Te krap (deel 4)
'Gaat het een beetje?' vroeg Noah de volgende woensdag.
'Het gaat goed.'
'Geen spijt?'
'Natuurlijk niet. Waarom?'
'Nee ik ook niet, integendeel.'
Hij dronk er één op café met de rest van de bende en vertrok net als ik naar huis.
'Tot zaterdag.'
Zaterdag speelden we thuis.
Na de match vroeg ik Noah: 'Zou je me willen helpen nog een IKEA kast ineen te steken?'
'Deze keer ga ik eerst over huis wat anders aantrekken.'
Hij las mijn gezicht. Ik deed geen moeite het in de plooi te houden.
'Je houdt me voor de gek.'
'Dan heb je misschien zin met me de stad in te gaan?'
'Wat is je plan?'
'Een film kijken, wat rondhangen en iets eten. Is dat goed?'
Een uurtje later reden we richting stad. Ik parkeerde mijn wagen in de nieuwe randparking. Het laatste stuk legden we met tram af, sneller en goedkoper dan de wagen in de stad parkeren.
We haalden de namiddagvoorstelling. Noah ging akkoord met mijn filmkeuze: 'Close.'
Ik merkte tijdens de vertoning dat hij in z'n ogen wreef. Zelf had ik het ook te pakken en liet een traan over mijn wangen rollen. Ik vreesde vooraf dat de inhoud zeemzoet zou zijn zoals één van de kritieken suggereerde. De film was intimistisch.
Onze handen vonden elkaar zoals dat hoorde in de cinema bij een echt koppel.
Gelukkig hoefden we niet te gaan zoeken naar een restaurant. Ik had snel gereserveerd voor we vertrokken. Ik ging er eerder met de collega's eten. Het was niet de 'grand chique' maar wel verzorgd met Vongole, Osso bucco en vice versa op het menu.
De film zinderde na tijdens het eten.
'We zijn snel heel close geworden.' zei Noah. Hij was altijd wat openhartiger en sneller in het formuleren van gedachten dan ik.
'Vond je het te snel gaan vorige week?'
'Er gebeurde wat er ooit van zou komen. Hadden we het moeten tegenhouden?'
'We hebben een beetje de omgekeerde weg bewandeld. We hebben ineens de taart aangesneden.'
'Ja, de omstandigheden... Toch wat spijt?'
'Absoluut niet, enkel wat slaap gelaten de dagen nadien.'
'Een gekke week. Je hebt me dol gemaakt. Ik heb aan niets anders kunnen denken dan aan jou.'
'Ik begrijp je. Er zou ooit vuurwerk van komen. Dat moest. We hebben onverwacht een paar pijlen afgeschoten.'
'Dat is mooi verwoord. Maar er zijn er nog talloze over.'
Noah en ik namen na de Tira mi su nog een muntthee waar we lang over deden.
'Ken je de betekenis van 'Tira mi su'?'
Hij kende die.
Op een zedig uur bracht ik Noah terug naar huis. Ook de afscheidskus was een deftige.
'We moeten vaker samen dingen doen.' Met die slotzin stuurde hij me naar huis.
Ik ontving nog een berichtje toen ik pas in bed lag.
'De namiddag met jou was ...' Er stond een hartje bij. Ik stuurde er eentje terug.
We sloten de competitie af met een uitwedstrijd tegen de nummer twee. Ingeval van winst zouden wij op twee eindigen en mee promoveren. Het lag moeilijk om opzettelijk te verliezen. Promoveren wilden we niet. Dan zouden de verplaatsingen voor de uitwedstrijden verder worden en de tegenstand een niveau hoger.
Peter was de vader van het plan om gelijk te spelen. 'Telkens ze op voorsprong komen, zullen we proberen gelijk te maken. Daarna rustig aan en verdedigen. Nooit op voorsprong komen, dat is gevaarlijk.'
Het werd een complexloze wedstrijd. De tegenstrever knokte zwaar voor de overwinning en wij dwongen op het einde de gelijke stand af.
Er heerste een gekke sfeer. De andere ploeg en aanhang vierden hun promotie uitbundig maar wij waren blij met het behaalde gelijkspel.
Mijn passagiers zette ik thuis af. Noah bleef als laatste in mijn auto over zoals voorzien. We hadden gepland om te gaan wandelen in het gemeentebos. Ik had me al in burger gekleed in de sporthal. Noah ging thuis van kleren wisselen.
'Kom even mee binnen.'
Het zou een beetje stom van me geweest zijn in de auto te blijven zitten.
Noahs' moeder begroette me beleefd maar warm en noemde me spontaan Jonas. Ik had niet op een kennismaking gerekend en voelde me aanvankelijk ongemakkelijk.
'Goede wedstrijd gehad?'
'Dat spreekt vanzelf. Er was veel ambiance.' antwoordde Noah.
We waren nog maar pas geëvolueerd van sportvrienden naar iets wat veel verder ging. Relatie klonk als een groot woord. Pril is daarom niet minder echt.
Misschien was dit zelfs geen grote stap. Het voelde als een bestendiging van iets wat reeds geruime tijd sluimerde.
Noah's moeder wist dat hij bij mij was blijven slapen. Zij was daardoor onvermijdelijk op de hoogte van het feit dat ik homo was. Het bezorgde me een soort schuldgevoel. Alsof ik hem van het gangbare pad weg leidde...
Noah sluisde me door naar zijn kamer zodat er geen uitgebreide kennismaking volgde.
Zijn sporttenue gooide hij nonchalant op zijn bed evenals de handdoek uit de sporttas. Hij begon in zijn kleerkast kleding bij elkaar scharrelen. Ondergoed, een paar sokken en een toilettas verdwenen in de tas terwijl ik de minimalistisch ingerichte kamer in me opnam. De muren waren geverfd in twee bij elkaar passende tinten groen. De donkere muur contrasteerde met die ene witte. Het was een nieuw huis. Een ingekaderde foto op posterformaat trok de aandacht. Twee jongens hadden de armen om elkaars schouder geslagen en lachten me vrolijk toe. Ik schatte ze een jaar of zeventien. De ene was de jonge Noah. Een vakantiefoto was het. Noah had inmiddels een bermuda en een T-shirt aangetrokken.
'Is dat een vriend van je?'
'Het is mijn broer.'
'Ik wist niet dat je een broer had.'
'Hij was mijn broer. Hij is overleden.'
Ik stond perplex. Dom van mij. De jongen op de foto leek inderdaad op de jongere versie van Noah. Dom was ook de steek van jaloezie die ik even had ervaren. Ik verdroeg de aanblik van de vrolijke gezichten op de foto niet meer en wendde mijn blik af.
'Ben is ongelukkig gevallen met de fiets, hersenletsel opgelopen en een week later gestorven.'
Noah gaf zijn moeder nog een zoen. 'Wees voorzichtig.' zei ze.
Het kreeg een andere betekenis dan het berichtje dat ze een paar weken geleden stuurde. Ik denk dat ze die boodschap telkens mee gaf wanneer Noah het huis verliet. We gingen eerst wandelen en zouden nadien naar mij thuis rijden. De sporttas gooide hij in de koffer van m'n auto.
Het zomerde in het park, een voormalig kasteeldomein. Er gebeurde weinig ingrijpend onderhoud daarom bleef het natuurlijk uitzicht gelukkig bestaan. We hadden geen zin om afstand af te leggen en vlijden ons neer in het kort gemaaide gras van de centrale weide.
'Het spijt me van je broer.'
'Je kon het niet weten. Het is lang genoeg geleden om eroverheen te zijn.'
'De foto op je kamer is prachtig maar beklemmend.'
'Ik heb ze zelf gekozen. Ben mag nooit vergeten worden. Ik kijk vaak naar de foto. Ik word er blij van. Dat is raar misschien. Herinneringen moeten mooi zijn. Daar kan je van leven. Vroeger was dat anders. Het heeft een tijd geduurd voor ik deze foto zonder tranen kon zien. Nu word ik alleen emotioneel als ik zelf een slechte dag heb en dat sta ik mezelf dan toe.'
We lagen in gedachten op onze rug. Zelf had ik geen broer tot mijn spijt. Je broer verliezen leek me verschrikkelijk. Ik meende te weten waar Noah's overpeinzingen waren.
Blijkbaar waren ze veel luchtiger dan ik vermoedde want plots zei hij:
'Ik ben een schorpioen.'
Het klonk wat banaal. Horoscopen interesseren me niet.
'En dan? Moet ik daar rekening mee houden? Zou je me steken?'
'Ik denk van wel maar dan heel voorzichtig. En jij, welk sterrenbeeld ben jij?
'Ram.'
'Hangt daar een speciale eigenschap aan vast?'
'Niet dat ik weet. Rammen zijn zacht van vacht... maar ze kunnen er stevig tegenaan gaan.'
Hij vond het antwoord kennelijk grappig. Dat kon alleen maar omdat het onmiddellijk uit mijn mond kwam.
'Dus ram en schorpioen is te combineren?'
'Dat hebben we al bewezen.' antwoordde ik.
'Dus de wedstrijd die we vandaag gespeeld hebben, wordt niet het hoogtepunt van de dag.'
'Nee en we gaan er hier ook geen hoogtepunt van maken.'
'Stel je voor.'
Noah wilde bij hem thuis nog iets drinken voor we naar mij reden.
'We hebben alle tijd.'
Die hadden we. Ik had op vrijdagavond vooraf gekookt. Enkel de vis moest nog gebakken worden.
Wat doet een vrijgezel op herfst- en winteravonden... een kookcursus volgen. Die had me geen windeieren gelegd. In elk geval leerde ik er de basis en mr. Google hielp me bij mijn experimenten. Af en toe vroeg ik vrienden te eten. Ik genoot ervan dat ze mijn bescheiden kookkunsten konden smaken. Het leverde me dan een gezellige avond op in mijn meestal te lege huis. Voor Noah had ik een beproefd en gemakkelijk recept gekozen al legde ik er wel mijn ziel in.
Zijn moeder deed ontspannen tegen me.'Ha daar zijn jullie weer. Ik dacht jullie vandaag niet meer terug te zien.'
Gelukkig kwamen er geen tralala aan te pas. Ze liet ons gerust na twee flesjes Almdudler op tafel achtergelaten te hebben.
Ik kende het verfrissende drankje van op vakantie in de Alpen.
'Je hebt me voor de leeuwen gegooid.' zei ik.
Hij begreep me niet.
Ik legde hem uit dat ik het lastig vond zijn moeder onder ogen te komen. 'Ze weet het van ons. Ik voel me ergens schuldig.'
'Mijn ouders wensen het beste voor mij. Dat ik ooit met een man thuis zou komen, ligt voor de hand. Dus heeft ze geen moeite met jou. Verder kan ik het niet helpen dat jij nog altijd in de kast bent.'
'Je bent streng voor me.'
'Eigen schuld, dikke bult. Bij ons thuis ben je zonder moeite uit de kast geraakt.'