Pagina 1 van 1

VAKANTIE 2001 - deel 2

Geplaatst: ma 09 feb 2015, 17:13
door Lucky Eye
VAKANTIE 2001

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.

Vooraf:
Bij het nalezen heb in geconstateerd dat dit verhaal stijl- en taalfouten bevat. Ik werk eraan om het een en ander op te lossen maar aangezien ik het ritme van publiceren niet wil verstoren lukte me dat nu nog niet. Ik hoop dat mijn lezers over de fouten heen willen lezen.



Deel 2

DE TWEEDE WEEK

Zaterdag 28 juli:
Nog geheel in beslag genomen door de gebeurtenissen van de vorige dag kwam ik in mijn huisje aan. Meteen gaan slapen zou geen zin hebben, dan zou ik toch uren lang naar het plafond liggen staren. Ik douchte me en ging in mijn badjas weer naar beneden. Uit mijn doosje met meegebrachte CD’s zocht ik een van mijn favoriete en deed deze in de CD-speler. Terwijl de stem van Udo Jürgens mijn oren bereikte, ging ik languit op de bank liggen. De volumeknop stond op zacht omdat ik wist dat in de huisjes naast de mijne kleine kinderen allang lagen te slapen. O ja, dat moest ik morgen niet vergeten. Ik moest Casper nog vragen of hij zondag met mij meeging naar de barbecue waarvoor ik uitgenodigd was. En bovendien moest ik de buren nog vragen hoe laat ze nou precies zouden gaan beginnen. De nummers zachtjes meezingend, dacht ik na over wat er gisteren allemaal gebeurd was. De lol die ik gehad had maar ook de onzekerheid die na een heftig moment in de tent met Casper bij mij had toegeslagen. Een ding was zeker: ik was heftig verliefd op de jongen en wilde dat hij ook van mij hield. Maar, kon ik dat afdwingen? Nee, zeker niet. Ik zou moeten wachten tot hij zover was. Hij was nog jong en waarschijnlijk nog erg onzeker. Langzamerhand zou ik hem voor mij moeten winnen maar ik wilde het zo graag dat ik bang, echt bang was dat ik hem zou verliezen. Zo in gedachten verzonken, viel ik op de bank in slaap.

Nog steeds moe en slaperig werd ik de volgende ochtend wakker. Eerst wist ik niet waardoor ik gewekt was maar toen ik de vier buurkindjes op het grasveld zag spelen en hun hoge stemmetjes hoorde, wist ik het. Ik richtte me langzaam op en bemerkte dat ik een gigantische hoofdpijn had. Ik sliep ook veel te slecht de laatste tijd. De eerste dagen was ik steeds erg vroeg wakker geworden hier en de laatste dagen had ik te veel liggen denken en prakkiseren. Ik zette de benen naast de bank en verplaatste me in een zithouding. Auw, dat deed zeer. Reusachtige steken van pijn denderden door mijn hoofd. God, het leek wel of ik een kater had! En toch had ik gisteren niet te veel gedronken. Echt niet! Ik ben een matige alcoholgebruiker, dat durf ik gerust van mezelf te zeggen. De laatste keer dat ik me echt klem had gedronken was geweest op de dag dat ik Peter de deur had uitgetrapt. Toen had ik ondanks al mijn psychologische kennis geen andere uitweg geweten dan de fles. Een paar dagen was ik niet aanspreekbaar geweest maar nadat ik me eenmaal weer bijeengeraapt had, was het niet meer voorgekomen. Plotseling leek het huisje te trillen en met van schrik opengesperde ogen keek ik dan ook naar het raam. Het breed glimlachende gezicht van Casper keek me aan. De idioot had een gigantische roffel op het glas gegeven. Moeizaam stond ik op en slenterde naar de deur.

“Zoooo, jij ziet er florissant uit vanmorgen?” begroette hij me. Ik mompelde iets onverstaanbaars terug en liet me in een stoel ploffen. “Te veel gedronken?”

“Nee, jongen dat doe ik niet. Ik weet me in te houden op dat gebied.”

“Slecht geslapen?” Ik knikte en hij vroeg niet verder. Hij liep naar de keuken toe en rommelde wat in de kastjes en kwam even later terug met een paracetamol in een glas water. “Volgens mij heb je koppijn, dus als je dit nou eerst eens opdrinkt, je daarna lekker gaat douchen, dan zet ik ondertussen koffie en maak ik wat te eten voor je klaar.” Verbaasd over zoveel slagvaardigheid keek ik hem aan. “Toe dan, drink op!” beval hij me. Ik schudde het glas even om en slikte de inhoud naar binnen. Gadverdamme, dat spul smaakt altijd zo smerig. Maar in elk geval beter dan proberen zo’n pil in zijn geheel door te slikken en het risico te lopen dat ie ergens in je keel blijft steken. Ik volgde zijn raadgevingen op en begaf me naar boven. Het water van de douche friste me in elk geval lekker op en nadat ik me geschoren had, stak ik me in mijn slaapkamer in de kleren. Een onderbroek, sokken, donkerblauw T-shirt en een kakikleurige short. Even een blik in de spiegel en ik vond dat ik er best mee door kon. Alleen die dikke rimpel boven mijn ogen moest ik nog zien kwijt te raken. Ik oefende eventjes maar veel trekken met het gezicht maakte dat ik mijn hoofdpijn duidelijker voelde dus ik het liet het maar voor wat het was. Ik liep de trap af naar beneden en rook de koffie al. Casper was echter nergens te bekennen. Op het terras stonden twee bekers met koffie ingeschonken en vier gesmeerde boterhammen. Dacht hij nou echt dat ik zoveel at? Of had hij voor ons beiden gesmeerd? Van de zijkant van het huisje hoorde ik stemmen en aangezien ik ook Caspers stem meende te herkennen ging ik even poolshoogte nemen. Op kousenvoeten liep ik de hoek om en zag de ‘verlegen’ Casper daar praten met mijn buren.

“Goedemorgen buurman. Lang niet gezien zeg,” nam Petra het woord.

“Nee, heb het druk gehad. Zelfs in mijn vakantie,” verontschuldigde ik mij.

“Ja, dat zien we,” zei de andere vrouw die geloof ik Herma heette. En hierbij bekeek ze Casper van top tot teen. Het ongeschoren gezicht van de jongen (hetgeen hem echt heel goed stond) begon iets te blozen onder al deze aandacht. “Ik neem aan dat je het niet erg vindt,” ging ze verder, “maar we hebben Casper ook gevraagd voor morgenavond.” Nou ja, geen probleem, dat scheelde mij in elk geval het vragen.

“Nee, hoor, geen enkel probleem. Maar weet wel dat hij een grote eter is hoor. Hij eet je de oren van het hoofd.” Een stomp beukte in op mijn bovenarm. “Hoe laat beginnen jullie morgen?” Petra zei dat ze om vijf uur al wilden beginnen vanwege de kinderen. “Oké, Casper en ik zullen er zijn. Ik zal hem overdag wat bijvoeren zodat hij zich enigszins kan inhouden.” Een tweede dreun ontliep ik doordat ik me snel uit de voeten maakte terwijl ik haastig afscheid nam. Casper rende achter me aan. Het gelach van de buren schalde over het terrein. Bij ons eigen terras ging ik snel in een stoel zitten en toen Casper op me af kwam zei ik dat ik zielig was vanwege mijn hoofdpijn en dat hij me niet meer mocht slaan.

“Oké, zielenpiet, voor deze keer dan maar een volgende keer kom je er niet zo genadig af.”

“Ik kan wel zien dat je bij het maken van het ontbijt uitgegaan bent van hetgeen je zelf eet,” ging ik verder met plagen.

“Hoezo?”

“Je denkt toch niet dat ik vier boterhammen op kan hè?” Hij haalde zijn schouders op.

“Nou, dan eet ik de rest wel op hoor. Ik heb er tenslotte nog maar vier achter mijn kiezen.” En met een brede lach om zijn snuit keek hij me aan. Wow, onvoorstelbaar wat een eetlust had die knaap. Het smaakte hem zo te zien goed en ook ik liet mij het ontbijt goed smaken. Terwijl we aten nam ik hem goed in me op. Hij droeg een kortgeknipte spijkerbroek en een rood T-shirt.

“Wat gaan we doen vandaag?”

“Ik wou je meenemen langs de Geul, als je tenminste kunt vanwege je hoofdpijn?” zei hij bezorgd.

“Tuurlijk wel man. Ik ben geen invalide!” Het was er te snel uitgekomen en niet zo bedoeld. “Sorry, dat had ik niet moeten zeggen.”

“Het geeft niet Vincent.”

“Natuurlijk wel. Ik moet ook rekening houden met jouw gevoelens.” Ik voelde me een vreselijke sufferd. Zo’n woord lag natuurlijk heel gevoelig bij hem vanwege zijn moeder. En ik was dat even helemaal vergeten. In gedachten sloeg ik me voor mijn hoofd. Niet in het echt natuurlijk want ik had al koppijn genoeg.

Nadat we een tweede ronde koffie hadden genomen, ruimden we de boel op en pakte Casper zijn rugzak in met een aantal spullen uit mijn koelkast. Natuurlijk had hij dat wel eerst gevraagd en ik had hem gezegd dat hij zijn gang maar moest gaan. Al snel liepen we de holle weg vlakbij het huisje af naar het Geuldal, daar gingen we in zuidelijke richting langs de oever van het riviertje. Onderweg wees Casper me op allerlei bloemen en struiken en ik was echt verbaasd over zijn grote kennis hiervan. Op de basisschool had ik ook ooit wel eens het verschil tussen een kastanje en een beuk geleerd maar die kennis was ik allang weer kwijtgeraakt. Echt op dat gebied ben ik een NUL! “Hoe weet je dat toch allemaal,” vroeg ik hem. “Heb je een gidsje gekocht of zo?”

“Nee, joh, mijn pa was vroeger onze gids en zijn kennis is nog veel groter dan de mijne. Hij is op dat gebied echt een wandelende encyclopedie.” Nadat we lange tijd gelopen hadden stopte Casper en zette hij zijn rugzak op de grond. “Zo en nu eerst even wat verfrissing,” zuchtte hij. Hij ging in het gras zitten en ontdeed zich van zijn schoenen en sokken. Ook zijn T-shirt trok hij uit en blootsvoets stapte hij in het water van de Geul. “Kom je ook?” Natuurlijk kwam ik ook. Het was bloedheet en de koele aanlokkelijkheid van de rivier trok ook mij naar zich toe. Al snel liep ik ook door het water te banjeren. Casper liep een eindje voor me maar wachtte eventjes op mij. Toen ik vlakbij hem was, overviel me ineens een speels idee. Met mijn schouder bonkte ik tegen de zijne aan en omdat hij dit niet verwacht had, tuimelde hij achterover in het water. Zelf viel ik echter ook om omdat ik duidelijk te veel kracht had gezet. Casper ging helemaal onder en toen hij boven kwam, streek hij eerst zijn haren weer goed.

“IJdeltuit,”riep ik hem toe. Hij lachte en sprong boven op me om mij onder water te duwen. Proestend kwam ik weer boven en sloeg mijn armen om hem heen als ware hij mijn reddingsboei. Zittend in het water trok ik hem stevig tegen me aan. Ik legde mijn linkerhand achter zijn hoofd en drukte plots mijn lippen op die van hem. Toen mijn tong zijn lippen beroerde, weken ze uiteen en vond mijn tong de zijne. Een heerlijke, lome tongzoen volgde. Toen we elkaar loslieten, hapten we beiden naar adem. “Wow,” verzuchtte ik.

“Wow,” kwam ook van zijn lippen. “Dat was goed man!” En meteen drukte hij zijn lippen opnieuw op de mijne. Dit keer gleed zijn tong in mijn mondholte naar binnen. Onze tongen duelleerden nog een keer met elkaar en ik ervaarde het als een vreselijk heet en geil moment. Toen hij me losliet slaakten we beiden opnieuw een kreet van verrukking. Casper ging staan en trok me overeind. Hand in hand liepen we terug naar de plaats waar onze kleren lagen. Op de oever, trokken we onze broeken uit en legden deze te drogen op een struik. Casper zat gehurkt bij zijn rugzak en ik zette me achter hem neer. Met mijn handen streelde ik over zijn behaarde, gewelfde borst en ik hoorde hoe dit een diepe zucht aan hem ontlokte. Ik glimlachte en ging verder met mijn liefkozingen. Ik bespeelde zijn tepeltjes en opnieuw kreunde hij. Dit keer niet zachtjes maar ongeremd. Mijn handen gleden naar beneden over zijn strakke buikspieren tot bij zijn navel. Opnieuw een kreun en toen ik het spoor van zijn lichaamsbeharing naar zijn natte slip volgde maakte hij opnieuw geluid. Mijn handen gleden over zijn slip en bevoelden zijn handelswaar. Wow, nu was ik onder de indruk. Ik had het natuurlijk al wel eerder gezien, we hadden samen gedoucht tenslotte, maar het nog nooit onder handen gehad. Zijn pik was keihard en in mijn ogen erg groot. Ik schatte hem zeker zo’n achttien centimeter. En dat was toch duidelijk groter dan de zestien die ik heb. Zijn ballen voelden groot en zwaar aan. Zijn lijf rustte tegen het mijne en zijn hoofd lag in zijn nek. Toen hij zijn gezicht naar me toedraaide, tongden we elkaar voor de derde keer.

“Ik hou van je Casper!”

“Ja, dat weet ik Vincent.” Hij draaide zich naar me om en gaf me een klein kusje op de mond. “Maar ik heb honger, jij ook?”

“Ik wel, maar hoe jij nu alweer honger kunt hebben is mij een grote vraag, jongen!” Hij lachte en zocht in zijn rugzak naar ons eten. In stilte aten we onze boterhammen, ik 2 en hij 4. Daarna dronken we wat en strekten ons toen languit in de zon uit. Het was een tijdlang stil totdat hij de stilte met een vraag verbrak.

“Wat betekent ‘houden van’ voor jou?” Een moeilijke vraag maar niet een waar ik geen antwoord op wist.

“Voor mij betekent het dat je samen met iemand anders door het leven wilt gaan. Dat je met diegene lief en leed wilt delen. Jouw lief en leed maar ook dat van die ander. Dat je er voor elkaar wilt zijn.”

“En seks, welke rol speelt seks daarbij?”

“Seks vormt daarvan een onderdeel maar volgens mij niet het hoofdbestanddeel. Voor mij komen vriendschap en het delen op de eerste plaats. Bovendien zou seks, denk ik, meer moeten zijn dan alleen maar lustbeleving. Seks is het ultieme samen delen. Het delen van elkaars lichaam, het delen van elkaars genoegens.” Ik keek hem aan en zag de serieuze blik in zijn ogen.

“Wat hadden jij en Peter?” Een tijdje bleef het stil tussen ons. Ja, wat hadden Peter en ik eigenlijk gehad. Een vraag die ik mezelf nadat het misgegaan was wel duizenden keren had gesteld.

“Peter en ik hadden goede seks, maar duidelijk zonder de lading die ik er zo-even aan gegeven heb. Het was pure lust, in elk geval van zijn kant. Ik heb jaren het idee gehad dat we echt iets deelden samen maar alles kwam van mijn kant. Ik deelde en hij consumeerde. Ik werd een half en hij anderhalf. Zo was het.” Hij leunde naar me toe en aaide me over mijn haren.

“Het moet echt heel vreselijk voor je geweest zijn!” zei hij. Ja, hij had gelijk. Het was vreselijk geweest. Te ontdekken dat een ander niet de jouwe is, is een vreselijke ervaring. Eentje die ik nooit meer wilde meemaken. Ik glimlachte naar hem, pakte zijn hand beet en kuste die.

“En jij, ben jij echt een ijdeltuit?”

“Hoe bedoel je?”

“Zoals ik het zeg. In het zwembad zag ik het ook al.”

“Wat?”

“Iedere keer als je boven water komt, is het eerste wat je doet je haar in model brengen.” Hij lachte luid.

“Ja, natuurlijk, ik moet er toch een beetje knap uitzien. Anders versier ik nooit iemand.” Nu lachte ik ook. “Ja, je kunt best wel zeggen dat ik ijdel ben. Ik ben trots op mijn lijf en wil dat graag mooi houden. Ga een paar keer in de week naar een sportschool om te trainen en fiets en doe ook nog wat aan hardlopen. En dat alles leidt tot dit prachtige resultaat.” Hij ging staan en showde uitbundig zijn spieren aan me. Geen overdadige massa’s zoals een bodybuilder, gelukkig niet, maar het zag er goed uit.

“Ja hoor Casper, indrukwekkend.”

“Maar zijn niet alle homo’s ijdel? Jij toch ook wel?” Ik knikte, natuurlijk lette ik er ook wel op hoe ik eruit zag. Ook ik deed veel aan sport en trainde mijn lichaam goed. Je moet toch wat!

Toen de zon ons en onze kleren grotendeels opgedroogd had, gingen we verder. We liepen nog een poosje langs de Geul en verlieten toen de stroom om door de bossen terug te keren naar mijn huisje. Het was al zes uur geweest toen we daar aankwamen.

“Zal ik wat te eten klaarmaken?”

“Nee joh, doe voor mij geen moeite. Ik moet straks nog uit eten.”

”Hoezo?”

“Mijn ouders zijn gisteren aangekomen in Epen en logeren in ‘Ons Krijtland’. Vanavond zijn wij uitgenodigd om te komen eten.” Eigenlijk had ik toen verwacht dat hij mij zou uitnodigen maar kennelijk hoorde ik niet tot de door hem genoemde ‘wij’ want een invitatie bleef uit. Het enige dat ik wist uit te brengen was “Oké.” Casper kwam op me toe gelopen en sloeg zijn armen om mijn middel heen. Hij trok me dicht naar zich toe en zijn lippen beroerden de mijne. In no time leken we beiden weer in vuur en vlam te staan. We tongden elkaar heftig en vol van passie. Toen we elkaar eindelijk loslieten zei hij dat hij moest gaan. “Vergeet je niet morgen op tijd te komen voor de barbecue?”

“Nee, ik denk dat ik zo net na het middageten al kom. Vind je dat goed?” Natuurlijk vond ik dat goed. Ik knikte en speels kneep ik hem even in zijn billen. Hij lachte en gaf me een kusje op mijn voorhoofd.

“Weet je, dat zo’n ongeschoren gezicht je heel goed staat?”

“Ja, vind je echt?”

“Ja, heel stoer en sexy.” En nogmaals kneep ik hem in zijn billen.

“Ouwe, viezerik,” zei hij. “Ik ga maar gauw weg voor je nog wilde ideeën krijgt.” Een kus op het puntje van mijn neus en toen liep hij weg. Bij de deur draaide hij zich om en wierp me nog een kushandje toe. “Doei, tot morgen.”

“Tot morgen.” En de deur viel achter hem dicht. Hij stak voor het raam nog zijn hand op en ik zwaaide terug. Toen was het ineens echt heel stil. Alleen niet in mijn hoofd. Allerlei onrustige gevoelens bevlogen me. Waarom had hij mij niet uitgenodigd? Hoorde ik ineens niet meer bij het groepje? Lamgeslagen zat ik op de bank totdat ik mezelf hard toesprak en zei dat ik niet moest zitten zeuren. Ik was EEN vriend van Casper en nog steeds niet ZIJN vriend. Ik was dan wel tot over mijn oren verliefd op hem maar had dat van hem nog niet mogen horen. Dus… wat zat ik te mekkeren. Ik stond op en liep de keuken in om eten voor mezelf klaar te maken. Net toen ik de warme pan op tafel zette, werd er geklopt. Ik deed open en Julia stond hijgend op de stoep en liep meteen door naar binnen.

“Heeft Casper je niet uitgenodigd of had je andere plannen voor vanavond dat je niet kon!” Ik begreep de vraag meteen en antwoordde naar eerlijkheid. “De lul!” Boos liep ze heen en weer door de kamer. “Dan nodig ik je hierbij uit om als een vriend van mij mee te gaan!”

“Nee, Julia. Dat is heel lief bedoeld van je maar ik denk niet dat het goed zou zijn.”

“Hoezo niet. Hij had je moeten uitnodigen! Je trekt al bijna de hele week met hem en ons op en dan sluit hij je voor dit uit! Dat is toch belachelijk! Gewoon niet eerlijk!” Ik pakte haar bij haar schouders beet en probeerde haar wat te kalmeren.

“Ik begrijp je en heb me zelf ook buitengesloten gevoeld toen ik een uitnodiging verwachtte en die niet kwam. Maar het is zijn keuze Julia en die moet ik respecteren. Ook al voel ik me er rot onder. Meegaan als een vriend van jou zou kunnen maar Casper een rotavond bezorgen dat wil ik absoluut niet. Hij zou zich vreselijk opgelaten voelen.”

“Hij is een zak. Punt uit.” Haar gezicht was rood en tranen blonken in haar ogen. Gut, wou ze echt zo graag dat Casper en ik een stel werden? Ze koos partij voor mij en niet voor haar eigen broer. Ze legde haar hoofd tegen mijn borst en begon zachtjes te huilen. “Oh Vincent,” snikte ze, “het is allemaal zo moeilijk. Ik ben zo bang dat hij niet de juiste keuzes maakt dat ik ze als het ware voor hem wil maken en ik weet dat het niet goed is maar toch…” Ik begreep haar volkomen. Ja, ze wilde inderdaad dat Casper en ik een stel werden.

“Hé, stop met huilen. Je hele make-up loopt zo door.” Ze lachte naar me.

“Ja, ik ben misschien de sufferd maar hij is een zak, een lamstraal, een dikke lul!” Ze was nog steeds boos op Casper en ik hoopte van harte voor hem dat hij niet tegenover Julia zou zitten aan tafel want anders…

“Rustig nou maar. Ga nu gezellig uit eten met je ouders en de rest en geniet ervan. Ik vermaak me hier uitstekend hoewel ik mijn eten wel weer even moet opwarmen.” Ze lachte en veegde haar tranen weg.

“Je hebt gelijk. Ik ga plezier maken en hoop van harte dat Casper je vreselijk zal missen.”

“Dat is een goeie!”

“Zeg, Vincent?”

“Ja?”

“Mag ik misschien je mobiele nummer voor als ik je ooit eens wil bereiken?” Ik had daar geen problemen mee en schreef het nummer voor haar op terwijl zij het hare voor mij opschreef. Nadat ze weg was gegaan, warmde ik eerst mijn eten op en daarna genoot ik van mijn vrijgezellenmaaltijd. Die avond maakte ik het niet laat. Al om tien uur zocht ik mijn bed op met het vaste voornemen om eens een echt goede nacht te beleven. Een nacht met veel slaap.

Zondag 29 juli:
Het was me eindelijk eens gelukt. De hele nacht had ik zonder ook maar een keer wakker te worden geslapen. Waarschijnlijk het gevolg van de enerverende dag van gisteren. De gezonde buitenlucht, de heerlijke kussen van Casper en een goede maaltijd, zij het in mijn eentje. Vandaag zou ik niet alleen hoeven te eten. Om negen uur stapte ik mijn bed uit en maakte ik een ontbijt klaar. Terwijl ik nog druk bezig was met het eten, bliepte mijn gsm. “Waelbers.”

“Hi Vince, hoe is het met je?” Ik geloof dat ik verteld heb dat ik anders dan mijn opa geen familie gekend heb maar dat is iets bezijden de waarheid. Toen ik 22 was, overleed mijn opa en op zijn begrafenis ontmoette ik zijn zus. Eigenlijk een oud-tante van mij dus. Ze was veel jonger geweest dan mijn opa en ik was absoluut niet op de hoogte van haar bestaan. Toen we als enige familieleden na de begrafenis achter de gebruikelijke tafel voor de condoleance zaten, raakten we aan de praat. Ze begreep mijn verbazing en vertelde me dat haar broer haar levenshouding nooit had kunnen accepteren. Hij was altijd een keurige heer geweest en zij een avonturierster. Natuurlijk was ik benieuwd naar haar en zo zaten we nog dezelfde avond samen ergens te dineren. Ik vroeg haar honderduit. Natuurlijk over mijn ouders maar ook over andere familieleden. En eigenlijk was ik dolblij dat ik toch nog familie had. Emma, zoals ik haar mocht noemen, was echt een globetrotter. Ze had een huis in Amsterdam maar het grootste gedeelte van haar leven had ze over de hele wereld gezworven. Echt een heel bijzonder type. Maar ook ontzettend gaaf. En af en toe, als ze weer eens in Nederland was, belde ze me op. En zo ook deze zondagochtend dus.

“Hé, Tante Emma,” zei ik plagerig want ik wist dat ze geen tante genoemd wilde worden, “bent u weer eens in het vaderland?”

“Ja jongen, je oude tante is weer eens op haar nest geland.” Een gesprek met Emma is niet zo een, twee, drie voorbij en het duurde dan ook geruime tijd voor we het gesprek beëindigden met de afspraak dat we elkaar de komende tijd zeker nog eens zouden opzoeken. Met een brede lach om mijn mond legde ik de telefoon weer weg maar meteen rinkelde het ding opnieuw. Shit, zo zou ik nooit mijn kleren aan krijgen.

“Waelbers,” meldde ik me.

“Goedemorgen meneer Waelbers u spreekt met Loes van Egmond.” Ik bleef stil aangezien er geen belletje bij mij ging rinkelen maar toen ze verklaarde dat ze de moeder van Casper was ging het licht bij mij aan.

“Goedemorgen mevrouw, hoe maakt u het,” reageerde ik beleefd. Om het gesprek even kort samen te vatten kwam het erop neer dat ze me uitnodigde voor de koffie in haar hotel. Ik stemde hiermee in en zei dat ik er binnen een uurtje zou zijn. Ze bedankte me hartelijk en verbrak de verbinding. Toen was het snel douchen, aankleden en wegwezen. Ik liep de holle weg af naar het dal en toen in de richting van het dorp. Vlak bij de Dorphof zag ik bij een boerderij op een bordje staan dat er honing te koop was en ik nam me voor daar eens langs te gaan voor ik naar huis zou rijden aan het einde van de week. Ik liep de Dorphof op en liep zo tussen de weilanden door in de richting van het hotel. Via de Steenbergerweg kwam ik uiteindelijk uit bij ‘Ons Krijtland’. Ik meldde me netjes bij de receptie en kreeg te horen dat de familie Van Egmond een kamer had op de eerste verdieping, nummer tien. Via de trappen ging ik naar boven en had al snel de bewuste kamer gevonden. Klop, klop.

“Binnen.” Op deze uitnodiging opende ik de deur en stapte de ruim ogende kamer binnen. Bij het raam zat een kleine vrouw in een rolstoel. De zon in haar rug. Ik liep op haar toe en gaf haar een hand. Haar gestalte deed me aan Julia denken. Waar Casper lang en rijzig was, was Julia klein en ook haar moeder dus. In het gezicht herkende ik echter duidelijk tekenen van beide kinderen.

“Vincent Waelbers,” stelde ik me voor. Ook zij noemde haar naam en wees me een stoel aan.

“Wilt u koffie?”

“Graag, mevrouw.”

“Zeg, ik weet dat ik veel ouder ben dan u maar voor een gesprek vind ik het veel fijner als we gewoon je en jou zeggen. Wat vindt u daarvan?” Ik was een voorstander. Terwijl we van onze koffie nipten was het geladen stil. In gedachten vroeg ik me af wat ze van me wilde. Waarom had ze me uitgenodigd? Maar al snel leerde ik dat Loes van Egmond niet een vrouw is die lang om de hete brij heen draait. “Vincent, van Julia heb ik begrepen dat jij en Casper goed met elkaar over weg kunnen.” Ik knikte, ja zo zou je het wel kunnen noemen. “Bovendien had ze me al eerder, via de telefoon, laten weten dat er schijnbaar iets of iemand was die een heel goede invloed had op onze zoon.” Ik kende het verhaal van Julia en knikte instemmend. “Gisteravond heb ik lang met Julia gepraat en ik weet dat jij het serieus meent met Casper. En daar ben ik heel blij om. Ik ken je niet maar via Julia ken ik je eigenlijk ook weer wel.” Ik begreep wat ze bedoelde. “Kan jij mijn zoon gelukkig maken?” De vraag kwam niet onverwachts. De moederliefde sprak uit haar ogen en dit was hetgeen ze wilde weten. Bewust antwoordde ik niet maar keek haar alleen maar recht in de ogen. Niet dat ik haar wilde uitdagen of zo maar ik wilde me geheel en al voor haar openstellen. Beiden deden we er het zwijgen toe en na een stilte die zeker vijf minuten duurde zei ze: “Dank je wel dat je me zoveel van je zelf hebt laten zien.”

“Geen dank. Ik wist gewoon dat woorden tekort zouden schieten. Soms is het beter om dingen niet in woorden te zeggen en ik had het gevoel dat dit zo’n moment was.” Ze glimlachte naar me. In stilte dronken we onze koffie op en daarna vroeg ze me of ik nog wat wilde. Ik had wel zin in nog een kopje en ze belde met de room service.

“Vincent, gisteren heb ik ook met eigen ogen gezien dat Casper veranderd is. Hij is niet meer zo teruggetrokken maar hij is nog lang niet helemaal zich zelf. Ik weet dat je van hem houdt maar neem van mij aan dat hij zich niet zo snel gewonnen zal geven. Hem veroveren zal tijd kosten en ik hoop dat je hem dat wilt geven.” En daar kwam dus ineens mijn probleem op tafel te liggen. Wilde ik hem die tijd geven? Had ik zoveel tijd?

“Ik hoop echt dat het niet te lang zal duren want ik weet niet of ik wel zolang kan wachten. Al een paar keer heb ik hem verteld dat ik van hem houd maar steeds kreeg ik niet eenzelfde reactie terug. Ik begrijp nu dat het moeilijk zal zijn om hem zover te krijgen dat hij ook zegt ‘ik hou van je’ maar weet niet hoelang ik kan wachten.”

“Ik begrijp je.” En in haar meelevende ogen zag ik dat ze me inderdaad volledig begreep. “Je bent gekwetst geweest en wilt nu heel graag zekerheid. Zekerheid voordat je verder met hem gaat.”

“Ja,” voordat ik wist wat ik deed stortte ik mijn hart helemaal bij haar uit, “ik wil van hem horen dat hij van me houdt voordat ik een seksuele relatie met hem aanga. Wat ouwehoeren, wat zoenen en zo vind ik prima maar voordat ik die laatste stap zet, moet ik het gewoon van hem gehoord hebben. Ik ben al 28 en voor mijn gevoel heb ik gewoon niet meer de tijd om tijd te verspillen aan een spel waaruit ik uiteindelijk weer als verliezer naar voren zou kunnen komen. Ik wil dat ook niet weer! Als je verliefd bent geweest, en dat was ik in mijn vorige relatie in het begin, doet het zo’n pijn als je merkt dat de ander niet van jou houdt!” Ze knikte en pakte mijn beide handen beet.

“Ik kan me dat heel goed voorstellen, Vincent. En daarom hoop ik voor jou dat Casper je spoedig zal vertellen dat hij van je houdt. Echt!” Ik lachte naar haar en zij naar mij. Een kelner kwam binnen met de koffie en nadat hij de kamer weer verlaten had, praatten we verder over allerlei zaken. Vakantie, Epen, politiek, noem maar op. Vele dingen waren onze gesprekstof. Uiteindelijk stapte ik op nadat ik haar hartelijk bedankt had voor de uitnodiging en de koffie. “Nee, Vincent ik moet jou bedanken. Jij kwam op bezoek bij een voor jou volkomen onbekende oude vrouw en liet je ook nog eens kennen zoals je bent. Daarvoor ben ik je heel dankbaar.” We schudden elkaar de hand en ik vertrok. Maar dat was niet de enige Van Egmond die ik die ochtend, nee het was ondertussen al middag geworden, zou treffen. Toen ik de treden van de trap voor het hotel afliep kwam een oudere man juist naar boven gelopen. Onmiskenbaar de vader van Casper. Een grote man, met spierwit haar, maar precies dezelfde oogopslag, neus en karaktervolle kin als zijn zoon. Ik groette hem terwijl ik hem voorbijliep maar beneden aangekomen draaide ik me om omdat ik het gevoel had dat iemand me aankeek. Je weet wel, zo’n prikkend gevoel in je rug. Van Egmond keek me inderdaad aan en kwam toen langzaam de trap weer afgelopen. “Ben jij misschien …” hij zocht naar mijn naam en daarom kwam ik hem tegemoet.

“Ja, ik ben Vincent Waelbers en u bent ongetwijfeld de vader van Casper.”

“Duidelijk te zien?”

“Zeer zeker!”

“Is het goed dat ik een eindje met je meeloop?” Hij zag er voor zijn leeftijd, ik schatte hem op duidelijk meer dan de 50 van zijn vrouw, behoorlijk vief uit. En ik zei dat dat geen probleem was. Samen staken we de straat over en liepen het pad naar beneden af in de richting van het dal. Tijdens het wandelen viel het me op dat ik degene was die praatte. Kwam er al iets over zijn lippen dan was dat meestel een erg kort antwoord. Een tijdlang liepen we zelfs in stilzwijgen naast elkaar. Bij de Hofstede aangekomen liepen we in de richting van de Volmolen. En daar op bij de splitsing van wegen vroeg hij me: “Heb je even tijd om met mij wat te praten?” Ik had alle tijd.

“Ja, natuurlijk wel.” Van Egmond ging op het bankje zitten en ik zette me naast hem neer. Ik hoorde zijn ademhaling piepen en vroeg me bezorgd af of ik niet te snel voor hem gelopen had.

“Neem me niet kwalijk dat ik zo stil was onderweg, maar lopen en praten tegelijk lukt niet meer zo goed op mijn leeftijd. Vroeger praatte ik de wandelingen met mijn vrouw en kinderen altijd helemaal vol.”

“Ja, Caper vertelde me dat. En hij heeft er ontzettend veel van opgestoken.” Ik dacht terug aan de grote kennis die hij gisteren tijdens onze wandeling ten toon had gespreid.

“Echt?” Ik knikte. “Daar ben ik blij om. Als je als ouder daar zo loopt en vertelt over de wonderen van de schepping heb je echt het idee dat je in de ruimte staat te kletsen en dat niemand naar je luistert. Maar gelukkig heeft hij er dus wel wat van opgestoken.”

“Zeer zeker, hij heeft een kennis die de mijne ver te bovengaat. Echt heel indrukwekkend. En hij is er maar wat trots op dat u hem dat heeft bijgebracht.”

“Raar, eigenlijk dat je dat dan van een derde moet horen.” Ja, maar is dat niet vaak zo. Ook in mijn praktijk kwam ik dat vaak tegen. Problemen tussen ouders en kinderen worden vaak aangekaart niet door de betrokkenen zelf maar door een derde. Er is altijd iemand, en vaak een psychiater, die zegt wat er moet gaan gebeuren. “Maar daarover wilde ik niet met je praten. Van mijn vrouw en Julia heb ik begrepen, ook weer niet van mijn zoon,” hij lachte zachtjes, “dat jij erg op hem gesteld bent. Dat je zelfs serieuze plannen met hem hebt.” Ik knikte en keek hem aan. Waar wilde hij heen? “Je zult het moeilijk krijgen mijn jongen!” Ik was verbaasd en liet hem dat ook duidelijk blijken. Een glimlach brak rond zijn lippen door en hij ging verder. “Maar ik denk dat je dat zelf ook al wel door hebt. Je houdt mij niet voor de gek!”

“Ja, ik weet het.”

“Julia is qua innerlijk precies haar moeder en Casper heeft heel veel van mij weg. Ik ben tien jaar ouder dan mijn vrouw en toen ik 40 was ben ik pas met haar getrouwd. Ik kende haar al vanaf dat ik 28 was. Ze was, en is nog steeds, prachtig om te zien. Zij was van het eerste moment af verliefd op mij maar ik wist niet wat dat was. Verliefd? Voor mij was er wel iets maar ik wist niet wat. Bovendien had ik grote moeite om me te binden. Ik was absoluut geen losbol hoor maar om nou meteen de verantwoordelijkheid voor een tweede figuur en ook eventueel nog kinderen op me te nemen. Nee, ik twijfelde voornamelijk aan mezelf. Was het mogelijk dat een ander van me hield? Was ik dan bijzonder? Al dat soort dingen speelden door mijn hoofd en maakten het me steeds moeilijker. Uiteindelijk was het Loes die me voor de keus stelde of instemmen met een huwelijk of een definitief einde aan onze relatie. Tien dagen kreeg ik de tijd van haar en je mag gerust weten dat die dagen de beroerdste uit mijn leven zijn geweest. Ik kon aan niets anders meer denken dan die vraag. Ik meldde me ziek op mijn werk en was ook echt ziek. Ziek van mijn eigen besluiteloosheid, ziek van, voor mij dan, die onmogelijke keuze! Ik vertel je dit in vertrouwen en je moet me beloven dat je het nooit verder zult vertellen!” Hij keek me doordringend aan en wachtte op een antwoord.

“Oké, ik weet wat vertrouwelijkheid is en zal het nooit verder vertellen.”

“Goed, ik loste het probleem op de allerlaatste avond op met een dobbelsteen.” Verbaasd keek ik hem aan. Maar tegelijkertijd begreep ik hem ook. Soms zijn er dingen waarover je gewoon niet in redelijkheid kunt beslissen. “Even was het huwelijk, oneven de andere optie. Het werd een prachtige zes. Ik ben naar Loes toegegaan en heel snel daarna zijn we getrouwd. En nooit, echt nooit heb ik spijt gehad van die beslissing. Ik ben gewoon heel slecht in dat soort keuzes. Twee opties zijn mij er gewoon te weinig. Maar ik kon me ook heel goed voorstellen dat zij iets definitiefs wilde. Ik heb het haar ook nooit kwalijk genomen dat ze mij tot een keuze dwong. Ik heb dat gewoon nodig. En aangezien mijn zoon op mij lijkt, waarschuw ik je maar alvast. Casper is ook niet goed in het maken van keuzes. Voor hem is er tussen zwart en wit nog een heel scala van kleuren. Enerzijds is dat een prachtige manier van leven maar sommige mensen kunnen daar op bepaalde momenten niet mee uit de voeten. Ik weet dat jij op zoek bent naar zekerheid, vastigheid.” Waren al die Van Egmonds begiftigd met speciale gaven? “En dat zijn dingen waar Casper wellicht nog niet aan toe is. Begrijp je wat ik bedoel?”

“Ja, ik begrijp het volkomen maar begrijpt u ook mijn kant van de zaak?”

“Nee,” luidde zijn antwoord. “Ik weet te weinig van je om dat te doorzien maar als je het wilt, vertel me over jezelf!” En daar ging ik. Opnieuw deed ik iemand het verhaal van mijn leven. Eerst zoon en nu vader Van Egmond. Hij liet me praten en handgebaren maken om mijn woorden kracht bij te zetten. Ik ging weer helemaal op in het gebeurde en merkte dat ik weer opnieuw geroerd raakte. Ik schaamde me er niet voor en liet de tranen de vrije loop.

“Dat is niet mis, jongen, wat er allemaal met jou gebeurd is. En nu begrijp ik ook waarom. Nu weet ik gewoon dat jullie het heel moeilijk zullen gaan krijgen. Eigenlijk te moeilijk. Twee personen die beiden op zoek zijn naar iets geheel anders en misschien toch ook wel hetzelfde. Maar weet ook dat niets onmogelijk is.” Hij legde zijn hand op mijn schouder en zei dat hij terug moest gaan. “De lunch wacht op me.”

Plotseling bemerkte ik iets vertrouwds in zijn manier van spreken en de manier waarop hij dingen zei. “Mag ik je nog wat vragen?” Hij knikte. “Wat is je beroep?”

“Ik ben hoogleraar klinische psychologie.” Ik wist het, ik had het kunnen weten.

“Bent u dé professor Van Egmond?” Onwillekeurig was ik weer terug gevallen op ‘u’. Met ogen vol van respect keek ik naar hem op. Hij knikte opnieuw. Wow, deze man was een autoriteit op zijn vakgebied en thuis had ik diverse boeken van hem staan. Niet altijd kon ik zijn theorieën volgen maar hij was gewoon ontzettend goed. Toen ik weer in staat was om een redelijke zin te formuleren vertelde ik hem dat ik psycholoog was.

“Ja, ik geloof dat ik dat gehoord heb van Julia of van Casper. En daarom wil ik ook dat jij vast blijft houden aan het onmogelijke. Jij moet weten dat het onmogelijke mogelijk kan worden.” Hij stond op en reikte me zijn hand. “Vincent ik zeg geen vaarwel maar tot ziens!” Toen ik zijn hand aannam sloot hij zijn tweede erover heen. Een warm gebaar dat mij verschrikkelijk goed deed. Hij draaide zich om en liep met langzame maar zekere stappen de weg terug die we gegaan waren. Ik bleef hem nakijken tot hij uit het gezicht verdween. Toen pas zette ik me in beweging. Langs de Volmolen ging het en over de Geul. Toen het holle pad weer op naar boven. Vlak bij mijn huisje keek ik op mijn horloge. Oef, het was al twee uur geweest.

Ik opende het hek dat naar de tuin leidde en zag Casper met ontbloot bovenlijf op mijn terras zitten.

“Tsjonge, dat werd tijd. Waar was je zolang man?”

“Ach ik ben vanmorgen naar het dorp gewandeld…”

“In lange broek?” viel hij me in de rede.

“Ja, in lange broek, stom eigenlijk hè. Het is prachtig weer en,” vervolgde ik mijn verhaal, “daar kwam ik een aantal toeristen tegen en daar heb ik mee gepraat. En toen ben ik gigantisch de tijd vergeten. Maar zeg eens, was je er al lang?”

“Ja, ik was keurig op tijd. Om halfeen was ik er al! Doordat jij er niet was, ben ik te prooi gevallen aan de lieve buurkindjes van je. Ik moest mee voetballen, verstoppertje doen, tikkertje. Man, ik ben helemaal nat van het zweet en doodop.”

“Ach, gut, wat vind ik dat nou zielig voor je,” zei ik op plagerige toon. “Maar het staat je weer eens goed hoor?”

“Wat staat me goed!”

“Dat lekker zweterige lichaam.” En inderdaad hij zag er enorm lekker uit. Zijn lijf, grotendeels bloot op een sportbroekje en zijn schoenen na, glom van het zweet en de zon maakte dat het allemaal heerlijk glinsterde.

“Jij bent ook zo’n viespeuk hè,” zei hij terwijl hij opstond en een plastic tasje van onder zijn stoel vandaan pakte. Meteen daarna gaf hij me een mep mijn zijn T-shirt. “Naar binnen, schiet op. Ik verlang naar de koelte van wat drinken en je huis.”

“Ja meneer, meteen meneer.” Ik stak de sleutel in het slot en opende met een zwierig gebaar de deur voor hem. Hij stapte voor me aan naar binnen, schopte meteen zijn gympen uit en legde het tasje in de kast die om de hoek van de deur stond. Moest hem toch eens vragen wat daar in zat!

“Ook iets drinken?” vroeg hij me met de deur van de koelkast geopend. Ik bestelde wat zonder bubbels en alcohol en liep naar boven om van broek te wisselen. Toen ik beneden terug kwam, lag hij languit met de armen onder zijn hoofd gevouwen op de bank. Een heerlijk opwindend schouwspel. Hetgeen ik hem wilde vragen, was ik meteen vergeten.

“Zo een beetje lui?” Hij knikte. Ik kon de verleiding niet weerstaan en vroeg hem een eindje op te schuiven. In plaats daarvan pakte hij de kussens van de rugleuning op en gooide ze op de grond en zie, daar was de vijfde slaapplaats die in de folder beschreven was. Ik drukte een kusje op zijn voorhoofd en legde me naast hem neer. De haren van onze benen kriebelden tegen elkaar aan en even later lagen we in een heerlijke omhelzing elkaar te kussen. Minutenlang gingen we geheel in elkaar op. De gordijnen waren dicht dus niemand kon ons zien. Toen we het kussen staakten, drukte Casper zijn mond op de mijne en duwde hij zijn tong in mijn mondholte. Het spel werd erotischer. We kreunden beiden dat het een lieve lust was en nooit heb ik geweten dat tongen zo lekker kon zijn. Met Peter had ik het ook wel gedaan maar dat was altijd wat plagerig en klierig naar elkaar toe geweest. Dit was echter geheel anders. Gigantisch opwindend gewoon. Toen we de tongzoen eindelijk verbraken waren er twee diepe zuchten te horen.

“Lekker hè?” verzuchtte Casper.

“Ja, heerlijk gewoon.”

“Moet je eens voelen,” zei hij. Hij pakte mijn hand en legde die op zijn sportbroekje. Met zijn hand (en de mijne daaronder) kneep hij in zijn kruis. Ik voelde dat hij keihard was. Hij trok zijn hand terug en ik speelde het spel alleen verder. Onder mijn aanraking begon hij zachtjes de steunen. Hij had zijn ogen dicht en genoot schijnbaar met diepe teugen. Ik betastte de contouren van zijn gezwollen lid en ook die prachtige, dikke ballen van hem. Het waren echte knotsen. Die van mij hooguit iets groter dan een hazelnoot maar de zijne hadden zeker de grootte van een pingpongbal. Ik bewerkte ze met mijn duim en vingers en zijn gekreun werd steeds luider.

“Vind je het lekker?” vroeg ik hem geheel overbodig eigenlijk.

“Ja, heel lekker.”

“Ik weet nog wel meer lekkere dingen,” zei ik en terwijl ik zijn kruis nog streelde, likte ik met mijn tong zijn lippen. Liet hem daarna over zijn kaaklijn naar boven glijden en beet zachtjes in zijn oorlelletje. Hij kreunde harder. Ik gaf een zoen op zijn oor en liet mijn tong naar binnen glijden. Hij begon vreselijk te lachen. “Is het alleen maar lollig of ook lekker,” wilde ik weten.

“Nee, niet alleen lollig het is ook geil en opwindend.” Zijn andere oor was aan de beurt en kreeg een zelfde behandeling. Toen via zijn hals naar zijn mooie borstpartij. Door de donkere beharing gleed mijn tong naar zijn rechtertepel. Eerst likte ik er alleen overheen. De reactie was echter overduidelijk. Hij werd meteen hard. Daarna zette ik mijn lippen erop en tongde ik hem. Casper vond het heerlijk en riep dat ik door moest gaan. Ik was ook absoluut nog niet van plan om op te houden. Vond het zelf veel te leuk om te zien hoe ik die lekkere jongen hier kon opwinden. Bovendien was ik zelf ook al aardig op spanning want mijn pik knelde ik mijn broek. Mijn handen staakten hun werk voorlopig in zijn kruis en terwijl ik een tepel tongde en likte, bewerkte ik de andere met mijn hand. Na een tijdje wisselde het. “Wow, je ruikt lekker man!” Ik rook aftershave, deodorant maar ook zweet.

“Vind je? Vind je zweet lekker ruiken?” Ik mompelde wat en likte met mijn tong een zweetdruppeltje tussen zijn beharing weg.

“MMM,” kreunde ik. Hij tilde zijn armen omhoog en ik wist wat hij wilde. Ik verplaatste me enigszins en liet mijn tong door zijn oksel glijden. Hij lachte hardop en had grote moeite om zijn arm gestrekt te houden. Ook de andere oksel kreeg een zelfde beurt maar hier kon hij zich niet goed meer houden. Hij barstte in lachen uit en deed zijn armen snel naar beneden. Ik wist nu dat hij kietelig was en maakte daar grandioos misbruik van door hem stevig in zijn zijden te kietelen. Hij probeerde zich uit mijn ‘martelende’ handen te wringen maar ik hield mijn greep op hem stevig zodat dat niet lukte.

“Genade, genade,” schreeuwde hij, “je mag alles met me doen maar hou hiermee op.” Ik staakte mijn kietelpraktijken en keek hem verwachtingsvol aan.

“Mag ik alles met je doen?” Zoals ik al eerder bij hem gezien had, kwam er een denkrimpel op zijn voorhoofd te voorschijn en ik besloot niet op een antwoord te wachten. Ik ging terug naar zijn broekje, zette mijn tanden in de contouren van zijn erectie en bevoelde opnieuw zijn balzak. Steels liet ik mijn hand bij de pijp van zijn broek naar binnenglijden. Hij kreunde hevig en zei dat het fijn was toen ik langs de rand van zijn binnenbroekje streek met een vinger en daarna de dunne stof van het binnenbroekje bevoelde. Zijn lijf kronkelde van genot en ik genoot misschien nog wel meer. Toen staakte ik mijn bezigheden en zei dat ik naar het toilet moest.

“Je niet stiekem afrukken hè,” riep hij me na. Het had makkelijk gekund want ook ik was natuurlijk niet onberoerd gebleven door wat zojuist gebeurd was. Het duurde tijden voor ik kon piesen want met een stijve lukt dat nooit. Terug in de kamer lag hij er nog steeds zo verleidelijk mooi en sexy bij. Toen ik me weer naast hem vlijde, greep hij me meteen in mijn kruis. “Wel wat slapper geworden!” bemerkte hij.

“Dan zorg jij er maar voor dat hij weer wat meer volume krijgt!” De uitnodiging was niet aan de verkeerde gericht want meteen begon hij mij te liefkozen. Hij trok mijn T-shirt uit en begon met mijn lijf te spelen. Het was duidelijk dat ik zijn leermeester was. De dingen die ik met hem gedaan had, deed hij ook met mij. Het was heerlijk! Op een gegeven moment leek het alsof zijn tong overal was. In raakte gigantisch opgewonden en merkte dat ik voorvocht begon te verliezen.

“Heb je nog iets onder deze broek aan?” vroeg de jongen met een lach op zijn gezicht.

“Voor jou een vraag en voor mij een weet,” reageerde ik plagerig. Voorzichtig trok hij de ritssluiting van de gulp naar beneden en bracht hij zijn hand naar binnen. Hij betastte nu mijn kruis door het stof van mijn strakke boxer heen. De sensatie werd steeds groter. Hij maakte de knoop van mijn broek los en schoof hem helemaal naar beneden.

“Geile jongen, je hebt al lekker gelekt, zie ik.”

“Ja, je bent ook zo lekker bezig.” Hij lachte opnieuw naar me en zette zijn bezigheden voort. Het was een geweldig moment van genot. Ik liet me er helemaal in opgaan en schrok eruit op toen hij eindelijk ophield.

“We moeten stoppen Vincent, het is al bijna vijf uur.” Ik vloekte binnensmonds. Ik wilde nog lang niet ophouden. Ik wilde dat we zo eeuwig door hadden kunnen gaan. “Mag ik even gebruik maken van de douche?” Ik knikte en met een zoen op mijn lippen liep hij van me weg. Ik ging rechtop zitten en probeerde de heerlijke momenten van zo-even in mijn gedachten terug te roepen. Wow, het was echt vreselijk geil geweest. Ik trok mijn kleren weer aan en wachtte totdat Casper weer naar beneden kwam. “Vind je het erg dat ik een shirt van jou geleend heb? Het mijne is nat van het zweet en stinkt.”

“Nee hoor, geen probleem. Maar je maakt een foutje. Het stinkt niet,” merkte ik lachend op.

“Jawel hoor, niet iedereen is zo pervers als jij!” Ik smeet een kussen in zijn richting maar miste doel doordat hij zich bliksemssnel bukte.

“Kom we gaan barbecuen,” zei ik terwijl ik opstond.

“Je zegt het alsof je echt reuze zin hebt?”

“Heb ik ook niet,” lichtte ik toe. “Ik haat barbecuen. Eigenlijk ben ik vegetariër dus ik hou helemaal niet van vlees. Verder moet ik altijd al mijn eigen eten klaar maken en als je dan op een gezellige bijeenkomst bent, moet je dat ook nog eens doen! Bovendien is mijn vlees nooit te eten. Het is of rauw of verbrand.”

“Ik zie het al, het wordt echt gezellig met jou vanavond.” Hij pakte me bij mijn arm en gearmd liepen we naar buiten. Op het pleintje, waar de anderen ons zouden kunnen zien, liet hij me echter los. Verbaasd wierp ik een blik op hem.

“Hé, ze weten heus wel dat wij homo zijn hoor,” sprak ik zachtjes.

De beide families en de beheerders waren al aanwezig en de kinderen eisten meteen Casper op. Hij moest en zou met hen voetballen. Ze trokken hem mee en in het voorbijgaan zei hij me dat mijn shirt straks nat van het zweet zou zijn en lachte daarbij geheimzinnig. Suggestief trok ik mijn wenkbrauwen op. Ik ging informeren of ik wat kon helpen en kreeg als taak toegewezen om de borden, het bestek en andere zaken naar buiten te brengen. De mannen waren bezig het vuur op te stoken. Is het je wel eens opgevallen dat dat meestal de taak van de mannen is. Mannen hebben waarschijnlijk iets met vuur! Nadat ik me keurig van mijn taak gekweten had, hielp ik nog met het opmaken van de salades die de dames die middag bereid hadden. Het zag er echt allemaal heel goed uit.

“Ehhh, niet van de salades snoepen!” kreeg ik berispend te horen toen ik even een hapje nam. Ik lachte en nam onder het wakend oog van Helma, ze heette dus Helma in plaats van Herma, nog een hapje. “Mannen ook,“ verzuchtte ze, “het zijn en blijven kleine kinderen.” Toen alles gereed was, gingen de eerste stukken vlees op de barbecue. En gelukkig, ik hoefde zelf geen hand uit te steken. De heren (Klaas en Piet, Hollandser kan het niet) hadden de taak op zich genomen om het vlees te bereiden. Zo zou ik in elk geval niet-verbrand en niet-rauw vlees te eten krijgen. Maar zoals ik al zei ik ben vegetariër en zou me dus ook vanavond echt beperken in het gebruik van vlees.

Toen alles goed fikte, werden de kinderen en Casper geroepen om te komen eten. De schuchterheid van Casper was geheel en al verdwenen en ik zag hoe hij tijdens het eten regelmatig in gesprek was. Ook zelf werd ik continue in conversaties betrokken. Het was echt heel erg gezellig, en ik overdrijf dit keer eens niet. De mensen waren gewoon leuk. Niet nieuwsgierig maar belangstellend. Vroegen wat ik al gedaan had de afgelopen dagen en van al dat soort dingen. Gaven me tips en zo werd het een zeer genoeglijke avond. Toen ik even alleen met Helma zat te praten, vroeg ze me of ik zeker wist dat Casper homo was. Ik vroeg haar wat ze bedoelde. “Nou, hij is zo’n lekker stuk!” zei ze, zonder te blikken of te blozen. Dat deed ik wel voor haar. Ze lachte om mijn rode kleur en zei dat ik een goede smaak had en lachte nog harder. Tegen halftien werden de kinderen naar bed getransporteerd en je raadt het al, Casper moest een verhaaltje voorlezen. Casper had het helemaal bij hen gemaakt. Toen hij een kwartiertje later weer beneden was, zette hij zich naast mij op een bankje. Het eten was inmiddels afgeruimd en de borden en andere dingen zaten inmiddels in de vaatwasser. De wijn was op tafel gekomen maar Casper sloeg beleefd af.

“Nee, dank je wel, ik gebruik geen alcohol. Heb je wat fris voor me?” Petra schonk hem appelsap in en hij bedankte haar.

“Waarom drink je geen alcohol?” wilde Klaas weten.

“Ik denk niet dat alcohol goed is voor de mens. Het kan net als sigaretten verslavend werken en ik wil er gewoon voor zorgen dat mij dat niet kan overkomen. Ik rook dus ook niet!”

“Maar vinden anderen je niet saai dan?” wilde Klaas weten.

“Ja, dat hoor ik wel vaker. Maar ik zelf weet wel beter,” verklaarde Casper met een brede glimlach. De anderen lieten het klaarblijkelijk voor wat het was maar ik dacht er lange tijd over na. Zo jong en toch ook al zo wijs. Natuurlijk had hij gelijk, misschien niet helemaal maar toch wel gedeeltelijk. Alcoholmisbruik is in onze maatschappij een probleem dat nog steeds niet voldoende onderkend wordt. We lopen te hoop tegen drugs en dat soort zaken maar de slachtoffers die alcohol maakt, tellen we niet. En dan bedoel ik niet alleen de mensen die zich zelf te pletter drinken maar juist de onschuldigen daar omheen. De gezinnen die kapot worden gemaakt, de relaties die uiteenvallen. De kinderen die in hun jeugd er mee te maken krijgen. Ook onder mijn klanten heb ik dat soort onschuldigen zitten.

Het was een genoeglijke avond maar tegen een uur of elf begon ik toch wel erg moe te worden. Ik zocht Caspers blik en trof hem. Alsof hij mijn intentie begrepen had, stond hij op en begon zich uit te rekken. “Ik denk dat het voor mij tijd is om te gaan slapen. Hoe denk jij erover?” En hierbij keek hij mij aan. Inwendig moest ik lachen, wat een komediant.

“Oké, dat lijkt mij ook wel goed.” We bedankten allen uitvoerig en liepen terug naar mijn huisje. Bij de deur vroeg ik hem of hij nog even mee naar binnenkwam of dat hij meteen terug wilde naar de camping.

“Vind je het erg als ik zou willen blijven slapen?” Ik was verbaasd maar herinnerde me toen meteen weer het plastic tasje dat hij ’s middags op de kast had gelegd.

“Nee, natuurlijk niet joh. Dat is prima.” We liepen meteen door naar de bovenverdieping en terwijl ik me douchte, poetste Casper zijn tanden. Toen ik onder de douche vandaan kwam en naar de slaapkamer liep, lag hij al languit op het bed in een blauw short. Ik pakte uit de kast ook een short (heb ik altijd wel bij me maar ik slaap meestal bloot) en wilde net de handdoek laten vallen om hem aan te trekken toen hij het woord nam.

“Draag je anders nooit iets als je slaapt?” Ik draaide naar hem om.

“Nee, ik slaap meestal bloot.”

“Waarom doe je nou wel iets aan dan?”

“Ja, gut, omdat jij erbij bent natuurlijk.”

“Oh, dat snap ik dus niet. Je vindt het dus vervelend om bloot naast me te liggen?”

“Nou ja, niet vervelend, maar misschien een beetje ‘ongepast’?” vroeg ik met een vraagteken op het gezicht. Hij lachte.

“Ik begrijp het nog steeds niet hoor. Waarom doe je je ineens anders voor?”

“Oké, wil je graag dat ik bloot naast je kom liggen?”

“Nee, sufferd, daar gaat het niet om. Het gaat me erom dat je jezelf moet blijven. Jij slaapt altijd bloot dus waarom vanavond dan niet. Ik draag altijd een short en soms als het koud is ook nog een T-shirt en ga nou toch ook niet ineens naakt bij jou in bed liggen?”

“Zou misschien niet gek zijn,” zei ik gekscherend.

“Je bent een sufferd Vincent. Je begrijpt heus wel wat ik bedoel.” En natuurlijk deed ik dat wel. Ik bracht de handdoek terug naar de badkamer en ging naakt naast hem op het matras liggen. Een laken, laat staan een deken, zou vannacht niet nodig zijn. Het was nog veel te warm. “Zal ik het licht uitdoen?” vroeg Casper. Ik bromde een goedkeuring. Even was het helemaal stil in de slaapkamer op de geluiden van buiten na dan. De buren zaten nog gezellig met elkaar te kletsen en hun geluiden waren te horen. Gelukkig was het raam niet aan die kant van het gebouw. Ineens voelde ik zijn hand in de mijne en onze vingers verstrengelden zich met elkaar. “Soms zou ik willen dat ik geen homoseksuele gevoelens had,” begon Casper.

“Hoezo?”

“Het zou allemaal gewoon een stuk gemakkelijker zijn. Minder complex.” Het was een tijdje stil, alsof hij zijn woorden nog moest kiezen. “Ik zou gewoon een meisje ontmoeten, gewoon trouwen en kinderen krijgen. Klaar is Kees, geen problemen. Geen gedoe.”

“Is homo zijn dan een gedoe?”

“Ja! Het begint al jong eigenlijk. Als je 7 of 8 bent is het heel gewoon om je arm om de schouder van een vriendje te leggen en zo samen over straat te lopen. Maar als je wat ouder wordt, kan dat al niet meer omdat die ander dat ineens gek gaat vinden. Tenminste ik had zo’n vriendje. Ik had er geen moeite mee en vond het altijd heel plezierig maar ineens was het over en uit. Als je dan ouder wordt en seksuele gevoelens krijgt wordt het nog beroerder want je merkt dat je gedachten zich richten op jongens en niet op meisjes. Opnieuw consternatie diep binnen in je. Is dat wel normaal?” Hij slaakte een diepe zucht. Ik wachtte tot hij verder zou gaan. “En als je dan besluit dat het voor jou normaal is, en er ook nog eens eerlijk voor uitkomt, zijn de rapen helemaal gaar. Je verliest al je vrienden en wordt nageroepen op straat en op school.” De pijn van het verleden zat nog steeds diep bij hem. “En, ja dan denk ik wel eens: ‘was ik maar gewoon’.” Ik trok het laken over ons heen, het begon toch wat fris te worden en draaide me op mijn zij naar hem toe.

“Je bent gewoon, Casper. Dat jij van jongens houdt is gewoon voor jou.”

“O, ja? Hoe weet jij dat?” Even lag ik met de mond vol tanden en wist ik dus niet wat te moeten zeggen en hij maakte van mijn zwijgen gebruik om verder te gaan. “Soms wil ik gewoon kinderen Vincent! Vanmiddag en vanavond was ik reuze in mijn element met die ukken en heb ik echt genoten. Als het gewoon voor mij is om homo te zijn, moet ik dat plezier dan zomaar opgeven?” Hij ging te snel door om mij te verhinderen hem te interrumperen. “Kan ik niet beter gewoon in het huwelijksbootje stappen en een vrouw liefhebben?”

“Hé stop,” viel ik hem in de rede voor hij verder kon gaan. “Zou jij dat serieus overwegen. Wetende dat je niet van vrouwen houdt?”

“Ik weet niet of ik niet van vrouwen houdt! Ik heb er nog nooit een gehad, Vincent!” Stilzwijgen opnieuw van mijn kant.

“Maar …” En er kwam verder niets uit mijn mond. Het bleef stil maar zijn hand bleef in de mijne en zijn greep werd alleen maar steviger. “Ik heb ook nooit een vrouw gehad maar weet heel zeker dat ik homo ben, Casper.”

“Ja, hoe weet je dat zo zeker?”

“Vrouwen trekken mij niet aan. Ik heb niets met ze!”

“Dus het komt aan op de seks? Toch dus?”

“Nee, niet alleen de seks Casper. Maar natuurlijk speelt dat wel mee!”

“Hé, verdomme,” vloekte hij. “Waarom ben ik niet gewoon zoals 90% van alle mensen op deze wereld.”

“Je bent zoals je bent Casper en zult het daar mee moeten zien te doen. Blijf bij jezelf jongen.”

“Dat klinkt filosofisch zeg. Bijvak tijdens je studiejaren?”

“Nee, heb ik later pas opgepikt. Maar je gebruikte het zelf net ook tegen mij toch.”

“Ja, je hebt gelijkt. Maar hoe weet ik wie ik zelf ben?”

“Ken je Zen?” Het was stil en ik wist gewoon dat hij diep aan het graven was in zijn geheugen. Plots kwam het eruit.

“Boeddhistische stroming opgestart door Bodhidharma. Werken onder andere met onmogelijke vragen zoals: ‘Wat is het geluid van één klappende hand.”

“Juist, ja. Maar veel meer dan dat. Ik beoefen het nu al een aantal jaren en kan heel goed uit de voeten met de manier waarop Thich Nhat Hanh het Boeddhisme verwoordt. Hij heeft het vaak over ‘het eiland van het zelf’. Ook al ben je nog zo ver van jezelf afgedwaald, je weet dat het er is. Het enig dat je moet doen om er te komen is stoppen. Bewust stoppen. Jezelf een halt toeroepen.”

“En hoe doe je dat en wat heb je eraan?” Ik lachte om zijn ongeduldigheid.

“Ik ga zitten op een bankje..”

“Gut, wat zweverig man.”

“Noem het maar zweverig maar het helpt mij. Als ik compleet in de stress dreig te raken, ga ik zitten op mijn bankje en probeer ik mijn ademhaling te tellen.”

“Dat kan toch een klein kind, tellen!”

“Oh, ja! Probeer het maar eens. Maar laat mij nu eens uitpraten wil je!” En ik stompte hem tegen zijn bovenarm.

“Sorry.”

“Tellen van je uitademing doe ik dus. Ik adem in en dan adem in rustig uit en zeg op deze uitademing ‘één’. En zo verder tot ik bij de tien ben en dan begin ik weer bij één. In het begin lukt het vaak helemaal niet. Je raakt echt de tel kwijt. Telt ineens niet meer en als je dan denkt dat het lukt hoor je jezelf zeggen ‘achttien’. Ben je dus vergeten na de tien terug naar de één te gaan.”

“Maar wat heeft het voor zin?”

“Verdomme, wat ben jij ongeduldig man.” En nogmaals gaf ik hem een stoot. “De zin is dat je bewust wordt van jezelf en de dingen die je doet. Wij doen de meeste dingen onbewust. Denken niet na bij wat we doen. Als we afwassen denken we niet aan de afwas maar aan de koffie die lekker staat te pruttelen en die we straks gaan opdrinken. En noem zomaar op. Bewust bezig zijn lukt ons vaak niet. Twee, drie vier dingen tegelijk doen daar zijn wij vreselijk goed in, denken we. Maar bewust één ding doen zoals je adem tellen dat kunnen we niet! Meditatie begint dus bij stoppen. Rustig worden en jezelf onder ogen durven komen. Met al je tekortkomingen, al je gebreken, al je onzekerheden. Daar begint het mee. Want al die dingen zijn van jou en horen bij jou. Ook je twijfels over jezelf Casper. Die horen bij je. En wil je met ze afrekenen, dan moet je ze leren onder ogen te zien. Maar één ding moet je nooit doen en dat is er voor weglopen. Je weet heel goed dat je van jongens houdt. Loop er alsjeblieft niet voor weg. Zo ben jij nou eenmaal lieve jongen.” Ik streelde hem door zijn haar.

“Maar het is soms zo moeilijk Vincent!”

“Ik weet het jongen. Het is vreselijk moeilijk!” Ik trok hem tegen me aan en streelde hem over zijn rug. Al snel hoorde ik daarna zijn ademhaling regelmatig worden en voor ik het wist, sliep hij in mijn armen. Ik durfde mijn armen niet weg te halen omdat ik bang was dat hij wakker zou worden. Met hem in mijn armen viel ik dan ook in slaap.

© Lucky Eye, november 2001
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
lucky_eye2@yahoo.co.uk