Van de hel naar de hemel. Hoofdstuk 1
Geplaatst: ma 28 sep 2015, 23:15
Wat is nou het alkerlastigste aan homo-zijn? De onzekerheid? Coming-out? Voor iedereen is het anders.
Maak kennis met Alex Thunder. Hij is 23, heeft een redelijk gespierd lichaam, ziet er knap uit. Ook zijn karakter is goed. Hij is vriendelijk, trouw, eerlijk en nooit te beroerd om mensen in de buurt te helpen. Hij heeft goede cijvers op school, geliefd bij de leraren. Er was alleen een probleem, zijn ouders. Zijn vader was drugshandelaar en zijn moeder stond achter de ramen. Alle mensen van school kende de reputatie, en bekrompen als de mensen zijn... niemand wilde bij hem in de buurt komen.
En zijn ouders, daar kon hij ook niet terecht. Zijn vader brulde elke dag dat hij wilde dat Alex de zaak zou overnemen. En als die durfde tegen te spreken.. dan zat hij de volgende dag weer met een snee of een blauw oog in de banken. Weg kon hij niet, hij had geen geld. Maar, het allerergste moest nog komen, gelukig volgde daarop, het allerbeste.
Het was een koude, mistige, vrijdagochtend. Alex stond onder het afdakje van het fietsenhok. Hij had een cappition diep over zijn ogen. Hij haatte het hier te staan. Gister had zijn vader hem gedwongen een bestelling drugs af te leveren voordat college begon. Hij had de zooi het liefst in de gracht gesodemieterd, maar als ik dan aan de collectie gevaarlijke pistolen van mijn vader dacht. En hierdoor had ik tenminste een avond rust.
Plots klonken er voetstappen. Alex keek op, een figuur, dik ingepakt, kwam naar hem toe.
'Heb je het spul?': vroeg hij toonloos.
Alex knikte. 'Ja, maar ik raad je af dit door te zetten.'
'Weet ik.': zei het figuur, en deed zijn capition af.
Alex schrok zich dood. Voor hem stond Evert Moorman, zijn scheikunde leraar. Schaamte, verbazing en vernedering streden om voorrang. Moorman pakte zijn hand.
'Kom even mee. Ik wil met je praten.'
Te verbaasd om te weigeren liep Alex mee. Moorman nam hem mee naar zijn klaslokaal. Hij vroeg hem te gaan zitten en de twee keken elkaar een tijd zwijgend. Op een gegeven hield Alex het niet meer.
'Het spijt me.': verluisterde hij.
'Weet ik.': zei Moorman.
'Het is niet mijn fout.'
'Dat weet ik ook.'
'Ik wil dit niet eens. Mijn vader...'
Moorman stak zijn hand op en Alex zweeg. Moorman glimlachte, een zwarme, zachte glimlach. Van rechte, witte tanden. Hij trok rustig zijn jas uit en vroeg Alex hetzelfde te doen. Moorman had een keurige, paarse blouse aan. Een tint die Alex meteen liet denken aan zonsondergang op het strand. Verder droeg hij een nette spijkerbroek en zwarte, glimmende schoenen.
Hij zag eruit als een leraar. Maar... Moorman was lang en breed. Elke dag na school ging hij meteen naar de sportschool en trainde tot sluitingstijd. Ook in het weekend was het niet anders. Volgens geruchten nam hij een dag in de maand vrij om de administratie te doen. Hij had daarbij een gezicht dat elke emotie versterke. Vrolijkheid werd geluk, maar iritatie werd woede. Gelukkig werd Moorman zelden boos. Zijn gezicht was daarbij ook heel erg knap. Voor Alex leek hij op een moderne Griekse god.
Vaak, als hij weer huilend in zijn bed lag na een aframmeling van zijn vader, voelde hij de hand van Moorman op zijn schouder. Die streelde over zijn rug en verluisterde lieve woorden. Maar, als Alex dan weer opkeek, zag hij alleen de donkere, eenzame kamer. Hij besefte dat hij verliefd was geworden. Als hij les had van Moorman kon hij zijn ogen niet van de leraar afhouden. De soepelheid waarmee hij bewoog was fasinerend, als je naging hoe groot hij was. Zijn stem was zwoel en mystrieus. Daarom was hij altijd zo gelukkig om Moorman in zijn hoofd te horen verluisteren, al waren het maar twee woorden, omdat hij telkens hoopte hem te zien.
'Ik weet alles Alex.': zei Moorman, met die heerlijke stem, waar ook bezorgheid in doordrong. Alex voelde zich meteen schuldig. 'Kom eens hier.' Moorman klopte op zijn benen. Onzeker ging Alex zitten. Het voelde heerllijk. Moorman pakte zijn armen en legde die om zijn schouders. Moorman keek diep in Alex ogen. Alex kerk terug, in die bosgroene poelen.
'Alex, zeg eens eerlijk tegen me: zou je daar weg willen?'
'Ja.': zei Alex met een droge mond.
'Zou je... bij mij willen wonen? In elk geval tot we iets beters hebben.'
Een seconden keken de twee elkaar. De seconde leek eeuwig. Alex kon niet beseffen wat er net was gezegt. Hij... bij de god van de school? Moorman keek onzeker.
'Sorry, ik dacht...'
Alex pakte zijn hoofd vast.
'Heel graag. Maar... ik heb geen spullen.'
'Oh... ik heb veel kleren. Die mag je wel lenen.'
Op dat moment ging de eerste bel. Alex gleed snel van Moormans benen af.
'Ik pik je na school op. En gooi die troep alsjeblieft weg.'
De rest van de dag voelde Alex zich vrij en gelukkig. Hij ging weg, weg uit het huis waar hij jarenlang in gevangen had gezet. En nog beter...hij ging bij Evert Moorman wonen. Een stuk van een vent. Alex wist al lang dat hij homo was. Bij zijn ouders had hij nooit terecht gekunt. Vrienden had hij niet. Maar toen Moorman bij hem op school begon, was hij in een klap verkocht.
Zoals afgesproken stond Evert hem na school op te wachten. Hij stond met een blinked nieuwe auto op het parkeerterrein te wachten. Hij had een paarse zonnebril op en glimlachte. Alex besefde ineens dat Moorman best nog wel jong was. Zou het misschien... Moorman toeterde. 'Kom nou. Ik wil je je nieuwe thuis laten zien.'
Stralend stapte Alex. Die drie woorden bleven in zijn hoofd hangen 'je nieuwe huis'. Moorman reedt brullende de parkeerplaats af, house-muziek knalde door de spiekers.
'Waar woont u eigenlijk?'
Moorman keek hem over de zonnebril aan en glimlachte weer warm.
'Zeg maar gewoon "je" en "Evert". Ik woon in De Aadelaarsvleugel.'
'Gek, dat is hartstikke duur.'
'Penthouse suite baby. Je gaat het top krijgen.'
Alex genoot van het vooruitzicht.
Wat de twee echter niet doorhadden, was dat ze in de gaten werden gehouden vanaf het parkeerterrein.
Toen ze bijna bij Evert thuis waren, vroeg die Alex een blinddoek om te doen. Alex vond het wel spannend en deed hem om. Na nog eens vijf minuten rijden parkeerde Evert. Hij stapte uit en hielp Alex gelant uit te stappen.
'Wat een gentleman.': dacht Alex, weer een pluspunt op zijn lijst voor Evert.
Evert leiden hem een trap en een lift in. Nadat de lift gestopt was liepen ze nog een trap op, over een soort balkon en toen hoorde Alex een deur open gaan. Evert leiden hem binnen en meteen werd Alex helemaal warm. Evert leiden naar het midden van een ruimte en hielp Alex zijn jas uit te trekken. Daarna hoorde hij weer de sleutel schrapen en even later de grote, krachtige handen van Evert op zijn schouders, zacht masserend.
'Doe eens af.': verluisterd hij zacht.
Nieuwschierig deed hij de blinddoek af, tranen van blijdschap sprongen in zijn ogen. Hij stond in een enorme ruimte, de kleuren waren zacht en warm, er lag een warm, lang vloerkleed op de grond. Op een soort podium stond een oranje, pluizige U-bank. De keuken was hypermodern en schoon. Er was een reusachtig plasma TV en een kast vol DVD en CD's. Alex draaide zich om en keek Evert met betraande ogen aan. Die veegde de tranen teder weg.
'Niet huilen, daar ben je te mooi voor.'
Die woorden duwde Evert over een soort rand. Hij ging op zijn tenen staan en kuste zijn leraar zacht op zijn lippen. Hij had alles verwacht, maar niet dat Evert zijn handen op zijn heupen zou leggen en zacht mee zou kussen. De twee sloten hun ogen en gingen op in het moment. In Alex hoofd ontplofte van alles, geluk, blijdschap, verliefdheid. Zachtjes brak hij de kus.
'Eigenlijk mag dit niet.':zei hij, bijna onhoorbaar.
Evert wreef speels door zijn haar.
'Zeg dat soort domme dingen niet. Ik ben al een jaar stapeldol op je. Zodra ik je zag, wist ik dat je alles was wat ik wou. Je was zo klein en beschermbaar. Toen ik achter je geheim kwam was ik vreselijk kwaad. Ik heb die mensen de vreselijkste dingen aangedaan, in mijn hoofd. Ik heb je zo vaak weg willen halen. In mijn gedachte ben je hier al een jaar. Elke avond denk ik aan je.'
'Ik denk ook aan jouw.': bekende Alex en hij vertelde Evert over de nachten nadat zijn vader hem weer afgerammeld had.
'Nu ben je hier': zei Evert 'Nu kan ik dat ook echt tegen je zeggen. Alles wat je maar wil.'
'Hou je echt van me?'
'Ja, en geen drugs of school staat me in de weg bij jouw te zijn. Desnoods neem ik ontslag.'¥
Alex keek de reus aan. In zijn gezicht was tederheid en eerlijkheid te lezen. Ineens omhelste Evert Alex en drukte hem tegen zijn gespierde borst, hij begon te huilen.
'Je weet niet hoevaak ik bang ben geweest dat ik je nooit meer zou zien. Dat er echt iets met je gebeurt zou zijn. En als je dan weer met een pleister of een blauw oog in de klas zat, voelde ik me zo schuldig. Ik had je weer niet kunnen beschermen. Het liefst rukte ik dan de koppen af van de mensen die jouw dat hadden aangedaan. Soms dacht ik: "Dadelijk heeft hij een ander." Ik had voor mezelf besloten dan niet jaloers te worden. Maar blij te zijn dat je gelukkig was, al was het niet met mij. Jouw veiligheid en geluk is me meer waard dan wat dan ook.'
Alex keek Evert aan en veegde wat tranen weg.
'Oh lieve lieve Evert. Als ik dat geweten had, had ik je niet zo gekweld. Dan had ik alles verteld. Dan hadden we veel eerder samen kunnen zijn. Maar nu ben ik er, en ik zal van je houden.'
Evert kuste Alex weer.
'Ik ook.'
Alex glimlachte, hij was thuis.
Wordt vervolgd
Maak kennis met Alex Thunder. Hij is 23, heeft een redelijk gespierd lichaam, ziet er knap uit. Ook zijn karakter is goed. Hij is vriendelijk, trouw, eerlijk en nooit te beroerd om mensen in de buurt te helpen. Hij heeft goede cijvers op school, geliefd bij de leraren. Er was alleen een probleem, zijn ouders. Zijn vader was drugshandelaar en zijn moeder stond achter de ramen. Alle mensen van school kende de reputatie, en bekrompen als de mensen zijn... niemand wilde bij hem in de buurt komen.
En zijn ouders, daar kon hij ook niet terecht. Zijn vader brulde elke dag dat hij wilde dat Alex de zaak zou overnemen. En als die durfde tegen te spreken.. dan zat hij de volgende dag weer met een snee of een blauw oog in de banken. Weg kon hij niet, hij had geen geld. Maar, het allerergste moest nog komen, gelukig volgde daarop, het allerbeste.
Het was een koude, mistige, vrijdagochtend. Alex stond onder het afdakje van het fietsenhok. Hij had een cappition diep over zijn ogen. Hij haatte het hier te staan. Gister had zijn vader hem gedwongen een bestelling drugs af te leveren voordat college begon. Hij had de zooi het liefst in de gracht gesodemieterd, maar als ik dan aan de collectie gevaarlijke pistolen van mijn vader dacht. En hierdoor had ik tenminste een avond rust.
Plots klonken er voetstappen. Alex keek op, een figuur, dik ingepakt, kwam naar hem toe.
'Heb je het spul?': vroeg hij toonloos.
Alex knikte. 'Ja, maar ik raad je af dit door te zetten.'
'Weet ik.': zei het figuur, en deed zijn capition af.
Alex schrok zich dood. Voor hem stond Evert Moorman, zijn scheikunde leraar. Schaamte, verbazing en vernedering streden om voorrang. Moorman pakte zijn hand.
'Kom even mee. Ik wil met je praten.'
Te verbaasd om te weigeren liep Alex mee. Moorman nam hem mee naar zijn klaslokaal. Hij vroeg hem te gaan zitten en de twee keken elkaar een tijd zwijgend. Op een gegeven hield Alex het niet meer.
'Het spijt me.': verluisterde hij.
'Weet ik.': zei Moorman.
'Het is niet mijn fout.'
'Dat weet ik ook.'
'Ik wil dit niet eens. Mijn vader...'
Moorman stak zijn hand op en Alex zweeg. Moorman glimlachte, een zwarme, zachte glimlach. Van rechte, witte tanden. Hij trok rustig zijn jas uit en vroeg Alex hetzelfde te doen. Moorman had een keurige, paarse blouse aan. Een tint die Alex meteen liet denken aan zonsondergang op het strand. Verder droeg hij een nette spijkerbroek en zwarte, glimmende schoenen.
Hij zag eruit als een leraar. Maar... Moorman was lang en breed. Elke dag na school ging hij meteen naar de sportschool en trainde tot sluitingstijd. Ook in het weekend was het niet anders. Volgens geruchten nam hij een dag in de maand vrij om de administratie te doen. Hij had daarbij een gezicht dat elke emotie versterke. Vrolijkheid werd geluk, maar iritatie werd woede. Gelukkig werd Moorman zelden boos. Zijn gezicht was daarbij ook heel erg knap. Voor Alex leek hij op een moderne Griekse god.
Vaak, als hij weer huilend in zijn bed lag na een aframmeling van zijn vader, voelde hij de hand van Moorman op zijn schouder. Die streelde over zijn rug en verluisterde lieve woorden. Maar, als Alex dan weer opkeek, zag hij alleen de donkere, eenzame kamer. Hij besefte dat hij verliefd was geworden. Als hij les had van Moorman kon hij zijn ogen niet van de leraar afhouden. De soepelheid waarmee hij bewoog was fasinerend, als je naging hoe groot hij was. Zijn stem was zwoel en mystrieus. Daarom was hij altijd zo gelukkig om Moorman in zijn hoofd te horen verluisteren, al waren het maar twee woorden, omdat hij telkens hoopte hem te zien.
'Ik weet alles Alex.': zei Moorman, met die heerlijke stem, waar ook bezorgheid in doordrong. Alex voelde zich meteen schuldig. 'Kom eens hier.' Moorman klopte op zijn benen. Onzeker ging Alex zitten. Het voelde heerllijk. Moorman pakte zijn armen en legde die om zijn schouders. Moorman keek diep in Alex ogen. Alex kerk terug, in die bosgroene poelen.
'Alex, zeg eens eerlijk tegen me: zou je daar weg willen?'
'Ja.': zei Alex met een droge mond.
'Zou je... bij mij willen wonen? In elk geval tot we iets beters hebben.'
Een seconden keken de twee elkaar. De seconde leek eeuwig. Alex kon niet beseffen wat er net was gezegt. Hij... bij de god van de school? Moorman keek onzeker.
'Sorry, ik dacht...'
Alex pakte zijn hoofd vast.
'Heel graag. Maar... ik heb geen spullen.'
'Oh... ik heb veel kleren. Die mag je wel lenen.'
Op dat moment ging de eerste bel. Alex gleed snel van Moormans benen af.
'Ik pik je na school op. En gooi die troep alsjeblieft weg.'
De rest van de dag voelde Alex zich vrij en gelukkig. Hij ging weg, weg uit het huis waar hij jarenlang in gevangen had gezet. En nog beter...hij ging bij Evert Moorman wonen. Een stuk van een vent. Alex wist al lang dat hij homo was. Bij zijn ouders had hij nooit terecht gekunt. Vrienden had hij niet. Maar toen Moorman bij hem op school begon, was hij in een klap verkocht.
Zoals afgesproken stond Evert hem na school op te wachten. Hij stond met een blinked nieuwe auto op het parkeerterrein te wachten. Hij had een paarse zonnebril op en glimlachte. Alex besefde ineens dat Moorman best nog wel jong was. Zou het misschien... Moorman toeterde. 'Kom nou. Ik wil je je nieuwe thuis laten zien.'
Stralend stapte Alex. Die drie woorden bleven in zijn hoofd hangen 'je nieuwe huis'. Moorman reedt brullende de parkeerplaats af, house-muziek knalde door de spiekers.
'Waar woont u eigenlijk?'
Moorman keek hem over de zonnebril aan en glimlachte weer warm.
'Zeg maar gewoon "je" en "Evert". Ik woon in De Aadelaarsvleugel.'
'Gek, dat is hartstikke duur.'
'Penthouse suite baby. Je gaat het top krijgen.'
Alex genoot van het vooruitzicht.
Wat de twee echter niet doorhadden, was dat ze in de gaten werden gehouden vanaf het parkeerterrein.
Toen ze bijna bij Evert thuis waren, vroeg die Alex een blinddoek om te doen. Alex vond het wel spannend en deed hem om. Na nog eens vijf minuten rijden parkeerde Evert. Hij stapte uit en hielp Alex gelant uit te stappen.
'Wat een gentleman.': dacht Alex, weer een pluspunt op zijn lijst voor Evert.
Evert leiden hem een trap en een lift in. Nadat de lift gestopt was liepen ze nog een trap op, over een soort balkon en toen hoorde Alex een deur open gaan. Evert leiden hem binnen en meteen werd Alex helemaal warm. Evert leiden naar het midden van een ruimte en hielp Alex zijn jas uit te trekken. Daarna hoorde hij weer de sleutel schrapen en even later de grote, krachtige handen van Evert op zijn schouders, zacht masserend.
'Doe eens af.': verluisterd hij zacht.
Nieuwschierig deed hij de blinddoek af, tranen van blijdschap sprongen in zijn ogen. Hij stond in een enorme ruimte, de kleuren waren zacht en warm, er lag een warm, lang vloerkleed op de grond. Op een soort podium stond een oranje, pluizige U-bank. De keuken was hypermodern en schoon. Er was een reusachtig plasma TV en een kast vol DVD en CD's. Alex draaide zich om en keek Evert met betraande ogen aan. Die veegde de tranen teder weg.
'Niet huilen, daar ben je te mooi voor.'
Die woorden duwde Evert over een soort rand. Hij ging op zijn tenen staan en kuste zijn leraar zacht op zijn lippen. Hij had alles verwacht, maar niet dat Evert zijn handen op zijn heupen zou leggen en zacht mee zou kussen. De twee sloten hun ogen en gingen op in het moment. In Alex hoofd ontplofte van alles, geluk, blijdschap, verliefdheid. Zachtjes brak hij de kus.
'Eigenlijk mag dit niet.':zei hij, bijna onhoorbaar.
Evert wreef speels door zijn haar.
'Zeg dat soort domme dingen niet. Ik ben al een jaar stapeldol op je. Zodra ik je zag, wist ik dat je alles was wat ik wou. Je was zo klein en beschermbaar. Toen ik achter je geheim kwam was ik vreselijk kwaad. Ik heb die mensen de vreselijkste dingen aangedaan, in mijn hoofd. Ik heb je zo vaak weg willen halen. In mijn gedachte ben je hier al een jaar. Elke avond denk ik aan je.'
'Ik denk ook aan jouw.': bekende Alex en hij vertelde Evert over de nachten nadat zijn vader hem weer afgerammeld had.
'Nu ben je hier': zei Evert 'Nu kan ik dat ook echt tegen je zeggen. Alles wat je maar wil.'
'Hou je echt van me?'
'Ja, en geen drugs of school staat me in de weg bij jouw te zijn. Desnoods neem ik ontslag.'¥
Alex keek de reus aan. In zijn gezicht was tederheid en eerlijkheid te lezen. Ineens omhelste Evert Alex en drukte hem tegen zijn gespierde borst, hij begon te huilen.
'Je weet niet hoevaak ik bang ben geweest dat ik je nooit meer zou zien. Dat er echt iets met je gebeurt zou zijn. En als je dan weer met een pleister of een blauw oog in de klas zat, voelde ik me zo schuldig. Ik had je weer niet kunnen beschermen. Het liefst rukte ik dan de koppen af van de mensen die jouw dat hadden aangedaan. Soms dacht ik: "Dadelijk heeft hij een ander." Ik had voor mezelf besloten dan niet jaloers te worden. Maar blij te zijn dat je gelukkig was, al was het niet met mij. Jouw veiligheid en geluk is me meer waard dan wat dan ook.'
Alex keek Evert aan en veegde wat tranen weg.
'Oh lieve lieve Evert. Als ik dat geweten had, had ik je niet zo gekweld. Dan had ik alles verteld. Dan hadden we veel eerder samen kunnen zijn. Maar nu ben ik er, en ik zal van je houden.'
Evert kuste Alex weer.
'Ik ook.'
Alex glimlachte, hij was thuis.
Wordt vervolgd