Lars en Lucca ( kort verhaal )

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Torenvalk
Berichten: 57
Lid geworden op: za 20 jun 2009, 01:22

Lars en Lucca ( kort verhaal )

Bericht door Torenvalk » ma 11 mei 2015, 07:06

Lars en Lucca

Zijn blik verdween in de verte. Een warm gevoel verspreidde zich in zijn onderbuik. Langzaam werd de figuur duidelijker. Zijn zwarte lokken dansten speels over het voorhoofd. De fraaie rechte neus was symmetrisch geplaatst, zijn prachtige helderblauwe ogen spiegelden als bergmeren en zijn sonore stem klonk als een zachte echo, gedragen op de vleugels van de wind. Het moest beslist God zijn beste dag zijn geweest, toen hij deze engel schiep. Als schoonheid je vleugels gaf dan zweefde dit mensenkind wel ergens in het heelal. Onbereikbaar voor Lars, die alleen al bij de gedachte aan deze goddelijke knaap, zich nauwelijks kon bedwingen. Zijn gedachten dreven op wolken van wellust. Zijn fantasie ging met de realiteit aan de haal en hijgend stuwde zijn bloed zich voort. Kleine zweetdruppeltjes parelden op zijn voorhoofd. Zijn adem stokte.

Op hetzelfde moment klonk een stem vanuit het huis:
“Lars, kom je, ik schep de soep op?”
Het was zijn moeder die hem ruw uit zijn droom haalde. Het duurde even voordat Lars bij zijn positieven was en besefte dat hij in de tuin, aan de rand van de vijver, lag.
Hij voelde het zweet over zijn rug lopen.
Ongeduldig klonk, vanaf het terras, zijn moeders stem: “Hoe is het, kom je nog?”
“Ja mam, niet zo ongeduldig, ik kom eraan.”
Bij het opstaan verloor hij, nog half in een andere wereld, bijna zijn evenwicht, kon zich nog net vastgrijpen aan de stam van het boompje dat voor zijn neus stond en voorkwam dat hij zo in de vijver gelazerd zou zijn. Op slag was hij klaarwakker. Hij kon onmogelijk zo aan tafel verschijnen.
“Ik kom er aan, even me wat opfrissen,” riep Lars..
Hij haastte zich om zijn moeder niet langer te laten wachten en even later stapte hij door de openslaande tuindeuren de kamer in.
“Wat ziet het er weer voortreffelijk uit,” gaf hij haar een complimentje, de gedekte tafel in ogenschouw nemend.
Het was iedere keer een genot aan tafel te gaan. Zijn moeder kookte niet alleen voortreffelijk maar wist ook de tafel een uitstraling te geven, die je deed wanen in een sterrenrestaurant te eten.
Tot in de puntjes verzorgd, kwam zijn moeder uit de open keuken.
“Wat lekker, mam, pompoen soep.”
“Ik weet dat jij die lekker vindt, jongen. Kom ga zitten voordat de soep koud wordt.”
“Smakelijk......wat was je eigenlijk aan het doen in de tuin?” vroeg ze.
“ Ik was bij de vijver even in de zon gaan liggen.”
Het getik van de lepels in de soepkoppen vermengde zich met de geluiden van buiten.
“Was je in slaap gevallen?” vroeg zijn moeder.
“Ja ik denk het, ik kan het me niet meer zo goed herinneren,” jokte Lars. Hij kon toch moeilijk zijn moeder verslag doen van de bijna natte droom die hij had aan de rand van de vijver.
“Heb je nog plannen voor vandaag, lieverd?” Vragend keek ze haar zoon aan.
Lars nam een laatste schep van zijn lievelingssoep: “Ik weet het nog niet, misschien een fietstochtje hoewel het wel erg warm is.”
“Zullen we samen gaan?”
Lars was er al bang voor geweest dat die vraag zou komen. Na het vertrek van zijn vader en de daarop volgende scheiding, was zijn moeder steeds meer beslag op hem gaan leggen. Hij begreep dat wel en probeerde zoveel mogelijk haar op te vangen maar het verlangen naar zijn eigen leven en zijn eigen vrienden werd steeds sterker. Hij was al langer van plan het met zijn moeder te bespreken maar had nog geen geschikt moment gevonden. Eigenlijk was het nu een prima gelegenheid om het ter sprake te brengen.
Hij haalde diep adem, slikte een keer en zei:
“Mam, we moeten eens praten. Ik weet je hebt het niet gemakkelijk nu papa weg is en ik wil je best steunen maar mijn eigen leven moet ook doorgaan.”
Laura keek haar zoon verbaasd aan.
“Je zegt het zo, lieverd, alsof ik je daarbij in de weg sta. Ik geef je toch alle vrijheid en verbied je niets. Of vergis ik me?”
“Nee mam, dat is ook zo, maar toch voel ik me gebonden als jij het erop aan stuurt om dingen samen met mij te doen en ik de draad met mijn vrienden weer wil oppakken. Weet je, vaak voor ik kan zeggen wat ik wil gaan doen, kom jij al met een of ander voorstel om samen iets te gaan ondernemen. Ik vind het dan zo sneu voor je om er niet op in te gaan terwijl ik liever met mijn vrienden op stap zou gaan.”
Het hoge woord was eruit. Lars staarde nog steeds naar zijn lege soepkop in afwachting van een reactie.
Het bleef stil en toen Lars omhoog keek zag hij een traan over zijn moeders wang rollen.
Het liefste zou hij nu een arm om haar schouder willen slaan en haar troosten maar hij moest flink zijn en doorzetten. Het was al bijna een half jaar dat zijn vader het huis uit was.
“Mam, ik weet dat het moeilijk voor je is maar ik kan niet de plaats van papa innemen. Je zult moeten leren om je eigen leven weer op te bouwen zonder mij als plaatsvervanger van papa.”
Lars hield even stil om de laatste woorden te benadrukken.
“Ik weet het jongen, maar het is zo moeilijk, ik mis je vader zo. Natuurlijk moet ik leren op eigen benen te staan en jou ook je vrijheid gunnen.”
Kortaf kwam er achteraan: ”Dus je gaat vanmiddag niet met me fietsen? Wel dan ga ik alleen en kun jij aan je eigen leven werken.”
Ze stond op en begon de tafel af te ruimen. Verbouwereerd zat Lars naar haar te kijken. De verbeten trek om haar mond kende hij maar al te goed. Er viel nu geen zinnig woord meer uit haar te krijgen. Ze voelde zich gekwetst en was het absoluut niet met hem eens en dat liet ze duidelijk blijken ook.
Lars stond op en vertrok naar zijn eigen kamer.
“Veel plezier op je fietstochtje zo dadelijk.” Het klonk cynisch en Lars voelde een steek in zijn hart.

Hij trok de kamerdeur achter zich dicht en liep de trap op.
Hoewel hij het liefst was omgekeerd om zijn moeder te vertellen dat hij toch met haar zou gaan fietsen, was hij deze keer zo flink dat hij boven bleef en aanstalten maakte om zich om te kleden. Hij stond voor de spiegel toen hij zijn slip uittrok. Hij keek naar zichzelf en was tevreden met wat hij zag. Hij was ongeveer 1 meter 85, had een stevig, gespierd lichaam, nergens een grammetje vet teveel. Met zijn blond golvend haar en een paar donkerbruine ogen was hij zich bewust van de aantrekkingskracht die hij had op zowel vrouwen als mannen. Zijn rechterhand gleed van zijn hals, over zijn borst en buik naar beneden en bleef rusten op zijn geslacht, dat door de aanraking van zijn hand, met schokjes omhoog kwam. Dan liet hij zijn mannelijkheid los. Fier stak zijn penis recht vooruit. Door bepaalde spieren aan te trekken en weer los te laten en zijn buik in te trekken ontstond het gevoel alsof hij zich aftrok. Hij hield zich in. Als hij doorzette kon hij zo zijn hoogtepunt bereiken. Hij wilde echter het opgewonden gevoel dat hij had, zo lang mogelijk vasthouden.

Snel trok hij een korte blauwe broek aan en een rood gestreepte polo. Hij had bewust geen slip aangedaan. Het gevoel geen slip te dragen bezorgde hem constant het lekkere gevoel van een beginnende erectie en gaf bij een eventuele ontmoeting de ander makkelijker vrij spel. Keurend ging zijn blik langs de kast met sportschoenen. Zijn keuze viel op een geel paar. Een kleine sporttas met niet te missen attributen, zoals een flesje water, een handdoek en een slip voor in voorkomende gevallen, zonnebrandcrème, een zwembroek en nog wat andere zaken, stond voor het grijpen. Hij keek nog even rond om te zien of hij niets vergeten had en verliet zijn kamer.

Beneden gekomen was zijn moeder in geen velden of wegen nog te bekennen, alle deuren keurig afgesloten en een briefje op tafel: Veel plezier, wees voorzichtig. Je lastige moeder.
Het stak Lars dat zijn moeder zo duidelijk liet merken door zijn afwijzing, geraakt te zijn. Hierin moest hij zijn vader gelijk geven. Dit was een buitengewone nare trek van haar. Als iets haar niet aanstond, ze niet op de eerste plaats kwam, trok ze zich in zichzelf terug en zei alleen nog, uit de hoogte, het hoognodige. Zij voelde zich gekwetst en dat liet ze je weten ook.

Lars pakte zijn sleutels, wilde door de achterdeur naar buiten toen de bel van de voordeur door het stille huis galmde. Hij trok zijn wenkbrauwen op: “Wie kon dat zijn?'
Hij legde zijn spullen op de tafel in de keuken en liep naar de voordeur.
Nadat hij de sleutel omgedraaid had, trok hij de zware deur naar zich toe. Nieuwsgierig keek hij naar buiten. Door de zon die recht in zijn gezicht scheen, kon hij half verblind, de bezoeker niet goed onderscheiden. Dan ging er een schok door hem heen, zijn adem stokte en hij kon geen woord meer uitbrengen. Daar stond, nauwelijks een meter van hem vandaan, de jongen uit de droom bij de vijver. Lars verstarde. Het leek of zijn ledematen weigerden dienst te doen, als versteend en niet tot enig bewegen in staat.

“Dag Lars.” Het klonk alsof zijn naam zacht door de hal rond gonsde. “Jij kent me niet, ik jou wel maar dat is een heel verhaal. Ik ben Lucca. Mag ik binnenkomen?” Zonder het antwoord af te wachten, stapte Lucca met uitgestoken hand op Lars af. Lars pakte de uitgestoken hand en trok zijn hand meteen weer terug. Hij schrok van de ijskoude hand van Lucca. Het voelde als een marmeren hand. Het leek Lars het beste buiten op het terras te gaan zitten. Dus liep hij de gang door naar de tuinkamer, Lucca wenkend dat hij hem moest volgen. Hij had al een paar keer geprobeerd iets te zeggen maar zijn stem weigerde enig geluid voort te brengen. Terwijl Lars zo goed als geruisloos door de lange gang liep, hoorde je Lucca's voetstappen duidelijk hard klikkend achter hem aankomen met zijn ijzeren beslag op hakken en zolen.
Gelukkig hadden zij weerbestendig tuinmeubilair, bedacht Lars, zodat hij niet eerst nog eens met tuinstoelen moest gaan slepen. Hij ontsloot de deur van de tuinkamer en via de openslaande tuindeuren bereikten ze het terras
“Ga lekker zitten. Kan ik je iets te drinken inschenken?”
Hij stotterde toen hij merkte dat zijn stem weer werkte.
“Graag, heb je witte wijn?”
Opnieuw werd Lars verrast door het prachtige sonore stemgeluid. Daarbij vergeleken, bracht hijzelf niet meer dat een hoog piepgeluid voort. Hij draaide zich om en liep terug naar de keuken om twee glazen witte wijn in te schenken. Hij was nog steeds van slag door het bezoek van Lucca. Hoe kwam het dat Lucca hem kende? Hoe wist die gast waar hij woonde? Wat kwam hij hier doen? Vragen, allemaal vragen.
Als een volleerd ober, keerde Lars met een blad met daarop twee glazen wijn, terug naar het terras. Buiten gekomen bleef hij verbaasd staan. Het terras was leeg, nergens een spoor van Lucca te bekennen. Hij keek zoekend om zich heen. Zou hij de tuin zijn ingelopen?
Lars zette het blad neer en liep de tuin in. Om zich heen kijkend volgde hij het tuinpad. Het was een schitterende tuin, zeker wel een 75 meter diep en minstens 25 meter breed, zo aangelegd dat je na een tiental meters al niet meer te zien was vanaf het terras en jij je in een bos waande. Al zoekend rondkijkend volgde hij het tuinpad van zijn vader. Het was heerlijk koel onder de bomen. Geen geluid verbrak de stilte. Geen levend wezen bewoog. Geen zuchtje wind streek door zijn haren.

Bij de vijver aangekomen, die aan het einde van de tuin lag, keerde Lars om, na eerst nog eens extra goed gekeken te hebben in de bossage rondom de vijver. Vreemd hoor, Lucca leek van de aardbodem verdwenen. Hij was en bleef onzichtbaar.
Zijn schouders ophalend, betrad Lars even later het terras. Alles stond nog zoals hij het had neergezet, alleen was er één van de twee glazen leeg. Hij keek speurend om zich heen. Hier had hij geen zin in. Een spelletje was leuk, een lolletje kon ook nog maar dit ging hem iets te ver. Hij pakte een stoel en het volle glas en besloot rustig af te wachten tot Lucca wenste tevoorschijn te komen. Toen hij zat herinnerde hij zich dat hij geen slip droeg en dat was dan ook duidelijk te zien. De contouren van zijn half stijve geslacht tekende zich duidelijk af.
Lucca moest dat ook gezien hebben. Lars voelde zijn penis nu volledig verstijven. Als Lucca nu maar gauw een einde maakte aan dit flauw gedoe, dan was er misschien nog wel tijd voor een ander en spannender spel. Lars keek op zijn horloge. Ze hadden nog ruim de tijd want zijn moeder, fanatiek als zij was, zou zeker niet voor half zes thuiskomen van haar uitje en het was nu kwart over twee.
Lars stak zijn hand in zijn broek en verlegde zijn geslacht zodat het nog duidelijker te zien was.
“Kom op kerel, kom te voorschijn dan kunnen we een beter spelletje spelen.” zei hij zachtjes voor zich uit.
“Zoek me dan” klonk het vanuit de tuin.
Lars liep naar de rand van het terras en meende tussen de bomen Lucca te zien. Hij rende opnieuw de tuin in over het pad en hoorde opnieuw de sonore stem van Lucca: “Vind me dan”.
Lars raakte steeds meer opgewonden door de lokroep en zag in de verte het water van de vijver al schitteren tussen de bomen. Hij rende alsof zijn leven ervan afhing. Hij zag nu ook Lucca bij de vijver staan.
“Kom dan” echode het door de tuin. Lars geheel buiten adem, stond voorover gebogen, de handen op zijn knieën, uit te hijgen. Hij begreep er niets van. Het leek wel of er geen einde aan het tuinpad kwam en de vijver steeds verder weg lag. Hij kon geen stap meer verzetten en liet zich uitgeput op de grond zakken.

Het begon al te schemeren toen hij wakker schrok van een hand op zijn schouder, die hem zachtjes
heen en weer schudde en een stem die zijn naam riep: Lars, Lars, Lars....Hij opende zijn ogen en keek in het bezorgde gezicht van zijn moeder.
“Mam, waar ben ik? Wat is er gebeurd?”
“Dat kan ik beter aan jou vragen, jongen. Ik vind je hier slapend in de tuin, helemaal verkleumd. Ik kon je ook bijna niet wakker krijgen. En wie is Lucca? Je riep voortdurend zijn naam.”
Lars ging recht zitten, zijn hersenen werkten op volle toeren. Hij had zijn moeder heel wat uit te leggen, begreep hij. Eerst maar wat tijd rekken om een goed verhaal te bedenken.
“Laten we maar naar binnen gaan, mam, ik heb het vreselijk koud.”
“Natuurlijk jongen, ik help je wel met opstaan.”
Het kostte Lars inderdaad moeite om overeind te komen. Hij was totaal verstijfd.
Samen liepen ze terug naar het huis. Lars verbaasde zich erover dat ze er zo dicht bij waren. Hij was toch zowat bij de vijver geweest vanmiddag toen hij uitgeput ineen gezakt was. Hoe kwam hij dan zo vlak bij het terras terecht?
Binnen was het heerlijk warm en toen zijn moeder ook nog met een glas warme chocolademelk binnen kwam, was de kou zo vertrokken.
“Neem jij eerst maar een hete douche dan hoor ik straks je verhaal wel. Intussen zorg ik voor het eten. Geniet van je chocolademelk.” Het liefst had zij eerst zijn verhaal willen horen maar iets zei haar hem niet op te jagen en hem rustig de tijd geven weer bij zijn positieven te komen. Er moest beslist iets heftigs gebeurd zijn, anders reageerde hij niet zo.

Het douchewater kletterde op zijn blote lichaam. Hij stond al zeker tien minuten onder het stromende water en probeerde zich wat er gebeurd was opnieuw voor de geest te halen. Maar het lukte hem niet verder te komen dan het moment dat hij met de twee glazen witte wijn uit de keuken kwam en Lucca verdwenen was. Wat zich daarna had afgespeeld was hij kwijt. Zijn geheugen liet hem in de steek, vertelde hem wel dat zijn moeder hem had gevonden in de tuin maar tot die tijd was een groot zwart gat.
Hij draaide de douche dicht. Hij was te moe om nog langer te blijven staan. Het liefste kroop hij in bed. De gedachte aan eten maakte hem misselijk, hij zou geen hap door zijn keel kunnen krijgen.
Lars sleepte zich naar zijn bed en viel als een blok in slaap.
Zo vond zijn moeder hem toen ze, omdat zij op haar roepen geen gehoor kreeg, bezorgd naar boven was gesneld. Ze keek vertederd naar zijn blote lichaam, trok het dekbed over hem heen en verliet zachtjes zijn kamer.
Gedurende de avond ging ze telkens even kijken hoe het met hem was. Gerustgesteld ging ze later zelf naar bed. Ze was benieuwd naar wat zich deze middag had afgespeeld. Vooral de fles wijn met de twee glazen, die ze buiten op het terras had aangetroffen, wekte haar nieuwsgierigheid

Een maand later fietste Lars langs het kerkhof, dat juist buiten zijn woonplaats lag. De toegangspoort stond uitnodigend open. Een aantal prachtige familiegraven en tombes lag aan het begin van de brede laan, die het kerkhof in tweeën deelde. Al vaak had Lars gedacht eens een kijkje te gaan nemen bij die bijzondere bouwwerken. De zon scheen, een briesje streek door zijn haren. Er was niemand te zien op het kerkhof. Een uitstekende gelegenheid om uiteindelijk zijn, zo dikwijls al uitgesteld plan, nu maar eens ten uitvoer te brengen. Hij verankerde zijn sportfiets aan het hek en wandelde de brede laan af. Schitterend gebeeldhouwde figuren verfraaiden de tombes en geheel overdonderd door al die schoonheid, dwaalde Lars tussen de graven. Al vrij snel viel zijn oog op een graf dat boven de andere uitstak. Hij werd als het ware naar deze tombe toegetrokken. Bij de tombe aangekomen zag hij dat hij aan de achterkant van het gebouwtje stond. Hij liep om het graf heen en toen hij midden voor de tombe stond zag hij de twee mannelijke figuren die ieder aan een kant van de toegangsdeur zaten. De rechtse jongeman benam hem de adem en deed zijn maag ineenkrimpen. Het zweet brak hem uit en hij kon zich nauwelijks staande houden. Het beeld waar hij voor stond was een ware kopie van Lucca, nee was Lucca; Lucca in marmer. Dan keek hij naar het andere beeld. Zijn hart stokte, hij zag zichzelf naast de toegangsdeur zitten. Ineens vielen alle stukjes van de puzzel op hun plaats. Het ontbrekende stuk, van die middag waarop Lucca hem bezocht had, werd ineens duidelijk. Daar in de tuin had Lucca reeds zijn leven meegenomen. Hij herinnerde zich de ijskoude marmeren hand die als het ware het leven uit zijn lichaam had getrokken. Hoe hij later op zoek naar Lucca uiteindelijk totaal verzwakt ineen gezakt was en door zijn moeder moest worden geholpen op te staan. Zijn levenslust was in de laatste maand steeds meer verdwenen. Hij liep naar de toegangspoort van de tombe. Zoals hij al verwachtte, was deze niet gesloten. Hij trok de zware deur verder open en stapte naar binnen. Met een doffe slag sloot de deur zich achter hem. Lars begon aan zijn laatste tocht.

De volgende dag opende het dagblad: Jongen verdwenen, fiets achtergelaten op begraafplaats. Zoektocht heeft niets opgeleverd. Men staat voor een raadsel.

8 mei 2015 © Torenvalk

Gesloten