Onbekend is onbemind (deel 7)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Amexic
Berichten: 156
Lid geworden op: wo 10 jun 2015, 20:14
Vul het getal in: 123
Locatie: Antwerpen

Onbekend is onbemind (deel 7)

Bericht door Amexic » wo 10 apr 2024, 07:14

Onbekend is onbemind (deel 7)

Ik ontwaakte nogal vroeg. Het eerste daglicht toonde de contouren  van onze kamer. Simon snurkte niet maar ik kon zijn rustige ademhaling horen. Raf sliep ook nog, dacht ik. Zijn arm lag zijwaarts tot op mijn matras en zijn hand raakte mijn ribben. Ik streek met mijn vingers over zijn arm wat mijn ochtendstijfheid aanwakkerde .
Hij trok zijn arm terug en fluisterde: 'Ik ben wakker.'
Ik schrok.

Toen strekte hij zijn arm opnieuw naar opzij uit, vond mijn arm en heel zachtjes streelde hij met zijn vingertoppen over de rug van mijn hand.
Terwijl ik daar lag, bevroren, gleden zijn vingers verder over mijn arm. Heel licht.
Natuurlijk raakte ik hem terug, even later. Mijn hart klopte zo hard in de stilte van de kamer, dat ik geloofde dat het hoorbaar was. Ik dwaalde met mijn vingertoppen over de binnenkant van zijn arm, net zo licht en voorzichtig als hij de mijne aaide. Mijn lid kwam opnieuw in 'opstand'. Er kwam een sessie mindfulness aan te pas om het terug klein te krijgen voor het opstaan. Ik vroeg me af of Raf... Toen hij uit bed stapte, lette ik op de voorkant van zijn pyjamabroek en zag min of meer normale contouren.

Raf kon dus verlegen zijn, voor mij een nieuw gegeven. We wisselden tijdens het ontbijt blikken uit. Regelmatig betrapte ik hem op kijken in mijn richting. Dan keek hij snel weg. Het werkte aanstekelijk op mij, al genoot ik van dit spelletje.
We ontdekten de hotel fietsen waarover we mits een waarborg mochten beschikken. We besloten onmiddellijk na het ontbijt gebruik te maken van het aanbod. De fietsen waren in matige staat. Mijn spatborden trilden heftig tijdens de afdaling van de asfaltweg. De meeste wegen die rechts van de hoofdweg afsplitsten, waren onverhard en leidden naar beneden. We wilden naar de zee en kozen een willekeurig spoor rechtsaf. We hadden geen idee welke verrassing ons te wachten stond. Onze fietsen lieten we achter aan een hek. Over een fietsslot beschikten we niet.
'Is dit veilig?' vroeg Simon.
'Veel volk zal er niet passeren hier.' zei ik.
Een paadje kronkelde door de maquis.
Ik sprong een halve meter in de lucht van het schrikken toen een mooie vogel weg fladderde.
'Dat is een hop.' wist Simon. De vogel had een vreemde vlucht. Hij vloog op en neer, nog meer uitgesproken dan een specht.
'Rare vogel zo'n rob.' merkte Raf op.
'Hop.' corrigeerde Simon. 'Ze noemen zo vanwege hun wippende vliegbewegingen.'
Op dat moment vloog er een tweede exemplaar voorbij, luid roepend: 'hophophop.'
'Mijn broer is heel goed op de hoogte.' sneerde Raf.
Het weggetje bracht ons naar een schijnbaar verlaten strand. Zo verlaten bleek het niet. Er lagen hier en daar mensen te zonnen en in de zee werd gezwommen. 
'Ze zijn allemaal naakt.' verbaasde Raf zich.
We zetten ons neer in het zand op een redelijke afstand van de naturisten.
'Stom, ik had graag tot aan de zee gegaan.' zei Raf.
'Niets belet je dat.' antwoordde zijn broer.'
'We vallen op met onze kleren aan.'
'Ik wil graag de zee in. We hebben geen zwemgerief bij. Dus...is er maar één mogelijkheid.' gaf Simon te kennen en voegde de daad bij het woord.
Ik wilde niet onderdoen en ook Raf ging uit de kleren.
We legden onze kledij op een rotsblok.
'Ik voel me heel naakt.' zei ik.
'Dat ben je ook.' lachte Simon.
'Ik ga aan die mooie jongen ginder vragen of het zeewater goed van temperatuur is.' zei Raf.
'Dat doe je niet.' siste Simon.
Ik achtte Raf ertoe in staat. Hij flapte er regelmatig dingen uit, waarna hij vervolgens moest bedenken hoe hij ze terug zou nemen. Als hij iets dacht, dan durfde hij het ook. Hij was een rebel maar dan eentje die maar net buiten de regels kleurde. Het hoorde bij zijn karakter en had niets met onvolwassenheid te maken.
Beide jongens hadden donkerbruin schaamhaar, Simon een grotere pluk dan Raf. De donkere kleur vestigde van ver de aandacht op hun piemels. Mijn bosje sprong minder in het oog omdat het lichter bruin was.
Veel tijd om te vergelijken, kreeg ik voorlopig niet want we zetten een spurt in naar de zee.
Ik was toch blij dat ik de zee bereikte. Het naakt zwemmen gaf een gevoel van vrijheid. De zin van het naturisme is me nochtans altijd ontgaan.
Voor we weer vertrokken,  lagen we op onze rug op de rots om ons te laten drogen, ik in het midden. Het was opnieuw even raar. Ik ontken overdreven preutsheid. We lagen tenslotte op een naaktstrand en we waren jongens onder elkaar. Ingetogen klinkt beter.
Geen van ons drieën had (al) borsthaar. De broers bezaten trouwens weinig haar op armen en benen. Haarloosheid droeg bij aan hun spierdefinitie en het idee dat ze beiden glad en zacht zouden aanvoelen.
Raf had bovendien zijn oksels geschoren. Behalve zijn kleine donkere bosje dat de aandacht vestigde op zijn pik die eruit tevoorschijn sprong, was hij glad gepolijst: nat en glad voor hij droog was.

We hadden eten noch drinken mee. Uitgehongerd kwamen we terug in ons hotel aan. Als hongerige leeuwen stortten we ons op wat er restte van het middagbuffet.
Simon besloot om te lezen aan het zwembad. Hij had een e-reader mee. Om gewicht te sparen en mezelf  kennende, een boekenwurm ben ik niet,nam ik slechts één echt boek van thuis mee. 
'Als je het uit hebt, mag je mijn e-reader lenen.' zei Simon. 'Dan wil ik je boek .'
Ik wist vooraf dat het een prestatie zou betekenen, mocht ik dat ene boek uitlezen.
Er werd waterpolo aangekondigd. 
'Doen we mee?' vroeg ik.
'Ik heb te veel gegeten. Liever lezen nu.'
Raf drong aan: 'Komaan, broer, je kan nog de hele vakantie lezen.'
'Jullie kunnen ook zonder mij spelen.'
Dat deden we dan ook. Simon was een sportieve kerel maar ook heel rustig. We troffen hem in zijn boek verdiept na het polowedstrijdje.
Gelukkig bleek hij bereid te volleyballen. We trokken op het voorziene uur naar het strand met onze gekregen polsbandjes. Er was een andere scheidsrechter van dienst. We probeerden het niveau op te krikken maar het leek meer op een spelletje pingpong vanwege de gelegenheidsvolleyballers. We amuseerden ons en meer moest je op vakantie niet verlangen.
'Ik wil het zwembad gaan bekijken.'
Nee Raf, we hebben zelf een zwembad.'
'Ga jij mee Rob?'
Ik aarzelde.
'Doe maar.' antwoordde Simon.
'Dan ga ik verder lezen. Maar niet te lang hé.'
'Nee pa.'
Het buitenzwembad was groter en chiquer dan het onze. Er stond een aanduiding naar een binnenzwembad.
'Kom, we gaan binnen kijken.'
' We zijn hier niets verloren.' gaf ik aan.
'We hebben polsbandjes.'
Ik gaf toe aan Rafs wens. Het bleek een ozon zwembad te zijn.
'Hier wil ik zwemmen.'
'We zijn  er niet op gekleed.'
'Onze zwembroek is voldoende.'
'Nee man, we lopen hier in een deftig hotel rond, dit is niet het strand of aan het zwembad. Ik wil terug naar buiten.'
'Dan komen we morgen terug.'
'We zien wel.'
Het kon lastig zijn het enthousiasme van Raf te temperen. Zo was hij altijd geweest. Ik wilde, Simon indachtig, niet te lang wegblijven.

Gesloten