Aleksei en Almar,
Oleksiy i Alʹmar,
Олексій і Альмар,
deel 11.
Langzaam wordt het donker. Ik kijk Aleksei aan. “Hoe zouden jullie het vinden om straks als het donker is nog een keer te gaan zwemen?” vraag ik.
“Is dat dan niet gevaarlijk?” vraagt Iryna.
“Waarom zou het gevaarlijk zijn?” vraagt Aleksei.
“Weet niet, het is donker, dus dan zie je niets.” reageert Iryna.
Nou, als de maan schijnt zie je genoeg. Dat is nu juist het leuke aan in het donker zwemmen” reageert Aleksei. Wij doen het altijd als wij op de boot blijven slapen.”
Ze beide meiden kijken Aleksei vol ongeloof aan. “Maar mag dat dan?” vraagt Klarysa.
“Waarom zou het niet mogen?” vraag ik. “Er is hier verder niemand, niemand heeft er dus last van en het water is nog net zo lekker als eerder!”
“Het lijkt me eigenlijk wel spannend.” zegt Irina. “Ik heb het nog nooit gedaan. En als je genoeg kan zien, waarom zouden we het dan niet doen?”
Als het donker wordt gaan Aleksei en ik het water in. Dan volgen de meiden. Als zij naar ons toe zwemmen vraag ik hen: “hoe vinden jullie het?”
“Lekker” reageert Iryna.
“Leuk” reageert Klarysa.
Wij zwemmen bij hen weg en zij volgens ons.
Alles loopt lekker, de meiden vinden het leuk en ik zie dat Aleksei dat het leuk vindt dat zij er van genieten. Dat wij even samen niets kunnen doen vind ik geen probleem: wij halen straks de schade wel in.
Als we lang genoeg hebben gezwommen stel ik voor terug te gaan. Iryna en Klarysa zullen het eerst de boot op gaan en zich dan afdrogen. Dan gaan ze naar de tent wat kleding opzoeken en maken wij van de gelegenheid gebruik onszelf af te drogen en wat aan te trekken. De meiden komen nog even terug om te melden dat zij gaan slapen. Wij wensen hen welterusten en ze vertrekken naar de tent. Daar horen we ze nog wat lachen en dan wordt het al snel stil. Wij maken de boot droog die natter is geworden dan normaal. Maar dat is snel klaar en we pakken één slaapmatje en de twee slaapzakken. We leggen alles klaar, trekken de dektent voor een deel naar achteren en kleden ons uit.
We nemen even de tijd voor elkaar en gaan dan ook slapen.
En de volgende dag worden wij zoals bijna altijd met het zeilen door de zon gewekt. Ik kijk even rond en er is nog niemand te zien bij de tent.
“Wat gaan we doen” vraag ik Aleksei.
“Met zwemmen maar wachten tot je zussen er zijn? Is wel zo leuk” reageert Aleksei.
“Dan gaan we het ontbijt voorbereiden voor in de boot, zodat we achterin in en uit het water kunnen.” suggereer ik.
“Als altijd heb jij het goede voorstel” reageert Aleksei.
“Omdat ik al mijn hele leven zeil, daardoor heb ik de nodige ervaring.” reageer ik.
We maken alles klaar en dan komen twee slaperige hoofden uit de tent. “Hebben jullie lekker geslapen?” vraagt Aleksei. “Ja”, klinkt het uit twee monden.
“Zullen we dan eerst onder de douche gaan?” vraag ik.
“Waar is die douche dan?” Vraagt Iryna.
“Ik wijs op het meer. “Zwemmen om wakker te worden.” reageer ik.
Het wordt weer een leuke dag. We zeilen de morgen, gaan dan terug naar de tent om te eten. Daarna breken de meiden met mijn hulp de tent af, we stouwen alles zo veel mogelijk in het vooronder en zeilen dan met grote bogen terug naar huis. Daar zijn we om een uur of 5, mooi op tijd om alles op te ruimen en daarna nog even gezellig bij elkaar te zitten. Erik, Peter en Nina komen er bij zitten en we vertellen wat we allemaal hebben gedaan en dat is nogal wat! Ik kan het niet laten te vertellen dat de meiden voor het eerst in het donker hebben gezwommen. Erik vraagt hoe ze het hebben gevonden. Ze kijken eerst wat bang mijn kant op. Dus zeg ik: “Wij hebben toch verteld dat we dat hier heel gewoon vinden?"
Klarysa reageert spontaan: “Spannend en leuk.” En Iryna vult aan: “Het was voor ons de eerste keer en ik vond het ook spannend en leuk.”
“Genoeg hierover. Wie wil er nog wat drinken?” voeg ik toe. Ik pak de flessen en vul de glazen bij. Ander onderwerp.
Ze blijven nog bij ons eten en dan gaan we met zijn vieren naar de pastorie, want ik slaap vannacht bij Aleksei.
Als we bij de pastorie zijn blijken de ouders van Aleksei in de tuin te zitten. Ik vraag eerst of zij leuke dagen hebben gehad.
“Het was wel erg rustig zonder kinderen, maar we hebben een paar leuke dingen gedaan.” En ze vertellen enthousiast wat ze hebben gedaan.
Allemaal zijn we door twee dagen buiten en in de zon een beetje moe. We besluiten dan ook op tijd naar bed te gaan.
In bed praten Aleksei en ik nog na over deze dagen. “Ik heb mijn zussen nog nooit zo veel nieuwe dingen zien doen” reageert Aleksei.
“En ik heb ze nog nooit zo veel Nederlands horen praten”, voeg ik toe.
“Het waren bijzondere dagen voor hen maar ook voor ons!”
“Ben ik met je eens. En ik vond het ook héél leuk!”
We kunnen weer niet van elkaar afblijven. Hoeft ook niet. We houden van elkaar en willen dat laten zien. En dat doen we ook. En hoe!
Onze vakantie komt steeds dichterbij. We bereiden steeds meer voor. De tent zetten we op, maken we schoon en maken we klaar voor de vakantie. We pakken de slaapmatjes en onze slaapzakken in en alles wordt klaar gelegd. We maken ook een lijstje van de kleren die we mee moeten hebben. En de andere dingen, zoals zwembrillen, flippers en zelfs mijn stuntvlieger maak ik klaar. Aleksei heeft daar nog nooit mee gevliegerd!
We kunnen nog 2x een middagje zeilen, ik één keer met Nina en ook één keer Nina en ik samen met Aleksei. Ook Nina valt het op hoe goed Aleksei kan zeilen.
Dan komt de dag voor de dag van vertrek. Peter en Erik hebben de camper opgehaald. Wij hebben alles klaargelegd. Dus is de camper zo ingeruimd. Er is plek genoeg voor alles, de tent en wat er bij hoort gaat in een zijvak aan de buitenkant.
’s Avonds komen de ouders van Aleksei en uiteraard Aleksei en zijn zussen bij ons eten. Dan krijgen ze de sleutel van onze stationcar zodat zij morgen ook kunnen vertrekken. De tent hebben ze al eerder opgehaald en met Peter opgezet.
Daarna nemen Aleksei en zijn ouders en zussen afscheid voor drie weken.
“Zal je me missen?” vraagt Iryna.
“Wat denk je?” reageert Aleksei.
“Elke minuut!” antwoordt Iryna.
“Je hebt gelijk” zegt Aleksei, “dat overleef ik niet. Laten we het maar afblazen.”
“Neen”, roept Klarysa, “niets afblazen. Wij willen weg en ook al mis ik Aleksei vreselijk, ik zal er niet over zeuren.”
“Mooi, je hoort het, Iryna, je hebt niets te vertellen…..” reageert Aleksei.
“Dan ga ik jou ook niet missen.” besluit Iryna de discussie.
We nemen met knuffels afscheid.
We vullen de vaatwasser, ruimen op en gaan slapen. Morgen zijn we vast vroeg wakker.
“Hoe gaat dat met eten in een camper?” vraagt Aleksei als we in bed liggen.
“Nou. Heel gewoon, koken, tafel dekken, gaan zitten, opscheppen en eten.” reageer ik.
“Neen, echt?” reageert Aleksei.
“Je lijkt mijn zus wel.”
“Nou, ik zal haar net zo hard missen als zij mij. Dat valt dus allemaal wel mee. Ik denk dat dat met een tweeling wel anders zit.” voegt Aleksei toe.
“Dat weten we eigenlijk niet zo. We zijn nooit lang zonder elkaar geweest, want bijvoorbeeld met meerdaagse schoolreisjes gaan we ook al zitten we in parallelklassen, toch meestal tegelijk op schoolreis.”
“Dat had ik met mijn zus niet, maar we misten elkaar niet echt. Ruzie maken deden we niet overdreven veel, maar wel regelmatig. Hadden jullie dat ook?”
“Neen, als Nina iets niet leuk vond wat ik deed merkte ik dat. En dan stopte ik. En zo ging het ook omgekeerd. Dat is misschien het leuke van een tweeling zijn.”
“Ik ga dat drie weken meemaken. Ik verheug me er nu al op” reageert Aleksei.
We gaan snel slapen. Morgen vroeg op.
En dat doen we de volgende morgen: we douchen om kwart voor zeven. Bedoeling is dat we tussen half acht en acht uur vertrekken.
Uiteraard zijn Peter en Erik al op als we beneden komen.
“Hoe doen jullie dat?" vraagt Aleksei. “Wij gaan eerder naar bed en jullie later en jullie staan eerder op en wij later.”
“Tja, een kwestie van efficiënt slapen” reageert Erik.
Aleksei kijkt hem verbaasd aan.
“Hoezo?”
“Aleksei, voordat we vertrekken één goede raad: als Erik iets zegt dat je merkwaardig vindt en dat gebeurt vast heel vaak, moet je hem niet geloven!” stelt Peter.
“Dat lijkt me heel moeilijk, ik ben erg goedgelovig” zegt Aleksei met een knipoog naar mij.
Wij brengen onze laatste spullen naar de camper. Als ook Nina heeft gedoucht ontbijten we met elkaar. En na een klein afwasje gaan we vertrekken.
Omdat Aleksei nog nooit in een camper heeft gereden ga ik met hem voorin zitten en gaan Nina en Erik achterin aan de tafel zitten. Peter rijdt het eerste stuk. We zullen over Luik naar Frankrijk rijden en plannen onze eerste stopplek bij Nancy of Metz. De rit gaat voorspoedig, het is geen vrijdag of zaterdag, zodat we niet met zwarte zaterdagen of zo iets te maken hebben.
“Hoe vindt je het reizen met een camper?” vraag ik hem.
“Leuk, je zit veel hoger dan in een auto en kan over heel veel heen kijken. En wat kan Peter goed met zo’n groot bakbeest overweg.”
“Dat klopt, want het is de zoveelste keer dat we met een camper gaan.” Ik kijk Peter aan. “Hoe oud waren wij toen jullie voor het eerst een camper huurden?”
“Daar zijn we al heel vroeg mee begonnen. Volgens mij toen jullie 4 jaar waren. Toen konden jullie dus gewoon door de bus lopen en naar de wc als dat nodig was. En spelen aan de tafel. Jullie kregen altijd als we weg gingen iets waar je een hele tijd zoet mee was. Voor jou was dat Lego. Je bouwde al heel vroeg van alles van Lego, dus daar was je altijd dolblij mee, Duplo vond je al snel te makkelijk. Voor Nina ook iets van Lego maar dan zoiets als Lego friends met veel beestjes.”
“Ja, reageert Nina van achter uit de bus, “Ik kon nooit wachten tot we weg zouden gaan. Waarom krijgen we nu niets? Ik verveel me zo!”
“Je had toch je leerboeken wiskunde mee kunnen nemen?” reageer ik. “Dan heb je volgend jaar een 9 in plaats van een 8!”
Langzaam vorderen we richting Luik. Als we de grote tunnel die onder de stad door loopt hebben gehad zoeken we een eerste stopplekje, na goed 3,5 uur rijden en één wissel tussen Peter en Erik. Het is een plekje met een benzinestation en een restaurant en winkel, dus er zijn toiletten en daar maken we gebruik van. Dan drinken we wat in de camper en eten er wat bij. Op naar de volgende etappe. Die rijdt Peter eerst en daarna Erik.
Na weer 3,5 uur komen we in de buurt van Nancy. We hebben Luxemburg gehad. Als we bij Nancy zijn zoeken we onze camping op. Peter heeft onderweg gebeld en een plekje gereserveerd. Het is voor 2 nachten, zodat we één dag Nancy in kunnen gaan. We hebben een camperplek met ruimte voor een tent en dat is een mooie plek, door hegjes gescheiden van de andere plekken. Erik zet de camper zo dat er ruimte achter is voor de tent en het zitje, met de luifel uit gewoon heel knus.
We sluiten de elektriciteit en het water aan en wij zetten snel onze tent op. Er komt een stroomkabeltje van de camper naar onze tent zodat wij ook stroom hebben om de telefoons op te laden en om wat licht te hebben. We hebben nu 7 uur gereisd maar omdat we vroeg zijn vertrokken is het pas eind van de middag als alles klaar is.
Peter en Erik overleggen met ons. Het voorstel is dat we vandaag in de camper eten, dus zelf koken en morgen de stad in gaan en dan aan het eind van de dag in de stad eten. Dan kunnen we overmorgen weer op tijd verstrekken. Het voorstel is om naar Fleurie te gaan. Dat ontlokt een vreugdekreet bij Nina en mij. Aleksei kijkt me verbaasd aan. “Ken jij Fleurie dan en is het leuk?” vraagt bij.
Nina antwoordt: “Het is een super-camping, we zijn er al vaker geweest. Zwembad, tafeltennistafel, sportveld en nooit heel druk. Hij is van de gemeente en net als hier zijn er ook plekken met heggen er om heen. Je loopt vanaf de camping zo het leuke dorp in. ’s Morgens bij de bakker verse croissantjes halen. En vers stokbrood. Doen we hier morgen ook maar dan in de campingwinkel.”
“Ik ben heel benieuwd!” zegt Aleksei.
Ik neem het van Nina over. “Fleurie is de naam van een wijn. De plaats ligt in de Beaujolais, een speciaal wijngebied. Met tien gemeenten waar ze hun eigen wijn hebben. Dat is dan de Fleurie-wijn, een zogenaamde Cru de Beaujolais, net als de Morgon, de Brouilly, de Chenas (daar is een kasteel) de Moulin a Vent (daar is een molen) en zo nog wat meer plaatsen. Het is een mooi gebied. Nina en ik, maar ook Erik en Peter, zijn er dol op.
“Ik heb vandaag van hier uit ook voor 4 nachten geboekt In Fleurie. Kunnen we er 3 dagen zijn. Lekker wandelen. Wat in de omgeving rondrijden. Daarna zien we wel verder.” Vult Erik aan.
Aleksei kijkt me vragend aan. “Gaan jullie met de camper van de camping af?”
“Ja hoor, als dat zo uitkomt. Als we daar ook staan zoals we hier staan kan de tent gewoon blijven staan. We hoeven alleen maar de stroom en het water los te koppelen en als we terug zijn weer aan te koppelen. Het voordeel van een camper.”
“Wat een mogelijkheden. Had ik allemaal niet gedacht.”
“Soms namen we ook fietsen mee. Maar met zijn vijven is dat niet te doen.”
Intussen hebben Peter en Erik gekookt. “Als we in Fleurie zijn mogen jullie ook een keer koken.” zegt Erik tegen ons.
“Graag” zegt Aleksei, “koken vind ik leuk. Ga ik misschien iets Oekrains koken, kan Almar dat ook leren.”
We dekken snel de tafel. Dat kan buiten onder de luifel. Het is best warm en Aleksei en ik trekken onze t-shirts uit. Peter en Erik hebben al een hemd zonder mouwen aan en Nina een korte broek met een bovenstukje.
Na het eten wassen we af en dan gaan Aleksei en ik de camping verkennen. Nina blijft bij de camper. Er zijn hier ook wat sportvoorzieningen en er is ook een zwembad. Het is smoordruk in het zwembad. Dat trekt ons nu niet. Misschien morgen vroeg? Ik vraag aan de persoon die bij de ingang staat hoe laat het zwembad open gaat. Om 9 uur pas. Dus dat wordt ook niets: we moeten Nancy in.
’s Avonds zitten we nog best lang onder de luifel. Het is gezellig en we hebben van alles te drinken. Erik en Peter zitten aan de regionale wijn. Wij hebben allerlei soorten frisdrank. Ik probeer de regionale wijn en die is best lekker: een beetje zoet. Ook Aleksei en Nina proeven en ook zij vinden het lekker. Dus krijgen we alle drie een klein glaasje. Omdat het vakantie is.
Als we naar bed gaan maken we er een vluggertje van: we trekken elkaar af en kruipen tegen elkaar aan en slapen voordat we welterusten hebben gezegd. Een dag dat we weinig hebben gedaan maar reizen maakt kennelijk ook moe. De indrukken?
De volgende dag wekt Nina ons. “Jongens, het is al 8 uur geweest, jullie moeten douchen en dan gaan we ontbijten. Ik heb al croissantjes en stokbrood gehaald. Dus hop: eruit.”
Aleksei schrikt. We liggen tegen elkaar aan met alle twee een ochtendstijve en Nina heeft dat gezien. Ik stel hem gerust. “Je weet dat Nina en ik heel open zijn, dus maak je niet ongerust: Nina begrijpt ons wel. Net als Peter of Erik, als die ons waren komen wekken. Geen probleem Aleksei.” Aleksei kijkt gerustgesteld.
“Wat is dat boffen met een tweelingzus.”
“Aleksei, ook jouw zussen zouden daar niet moeilijk over doen. Als ze het maar gewend zijn.”
“Niet met een slappe piemel, maar met een ochtend stijve piemel, ik weet het niet.”
“Ik denk dat het wel mee zal vallen. Ook zij hebben internet!”
We moeten opstaan en dat doen we. We pakken onze toiletspullen en gaan naar de douche. Daar duiken we samen in een douchecabine. Als we gedoucht hebben, best wel met een beetje haast, stappen we er alle twee uit en lopen tegen een jongen aan die zegt: “Bah, vous les sales gays.“
Ik kijk hem aan en reageer: “Eh bien, problème avec ça?”
“Sale. Je m'en tiens à ma copine.”
"Alors j'espère que tu es très heureux avec elle."
Hij loopt weg en wij lopen naar onze plek.
“Wat was dat?” wil Aleksei weten.
“Iemand die moeite heeft met homo’s” antwoord ik.
“Was het erg vervelend?”
“Neen, mijn Frans is goed genoeg.”
“Dat bedoel ik niet, dat weet jij ook wel.”
“Het stelde niets voor, dat zullen we hier wel vaker meemaken. Fransen zijn erg aardig maar lopen soms wat achter bij ons Nederlanders.”
“Ok, dus geen probleem?”
“Dat denk ik niet.”
Aleksei is gerustgesteld.