FLORIS deel 1.

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Hans Bernard
Berichten: 378
Lid geworden op: zo 07 dec 2008, 01:13
Vul het getal in: 0
Locatie: Heemskerk

FLORIS deel 1.

Bericht door Hans Bernard » do 18 dec 2008, 02:28

FLORIS EN ‘’T ELFDE GEBOD’ dl.1



E
en natte, laaghangende tak sloeg venijnig in zijn gezicht. Au, dat deed zeer. Floris wreef over zijn gezicht om de pijn wat te verminderen. Hij was verstandig genoeg even te stoppen voor hij iets of iemand aanreed.
Hij trapte op zijn rem en stuurde zijn fiets van het fietspad af, de berm in. Hij voelde nog steeds een stekende pijn in zijn rechterwang. Verderop zag hij een bank. Misschien een goed idee om even te gaan zitten. Wat later zat hij te genieten in een laat middagzonnetje, dat zowaar weer te voorschijn was gekomen. Langzaam zakte de pijn.
Hoewel het tegen zessen liep was het nog druk op het fietspad dat in dit bos was aangelegd. Deze fietsroute, die veel gebruikt werd door mensen die in de stad werkten en in het dorp woonden en omgekeerd, gaf een bonte mengeling van fietsers te zien in kantoorkleding, korte broek, trainingspak of fietsbroek. Floris genoot van het zicht op vooral de in fietsbroek gestoken mannen. Ook de korte broekfietsers kregen extra aandacht. Naar vrouwen en meisjes keek hij nauwelijks om. Daar kwam weer zo'n lekkere jongen met een paar prachtbenen. Floris ging wat meer rechtop zitten. Hij probeerde niet al te opvallend te kijken. Tjonge, wat een lekker stuk. In een flits was de knul voorbij en Floris keek de andere kant al weer op naar de volgende. Het geknars van remmen deed hem zijn hoofd terugdraaien. De jongen was gestopt, had zijn fiets gedraaid en kwam op de bank toelopen. Zijn strakke broek liet niets aan de verbeelding over. Hij knikte kort naar Floris, zette zijn fiets op de standaard en ging aan de andere kant van de bank zitten. Floris deed alsof hij uitermate geïnteresseerd was in de voorbijrijdende fietsers maar kon niet nalaten af en toe stiekem te kijken. De goed uitziende knul had zijn ogen gesloten en zat onderuit gezakt in het avondzonnetje.

Er schoot een fietser voorbij die tegen Floris riep: "Je mag er naar kijken maar aan komen niet."

Floris kleurde tot achter zijn oren en keek gauw weer voor zich.

"Doei" en weg was ook de knul van de bank, voor Floris het goed en wel in de gaten had.

Meteen voelde hij een dikke druppel op zijn voorhoofd. Het dreigde opnieuw te gaan regenen. Floris sprong nu ook overeind, pakte zijn mountainbike en spurtte weg. Misschien kon hij nog voor de bui thuis zijn. Zijn stevige blote benen trapten onvermoeibaar in het rond. Hij zette nog een tandje bij en vloog met een behoorlijke vaart over het fietspad. Hé, was dat niet die jongen die naast hem op de bank had gezeten? Langzaam haalde Floris de fietser voor hem, in. Hoe dichter hij hem naderde hoe zekerder hij er van was dat het inderdaad die jongen was. Hij naderde tot op een meter of twee, paste zijn snelheid aan en bleef achter de knaap fietsen. Die had niets in de gaten. Hij vervolgde zijn weg in een stevig tempo, richting stad. Binnen een paar minuten bereikten zij de buitenwijken en pakte de jongen het fietspad dat dwars door Litburg liep. Voorlopig ging het, toeval of niet, richting ouderlijk huis van Floris, die midden in het centrum woonde. Naarmate zij dichter bij het centrum kwamen werd het drukker en kostte het Floris meer moeite de knaap niet uit het oog te verliezen. Hij zorgde ervoor wat dichter bij hem te komen. Ze passeerden het station, sloegen bij het eerstvolgende stoplicht links af. Omringd door hoge flatgebouwen, bouwputten en metershoge kranen fietste Floris achter de knul aan.

Hij voelde zijn hart bonken. Bij het volgende stoplicht moest hij linksaf. Wat zou die jongen doen? Honderd meter voor het verkeerslicht sloeg hij plotseling linksaf een klein straatje in en voor Floris het goed en wel door had was hijzelf al voorbij die zijstraat en stond hij stil voor het stoplicht bij het kerkhof.
Vijf minuten later stond hij in de lift op weg naar de 9e verdieping nadat hij in het souterrain zijn fiets had weggezet. Hij voelde nu pas wat een honger hij had. Boven stak hij de sleutel in de deur en stapte naar binnen.

“Hoi mam” riep hij vanuit de gang.

Jas en tas verdwenen in de halkast en Floris liep door naar de kamer. Zijn moeder zat in de bank te lezen en keek op toen hij binnen kwam.

“Ha jongen, lekker gefietst?”

Floris knikte en kroop op de bank tegen zijn moeder aan. Hoewel hij al 17 was, voelde hij zich niet te oud om af en toe wat met zijn moeder te kroelen. De twee konden uitstekend met elkaar overweg. Bovendien waren ze erg op elkaar gesteld omdat Floris enig kind was en zijn vader drie jaar geleden gestorven was.

“Weet je Floris, als we vanavond nu eens in de stad een hapje gingen eten? Ik heb helemaal geen zin in koken. Wat vind jij ervan?”

Uit eten was Floris zijn lievelingsbezigheid. Dus vloog hij zijn moeder om de hals en kuste haar op beide wangen.

“Goh mam, gaaf. Waar gaan we naar toe?”

Zijn moeder had aan het bekendste eetcafé gedacht dat de stad rijk was.

“Ga maar gauw iets anders aantrekken dan zijn we er ook niet zo laat.”

Floris was al op weg naar zijn kamer.

Daar stond hij een ogenblik in gedachten als hij nu eens zijn nieuwe broek aan deed met het witte overhemd en zijn zwarte leren jack. In een mum van tijd verkleedde hij zich. Onder zijn nieuwe broek droeg hij zijn rode AussieBum slip. Hij voelde zich best sexy toen hij in de spiegel keek en zichzelf goedkeurend toe knikte. Hij draaide zich om en liep de kamer uit. In de gang stond zijn moeder al met haar jas aan op hem te wachten. Ze zag er buitengewoon goed uit en was voor haar leeftijd nog ‘n bijzonder knappe vrouw te noemen. Floris was dan ook erg trots op zijn moeder. Gearmd verlieten zij het appartement en namen de lift naar beneden. In het late avondzonnetje wandelden ze samen het centrum van Litburg in, op weg naar “ ’t Elfde Gebod”. Dit eetcafé al twintig jaar een begrip in deze grote stad had een donkerbruin interieur vol met heiligenbeelden en andere kerkelijke relikwieën. Toch was het bepaald geen vroom adresje. Het elfde gebod ‘Gij zult genieten’ werd hier zeer ter harte genomen. Moeder en zoon stapten even later binnen, vonden nog een tafeltje aan het raam, wenkten de ober en genoten van de gezellige drukte om hen heen. Floris was juist midden in een verhaal over school toen de ober aan hun tafeltje kwam met de kaart.

“Pardon, mag ik even storen” klonk een aantrekkelijke jongensstem.

Floris keek met een ruk op, geloofde zijn eigen ogen niet en kon nog net met veel moeite uitbrengen: “Natuurlijk.”

Het kon niet waar zijn. Daar stond het stuk van vanmiddag, de jongen die hij achterna gefietst was en vlak voor het verkeerslicht uit het oog had verloren. Floris wist zich geen houding te geven temeer daar hij voelde dat hij tot achter zijn oren kleurde. De ober, die zich voorgesteld had als Wiebe, scheen niets te merken en ging rustig verder met zijn uitleg van de kaart. Floris voelde wel dat zijn moeder hem aankeek. Die snapte er natuurlijk niets van. Floris dwong zichzelf terug te keren naar de werkelijkheid, bestudeerde de kaart en maakte zijn keuze. Het liefst had hij een driekeuze menu genomen dat bestond uit voorgerecht ober, ober als hoofdgerecht en obertoetje. Onwillekeurig schoot hij bij die gedachte in de lach wat hem opnieuw een vragende blik van zowel zijn moeder als de ober opleverde. Wiebe gaf overigens geen enkele blijk van herkenning en wachtte onverstoorbaar op de bestelling.

“Misschien kan ik beter eerst iets te drinken halen zodat u nog even de kaart kunt bekijken?” klonk het vriendelijk maar beslist uit Wiebe’s mond.

“Wat mag ik voor u inschenken?”

Nadat hij de bestelling genoteerd had verdween hij naar de bar achter in de zaak. Floris en zijn moeder bogen zich nu samen over de menukaart. Vijf minuten later zaten zij aan hun drankje en was de keuze van het eten al aan de keuken doorgegeven. Floris bleef zich ondertussen afvragen waarom Wiebe die ‘s middags toch naast hem op de bank gezeten had geen enkel teken van herkenning gaf. Daar kwam hij aan met de voorgerechten. Hij serveerde eerst de moeder van Floris haar salade en zette daarna de visfantasie voor Floris neer. Schijnbaar onbewust raakte hij daarbij de bovenarm van Floris. Die voelde als het ware een schok door zijn arm gaan. Hij kreeg het helemaal warm. Was het opzet of toeval geweest van Wiebe? Op datzelfde ogenblik liep Wiebe licht zwevend terug naar de keuken. Zou die leuke blonde knul, die hunk van vanmiddag op de bank in het bos, die nu hier in de zaak zat, het duwtje tegen zijn arm begrepen hebben? Een moment vloog een lichte paniek hem aan. Misschien viel die knul wel niet op jongens. Toch maar een andere tactiek bedenken bij het hoofdgerecht. De voorgerechten waren verrukkelijk. Floris en zijn moeder genoten van de culinaire kunsten van de kok. De muziek op de achtergrond, het geroezemoes van de andere gasten en de gastvrije sfeer maakten dit etentje tot een heerlijke belevenis. Een koel glas witte wijn rondde het geheel af. Of alles naar wens was, kwam Wiebe vragen. Op het “ja, prima” verdween hij weer. Opnieuw keek zijn moeder Floris onderzoekend aan. Die deed alsof hij helemaal verdiept was in zijn visfantasie. Toen ze klaar waren werden hun borden door een meisje weg gehaald. Het eetcafé zat intussen overvol zodat diverse bezoekers, die nog een plaatsje wilden hebben teleur-gesteld de zaak moesten verlaten. Reserveren gewenst was hier dus geen loze kreet. Of zoals Floris met zijn moeder, op tijd binnen komen om zeker van een tafeltje te zijn. Na een kwartiertje rust kwam het hoofdgerecht.

Floris had intussen flink honger gekregen. Voor een gezonde Hollandse jongen was een voorgerecht maar een lichte hap. Wiebe zette het bord voor hem neer en vertelde waaruit het hoofdgerecht bestond. Floris hoorde er niets van. Hij keek alleen maar naar Wiebe met zijn prachtige groene ogen. Zelfs toen Wiebe al weg was zat hij nog in gedachten voor zich uit te staren. Toen zijn moeder hem duidelijk maakte dat als hij nu niet begon te eten, alles koud zou worden, keerde hij terug op aarde. Hij keek haar verlegen lachend aan en pakte mes en vork om te beginnen aan al het heerlijks dat op zijn bord lag. Er werd niet gepraat en moeder en zoon lieten het zich goed smaken.
Toen Wiebe de borden kwam weghalen zei hij quasi nonchalant tegen Floris dat hij wel honger zou hebben gehad na een flinke fietstocht en dat het ook wel te zien was aan het lege bord.

“Hoe komt hij daar nu bij?” Vroeg zijn moeder verbaasd aan Floris.

“Hij heeft me vanmiddag gezien toen ik van de muziekschool in Oostwick naar huis fietste.”

“Had jij hem dan niet herkend?”

“Eigenlijk niet” Loog Floris met een stalen gezicht.

“Pas nu hij een opmerking maakte over het fietsen, ging er bij mij een lampje branden.”

“Dus je kent hem nergens van?” vroeg zijn moeder door.

“Nee mam, ik heb hem vanmiddag voor het eerst gezien. Hij heeft net als ik een paar minuten op hetzelfde bankje in de zon gezeten. Hij heeft zelfs geen woord gezegd alleen even geknikt.”

Floris kreeg het er warm van. Zijn moeder zou toch niets vermoeden. Zij zelf had hem nog nooit lastig gevallen met de vraag of hij al een vriendin had. Heel wat anders dan al die kennissen, die meenden te moeten opmerken dat het onderhand wel eens tijd werd voor een vriendinnetje. Floris had in de loop van de jaren heel wat uitvluchten verzonnen. Van ‘te druk met studeren, nog tijd genoeg, de ware nog niet ontmoet tot veel te jong’ en een geheimzinnig “Wie weet……”.

“Was jouw hoofdgerecht ook zo lekker?” vroeg Floris, met de bedoeling het gesprek een andere wending te geven.

Gelukkig vroeg zijn moeder niet verder en zei ze enthousiast dat zij heerlijk gegeten had. En al die tijd probeerde Floris, zo onopvallend mogelijk Wiebe in de gaten te houden. De nagerechtenkaart gaf zoveel heerlijke desserts te zien dat beiden zich lieten verleiden tot een zalige zoete compositie van bavarois en ijs. Toen Wiebe, de ober, het dessert van Floris voor hem neerzette, zag deze meteen het bijna verborgen en uiterst kleine opgespoten chocolade hartje naast het bolletje ijs. Zijn hart maakte een sprongetje. Dit moest Wiebe de kok hebben laten doen als een boodschap voor hem. Floris keek naar zijn moeder of die iets in de gaten had. Maar nee, zij had alleen oog voor het heerlijk uitziende dessert. Dus maar gauw het hartje laten verdwijnen voor ze er erg in kreeg. Met een gevoel van opwinding stak hij het hartje in zijn mond en knipoogde naar Wiebe die juist zijn kant uit keek. Wiebe op zijn beurt tuitte licht zijn lippen, als wilde hij een kus geven. Een kop koffie na. Daarna de rekening. Nog een stiekeme knipoog naar Wiebe. Floris en zijn moeder stonden op, pakten in de garderobe hun jassen en vertrokken, uitgelaten door Wiebe.

“Het was zalig, mam” zei Floris. En in stilte genietend liepen ze terug naar hun torenflat aan het Koningsplein.

Boven aangekomen wilde Floris het liefst meteen gaan slapen omdat hij morgen schoolonderzoeken had. Hij bedankte zijn moeder, wenste haar welterusten en verdween naar zijn kamer. Wat was het een gave avond geweest. En wat was die Wiebe een heerlijk stuk. Maar hoe moest het nu verder? Wacht, eerst even zijn jas weghangen in de halkast. Hij zocht in zijn zakken naar zijn sleutels.
Hé, wat was dat? Met zijn sleutels kwam een klein opgevouwen briefje te voorschijn. Floris vouwde het open en las

Bel me voor een afspraakje xx, Wiebe.

Volkomen verrast stond Floris met zijn jas in de ene hand en het briefje in de andere voor zich uit te staren. Wanneer had Wiebe dat in zijn zak gestopt? Het deed er eigenlijk ook niet toe. Wiebe wilde een afspraakje met hem. Whauw!
Het liefst was hij de kamer in gerend om het zijn moeder te vertellen. Zou hij het doen en het haar nu vertellen?
Hij hing zijn jas in de halkast, liep naar de deur van de woonkamer, legde zijn hand op de klink en bleef doodstil staan. Hij haalde diep adem, sprak zich moed in en duwde de klink zachtjes omlaag.




HJT. 2008 mei, Floris en ‘’t Elfde Gebod’ dl.1

Gesloten