Aleksei en Almar. Deel 7

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 171
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

Aleksei en Almar. Deel 7

Bericht door Wimmie » di 16 jul 2024, 05:24

Aleksei en Almar,
Oleksiy i Alʹmar,
Олексій і Альмар,
deel 7.

Als ze langszij liggen en hun boot hebben vastgelegd vraagt de ene jongen: “Zijn jullie net als wij gay?”
Ik reageer voorzichtig. “Zijn jullie gay dan?”
“Geloof je het niet?” vraagt de andere jongen. En hij pakt zijn kennelijke vriend en begint hem te tongen.
“Ok”, zeg ik, “ik geloof je.”
“Zo vaak zien we niet twee zeilende jongens. Jullie zijn best jong, dus dachten we: even polsen. Maar zijn jullie echt gay?”
“Wat dacht je?” reageer ik nog steeds een beetje voorzichtig.
“Wij denken van wel. Wil je het niet zeggen?”
Ik kijk Aleksei aan. Die knikt. Dus reageer ik: “Ja, wij zijn ook gay.”
“Schamen jullie je er voor dan?” vraagt de andere jongen.
“Neen, wij zijn wat voorzichtig, we weten het nog niet zo heel erg lang van elkaar.”
“Ok, mijn naam is Ernst en mijn vriend heet Rogier.”
“Ik ben Almar en mijn vriend heet Aleksei.”
“Aangenaam. Zullen wij doorvaren of willen jullie wel met ons kletsen?”
“Ach, wat kletsen kan geen kwaad. Wij kennen wel een ander gay paar, maar dat zijn mijn vaders”.


“Nou maak je mij nieuwsgierig”, zegt Ernst.
“Vaders?’ reageert Rogier.
“Ok, ik zal het uitleggen’, reageer ik. “Ik heb 2 vaders die samen getrouwd zijn. Zij hebben samen twee kinderen, mijn zus en ik, wij zijn een tweeling. Mijn moeder is overleden toen wij heel jong, één jaar oud, waren. Ik heb haar nooit gekend.”
“Sorry, ik had het niet mogen vragen” reageert Rogier, “dat wist ik niet.”
“Geeft niet, dat kon jij niet weten. Het hebben van twee vaders is bovendien niet normaal!”

Aleksei vraagt: “Mogen wij jullie iets vragen?”
Ernst kijkt hem aan: “Ben jij geen Nederlander?”
“Neen, ik kon uit Oekraïne, mijn familie is de oorlog ontvlucht, ik ben hier terecht gekomen en zit hier op school en zo heb ik Almar leren kennen.”
“Jullie zijn bijzonder, los van elkaar en dan al helemaal samen” reageert Rogier.

Aleksei vraagt opnieuw: “Mogen wij jullie iets vragen?“
“Sorry”, reageert Ernst, “Ik gaf geen antwoord. Natuurlijk mogen jullie vragen wat je wilt. En wij antwoorden als wij dat willen.”

“Hoe lang kennen jullie elkaar al? En wie weet het allemaal van jullie?”
“Ja, dat zijn vragen waar we op antwoorden” reageert Rogier. We kennen elkaar al 3 jaar, we waren 15 en 16. Zaten bij elkaar in de klas. En toen hebben we elkaar gevonden en we zijn nog steeds samen.” reageert Rogier.
“Hoe zit dat met jullie?“ vraagt Ernst.
“Aleksei is begin mei bij mij in de klas gekomen. We zijn alle twee 16 jaar. En waren alle twee meteen verliefd op elkaar. Sindsdien doen we veel dingen samen, leren aan elkaar elkaars taal en zijn inmiddels al die complete periode bij elkaar. Onze ouders weten het. Maar met de school zijn we nog wat voorzichtig. Wie weten het van jullie?”
“Wij zijn er heel open over. Niet direct, maar na een aantal maanden konden we het ook niet meer verborgen houden, want wij waren steeds bij elkaar. Toen hebben we het in de klas verteld. Er waren maar een paar klasgenoten die niet leuk reageerden. Maar omdat de rest wel positief reageerde hebben we daar nooit last van gehad. Gelukkig niet. En daarna vertellen we het als we erom worden gevraagd. Nooit uit onszelf. Het is nog steeds iets waar je niet van weet hoe men zal reageren.”
“Wij hebben het er over gehad om het op school te vertellen, maar hebben het nog niet gedaan. Wat raden jullie ons aan?” vraagt Aleksei.
“Wij kunnen jullie alleen aanraden dat te doen waar je achter staat. Je kunt zelf het beste inschatten hoe jullie in de klas liggen. Als jullie een goed plekje hebben in de klas kun je het doen als je het ziet zitten. Zitten jullie aan de rand van de groep dan zou ik me nog tien keer bedenken. Zijn jullie wel eens gepest?”
“Aleksei is nog te kort op school en hij heeft respect omdat hij de oorlog is ontvlucht in zijn land om te overleven. Zelf ben ik nooit echt gepest, er is wel eens raar naar mij gekeken omdat ik twee vaders heb en geen moeder, maar als je dat uitlegt is daar ook begrip voor. Misschien moet ik niet zo bang zijn en Aleksei al helemaal niet.”

“Jullie moeten gewoon je eigen beslissing nemen. Wij kunnen alleen uit onze ervaring spreken.”
“Echt, dat helpt ons.”
“Hoe komt het dat jullie samen zeilen?” vraagt Rogier.
“Wij hebben deze boot thuis, mijn vaders zijn fanatieke zeilers en normaal zeilden mijn zus en ik veel samen. De rol van mijn zus is nu door Aleksei overgenomen, en dat bevalt mij prima, daar kan ik heel andere dingen mee doen!” reageer ik lachend.
“Hoe vaak hebben jullie dan al samen gezeild?” vraagt Ernst.
“We zijn eerder een weekeind wezen zeilen en hebben ook nog 4 middagen gezeild. Dit is dus ons tweede weekeind dat we trekken.” reageer ik.
“Had jij in Oekraïne ooit gezeild?” vraagt Ernst aan Aleksei.
“Neen, water hebben wij daar alleen uit de kraan. Maar ik ben er wel meteen verslaafd aan geworden. Ik vind het heerlijk”.
“En hij heeft talent!” voeg ik toe.

“Wat zijn jullie plannen?” vraagt Rogier.
Ik kijk Aleksei aan. Wat willen wij delen van onze plannen. Aleksei kiest voor het Oekrains: “My rozkazhemo vam pro nashi plany na plavannya?” oftewel: ‘Vertellen wij van onze zwemplannen?’
Ik reageer: “Wil jij dat?” oftewel: “Vy tsʹoho khochete?”
“Yakshcho vony tezh tsʹoho khochutʹ, to tse dobre dlya mene.” Vertaald: ‘Als zij dat ook willen vind ik het prima.’
“Ok”, reageer ik, “Ik zal even vertalen. Wij hebben de gewoonte, sinds de eerste keer dat wij zijn blijven slapen op de boot, om als het donker is te gaan zwemmen, uiteraard zonder zwembroek, want in zwembroek zwemmen doen wij ook overdag. Zonder zwembroek vinden wij spannend en geeft mogelijkheden. Aleksei reageerde op dezelfde manier als ik: als jullie dat prima vinden, vinden wij het ook ok, gezellig zelfs.”
Rogier begint heel hard te lachen. “Wat denk je van ons? Dat doen wij al jaren. Wat ons betreft is het geen probleem, jullie doen het, wij doen het en wij weten van elkaar wat we gaan doen. Trouwens leuk dat jullie daar zo open over zijn, na wat overleg in het Oekrains.”
“Ja, bovendien waren we toch niet van plan om pal naast jullie boot te gaan liggen!” voegt Ernst toe.

Aleksei begint hard te lachen. “Ik vind het wel gezellig en ook nog wat spannender, als we met zijn vieren gaan zwemmen. Hopen dat er niemand bij komt.”

“Wij hebben wel wat ervaring met dit meertje en er ligt bijna nooit iemand omdat de toegang redelijk ondiep is. Als men vastloopt wordt meteen rechtsomkeer gemaakt!” reageert Rogier.

“Laten we dan afspreken dat jullie blijven en of jullie de boot gaan verleggen zien we later wel. Ik vind het zo ook wel heel gezellig en een unieke kans om met ervaren ‘soortgenoten’ te praten.” reageer ik lachend.

Dan nu plannen maken. “Wij zijn net wakker en hebben net gezwommen. We waren van plan wat te gaan zeilen en dan vanavond hier terug te komen. Maar we kunnen onze plannen wel aanpassen, hoor, als jullie een beter idee hebben.”

“Of wij een beter idee hebben weet ik niet. Wij zijn vanmorgen vroeg vertrokken omdat wij vandaag hier wilden zijn. Wij leggen dan aan en blijven hier hangen. Zeilen hebben we gisteren gedaan en gaan we morgen doen: dan moeten we terug naar huis. Vandaag willen we hier blijven. Dus als jullie terug willen komen houden wij jullie plekje warm. Ga gerust zeilen. Wanneer je wilt.”
“Dat lijkt me een goed idee. Jullie verrasten ons eerlijk gezegd een beetje: we waren net bloot aan het zwemmen toen we jullie aan zagen komen.”
“Dat hadden wij wel door, daarom vroegen we ook of jullie er probleem mee hadden dat we er even bij zouden komen liggen.”
“Als jullie het niet erg vinden gaan we eerst ontbijten, dat hebben we nog niet gedaan. En na al onze activiteiten lust ik wel wat” reageert Aleksei.
“Prima, dan leggen wij gewoon even normaal aan.” zegt Ernst.

Wij pakken de etens-emmers en gaan ontbijten. We drinken er wat melk bij. Rogier en Ernst leggen hun boot een meter bij ons vandaan aan de oever vast en strekken zich lekker uit in de boot. Als wij alles weer hebben opgeruimd, de dektent op de wal hebben gelegd, want dat kan nu wel nu we weten dat zij blijven en de boot klaar maken om weg te zeilen, overleg ik even. Aleksei en ik willen deze morgen graag een paar uur zeilen en dan terug komen om te eten. Dan willen we eigenlijk wel blijven liggen. Rogier en Ernst vinden het helemaal prima. Dus hijsen Aleksei en ik de zeilen en varen weg. We varen het verbindingskanaaltje door, met opgetrokken midzwaard en varen dan het meer op. Het is nog niet zo druk als gisteren, dus we kruisen het hele meer over, varen dan het meer helemaal rond en varen nog eens dwars eroverheen. Het is een genoegen met Aleksei te zeilen. Net als Nina voelt hij aan wat we gaan doen. Als ik hem er naar vraag zegt hij dat hij maar naar mij hoeft te kijken om te weten wat hij moet doen.

Tegen 2 uur besluiten we ons plekje weer op te zoeken. Als we het meertje opvaren zien we dat Rogier en Ernst aan het zwemmen zijn, bloot dus…. Ze zwaaien naar ons. Als we aangelegd hebben zwemmen ze naar ons toe en melden dat er de hele morgen niemand het meertje op is gevaren.

Wij vertellen dat we trek hebben en eerst wat willen gaan eten. Zij willen ook eten. Zij klimmen op hun boot en wij pakken onze eetspullen. Gezien de afstand kunnen we gewoon met elkaar praten. Dat doen we ook. Aleksei heeft wel wat vragen.
“Jullie zijn al een aantal jaren samen. Is er in die jaren veel veranderd?”
“Wat denk je. We zijn naar elkaar toegegroeid. En onze seks is ook veranderd, met de jaren.”
“Wat is er dan veranderd? Of vinden jullie het vervelend dat ik die dingen vraag?" zegt Aleksei.
“Neen, wij vinden het juist hartstikke leuk. We herkennen onszelf een paar jaar geleden in jullie, hebben we vandaag ook al een paar keer tegen elkaar gezegd. Dus geen probleem. Je gaat andere dingen doen, je gaat elkaar nog beter aanvoelen, kortom: je zet stapjes.”
“Hoe veel zijn jullie bij elkaar?” vraagt Aleksei.
“We wonen alle twee nog thuis. We zijn alle twee 18 jaar, ik studeer aan het HBO en Ernst zit in de hoogste klas van de middelbare school. Maar we hebben een goede regeling. We slapen om en om bij elkaar, afhankelijk van hoe het uitkomt. Omdat onze ouders, die heel erg bereid zijn mee te werken, wel willen weten waar ze aan toe zijn, overleggen we elke keer hoe we het de volgende week zullen doen en stellen dat voor. Het is nog nooit gebeurd dat dit een probleem opleverde.”
“Hoe was het toen jullie jonger waren?” vraag ik.
“Toen werd er ook niet moeilijk gedaan, maar waren we vooral de weekenden samen. En soms door de week. Nu kan het veel meer, omdat we misschien over een jaar het huis uit zijn.”

“Hebben jullie dan adviezen voor ons?”
“Wat voor adviezen wil je hebben?”
“Alle adviezen die nuttig zijn.”

“Ok, dan beginnen we met het belangrijkste advies: als je iets niet begrijpt van de ander of denkt dat hij jou niet begrijpt, ga dan vooral praten. Houd niet je mond. Want door je mond te houden ontstaan er misverstanden. Door te praten kan je misverstanden voorkomen of als ze er zijn oplossen.” Rogier gaat van start.
“Dat hebben wij”, voegt Ernst toe, “ook moeten leren. En we hebben een paar keer een soort
aanvaring gehad waarvan we later zeiden: wat stelde dit nu eigenlijk precies voor? Niets dus, was de conclusie. En toen dat twee keer was gebeurd hebben we afgesproken een volgende keer direct met elkaar te gaan praten. Die dingen komen niet de eerste maanden, want dan ben je te veel verliefd. Zoals jullie. Het straalt van jullie af. Maar later wordt de verliefdheid minder en dan krijg je wrijvingen en botsingen. Praten, jongens, praten!”

Aleksei en ik kijken elkaar aan. Hij kijkt mij net zo verliefd aan als ik hem waarschijnlijk aan zal kijken.

“Wat voor opleiding volg jij, Rogier, want jij zit toch op het hbo?” vraag ik.
“Ik studeer informatica. Ik wil graag programmeren en daar is deze opleiding volgens mij de meest geschikte voor.”
“En weet jij al wat je wilt gaan studeren als je van school gaat?” vraag ik Ernst.
“Eerlijk gezegd heb ik geen idee. Ik weet het echt niet. Maar ik heb nog een paar maanden. Mijn examen haal ik zeker!”

We praten nog een tijdje door. De tijd gaat razend snel en we zijn nog steeds de enige twee boten die er liggen.

“Ik wil eigenlijk voordat we gaan eten nog wel even zwemmen” zegt Aleksei.
“Ik eigenlijk ook” reageer ik.
“Wij kunnen ook nog wel even gaan zwemmen.” zegt Rogier tegen Ernst.
We overleggen en besluiten ook nu weer gewoon bloot te gaan zwemmen. Mocht er een boot komen dan zijn we zo weer op onze eigen boten.

We trekken onze zwembroek uit en laten ons in het water zakken. Dan zwemmen we eerst een eind weg en gaan daarna stoeien. Rogier heeft een bal meegenomen en we gaan de bal naar elkaar gooien. Met zijn vieren heb je gewoon meer mogelijkheden dan samen! We zwemmen hard achter elkaar aan om de bal af te pakken. Je kunt merken dat Ernst en Rogier wat ouder zijn dan wij: wij kunnen gelukkig nog sneller zwemmen. Als we genoeg gezwommen en geklooid hebben drogen we ons af en gaan we wat eten. Daarna wassen we af, ruimen we op en maken de boot klaar voor de nacht.

We kletsen gezellig met zijn tweeën en zijn het er alle twee over eens dat we moeten proberen contact te houden met Rogier en Ernst: leuk om een paar jongens te kennen, die een paar jaar ouder zijn en alles al hebben meegemaakt wat wij nog moeten gaan ontdekken.

Als het donker is zwemmen we nog even. Rogier en Ernst geloven het wel. We drogen elkaar af, trekken elkaar op bed af en kruipen tegen elkaar. We vallen in slaap voordat we welterusten hebben gezegd.

De volgende morgen worden we weer van de zon wakker. In de boot van Rogier en Ernst is het nog heel rustig. Wij houden ons dus ook stil. Tijd dus om nog even lekker te vrijen. Als we alle twee heerlijk zijn klaargekomen is het nog steeds rustig in de boot naast ons en besluiten we te gaan zwemmen. We laten ons in het water zakken en zwemmen een eind van de boot af, zodat we Rogier en Ernst niet wakker maken. We kunnen het niet laten elkaar nog een keertje af te trekken. Dan horen we in de verte: “Goede morgen, jongens” en zien het slaperige hoofd van Rogier uit de dektent steken. We zwemmen naar de boten.
“Al wakker?” vraag ik.
“Neen, maar het moet maar. Het is binnen te warm,” reageert Rogier en schuift de dektent naar de mast toe.
Voor ons is dit het teken op de boot te klimmen en ons af te drogen. We ruimen alles op en gaan ontbijten. Als we klaar zijn gaan Rogier en Ernst zwemmen. Wij gaan de boot klaarmaken om te zeilen: dektent en alle andere spullen opbergen, de zeilen klaarmaken. Als we klaar zijn drogen Rogier en Ernst zich af en trekken een zwembroek aan.

“Wij gaan zo zeilen” zegt Aleksei. “Maar wij willen heel graag, als jullie dat ook willen, contact houden. Misschien kunnen we elkaar nog eens hier ontmoeten, of anders ergens anders. Vinden jullie het goed dat we telefoonnummers uitwisselen?”
“Wij hadden dat ook al tegen elkaar gezegd” reageert Ernst. “Wat ons betreft prima. Laten we een app-groepje met zijn vieren maken. Wat is jouw nummer, Aleksei?” Aleksei geeft zijn nummer en Ernst typt het in. Het maakt een groepje en voegt Rogier toe. Als Aleksei mij heeft toegevoegd hebben we ons groepje. “Zo kunnen we contact houden.”

We nemen hartelijk afscheid van elkaar. Dan zeilen wij weg.
“Leuke jongens, wat fijn dat we hen zijn tegengekomen.”
“Ja , en een leuke vriendschap met twee jongens die een paar jaar op ons voorlopen.” reageer ik.

We varen het grote meer helemaal rond, dan nemen we het kanaal om weer wat dichter bij huis te komen. We varen nog wat rond en besluiten aan te leggen om te eten. We hebben een paar stralende dagen gehad. Na het eten besluiten we terug te varen. We leggen na een prachtige tocht aan en meteen komt Nina om de hoek.

“Hoe hebben jullie het gehad, jongens? Met het weer hebben jullie geboft. Waar zijn jullie geweest?”

Aleksei reageert: “We hebben echt een prachtig weekeind, gehad, Nina. Als ik jou was zou ik jaloers zijn op je broer. We hebben niet alleen een prachtige tocht gemaakt met mooi weer en een lekkere wind, maar we hebben ook nog eens vrienden gemaakt!”
Ik kijk Aleksei verbaasd aan. Over het algemeen is Aleksei nogal terughoudend naar Nina. Hij heeft er best wel moeite mee dat zij mijn tweelingzus is. Hij ziet de band die Nina en ik hebben een beetje als een bedreiging voor onze relatie, hoewel ik het er wel een paar keer met hem over gehad heb dat een tweelingzus niet een relatie met je heeft, maar een heel sterke band. Ik moet het er straks maar eens met Aleksei over hebben, waar dit nu ineens vandaan komt. Ik ben er blij mee.

“Ik ben ook jaloers op je, Aleksei, maar dat is iets goeds. Jij hebt mij mijn zeilmaatje afgepikt en ik gun hem je voor 300 procent. Ik ben heel blij dat Almar jou gevonden heeft. En ik ga echt nog wel een keer met Almar zeilen, want zeilen met mij is iets heel bijzonders, dat kan ik je wel vertellen. Misschien moeten wij ook eens samen zeilen.”

Ik ben blij met wat Nina zegt. Ik had niet anders verwacht, maar ik ben toch blij het te horen. Ik ga naar Nina toe en geef haar een knuffel. “Dank je wel, Nien, je bent en blijft mijn favoriete tweelingzus, maar dat weet je wel.”

Aleksei verbaast me nog een keer door naar Nina toe te lopen en haar ook een knuffel te geven. “Dank je wel, Nina, ik wil heel graag een keer met jou zeilen. Maar dan blijven we niet slapen” zegt hij met een knipoog naar mij. “Dat is echt voor Almar!”

Ik schiet in de lach. “Hoe was het hier, Nina, hebben jullie nog leuke dingen gedaan? Of heb je me alleen maar gemist?”

Nina verkoopt me een stomp. “Je weet dat ik niet zonder je kan. Maar neen, hier was alles zoals altijd, gewoon maar heel gezellig!”

We ruimen alles op en gaan in de tuin bij Peter, Erik en Nina zitten als we klaar zijn. Er ontstaat een gezellig gesprek over onze afgelopen dagen, tot Aleksei op zijn horloge kijkt en zegt: “Ik moet naar huis.”

Ik ga met hem mee. Bij Aleksei thuis ontspint zich een soortgelijk gesprek als bij mij thuis, met dit verschil dat het in het Oekrains is. Ik kan het goed volgen: de lessen van Aleksei werpen hun vruchten af. En als ik het niet weet vraag ik het aan Aleksei…..

Tegen etenstijd ga ik naar huis. Ik spreek af Aleksei gewoon de volgende morgen weer op te pikken.

Als ik thuis ben en we hebben gegeten en ik mijn rugzak voor maandag klaar aan het maken ben, piept mijn telefoon een aantal keer achter elkaar. Als ik kijk zie ik dat het Aleksei is die mij appt. Hij wil eigenlijk wel op school, in de klas gaan vertellen dat wij samen zijn. Na de adviezen van Ernst en Rogier daarover vindt hij dat we daar misschien niet zo moeilijk over moeten doen.
“Hoe kom je daar nu op, los van het feit dat we Ernst en Rogier net hebben gesproken?" vraag ik hem.
“Ik vind het eigenlijk eerlijker en bovendien hoeven we dan onszelf niet meer in te houden. Niet dat ik de hele les aan je zal gaan zitten, maar soms, als er iets echt leuks was en ik was echt blij, merkte ik dat ik me in moest houden. Dat hoeft bij ons thuis niet meer en als dat op school ook niet meer hoeft, lijkt mij dat winst.”
“Ik vind het helemaal prima, ik ben ook niet zo bang dat het verkeerd uitpakt. Onze klasgenoten zullen er niet echt moeilijk over doen. Misschien een enkeling die vindt dat vanwege het geloof het niet kan, maar daar kunnen we vast wel over praten.”
“Dan moeten we het wel hebben over wanneer en hoe. Hoeft niet nu, maar ik ben al blij als we dat gewoon deze week een keertje doen. Ineens stak het in mijn hoofd de kop op en daar wilde ik wel even wat mee doen naar jou.”
“Helemaal prima”, reageer ik, “hebben we het nog wel over.”

Ik maak mijn rugzak verder klaar, kijk nog even in mijn agenda en ga op bed liggen. Ik wil even nadenken over het voorstel van Aleksei om de klas te vertellen dat wij een stelletje zijn. Op zich heb ik er niet zo veel moeite mee. En het heeft vooral voordelen. Dus: ik wil het best wel. Maar hoe? In de aula als we bij elkaar zitten? Of moeten we er een les voor gebruiken? Dat laatste lijkt me wel een goed idee. In de aula hebben we niet alle klasgenoten bij elkaar. Zou de les levensbeschouwing misschien een mogelijkheid zijn? Daar kan ik het met Aleksei over hebben. Het is weliswaar niet de hele klas die die lessen volgt, maar het zijn er maar een paar die daar niet voor hebben gekozen. Ik zal dat morgen met Aleksei bespreken, kunnen we het met de lerares overleggen. Ik app het nog naar Aleksei en wens hem meteen welterusten. Ik ga slapen, ben moe….. maar heel lekker moe. Het was een heerlijk weekeind.

Gesloten