BLANCO deel 3 - hoofdstuk 24
Geplaatst: do 11 dec 2014, 07:01
BLANCO deel 3
Een verhaal van Lucky Eye
Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
Hoofdstuk 24
Op vrijdag 7 september 2007 wordt Jasper wakker en kijkt meteen op de wekker op het kastje naast zijn bed. Het is al half acht. Hebben ze toch langer geslapen dan in de planning voor deze dag opgenomen was. Maar… geen wonder ook. Een gedeelte van de nacht had hij vreselijk veel pijn in zijn onderbenen. In het ziekenhuis was het ook af en toe voorgekomen en nu hier op 'Boschlust' voor de tweede keer. Ineens is er dan een vreselijke pijn in dat gedeelte van zijn benen waar hij na het gebeurde helemaal niets kan voelen. En toch pijn! Gerald noemt het fantoompijn. Het enige dat dan echt helpt is een shot morfine. Liever heeft hij zoiets niet maar gek worden van de pijn die maar niet lijkt weg te trekken, is ook geen oplossing. De afgelopen nacht heeft Pieter hem geholpen. De eerste keer dat het hier gebeurde was Clara, een van de verpleegkundigen, er om de injectie te geven maar ze had er toen op gestaan dat Pieter het ook leerde. En dus had hij zorgvuldig toegekeken op haar handelingen. Later, zo had hij begrepen, had hij het met haar een aantal malen moeten oefenen en vannacht hadden ze dus niemand nodig gehad. Een heel geruststellende gedachte. Er is altijd een verpleegkundige voor noodgevallen maar als ze zich zelf kunnen redden, dan heeft hij dat liever.
De laatste tijd is het alleen maar prachtig mooi zomers weer geweest en ook vandaag zal het opnieuw een prachtige, zonovergoten dag worden naar het zich nu al laat aanzien. Ondanks dat de gordijnen nog dicht zijn, is het al behoorlijk licht in de kamer. Jasper hoort de vogels buiten uitbundig fluiten en blijft een tijdje heel stil naar hen liggen luisteren. Mooi zo'n aubade op zo'n belangrijke dag, denkt hij. Hij draait zich om op zijn linkerzij. Omdat zijn onderbenen niet functioneren was het voor hem in het begin best lastig om een zo eenvoudige handeling uit te voeren maar oefening baart kunst, zo heeft hij geleerd. Als hij op zijn zij ligt, kijkt hij naar Pieter die in het bed naast hem ligt. Sinds zijn komst hier slapen ze 's nachts zo naast elkaar. Niet in één bed, dat zou nog mooier zijn, maar dit is een prima alternatief. Pieter ligt nog lekker, zonder laken en alleen in een lichtblauwe wijde boxer, te slapen. Hij snurkt iets. Jasper laat hem met rust. Hij heeft wel zin om zijn vriend plagerig wakker te maken door hem in zijn zij te kietelen maar hij weet zich te beheersen. Voor Pieter zijn die nachtelijke onderbrekingen niet prettig. Hij klaagt nooit als hij iets voor Jasper moet doen maar… zelf heeft hij er af en toe nog best moeite mee dat hij afhankelijk is van anderen. Het liefst… maar ja, niet zeuren, zo spreekt hij zichzelf vermanend toe. Het is zoals het is, en daar moet hij mee verder.
Op 'Boschlust' wonen heeft alleen maar heel leuke voordelen gehad. Het mooiste vindt hij dat iedereen gewoon in en uit kan lopen. Geen bezoekuren meer. Natuurlijk zijn er wel een aantal beperkingen. Zo is er op werkdagen van tien tot elf altijd fysiotherapie en daarna is het tot het middageten verplicht rust nemen voor hem. Na het eten opnieuw. Slapen als het wil lukken maar als dat er niet in zit gewoon rusten. De middag is daarna vrij in te delen. De eerste dagen was hij in zijn nieuwe, volgens het kleine grut supersnelle rolstoel op verkenningstocht gegaan door het huis. Niet altijd was dat even goed gegaan. De eerste keer had hij duidelijk te veel hooi op zijn vork genomen en had een van de personeelsleden hem teruggebracht naar zijn kamer omdat hij doodmoe was geweest. Hetzelfde was hem overkomen toen hij de afgelopen week voor het eerst helemaal alleen naar buiten was gegaan. Toen was het Astrid geweest die voor reddende engel gespeeld had. Nu na een paar dagen naar buiten geweest te zijn, weet hij beter wat hij kan en niet kan. Alles met mate en ondervinding blijkt weer eens de beste leermeester te zijn. Voor hem wel in elk geval.
Jasper vindt alle dagen heel erg mooi en vandaag is een heel bijzondere dag. Opnieuw luistert hij naar de vogels buiten. Zingen ze nou echt vrolijker dan anders? Of is dat maar omdat hij dat graag wil. Opnieuw kijkt hij naar Pieter. Zijn vriend is mooi. Hij ademt heel rustig nu. Hij is blij met zijn vriend. En ook blij dat hij hier nu samen met hem kan zijn. In het ziekenhuis hadden ze af en toe ook wel wat gezoend met elkaar maar hier hebben ze toch meer privacy. Alles wat Pieter voor hem doet, doet hij heel zorgzaam en liefdevol. Ja, met recht kan hij zeggen dat hij een geweldige vriend heeft en… wat nog meer is, vandaag wordt deze vriend zijn wettige echtgenoot.
Op die vrijdagmiddag in het ziekenhuis hadden ze met z'n vieren niets anders gedaan dan een datum voor het huwelijk prikken. De volgende dag was Astrid, als één van de ceremoniemeesters, er ook bij geweest en hadden ze de plannen nader uitgewerkt. Zijn moeder had pen en papier ter hand genomen - eens een secretaresse, altijd een secretaresse - en alles dat gedaan en geregeld moest worden vastgelegd. Het eerste punt was de ondertrouw. Omdat Pieter en hij beiden in Zwolle woonden, moest dat daar gebeuren. Een huwelijk kon pas gesloten worden vier weken na de datum van de ondertrouw en daar hadden ze de middag ervoor al rekening mee gehouden. Zijn moeder nam het op zich om de gemeente te bellen en ervoor te zorgen dat er zo snel mogelijk een ambtenaar van de burgerlijke stand naar het ziekenhuis zou komen. Toen hadden ze Gerald erbij geroepen. Altijd had de arts zijn vraag wanneer hij naar 'Boschlust' mocht om te revalideren beantwoord in vage termen. Maar toen Jasper hem vroeg of hij op vrijdag 7 september nog in het ziekenhuis of al op 'Boschlust zou zijn, kon Gerald niet langer om een duidelijk antwoord heen. 'Helaas ben je dan volgens mij nog hier,' kregen ze te horen van hem. Het was geen probleem. Hij zag hoe zijn moeder en de anderen naar hem keken maar hij schonk ze een heel duidelijke, echt gemeende, glimlach en had gezegd dat het er niet toe deed, dat hij ook in het ziekenhuis kon trouwen met Pieter. En met dat gegeven waren ze verder gaan plannen. Ze hadden geen details geregeld maar met elkaar de grote lijnen uitgezet. De invulling daarvan lieten Pieter en hij met een gerust hart over aan Astrid en David.
Alles kwam echter anders dan gepland. Niet wat de ambtenaar van de burgerlijke stand betrof. Die kwam woensdag tegen tienen op zijn kamer in het ziekenhuis en regelde de formaliteiten voor de ondertrouw. Ook de datum van het huwelijk en de plaats, werden aan hem doorgegeven. Hij kon het huwelijk voor hen sluiten en dat vonden Pieter en hij prima. Wel kreeg de man te horen dat er van hem niet verwacht werd dat hij een toespraak zou houden. Het enige dat hij zou moeten doen waren de wettelijk voorgeschreven handelingen. Toespraken zouden door andere mensen gehouden worden.
Ook het sluiten van het huwelijk in het ziekenhuis was geen probleem. Astrid maakte dat bespreekbaar en kreeg tijdens het gesprek daarover meteen toestemming maar wel onder een duidelijke voorwaarde. De directeur van het ziekenhuis wilde dat het geen mediacircus zou worden. Zoiets zou heel veel extra inzet van beveiligers vergen. Die toezegging kreeg hij van Astrid. De plannen zouden onder de roos blijven omdat de familie zelf ook geen belang had bij de aanwezigheid van de pers. Samen met Jan regelde ze dat hij in de week van het huwelijk de pers bezig zou houden met een verklaring in de kranten over Jaspers gezondheidssituatie en wat interviews op RTV-Oost en in De Stentor. Daarnaast zou er op zaterdag 8 september in dezelfde krant de reactie van Afie en Marion op het eerdere stuk van hun zussen verschijnen. Op 1 september zouden Hennie en haar moeder landen op Schiphol en daar afgehaald worden. Hoewel beiden zouden logeren op 'Boschlust' zou het interview met De Stentor worden afgenomen op 4 september in het huis van Astrid en David bij Kampen. Zo hoopte de familie dat van de voorbereidingen voor een huwelijk, niets merkbaar zou zijn.
Het eerste dat anders dan gepland was, was de terugkomst van Afie en Jan uit Parijs. Die zouden al eerder terugkomen maar deden dat pas op woensdag 8 augustus. Ze overlaadden de familie met cadeaus, verhalen en foto's en droegen ook allebei een ring. Natuurlijk wilde Marion meteen de ring van haar zus zien en toen Afie hem aan haar gaf en zij de ring in haar vingers ronddraaide, zag ze een inscriptie. In de ring stond gegraveerd: Jan 10-08-2007. Een datum in de toekomst? Met ogen groot van verbazing had Marion haar zus aangekeken. Afie's reactie was heel nuchter: 'En ga me nou niet vertellen dat je niet weet wat je vrijdag aan moet trekken!' Marion had eerst alleen maar kunnen lachen. Daarna was de omhelzing van haar zus gekomen en hadden ze beiden hun tranen van geluk de vrije loop gelaten. Afie en Jan bleken al weken eerder hun ondertrouw geregeld te hebben. Vrijdag de tiende augustus zou er op 'Boschlust' een ambtenaar van de gemeente Elburg komen om het huwelijk officieel te bekrachtigen. En, dat alleen in het bijzijn van de familie. Een feest zou er ook komen maar dat pas een week later. Een bruiloftsfeest omdat ze beiden daar niet omheen konden. Jan niet omdat hij nou eenmaal enorm veel mensen kende en Afie niet - volgens eigen zeggen - omdat ze bij zoveel collega's en oud-collega's op hun trouwerij geweest was en altijd had gezegd dat als zij zou gaan trouwen ze allemaal uitgenodigd zouden worden. En ja, belofte maakt nou eenmaal schuld. Toen Afie en Jan de volgende dag op bezoek kwamen, hadden ze hem alles over hun huwelijksplannen verteld en ook gemerkt dat er bij hem toch iets van teleurstelling was. Logisch ook! Zijn allerliefste tante ging trouwen en hij kon er niet bij zijn! Een oplossing was echter ook voor handen. 'Natuurlijk ben jij er vrijdag bij!' had Jan gezegd en daarna uitgelegd dat er met de moderne communicatiemiddelen alles mogelijk was. Vanuit zijn ziekenhuiskamer zou hij alles kunnen volgen en de hele familie zou hem ook kunnen zien. En zo was het gebeurd. Die vrijdagochtend was hij niet naar fysiotherapie gegaan maar had hij met drie verpleegkundigen naar de plechtigheid gekeken. Dat hij daarbij af en toe een traantje moest wegpinken was niet verwonderlijk.
Daarna ontvouwden de plannen voor het eigen huwelijk zich heel snel. Van alles en nog wat werd er geregeld. Er was regelmatig overleg met de ceremoniemeesters want de Tuinstraatjes wilden natuurlijk best het een en ander regelen maar het moest wel overeenkomen met dat wat Pieter en hij wilden. En op zich was dat eenvoudig genoeg. Zonder gedoe kon het natuurlijk niet maar niet al te veel poespas. Het liefst zouden ze het beiden net zo doen als Afie en Jan maar dat dat er niet in zat, begrepen ze ook heel erg goed. Wat wel overeenkwam was dat de ambtenaar niet geacht werd een praatje te houden. Ook in hun geval zouden anderen daarvoor zorgen. Wie? Jasper haalt een hand langs zijn voorhoofd. Het is hem nog steeds niet gelukt om daar achter te komen. Af en toe heeft hij wel geprobeerd wat te vissen maar het enige dat hij heeft gevangen is bot. Niemand heeft uit de school geklapt en dus is het afwachten wie er vandaag het woord zal gaan voeren. Hij verwacht dat het twee sprekers zijn: één voor Pieter en één voor hem. Maar ja… dat is maar een gedachte en meer ook niet.
Er kwam iets onverwachts. Mevrouw van Heijningen had een tweede periode waarin alles niet zo lekker liep. Weer een aantal dagen ziekenhuis. Hij had haar een paar keer opgezocht en opnieuw mogen ervaren dat ze een bijzondere vrouw was met een enorme diepgang. Langzamerhand verbeterde haar toestand zich weer maar alleen thuis wonen, zat er niet meer in, zo had ze hem op een middag verteld. Het moest een verzorgingstehuis worden en dat zag ze helemaal niet zitten. Hij vond het vreselijk voor haar. Als je zoiets niet wilt en toch moet… Gelukkig kwam er een goede oplossing. Marion stelde haar voor om naar 'Boschlust' te komen. Natuurlijk had zijn moeder dat vooraf besproken met Simeon en Astrid. Eerst had mevrouw Van Heijningen haar bedenkingen gehad maar nadat David en Astrid haar een keer hadden opgehaald voor een verkenningsbezoekje, zag ze het helemaal zitten. Opa Simeon vond het prachtig dat er opnieuw nieuwe bewoning kwam.
Het huwelijksfeest - en ook dat in bescheiden formaat - zou in een afgescheiden deel van de kerkzaal in het ziekenhuis zijn. Van zijn kant de naaste familie, vrienden van school en voetbal, en de buren van de Jan van Arkelweg. Van Pieters kant alleen zijn familie maar dan wel in uitgebreide vorm. Zijn oom uit Australië, een broer van zijn overleden vader, zou zelfs overkomen. Daarnaast heel wat vogeltjes, zoals Astrid had gezegd en hij wist wie daarmee bedoeld werden. Tot in de details werd alles geregeld. Gelukkig had hij al die kleinigheden niet meegekregen. Maar het bleek maar weer eens, hoe je dingen ook denkt onder controle te hebben, er hoeft maar iets te gebeuren en alles loopt anders.
Dat 'iets' was gekomen op maandag 20 augustus. Hij had in zijn rolstoel naast het bed gezeten en wachtte tot ze hem naar fysiotherapie zouden brengen. De deur van zijn kamer was opengegaan en een man in de witte kleding van een ziekenhuismedewerker was binnengekomen lopend achter een karretje. Hij had al heel wat verpleegkundigen, artsen en laboranten aan zijn bed gehad in de weken dat hij in het ziekenhuis lag maar was ervan overtuigd dat hij deze man nog nooit eerder had gezien. Vreemd, was de eerste gedachte die door zijn hoofd schoot. Het karretje was eentje zoals de laboranten vaak hebben. Daarop vervoeren ze al hun benodigde materialen. Terwijl hij de man zag binnenkomen, schoot hem nog iets door het hoofd. De bezoeker was ook niet aangekondigd. Altijd als er iemand kwam voor het een of ander, werd hem dat van te voren gemeld door een van de verpleegkundigen. En toch kwam er toen ineens een laborant. Alles in hem riep dat er iets niet klopte. Dat er iets niet goed zat. De man kwam met uitgestoken hand op hem af en wilde zich voorstellen maar in plaats van de hand van de man te pakken om die te schudden, drukte hij op de bel die aan zijn stoel hing. De man werd rood in het gezicht, vloekte, rende naar zijn karretje en haalde een fototoestel tevoorschijn waarmee hij meteen begon te knippen. Meteen boog hij zijn hoofd, drukte herhaaldelijk op de alarmbel en draaide de rolstoel zo dat hij met zijn gezicht naar de muur zat. Wat er daarna gebeurd was, had hij alleen maar van horen zeggen. Op het moment dat Petra binnengekomen was, had de man zich uit de voeten gemaakt waarbij hij haar omver had gelopen. Zij had meteen groot alarm geslagen. Het had echter niet mogen baten. De persmuskiet was gevlogen.
Op het incident was een reuze rel ontstaan. Jan Nelissen was woedend op de ziekenhuisdirecteur, de heer Manders, die hij verantwoordelijk hield voor de beveiliging. Vanaf het begin af aan, zo hoorde hij toen pas, was er altijd bewaking in de buurt geweest. Onopvallend, want hij had het nooit gemerkt. Pieters familie had na het gedoe met de pers op de eerste dagen voorgesteld om eigen bewaking te regelen maar de ziekenhuisdirecteur had daarvan niets willen weten. Het zou te veel onrust geven voor de andere patiënten en het personeel. Zijn voorstel om het ziekenhuis de beveiliging te laten regelen, had de familie uiteindelijk geaccepteerd. Maar nu waren de rapen gaar! Jan in alle staten! En gelijk had hij. De beveiliging was ingesteld om te voorkomen dat de pers bij hem in de buurt zou kunnen komen en nu had iemand toch kans gezien die te omzeilen en foto's te maken. Twee dagen later bracht een groot landelijk ochtendblad de gemaakte foto's. Het werd gebracht met een heel verhaal eromheen.
Jan was niet alleen kwaad op de directeur van het ziekenhuis maar ook op zichzelf. Hij vond, achteraf gezien, dat hij de pers beter had moeten leiden. Dat hij wellicht toch wat vaker iets had moeten laten uitlekken zodat ze rustig zouden blijven en niet zelf op jacht zouden gaan naar nieuws. Toen Jan langs kwam en zijn beklag deed, beter gezegd zijn zelfbeklag, had hij daar niets van willen weten. 'Flauwekul, oom Jan!' Jan had hem raar aangekeken. Zijn betoog daarna was duidelijk geweest: leg de schuld daar waar hij hoort, de pers was binnengedrongen in het ziekenhuis, had daar niets te zoeken, had ongevraagd foto's van hem gemaakt. Jan was wat rustiger geworden maar hij had heel goed begrepen dat het Jan absoluut niet lekker zat. Op de vraag van Jan of hij wilde dat er werk van gemaakt zou worden, had hij een uitgesproken mening gehad: 'Nee, laten we verder gaan zoals we van plan waren. Laten we proberen te voorkomen dat ze achter onze huwelijksdatum komen.'
Het muisje had echter nog wel een staartje gekregen want toen in een gesprek op de dag erna de ziekenhuisdirecteur niet de garantie kon geven dat zoiets weer zou kunnen gebeuren, was voor Jan en David - door Astrid naar voren geschoven als medeonderhandelaar - de maat vol. Dan moesten er eigen beveiligers komen, was hun mening en dat was niet naar de zin van de directeur. Uiteindelijk voerden Astrid en Marion, achter de rug van de strijdende partijen om, overleg met Gerald. Hun insteek was een heel andere: Jasper zo snel mogelijk naar 'Boschlust'.
Gerald had de logica daarvan ingezien maar had niet meteen willen reageren op het gedane voorstel. Hij op zijn beurt voerde overleg met Manders en ook dat verliep niet zonder boze woorden. Gerald zou zijn oor te veel neigen naar de wil van de familie van de patiënt en de zorgzaamheid uit het oog verliezen, was de directeur van mening. Gerald wees hem er vervolgens op dat hij niet in loondienst van het ziekenhuis was. Dat hij lid was van een maatschap en verantwoording verschuldigd te zijn aan de patiënt, de familie van de patiënt en aan de maatschap. Even leek er een patstelling te ontstaan maar Gerald was diplomatiek genoeg om te voorkomen dat er voor alle partijen een bittere nasmaak zou blijven zitten aan deze affaire. Hij deed een poging Manders ervan te overtuigen dat hij de zorgzaamheid absoluut niet uit het oog zou verliezen en ontvouwde hem zijn plan.
En zo was het gekomen dat hij op de avond van donderdag 23e augustus met een lijstje voor vervolgafspraken naar 'Boschlust' werd gebracht. Dat had nog wel heel wat voeten in aarde want de pers was gealarmeerd, zo leek het. Jan had het idee, maar zei daarbij heel duidelijk dat hij zoiets nooit zou kunnen bewijzen, dat alles vooropgezet was. Dat de fotograaf doelbewust gestuurd was om de familie tot een door hen gewenste actie aan te sporen. Vanaf het incident waren er steeds mensen van de pers bij de hoofdingang van het ziekenhuis en bij de personeelsingang die de familie nog steeds gebruikte. Ook bij 'Boschlust' werd er op twee plaatsen gepost. De beveiliging daar werd uitgebreid en 24 uur per dag werd daar gesurveilleerd vanaf het verschijnen van de eerste mensen van de pers. Zijn thuiskomst werd dus bemoeilijkt en daarom werd er een plan de campagne opgesteld. Op die donderdagavond zou het lijken alsof hij gewoon bezoek zou krijgen. Afie en Jan zouden de rol van bezoekers spelen. Dat Pieter er die avond niet bij was, was niet vreemd. Dat was de laatste weken vaker voorgekomen. Op het moment dat het tweetal het ziekenhuis in zou gaan, zouden korte tijd na elkaar drie ambulances het ziekenhuis verlaten en ieder een andere richting kiezen zodra ze op de Ceintuurbaan waren. Twee waren leeg en in de derde zou hij liggen, begeleid door Jennie want dat was Geralds voorwaarde geweest. Zij zou leiding meten geven aan het team van verpleegkundigen die Jasper zou verzorgen op zijn nieuwe, tijdelijke onderkomen. De normale ingang bij 't Harde zou worden gemeden evenals de tweede die veel gebruikt werd door het personeel want ook die was bekend bij de pers. De chauffeur van de ziekenauto waarin hij lag volgde een route door Zwolle en reed vanaf een vooraf afgesproken plek achter een auto aan in de richting van de snelweg. Bij Zwolle-Zuid gingen ze de snelweg op en bij Oldebroek verlieten ze die om vervolgens over de provinciale weg verder te gaan. Het laatste stukje ging over een onverharde weg langs een boerderij. Aan het eind daarvan was een toegangshek naar 'Boschlust' die alleen gebruikt werd door de boer en zijn personeel om werkzaamheden te verrichten op het landgoed. Van dit hek wist de pers het bestaan gelukkig niet. Toen hij, aangekomen op het landgoed, op de brancard uit de ambulance was gehaald, had hij zijn ogen uitgekeken. Iedereen van de familie - behalve zijn tante en nieuwbakken oom - was er. Er stonden koetsen klaar met paarden ervoor. Pieter tilde hem van de brancard af alsof hij niets woog en plaatste hem in een koets naast opa Simeon. 'Welkom thuis, jongen,' had deze gezegd om vervolgens een deken over zijn benen te draperen. De ambulance was weggereden en Harm-Jan had het hek gesloten. Iedereen stapte in een koets en in een lange rij reden ze door de bossen terug naar het huis. De grandeur van het landhuis was op zich al een wijd opensperren van de ogen waard maar alle langs de weg geplaatste fakkels die het laatste stukje van de tocht hadden verlicht, alle opgehangen ballonnen en versiering hadden het tot een prachtig schouwspel gemaakt.
Bij de hoofdingang had de beveiliging een mooi staaltje toneelspel weggegeven. De bewakers waren regelmatig heen en weer gelopen en onderling hadden ze druk gesprekken gevoerd via hun portofoons. Op het moment dat Afie op het hek toegereden kwam, was de auto meteen omsingeld door de fotografen en werd er lustig op los geschoten. Jan was uitgestapt en had buiten de hekken de pers te woord gestaan terwijl Afie naar binnen was gereden. De verklaring van Jan was kort geweest: 'Een tiental minuten geleden is Jasper aangekomen op 'Boschlust'. Zijn gezondheid laat het toe om verdere verpleging, verzorging en revalidatie vanaf nu vanuit hier te vervolgen.'
Als Jasper terugdenkt aan de rit in de koets schieten de tranen hem in de ogen. Het was zo mooi geweest! Zo prachtig! Het was heel duidelijk dat iedereen blij was dat hij weer terug was uit het ziekenhuis. Hij had nog maar weinig echte herinneringen maar die aan die avond zal hij nooit vergeten.
Wennen aan het leven op 'Boschlust' was niet echt nodig geweest hoewel hij de eerste dagen wel flink verkouden was geweest. De temperatuur was heel anders dan in het ziekenhuis. Niet koud of zo maar wel anders. De verzorging was prima. Daar had Jennie wel voor gezorgd. Vanaf het moment dat besloten was dat Jasper naar huis zou gaan, had zij vrijaf gekregen om alles voor te bereiden. Voor haar en haar vriend, Ralf, was toen ook een bijzondere periode aangebroken omdat ze hun eigen flat verruild hadden voor een onbepaalde tijd wonen op een landhuis. Jennie heeft het nooit erg gevonden, zo mijmert hij. Vaak genoeg heeft ze tegen hem gezegd dat wennen aan eten dat driemaal per dag voor je klaar staat, een appartement dat elke dag weer schoongemaakt wordt, en al die andere hotelachtige dingen, niet echt moeilijk is. En dan was er ook steeds die gelukzalige glimlach op haar gezicht geweest. Bovendien, zo had ze hem toevertrouwd, hadden Ralf en zij nu veel meer tijd voor elkaar.
Opnieuw kijkt Jasper naar Pieter. Het wordt tijd om hem wakker te maken want anders worden ze straks gewekt door de een of ander en dat wil hij niet. Hij legt zijn hand op Pieters borst en begint hem te strelen. De hand glijdt strelend over Pieters buik naar beneden en verdwijnt in zijn boxer. "Wat? Geen harde vanmorgen?"
Pieter wordt op een heel lekkere manier wakker. De strelende hand van Jasper over zijn naakte lijf voelt heerlijk. En ja, de jongen heeft gelijk. Geen ochtenderectie vandaag. "Goedemorgen, schat. Is dat het eerste waar jij aan denkt bij het wakker worden?"
"Tuurlijk. Ik wil weten of je nog van me houdt, of je nog naar me verlangt!"
"Dat doe ik. Ook wel zonder een harde." Pieter hoort Jasper brommen, buigt zich naar hem toe en kust hem op zijn mond om het gebrom te laten stoppen. Eén van zijn handen gaat dan ook op verkenningstocht uit. Jasper ligt niet bloot naast hem. De eerste avond had hij dat wel geprobeerd maar al heel snel had hij het te koud gekregen en had Pieter hem geholpen bij het aantrekken van een T-shirt, boxer, sokken en een joggingbroek en die outfit heeft hij daarna steeds gedragen in bed. Hij brengt zijn hand onder het T-shirt en begint de borst en tepels van zijn vriend te strelen. Als hij zijn lippen van die van Jasper haalt, merkt hij dat het brommen opgehouden is en vervangen door licht gekreun. De hand gaat naar beneden en verdwijnt in Jaspers boxer. "Zeg, meneer! Wat krijgen we nou? Opmerkingen maken over mijn niet aanwezige ochtenderectie en zelf ook geen paal hebben?"
Jasper lacht. "Gek, hè! Elke ochtend is hij er geweest sinds ik hier ben maar nu lijkt het niet te willen. Zouden het de zenuwen zijn?"
"Ik denk het, schat. Voor mij in elk geval wel. Het is ook allemaal zo'n gedoe. En…ook een wel heel bijzondere dag."
"Ja, maar één waar we ook niet al te moeilijk over moeten doen."
"Je hebt gelijk. Alleen maar een formaliteit eigenlijk."
"Ja. Maar toch wel spannend omdat we bijna helemaal niets weten. Ze hebben alles voor ons verborgen gehouden!"
"Maar zo wilden wij het toch ook?"
"Ja. Dat wel maar… ik had toch de hoop dat er af en toe eens iemand zijn mond voorbij zou praten of dat we heel toevallig ergens tegen aan zouden lopen. Maar helemaal niets! Iedereen zwijgt als het graf. Zelfs uit Niels heb jij niets kunnen krijgen, want ik weet dat je dat geprobeerd hebt!"
Pieter glimlacht. Ja, zelf was hij ook reuze nieuwsgierig en hij had het idee gehad dat als hij iemand aan het praten zou kunnen krijgen, het zijn kleine neefje zou zijn. Even had het erop geleken dat hij iets zou zeggen maar toen had de jongen zijn lippen stijf opeen geperst, een hand voor zijn mond geslagen en was hij heel snel weggerend. "Ja, zelfs bij hem wilde het niet lukken."
"Logisch. Ik waarschuwde hem door een vinger tegen mijn lippen te leggen."
"Ohhh… maar je hebt gelijk. Zo is het goed. Heb je zin in seks?"
"Altijd, maar ik denk dat we beter kunnen zorgen dat we … "
"Niet zo veel denken, Jasper! Dat is ook altijd wat je tegen mij zegt als ik weer eens aan het denken sla."
"Ik had een alternatief in gedachten."
"Dus geen seks?"
"Nee, geilerd. Geen seks!" Jasper geeft aan dat hij in een lekker warm bad wil. En niet alleen. "En dan oranjebloesemolie erbij zodat we beiden heerlijk ontspannen zijn de rest van de dag. En dan… dan de hele dag alleen maar genieten."
"En dat zonder seks?" Pieter kijkt Jasper stralend aan en begint te lachen.
"Als je wilt, dan wil ik je wel pijpen hoor. Doe ik graag voor je," biedt Jasper aan.
"Nee, dat badderidee van jou wint het vandaag."
Wordt vervolgd op donderdag 18 december 2014.
Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk
In de regel reageer ik heel snel op reacties die ik toegestuurd krijg of zie op de site. Dit keer lukt mij dat niet omdat ik even van huis ben.
©Lucky Eye, januari 2013.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.
Een verhaal van Lucky Eye
Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
Hoofdstuk 24
Op vrijdag 7 september 2007 wordt Jasper wakker en kijkt meteen op de wekker op het kastje naast zijn bed. Het is al half acht. Hebben ze toch langer geslapen dan in de planning voor deze dag opgenomen was. Maar… geen wonder ook. Een gedeelte van de nacht had hij vreselijk veel pijn in zijn onderbenen. In het ziekenhuis was het ook af en toe voorgekomen en nu hier op 'Boschlust' voor de tweede keer. Ineens is er dan een vreselijke pijn in dat gedeelte van zijn benen waar hij na het gebeurde helemaal niets kan voelen. En toch pijn! Gerald noemt het fantoompijn. Het enige dat dan echt helpt is een shot morfine. Liever heeft hij zoiets niet maar gek worden van de pijn die maar niet lijkt weg te trekken, is ook geen oplossing. De afgelopen nacht heeft Pieter hem geholpen. De eerste keer dat het hier gebeurde was Clara, een van de verpleegkundigen, er om de injectie te geven maar ze had er toen op gestaan dat Pieter het ook leerde. En dus had hij zorgvuldig toegekeken op haar handelingen. Later, zo had hij begrepen, had hij het met haar een aantal malen moeten oefenen en vannacht hadden ze dus niemand nodig gehad. Een heel geruststellende gedachte. Er is altijd een verpleegkundige voor noodgevallen maar als ze zich zelf kunnen redden, dan heeft hij dat liever.
De laatste tijd is het alleen maar prachtig mooi zomers weer geweest en ook vandaag zal het opnieuw een prachtige, zonovergoten dag worden naar het zich nu al laat aanzien. Ondanks dat de gordijnen nog dicht zijn, is het al behoorlijk licht in de kamer. Jasper hoort de vogels buiten uitbundig fluiten en blijft een tijdje heel stil naar hen liggen luisteren. Mooi zo'n aubade op zo'n belangrijke dag, denkt hij. Hij draait zich om op zijn linkerzij. Omdat zijn onderbenen niet functioneren was het voor hem in het begin best lastig om een zo eenvoudige handeling uit te voeren maar oefening baart kunst, zo heeft hij geleerd. Als hij op zijn zij ligt, kijkt hij naar Pieter die in het bed naast hem ligt. Sinds zijn komst hier slapen ze 's nachts zo naast elkaar. Niet in één bed, dat zou nog mooier zijn, maar dit is een prima alternatief. Pieter ligt nog lekker, zonder laken en alleen in een lichtblauwe wijde boxer, te slapen. Hij snurkt iets. Jasper laat hem met rust. Hij heeft wel zin om zijn vriend plagerig wakker te maken door hem in zijn zij te kietelen maar hij weet zich te beheersen. Voor Pieter zijn die nachtelijke onderbrekingen niet prettig. Hij klaagt nooit als hij iets voor Jasper moet doen maar… zelf heeft hij er af en toe nog best moeite mee dat hij afhankelijk is van anderen. Het liefst… maar ja, niet zeuren, zo spreekt hij zichzelf vermanend toe. Het is zoals het is, en daar moet hij mee verder.
Op 'Boschlust' wonen heeft alleen maar heel leuke voordelen gehad. Het mooiste vindt hij dat iedereen gewoon in en uit kan lopen. Geen bezoekuren meer. Natuurlijk zijn er wel een aantal beperkingen. Zo is er op werkdagen van tien tot elf altijd fysiotherapie en daarna is het tot het middageten verplicht rust nemen voor hem. Na het eten opnieuw. Slapen als het wil lukken maar als dat er niet in zit gewoon rusten. De middag is daarna vrij in te delen. De eerste dagen was hij in zijn nieuwe, volgens het kleine grut supersnelle rolstoel op verkenningstocht gegaan door het huis. Niet altijd was dat even goed gegaan. De eerste keer had hij duidelijk te veel hooi op zijn vork genomen en had een van de personeelsleden hem teruggebracht naar zijn kamer omdat hij doodmoe was geweest. Hetzelfde was hem overkomen toen hij de afgelopen week voor het eerst helemaal alleen naar buiten was gegaan. Toen was het Astrid geweest die voor reddende engel gespeeld had. Nu na een paar dagen naar buiten geweest te zijn, weet hij beter wat hij kan en niet kan. Alles met mate en ondervinding blijkt weer eens de beste leermeester te zijn. Voor hem wel in elk geval.
Jasper vindt alle dagen heel erg mooi en vandaag is een heel bijzondere dag. Opnieuw luistert hij naar de vogels buiten. Zingen ze nou echt vrolijker dan anders? Of is dat maar omdat hij dat graag wil. Opnieuw kijkt hij naar Pieter. Zijn vriend is mooi. Hij ademt heel rustig nu. Hij is blij met zijn vriend. En ook blij dat hij hier nu samen met hem kan zijn. In het ziekenhuis hadden ze af en toe ook wel wat gezoend met elkaar maar hier hebben ze toch meer privacy. Alles wat Pieter voor hem doet, doet hij heel zorgzaam en liefdevol. Ja, met recht kan hij zeggen dat hij een geweldige vriend heeft en… wat nog meer is, vandaag wordt deze vriend zijn wettige echtgenoot.
Op die vrijdagmiddag in het ziekenhuis hadden ze met z'n vieren niets anders gedaan dan een datum voor het huwelijk prikken. De volgende dag was Astrid, als één van de ceremoniemeesters, er ook bij geweest en hadden ze de plannen nader uitgewerkt. Zijn moeder had pen en papier ter hand genomen - eens een secretaresse, altijd een secretaresse - en alles dat gedaan en geregeld moest worden vastgelegd. Het eerste punt was de ondertrouw. Omdat Pieter en hij beiden in Zwolle woonden, moest dat daar gebeuren. Een huwelijk kon pas gesloten worden vier weken na de datum van de ondertrouw en daar hadden ze de middag ervoor al rekening mee gehouden. Zijn moeder nam het op zich om de gemeente te bellen en ervoor te zorgen dat er zo snel mogelijk een ambtenaar van de burgerlijke stand naar het ziekenhuis zou komen. Toen hadden ze Gerald erbij geroepen. Altijd had de arts zijn vraag wanneer hij naar 'Boschlust' mocht om te revalideren beantwoord in vage termen. Maar toen Jasper hem vroeg of hij op vrijdag 7 september nog in het ziekenhuis of al op 'Boschlust zou zijn, kon Gerald niet langer om een duidelijk antwoord heen. 'Helaas ben je dan volgens mij nog hier,' kregen ze te horen van hem. Het was geen probleem. Hij zag hoe zijn moeder en de anderen naar hem keken maar hij schonk ze een heel duidelijke, echt gemeende, glimlach en had gezegd dat het er niet toe deed, dat hij ook in het ziekenhuis kon trouwen met Pieter. En met dat gegeven waren ze verder gaan plannen. Ze hadden geen details geregeld maar met elkaar de grote lijnen uitgezet. De invulling daarvan lieten Pieter en hij met een gerust hart over aan Astrid en David.
Alles kwam echter anders dan gepland. Niet wat de ambtenaar van de burgerlijke stand betrof. Die kwam woensdag tegen tienen op zijn kamer in het ziekenhuis en regelde de formaliteiten voor de ondertrouw. Ook de datum van het huwelijk en de plaats, werden aan hem doorgegeven. Hij kon het huwelijk voor hen sluiten en dat vonden Pieter en hij prima. Wel kreeg de man te horen dat er van hem niet verwacht werd dat hij een toespraak zou houden. Het enige dat hij zou moeten doen waren de wettelijk voorgeschreven handelingen. Toespraken zouden door andere mensen gehouden worden.
Ook het sluiten van het huwelijk in het ziekenhuis was geen probleem. Astrid maakte dat bespreekbaar en kreeg tijdens het gesprek daarover meteen toestemming maar wel onder een duidelijke voorwaarde. De directeur van het ziekenhuis wilde dat het geen mediacircus zou worden. Zoiets zou heel veel extra inzet van beveiligers vergen. Die toezegging kreeg hij van Astrid. De plannen zouden onder de roos blijven omdat de familie zelf ook geen belang had bij de aanwezigheid van de pers. Samen met Jan regelde ze dat hij in de week van het huwelijk de pers bezig zou houden met een verklaring in de kranten over Jaspers gezondheidssituatie en wat interviews op RTV-Oost en in De Stentor. Daarnaast zou er op zaterdag 8 september in dezelfde krant de reactie van Afie en Marion op het eerdere stuk van hun zussen verschijnen. Op 1 september zouden Hennie en haar moeder landen op Schiphol en daar afgehaald worden. Hoewel beiden zouden logeren op 'Boschlust' zou het interview met De Stentor worden afgenomen op 4 september in het huis van Astrid en David bij Kampen. Zo hoopte de familie dat van de voorbereidingen voor een huwelijk, niets merkbaar zou zijn.
Het eerste dat anders dan gepland was, was de terugkomst van Afie en Jan uit Parijs. Die zouden al eerder terugkomen maar deden dat pas op woensdag 8 augustus. Ze overlaadden de familie met cadeaus, verhalen en foto's en droegen ook allebei een ring. Natuurlijk wilde Marion meteen de ring van haar zus zien en toen Afie hem aan haar gaf en zij de ring in haar vingers ronddraaide, zag ze een inscriptie. In de ring stond gegraveerd: Jan 10-08-2007. Een datum in de toekomst? Met ogen groot van verbazing had Marion haar zus aangekeken. Afie's reactie was heel nuchter: 'En ga me nou niet vertellen dat je niet weet wat je vrijdag aan moet trekken!' Marion had eerst alleen maar kunnen lachen. Daarna was de omhelzing van haar zus gekomen en hadden ze beiden hun tranen van geluk de vrije loop gelaten. Afie en Jan bleken al weken eerder hun ondertrouw geregeld te hebben. Vrijdag de tiende augustus zou er op 'Boschlust' een ambtenaar van de gemeente Elburg komen om het huwelijk officieel te bekrachtigen. En, dat alleen in het bijzijn van de familie. Een feest zou er ook komen maar dat pas een week later. Een bruiloftsfeest omdat ze beiden daar niet omheen konden. Jan niet omdat hij nou eenmaal enorm veel mensen kende en Afie niet - volgens eigen zeggen - omdat ze bij zoveel collega's en oud-collega's op hun trouwerij geweest was en altijd had gezegd dat als zij zou gaan trouwen ze allemaal uitgenodigd zouden worden. En ja, belofte maakt nou eenmaal schuld. Toen Afie en Jan de volgende dag op bezoek kwamen, hadden ze hem alles over hun huwelijksplannen verteld en ook gemerkt dat er bij hem toch iets van teleurstelling was. Logisch ook! Zijn allerliefste tante ging trouwen en hij kon er niet bij zijn! Een oplossing was echter ook voor handen. 'Natuurlijk ben jij er vrijdag bij!' had Jan gezegd en daarna uitgelegd dat er met de moderne communicatiemiddelen alles mogelijk was. Vanuit zijn ziekenhuiskamer zou hij alles kunnen volgen en de hele familie zou hem ook kunnen zien. En zo was het gebeurd. Die vrijdagochtend was hij niet naar fysiotherapie gegaan maar had hij met drie verpleegkundigen naar de plechtigheid gekeken. Dat hij daarbij af en toe een traantje moest wegpinken was niet verwonderlijk.
Daarna ontvouwden de plannen voor het eigen huwelijk zich heel snel. Van alles en nog wat werd er geregeld. Er was regelmatig overleg met de ceremoniemeesters want de Tuinstraatjes wilden natuurlijk best het een en ander regelen maar het moest wel overeenkomen met dat wat Pieter en hij wilden. En op zich was dat eenvoudig genoeg. Zonder gedoe kon het natuurlijk niet maar niet al te veel poespas. Het liefst zouden ze het beiden net zo doen als Afie en Jan maar dat dat er niet in zat, begrepen ze ook heel erg goed. Wat wel overeenkwam was dat de ambtenaar niet geacht werd een praatje te houden. Ook in hun geval zouden anderen daarvoor zorgen. Wie? Jasper haalt een hand langs zijn voorhoofd. Het is hem nog steeds niet gelukt om daar achter te komen. Af en toe heeft hij wel geprobeerd wat te vissen maar het enige dat hij heeft gevangen is bot. Niemand heeft uit de school geklapt en dus is het afwachten wie er vandaag het woord zal gaan voeren. Hij verwacht dat het twee sprekers zijn: één voor Pieter en één voor hem. Maar ja… dat is maar een gedachte en meer ook niet.
Er kwam iets onverwachts. Mevrouw van Heijningen had een tweede periode waarin alles niet zo lekker liep. Weer een aantal dagen ziekenhuis. Hij had haar een paar keer opgezocht en opnieuw mogen ervaren dat ze een bijzondere vrouw was met een enorme diepgang. Langzamerhand verbeterde haar toestand zich weer maar alleen thuis wonen, zat er niet meer in, zo had ze hem op een middag verteld. Het moest een verzorgingstehuis worden en dat zag ze helemaal niet zitten. Hij vond het vreselijk voor haar. Als je zoiets niet wilt en toch moet… Gelukkig kwam er een goede oplossing. Marion stelde haar voor om naar 'Boschlust' te komen. Natuurlijk had zijn moeder dat vooraf besproken met Simeon en Astrid. Eerst had mevrouw Van Heijningen haar bedenkingen gehad maar nadat David en Astrid haar een keer hadden opgehaald voor een verkenningsbezoekje, zag ze het helemaal zitten. Opa Simeon vond het prachtig dat er opnieuw nieuwe bewoning kwam.
Het huwelijksfeest - en ook dat in bescheiden formaat - zou in een afgescheiden deel van de kerkzaal in het ziekenhuis zijn. Van zijn kant de naaste familie, vrienden van school en voetbal, en de buren van de Jan van Arkelweg. Van Pieters kant alleen zijn familie maar dan wel in uitgebreide vorm. Zijn oom uit Australië, een broer van zijn overleden vader, zou zelfs overkomen. Daarnaast heel wat vogeltjes, zoals Astrid had gezegd en hij wist wie daarmee bedoeld werden. Tot in de details werd alles geregeld. Gelukkig had hij al die kleinigheden niet meegekregen. Maar het bleek maar weer eens, hoe je dingen ook denkt onder controle te hebben, er hoeft maar iets te gebeuren en alles loopt anders.
Dat 'iets' was gekomen op maandag 20 augustus. Hij had in zijn rolstoel naast het bed gezeten en wachtte tot ze hem naar fysiotherapie zouden brengen. De deur van zijn kamer was opengegaan en een man in de witte kleding van een ziekenhuismedewerker was binnengekomen lopend achter een karretje. Hij had al heel wat verpleegkundigen, artsen en laboranten aan zijn bed gehad in de weken dat hij in het ziekenhuis lag maar was ervan overtuigd dat hij deze man nog nooit eerder had gezien. Vreemd, was de eerste gedachte die door zijn hoofd schoot. Het karretje was eentje zoals de laboranten vaak hebben. Daarop vervoeren ze al hun benodigde materialen. Terwijl hij de man zag binnenkomen, schoot hem nog iets door het hoofd. De bezoeker was ook niet aangekondigd. Altijd als er iemand kwam voor het een of ander, werd hem dat van te voren gemeld door een van de verpleegkundigen. En toch kwam er toen ineens een laborant. Alles in hem riep dat er iets niet klopte. Dat er iets niet goed zat. De man kwam met uitgestoken hand op hem af en wilde zich voorstellen maar in plaats van de hand van de man te pakken om die te schudden, drukte hij op de bel die aan zijn stoel hing. De man werd rood in het gezicht, vloekte, rende naar zijn karretje en haalde een fototoestel tevoorschijn waarmee hij meteen begon te knippen. Meteen boog hij zijn hoofd, drukte herhaaldelijk op de alarmbel en draaide de rolstoel zo dat hij met zijn gezicht naar de muur zat. Wat er daarna gebeurd was, had hij alleen maar van horen zeggen. Op het moment dat Petra binnengekomen was, had de man zich uit de voeten gemaakt waarbij hij haar omver had gelopen. Zij had meteen groot alarm geslagen. Het had echter niet mogen baten. De persmuskiet was gevlogen.
Op het incident was een reuze rel ontstaan. Jan Nelissen was woedend op de ziekenhuisdirecteur, de heer Manders, die hij verantwoordelijk hield voor de beveiliging. Vanaf het begin af aan, zo hoorde hij toen pas, was er altijd bewaking in de buurt geweest. Onopvallend, want hij had het nooit gemerkt. Pieters familie had na het gedoe met de pers op de eerste dagen voorgesteld om eigen bewaking te regelen maar de ziekenhuisdirecteur had daarvan niets willen weten. Het zou te veel onrust geven voor de andere patiënten en het personeel. Zijn voorstel om het ziekenhuis de beveiliging te laten regelen, had de familie uiteindelijk geaccepteerd. Maar nu waren de rapen gaar! Jan in alle staten! En gelijk had hij. De beveiliging was ingesteld om te voorkomen dat de pers bij hem in de buurt zou kunnen komen en nu had iemand toch kans gezien die te omzeilen en foto's te maken. Twee dagen later bracht een groot landelijk ochtendblad de gemaakte foto's. Het werd gebracht met een heel verhaal eromheen.
Jan was niet alleen kwaad op de directeur van het ziekenhuis maar ook op zichzelf. Hij vond, achteraf gezien, dat hij de pers beter had moeten leiden. Dat hij wellicht toch wat vaker iets had moeten laten uitlekken zodat ze rustig zouden blijven en niet zelf op jacht zouden gaan naar nieuws. Toen Jan langs kwam en zijn beklag deed, beter gezegd zijn zelfbeklag, had hij daar niets van willen weten. 'Flauwekul, oom Jan!' Jan had hem raar aangekeken. Zijn betoog daarna was duidelijk geweest: leg de schuld daar waar hij hoort, de pers was binnengedrongen in het ziekenhuis, had daar niets te zoeken, had ongevraagd foto's van hem gemaakt. Jan was wat rustiger geworden maar hij had heel goed begrepen dat het Jan absoluut niet lekker zat. Op de vraag van Jan of hij wilde dat er werk van gemaakt zou worden, had hij een uitgesproken mening gehad: 'Nee, laten we verder gaan zoals we van plan waren. Laten we proberen te voorkomen dat ze achter onze huwelijksdatum komen.'
Het muisje had echter nog wel een staartje gekregen want toen in een gesprek op de dag erna de ziekenhuisdirecteur niet de garantie kon geven dat zoiets weer zou kunnen gebeuren, was voor Jan en David - door Astrid naar voren geschoven als medeonderhandelaar - de maat vol. Dan moesten er eigen beveiligers komen, was hun mening en dat was niet naar de zin van de directeur. Uiteindelijk voerden Astrid en Marion, achter de rug van de strijdende partijen om, overleg met Gerald. Hun insteek was een heel andere: Jasper zo snel mogelijk naar 'Boschlust'.
Gerald had de logica daarvan ingezien maar had niet meteen willen reageren op het gedane voorstel. Hij op zijn beurt voerde overleg met Manders en ook dat verliep niet zonder boze woorden. Gerald zou zijn oor te veel neigen naar de wil van de familie van de patiënt en de zorgzaamheid uit het oog verliezen, was de directeur van mening. Gerald wees hem er vervolgens op dat hij niet in loondienst van het ziekenhuis was. Dat hij lid was van een maatschap en verantwoording verschuldigd te zijn aan de patiënt, de familie van de patiënt en aan de maatschap. Even leek er een patstelling te ontstaan maar Gerald was diplomatiek genoeg om te voorkomen dat er voor alle partijen een bittere nasmaak zou blijven zitten aan deze affaire. Hij deed een poging Manders ervan te overtuigen dat hij de zorgzaamheid absoluut niet uit het oog zou verliezen en ontvouwde hem zijn plan.
En zo was het gekomen dat hij op de avond van donderdag 23e augustus met een lijstje voor vervolgafspraken naar 'Boschlust' werd gebracht. Dat had nog wel heel wat voeten in aarde want de pers was gealarmeerd, zo leek het. Jan had het idee, maar zei daarbij heel duidelijk dat hij zoiets nooit zou kunnen bewijzen, dat alles vooropgezet was. Dat de fotograaf doelbewust gestuurd was om de familie tot een door hen gewenste actie aan te sporen. Vanaf het incident waren er steeds mensen van de pers bij de hoofdingang van het ziekenhuis en bij de personeelsingang die de familie nog steeds gebruikte. Ook bij 'Boschlust' werd er op twee plaatsen gepost. De beveiliging daar werd uitgebreid en 24 uur per dag werd daar gesurveilleerd vanaf het verschijnen van de eerste mensen van de pers. Zijn thuiskomst werd dus bemoeilijkt en daarom werd er een plan de campagne opgesteld. Op die donderdagavond zou het lijken alsof hij gewoon bezoek zou krijgen. Afie en Jan zouden de rol van bezoekers spelen. Dat Pieter er die avond niet bij was, was niet vreemd. Dat was de laatste weken vaker voorgekomen. Op het moment dat het tweetal het ziekenhuis in zou gaan, zouden korte tijd na elkaar drie ambulances het ziekenhuis verlaten en ieder een andere richting kiezen zodra ze op de Ceintuurbaan waren. Twee waren leeg en in de derde zou hij liggen, begeleid door Jennie want dat was Geralds voorwaarde geweest. Zij zou leiding meten geven aan het team van verpleegkundigen die Jasper zou verzorgen op zijn nieuwe, tijdelijke onderkomen. De normale ingang bij 't Harde zou worden gemeden evenals de tweede die veel gebruikt werd door het personeel want ook die was bekend bij de pers. De chauffeur van de ziekenauto waarin hij lag volgde een route door Zwolle en reed vanaf een vooraf afgesproken plek achter een auto aan in de richting van de snelweg. Bij Zwolle-Zuid gingen ze de snelweg op en bij Oldebroek verlieten ze die om vervolgens over de provinciale weg verder te gaan. Het laatste stukje ging over een onverharde weg langs een boerderij. Aan het eind daarvan was een toegangshek naar 'Boschlust' die alleen gebruikt werd door de boer en zijn personeel om werkzaamheden te verrichten op het landgoed. Van dit hek wist de pers het bestaan gelukkig niet. Toen hij, aangekomen op het landgoed, op de brancard uit de ambulance was gehaald, had hij zijn ogen uitgekeken. Iedereen van de familie - behalve zijn tante en nieuwbakken oom - was er. Er stonden koetsen klaar met paarden ervoor. Pieter tilde hem van de brancard af alsof hij niets woog en plaatste hem in een koets naast opa Simeon. 'Welkom thuis, jongen,' had deze gezegd om vervolgens een deken over zijn benen te draperen. De ambulance was weggereden en Harm-Jan had het hek gesloten. Iedereen stapte in een koets en in een lange rij reden ze door de bossen terug naar het huis. De grandeur van het landhuis was op zich al een wijd opensperren van de ogen waard maar alle langs de weg geplaatste fakkels die het laatste stukje van de tocht hadden verlicht, alle opgehangen ballonnen en versiering hadden het tot een prachtig schouwspel gemaakt.
Bij de hoofdingang had de beveiliging een mooi staaltje toneelspel weggegeven. De bewakers waren regelmatig heen en weer gelopen en onderling hadden ze druk gesprekken gevoerd via hun portofoons. Op het moment dat Afie op het hek toegereden kwam, was de auto meteen omsingeld door de fotografen en werd er lustig op los geschoten. Jan was uitgestapt en had buiten de hekken de pers te woord gestaan terwijl Afie naar binnen was gereden. De verklaring van Jan was kort geweest: 'Een tiental minuten geleden is Jasper aangekomen op 'Boschlust'. Zijn gezondheid laat het toe om verdere verpleging, verzorging en revalidatie vanaf nu vanuit hier te vervolgen.'
Als Jasper terugdenkt aan de rit in de koets schieten de tranen hem in de ogen. Het was zo mooi geweest! Zo prachtig! Het was heel duidelijk dat iedereen blij was dat hij weer terug was uit het ziekenhuis. Hij had nog maar weinig echte herinneringen maar die aan die avond zal hij nooit vergeten.
Wennen aan het leven op 'Boschlust' was niet echt nodig geweest hoewel hij de eerste dagen wel flink verkouden was geweest. De temperatuur was heel anders dan in het ziekenhuis. Niet koud of zo maar wel anders. De verzorging was prima. Daar had Jennie wel voor gezorgd. Vanaf het moment dat besloten was dat Jasper naar huis zou gaan, had zij vrijaf gekregen om alles voor te bereiden. Voor haar en haar vriend, Ralf, was toen ook een bijzondere periode aangebroken omdat ze hun eigen flat verruild hadden voor een onbepaalde tijd wonen op een landhuis. Jennie heeft het nooit erg gevonden, zo mijmert hij. Vaak genoeg heeft ze tegen hem gezegd dat wennen aan eten dat driemaal per dag voor je klaar staat, een appartement dat elke dag weer schoongemaakt wordt, en al die andere hotelachtige dingen, niet echt moeilijk is. En dan was er ook steeds die gelukzalige glimlach op haar gezicht geweest. Bovendien, zo had ze hem toevertrouwd, hadden Ralf en zij nu veel meer tijd voor elkaar.
Opnieuw kijkt Jasper naar Pieter. Het wordt tijd om hem wakker te maken want anders worden ze straks gewekt door de een of ander en dat wil hij niet. Hij legt zijn hand op Pieters borst en begint hem te strelen. De hand glijdt strelend over Pieters buik naar beneden en verdwijnt in zijn boxer. "Wat? Geen harde vanmorgen?"
Pieter wordt op een heel lekkere manier wakker. De strelende hand van Jasper over zijn naakte lijf voelt heerlijk. En ja, de jongen heeft gelijk. Geen ochtenderectie vandaag. "Goedemorgen, schat. Is dat het eerste waar jij aan denkt bij het wakker worden?"
"Tuurlijk. Ik wil weten of je nog van me houdt, of je nog naar me verlangt!"
"Dat doe ik. Ook wel zonder een harde." Pieter hoort Jasper brommen, buigt zich naar hem toe en kust hem op zijn mond om het gebrom te laten stoppen. Eén van zijn handen gaat dan ook op verkenningstocht uit. Jasper ligt niet bloot naast hem. De eerste avond had hij dat wel geprobeerd maar al heel snel had hij het te koud gekregen en had Pieter hem geholpen bij het aantrekken van een T-shirt, boxer, sokken en een joggingbroek en die outfit heeft hij daarna steeds gedragen in bed. Hij brengt zijn hand onder het T-shirt en begint de borst en tepels van zijn vriend te strelen. Als hij zijn lippen van die van Jasper haalt, merkt hij dat het brommen opgehouden is en vervangen door licht gekreun. De hand gaat naar beneden en verdwijnt in Jaspers boxer. "Zeg, meneer! Wat krijgen we nou? Opmerkingen maken over mijn niet aanwezige ochtenderectie en zelf ook geen paal hebben?"
Jasper lacht. "Gek, hè! Elke ochtend is hij er geweest sinds ik hier ben maar nu lijkt het niet te willen. Zouden het de zenuwen zijn?"
"Ik denk het, schat. Voor mij in elk geval wel. Het is ook allemaal zo'n gedoe. En…ook een wel heel bijzondere dag."
"Ja, maar één waar we ook niet al te moeilijk over moeten doen."
"Je hebt gelijk. Alleen maar een formaliteit eigenlijk."
"Ja. Maar toch wel spannend omdat we bijna helemaal niets weten. Ze hebben alles voor ons verborgen gehouden!"
"Maar zo wilden wij het toch ook?"
"Ja. Dat wel maar… ik had toch de hoop dat er af en toe eens iemand zijn mond voorbij zou praten of dat we heel toevallig ergens tegen aan zouden lopen. Maar helemaal niets! Iedereen zwijgt als het graf. Zelfs uit Niels heb jij niets kunnen krijgen, want ik weet dat je dat geprobeerd hebt!"
Pieter glimlacht. Ja, zelf was hij ook reuze nieuwsgierig en hij had het idee gehad dat als hij iemand aan het praten zou kunnen krijgen, het zijn kleine neefje zou zijn. Even had het erop geleken dat hij iets zou zeggen maar toen had de jongen zijn lippen stijf opeen geperst, een hand voor zijn mond geslagen en was hij heel snel weggerend. "Ja, zelfs bij hem wilde het niet lukken."
"Logisch. Ik waarschuwde hem door een vinger tegen mijn lippen te leggen."
"Ohhh… maar je hebt gelijk. Zo is het goed. Heb je zin in seks?"
"Altijd, maar ik denk dat we beter kunnen zorgen dat we … "
"Niet zo veel denken, Jasper! Dat is ook altijd wat je tegen mij zegt als ik weer eens aan het denken sla."
"Ik had een alternatief in gedachten."
"Dus geen seks?"
"Nee, geilerd. Geen seks!" Jasper geeft aan dat hij in een lekker warm bad wil. En niet alleen. "En dan oranjebloesemolie erbij zodat we beiden heerlijk ontspannen zijn de rest van de dag. En dan… dan de hele dag alleen maar genieten."
"En dat zonder seks?" Pieter kijkt Jasper stralend aan en begint te lachen.
"Als je wilt, dan wil ik je wel pijpen hoor. Doe ik graag voor je," biedt Jasper aan.
"Nee, dat badderidee van jou wint het vandaag."
Wordt vervolgd op donderdag 18 december 2014.
Reacties zijn welkom op de site maar ook via mijn mailbox: lucky_eye2@yahoo.co.uk
In de regel reageer ik heel snel op reacties die ik toegestuurd krijg of zie op de site. Dit keer lukt mij dat niet omdat ik even van huis ben.
©Lucky Eye, januari 2013.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.