Een mooie toekomst, deel 11

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 142
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

Een mooie toekomst, deel 11

Bericht door Wimmie » di 25 apr 2023, 08:05

Een mooie toekomst, deel 11

Sammie
“Ok, dan is het nu mijn beurt” reageert Marijke. Ik zie dat haar ogen vollopen met tranen. Op dat moment gebeurt er iets met mij. Ik ben pas 10 minuten in gesprek met Marijke en ze wil al met mij praten. En het is kennelijk heel heftig voor haar, gezien haar reactie nu. Ik kijk haar aan, knik en leg mijn hand op haar hand.
Marijke snift, ze slikt haar tranen weg en begint te vertellen. Haar stem is door tranen omfloerst.
“Ik word al sinds de kleuterschool gepest. Toen wist ik nog niet wat dat was, maar naarmate ik ouder werd, werd het steeds duidelijker. Ik heb van alles geprobeerd. Niets hielp. Toen ik in groep 4 mijn ouders om hulp vroeg gingen zij met de juf praten. Toen ze terugkwamen was de boodschap: ‘Juf zegt dat het een heel leuke klas is, waar niemand wordt gepest. Ze heeft ook nog nooit iets gezien. Dus je moet ophouden over dat pesten.’ Mijn ouders geloofden mij niet. Ik vond het vreselijk, zeker toen ik merkte dat ook de juf op een bepaalde manier naar mij ging kijken. Het is de hele basisschool doorgegaan. Ik hoopte een beetje dat het na de basisschool op zou houden. Ik had me steeds meer teruggetrokken. Zo kwam ik binnen op het voortgezet onderwijs. Een teruggetrokken meisje dat zo min mogelijk op wilde vallen. Ik durfde steeds minder en was dus langzamerhand een soort grijze muis geworden. Maar het pesten begon opnieuw en nu nog harder. Er waren wat kinderen uit mijn klas op de lagere school ook op deze school. Niet in mijn klas maar op het school plein kwamen ze me tegen. En zo begon het pesten weer. Naar mijn ouders ben ik nooit meer gegaan met het pestverhaal. Ik probeerde het bij mijn mentor. Ook die reageerde dat er op deze school niet gepest werd. Ik vertelde van mijn ervaring in groep 4. ‘Misschien verbeeldt je het je allemaal?’ vroeg hij mij. Ik ben huilend weggelopen. Toen begon ik te spijbelen. Als ik niet op school was werd ik tenminste niet gepest. Mijn beide ouders werken. Dus overdag kon ik thuis mijn eigen gang gaan. Maar na een paar keer werden mijn ouders op school geroepen. Ik kreeg toen ze thuis waren op mijn donder. Ik mocht niet spijbelen en moest gewoon naar school. Ik had geen behoefte te vertellen waarom ik spijbelde: ze zouden me immers toch niet geloven? Maar ik kon niet blijven zwijgen, ergens in mij ging er iets kapot. Dus begon ik te schreeuwen en te schelden. Dat was opnieuw alle reden om mij op mijn donder te geven. In de weekenden kreeg ik huisarrest. Ik kon geen kant meer op. Toen ben ik weggelopen. We hebben een vakantiehuisje aan zee. Ik heb de sleutel gepikt, ben van mijn zakgeld met het openbaar vervoer naar dat huisje gegaan en ben daar 3 dagen geweest. Na drie dagen vonden mijn ouders mij. In plaats van mij te vragen waarom, kreeg ik weer enorm op mijn donder. En daarom ben ik hier. Ik ben onhandelbaar. Maar de reden gelooft niemand. Ik weet niet hoe hier een eind aan gaat komen. Ook hier verwacht ik niet dat er naar mij geluisterd wordt. Daarom heb ik tot nu toe gezwegen. En toen was jij er ineens, je had zelf ook problemen gehad en vertelde mij dat je gelukkig bent, nu. Dat wil ik ook. Maar hoe?”

Toen Marijke dat gezegd had werd het haar te veel. Ze barstte in snikken uit. Ik streelde voorzichtig over haar hand. Net zo lang tot ze rustiger werd. Dat duurde best wel een hele tijd. Toen haalde ze haar hand onder de mijne uit en veegde haar tranen weg.
“Ik geloof je, Marijke. En ik weet zeker dat ook Karel je zal geloven en begrijpen. Met hem kan je rustig praten. Weet je, de moeder van mijn vriend, Chris, waar ik sinds Kerstmis woon, werkt hier bij de Raad voor de Kinderbescherming. Via haar zijn Chris en ik hier ook terecht gekomen voor onze snuffelstage. En zij geloofde mij ook de allereerste minuut dat ik haar ontmoette. Ze krijgen hier de meest trieste en ingewikkelde zaken binnen, zoals die van jou. Mijn ´zaak´ is hier ook ooit geweest. Dus ik denk dat je echt met Karel moet gaan praten. Zou je dat willen?”
“Jou geloof ik, Sammie, jij bent vanaf de eerste minuut eerlijk tegen mij geweest. Maar kan ik dan in ieder geval de eerste keer praten terwijl jij er ook bij bent?”
“Natuurlijk. Dat kan nu al. Ik kan Karel bellen en vragen of hij wil komen en dan praten we gewoon verder. Om het voor jou makkelijker te maken kan ik dan ons gesprek samenvatten en dan het gesprek aan hem overdragen. Vindt je dat een goed idee?”
Marijke knikt heftig. “Als dit probleem maar opgelost wordt, alsjeblieft! Ik wil gewoon kunnen leven, ik wil gewoon gelukkig kunnen zijn.”
“Dat kan, Marijke, geloof me. Ik ga Karel bellen.”

Ik pak mijn mobieltje waar het mobiele nummer van Karel in zit. Hij neemt meteen op. “Karel, wil je komen? Marijke wil graag met je praten.” Ik hoor een wat verbaasd ‘O ‘ en daarna ‘Ik kom eraan.’
Even later gaat de deur open en komt Karel binnen, met een neutraal gezicht. Hij gaat zitten en ik begin. “Ik heb met Marijke afgesproken dat ik zal beginnen en ons gesprek zal samenvatten. Dan draag ik het gesprek aan jou over.” Daarna vertel ik hoe ons gesprek is verlopen. Als ik klaar ben kijkt Karel eerst naar mij en dan naar Marijke. “Ik ben heel blij dat ik vanmorgen gevraagd heb aan Sammie om met jou te praten, Marijke. Ik begrijp helemaal waarom je niet met mij wilde praten. Als volwassenen je keer op keer teleurstellen, dan ben je op een gegeven moment je vertrouwen in volwassenen kwijt. En dan kan een leeftijdsgenoot nét het verschil maken. Mag ik je vragen, Marijke, wil en kan je nu nog doorgaan of maken we een nieuwe afspraak? En Sammie loopt deze week en volgende week met me mee, dus in die tijd kan hij gewoon bij onze afspraken zijn.”
Marijke reageert: “Ik wil nu wel doorpraten. Ik heb nu ja gezegd. En heel fijn als de eerste keren Sammie er bij kan zijn. En graag ook Sammie erbij als we gaan praten met mijn ouders erbij, want ik neem aan dat dat gesprek snel moet komen.”
Ik haak daarop in. “Eigenlijk vraag ik me af: waar ligt nu het probleem? Ligt het probleem bij jou, Marijke, of ligt het probleem bij de kleuterjuf, de andere leerkrachten, de leraren op school en de ouders van Marijke? Marijke is jong, groeit op en moet heel veel leren. Daar heeft ze volwassenen voor om zich heen. Maar hebben die haar niet laten stikken?”

“Je geeft een feilloze analyse van de situatie, Sammie. Vindt jij dat ook, Marijke? Wie heeft de schuld, heb jij de schuld of hebben de volwassenen de schuld?”
“Ik heb het altijd als mijn schuld gezien, ik zag het niet goed, ik dacht alleen maar dat ik gepest werd. Maar als Sammie dat zo zegt: je wordt niet geboren met een oplossing voor elk probleem in je leven. Dus misschien heb ik terecht naar volwassenen gekeken voor een oplossing. En dan is het minder mijn schuld dan de schuld van volwassenen.”
“Ik wilde dit even gezegd hebben. Ik heb ook een tijdje gedacht dat ik de schuld had van alles, tot mijn vaste begeleidster in het internaat zei: ‘maar jij bent aan het opgroeien om volwassen te worden, de volwassenen om je heen zijn al opgegroeid en horen volwassen te zijn. Jij mag leren, zij moeten je daarbij helpen. Zo is het en niet andersom!’ En dat heeft toen mijn ogen geopend.”

“Dank je wel, Sammie, dank je wel, Marijke, dat je mij weer eens hierop gewezen hebt. Ik weet het uiteraard, maar zoals jullie het me vanmorgen duidelijk hebben gemaakt is het heel overtuigend. Ik heb een vraag voor jou, Marijke. Wat had ik kunnen doen om jouw vertrouwen te winnen?”
“Ik weet het niet. Jij deed het al anders dan alle andere volwassenen tot nu toe. Je zei dat je graag met me wilde praten maar dat je het aan mij over liet. Ik weet niet of ik op den duur met je wilde gaan praten. Maar bij Sammie lag het helemaal anders. Ik zag dat hij jong is, bovendien begon hij te vertellen dat hij ook grote problemen heeft gehad. En dat gaf mij vertrouwen. Bovendien vond ik hem spontaan, daardoor misschien te vertrouwen, dat deed ik in ieder geval wel.”

“Mooi. Dan stel ik voor dat we nu verder gaan. Kan jij, Marijke, vertellen, wie jou pesten? Kijk naar je klasgenoten. Zijn dat de populaire klasgenoten? Zijn dat misschien heel andere klasgenoten? Kan je er iets meer over vertellen?”
Karel neemt het gesprek over. Marijke vertelt nu gewoon, vanuit zichzelf, wat ze weet. Het valt me op dat ze alles best wel goed op een rijtje heeft staan. Als ook maar één volwassene goed naar haar had geluisterd…..
Aan het eind van het gesprek maken we een nieuwe afspraak, voor vrijdag. Meteen met haar ouders er bij. Want daar ligt het probleem. Karel vraagt of ik Marijke naar de hal wil begeleiden, dat is de gewoonte. Bezoekers mogen niet alleen door het gebouw gaan zwerven. Ik doe dat graag. Als we elkaar een hand geven, kust ze me snel op mijn wang. “Dank je wel, Sammie, dank je wel. Ik geloof dat ik weer een lichtpuntje zie.”

Met een blij gevoel ga ik naar boven. Als ik de kamer binnenloop zit Karel aan de telefoon. Hij maakt de afspraak met de ouders van Marijke. Ik hoor hem nog net zeggen: ‘Een stagiare van mij heeft zojuist een heel gesprek met Marijke gehad. We kunnen verder, dus zien we elkaar vrijdag om 9.30 uur, ok? Ja graag alle twee er bij. Daar is het belangrijk genoeg voor. Mijn stagiare zal er op verzoek van Marijke ook bij zijn. Tot vrijdag.”
En wanneer hij het gesprek afgesloten heeft: “Wat zie jij er blij uit. Je hebt ook alle reden tevreden te zijn. Volgens mij ben je een natuurtalent!”
Ik schiet in de lach. “Ja, een natuurtalent in het hebben van problemen levert misschien ook een natuurtalen op in het praten erover. Maar ik ben wel blij met wat ik heb kunnen doen. En ik meende het: Marijke heeft helemaal niets verkeerds gedaan. Het zijn alle volwassenen om haar heen die haar in de steek hebben gelaten. Maar ja, dat gaat vaak zo. Ik ga uit van een goed gesprek vrijdag, dan is er al een flink deel opgelost. Er moet gebouwd worden aan de relatie met haar ouders, maar zelfs dat is mogelijk, heb ik ervaren.”
De dag gaat verder met meer gesprekken. Ik teer nog een tijdje op mijn gevoel van tevredenheid over het gesprek met Marijke.

Chris
Ik fiets terug naar huis met Sammie. We hebben een nagesprek gehad met zijn vieren: met Karel en Louise erbij. Hoe we het vinden. Sammie is razend enthousiast: die heeft vandaag een heel goed gesprek gehad met een gepest meisje. Mijn dag was minder spectaculair, maar toch heel interessant. Na deze drie dagen ben ik er van overtuigd dat ik een goede keuze heb gemaakt door voor psychologie te kiezen. En na het horen van het verhaal van Sammie weet ik zeker dat hij gebeiteld zit op orthopedagogiek.
Onder het eten vertelt Sammie het verhaal aan mijn ouders. Mijn moeder verwoordt wat ik al gedacht had: “Orthopedagogiek is je op het lijf geschreven, Sammie.” We geven alle twee aan hoe blij we zijn met deze snuffelstage. En dat we alle twee daardoor bevestigd zijn in ons idee dat we voor een goede studie hebben gekozen. Mijn moeder kaart overigens een ander aspect aan.
“Jij was heel simpel in staat om door te dringen tot Marijke, gewoon door jezelf te zijn, Sammie. Ik denk dat deze situatie best wel vaker voor komt. Misschien moeten we kijken of we daar geen gebruik van kunnen maken als zich dat eens opnieuw voordoet. Ik weet niet hoe vaak Karel tegen dit soort situaties aan loopt, maar op zich moeten we er iets mee kunnen. Ik zal het met Karel bespreken, als jij het goed vindt.”
“Als ik nuttig kan zijn om jongeren richting oplossing te brengen zal ik dat altijd willen doen.” reageert Sammie. Ik kan me dat voorstellen. Ik zou dat ook wel willen. “Dat geldt overigens ook voor jou, Chris” voegt mijn moeder er aan toe.
“Natuurlijk” antwoorden Sammie en ik bijna tegelijk.

Sammie
Ik was eigenlijk heel benieuwd naar het gesprek met de ouders van Marijke, op vrijdag. Karel had mij gevraagd of ik Marijke en haar ouders op wilde halen. Dat vond ik best wel spannend. Marijke kende me al maar haar ouders uiteraard niet.
Ze kwamen met zijn drieën aan. Ik kon al aan Marijke zien dat het niet gemakkelijk was voor haar. Dus liep ik eerst naar haar, gaf haar een hand en zei: “Dag Marijke, blij dat je er bent.” Daarna richtte ik mij tot haar ouders en stelde mij voor: “Ik ben Sammie, stagiare orthopedagogiek bij de orthopedagoog van de Raad.”
Daarna liepen we naar de lift, die ik met mijn pasje kon bedienen. Ook om de afdeling op te komen had ik mijn pasje nodig. Bij de kamer van Karel aangekomen liet ik iedereen binnen, waarna Karel het van mij overnam. Karel schetste de drie voorafgaande gesprekken met Marijke en hoe de derde keer door mijn inschakeling het probleem op tafel was komen te liggen. Daarna schetste Karel het probleem. Ik hield Marijke en haar ouders heel erg goed in de gaten. Ik zag hen enorm schrikken toen Karel duidelijk maakte dat het probleem helemaal veroorzaakt was door een niet herkend heftig pestprobleem, waardoor Marijke niet anders kon dan zich terugtrekken en reageren en spijbelen en vluchten en waardoor haar vertrouwen in volwassenen volledig was verdwenen. Dat dankzij het gegeven dat ik in jaren niet veel ouder was dan Marijke en bovendien jarenlang ook slachtoffer was geweest van pesten, Marijke was gaan praten. Toen Karel uitgesproken was, viel er een pijnlijke stilte. De moeder van Marijke begon te huilen. Haar vader zat wat ongemakkelijk op zijn stoel heen en weer te schuiven.

Karel keek mij aan. “Heb jij wat toe te voegen, Sammie?” vroeg hij mij.
“Ja, zeker. Karel heeft al aangegeven dat ik ook jarenlang last heb gehad van pesterij op grote schaal. Als kind kan je daar helemaal niets mee. Als jongere wordt dat alleen maar moeilijker. Op een gegeven moment zie je geen uitweg meer en ga je denken dat jij de schuldige bent, wat absoluut niet waar is. Waar je behoefte aan hebt zijn volwassenen die je steunen. Maar vaak zijn die er niet. Ook voor mij waren ze er aanvankelijk niet. Pas toen ik 14 jaar was en het huis uit ben gezet kwamen er volwassenen die mij begrepen. Voor die tijd heb ik in een soort hel geleefd, niet wetend wat ik kon doen. Alleen met steunende volwassenen om je heen ben je als kind en jongere in staat het pesten een plekje te geven in je leven en er daarna iets aan te doen. Pesten is iets ontoelaatbaars in onze maatschappij, maar helaas nog veel en veel te vaak niet onderkend. Op school werd het door de leerkrachten alleen maar gesteund dat ik gepest werd. Wat voor vertekend beeld krijg je dan als kind van volwassenen? Volwassenen die je zouden moeten helpen laten je niet alleen in de steek maar gaan ook nog eens een bijdrage aan het pesten leveren. Maar het is nooit te laat. Voor mij was het niet te laat. Voor Marijke is het ook niet te laat. Want: met Marijke is niets mis. Er is iets mis met de mensen om haar heen. Als die dat beseffen en er wat mee gaan doen, kan voor Marijke de hele situatie veranderen. Jullie spelen daar als ouders een centrale rol in. Pak die rol alsjeblieft op voor Marijke. Marijke verdient het, ze heeft alles tot nu toe doorstaan. Mijn petje daarvoor af. Ik weet wat het is. Het is een hel. Maar na de hel kan de hemel komen. Zorg alsjeblieft dat Marijke daar terecht komt! Ze verdient het!”

In kijk naar de tafel. Heb ik misschien te veel gezegd? Het kwam helemaal uit mijn hart. Marijke kijkt me met tranen in de ogen dankbaar aan. Dan reageert de vader van Marijke. “Dank je wel, Sammie, voor je eerlijke woorden. Ze kwamen uit je hart, ik voelde het. Ze kwamen hard aan, maar we hebben dan ook grove fouten gemaakt.” Dan kijkt hij Marijke aan. “Marijke, kan je ons vergeven, misschien niet direct, maar op den duur?”
Marijke kijkt naar mij. Ik knik haar bemoedigend toe.
“Weet je, ik heb tot nu toe bijna mijn hele leven alleen gestaan. Tegenover volwassenen die mij niet geloofden en niet begrepen. Als jullie mij nu wel geloven en mij willen ondersteunen, dan sta ik niet meer helemaal alleen. Sammie heeft mij in het gesprekje dat wij woensdag hadden al een heleboel geleerd. Dat hoe slecht je het ook heb gehad, het alleen maar beter kan worden. Dat hoe ongelukkig je geweest bent, je ook alleen maar gelukkiger kan worden. Als ik dat kan bereiken met jullie hulp dan hebben jullie al wat goed gemaakt. Het zal lastig zijn, niet alleen voor mij maar ook voor jullie. Ik stond eerst alleen, maar misschien staan we daarna met zijn drieën alleen. Als we doorgaan kunnen we misschien steeds meer mensen aan onze kant krijgen. En alles helpt.”
Karel reageert: “En uiteraard kan ik regelen dat er ondersteuning komt.”
Er wordt nog doorgepraat. Ik krijg het idee dat de ouders van Marijke zich echt rot zijn geschrokken en zich enorm schuldig voelen. Daar ga ik nog even op in door aan te geven dat je schuldig voelen niets oplost. Dat je moet handelen. Dat dan alles beter kan worden.

Zelfs ik ervaar het als een emotioneel gesprek. Als ik Marijke en haar ouders heb weggebracht (Marijke geeft me weer een kus op mijn wang) en met Karel napraat geef ik aan dat ik het wel heel erg heftig heb gevonden. Karel legt mij uit dat het ook alles te maken heeft met wat ik zelf heb meegemaakt. “Maar”, voegt hij toe, “Asjeblieft, Sammie, houd dat vast. Daardoor zal je een veel beter hulpverlener kunnen zijn. Jij bent niet in je problemen blijven hangen maar hebt ze overwonnen. Als je dat kunt uitstralen, en dat deed je vandaag, kan je heel goed helpen. Je kunt dan jezelf zijn en tegelijk hulp verlenen vanuit een overzichtspositie. In benijd je.”

De situatie met Marijke was de meest heftige belevenis in mijn stageperiode. En ook Chris had heftige situaties, maar niet zodanig dat hij er zelf bij betrokken was. We hadden elke avond wel zaken te bespreken, ofwel aan tafel, of wel daarna, voordat ‘ons uurtje’ aanbrak.
Na twee weken nemen we met pijn in ons hart afscheid van Karel en Louise, maar niet dan met de belofte dat we contact zullen houden. En als afscheid geven wij hen alle twee hetzelfde boek dat Chris op zijn verjaardag gekregen had: ‘De jongen, de mol, de vos en het paard.’
We hadden er een paar citaten uitgehaald. En op een apart vel voorin geschreven met onze dank voor de snuffelstage die we hebben mogen lopen. Dit zijn de citaten:

‘Wat wil je worden als je groot bent?’ vroeg de mol.
‘Lief.’ Zei de jongen.
‘Mmmm.’zei de mol.
‘Er gaat niets boven lief zijn. Stilletjes overstijgt dat alles.’

En het tweede citaat:
‘Stel je voor hoe we zouden zijn als we minder bang waren.’ zei de jongen.
‘De meeste oude mollen die ik ken zouden willen dat ze minder naar hun angsten hadden geluisterd en meer naar hun dromen.’ antwoordde de mol. ‘Waar droom jij van?’
‘Een thuis.’ zei de jongen.
‘O, hoe is het daar?’
‘Dat weet ik niet, ik weet het niet zeker.’
‘Hmmmm.’
‘Maar ik weet wel dat ik een thuis nodig heb.’

En het derde citaat:
‘Thuis is niet altijd een plek, hè? ‘

En het vierde citaat:
‘Daarom zijn we hier, toch?’ zei de jongen.
‘Om taartjes te eten?’ vroeg de mol.
‘Om lief te hebben en lief gevonden te worden.’


Chris
In het begin van de week nadat onze stage bij de Raad was geëindigd kwamen de examenuitslagen. Onze hele klas was geslaagd. Sammie en ik hadden een gemiddelde van 8,5. Een heel goed resultaat, waar wij erg blij mee waren. Maar met het gegeven dat iedereen geslaagd was, waren we nog veel meer blij.

Die week waren er natuurlijk ook de eindexamenfeesten. Wij hadden dat wat afgestemd, omdat we geen van allen zin hadden ons van feest naar feest te moeten slepen. Bovendien zouden sommige klasgenoten al in de loop van de week aan het (vakantie)werk gaan of op vakantie. Wij hadden een ander plan. Wij zouden volgende week serieus bezig gaan met Sammie zijn verdere overgang van meisje naar jongen, of van vrouw van man.
De feesten waren gezellig. Uiteindelijk waren het er twee geworden: één op school met alle eindexamenklassen en de ander bij een klasgenoot die in het buitengebied woont en waar we met zijn allen zijn blijven slapen. Alle twee feesten waren heel gezellig. We hebben met zijn allen al een afspraak gemaakt voor een eerste reünie om bij te praten: in de kerstvakantie. Kunnen we met zijn allen kijken hoe het iedereen vergaan is, de eerste maanden op een vervolgopleiding.

Met de moeder van Sammie en met zijn broer en zus hebben we regelmatig contact. Inderdaad is Theo gezakt en dat is niet helemaal eerlijk gelopen. Theo en Ingrid hebben zich meteen op onze, nu ‘oude’ school aangemeld, om daar het laatste jaar over te doen. En samen met mijn ouders heeft Theo een klachtenbrief geschreven naar de inspectie. Daarvoor had hij eerst een gesprek op school gevraagd om er over te praten, maar dat was geweigerd. Dat was voor hem de spreekwoordelijke druppel om toch een klacht in te dienen. Hij heeft de brief meteen in afschrift aan de school gestuurd, maar daar ook niets op gehoord.

Met Ingrid gaat het steeds beter. Zij is steeds meer in staat haar oude leven op te pakken. Zij is nog wel snel moe, heeft soms wat geheugenproblemen, maar dat is niet raar na alle bestralingen en chemo’s die ze gehad heeft.

Sammie en ik zijn nog bij Susan langs geweest om onze eindexamenlijsten te laten zien. Susan was uiteraard heel blij. Sammie heeft toen meteen verteld van zijn snuffelstage en ook het verhaal van Marijke verteld. Susan vroeg toen heel onverwacht ineens iets merkwaardigs. “Zou jij dat verhaal een keer hier in de groep willen vertellen? Er zijn ook inmiddels twee nieuwe groepsleden die gepest worden op school en ongetwijfeld zijn er groepsleden die op school aan pesten meedoen. Misschien kan je met jouw verhaal sommige mensen wakker maken…..”
“Daar moet ik even over nadenken”, reageert Sammie. “Ik vraag me af: zullen ze mij wel serieus nemen?”

Gesloten