MISJA
Geplaatst: wo 18 nov 2015, 20:48
Een verhaal van Lucky Eye
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
©Lucky Eye, september 2015 (gereviseerde versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Mijn grote dank gaat uit naar EP die ook dit verhaal heeft gescreend en zodoende de schrijver dezes heeft behoed voor allerlei fouten die tijdens het schrijven in een verhaal sluipen. Ook zijn andere nuttige aanbevelingen, tekstvoorstellen en reflectie heb ik enorm op prijs gesteld.
MISJA
Hoofdstuk 1
Op zaterdag 24 juli vertrek ik om 4.00 uur voor een veertiendaagse vakantie naar Oostenrijk, helemaal alleen. Een vrijwillig gemaakte keuze want ik wilde het nou eenmaal zo. Maart jongstleden ben ik negentien geworden en sinds januari van dit jaar heb ik mijn rijbewijs. De afgelopen maanden heb ik flink wat rijervaring opgedaan maar mijn ouders waren er alles behalve gerust op dat ik mijn plannen door wilde zetten. Op een gegeven moment stelden ze zelfs voor dat ze hun vaste vakantie in Robertville (België) zouden annuleren om met mij samen naar Oostenrijk te gaan. Iets waarvan ik dus niets wilde weten. Achter mijn rug om hebben ze daarna mijn vrienden gepolst of die niet met mij mee wilden hetgeen ik hen zeer kwalijk heb genomen en wat leidde tot een heftige woordenwisseling. Het ligt niet aan mijn vrienden hoor! Die wilden best mee! Maar om de een of andere reden wil ik dit jaar gewoon even helemaal alleen zijn voor een paar weken. Reden: onbekend.
Ik begrijp de zorgen van mijn ouders best wel. Met geen broers en zusters om me heen hebben ze mij altijd heel beschermd en beschermend opgevoed maar ik vind dat ze me nu ook eindelijk wel eens wat los mogen leren laten. Ik ben tenslotte negentien, toch?
De reis verloopt voorspoedig, afgezien van een paar kleine files, en tegen vier uur ‘s middags ben ik in Innsbruck. Ik check in aan de balie van Gasthof Rechenhof en iemand gaat me voor naar mijn kamer op de tweede verdieping. Het is een niet al te groot hotel waar ik voor gekozen heb dat aan de rand van de stad ligt. Gezien mijn beperkte budget was mijn keuze beperkt en het plaatje in de gids stond mij het meeste aan. Het uitzicht vanaf mijn balkon, aan de achterzijde van het hotel, is prachtig: ik kijk onbelemmerd uit op de groene alpenweiden met daarachter eerst uitgestrekte bossen en daarna de besneeuwde toppen van de Alpenreuzen van het Karwendelgebergte. Dit wordt een prachtvakantie, denk ik bij mezelf. Alleen op mijn kamer stap ik meteen onder de douche. Het water is verkwikkend maar toch niet zo dat ik daarna bruis van energie en daarom besluit ik om na het avondeten maar meteen naar bed te gaan. De vermoeidheid moet bijzonder groot geweest zijn want op zondag slaap ik een gat in de dag en mis zodoende het ontbijt. Het blijkt echter geen probleem te zijn want vanaf elf uur ’s ochtend tot twee uur ’s middags staat er een uitgebreide brunch klaar. ’s Middags loop ik een klein eindje door het bos dat achter het hotel ligt en bij terugkomst vraag ik bij de receptioniste naar een geschikte wandelkaart. Zij verkoopt mij een zeer gedetailleerde en daarmee trek ik me op mijn kamer terug. Na het avondeten stippel ik de route voor de volgende dag uit. Ik houd van wandelen: een afwijking die ik heb overgenomen van mijn ouders.
De volgende ochtend zit ik al om zeven uur aan het ontbijt. Met een lunchpakket en drinken in mijn rugzak, begin ik drie kwartier later aan mijn eerste wandeling van deze vakantie. De omgeving is echt prachtig en ik geniet met volle teugen. Het weer werkt ook prima mee want hoewel het niet echt zonnig is, droog is het wel in elk geval. En bovendien moet je bij het wandelen niet al te veel warmte hebben.
Tegen vier uur in de middag kom ik bezweet terug. Het is een ontzettend mooie route geweest die ik gevolgd heb. Ik heb bossen, meertjes, watervallen en wat al niet gezien. De dagen daarna begint het weer steeds beter te worden maar ook warmer dus en al snel zit de temperatuur tegen de 30 graden Celsius. En dat is nou niet echt geschikt om hele dagen te gaan lopen. Voor donderdag spreek ik met de keuken af dat ik al om zes uur kan ontbijten zodat ik vroeg op pad kan gaan. Maar dat is dan ook voorlopig de laatste wandeldag. Vrijdagochtend wil ik eigenlijk uitslapen maar dat komt er niet van. Mijn ritme thuis en het strakke schema van de vorige dagen maken het gewoon onmogelijk om langer in bed te blijven liggen dan strikt noodzakelijk. Al om acht uur zit ik aan het ontbijt en daarna vraag ik aan de receptie of er misschien ergens een goed zwembad is. Ik blijk keus te hebben. Er is een subtropisch zwembad met een aantal buitenbaden (Erlebnisbad), er zijn een paar gewone recht-toe-recht-aan zwembaden en vlak buiten de stad zijn er dan ook nog een paar meertjes waarin gezwommen kan worden (Freibad). Ik kies voor de eerste en ga met het foldertje van ‘Cascade’, waarop de receptioniste de te gebruiken buslijnen geschreven heeft, terug naar mijn kamer. Ik pak mijn rugzak, vul deze met zwembroek, handdoek en lunchpakket en rijd dan naar Arzl (het dorp dat het dichtst bij ligt) en ga dan met de bus verder omdat de receptioniste het mij afgeraden heeft om met de auto Innsbruck zelf in te rijden. Met lijn 25 ben ik binnen twintig minuten bij het Centraal Station en dan is het met lijn 8 nog een kleine tien minuten om bij het zwembad te komen.
Het is net half tien als de bus in de buurt van het zwembad stopt. Witte borden met daarop blauwe letters wijzen mij naar de juiste plek en bij aankomst zie ik dat het zwembad pas om 10.00 uur zal openen. Moet ik dus nog even wachten! Er zijn al meer wachtenden: groepjes kinderen, families, jonge stelletjes die nu al erg klef zijn en ... op een bankje zit een jongen - van naar schatting mijn leeftijd - breeduit het hele bankje in beslag nemend. Iets aan hem intrigeert me. En eventjes weet ik niet wat het nu is: zijn uiterlijk, zijn nonchalante houding of toch iets anders? Hij ziet er goed uit: mooi gebruind, zwart krullerig kort haar, groene ogen. Hij gaat gekleed in een zwarte tanktop en een witte driekwart broek. Zijn gezicht staat strak en straalt iets uit dat ik zou willen omschrijven als onwerkelijk. Op de een of andere manier lijkt hij hier aanwezig te zijn en tegelijkertijd ook niet. Ben ik nog te volgen?
Omdat ik het vertik te blijven staan, loop ik op hem toe en vraag hem in mijn beste Duits (ervan uitgaande dat hij tot de plaatselijke bevolking behoort dan wel een Duitse toerist is) beleefd of hij wellicht wat wil opschuiven. Zonder zijn hoofd te bewegen, slaat hij zijn ogen naar me op. Ik zie heel donkere wenkbrauwen die in elkaar overlopen en de starende - opnieuw onwerkelijke - blik in zijn ogen. Maar … hij schuift op en maakt plaats voor me zonder ook maar één woord te zeggen! Tjonge wat een eikel, is mijn eerste gedachte maar ik weet dat je mensen niet op een eerste indruk moet beoordelen en dus geef ik me nog niet gewonnen. Misschien kan ik hem wel manieren bijbrengen.
“Danke schön,” reageer ik beleefd. Zijn ogen zijn opnieuw op mij gevestigd maar ook nu kan ik er geen enkele emotie of gevoel in lezen. Misschien is zijn gezicht toch het beste te omschrijven als chagrijnig.
“Bitte.”
Het is verrekte kort maar hij kent in elk geval het spel van ‘dankjewel’ en ‘alsjeblieft’. Om precies 10.00 uur gaan de deuren open en terwijl ik me opstel in een rij voor de kassa, gaat hij met een kaartje door het klaphekje het zwembad binnen. Vaste klant waarschijnlijk. Terwijl ik sta te wachten, denk ik na over de blik in de ogen van de jongen en kom tot het inzicht dat mijn eerdere conclusie - chagrijnig - niet juist is. De blik zou ook uitgelegd kunnen worden als die van iemand die ontzettend veel verdriet heeft. Ja, laat ik het daar maar op houden. Als ik aan de beurt ben betaal ik voor drie uur en krijg een kaart overhandigd. Ik steek de plastic kaart in een automaat en krijg hem meteen weer terug. Het licht springt van rood op groen en ik kan door de tourniquet. In een kleedhokje kleed ik me in mijn strakke, zwarte zwembroek met korte pijpjes en berg daarna mijn kleren op in een kluisje om vervolgens met de handdoek over de schouder verder te gaan. Na een korte douche (het water is steenkoud) kom ik in het eigenlijk bad uit. Er zijn diverse glijbanen. Ik zie een stroomversnelling, een paar hottubs en daarnaast ook nog een groot aantal plaatsen waar je je onder warme lampen kunt laten drogen. Een overbodige luxe eigenlijk op zo’n warme dag als vandaag! De temperatuur van het water is prima maar van de jongen zie ik niets. Op mijn rondgang door het bad heb ik naar hem gezocht maar hij is nergens te zien. Waarom ik hem gezocht heb? Ik weet het niet. Op de een of andere manier voel ik me tot hem aangetrokken. Op zoek naar een lekkere jongen, zul je nu misschien van mij denken maar dan heb je het mis. Ja … homo ben ik wel maar ik val meer op innerlijk dan op uiterlijk heb ik inmiddels ontdekt. Net na mijn zestiende ben ik uit de kast gekomen en voor mijn ouders was het eerder verbazing dan schok. Ze hadden het totaal niet verwacht. En al degenen die ik nadien confronteerde met mijn homo-zijn reageerden op precies dezelfde manier: ‘Nee, dat kan niet!’ … ‘Jij toch niet?’. Kortom ik heb geen vrouwelijke uitstraling, niet de maniertjes van een relnicht, draag geen handtasje, maak me niet op en draag ook geen hoge hakken! En ik wil ook absoluut niet beweren dat homo’s zo zijn zoals ze vaak door hetero’s neergezet worden en ik net aanhaalde. Het zijn allemaal stereotiepe beelden die helemaal nergens op slaan! Ik ken nu een aantal homo’s en aan geen van hen kun je het aan de buitenkant zien. Homo’s zijn heel gewone jongens en ik ben er het sprekende voorbeeld van.
Al heel snel na mijn coming out ging ik zelf ook uit en op zoek naar het beleven van mijn homoseksualiteit maar al gauw kwam ik erachter dat dat niet mijn wereldje was. Misschien gaat het op andere plaatsen er anders aan toe hoor maar waar ik kwam was het heel klef, meteen elkaar vol op de mond tongen en elke avond toch minimaal iemand pijpen of zelf gepijpt worden. En dat … dat ging me allemaal gewoon veel te snel. Na een paar maanden hield ik er mee op. Dit was niet wat ik wilde. Wat wil ik dan wel? Ik wil gewoon een leuke jongen ontmoeten. Samen leuke dingen doen zonder dat dat meteen seks moet zijn. Maar in mijn omgeving vond ik zoiets niet. En dus heb ik mijn zoeken maar even uitgesteld.
Nadat ik een tijdje wat heb rondgedobberd in het binnenbad ga ik naar buiten. Het is prachtig mooi weer en buiten zwemmen er inmiddels meer mensen dan binnen. Geen wonder natuurlijk! Ik loop langs het 25-meter bad in de richting van de ligweide als mijn oog ineens op de jongen van vanmorgen valt. Hij zit stilletjes voor zich uit te staren en heeft al gezwommen. Het zonlicht dat prachtig breekt in de waterdruppeltjes op zijn lichaam en haren geeft hem iets van een aureool dat hem helemaal omgeeft. Even blijf ik staan kijken naar deze engel, naar ik hoop niet met open mond en de tong ver naar buiten. Wow, een prachtig plaatje zo. Dan loop ik verder. Eerst loop ik langs hem heen maar dan draai ik me op mijn schreden om en als ik bij hem ben, vraag ik of hij er bezwaar tegen heeft dat ik mijn handdoek naast de zijne leg. Er zijn nog wel andere plaatsen maar toch is het behoorlijk druk dus misschien is de vraag niet zo gek. Ik hoop tenminste dat hij het niet vreemd vindt. Hij kijkt me op dezelfde manier als vanmorgen aan en zijn blik die me eerder al intrigeerde begint nu haast pijnlijk te worden. Op de een of andere manier raakt deze knaap mij enorm.
“Ga je gang,” zegt hij kalm.
“Dank je.” Ik spreid mijn handdoek uit en ga op mijn buik naast hem liggen. “Het is behoorlijk druk, hè?”
“Ja, dat krijg je met dit weer.”
“Kom je hier vaak?”
“Als het weer het toelaat bijna elke dag.”
“Woon je hier of ben je ook op vakantie?”
“Ik woon in Igls, een klein dorpje ten zuiden van Innsbruck.”
Even is het stil omdat ik die stilte bewust laat vallen. Natuurlijk kan ik wel doorgaan met het stellen van vragen in de hoop dat hij blijft antwoorden maar ik zou het leuker vinden als …
“En jij?”
BINGO.
“Ben jij hier op vakantie?”
“Ja.” Ik ga rechtop zitten en steek mijn hand naar hem uit. “Frank Reuvers. Ik kom uit Nederland.” Hij neemt mijn hand aan.
“Michael Weber, maar mijn vrienden noemen me Misja.”
Zijn handdruk is stevig en terwijl we elkaar eventjes vasthouden, laat ik mijn blik over zijn lijf glijden. Hij is echt heel erg mooi. Goed gespierde armen. Lekker strakke buik en een mooie, geheel gladde borstpartij. “Kan ik jou dan Misja noemen?” zeg ik met een glimlach naar hem.
“Ja hoor. Je mag mij beschouwen als je vriend.”
De blik op zijn gezicht verandert eindelijk. Voor het eerst zie ik beweging komen in zijn lippen en wangen en ook zijn ogen beginnen iets te stralen. Dan draait hij zich op zijn buik en ik ga ook zo naast hem liggen. Ik moet echter nog meer weten! “Leuke meisjes daar, nietwaar?” zeg ik terwijl ik met de vinger een groep meisjes een eindje voor ons aanwijs. Hij kijkt me van opzij aan en lijkt me te taxeren. Het droevige lijkt nu helemaal te zijn verdwenen.
“Ik interesseer me niet zo voor meisjes,” verklaart hij nuchter om vervolgens verder te gaan, “en jij volgens mij ook niet. Maar het is een goede opening om erachter te komen of iemand homo is.”
Ik begin hevig te blozen en nu is hij helemaal ontdooid.
Hij laat een luide lach horen. “Niet zo verschrikt kijken man! Als ik het fout heb, moet je het me zeggen hoor dan bied ik je meteen mijn verontschuldigingen aan maar … denk niet dat ik het fout heb!”
“Oké, wist gewoon geen andere manier zo snel om erachter te komen,” geef ik toe. “En ik wilde het graag weten.”
“Waarom?”
Tja, daar zit ik even met de mond vol tanden. Waarom wilde ik graag weten of hij net als ik homoseksueel is. Hij laat me rustig denken maar ik merk dat hij mij nu ook heel aandachtig bestudeert. Ik ga rechtop zitten om hem een goede blik te gunnen. “Vooropgesteld,” begin ik eindelijk, “ik ben niet iemand die gaat voor een vluchtige seksuele ontmoeting. Een snel nummertje in het badhokje en dan zien we elkaar nooit weer, dat hoef ik dus niet!”
“Dat komt dan mooi uit want dan zou je bij mij ook echt aan het verkeerde adres zijn.” We wisselen een nieuwe glimlach uit. “Maar wat zoek je dan? Een vriend voor een relatie?”
“Dat weet ik niet. Ik zoek nu gewoon iemand om plezierig mee om te gaan.”
“Maar ben je dan helemaal alleen op vakantie hier?”
Ik knik.
“Zonder je ouders?”
Ik knik opnieuw.
“Zonder vrienden?”
Voor de derde keer knik ik.
“Waarom?”
“Ik weet het niet. Noem het maar een ingeving. Toen ik deze vakantie plande wilde ik gewoon helemaal alleen hier naar toe.”
“Hoe oud ben je?”
Ik antwoord dat ik negentien ben en hij vertelt dat hij net zo oud is. “Mijn ouders zijn het er ook helemaal niet mee eens.”
“Dat kan ik me voorstellen, man! Wie laat nou zijn negentienjarige zoon alleen naar Oostenrijk gaan.”
“Die van mij, want ze hadden gewoon geen keus.”
“Ben je altijd zo drammerig dan?”
Eerst begrijp ik hem niet want hij gebruikt een Duits woord dat ik niet goed ken. Als hij dan een toelichting geeft is het mijn beurt om hard te lachen. “Nee, normaal niet maar om de een of andere reden moest het ervan komen. Ik weet nog steeds niet waarom maar …”
“Mijn ouders zouden me nooit alleen zo’n lange reis hebben laten maken.”
“Het ligt ook echt niet aan mijn ouders hoor,” leg ik nogmaals uit en ik vertel hem dat zij zelfs aangeboden hebben met me mee te gaan. “Maar we houden wel elke dag telefonisch contact,” besluit ik, “en op de heen- en terugreis moet ik me bij elke stop melden.”
“Dat is ook wel het minste dat je kunt doen!” vindt Misja. “Je bent een rare!” reageert hij dan met een glimlach. “Maar nu je hier bent, voel je je toch een beetje alleen?”
“Euh, nee.”
“Maar waarom zoek je dan contact met mij?”
De blik die hij nu op mij werpt interpreteer ik als nieuwsgierig en ik ben reuzeblij dat ik erin geslaagd ben hem van dat droevige af te helpen. Misschien zit ik er helemaal naast en is hij niet echt verdrietig maar toch … “Ik ben niet naar het zwembad gegaan om bewust contact met iemand te zoeken maar toen ik jou daar op dat bankje zag zitten, was er iets dat me als het ware naar je toetrok.”
“Je vertelt het spannend, Frank.”
“Heb je nooit zoiets gehad?”
“Jawel, maar dan was het omdat die ander er gigantisch lekker uitzag en dat kun je van mij niet zeggen.” Een brede glimlach ligt om zijn lippen.
“Daar moet ik tactisch op antwoorden,” zeg ik.
Hij lacht opnieuw.
“Ten eerste heb je wel een lekker lijf maar dat was het niet dat me intrigeerde. Ik kijk liever naar het innerlijk van iemand.”
“Kom op zeg! Je ziet mij zitten op een bankje en meteen kun je wat over mijn innerlijk zeggen!” groot ongeloof spreekt uit zijn reactie.
“Ooit gehoord dat ogen de spiegels van het innerlijk zijn?”
“Ja maar …”
“In jouw ogen las ik iets dat ik niet helemaal thuis kon brengen.” Razendsnel besluit ik bij mezelf om absoluut niet te zeggen wat ik nou precies gezien heb of, beter gezegd, gedacht heb te zien want ik wil niet dat hij zich verplicht voelt zijn verhaal te vertellen als hij daar zelf niet aan toe is.
“En daarom maak je dan contact met mij?” En gelukkig vraagt hij ook niet verder.
“Ja!”
“Je had het toch ook kunnen laten rusten.”
“Ja, misschien wel. Maar misschien ben ik hierin inderdaad wel wat drammerig.” We blijven een tijdje zitten en elkaar aankijken. Dan vraagt hij of ik mee ga zwemmen. Het water is heerlijk verkoelend en als we een half uurtje later weer terug komen bij onze handdoeken drogen we ons eerst een beetje af. Hij begint zich in te smeren met zonnebrandcrème en dan realiseer ik me dat ik daaraan niet gedacht heb vanmorgen. “Mag ik wat van jou gebruiken?” Hij vindt het goed en ook ik begin me in te smeren. Echt wel nodig met dit weer want voor je het weet, ben je verbrand.
“Toch wel handig dat je me aangesproken hebt.”
“Hoezo?”
“Kun je mooi mijn rug even insmeren.” En dat gezegd hebbend, draait hij zijn rug naar me toe.
Ineens voel ik me ontzettend zenuwachtig en ik merk dat mijn handen trillen. Vermanend spreek ik mezelf tot dat ik niet zo onnozel moet doen. Ik smeer zijn rug in! Verder niets! Maar hoe ik ook op mezelf inpraat, ik krijg mezelf niet meer onder controle. Ik spuit wat crème in mijn handen en laat ze dan over zijn rug glijden. Het voelt enorm goed aan. Voor de eerste keer in mijn leven laat ik mijn handen over het lichaam van een andere jongen glijden. Ja, ik weet het, ik ben een groentje! Kan ik er wat aan doen? Als ik op een gegeven moment wat te lang aarzel, kijkt Misja achterom en glimlacht naar me.
“Het voelt lekker, Frank. Weet je,” voegt hij er fluisterend aan toe, “ik krijg er zelfs een harde van.”
Ik glimlach naar hem en zeg hem dan eerlijk dat ik zulk lijfelijk contact nog nooit gehad heb.
“Ik ook niet,” reageert hij, “maar ik weet wel dat het heel goed voelt. Vind je het erg dat ik dit zo zeg.”
“Nee, natuurlijk niet. Ik ben blij dat je zo openhartig bent want dan kunnen we er ook rustig over praten.”
“Heb jij ook een stijve nu dan?”
“Dat niet maar ik voelde me net wel geweldig zenuwachtig toen ik jou zo aanraakte. Man, ik beefde als een rietje.”
Misja lacht en zegt dat hij nu mijn rug zal doen. Hij gaat achter me zitten en even later voel ik zijn handen over mijn schouders en rug gaan. Oh wow, dat voelt enorm lekker en ook bij mij begint iets te groeien. Hij kijkt over mijn schouders naar mijn kruis. “Gaat ie goed?”
“Aan het werk jij!”
De rest van de tijd liggen we in de zon te bakken terwijl we rustig met elkaar praten. We lijken in veel dingen op elkaar. Beiden volgen we de opleiding tot leraar basisonderwijs en beiden zijn we enig kind. Beiden hebben we dus ook overbezorgde ouders. Heel veel anekdotes delen we met elkaar en veel te snel gaat de tijd om. Tegen enen stappen we op om weg te gaan. Als we buiten het zwembad afscheid nemen, heb ik het idee dat het hem net zo moeilijk valt als mij.
“Ben je morgen weer hier?” vraagt hij.
“Ja. Maar alleen als jij belooft er ook te zullen zijn.” Het klinkt slijmerig wellicht maar ik meen het vanuit het diepst van mijn hart. Nog nooit heeft een jongen zo’n diepe en bijzondere indruk op mij gemaakt. Misja is het helemaal. Voor mij is hij de ware, zeker weten!
“Oké, ik zal er zijn en een plaatsje vrij houden op het bankje voor je.”
Om nog wat langer van elkaars gezelschap te genieten stappen we niet in bij de dichtstbijzijnde halte maar lopen we samen naar het Centraal Station. Daar nemen we ieder een bus in tegenovergestelde richting.
Op de rit terug ben ik in de zevende hemel. De hele tijd zie ik Misja voor me en daardoor stap ik een halte te laat uit waardoor ik zowat drie kilometer terug moet lopen. Maar ja, wat geeft het. Het lijkt wel of ik verliefd ben. Voor het eerst in mijn leven heb ik dit soort gevoelens en weet haast niet hoe er mee om te moeten gaan. Terug in mijn hotelkamer ga ik languit op het bed liggen en staar ik naar het plafond. Regelmatig laat ik zijn naam over mijn tong rollen en verbeeld ik me dat hij heel dicht bij me is. Dan rinkelt mijn mobiele telefoon. Snel pak ik hem op. Het zijn mijn ouders.
Wordt vervolgd …
Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, september 2015 (gereviseerde versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
©Lucky Eye, september 2015 (gereviseerde versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Mijn grote dank gaat uit naar EP die ook dit verhaal heeft gescreend en zodoende de schrijver dezes heeft behoed voor allerlei fouten die tijdens het schrijven in een verhaal sluipen. Ook zijn andere nuttige aanbevelingen, tekstvoorstellen en reflectie heb ik enorm op prijs gesteld.
MISJA
Hoofdstuk 1
Op zaterdag 24 juli vertrek ik om 4.00 uur voor een veertiendaagse vakantie naar Oostenrijk, helemaal alleen. Een vrijwillig gemaakte keuze want ik wilde het nou eenmaal zo. Maart jongstleden ben ik negentien geworden en sinds januari van dit jaar heb ik mijn rijbewijs. De afgelopen maanden heb ik flink wat rijervaring opgedaan maar mijn ouders waren er alles behalve gerust op dat ik mijn plannen door wilde zetten. Op een gegeven moment stelden ze zelfs voor dat ze hun vaste vakantie in Robertville (België) zouden annuleren om met mij samen naar Oostenrijk te gaan. Iets waarvan ik dus niets wilde weten. Achter mijn rug om hebben ze daarna mijn vrienden gepolst of die niet met mij mee wilden hetgeen ik hen zeer kwalijk heb genomen en wat leidde tot een heftige woordenwisseling. Het ligt niet aan mijn vrienden hoor! Die wilden best mee! Maar om de een of andere reden wil ik dit jaar gewoon even helemaal alleen zijn voor een paar weken. Reden: onbekend.
Ik begrijp de zorgen van mijn ouders best wel. Met geen broers en zusters om me heen hebben ze mij altijd heel beschermd en beschermend opgevoed maar ik vind dat ze me nu ook eindelijk wel eens wat los mogen leren laten. Ik ben tenslotte negentien, toch?
De reis verloopt voorspoedig, afgezien van een paar kleine files, en tegen vier uur ‘s middags ben ik in Innsbruck. Ik check in aan de balie van Gasthof Rechenhof en iemand gaat me voor naar mijn kamer op de tweede verdieping. Het is een niet al te groot hotel waar ik voor gekozen heb dat aan de rand van de stad ligt. Gezien mijn beperkte budget was mijn keuze beperkt en het plaatje in de gids stond mij het meeste aan. Het uitzicht vanaf mijn balkon, aan de achterzijde van het hotel, is prachtig: ik kijk onbelemmerd uit op de groene alpenweiden met daarachter eerst uitgestrekte bossen en daarna de besneeuwde toppen van de Alpenreuzen van het Karwendelgebergte. Dit wordt een prachtvakantie, denk ik bij mezelf. Alleen op mijn kamer stap ik meteen onder de douche. Het water is verkwikkend maar toch niet zo dat ik daarna bruis van energie en daarom besluit ik om na het avondeten maar meteen naar bed te gaan. De vermoeidheid moet bijzonder groot geweest zijn want op zondag slaap ik een gat in de dag en mis zodoende het ontbijt. Het blijkt echter geen probleem te zijn want vanaf elf uur ’s ochtend tot twee uur ’s middags staat er een uitgebreide brunch klaar. ’s Middags loop ik een klein eindje door het bos dat achter het hotel ligt en bij terugkomst vraag ik bij de receptioniste naar een geschikte wandelkaart. Zij verkoopt mij een zeer gedetailleerde en daarmee trek ik me op mijn kamer terug. Na het avondeten stippel ik de route voor de volgende dag uit. Ik houd van wandelen: een afwijking die ik heb overgenomen van mijn ouders.
De volgende ochtend zit ik al om zeven uur aan het ontbijt. Met een lunchpakket en drinken in mijn rugzak, begin ik drie kwartier later aan mijn eerste wandeling van deze vakantie. De omgeving is echt prachtig en ik geniet met volle teugen. Het weer werkt ook prima mee want hoewel het niet echt zonnig is, droog is het wel in elk geval. En bovendien moet je bij het wandelen niet al te veel warmte hebben.
Tegen vier uur in de middag kom ik bezweet terug. Het is een ontzettend mooie route geweest die ik gevolgd heb. Ik heb bossen, meertjes, watervallen en wat al niet gezien. De dagen daarna begint het weer steeds beter te worden maar ook warmer dus en al snel zit de temperatuur tegen de 30 graden Celsius. En dat is nou niet echt geschikt om hele dagen te gaan lopen. Voor donderdag spreek ik met de keuken af dat ik al om zes uur kan ontbijten zodat ik vroeg op pad kan gaan. Maar dat is dan ook voorlopig de laatste wandeldag. Vrijdagochtend wil ik eigenlijk uitslapen maar dat komt er niet van. Mijn ritme thuis en het strakke schema van de vorige dagen maken het gewoon onmogelijk om langer in bed te blijven liggen dan strikt noodzakelijk. Al om acht uur zit ik aan het ontbijt en daarna vraag ik aan de receptie of er misschien ergens een goed zwembad is. Ik blijk keus te hebben. Er is een subtropisch zwembad met een aantal buitenbaden (Erlebnisbad), er zijn een paar gewone recht-toe-recht-aan zwembaden en vlak buiten de stad zijn er dan ook nog een paar meertjes waarin gezwommen kan worden (Freibad). Ik kies voor de eerste en ga met het foldertje van ‘Cascade’, waarop de receptioniste de te gebruiken buslijnen geschreven heeft, terug naar mijn kamer. Ik pak mijn rugzak, vul deze met zwembroek, handdoek en lunchpakket en rijd dan naar Arzl (het dorp dat het dichtst bij ligt) en ga dan met de bus verder omdat de receptioniste het mij afgeraden heeft om met de auto Innsbruck zelf in te rijden. Met lijn 25 ben ik binnen twintig minuten bij het Centraal Station en dan is het met lijn 8 nog een kleine tien minuten om bij het zwembad te komen.
Het is net half tien als de bus in de buurt van het zwembad stopt. Witte borden met daarop blauwe letters wijzen mij naar de juiste plek en bij aankomst zie ik dat het zwembad pas om 10.00 uur zal openen. Moet ik dus nog even wachten! Er zijn al meer wachtenden: groepjes kinderen, families, jonge stelletjes die nu al erg klef zijn en ... op een bankje zit een jongen - van naar schatting mijn leeftijd - breeduit het hele bankje in beslag nemend. Iets aan hem intrigeert me. En eventjes weet ik niet wat het nu is: zijn uiterlijk, zijn nonchalante houding of toch iets anders? Hij ziet er goed uit: mooi gebruind, zwart krullerig kort haar, groene ogen. Hij gaat gekleed in een zwarte tanktop en een witte driekwart broek. Zijn gezicht staat strak en straalt iets uit dat ik zou willen omschrijven als onwerkelijk. Op de een of andere manier lijkt hij hier aanwezig te zijn en tegelijkertijd ook niet. Ben ik nog te volgen?
Omdat ik het vertik te blijven staan, loop ik op hem toe en vraag hem in mijn beste Duits (ervan uitgaande dat hij tot de plaatselijke bevolking behoort dan wel een Duitse toerist is) beleefd of hij wellicht wat wil opschuiven. Zonder zijn hoofd te bewegen, slaat hij zijn ogen naar me op. Ik zie heel donkere wenkbrauwen die in elkaar overlopen en de starende - opnieuw onwerkelijke - blik in zijn ogen. Maar … hij schuift op en maakt plaats voor me zonder ook maar één woord te zeggen! Tjonge wat een eikel, is mijn eerste gedachte maar ik weet dat je mensen niet op een eerste indruk moet beoordelen en dus geef ik me nog niet gewonnen. Misschien kan ik hem wel manieren bijbrengen.
“Danke schön,” reageer ik beleefd. Zijn ogen zijn opnieuw op mij gevestigd maar ook nu kan ik er geen enkele emotie of gevoel in lezen. Misschien is zijn gezicht toch het beste te omschrijven als chagrijnig.
“Bitte.”
Het is verrekte kort maar hij kent in elk geval het spel van ‘dankjewel’ en ‘alsjeblieft’. Om precies 10.00 uur gaan de deuren open en terwijl ik me opstel in een rij voor de kassa, gaat hij met een kaartje door het klaphekje het zwembad binnen. Vaste klant waarschijnlijk. Terwijl ik sta te wachten, denk ik na over de blik in de ogen van de jongen en kom tot het inzicht dat mijn eerdere conclusie - chagrijnig - niet juist is. De blik zou ook uitgelegd kunnen worden als die van iemand die ontzettend veel verdriet heeft. Ja, laat ik het daar maar op houden. Als ik aan de beurt ben betaal ik voor drie uur en krijg een kaart overhandigd. Ik steek de plastic kaart in een automaat en krijg hem meteen weer terug. Het licht springt van rood op groen en ik kan door de tourniquet. In een kleedhokje kleed ik me in mijn strakke, zwarte zwembroek met korte pijpjes en berg daarna mijn kleren op in een kluisje om vervolgens met de handdoek over de schouder verder te gaan. Na een korte douche (het water is steenkoud) kom ik in het eigenlijk bad uit. Er zijn diverse glijbanen. Ik zie een stroomversnelling, een paar hottubs en daarnaast ook nog een groot aantal plaatsen waar je je onder warme lampen kunt laten drogen. Een overbodige luxe eigenlijk op zo’n warme dag als vandaag! De temperatuur van het water is prima maar van de jongen zie ik niets. Op mijn rondgang door het bad heb ik naar hem gezocht maar hij is nergens te zien. Waarom ik hem gezocht heb? Ik weet het niet. Op de een of andere manier voel ik me tot hem aangetrokken. Op zoek naar een lekkere jongen, zul je nu misschien van mij denken maar dan heb je het mis. Ja … homo ben ik wel maar ik val meer op innerlijk dan op uiterlijk heb ik inmiddels ontdekt. Net na mijn zestiende ben ik uit de kast gekomen en voor mijn ouders was het eerder verbazing dan schok. Ze hadden het totaal niet verwacht. En al degenen die ik nadien confronteerde met mijn homo-zijn reageerden op precies dezelfde manier: ‘Nee, dat kan niet!’ … ‘Jij toch niet?’. Kortom ik heb geen vrouwelijke uitstraling, niet de maniertjes van een relnicht, draag geen handtasje, maak me niet op en draag ook geen hoge hakken! En ik wil ook absoluut niet beweren dat homo’s zo zijn zoals ze vaak door hetero’s neergezet worden en ik net aanhaalde. Het zijn allemaal stereotiepe beelden die helemaal nergens op slaan! Ik ken nu een aantal homo’s en aan geen van hen kun je het aan de buitenkant zien. Homo’s zijn heel gewone jongens en ik ben er het sprekende voorbeeld van.
Al heel snel na mijn coming out ging ik zelf ook uit en op zoek naar het beleven van mijn homoseksualiteit maar al gauw kwam ik erachter dat dat niet mijn wereldje was. Misschien gaat het op andere plaatsen er anders aan toe hoor maar waar ik kwam was het heel klef, meteen elkaar vol op de mond tongen en elke avond toch minimaal iemand pijpen of zelf gepijpt worden. En dat … dat ging me allemaal gewoon veel te snel. Na een paar maanden hield ik er mee op. Dit was niet wat ik wilde. Wat wil ik dan wel? Ik wil gewoon een leuke jongen ontmoeten. Samen leuke dingen doen zonder dat dat meteen seks moet zijn. Maar in mijn omgeving vond ik zoiets niet. En dus heb ik mijn zoeken maar even uitgesteld.
Nadat ik een tijdje wat heb rondgedobberd in het binnenbad ga ik naar buiten. Het is prachtig mooi weer en buiten zwemmen er inmiddels meer mensen dan binnen. Geen wonder natuurlijk! Ik loop langs het 25-meter bad in de richting van de ligweide als mijn oog ineens op de jongen van vanmorgen valt. Hij zit stilletjes voor zich uit te staren en heeft al gezwommen. Het zonlicht dat prachtig breekt in de waterdruppeltjes op zijn lichaam en haren geeft hem iets van een aureool dat hem helemaal omgeeft. Even blijf ik staan kijken naar deze engel, naar ik hoop niet met open mond en de tong ver naar buiten. Wow, een prachtig plaatje zo. Dan loop ik verder. Eerst loop ik langs hem heen maar dan draai ik me op mijn schreden om en als ik bij hem ben, vraag ik of hij er bezwaar tegen heeft dat ik mijn handdoek naast de zijne leg. Er zijn nog wel andere plaatsen maar toch is het behoorlijk druk dus misschien is de vraag niet zo gek. Ik hoop tenminste dat hij het niet vreemd vindt. Hij kijkt me op dezelfde manier als vanmorgen aan en zijn blik die me eerder al intrigeerde begint nu haast pijnlijk te worden. Op de een of andere manier raakt deze knaap mij enorm.
“Ga je gang,” zegt hij kalm.
“Dank je.” Ik spreid mijn handdoek uit en ga op mijn buik naast hem liggen. “Het is behoorlijk druk, hè?”
“Ja, dat krijg je met dit weer.”
“Kom je hier vaak?”
“Als het weer het toelaat bijna elke dag.”
“Woon je hier of ben je ook op vakantie?”
“Ik woon in Igls, een klein dorpje ten zuiden van Innsbruck.”
Even is het stil omdat ik die stilte bewust laat vallen. Natuurlijk kan ik wel doorgaan met het stellen van vragen in de hoop dat hij blijft antwoorden maar ik zou het leuker vinden als …
“En jij?”
BINGO.
“Ben jij hier op vakantie?”
“Ja.” Ik ga rechtop zitten en steek mijn hand naar hem uit. “Frank Reuvers. Ik kom uit Nederland.” Hij neemt mijn hand aan.
“Michael Weber, maar mijn vrienden noemen me Misja.”
Zijn handdruk is stevig en terwijl we elkaar eventjes vasthouden, laat ik mijn blik over zijn lijf glijden. Hij is echt heel erg mooi. Goed gespierde armen. Lekker strakke buik en een mooie, geheel gladde borstpartij. “Kan ik jou dan Misja noemen?” zeg ik met een glimlach naar hem.
“Ja hoor. Je mag mij beschouwen als je vriend.”
De blik op zijn gezicht verandert eindelijk. Voor het eerst zie ik beweging komen in zijn lippen en wangen en ook zijn ogen beginnen iets te stralen. Dan draait hij zich op zijn buik en ik ga ook zo naast hem liggen. Ik moet echter nog meer weten! “Leuke meisjes daar, nietwaar?” zeg ik terwijl ik met de vinger een groep meisjes een eindje voor ons aanwijs. Hij kijkt me van opzij aan en lijkt me te taxeren. Het droevige lijkt nu helemaal te zijn verdwenen.
“Ik interesseer me niet zo voor meisjes,” verklaart hij nuchter om vervolgens verder te gaan, “en jij volgens mij ook niet. Maar het is een goede opening om erachter te komen of iemand homo is.”
Ik begin hevig te blozen en nu is hij helemaal ontdooid.
Hij laat een luide lach horen. “Niet zo verschrikt kijken man! Als ik het fout heb, moet je het me zeggen hoor dan bied ik je meteen mijn verontschuldigingen aan maar … denk niet dat ik het fout heb!”
“Oké, wist gewoon geen andere manier zo snel om erachter te komen,” geef ik toe. “En ik wilde het graag weten.”
“Waarom?”
Tja, daar zit ik even met de mond vol tanden. Waarom wilde ik graag weten of hij net als ik homoseksueel is. Hij laat me rustig denken maar ik merk dat hij mij nu ook heel aandachtig bestudeert. Ik ga rechtop zitten om hem een goede blik te gunnen. “Vooropgesteld,” begin ik eindelijk, “ik ben niet iemand die gaat voor een vluchtige seksuele ontmoeting. Een snel nummertje in het badhokje en dan zien we elkaar nooit weer, dat hoef ik dus niet!”
“Dat komt dan mooi uit want dan zou je bij mij ook echt aan het verkeerde adres zijn.” We wisselen een nieuwe glimlach uit. “Maar wat zoek je dan? Een vriend voor een relatie?”
“Dat weet ik niet. Ik zoek nu gewoon iemand om plezierig mee om te gaan.”
“Maar ben je dan helemaal alleen op vakantie hier?”
Ik knik.
“Zonder je ouders?”
Ik knik opnieuw.
“Zonder vrienden?”
Voor de derde keer knik ik.
“Waarom?”
“Ik weet het niet. Noem het maar een ingeving. Toen ik deze vakantie plande wilde ik gewoon helemaal alleen hier naar toe.”
“Hoe oud ben je?”
Ik antwoord dat ik negentien ben en hij vertelt dat hij net zo oud is. “Mijn ouders zijn het er ook helemaal niet mee eens.”
“Dat kan ik me voorstellen, man! Wie laat nou zijn negentienjarige zoon alleen naar Oostenrijk gaan.”
“Die van mij, want ze hadden gewoon geen keus.”
“Ben je altijd zo drammerig dan?”
Eerst begrijp ik hem niet want hij gebruikt een Duits woord dat ik niet goed ken. Als hij dan een toelichting geeft is het mijn beurt om hard te lachen. “Nee, normaal niet maar om de een of andere reden moest het ervan komen. Ik weet nog steeds niet waarom maar …”
“Mijn ouders zouden me nooit alleen zo’n lange reis hebben laten maken.”
“Het ligt ook echt niet aan mijn ouders hoor,” leg ik nogmaals uit en ik vertel hem dat zij zelfs aangeboden hebben met me mee te gaan. “Maar we houden wel elke dag telefonisch contact,” besluit ik, “en op de heen- en terugreis moet ik me bij elke stop melden.”
“Dat is ook wel het minste dat je kunt doen!” vindt Misja. “Je bent een rare!” reageert hij dan met een glimlach. “Maar nu je hier bent, voel je je toch een beetje alleen?”
“Euh, nee.”
“Maar waarom zoek je dan contact met mij?”
De blik die hij nu op mij werpt interpreteer ik als nieuwsgierig en ik ben reuzeblij dat ik erin geslaagd ben hem van dat droevige af te helpen. Misschien zit ik er helemaal naast en is hij niet echt verdrietig maar toch … “Ik ben niet naar het zwembad gegaan om bewust contact met iemand te zoeken maar toen ik jou daar op dat bankje zag zitten, was er iets dat me als het ware naar je toetrok.”
“Je vertelt het spannend, Frank.”
“Heb je nooit zoiets gehad?”
“Jawel, maar dan was het omdat die ander er gigantisch lekker uitzag en dat kun je van mij niet zeggen.” Een brede glimlach ligt om zijn lippen.
“Daar moet ik tactisch op antwoorden,” zeg ik.
Hij lacht opnieuw.
“Ten eerste heb je wel een lekker lijf maar dat was het niet dat me intrigeerde. Ik kijk liever naar het innerlijk van iemand.”
“Kom op zeg! Je ziet mij zitten op een bankje en meteen kun je wat over mijn innerlijk zeggen!” groot ongeloof spreekt uit zijn reactie.
“Ooit gehoord dat ogen de spiegels van het innerlijk zijn?”
“Ja maar …”
“In jouw ogen las ik iets dat ik niet helemaal thuis kon brengen.” Razendsnel besluit ik bij mezelf om absoluut niet te zeggen wat ik nou precies gezien heb of, beter gezegd, gedacht heb te zien want ik wil niet dat hij zich verplicht voelt zijn verhaal te vertellen als hij daar zelf niet aan toe is.
“En daarom maak je dan contact met mij?” En gelukkig vraagt hij ook niet verder.
“Ja!”
“Je had het toch ook kunnen laten rusten.”
“Ja, misschien wel. Maar misschien ben ik hierin inderdaad wel wat drammerig.” We blijven een tijdje zitten en elkaar aankijken. Dan vraagt hij of ik mee ga zwemmen. Het water is heerlijk verkoelend en als we een half uurtje later weer terug komen bij onze handdoeken drogen we ons eerst een beetje af. Hij begint zich in te smeren met zonnebrandcrème en dan realiseer ik me dat ik daaraan niet gedacht heb vanmorgen. “Mag ik wat van jou gebruiken?” Hij vindt het goed en ook ik begin me in te smeren. Echt wel nodig met dit weer want voor je het weet, ben je verbrand.
“Toch wel handig dat je me aangesproken hebt.”
“Hoezo?”
“Kun je mooi mijn rug even insmeren.” En dat gezegd hebbend, draait hij zijn rug naar me toe.
Ineens voel ik me ontzettend zenuwachtig en ik merk dat mijn handen trillen. Vermanend spreek ik mezelf tot dat ik niet zo onnozel moet doen. Ik smeer zijn rug in! Verder niets! Maar hoe ik ook op mezelf inpraat, ik krijg mezelf niet meer onder controle. Ik spuit wat crème in mijn handen en laat ze dan over zijn rug glijden. Het voelt enorm goed aan. Voor de eerste keer in mijn leven laat ik mijn handen over het lichaam van een andere jongen glijden. Ja, ik weet het, ik ben een groentje! Kan ik er wat aan doen? Als ik op een gegeven moment wat te lang aarzel, kijkt Misja achterom en glimlacht naar me.
“Het voelt lekker, Frank. Weet je,” voegt hij er fluisterend aan toe, “ik krijg er zelfs een harde van.”
Ik glimlach naar hem en zeg hem dan eerlijk dat ik zulk lijfelijk contact nog nooit gehad heb.
“Ik ook niet,” reageert hij, “maar ik weet wel dat het heel goed voelt. Vind je het erg dat ik dit zo zeg.”
“Nee, natuurlijk niet. Ik ben blij dat je zo openhartig bent want dan kunnen we er ook rustig over praten.”
“Heb jij ook een stijve nu dan?”
“Dat niet maar ik voelde me net wel geweldig zenuwachtig toen ik jou zo aanraakte. Man, ik beefde als een rietje.”
Misja lacht en zegt dat hij nu mijn rug zal doen. Hij gaat achter me zitten en even later voel ik zijn handen over mijn schouders en rug gaan. Oh wow, dat voelt enorm lekker en ook bij mij begint iets te groeien. Hij kijkt over mijn schouders naar mijn kruis. “Gaat ie goed?”
“Aan het werk jij!”
De rest van de tijd liggen we in de zon te bakken terwijl we rustig met elkaar praten. We lijken in veel dingen op elkaar. Beiden volgen we de opleiding tot leraar basisonderwijs en beiden zijn we enig kind. Beiden hebben we dus ook overbezorgde ouders. Heel veel anekdotes delen we met elkaar en veel te snel gaat de tijd om. Tegen enen stappen we op om weg te gaan. Als we buiten het zwembad afscheid nemen, heb ik het idee dat het hem net zo moeilijk valt als mij.
“Ben je morgen weer hier?” vraagt hij.
“Ja. Maar alleen als jij belooft er ook te zullen zijn.” Het klinkt slijmerig wellicht maar ik meen het vanuit het diepst van mijn hart. Nog nooit heeft een jongen zo’n diepe en bijzondere indruk op mij gemaakt. Misja is het helemaal. Voor mij is hij de ware, zeker weten!
“Oké, ik zal er zijn en een plaatsje vrij houden op het bankje voor je.”
Om nog wat langer van elkaars gezelschap te genieten stappen we niet in bij de dichtstbijzijnde halte maar lopen we samen naar het Centraal Station. Daar nemen we ieder een bus in tegenovergestelde richting.
Op de rit terug ben ik in de zevende hemel. De hele tijd zie ik Misja voor me en daardoor stap ik een halte te laat uit waardoor ik zowat drie kilometer terug moet lopen. Maar ja, wat geeft het. Het lijkt wel of ik verliefd ben. Voor het eerst in mijn leven heb ik dit soort gevoelens en weet haast niet hoe er mee om te moeten gaan. Terug in mijn hotelkamer ga ik languit op het bed liggen en staar ik naar het plafond. Regelmatig laat ik zijn naam over mijn tong rollen en verbeeld ik me dat hij heel dicht bij me is. Dan rinkelt mijn mobiele telefoon. Snel pak ik hem op. Het zijn mijn ouders.
Wordt vervolgd …
Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, september 2015 (gereviseerde versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.