Ook Kerst voor Pavel, maandag 30 december, deel 11.
Als we Pavel gaan helpen met douchen en aankleden is hij vrolijk. We volgen ons inmiddels gewone ritueel: samen met Pavel douchen en dan hem en onszelf afdrogen en helpen met zijn boxer, broek en sokken. We hebben er veel plezier bij. Zo is er altijd een vrolijk begin van de dag!
Het is morgen oudjaarsdag, vandaag dus een beetje een tussendag. Ik heb gisteravond voor ik in slaap viel nog even doorgedacht over het probleem van Pavel. In ons dorp woont een jongen in rolstoel. Dat is al ter sprake gekomen. Het is een klasgenoot van Nina, die kent hem. Onder het ontbijt, dat weer feestelijk is ook al zijn we gistermiddag pas teruggekomen uit Parijs, breng ik dit onderwerp ter sprake.
“Pavel, we hadden het gisteren over een jongen die hier in het dorp woont en ook in een rolstoel zit. Jij zei toen dat je hem wilde ontmoeten. Als dat zou kunnen, zou je hem dan vandaag willen ontmoeten? Jelmar is namelijk een klasgenoot van Nina. Nina heeft hem in de klassenapp, of misschien wel gewoon op WhatsApp.” Ik kijk Nina vragend aan terwijl ik samenvat waar we het over hadden. “Jelmar is een klasgenoot, ik heb contact met hem.” reageert ze.
“Zou je hem vandaag willen ontmoeten, Pavel” vraagt Aleksei. Pavel reageert enthousiast.
“Zou je willen vragen of hij vandaag tijd heeft om Pavel te ontmoeten? Anders volgende week?” vraag ik Nina.
“Tuurlijk” reageert Nina en pakt haar telefoon. Ze tikt er een uitgebreide boodschap in en dan is het afwachten.
Na een uurtje is er een reactie. Jelmar kan om een uur of 3 wel. Hij wil wel naar ons toekomen, het is ook goed als wij naar hem komen. Pavel reageert enthousiast. Nina maakt de afspraak. Pavel wil het liefst bij Jelmar kijken, hoe hij woont en leeft. Nina meldt dat ook aan Jelmar.
Na de lunch gaan we een spelletje doen. Om kwart voor drie vertrekken we richting het huis van Jelmar. Hij woont niet zo heel erg ver van de pastorie.
Jelmar doet zelf in zijn rolstoel open en geeft Pavel een hand. Mij kent hij van gezicht, zegt hij. En van Aleksei weet hij dat hij in de pastorie woont. We gaan eerst naar de woonkamer en maken kennis met zijn ouders en zijn oudere zus. Jelmar wil van alles van Pavel weten. Aleksei en ik vertalen.
Als iedereen uitgevraagd is gaan we naar de kamer van Jelmar. Jelmar heeft een eigen kamer, die achter het huis is gebouwd, met een eigen badkamer. Pavel kijkt daar verbaasd naar.
Jelmar legt uit dat hij sinds zijn geboorte niet kan lopen. Er is toen door de gemeente een aanbouw aan het huis gezet, zodat hij gewoon thuis gelijkvloers kan wonen.
“Waar moet jij dan nog bij geholpen worden?” vraagt Pavel.
“Ik hoef nergens bij geholpen te worden” antwoordt Jelmar, “ik heb geleerd alles zelf te doen.”
“Hoe douche jij dan en hoe kleed jij je aan en uit?” vraagt Pavel.
“Dat kan ik gewoon zelf. Dat heb ik geleerd in het revalidatiecentrum. Hoe doe jij het dan nu?” vraagt Jelmar aan Pavel.
“Aleksei en Almar helpen me. We gaan met zijn drieën onder de douche en zij douchen mij en zichzelf en drogen mij af en helpen mij met aankleden. Mijn boxer, broek, sokken en eventueel schoenen kan ik niet zelf.”
“Ik heb geleerd het zelf te doen. Ik zal je het wel laten zien. Jelmar rijdt naar zijn bed en maakt een transfer naar zijn bed. Als hij op bed zit laat hij zien hoe hij zijn broek uittrekt. En daarna hoe hij hem weer aantrekt. Pavel kijkt vol verbazing toe.
“Dus jij hoeft helemaal niet geholpen te worden? Nergens bij?”
“Neen, ik kan zelf een transfer maken van mijn rolstoel naar een andere stoel en naar de wc en kan me dan zelf redden. Ook in de douche gaat het op die manier. Kom maar mee, dan laat ik het je zien.”
Jelmar neemt ons mee naar zijn badkamer, die heel ruim is. Er staat een stoel op wielen waar hij op overwipt en die hij dan onder de douche rijdt. “Zo kan ik douchen. Ik droog me hier grotendeels af en de rest doe ik op bed. En dan kleed ik me aan.”
“Kan jij alleen niet lopen, of heb je nog meer problemen?” vraagt Aleksei aan Jelmar.
“Ik had ook nog hartproblemen. Daar ben ik een paar keer aan geopereerd en nu mag ik gewoon alles doen. Uiteraard kan ik niet de estafette lopen Ik zwem wel de estafette. Ik zit op de gehandicaptenzwemvereniging en train twee keer per week! Met trainen doen we wel eens een estafette.”
“Hoe kom je dan bij het zwembad?”
“Er komt een rolstoelbusje dat me ophaalt en weer terugbrengt. Zo ga ik ook naar school. Mijn ouders hebben ook een rolstoelbusje, die brengen me als zij kunnen en met dat busje gaan we ook op familiebezoek en op vakantie.”
“Mag ik je iets persoonlijks vragen?” laat Pavel Aleksei vertalen.
“Vraag maar, ik kijk wel of ik antwoord kan en wil geven.” reageert Jelmar.
“Ben jij, ook al kan je niet lopen, toch gelukkig? Het is wel erg persoonlijk, ik hoop dat je wilt antwoorden.”
“Weet je, ik ben niet anders gewend. Dat scheelt. Ik ben soms wel jaloers geweest op andere jongens die gewoon kunnen lopen. Maar dat verandert niets aan wat ik wel kan. Daar ben ik dus mee gestopt. Het jaloerse gevoel komt nog wel eens terug, maar steeds minder vaak. En dan alleen nog maar kort omdat ik tegen mezelf zeg: houd daar mee op! En verder kan ik echt alles wat anderen kunnen: ik ga naar school, kan gelukkig goed leren, ik ben gaan zwemmen en dat doe ik goed! Dus durf ik te zeggen dat ik gelukkig ben. Niet altijd, maar dat geldt voor iedereen, denk ik.”
“Dank je wel. Volgens mij ben je ook een denker. Net als Almar en ik. Ik heb nog één vraag, die durf ik niet te stellen, die is te persoonlijk.”
“Mag ik raden. Wil je weten of ik seks kan hebben?” Pavel knikt met een rood hoofd.
“Dat vind ik geen te persoonlijke vraag, voor jou wel een belangrijke. Ik kan me gewoon aftrekken. En dan kom ik klaar. Waarom vraag je mij dat?”
“Voor mijn ongeluk deed ik het ook wel. Daarna durf ik niet meer. Stel je voor dat ik het niet meer kan.”
“Ik zou het gewoon proberen. Ook daar kunnen ze misschien iets aan doen. Dat kunnen ze alleen als jij weet of het wel of niet kan. Ik begrijp je wel, dat je het niet durft. Gewoon proberen, Pavel, gewoon proberen.
Als jij hier langer blijft en naar school gaat, zullen we wel samen in het busje naar school gaan, omdat er dan maar één busje hoeft te rijden. Dan zien we elkaar nog veel vaker en kan je eens mee gaan om naar het zwemmen kijken.”
Als we teruggaan naar huis meldt Pavel dat hij heel blij is dat hij bij Jelmar heeft kunnen kijken. Dat hij nogmaals besloten heeft er helemaal voor te gaan. Mocht het niet lukken weer te lopen, dat hij nu toch ook verwacht dat het ook dan wel goed zal komen.