Een verhaal van Lucky Eye
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
©Lucky Eye, augustus 2015 (gereviseerde versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
SPOREN VAN LIEFDE
Hoofdstuk 4
Met grote haast stak Wijnand Brugsma de straat, die de groepsartsenpraktijk scheidde van de school, over. Zijn assistente had hem dringend aangeraden zich goed aan te kleden vanwege de gigantische kou maar Wijnand had volstaan met alleen maar een sjaal om zijn hals te slaan hetgeen hem een verwijtende blik van haar had opgeleverd.
In de aula van de school was het een enorm geroezemoes en meteen schoten allerlei herinneringen aan vroeger hem weer te binnen. Het schoolgebouw mocht dan gerenoveerd zijn maar de sfeer van vroeger hing er nog overduidelijk. Geert Meijer, muziekdocent aan deze school, zijn minnaar en bovendien de man van zijn zus, vertelde het hem meteen bij binnenkomst: “Het is Jan!” Een enkele oproep van Geert deed de menigte uiteenwijken en samen liepen ze over een pad dat gemaakt werd zoals Mozes deed door de Rode Zee.
Op de grond lag Jan Vogelzang, de meest geliefde leraar van de school in Wijnands tijd maar ook in de tijd daarvoor en daarna. Uitgestrekt en bijna volledig levenloos. Slechts een flauw spoortje van ademhaling wees erop dat hij nog niet dood was. Wijnand knielde naast het hoofd van de man neer en maakte de knopen van zijn overhemd los waarna hij de ijskoude stethoscoop op de mans borst zette. Hij was bewusteloos en zou de kou dus wel niet merken. Het zag er gelukkig niet ernstig uit. Wijnand deed wat vloeistof uit een flesje op een stukje wat en hield dat onder de neus van Jan. Al spoedig begonnen zijn oogleden te trillen.
“Hé, Wijnand! Jij hier! Leuk zeg, kom je voor de Kerstmusical?”
“Ja, en nog wel op speciaal verzoek.” Wijnand vroeg de omstanders om een brancard en samen met Geert en wat andere mensen legden ze Jan daarop waarna ze hem afvoerden naar de personeelskamer. Het geroezemoes, dat gestopt was toen Wijnand op de grond naast Jan had gezeten, begon weer. In de personeelskamer legden ze de brancard boven op de koffietafel neer. Wijnand ging na het oppervlakkige onderzoek van zo-even verder met een uitgebreidere controle. Hij was er helemaal niet gerust op. De conditie van zijn patiënt zag er niet goed uit.
“Hé, Wijnand, kan ik niet veel beter gewoon weer verder gaan met die musical? We waren nog niet klaar weet je en…“
“Ja, dat geloof ik best, meneer … sorry, Jan, maar het lijkt me toch beter dat ik eerst mijn werk even afmaak en dan zien we wel verder. Ik ben duur hoor? Weet je wel wat ik kost per consult?”
“Nee, eigenlijk niet want ik ben al in jaren niet bij een dokter geweest en dat wil ik eigenlijk ook zo houden.”
De collega’s in de personeelskamer moesten ondanks de spanning die van hun gezicht was af te lezen lachen.
“O, je bent al jaren niet bij een dokter geweest en dacht nu zo van laat ik er maar eens eentje laten komen? Zo zit het dus!”
Een glimlach verscheen rond de lippen van de leraar en ook Wijnand glimlachte terug. “Nee, maar Hanneke, Geert en ik … “
“Nog steeds Hanneke en jij, hè? Het onvermoeibare gelegenheidskoppel hier op school.”
“Ja, en dan blijkt maar weer eens dat het niet is netjes om mensen in de rede te vallen, Wijnand, dus laat me even uitpraten, wil je? Zoals ik al zei Hanneke, Geert en ik hebben heel veel tijd en moeite gestoken in dit Kerstproject en ik wil er graag bij zijn.”
“Dat begrijp ik best, Jan, maar ik denk niet dat dat door kan gaan. Ik bel een ambulance e…”
“Nee, alsjeblieft zeg! Geen ziekenauto! Die gasten komen met loeiende sirene voorrijden en ik wil al dat soort gedoe echt niet hoor!”
“Bang voor publiciteit, Jan?” vroeg Wijnand. “Denk je niet dat een groot gedeelte van het dorp allang weet dat je flauwgevallen bent? Die kinderen hier hè, hebben ouders die ook nog bij jou in de klas gezeten hebben en hebben dat bericht allang naar huis gestuurd met hun GSM of met een SMS-je.”
“Alsjeblief, Wijnand, geen ambulance. Kun je me zelf niet naar het ziekenhuis rijden? Alsjeblieft?”
Wijnand keek hem aan en probeerde de gevoelens van de man te peilen, hetgeen hem niet echt goed lukte. Was het een stuk valse bescheidenheid of toch angst? “Oké, goed dan. Ik zal je vrouw bellen en wat regelen voor de praktijk. Maar dan gaan we ook meteen!”
“Maar mag ik ze nog wel even toespreken dan? Al die mensen die zoveel werk hebben verzet,” vroeg Jan haast smekend.
“Oké, maar beloof me dat je je rustig houdt.”
Met wat hulp slaagde Jan erin van de brancard te komen en langzaam en naar het scheen dodelijk vermoeid sjokte hij naar de deur van de personeelskamer.
“Jongens,” riep de conciërge, duidelijk te herkennen aan zijn eeuwige stofjas, “meneer Vogelzang wil even wat zeggen.”
Alle blikken draaiden zich in de richting van Jan die er echt ineens wel dertig jaar ouder uitzag.
“Jongens en meisje, ik zeg het zoals het is. Aan die kreet ‘jongens’ heb ik zo vreselijk de pest en dat weten jullie. Maar conciërge hartelijk dank. Hartelijk bedankt voor al die uren dat u over moest werken om het mogelijk het maken dat wij na schooltijd hier konden oefenen voor de musical die nu door mij zo grondig is verpest.”
Een hoop tumult ontstond omdat men het er dus duidelijk niet mee eens was.
“Oké, ik begrijp het al. Jullie zijn het weer eens niet met me eens. En dat mag! Pubers mogen het gerust niet eens zijn met de gezagsdragers.”
Ditmaal gelach.
Wijnand echter werd bezorgd en stootte Jan aan.
“Mijn dokter zegt dat ik op moet schieten want hij wil met me stappen!”
Opnieuw gelach.
“Nee, sorry dat het zo moest lopen. Ik had het zo graag anders gezien maar zo is het nou eenmaal niet. Hanneke en Geert ik wil jullie en al degenen die zo hun best hebben gedaan om dit project een succes te maken hartelijk bedanken. En jongens en meisjes, doe mij een plezier en maak straks die musical gewoon af. Zonder mij gaat het vast en zeker een stuk beter.”
Opnieuw stond de aula op zijn kop van het lachen.
“Ik wens jullie alvast heel goede Kerstdagen en een Gelukkig Nieuwjaar.” Toen Jan Vogelzang zich omdraaide biggelden de tranen over zijn wangen. Zo snel hij kon, trok hij zich terug in de personeelskamer.
Wijnand regelde een vervanger voor zijn praktijk en reed met Jan naar diens huis waar zijn vrouw instapte. Een uurtje later begonnen reeds de eerste onderzoeken in het ziekenhuis.
Pas tegen het eind van de middag waren alle resultaten binnen en de internist die een lijvig dossier voor zich had, vroeg zich hogelijk verbaasd af hoe zijn patiënt het in hemelsnaam zo lang had uitgehouden. “U bent 60 jaar?” vroeg hij.
Jan knikte.
“Waarom bent u nog niet met pensioen eigenlijk?”
“Omdat hij niet kan stoppen met werken meneer,” antwoordde Jans vrouw voor hem. “Hij kan niet zonder de kinderen.”
De arts keek Wijnand vragend aan maar deze gaf hem een teken dat hij maar niet verder door moest vragen.
“Ik denk dat u er goed aandoet, meneer Vogelzang, om de komende tijd erg rustig aan te doen. Wat het precies geweest is weten we niet maar rustig aandoen kan op uw leeftijd zeker geen kwaad.”
Op de terugweg in de auto had Jan het grootste woord. De hele weg kletste hij aan een stuk door. Het weer was hopeloos. Sneeuwbuien joegen over het platteland en maakten het rijden erg moeilijk. Wijnand was dan ook blij toen hij de auto voor de deur bij de Vogelzangs neerzette. Hij ging nog even mee naar binnen maar was toen meteen overgeleverd aan het charmeoffensief van mevrouw Vogelzang die er beslist op stond dat Wijnand zou blijven eten. In de tijd die zij nodig had om een heerlijke maaltijd te bereiden praatte hij met Jan. “Echt Jan, ik denk dat je er goed aandoet om het advies van de internist op te volgen. En waarom kun je eigenlijk niet gedeeltelijk stoppen? Hanneke, zo weet ik van Geert, werkt toch ook niet meer volledig?”
“Nee, maar dat is anders!”
“Hoezo?”
“Ze is een vrouw en heeft een huishouden ernaast!”
“En jij niet? Heb jij geen huis waar af en toe ook iets van jou verwacht wordt? Je vrouw wordt er ook niet jonger op toch!” Wijnands pogingen waren in het een-op-een gesprek vruchteloos maar hij was nog niet van plan het op te geven. Tijdens het eten, wel met lege mond natuurlijk, bracht hij het opnieuw ter sprake. Mevrouw Vogelzang viel hem gelukkig bij. Ook zij vond het tijd dat Jan het eens wat rustiger aan zou doen.
“Je draaft nog steeds rond als een jonge vent van dertig en dat kan niet meer, Jan! Die tijd heb je gehad. Ik weet dat je niet zonder die kinderen kunt maar je kunt het niet allemaal meer zo gemakkelijk bijbenen. De jeugd ververst met elke vier, vijf jaar maar jij wordt er alleen maar ouder op hoor!”
Langzaam maar zeker begon Jan te begrepen dat hij het onderspit moest delven. En zag hij ook wel in dat het gewoon echt niet meer ging zo. Hij had al veel eerder aan de bel moeten trekken en ook al eens, bij de eerste klachten, op bezoek moeten gaan bij zijn huisarts. Na de maaltijd bedankte Wijnand hen hartelijk maar al zijn bedankjes werden onder tafel geveegd want had hij niet veel meer voor hen gedaan?
“En, Jan,” zo zei hij bij zijn afscheid, “ga nou maandag na de vakantie niet meteen weer aan het werk. Blijf lekker een poosje thuis of ga met je vrouw op vakantie. Lekker naar een warm plekje of zo!” Hij gaf mevrouw Vogelzang een knipoog maar zag toch heel duidelijk een verheerlijkte glimlach op haar gezicht.
“Trouwens,” begon Jan voordat Wijnand de deur dicht kon doen, “ik heb begrepen dat Tim met de Kerst naar Nederland komt en dat jij hem ophaalt morgen van Schiphol is dat juist?”
“Ja,” zei Wijnand verbaasd. “Maar hoe…”
“Dat moet je nooit vragen, jongen. Jan Vogelzang, weet altijd alles. Daar sta ik toch ook om bekend in de plaatselijke politiek. Maar waarom komen jullie met de Kerst of zo niet langs om wat te eten bij ons. Je weet nu dat mijn vrouw een keukenprinses is dus … “
“Oké, ik zal het overleggen met Tim en als hij de kookkunsten van uw vrouw ook vertrouwt, komen we langs. Tot ziens!”
De rit naar huis was zo mogelijk nog moeilijker. Het sneeuwde onophoudelijk en een paar keer dreigde Wijnand met auto en al van de weg te glijden. Stapvoets kwam hij veilig en zonder deuken thuis aan. Voorzichtigheidshalve liet hij de auto op de oprit staan en reed hij hem niet naar de beneden de garage in. Snel stapte hij onder een warme douche. In gemakkelijke kledij zette hij zich daarna voor de open haard die hij bij thuiskomst al meteen flink opgestookt had. De telefoon ging. Het was zijn zwager die meldde dat ze veilig aangekomen waren in de Ardennen. “Slecht weer gehad onderweg?” vroeg Wijnand.
“Ach, nee dat viel best wel mee eigenlijk. Het laatste stukje een beetje sneeuw meer ook niet! En bij jou?”
“Nou, het wordt hier een echte witte Kerst, daarvoor hoef ik dus niet naar de Ardennen toe!”
“Nee, maar als je nou toch bedenkingen krijgt, je weet het hè, hier staat een bed voor je klaar en je bent van harte welkom. Je Pa en Ma roepen dat ook nog eens op de achtergrond. Hoor je ze?”
Wijnand hoorde ze inderdaad roepen.
“Oké, Geert. Ik weet het maar ik blijf dit jaar eens lekker gezellig alleen thuis.”
“Prima, zelf weten dan. Trouwens, hoe is het met Jan afgelopen in het ziekenhuis?”
“Ja, wat moet ik ervan zeggen. Ze hebben niets bijzonders kunnen vinden. Ik vermoed dat het gewoon oververmoeidheid is geweest. Hij is al zestig en dolt met de kinderen nog net zo als toen hij vijfentwintig was en dat kan natuurlijk niemand volhouden. Zelfs Jan Vogelzang niet!” Na nog wat heen en weer gepraat deden ze elkaar de groeten en braken ze het gesprek af. Het was niet helemaal eerlijk of liever gezegd helemaal niet eerlijk wat hij zijn familie op de mouw had gespeld. Hij zou niet alleen zijn met de Kerst, Tim zou er immers zijn! Maar dat had hij zeker liever niet aan Geert laten weten. De komst van Tim, zo wist hij zeker, zou wel eens voor wat onrust kunnen zorgen.
De volgende ochtend stond hij om tien uur al op Schiphol. Hij was op tijd weggegaan en had weinig hinder ondervinden van slecht berijdbare wegen. En nu moest hij nog een uur wachten. Het toestel zou pas tegen elf uur binnenkomen. Hij ging in het restaurant zitten en bestelde koffie met appeltaart. Net toen hij tegen elven wilde opstappen om naar de aankomsthal te gaan, kwam de melding dat de vlucht uit Los Angelos een vertraging had van een half uur. Nog langer wachten dus. Tim slenterde wat door de hal en bekeek de winkeltjes en tegen half twaalf stond hij keurig opgesteld tussen een grote groep andere mensen te wachten op de aankomst van de passagiers. De deur van de sluis ging open en een voor een kwamen de reizigers naar buiten. Wijnand keek en keek maar zag Tim nergens. De stewardessen en purser kwamen naar buiten en deden de deur achter zich dicht. Wat? Waar was die gozer nou? Hij pakte de brief van Tim uit zijn jaszak en las hem nog eens goed door. Ja, het was toch zeker de goede vlucht! Hij had zich echt niet vergist!
“Can I help you,” hoorde hij plotseling iemand achter hem vragen. Hij draaide zich om.
“No, I don’t think so. I’m waiting for a friend from the United States but he wasn’t on board so it seems.” Wijnand keek de man aan en toen pas begon hij hem te herkennen. “Tim … ben jij het echt?” Wijnand stortte zich in de Tims wijdgespreide armen. “Ohh … wat stom,” zei hij. “Ik had je nooit herkend man. Wat ben je veranderd!”
“Yeah, vind je?”
“Ja zeker, man, gut na al die jaren zie je er echt heel anders uit. Kijk, dat krijg je nou als je nooit foto’s uitwisselt. Had je mij wel herkend?”
“Ja, hoor. Ik zag je meteen staan. Je bent wel veranderd natuurlijk sinds je zestiende maar toch zijn er nog steeds heel veel overeenkomsten.”
“Nou dat kan ik van jou niet zeggen. Je hebt een volledige metamorfose ondergaan, man.” En inderdaad. De jongen die er altijd wat mager, bleekjes en onsportief had uitgezien was nu een boom van een man. Breed in de schouders, smal in de heupen, een prachtige, zongebruinde huidskleur en, zo had Wijnand al gevoeld, ontzettend gespierd. Lachend naar elkaar stonden ze daar in elkaars armen tegenover elkaar totdat Tim vroeg of ze wat koffie konden gaan drinken. Samen liepen ze naar het restaurant waar Wijnand die ochtend al eerder was geweest. Het was tegen halfeen toen ze wegreden van Schiphol.
“Zeg,” begon Tim, “ik heb geen hotelreservering gemaakt dus als je me ergens wilt afzetten …”
“Oké,” beloofde Wijnand, “dat zal ik doen.” Maar Wijnand was niet van plan hem ergens bij een hotel af te zetten. Door het prachtige, witte, Nederlandse landschap reed hij zijn oude vriend terug naar het platteland waar ook hij zijn jeugd had doorgebracht. Toen Wijnand de oprit van zijn huis opreed, opende Tim zijn mond voor het eerst.
“Hé, maar dit is geen hotel toch?”
“Nee, dit is mijn huis en daarin ben je de dagen dat je hier in Nederland verblijft welkom. Ga niet zitten zeuren over betalen of zo want anders geef ik je een mep.”
“Kom maar op hoor,” zei Tim terwijl hij een verdedigende positie aannam, “ik durf je wel aan hoor.” Wijnand lachte naar hem.
“En vind je Nederland mooi.”
“Prachtig, man! Dat heb ik nou echt gemist. Ik was sprakeloos.”
“Ja, dat heb ik gemerkt.”
“Vond je het vervelend dat ik zo stil was?”
Wijnand schudde zijn hoofd en ging hem voor naar binnen.
“Wow, je woont beautiful, man.”
“Hé, spreek je moerstaal, man!” sprak Wijnand hem vermanend maar tegelijkertijd glimlachend toe.
“Vind je het goed dat ik even … “
“Tuurlijk ga je gang, kijk maar rustig rond dan maak ik ondertussen wat te eten.”
En zo deden ze. Tim dwaalde rond over de begane grond en bekeek alles met grote interesse en Wijnand smeerde wat boterhammen. Toen hij een schaal op de keukentafel gezet had, riep hij Tim. Deze kwam meteen aangezet.
“Wow, echt prachtig Wijnand. Een swimming pool in de tuin! Dat moet je een vermogen gekost hebben.”
“Nou dat valt wel mee hoor. Van mijn maandinkomen kan ik de hypotheek behoorlijk betalen en hoef ik nog niet eens droog brood te eten zoals je ziet.”
Ze tastten toe en sloegen een flink gat in de berg brood die Wijnand had klaargemaakt. “Zeg wat zijn je plannen eigenlijk voor de komende dagen en wanneer ben je weer van plan terug te gaan?”
Tim vertelde dat hij de Kerstdagen volledig vrij was. In de dagen daarna moest hij een paar familiebezoekjes afleggen en voor het bedrijf waarvoor hij werkte een bedrijf bezoeken.
“En wanneer vlieg je weer terug?”
“Op de dertigste ga ik weer terug naar de States.” Het is echt een short visite … euh … kort bezoek.” Hij lachte. “Nederlands is best wel wat lastig na zoveel jaren.”
Na de lunch gingen ze naar de woonkamer en zaten daar naast elkaar op de bank. Al snel waren ze terug in hun schooltijd en vlogen de herinneringen over en weer. Het was erg gezellig en beiden genoten ze zichtbaar.
“En hoe was het met de jongens?” wilde Wijnand weten.
“Oh, the boys. Die zijn daar gewoon geweldig. Verrekte geil en altijd wel in voor seks.”
Wijnand lachte hardop.
“Nee, je denkt misschien dat ik grapjes maak maar die Amerikanen zijn echt horny. De eerste twee jaren zat ik op een high school en maakte ik snel vrienden. Vaak ging ik met ze naar huis of zij kwamen bij mij thuis. En ook al heel snel lag ik met ze in bed. Niet dat ze nou allemaal gay waren of zo maar ze waren gewoon bloedgeil en avontuurlijk en vonden het niet erg om met een jongen in bed te liggen. Tenminste die groep die ik heb leren kennen niet! En daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Ik heb daar echt een wilde tijd gehad in het begin. Later op college heb ik me meer gericht op de echte gays. En heb ik me langzamerhand ontwikkeld tot een echte top. Ik had flink getraind en mijn uiterlijk was al meer zoals het nu is. Bovendien was ook mijn jongeheer van flink formaat geworden en kreeg ik bij die echte homo’s ook de gelegenheid om zelf flink te neuken. Bij die jongens op high school was ik meestal degene die geneukt werd. Heel af en toe was er eens eentje die zich wilde laten naaien maar de meesten waren echte haantjes.” Even viel er een stilte. “En jij, Wijnand, vertel eens wat over jouw ervaringen want je gaat me niet vertellen dat jij al die jaren in kuisheid geleefd hebt toch?”
“Nee, natuurlijk niet. De eerste twee jaren echter wel. Ik kon gewoon niet over jou heenkomen man.”
“Ach, echt?”
“Ja, de herinneringen aan die tijd met jou waren zo verdomde goed dat ik gewoon niemand anders wilde. Maar ja, na twee jaar deed ik het voor het eerst met iemand anders en heb ik me meteen laten neuken. Ik vond het echt een geweldige ervaring. Steeds waren het echter avontuurtjes van korte duur. Een avond, soms twee of drie maar dan was het ook weer over. Een keer heb ik iets van drie maanden met iemand gehad maar veel meer dan seks was dat eigenlijk niet. We merkten het beiden en hebben het toen uitgemaakt.”
“Ja, zoiets heb ik ook gehad. Twee keer nog wel. Een keer precies zoiets als jij en de andere keer precies andersom. Die vent was echt gek! Nee, zo bedoel ik het niet precies. Hij was hartstikke lief en zo en ik was echt dol op hem maar hij wilde onze liefde veel meer platonisch houden. Zodra we ons eens te buiten gingen aan seks raakte hij helemaal depressief en daar kon ik dus absoluut niet tegen. Daar werd ik gek van. Gelukkig begreep hij wel dat we niet op hetzelfde spoor zaten en zijn we dus zonder veel troubles uit elkaar gegaan. En nu Wijnand? Heb je nu ook een vaste vriend?”
“Nee … euh, ja, eigenlijk wel zoiets!”
“Nou dat is duidelijk???”
“Ik zal het je uitleggen.” En langzaam begon Wijnand zijn verhaal te vertellen zonder daarbij de naam van Geert te noemen want dat wilde hij niet. De identiteit van zijn minnaar moest geheim blijven. Niemand wist ervan en waarom zou hij het dan wel aan Tim vertellen?
“Wow,” zei Tim toen Wijnand uitgepraat was. “Best wel ingewikkeld dus maar ook prachtig dat zijn vrouw het goed vindt, voor hem althans. En bij jij er tevreden mee?”
“Ja, ik denk het wel. Hij is lief en goed voor mij. Het is meer dan alleen maar seks. We zijn echte vrienden.”
“Maar de momenten dat hij er niet is dan …?”
“Ja, die zijn moeilijk soms. Maar daar kom ik wel doorheen.” Hij glimlachte naar Tim en deze glimlachte terug.
De middag liep op zijn eind en Wijnand vroeg of Tim zin in eten had. Deze had enorme honger gaf hij aan en daarom reden ze naar de stad om bij een restaurant te gaan eten. Wijnand koos voor de Italiaan en ze lieten zich hun pizza’s goed smaken.
“Hé, Wijnand, ik heb je eigenlijk nooit bedankt voor het feit dat je destijds iets met mij begonnen bent.”
“Ben ik begonnen?” reageerde Wijnand plagend.
“Ja, jij begon. Weet je dat niet meer?”
“Natuurlijk wel maar het is toch niet nodig om mij daarvoor te bedanken!”
“Jawel man, was jij toen niet begonnen dan had ik waarschijnlijk nog steeds zo op slot gezeten als toen maar jij draaide als het ware de key in mij om en daardoor werd ik een stuk vrijer. En bovendien heb je me echt het leven gered.”
“Ach, kom niet overdrijven zeg.”
“Ik overdrijf niet, Wijnand. Als Gerard of een van die anderen toentertijd mij verkracht had, had ik vast en zeker een eind aan mijn leven gemaakt. Het allermooiste van een homoseksuele verhouding opgedrongen te krijgen is geen pretje. Ik had er vast niet mee kunnen leven.”
Wijnand begreep wat hij bedoelde en pakte zijn hand vast. “Zover is het gelukkig nooit gekomen, Tim. Laten we daar blij om zijn.”
Tim drukte een kusje op de rug van Wijnands hand. “Ja, en daarom ben ik nog steeds blij met jou. Blij dat ik hier met jou als een echte vriend kan zitten.”
“Trouwens, hoe wist Jan Vogelzang ervan af dat jij naar Nederland kwam?”
“Oh, that’s a long story. Tijdens dat gedoe met mijn ouders, die scheiding weet je, heb ik heel vaak met hem gepraat en zijn we vrienden geworden. In the States, schreef ik hem elk jaar tweemaal. Een keer rond de zomertijd en een keer vlak voor de Kerst en de laatste keer heb ik hem dus geschreven dat ik naar Nederland kwam en dat jij me kwam afhalen. Vind je dat vervelend?”
“Nee, natuurlijk niet maar daar wist ik niets van en toen hij het me zei, keek ik wel even raar op.”
“Heb je hem onlangs nog gezien dan? Hoe gaat het met hem?” vroeg Tim.
Wijnand lichtte de gezondheidssituatie van zijn patiënt een klein beetje toe en aan het gezicht van Tim zag hij dat deze zich echt zorgen maakte.
“Niet zo best dus!”
“Als hij zich eens wat rustiger zou gaan gedragen, kan hij nog heel, heel oud worden,” was Wijnands conclusie. Hij betaalde de rekening en even later liepen ze in het donker van de Kerstnacht terug naar de auto. Ze reden naar huis en dit keer reed Wijnand de auto de garage in. Toen ze vanuit de garage in de hal kwamen, zag Tim door de glazen deuren het binnenzwembad liggen.
“What? Heb jij ook een swimming pool in huis?”
“Spreek je moerstaal, man! Zoiets heet een zwembad! En ja, ik heb er ook een in huis.”
Tim was inmiddels al verder gelopen en bekeek het mooi aangelegde binnenbad. “Wow, fantastic, man! Zullen we zwemmen?”
“Nou lijkt me niet zo prettig nu. Het water is koud hoor!”
“Come on man!” Tim begon zich uit te kleden. “Let’s skinny dip!”
Wijnand bleef eerst verbouwereerd staan.
Tim, helemaal naakt, sprong meteen het water in. “Come on man, don’t be a jerk.”
“Oké, ik kom al.” Langzaam en met duidelijke tegenzin, want het koude water trok hem absoluut niet, ontkleedde hij zich en sprong toen ook in het bad. Ze zwommen een tijdje heen en weer maar al snel was het Wijnand toch echt te koud. Hij stapte uit het water en haalde uit een kast een badjas die hij meteen aan trok. Met een andere badjas in zijn handen wachtte hij op Tim. Deze kwam even later ook uit het water. Wauw, dacht Wijnand, wat ziet hij er toch verrekte goed uit. Hij liet zijn blik over dat prachtige lichaam glijden en was blij dat hij iets aanhad want anders had Tim zeker zijn erectie opgemerkt. Hij had zijn ballen net als Wijnand geschoren en het haar boven zijn pik was behoorlijk kort geknipt. Maar vooral die spieren, daar geilde Wijnand verschrikkelijk op. Zelf was hij ook niet zonder spieren maar Tim zag er echt vreselijk goed uit. Ze liepen naar boven waar Wijnand de haard flink opporde terwijl Tim zich douchte. Toen Tim terugwas, zaten ze samen nog geruime tijd voor de open haard. Wijnand genoot van de gezelligheid en voelde zich heel goed. Pas tegen twee uur in de ochtend gingen ze naar boven. Wijnand douchte zich nog voor het slapen gaan en hij lag nog maar net in bed toen er op zijn deur geklopt werd. “Jaa,” riep hij. De deur ging open en Tim kwam binnen.
“Zeg, zou ik misschien bij jou mogen slapen.”
Wijnand glimlachte.
“Niet dat ik seks of zo met je wil hoor, ik ben veel te moe maar zo dichtbij jou zijn en dan niet in één bed slapen vind ik gewoon zo verschrikkelijk vreemd dat ik niet in slaap kan komen.”
“Oké, kom er maar in.” Tim stapte in pyjamabroek en T-shirt bij hem in bed. Zelf droeg hij een short en een hemd. In het donker draaide Wijnand zich naar Tim toe. Ze sloegen de armen om elkaar heen en hun handen gleden over elkaars rug. Ze drukten hun lijven tegen elkaar aan.
“Wow, Wijnand toch. You’ve got a hard one!”
“Ja, omdat ik zo gelukkig ben. Niet omdat ik seks met je wil hoor!”
“Ja, dat zeg je nou wel maar … “
“Pas op, anders knijp ik je in je ballen!” waarschuwde Wijnand hem. Tim lachte. Vredig legden ze zich tegen elkaar aan, wensten elkaar welterusten en al snel waren ze beiden in slaap.
De volgende ochtend was Wijnand tegen achten wakker. Het was nog donker buiten. Donkerder dan op normaal rond deze tijd en dus waren er waarschijnlijk weer dikke sneeuwbuien onderweg. Voorzichtig stapte Wijnand uit bed om Tim niet wakker te maken en stilletjes verliet hij de slaapkamer. Beneden maakte hij thee en koffie en toen het langzaam begon te sneeuwen, ging hij in de vensterbank zitten om naar buiten te kijken. Buiten zag hij de voetstappen die hij en Tim gistermiddag bij aankomst hadden gemaakt en ineens overviel hem een gigantisch droevige bui. Dat was wat hij zo graag zou willen. Voetstappen die gelijke tred hielden met de zijne. Hij was tevreden met zijn leven maar … af en toe ook niet. Nu niet. Ineens voelde hij de pijn van het alleen zijn. Hij vond het rot om bijna altijd in zijn eentje thuis te komen. Het lege huis waarin hij bijna elke avond van zijn werk thuiskwam voelde dan echt leeg aan. En bovendien had hij niet echt iemand om voor te zorgen. Bedroefd stond hij op en zette de CD ‘Kaandorp Zingt’ van Brigitte Kaandorp op. Hij koos het nummer dat hij in dit soort buien altijd koos: ‘Februari’.
---
We reden op een wintermiddag naar het Noorden
We moesten spelen in Delfzijl of Sappemeer
We zaten warm, droog en veilig in de auto
De ruitenwissers zwiepten dapper heen en weer.
Zomaar een grijze dag in februari
De zon heeft zich in geen weken laten zien
Ik weet ook niet of het ooit nog zomer wordt.
En even later blauwe zwaailichten in de verte
We reden stapvoets in de file dichterbij
Er was een ongeluk gebeurd, je zag ze liggen
En in de regen stond er een ziekenwagen bij.
Zomaar een grijze dag in februari
De zon heeft zich in geen weken laten zien
Ik weet ook niet of het ooit nog zomer wordt.
Zomaar een grijze dag in februari
De zon heeft zich in geen weken laten zien
Ik denk ook niet dat het ooit nog zomer wordt.
We reden op die wintermiddag zwijgend verder
We moesten spelen in Delfzijl of Hoogeveen
Het was buiten regenachtig, koud en bijna donker
En ieder staarde in de auto voor zich uit.
Zomaar een grijze dag in februari
God heeft zich in geen weken laten zien
Ik denk ook niet dat hij nog iets om ons geeft.
---
Toen de laatste klanken verklonken, rolden de tranen Wijnand over de wangen. Het was nou ook niet echt een lied om vrolijk van te worden maar af en toe had hij zoiets gewoon nodig. En zeker als hij in zo’n stemming was. Dan mocht hij dit lied zo vreselijk graag horen en dan liet hij de waterlanders gewoon komen. Mijmerend bleef hij voor zich uit naar buiten staren. De eerste sneeuwvlokken begonnen te vallen en vulden de voetstappen buiten. Hij zat weer in de vensterbank en overdacht wat het leven hem gebracht had en wat hij zo graag wilde. Gisteren had hij nog tegen Tim gezegd dat hij tevreden was met zijn leven maar ineens was hij daar niet meer zo zeker van. Ja, hij was blij met de vriendschap die hij had met Geert en vond het prachtig dat hij Geert en daarmee ook Sophie gelukkig maakte en Geert voorzag natuurlijk ook in een grote behoefte bij hem en hij was net zo verliefd op Geert als Geert op hem. Maar … Hij wilde zo graag meer. Hij zou zo graag een vriend willen hebben die er gewoon altijd voor hem was. En … het klonk heel hebberig: alleen voor hem! Verdomme! Waarom zat het leven ook zo verrekte lastig in elkaar. Waarom was Geert dan ook verliefd op hem geworden en hij op Geert! Waarom had hij niet iets gekregen met een van de jongens die eerder zijn bed hadden gedeeld? Waarom? De vragen beukten door zijn hoofd maar antwoorden diende zich niet aan. ‘Huil je?’ hoorde hij ineens een stem. Verschrikt draaide hij zich om en zag Tim staan. “Ja. Af en toe heb ik van die buien dan moet ik gewoon effe janken.”
“Het heeft toch niet iets me mij te maken, wel? Heb ik iets verkeerds gedaan? Of gezegd?”
Wijnand veegde met de mouw van zijn ochtendjas langs zijn ogen. “Nee, het ligt niet aan jou. Gewoon aan mezelf. Heb je honger?”
“Dit is zo typisch jij.”
“Wat bedoel je?”
“Ik vraag naar iets dat serieus is en jij gaat erover heen door te vragen naar iets heel gewoons.” Hij ging bij Wijnand zitten en sloeg een arm om hem heen. “Hé, ik ben je vriend. Weet je nog wel? Is er iets dat ik voor je kan doen?”
Wijnand had echter geen zin om zijn gemoed te legen. “Nee, er is niets. Gewoon een slecht buitje dat wel weer overdrijft.”
“Je houdt je flink. Ik zie het.”
“Goed, maar laat me dan alsjeblieft!”
Tim begreep dat verder vragen niets zou oplossen en deed geen verdere pogingen. In stilte ontbeten ze en luisterden naar kerstmuziek gezongen door ‘The New London Chorale’ van Tom Parker. Na de afwas ging Wijnand naar boven om zich aan te kleden. Tim liep achter hem aan.
“Gisteren voelde het voor me aan als vanouds. Alsof er helemaal niets veranderd was,” zei hij. “De omhelzing op Schiphol. Het prachtig mooie landschap. Ons praten op de bank in de middag. Het eten gisteravond en het slapen bij jou. Maar nu … nu sluit je me buiten, Wijnand, en dat is iets dat ik niet van je ken! Vroeger deelden we meer dan alleen ons lijf weet je nog? We deelden ook onze gedachten, onze gevoelens en nu merk ik dat je die voor me afsluit! Waarom?”
Wijnand draaide zich naar hem om. “Omdat het dingen zijn die jou niet raken, Tim. Je ze niet kunt voorstellen. Het zijn mijn problemen en ik zal er een oplossing voor moeten vinden.”
“Je bent niet gelukkig!”
“Nee, nu eventjes niet maar dat verandert wel weer. Je kunt toch niet altijd honderd procent gelukkig zijn met jezelf? Met de mensen om je heen? Met de puinhoop die je soms veroorzaakt in je eigen leven en dat van een ander?”
“Maar ik had zo gedacht dat ik je misschien gelukkig zou kunnen maken?” Het werd stil.
Zou Tim echt bedoelen … “Bedoel je … “
“Ja, dat bedoel ik, Wijnand. Waarom zouden wij nu niet verder kunnen gaan waar we ooit gebleven waren. Jij en ik, Wijnand. Het heeft van het begin af aan zo goed gevoeld en misschien heb ik me daarom wel nooit echt aan een ander kunnen binden. Dat gevoel van ‘jij en ik’ was altijd op de achtergrond aanwezig. Steeds heb ik altijd iedereen met jou vergeleken, bij de serieuze kandidaten dan hè!” Stralend als de zon keek Tim naar Wijnand.
Wijnand kon alleen maar een flauwe glimlach laten zien en daarna rolden de tranen opnieuw over zijn wangen.
“Niet huilen, Wijnand,” sprak Tim terwijl hij hem in zijn armen nam. “Alles zal goed komen, ik weet het gewoon.”
“Nou,” sprak Wijnand snikkend, “dat weet ik nog niet zo zeker!”
Tim liet zijn handen over Wijnands rug glijden. Hun gezichten lagen tegen elkaar aan en al snel vonden hun monden elkaar. Een hartstochtelijke tongzoen volgde. De handen verdwenen onder de schaarse kledingstukken en raakten de naakte huid. Wijnand ervaarde heerlijke gevoelens en ook Tims lijf werd doortrokken van genot. Deze jongen was de eerste geweest met wie hij iets gehad had en deze jongen zou hij nu weer krijgen. En ze zouden veel verder gaan dan ze ooit samen waren gegaan. Ze lieten zich op het bed vallen en het nachtgoed verdween langzamerhand tot ze naakt tegen elkaar aankropen. Als vanzelf gleden ze in het standje dat ze in het verleden zovaak hadden beoefend. Met elkaars lid in de mond begonnen ze te zuigen en te likken. Heerlijke gevoelens maakten zich van hen meester. Wijnand was de eerste die kwam en Tim zoog hem helemaal leeg. Tim kwam niet lang daarna en ook Wijnand ving elke druppel van het witte zaad op in zijn mond. Hijgend lagen ze tegen elkaar aan. “Wow, alsof er geen dag tussen gezeten heeft,” verklaarde Tim. “Zo goed, zo vertrouwd.”
“Ja, het lijkt gewoon of er helemaal niets is veranderd tussen ons. Of al die jaren er niet zijn geweest.”
”Wijnand, ik geloof dat ik vreselijk veel van je houd en geloof me, dat heb ik tegen verrekte weinig van die mooie Amerikaanse jongens gezegd!”
Wijnand glimlachte naar hem en kuste hem op het puntje van zijn neus. “Wat heb je dan wel tegen hen gezegd? Dat je hun kontjes zo lekker vond?”
“Ja! Maar dat kontje van jou vind ik ook heel lekker geloof ik.”
“Geloof je het of … “
“Nee, ik weet het wel zeker.” Hij legde zijn handen op Wijnands billen en kneep er stevig in. Een vinger gleed door de spleet van zijn vriend en drukte zich tegen zijn gaatje aan. Langzaam verdween het topje naar binnen.
Wijnand kreunde diep en vroeg Tim hem te neuken. Hij haalde een condoom uit het laatje en gaf dat aan hem.
“Weet je het zeker?”
Wijnand knikte. Hij wilde dat meest zalige gevoel dat hij bij een man kende ook van Tim leren kennen. Hij legde zijn benen tegen Tims schouders en voelde diens stijve lid tegen zijn aars drukken. Met een harde stoot doorkliefde hij de kringspier waarna hij met iedere duw verder bij hem naar binnen gleed. Wijnand voelde zich in de zevende hemel. Het genot was geweldig en verdreef heel zijn sombere bui. Hij lachte nu breeduit en kreunde van plezier. Oh, eindelijk was het er dan toch van gekomen. Wat ze jaren geleden hadden overgeslagen, haalden ze nu ruimschoots in. De Eerste Kerstdag vierden ze op geheel eigen wijze in bed.
Wordt vervolgd …
Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, augustus 2015 (gereviseerde versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.