Aleksei en Almar,
Oleksiy i Alʹmar,
Олексій і Альмар,
deel 17.
Na het eten blijven we bij de camper hangen. We zitten rond te tafel en drinken wat. Er ontstaat weer een leuk gesprek. Nina waagt het en vraagt naar de moeder van Michel. Ze geeft aan dat als Michel en niet over wil praten, dat dat dan niet hoeft. Zij wil weten waar zij woont, wanneer Michel haar voor het laatst heeft gezien. Michel heeft kennelijk wel moeite om erover te praten, maar dan komt hij los.
Hij vertelt dat zijn moeder in Parijs woont maar vaak in Calais is, waar haar ouders wonen, omdat zij daar ook een huis heeft. Dat hij haar al bijna 6 jaar niet heeft gezien. Dat hij alle brieven en kaartjes van zijn moeder ongelezen en ongezien heeft weggegooid. Dat hij haar haat omdat zij hem verlaten heeft vanwege een vriendin en dus kennelijk niet om hem gaf. Dat hij daarom homo’s haatte, zoals hij ons bij de eerste ontmoeting heeft verteld.
Aleksei vraagt hoe hij daar nu tegenaan kijkt.
Michel zegt dat hij zich waarschijnlijk heeft vergist. Dat hij het eigenlijk ook niet meer weet. Dat hij van een moeder verwachtte dat die voor haar kind zou kiezen. Maar dat zijn moeder dat niet heeft gedaan. Dat hij daardoor heel erg teleurgesteld was. Hij miste ook zijn moeder.
Erik stelt Michel een vraag. “Als je je moeder miste, denk je dat je haar nu nog mist?”
“Ik weet het niet, ik had geen plek meer voor haar.”
Aleksei vraagt: “Als je mijn vraag vervelend vindt hoef je niet te antwoorden, ik weet niet wat ik vragen kan en wat niet. Denk je dat je moeder echt van je hield?”
“Ik weet het niet. Welke moeder laat nu haar kind achter bij een vader die er nooit is.”
Ik heb ook een prangende vraag. “Als je nu zou horen dat je moeder nog van je houdt, zou je haar dan willen ontmoeten?”
Michel kijkt wanhopig rond. Nina trekt hem naar zich toe en knuffelt hem. Er lopen een paar tranen over Michels gezicht. “Je mag huilen, Michel, huil maar, ik ben bij je, ik ben er voor je, huil maar.” fluistert Nina tegen Michel.
Michel legt zijn hoofd tegen Nina’s schouder en begint zachtjes te huilen. De wanhoop straalt van hem af. “Ik weet het allemaal niet meer. Ik weet het allemaal niet meer” fluistert hij.
“Ik voelde me in de steek gelaten. Dat voel ik nog steeds. Ik kon niet begrijpen dat mijn moeder er ineens niet meer gewoon elke dag was. Ik mocht één weekeind in de maand naar mijn moeder. Dat was altijd heel fijn. Maar dan moest ik weer terug naar mijn vader en die was er nooit, had nooit tijd voor mij. Mijn opa en oma waren er wel, maar dat is toch anders. Toen ik ontdekte dat mijn moeder een vriendin had en dat ze daarom niet meer bij ons woonde was ik heel kwaad. Ik heb haar gevraagd waarom ze me achter had gelaten en daar had ze eigenlijk geen goed antwoord op. Ze zei dat zij het ook erg vond mij achter te laten maar dat het niet anders kon. Ik was een stuk jonger en snapte het niet allemaal. Maar ik heb me toen voorgenomen dat ik niets meer met haar te maken wilde hebben. En dat is nog zo.”
“Kan het zijn dat je rond je moeder fout zat? Omdat je niet weet hoe alles in elkaar zit?” vraag ik heel voorzichtig.
Michel kijkt me betraand aan. “Ik weet het ook allemaal niet meer. Maar ik heb het waarschijnlijk nu helemaal verkloot, nu zal mijn moeder mij wel niet meer willen zien.”
“Ook dat weet je niet, Michel, ook dat zou wel eens anders kunnen zijn” fluistert Nina.
Michel begint weer te huilen. Nina aait hem over zijn rug en over zijn haar. Ze kust hem op zijn mond. Ik zie met hoe veel liefde. “Het is goed, Michel, het is goed. Als ik je er bij help, zou je dan willen proberen om weer contact met je moeder te zoeken? Of wil je dat nog steeds niet, of wil je dat graag alleen doen?”
“Alleen durf ik het echt niet” zegt Michel, “ik heb geen idee wat zij er van vindt, of ze boos of heel erg boos op mij zal zijn.”
“Michel, je was nog een kind, of beter gezegd: je bent nog een kind, in ieder geval haar kind. En je bent nog jong, zelfs jonger dan ik, nog geen 16. Mag je dan alsjeblieft van tijd tot tijd iets heel stoms doen, als het al stom was?”
“Ik weet het niet. Het is erg als je moeder weggaat omdat ze niet om je geeft, maar het is misschien ook erg als je kind je daarom niet meer wil zien, niets meer met je te maken wil hebben.”
“Dat is zo, maar als iets erg is en je kunt er iets aan doen wordt het misschien minder erg en misschien komt het wel goed. En dan zou je heel wat gewonnen hebben.”
Michel staart voor zich uit. Nina droogt zijn tranen.
“Zou je dat met mij en voor mij willen doen?” vraagt hij dan.
“Natuurlijk, Michel, natuurlijk wil ik dat. Als ik daarbij kan helpen zal ik dat graag doen. We kennen elkaar weliswaar nog niet zo lang, maar je moet weten dat ik heel veel om je geef. Dat doe ik vanaf het moment dat ik je ontmoette.”
Erik voegt daaraan toe: “Michel, ook wij mogen jou, vinden jou een heel aardige jongen. Daarom hebben we ingestemd met de vraag of jij mee kan op het tweede deel van onze vakantie. En ook wij willen je heel graag helpen als het gaat om je moeder. Echt, Michel, ook een moeder is belangrijk voor je. Wij weten dat en missen daarom ook de moeder van Almar en Nina.”
Nina knuffelt Michel, die nog steeds tegen haar aan hangt. Michel kijkt rond. “Weten jullie dat jullie de eerste mensen zijn in mijn leven waarbij ik echt voel dat jullie proberen me te begrijpen? Geen oppervlakkige kennissen, maar gewoon mensen waar ik blij mee ben omdat ik met hen kan praten over mezelf.”
Peter staat op. “Het wordt tijd om iets te drinken en voor het geval iemand weer trek heeft er misschien iets bij te eten. We komen hier op terug, Michel. En jij moet er bij ons op terug komen als je daar behoefte aan hebt. En morgen trekken we verder, moeten we een uur of 6 rijden naar Saint Malo. Dus: wie wil er wat drinken?”
Er komt een fles cola, een fles spa rood en een fles witte wijn op tafel.
“Michel, drink jij wel eens wijn?” vraagt Aleksei aan Michel, die inmiddels gewoon weer naast Nina zit.
“Officieel mag dat niet, dat weet ik ook wel, maar soms een half glaasje wijn krijg ik zowel van mijn vader als van mijn opa en oma.”
“Vindt je het lekker, dan?”
Ja, de eerste keer vond ik het smerig. Later begon het lekkerder te worden. Drinken jullie ook wijn?”
“Wel geprobeerd”, reageer ik. “Maar het smaakte niet. Misschien nog eens proberen?”
“Het is niet iets dat moet” reageert Erik. “Als je maar weet wat de gevaren van alcohol zijn. En dan kan je kiezen. Maar voor je 18e wat ons betreft alleen om te proberen. En op een feestje beperkt om toch mee te kunnen doen.”
“Dat is redelijk” zeg ik en Nina knikt ook. “En jij, Aleksei?” vraagt Michel.
“Ik vind het niet lekker. Bier niet en wijn ook niet.”
Dat was het hoofdstuk wijn. Ik haak daarop in.
“Ik heb je nog niet zien roken, Michel, rook jij?”
“Neen, ik vind de geur alleen al smerig. Dus ben ik er niet aan begonnen en zal ik dat waarschijnlijk ook nooit doen.”
“En drugs?” wil ik dan weten.
“Nog nooit geprobeerd. Jullie wel?”
Nina, Aleksei en ik schudden ons hoofd.
“Jullie boffen” zegt Michel tegen Erik en Peter, “jullie hebben verstandige kinderen!”
“Jij bent ook verstandig en bovendien: dat verstandige hebben ze van ons!” reageert Peter.
Hoe is dat mij jou gegaan, Michel, rond dat roken?”
“Mijn opa en oma hebben hun best gedaan. Ze hebben het me niet verboden, afgeraden. Maar omdat ik het smerig vind ben ik gewoon niet begonnen." Erik reageert: “Ik denk dat jouw opa en oma jou beter kennen dan je denkt. En misschien ook beter begrijpen waar je behoeftes liggen. Alleen zijn ze niet in staat dat voor je in te vullen. Dat komt doordat zij van een andere generatie zijn, maar ook omdat zij verantwoordelijk voor jou zijn. Ik geloof niet dat jij een lastig kind bent geweest, of vergis ik me?”
“Nou, neen, ik heb een hekel aan ruzie. En mijn opa en oma zijn heel lief voor mij. Zij doen echt hun best, maar hangen ook heel erg aan het protocol, zoals ze dat noemen. Wat heb ik daar mee te maken? Ik wil gewoon leven, jong zijn, genieten. En nu met jullie in neen camper geniet ik veel meer dan een week op ons jacht met waterskiën en lekker eten in de salon. Dank je wel, Nina, dat je in mijn leven gekomen bent.”
“Ik vind dat we al veel te lang serieus zijn. Zullen we een spelletje doen? Wat hebben we mee?” vraag ik.
We zoeken een bordspel uit de 10 spelen die we mee hebben. Dat gaan we spelen. Als het 10 uur is en het spel is afgelopen besluiten we via het toiletgebouw naar bed te gaan.
Aleksei en ik kruipen om half elf lekker tegen elkaar aan. “Morgen vroeg op, de tent afbreken en vertrekken naar Saint Malo. Dat is weer aan zee. Kunnen we in zee zwemmen. Het is alleen de Atlantische oceaan. Die is wel wat kouder! En daar zijn golven.” zeg ik.
“Zou jij met Michel willen ruilen?” vraagt Aleksei mij.
“Voor geen goud. Ik ben blij dat we hem kunnen helpen normaal vakantie te vieren. Elke dag in zo’n groot huis en op zo’n jacht dat ben je toch heel snel zat?”
“Denk ik ook” reageert Aleksei en begint mij te strelen en doet dan een greep naar mijn inmiddels knalharde piemel.
De volgende morgen maken Erik en Peter ons vroeg wakker. Peter gaat broodjes halen, Erik gaat met ons naar het toiletgebouw om te douchen. “En Nina en Michel?” vraag ik. “Die zijn al douchen, die zijn meteen vertrokken.”
“Woow” reageert Aleksei, “vroege vogels!”
Na het douchen hebben Peter, Nina en Michel de tafel klaar gemaakt. We genieten weer van de superverse croissants en stokbrood. “Als ik iets mis na deze vakantie is het dat verse brood” verzucht Aleksei. “Ik ga iets anders missen!” verzucht Nina. Michel kijkt haar verliefd aan.
Als we alles opgeruimd hebben, wij het koepeltje hebben afgebroken en opgeborgen en de stroomverbindingen hebben opgeruimd kunnen we vertrekken. We moeten de sleutel van de camperaansluitingen nog terugbrengen en Erik komt helemaal verbaasd terug. “Ik ben nog nooit zo hartelijk uitgeleide gedaan op een camping. Of we het naar onze zin hebben gehad, of we tevreden zijn en of we nog een keer terugkomen. Dat is me op een camping nog nooit gevraagd.”
Michel begint te lachen. „Dat komt vast door de bewaking. Die moeten afspraken maken met de camping en betalen daar ook voor. En dus weten zij dat wij belangrijk zijn…..”
“Wij zijn helemaal niet belangrijk.” reageert Nina.
“Toch wel! Jullie bezorgen mij een onvergetelijke week. En dat maakt jullie hééél belangrijk.”
We hebben een voorspoedige reis. Om de beurt kunnen we voorin zitten. Maar achterin met zijn vieren is het ook heel gezellig. Toch duurt de rit langer dan verwacht: we komen in een file terecht. Dat kost ons een uur. Als we aankomen is het al 6 uur geweest. Gelukkig hebben we een gereserveerde plek. Het is weer een mooie plek. Moderne campings hebben mooie camperplekken. We zetten de camper neer, we gaan er van uit dat we morgen hier op de camping blijven of naar het dorp lopen. Aleksei en ik zetten de tent op. We kunnen dat nu razendsnel nu we het al een aantal keren hebben gedaan. Omdat ons plekje heel beschut is en aan de rand van de camping stelt Erik voor dat Nina en Michel vannacht in de tent gaan slapen. Dus zij brengen hun spullen naar de tent en wij laten ze in de camper. Erik en Peter zijn aan de beurt om te koken en die hebben daar helemaal geen zin in, na een hele dag om en om achter het stuur. Dus gaan we in het restaurant op de camping eten. Michel zegt als we met zijn zessen aan een tafeltje zitten dat hij vandaag betaalt. Wij kijken hem verbaasd aan. “Mijn opa heeft mij op het hart gedrukt dat ik jullie niet alles mag laten betalen. Dus betaal ik vandaag het eten.”
Hij doet ook wat suggesties van wat lekker is. Hij raadt de slakken aan. Nina lijkt dat niets, maar Aleksei en ik doen met Michel mee en bestellen de slakken. Verder is er canard a l’orange, eend in sinaasappelsaus en ook daar gaan we voor. Maar dit doen we alle zes. Het valt ons bepaald niet tegen: het zijn alle twee heerlijke gerechten!
Terug bij de camper besluiten we naar de recreatiehoek te gaan en we nemen onze tafeltennisbatjes mee. Er zijn heel wat jongeren van onze leeftijd waaronder ook wat Nederlanders. Daar komen we mee aan de praat. Sommigen zijn hier al een week of langer. Wij melden dat we overmorgen weer weggaan. We krijgen vragen of Aleksei en Michel wel Nederlanders zijn. Dat leggen we uit en dan krijgen we meteen de vraag of we ook stelletjes zijn. Dat beantwoorden we met ja en een paar meisjes kijken heel teleurgesteld.
We hebben een leuke avond. We spreken af dat we morgen als het kan ’s morgens naar het zwembad gaan en ’s middags naar de zee. Dat doen de anderen ook. Wij hebben geen idee wat Erik en Peter van plan zijn, maar dat horen we wel als we weer bij de camper zijn.
Het is heel gezellig en we komen laat thuis. Erik en Peter zitten buiten. Het is de hele vakantie al heel lekker weer met warme nachten, zelfs hier aan de kust. We praten nog even na en we gaan met zijn allen naar het toiletgebouw. Nina en Michel kruipen in de tent, wij bouwen de dinette om tot bed. Aleksei probeert het bed uit en zegt dat hij dit nog lekkerder vindt dan de tent. Erik en Peter zeggen dat ze nog even buiten blijven. Kunnen wij nog even van elkaar genieten. En dat doen we, zoals elke avond. Wat een leven, zo samen op vakantie. Als we alle twee heerlijk zijn klaargekomen en ook nog tegelijk, onze buik hebben schoongeveegd kruipen we tegen elkaar aan. Naar mijn idee slapen we direct. We horen in ieder geval Erik en Peter niet binnenkomen. En ook niet vrijen, wat ze zeker ook hebben gedaan!
De volgende dag gaan we ’s morgens eerst de stad in. Als we terug zijn gaan we naar het zwembad. Daar treffen we een aantal van de Nederlandse jongeren die er gisteravond ook waren. Na de lunch besluiten we met zijn alleen naar het strand te gaan. Met grote badlakens mee kunnen we in zwembroek en T-shirt daar heen lopen. Het is een mooi breed strand. De zee is rustig voor de Atlantische oceaan. Dat zwemt lekker. Michel zwemt van ons alle vier verreweg het beste. Van de andere jongeren zwemt er niemand beter dan Nina en ik. Dus kan ook Aleksei aardig meekomen.
We laten ons op het strand opdrogen. En uiteraard krijgen we vragen over Erik en Peter.
“Wie is jullie vader?” vraagt een meisje.
“Ze zijn alle twee onze vader.” reageert Nina.
”Dat kan niet” zegt het meisje.
“Dat weten we ook wel, maar het is niet belangrijk wie onze biologische vader is. Wij hebben twee vaders.”
“Dat lijkt me heel bijzonder.”
“Voor ons is het heel normaal” reageert Nina.
“Hoe oud zijn jullie?” vraagt een jongen.
“Wij zijn een tweeling, we zijn dus even oud, alle twee 16.” reageer ik.
Dat jullie een tweeling zijn had ik al gezien.” zegt hetzelfde meisje. En jullie mochten alle twee een vriendje meenemen?”
“We hebben alle twee ons vriendje mee.” reageert Nina.
“Dat had ik dan weer niet gezien” reageert het meisje.
Aan het eind van de middag, we zijn wel 5 of 6 keer gaan zwemmen, gaan we naar de camper terug.
Vandaag koken Aleksei en ik en we maken een heerlijke ratatouille. En een soepje vooraf, voor de zouten vanwege het transpireren, zegt Erik altijd.
Na het eten vraagt Aleksei aan Nina en Michel of ze nog een nacht in de tent willen. Michel reageert enthousiast. Aleksei kijkt mij aan. “Helemaal prima, slapen wij morgen weer in de tent.”
“Mogen wij dan ook de tent afbreken?” vraagt Michel.
“Moeten, niet mogen”, reageer ik.
“Graag!” reageert Michel.
“Helemaal goed”, zegt Nina, “dan zetten wij morgen voor jullie de tent ook weer op!”
De laatste avond gaan we weer naar de recreatiehoek. We winnen van iedereen met tafeltennis.
De volgende dag komt Peter verrast van de receptie terug. Ook hier waren ze super beleefd en voorkomend. “Bewaking heeft kennelijk ook zijn voordelen.”
Van Saint Malo naar Boulogne Sur Mer is het weer een uur of 6 reizen. We zijn onderweg op een gegeven moment niet zo ver van Parijs af. Michel zegt dat hardop. “Wat bedoel je daar mee, Michel?” vraagt Peter.
“Van Boulogne sur Mer naar Parijs is het 3 uur met de auto. Ik heb het er met Nina over gehad dat als ik mijn moeder op wil zoeken samen met Nina, we dat misschien vanuit Boulogne sur Mer zouden kunnen doen. We zijn daar 3 nachten. Wat vinden jullie daar van?”
“Hoe had je dat gedacht? Hoe kom je in Parijs?” vraag ik.
“O, dat is heel simpel. De mannen van de bewaking hebben twee auto’s bij zich. Het is zo te regelen dat zij ons heen en weer brengen. Dat is het probleem niet. Het probleem is meer of jullie het goed vinden, of mijn moeder er is en het wil.”
Peter kijkt Nina aan. “Ik vind het prima. Michel en ik hebben het er al over gehad. Ik heb alleen als voorwaarde gesteld dat hij het zou vragen.”
“Kan jij je moeder bereiken, Michel?”
“Ik kan mijn opa en oma vragen om haar telefoonnummer.” reageert Michel.
“Wil je dat echt graag?” vraagt Erik.
“Ja, ik heb er over nagedacht en er met Nina over gesproken. Ik zou ze heel graag opzoeken, kijken hoe het gesprek gaat, als het kan mijn excuses aanbieden en kijken of er weer contact mogelijk is.”
“Nou, wat let je” zegt Erik. “Bel je opa op, leg het uit en vraag het telefoonnummer van je moeder. Bel dan je moeder en vraag of zij er de komende dagen is.”
Michel pakt zijn telefoon. Nina gaat naast hem zitten. Er is eerst een telefoontje met opa dat we nauwelijks kunnen verstaan. Michel praat zo snel. Op een gegeven moment zegt hij heel vaak merci. En dan beëindigt hij het telefoontje met een lach. Mijn opa is heel blij en zal het nummer appen. En die app komt even later binnen.
Dan kijkt Michel wat moeilijk. “Kom, Michel, je wilt het en je kunt het. Bel nu meteen. Dan ben je er van af. En ik ben bij je.” zegt Nina.
Michel tikt het nummer in zijn telefoon in. Er wordt bijna meteen gereageerd. Hij antwoordt in het Nederlands.
“Dag mamma, ik ben het Michel, hoe gaat het met jou?” Hij heeft een hoogrode kleur.
Zijn moeder zegt iets tegen hem.
“Ik ben denk ik niet zo aardig naar jou geweest. Als je met mij wil praten, dan wil ik graag morgen of overmorgen bij je langs komen. Als jij wilt. En dan breng ik mijn Nederlandse vriendinnetje mee.”
Zijn moeder reageert.
“Neen, ik zit in een camper. Ik reis mee met een Nederlands gezin dat ik heb leren kennen op de camping vlakbij ons chalet. We zijn nu op weg naar Boulogne Sur Mer. Als je me nog wil zien wil ik graag langskomen en met je praten.”
“O, ja, dat kan natuurlijk ook. Jullie zijn nu niet in Parijs. Als je dan daar naar toe wilt komen kan dat ook.”
Zijn moeder zegt weer iets.
“O, ja. Ik wil wel beeldbellen met jou. Wacht, dan zet ik de camera aan.” Michel zet de camera van zijn telefoon aan. Op zijn telefoon verschijnt een vrouw die zijn moeder is. Michel zet de luidspreker van zijn telefoon aan.
“Goh, jongen, wat ben jij veranderd. Wat ben jij groot geworden. O, wat ben ik blij dat je me belt. En ik wil je heel graag weer ontmoeten.”
“Nou, dat moeten we dat organiseren. Ik zal even laten zien hoe het er hier uit ziet. Hij draait zijn telefoon rond en vertelt wat er te zien is en als hij bij één van ons is vertelt hij wie wij zijn.
“Leuk, mon cherie, dat je me belt, je maakt me heel erg blij.”
“Ik ben nu ook blij dat ik je gebeld heb.”
“Ik zal even met Ilse overleggen wanneer ik kan komen. Maakt het voor jullie wat uit?”
Michel kijkt Peter aan. Die overlegt even met Erik, die achter het stuur zit.
“Neen hoor, morgen en overmorgen is alle twee prima..”
“Ok, als ik met Ilse heb overlegd laat ik het je weten.”
“Fijn” zegt Michel.
“Tot snel, mon grand fils.” reageert zijn moeder.
Michel verbreekt de verbinding. Hij heeft tranen in zijn ogen en nog steeds een kleur van.
“Ze noemde mij: 'mon grand fils' "
Hij valt even stil. "Mon grand fils, zei ze."
Hij haalt een hand door zijn ogen. Michel is geëmotioneerd. Dan herpakt hij zich.
"Mijn moeder is niet in Parijs, maar in Calais, in haar huis in de buurt van haar ouders. Dat is maar een half uur van Boulogne sur Mer. En dus stelt ze voor naar ons toe te komen. Ze overlegt met haar vriendin.”
“Wil je dat ze alleen komt of met haar vriendin? “ vraagt Nina praktisch.
“Dat weet ik eigenlijk niet. Contact met mijn moeder betekent natuurlijk ook contact met Ilse.”
“Hoe heet jouw moeder?” vraagt Aleksei.
“Mijn moeder heet Manon. Haar vader is ook Frans, haar moeder Nederlands.”
“Dat zijn dus ook je opa en oma, je andere opa en oma. Die hebben je ook heel lang niet gezien. Wil je die ook weer zien?”
“Dat denk ik wel, maar niet allemaal tegelijk.”
“Dat begrijp ik” zegt Nina.
Het is tijd voor een stop. We moeten ook tanken.
Erik komt achter het stuur vandaan.
“Mag ik je een voorstel doen, Michel?”
Michel kijkt Erik aan. “Natuurlijk.”
“Wat vind je van het volgende. Jouw moeder, Ilse en haar ouders komen met elkaar naar de camping. Ilse en de ouders van je moeder gaan ergens op een terras zitten. Als je met je moeder hebt gepraat kan je beslissen of je hen ook wilt ontmoeten. En dan zijn ze al in de buurt en is dat snel te regelen.”
Erik heeft wel vaker dat soort goede ideeën. We kijken allemaal Michel aan. Die denkt even na. “Ja, dat lijkt me een heel goed voorstel. Eigenlijk ga ik er niet meer van uit dat het niets wordt. Ik denk dat we gewoon weer contact gaan hebben. Ik wil eigenlijk dolgraag. En dat na een paar dagen, sinds ik jullie ken.”
“Mooi, wil je dat als we zo weer gaan rijden dan aan je moeder doorgeven. Kan ze daar rekening mee houden.”
We willen boodschappen doen, maar Michel zegt dat hij ons vanavond weer wil trakteren op een etentje. Zijn opa heeft nogmaals gezegd dat hij dat moet doen. Dat accepteren we natuurlijk van harte.
“Maar daarmee kom je niet van je kookbeurt af” reageer ik. “Dan koken Nina en jij morgen.”
“Graag” reageren Michel en Nina tegelijk.