. Dat ze hem wel eens … rot behandeld hebben.'
'Dat met dat computerspel. Bedoel je dat?'
'Ja. Zoiets doe je toch niet!'
'Dat is onder andere het kwetsbare aan Jem. Hij wil graag vrienden hebben, en dan is het gevaar aanwezig dat hij dingen gaat doen, die niet goed voor hem zijn. Hij weet dat die dingen niet goed voor hem zijn … en toch … '
'Ik wil ook graag echte vrienden hebben. Heb die niet. Natuurlijk ga ik op school om met klasgenoten, maar … ik zie ze niet als echte vrienden. Ook de kinderen van de kennissen en bekenden van mijn ouders zie ik niet als vrienden. En … ik werd meteen verliefd op Jem … niet … ik probeer het netjes te zeggen, maar wil wel eerlijk naar jou toe zijn.'
'Zeg het zoals jij het wil, lieve jongen.'
'Ik … ik reageerde niet met mijn lichaam. Ik voelde die liefde voor Jem hier.' Hij maakte een hand los uit die van Tinie en hij legde die op zijn hart. 'Daar nam hij meteen een plaatsje in. Heel raar. Daarom wist ik ook meteen dat het echt was. Iets wat ik nooit eerder heb gehad. En … misschien kan ik het dus ook niet weten, of het echt is. Maar … '
Zonder woorden nodigde ze hem uit zijn hand weer aan haar te geven. Ze vond het fijn dat hij haar begreep en kneep even stevig in zijn hand toen hij die weer in die van haar legde. 'Twijfel niet aan dat gevoel, Henri. Liefde op het eerste gezicht is wonderbaarlijk mooi.'
'Natuurlijk heb ik wel naar jongens gekeken. Die waren mooi.' Opnieuw voelde hij zijn wangen branden. 'Maar dat was … anders. Daarbij kwam dat andere kijken. Dat andere waar niets mis mee is. Maar bij Jem … ' Hij viel stil.
'Jem is erg innemend. Zo komt hij op veel mensen over. Hij heeft iets … tja … het woordje innemend is duidelijk genoeg.'
'Ja. Het overrompelde mij. Sloeg me bijna van de benen.'
'Vandaar die duizeligheid?' grapte ze.
'Nee! Dat was het niet!'
'Ik weet het. Ik plaag je maar wat.'
'Oh. Zit in de familie zeker.'
Tinie moest lachen. 'Zeg … heb je honger?