de Danser hfdst. 18

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
dkz09
Berichten: 143
Lid geworden op: ma 29 mar 2010, 17:56

de Danser hfdst. 18

Bericht door dkz09 » ma 15 jun 2015, 21:52

“Goedemorgen, tortelduifjes”, begroet Christien de volgende morgen Anne en Tijn.
“Jullie ook een goedemorgen”, antwoorden Anne en Tijn tegelijk.
“Ik ben benieuwd of Nienke ook een logee heeft”, vraagt Stefan.
“Nee en goedemorgen allemaal”, antwoordt Nienke, die de keuken binnen wandelt.
“Ah, dat vindt ik zielig voor je Nienke … We gunnen je ook een vriend”, leeft Christien oprecht mee.
“Maak niet uit … Mijn prins komt nog wel eens op zijn paard aan … Maar ik heb wel één mededeling: Zouden de stelletjes voortaan wat minder lawaai willen produceren ’s nachts”, glimlacht Nienke.
“Dat was het nieuwe liefdeskoppeltje”, reageert Christien direct.
“Oh, echt niet … Dat waren jij en je vriend”, kaatst Anne de bal terug.
“Maakt niet uit wie het was … Als jullie het de volgende keer wat stiller kunnen doen … Of mag ik op jullie kosten een nacht in een hotel? Maar dan wel een heel goed hotel”, lacht Nienke.

*

Drie weken later is Sander van het ziekenhuis naar het revalidatiecentrum verhuisd. Waar de revalidatie niet al te vlot verloopt. Telkens wanneer men met een rolstoel komt aanzetten, raakt Sander overstuur en begint te roepen en te gooien met alles wat binnen handbereik is. De revalidatiearts is ten einde raad en weet niet meer hoe het verder moet.

“Als hij steeds zo agressief reageert, als we met een rolstoel zijn kamer in komen … Dan kunnen we weinig doen en moet hij onnodig langer blijven dan nodig”, legt de arts uit aan Dennis en Rick.
“Maar mijn zoon is een danser … altijd al geweest. Hij laat zich niet zomaar in een rolstoel plaatsen … en heeft tijd nodig om het te accepteren, dat hij niet meer kan lopen”, reageert Dennis.
“Daar hebben we ook begrip voor … Maar al in het ziekenhuis was dit zijn reactie … als er een rolstoel naar binnen werd gereden”, antwoordt de arts.
“Maar het kan nog heel lang duren voor hij het accepteert … Is er niet een andere mogelijkheid?”, vraagt Dennis.
“Als die er zou zijn, dan hadden we die al geprobeerd … Maar helaas zijn die er niet … We zullen toch een keer moeten door zetten … Dit kan geen eeuwen blijven duren”, legt de arts uit.
“Dat ben ik met u eens … Maar het gaat hier over mijn zoon … Laten we zeggen, dat als hij over twee weken nog steeds zo reageert op de rolstoel … dat u dan gewoon u gang mag gaan … dan heeft hij wel genoeg tijd gekregen om het accepteren”, hakt Dennis de knoop door.

Dan staat Rick op en loopt de spreekkamer uit. Een paar tellen later stapt hij de kamer van Sander binnen, die naar het plafon staart. Rick loopt naar hem toe, buigt zich over hem heen en geeft hem een kus op de mond. Daarna gaat hij zitten op de rand van het bed.

“Schat, we moeten eens praten”, begint Rick.
“Je laat me achter en gaat er met een ander van door … Dat zou gebeuren, heb ik nog gezegd”, reageert Sander veel te vlug.
“Hou daar nou eens mee op … Ik verlaat je nooit … Tenzij je zo doorgaat”, reageert Rick kwaad.
“Nou zeg je het zelf … Dus wat houdt je nog tegen … Ga dan, zoek een jongen die wel helemaal gezond is”, raaskalt Sander.
“Nou hou je daar mee op … En ook met dat kinderachtige gedoe … Want het wordt langzamerhand echt vervelend”, blaast Rick boos terug.
“Jij hebt makkelijk praten … Jij ligt hier niet hier … Jouw leven ligt niet in duigen … Jij hoeft niet de rest van je leven in een rolstoel zitten”, huilt en raast Sander door.
“Nou ga jij eens heel goed naar me luisteren … Je moest eens weten hoe graag ik wilde ... dat ik hier nu lag op jouw plek … Maar helaas is dat niet zo en kan dat ook niet, hoe graag ik het ook zou willen … Ik weet dat je het moeilijk vindt om het accepteren, maar het is nu eenmaal zo … Ooit moet je toch eens in een rolstoel … Of je het niet leuk vindt of niet …, blijft Rick zo kalm mogelijk en leunt opzij nog dichter bij Sander te zijn, „Mocht je bang zijn dat ik je verlaat … Dan heb je het mis … Ik zal je voortdurend steunen … Maar dan moet jij niet zo koppig blijven doen”,
“IK doe totaal niet koppig … Het is gewoon zo … Vandaag of morgen kom je iemand anders tegen en ben je weg … Wat heb ik dan nog? … Nou, helemaal niks meer”, huilt Sander.
“Dat gebeurt niet … Want ik hou alleen van jou, met mijn hart en ziel … Ga dat nou eens begrijpen … Wat moet ik met een ander … Met jou kan ik lachen, voel ik gelukkige en bovenal volledig … Want jij bent degene met wie ik de rest van mijn leven wil slijten … Daarom ga ik jouw volledige steunen en helpen met je revalidatie … Maar dat is wel op één voorwaarde”, legt Rick duidelijk uit en geeft Sander een volgende zoen om hem te kalmeren.
“Wat is die voorwaarde dan?”, vraagt Sander als hun lippen elkaar los laten.
“Die is heel simpel … Jij gaat gewoon meewerken aan je revalidatie … Zodat je veel sneller naar huis mag … Maar buiten dat, ook gewoon omdat we dan weer samen in bed kunnen slapen … Want ik mis je naast mij in bed”, glimlacht Rick.
“Ik mis jou ook … Maar vooral je armen, die mijn steeds beschermden”, lacht Sander; “Maar die rolstoel wil ik niet.”
“Schat, je zal wel moeten, anders kan je de rest van je leven hier door brengen … Probeer die stoel te accepteren en te zien als een tweede kans”, zegt Rick.
“Maar als ik dat rot ding niet wil?”, blijft Sander koppig.
“Je hebt niks te willen … Je moet gewoon”, zegt Rick beslist. Sander ziet aan de blik van Rick, dat zijn vriend het meent. Hij moet hem wel gelijk geven.

Sander vindt zichzelf ineens een aansteller. Het had slechter kunnen aflopen.
“Je hebt gelijk schat … Ik moet mij niet aanstellen … Al kan ik niet beloven of ik zo een rolstoel kan accepteren … Maar ik ga mijn best doen, dat kan ik je wel beloven”, fluistert Sander zachtjes.

*

De dagen gaan aan iedereen voorbij. De dagelijkse dingen vinden plaats. Rick werkt sinds een paar dagen weer. Sander vond het prima. Hij vindt het wel fijn, dat Rick steeds in de buurt is. Maar zijn schoolklas heeft hem ook nodig. Gelukkig dat hij wel telkens vanuit zijn werk naar hem toe komt en elk weekend er ook is. Maar gelukkig is zijn vader er ook nog.

*

Ondertussen is Anne nog steeds druk met de danslessen geven. Maar als ze geen les geeft, is ze constant met de show bezig. Want die show moet iets geweldigs worden. Iets waar Sander trots op kan zijn. Het maken van de kleding schiet aardig op. Maar ondanks dat ze daar druk mee is, heeft ze gelukkig ook tijd voor Tijn. Ook al zijn ze vaak samen met de show bezig, weten ze toch allebei tijd vrij te maken voor elkaar.
Christien en Nienke kunnen het nog steeds niet geloven. Maar ze zijn wel blij voor hun vriendin. De oma van Anne weet nog steeds van niets en dat wil Anne ook zo houden. Chantal weet het wel. Daar kan Anne niets aan doen, omdat ze regelmatig contact hebben over de show.

Chantal heeft ook veel steun van Gregor en de rest van haar familie is blij met hem. Want hij gaat elke ochtend langs bij Sander. Zo kan Dennis wat dingen doen voor zijn werk. Daarnaast staat Chantal regelmatig voor de klas van Rick, bijvoorbeeld als hij een afspraak heeft met de revalidatiearts. Maar ook wanneer hij afspraken heeft met diverse instanties en bedrijven om te zien of hij en Sander in het zelfde huis kunnen blijven wonen of dat ze toch moeten verhuizen.

*

“Schat, zie je wel … Je kan al aardig met die rolstoel overweg … Je maakt mij zelfs in bij een potje rolstoelracen”, lacht Rick een maand later.
“Ik begin nu pas te beseffen, wat een mazzel ik heb gehad … Maar ik wil dit gewoon niet … Ik voel me zo hulpeloos in deze stoel … ook al heb ik inmiddels wat meer armspieren dan jij”, grinnikt Sander.
“Dat is dan een reden voor mij om wat vaker naar de sportschool te gaan”, lacht Rick.
“Zou ik dan ook maar eens doen … Je moet mijn tenslotte straks elke dag de trap op- en afdragen”, grinnikt Sander.
“Sander, daar moet we het even over hebben”, wordt Rick serieus.
“Je laat mijn toch barsten … Zie je wel”, valt Sander in zijn paniek terug.
“Totaal niet, maar misschien moeten we verhuizen … Want misschien is het niet haalbaar om ons huidige huis geschikt voor jou te maken … Waarschijnlijk hebben we een huis nodig waar alles gelijkvloers is”, legt Rick uit.
“Daarom haat ik deze rolstoel … Ik wil terug in bed … En doe gelijk die stoel weg … Ik haat die klote stoel”, negeert Sander Ricks idee.
“Kom dan help ik je in bed … En die stoel gaat voor de rest van de dag weg … Maar morgen komt die gewoon terug”, zegt Rick beslist.

*

“Anne”, vraagt Jelle drie weken later.
“Wat is er?”
“Weet u of ik bij Sander op bezoek mag gaan?”
“Uhm, dat zou ik niet weten”, antwoordt Anne.
“Ik wilde namelijk bij hem langs gaan, om hem te bedanken, wat hij voor mij heeft gedaan.”
“Weet je wat Jelle? Zodra ik Chantal spreek, zal ik het aan haar vragen … Is dat goed?”
“Ja, vind ik prima … Tot volgende week dan maar”, antwoordt Jelle.
“Tot dinsdag”

*

Twee weken later loopt Jelle samen met zijn vader door de gang van het revalidatiecentrum. Wat was Jelle blij, toen hij van Anne te horen kreeg, dat Sander het fijn zou vinden, als hij langs kwam. Maar nu het moment daar is, is Jelle wel een beetje nerveus. Ook al is Sander zijn dansleraar. Maar toch is hij nerveus. Hij wil Sander bedanken, maar ook weten, waarom de leraar het zo heeft aangepakt, toen Jelle thuis problemen had. Maar of hij dat laatste durft te vragen ... weet hij nog niet. Voor ze het weten, staan ze stil voor een dichte deur.

“We zijn er”, zegt zijn vader.
“Pap, doe we hier wel goed aan?”, vraagt Jelle.
“Jij wou dit en Sander wil je graag weer eens zien … Dat hebben Anne en Chantal allebei gezegd”, herinnert zijn vader zich.
“Maar wat als hij slaapt of er nu geen zin in heeft”, wordt Jelle onzeker.
“We hoeven ook geen uren te blijven … Maar als Sander er geen zin heeft dan had hij het wel afgezegd”, stelt Jan zijn zoon gerust en klopt op de deur.
“Je hebt gelijk pap”, zegt Jelle na een ogenblik nadenken.
“Kom maar binnen”, klikt het vanuit de kamer. Waarop Jan de deur opent en samen met zijn zoon naar binnen stapt.

Als ze binnen zijn sluit Jan de deur weer. Waarna hij Sander en Rick begroet, wat Jelle al heeft gedaan. Als ze eenmaal zitten, hangt er een korte stilte. Het lijkt of niemand het woord durft te nemen.

“Hoe gaat het met je Jelle?”, vraagt Sander na een tijdje om de stilte te doorbreken.
“Gaat zijn gangetje”, antwoord hij en valt even stil, “Maar hoe gaat het met jou?”, vraagt hij voorzichtig aan Sander.
“Naar omstandigheden gaat het wel … Maar ik kan een rolstoel gewoon niet aan”, zucht Sander.
“Dat wil ik best geloven … Het is ook niet niks … Zo kan je het ene moment nog lopen en dansen … En vanaf een andere moment kan dat niet meer … Je moet dan alles te gelijk en aanvaarden of beter gezegd accepteren dat je niet meer kunt lopen … Maar tegelijkertijd moet je een rolstoel accepteren die de rest van je leven je middel is om je voort te bewegen”, zegt Jelle.
“Daar heb je gelijk in Jelle … Maar Sander probeert al het een paar weken … Meestal gaat het goed, maar vaak ook niet … Soms wordt hij boos en dan kunnen we weer vanaf nul beginnen”, vertelt Rick, “Maar is alles nu geregeld en woon je nu officieel bij je vader?”
“Ja, de rechter heeft drie weken geleden beslist dat ik definitief bij mijn vader mag wonen … Maar mijn moeder mag contact hebben met mij … Alleen moet dat via mijn vader en dan ook in zijn bijzijn … en mijn moeders vriend mag niet bij mij in de buurt komen … Maar het contact met mijn moeder zou ik best wel willen houden … Alleen gaat ze trouwen met die eikel … Dus hoef ik haar voorlopig niet te spreken of te zien”, zet Jelle alles op de rij.
“Dat begrijp ik helemaal”, zegt Sander.
“Maar daarom ben ik hier … Om jou te bedanken voor de hulp … Anders had ik het echt niet overleefd of wat dan ook”, zegt Jelle.
“Graag gedaan … Ik weet wat je doormaakt”, knikt Sander.
“Sander, ik denk dat je Jelle even het één en ander moet uitleggen … Ik denk dat hij er niet veel van snapt, net als zijn vader”, zegt Rick tegen zijn vriend.
“Dat was ik van plan, schat”, stemt Sander in en richt zich dan tot Jelle en diens vader; “Ik heb het zelfde meegemaakt als jij”, begint Sander.
“Dat meen je niet”, zegt Jelle.

“Dat meen ik wel”, begint Sander; “Mijn ouders zijn ook gescheiden … Ik was twaalf jaar toen ze gingen scheiden … Ik bleef bij mijn moeder … Er was eerst niks aan de hand … Toen ik zeventien werd, had mijn moeder al een jaar een nieuwe vriend … Ik moest niks van hem hebben … Maar hij kwam toen bij ons in wonen … en deed zijn best … Maar toen ik twintig werd, begon hij steeds te vragen of ik al een vriendinnetje had … Daar antwoordde ik steeds ‘nee’ op … Was namelijk druk met mijn studie … die hij trouwens voor mietjes vond … Maar ik hield me sterk … Tot ik vierentwintig was, want toen leerde ik Rick kennen … Ik heb het thuis niet verteld … Mijn vader, die inmiddels voor zijn werk naar de andere kant van de wereld was verhuisd, heb ik het wel gezegd en die beloofde niks tegen mijn moeder te zeggen … Rick vond het moeilijk om zich aan te passen, als we bij mij thuis afspraken … Eerst snapte hij het niet … Maar toen mijn stiefvader iets zei over homo’s en hoe hij er over dacht, begreep hij het … Toen Rick en ik twee jaar in het geniep met elkaar gingen – althans voor mijn moeder, stiefvader en de rest van de familie van hun kant … want bij Rick thuis kon ik gewoon mijn zelf zijn … daar deden ze niet moeilijk en was ik altijd welkom … Maar ik besloot toen om thuis bij mijn moeder uit de kast te komen … Nou ik kan je zeggen dat de vader van Rick en een paar ooms van hem buiten stonden te wachten … Mijn moeder was gewoon op haar werk, net als mijn stiefvader … Ik was toen thuis en heb toen zoveel mogelijk spullen in gepakt en in een gehuurd busje gezet … Dat was een idee van Ricks moeder … Voor het geval dat het uit de hand zou lopen … Ricks zijn vader en ooms hebben mij geholpen … Toen mijn moeder thuis kwam was ik alleen … Ik had alleen nog een koffer met wat kleding klaar staan … Ik vertelde onder het eten aan mijn moeder, dat ik homo was … Mijn moeder schrok en wist niet zo goed wat ze moest zeggen … Ik heb na het eten nog met mijn moeder er over gehad … Tot mijn stiefvader thuis kwam en gesprek opving … Hij kwam de kamer binnen en heeft mij toen flink toegetakeld”, huilt Sander die niet meer verder kan praten.

“Mijn vader is toen samen met zijn zwager naar het huis toe gelopen en heeft de hulpdiensten gebeld omdat ze geschreeuw hoorden … Via het raam zagen ze, hoe Sander probeerde naar de voordeur te gaan om te vluchten … Maar zijn stiefvader liet dat niet gebeuren”, vertelt Rick verder, terwijl hij Sander probeert te troosten en gaat verder; “Mijn vader zag ook hoe zijn moeder gewoon bleef zitten en toekeek … Ze liet het gewoon toe … Op het moment, toen er meerdere politieauto’s met piepende banden tot stilstand kwam … ging de voor deur open en met het laatste beetje energie, dat Sander had, kroop hij naar buiten … Mijn vader en oom hebben hem toen weg kunnen slepen, terwijl de agenten de woning binnen gingen … Ondertussen arriveerde ook een ambulance. Ze hebben Sander toen eerste hulp verleend en afgevoerd naar het ziekenhuis … De stiefvader van Sander is toen opgepakt en meegenomen … Ook zijn moeder moest mee naar het bureau voor verhoor … Sander heeft toen een paar dagen in het ziekenhuis doorgebracht en mocht daarna naar huis … Hij is toen tijdje bij mij en mij ouders komen wonen … Ook heeft hij toen aangifte gedaan … Wij zijn toen redelijk opgeknapt, ook samen op vakantie geweest bij zijn vader … Toen we terugkwamen, zijn we iets voor ons zelf gaan zoeken … Alleen wel zover mogelijk uit de buurt van zijn moeder en stiefvader … Zo hebben we nog ruim een halfjaar bij mijn ouders gewoond ... Voordat we iets hadden gevonden.”

“Dus jullie komen niet echt uit deze regio?”, vraagt Jelle.
“Nee, maar dit leek zowel ons als mijn ouders als zijn vader het beste idee … Maar we hebben geen contact met zijn moeder of familie van haar … Weet je nog ... toen dat gesprek met Nienke?”, vraagt Rick.
“Ja, waar jullie zo ineens weggingen”, vraagt Jelle.
“Dat kwam omdat Sander iemand zag … Die hem een paar dagen eerder ook lastig viel … Waar hij toen flink van geschrokken was”, zegt Rick.
“Ik denk dat ik een idee krijg, wie het is”, zegt Jan dan ineens.
©Geoff(dkz09), 2015

*Wees wie je bent en wees daar trost op*

Gesloten