Een mooie toekomst, deel 10.

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 142
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

Een mooie toekomst, deel 10.

Bericht door Wimmie » vr 21 apr 2023, 21:45

Een mooie toekomst, deel 10

Sammie
Ik lees het kaartje voor dat bij de bloemen zit. Ik lees het voor: “Van je voogd, van harte gefeliciteerd met je 18e verjaardag. Je hebt me eigenlijk nooit nodig gehad. Jij redt het wel. Veel succes als voor je leeftijd erg volwassen meerderjarige.”
Ik moet even slikken. Dat ‘voor je leeftijd erg volwassen meerderjarige’ komt wel even aan. Ben ik dat? Ik heb geen tijd voor deze vraag, het gesprek is al begonnen, Heleen en Peter zijn in gesprek gegaan met mijn moeder en Ingrid en Theo. Uiteraard is de eerste vraag hoe het met Ingrid gaat en hoe het met mijn moeder gaat. Met alle twee gaat het goed, dat is ook wel te zien. Ingrid heeft gelukkig weer kleur op haar wangen, mijn moeder ziet er zonder gips ook veel beter uit. Peter vraagt Theo hoe het met zijn eindexamen gaat. Theo haalt zijn schouders op. “Ik ben de laatste maanden meer met de gezondheid van Ingrid en mijn moeder bezig geweest dan met mijn eindexamen. En mocht ik zakken, dan is het ook niet erg. Dan doen we dat laatste jaar samen over. Maar dan wel op een andere school.”
Ik kijk verbaasd. “Hoezo?” vraag ik. “Op onze school is bekend wat er thuis gebeurd is, dat aangifte is gedaan, dat vader in voorarrest zit en er een vervolging komt en dat we met de kerk gebroken hebben en nu zijn we niet bepaald meer welkom. Dat laten ze op allerlei manieren weten. Dat Ingrid ziek is geweest was voor de school ook geen enkele aanleiding om ook maar iets te ondernemen. Ze hebben helemaal niets laten horen. Dus we hebben het wel met deze school gehad. Misschien kunnen we beter naar jullie school toe. En als we dat alle twee tegelijk doen, die overstap, is het een stuk gemakkelijker,” reageert Theo. “Het zou mij ook helemaal niets verbazen als ze gaan proberen mij het examen niet te laten halen door de resultaten van het schoolexamen bij te stellen. Maar ik wacht gewoon af.”
Zowel Chris, als Heleen en Peter kijken verbaasd. Peter reageert: “Dat kan niet zomaar, een school kan examenresultaten niet manipuleren. Als jullie toch van school af moeten en jij het jaar over moet doen, dan zou ik in ieder geval een klacht indienen bij de inspectie.”
“Laten we eerst maar eens kijken hoe het gaat. Voorlopig maar even afwachten”, reageert Theo.
Dan komt het gesprek op onze eindexamenresultaten. Heleen geeft aan dat ze voor ons examen totaal niet bang is, dat we hoge cijfers hebben gehaald en altijd gewoon gewerkt hebben. Mijn moeder vraagt of we al weten wat we willen gaan doen. Ik geef aan dat ik aan orthopedagogiek denk en Chris reageert dat hij een combinatie van psychologie en de avondopleiding mode van de kunstacademie overweegt.
“Ben jij dan zo creatief?” vraagt mijn moeder geïnteresseerd. Ik reageer dat het jasje dat ik aan heb door Chris ontworpen is en dat hij het ook helemaal zelf heeft gemaakt. Mijn moeder kijkt met ongeloof naar het jasje. “Maar dat ziet er gewoon als een gekocht jasje uit!” reageert ze. “Daarom wil Chris ook naar de kunstacademie. Maar gezien de onzekerheid om met zo’n opleiding een baan te krijgen gaat hij toch ook voor safe.” reageer ik.
Het gesprek gaat geanimeerd door. Mijn moeder vraagt naar het werk van Peter en Heleen en die vragen naar de plannen van mijn moeder. Het blijkt dat zij al een paar sollicitaties heeft lopen, waaronder ééntje bij de bank waar ze lang geleden heeft gewerkt. Je kunt maar nooit weten is haar redenering.
De avond vliegt voorbij. Ik vind het een best wel plezierige avond. Ook Ingrid praat gewoon mee, je merkt niet veel aan haar van vermoeidheid, maar aan het eind geeft ze wel aan behoorlijk moe te zijn. We kunnen ons dat allemaal levendig voorstellen.
Als ze weg zijn praten Heleen, Peter, Chris en ik nog even na. We zijn het er allemaal over eens dat er langzamerhand weer normaal contact aan het groeien is. ik ben daar erg blij mee.

Chris
De verjaardag van Sammie hebben we gevierd, met Carla in ‘ons gezin’, daarna met Susan, met de moeder van Sammie en Theo en Ingrid. Volgens mij heeft Sammie een verjaardag gehad zoals hij die nog nooit heeft gehad: een heel leuke verjaardag in een gezin, met mensen die om hem geven. In het internaat lag dat anders en ook daarvoor bij hem thuis was dat toch iets anders. Hij heeft er zichtbaar van genoten en zijn verjaardag heeft de relatie met zijn moeder en zijn broer en zus ook goed gedaan. Die kennen nu mijn ouders ook. Ik vond het ook heel gezellig!
Nu komt mijn verjaardag er aan. En ondertussen hebben we de eindexamens ook. Die gaan goed. We hebben nog niet iets gehad waarvan we zeiden: dat was niet te doen. Wel soms iets waar we wat langer over na moesten denken. Na elk examen blijven alle klasgenoten hangen en na afloop bespreken we met de hele klas hoe we het hebben gedaan. Tot nu toe pakt het voor iedereen positief uit, wat ook de bedoeling is. Daar hebben we als klas naar gewerkt: iedereen met een leuk resultaat door het eindexamen. Het ziet er naar uit dat dit gaat lukken.
Mijn verjaardag is voor Sammie best een dingetje. Hij wil al een paar weken van mij weten wat ik van hem wil hebben. En ik antwoord steevast: dat we gewoon lekker zo doorgaan. En dan reageert hij met: natuurlijk, dat is een cadeau voor je leven, maar nu voor je verjaardag? En ik weet het echt niet. Ik heb alles wat ik nodig heb. En ik heb Sammie. Dat is voor mij genoeg. Twee dagen voor mijn verjaardag houdt hij op met vragen. En ’s middags moet hij ineens weg. Ik vermoed dat hij met mijn ouders heeft overlegd…..
Op mijn verjaardag, als ik wakker word, ligt Sammie al wakker naar me te kijken. Hij duikt bijna op mij om me met een heel lange lieve zoen, eindigend in een tongzoen, te feliciteren.
“Dat is wel heftig wakker worden, Sammie, zeker nu ik meerderjarig ben. Ga je dat voortaan altijd zo doen?”
“Daar moet ik even over nadenken”, is de reactie. Dan duikt hij onder ons bed en haalt er een stevig groot pak onderuit. “Als het kleding is, is het een ridderharnas”, grap ik.
“Het is geen kleding, maar heeft er wel alles mee te maken.” Ik ga het uitpakken. Het blijken twee heel grote boeken te zijn. En wat voor boeken. Het zijn twee atlasgrote boeken met als titel: Leerboek modeontwerpen en Leerboek mode tekenen. Sammie vertelt er bij dat hij op advies van mijn ouders de kunstacademie heeft gebeld en dat zij deze twee boeken hebben aangeraden. Hij is ze daarna meteen gaan kopen. Het zijn werkelijk schitterende boeken, ik kan er jaren mee vooruit om dingen uit te leren. Het zijn geen boeken, die verplicht zijn op de kunstacademie vertelt Sammie mij erbij maar ze worden daar wel aanbevolen als vrijwillige lectuur. Ik neem Sammie in een omhelzing.
“Ik ben zo blij dat ik iets moois voor je heb kunnen vinden. En die boeken zou ik uit mijzelf niet zomaar op zijn gekomen…..”
“Ze zijn prachtig, ik kan er veel van leren. Ik ben er ontzettend blij mee.” Ik neem Sammie nu na de omhelzing in een knuffel, dat wordt een zoen, een tongzoen die we, happend naar adem, beëindigen.
Als we op adem zijn gekomen gaan we douchen. Beneden wacht mij een onthaal door mijn ouders. Ik heb het cadeau van Sammie mee naar beneden genomen. Mijn ouders kijken meteen wat het geworden is. Van mijn ouders krijg ik een bekend cadeau, maar ook nog iets anders. Het is een boekje. De titel is: “De jongen, de mol, de vos en het paard.” Het is een boekje met simpele maar daardoor heel mooie tekeningen en niet heel veel tekst, maar de tekst is heel filosofisch. Met waarheden die mij treffen.
’s Avonds met Carla is het weer hartstikke gezellig. Sammie gaat nu best regelmatig met ons uit eten en hij begint er aan te wennen, dat uit eten gaan.
Het vieren van mijn verjaardag met mijn familie is heel bijzonder, omdat die nu kennis maakt met mijn vriendje. Officieel. Mijn moeder heeft het natuurlijk wel gemeld, maar het is er nog niet van gekomen elkaar te ontmoeten. En dat gebeurt nu. Mijn moeder heeft een broer en een zus. Mijn moeder is de oudste. Haar broer en zus hebben allebei twee kinderen, haar ‘broertje’ twee meisjes, van 14 en 16 jaar en haar ‘zusje’ twee jongens, van 12 en 14 jaar. Ik ben, beter nu: wij zijn dus de oudste van het hele stel, net als in Rome.
Het is best wel apart, die neven en nichten mijn vriendje voor te stellen. Uiteraard weten ze ook dat Sammie een transjongen is en met name de beide meisjes willen daar graag meer over weten. Sammie vertelt er heel open over, niet over de toestanden thuis, maar wel over hoe hij het ontdekte. De jongens zijn er veel minder in geïnteresseerd, maar geven wel aan dat Sammie voor hen gewoon een jongen is. Dat doet Sammie uiteraard weer heel goed!
Het is gezellig. Zij zijn ook benieuwd naar onze eindexamenervaringen.
Mijn ooms en tantes houden zich een beetje op de achtergrond, maar willen later toch weten wat wij na het eindexamen van plan zijn te gaan doen. Als wij dat verteld hebben ontstaat daar een gesprek over: dat veel hulpverleners een specifieke motivatie hebben om hulpverlener te worden.
Als iedereen vertrokken is meldt Sammie nog eens hoe verschillend mijn familie met elkaar omgaat dan hij gewend is bij zijn familie. Hoe ontspannen en geïnteresseerd iedereen is…..

Na alle festiviteiten van de verjaardagen doen we de laatste examens. Ook die gaan goed. Voor iedereen. Sommige klasgenoten die wat moeite hebben met de laatste vakken hebben nog wat hulp gekregen en het lijkt dat dat precies het verschil heeft gemaakt!

Dan komt het weekeind dat we alle twee onze verjaardagen vieren met onze hele klas. Het is mooi weer en we kunnen het zowel in de tuin als binnen organiseren. Het is een heel gezellige avond, die wat vroeg begint voor een feest, om 18.00 uur, met een door mijn moeder, Sammie en mij klaargemaakt Italiaans buffet. Het feest is ook buiten in de achtertuin met muziek en stopt dan ook om middernacht om geen problemen te krijgen met de buren, die we uiteraard wel tevoren hebben gewaarschuwd. Het is heel gezellig. Uiteraard verwacht iedereen dat mijn ouders er gewoon bij zijn (wat op lang niet alle feestjes zo is) en wat mijn ouders graag doen. Zij vinden het altijd leuk mijn klasgenoten te ontmoeten. We zijn al 6 jaar bij elkaar en vanaf het begin heel close.
We zijn met zijn 22-en plus mijn ouders. Er wordt veel gepraat, gedanst, normaal gedronken, kortom: het is voor iedereen een gezellig feest. Wij hebben gelukkig klasgenoten die het niet nodig hebben heel veel te drinken om zogenaamd een gezellige avond te hebben. Misschien lijken we wat braaf, maar we hebben absoluut geen behoefte aan een feest dat eindigt met klasgenoten die alles door elkaar hebben gedronken en hartstikke beroerd naar huis moeten worden gebracht. Dat niet iedereen 18 jaar is hebben we vandaag daarom ook niet op gelet!

Sammie:
Ons gezamenlijke verjaarsfeest met de klas is al weer even geleden. Het was erg gezellig. Om middernacht hebben we buiten alles opgeruimd en zijn we naar binnen gegaan. Daar hebben we nog best lang met elkaar doorgepraat over wat iedereen het komend jaar wil gaan doen. Vijf klasgenoten gaven aan echt niet te weten wat ze wilden gaan doen na het eindexamen. Een paar dachten aan rechten en hebben best wel lang met Peter en Heleen daarover gepraat. Ik ben heel blij dat Chris en ik daar al duidelijkheid over hebben. We hebben inmiddels alle twee al definitief besloten en ons zelfs al ingeschreven. Ik heb veel zin in mijn studie orthopedagogiek. Ik wil heel graag andere jongeren helpen bij hun problemen. In wat voor functie vind ik niet eens zo interessant: als ik maar deskundig genoeg ben om te kunnen helpen. De daarvoor benodigde deskundigheid hoop ik op die opleiding te leren. Eigenlijk denkt Chris er ook zo over. Van zijn ouders weet hij wat jongeren, maar zelfs al kinderen, zelfs al ongeboren of pasgeboren kinderen, aan problemen tegen kunnen komen. Daarbij helpen lijkt ons iets heel moois.
We hebben ook al gesproken over de vraag: waar willen we gaan studeren? Wij wonen vlak bij een universiteitsstad, waar je orthopedagogiek en psychologie kunt studeren en ook een kunstacademie met een mode-afdeling is. Willen wij meteen al op kamers gaan? Want voor de afstand hoeven we het niet te doen: binnen een half uur brengt de trein ons naar de stad. Peter en Heleen laten ons vrij.
Chris en ik zijn het eigenlijk wel met elkaar eens dat het misschien goed is het eerste jaar gewoon thuis te blijven wonen. Voor mij geeft het de mogelijkheid nog wat langer te wonen in het warme gezin waar ik nu bijna een half jaar in woon en waar ik eigenlijk nog geen genoeg van kan krijgen. En Chris wil met een dubbele studie eigenlijk wel in alle rust beginnen. Bovendien gaan voor mij binnenkort gesprekken beginnen over hoe ik verder zal gaan met mijn transformatie van meisje naar jongen. Wat er daarna gaat gebeuren zal energie vragen en dan is een rustige en veilige thuissituatie waar soms van alles voor je gedaan wordt misschien wel een goede basis, hebben we bedacht. Nogmaals: Peter en Heleen laten ons helemaal vrij, maar als we met hen bespreken dat we het eerste jaar gewoon thuis willen blijven laten ze wel blijken het een verstandige beslissing te vinden.
De paar weken nadat we eindexamen gedaan hebben en moeten wachten op de uitslag willen we een beetje nuttig doorbrengen. Ik had eigenlijk het idee dat ik wel eens met een orthopedagoog mee zou willen lopen, om te kijken wat die functie precies inhoudt. Maar dan moet je een keuze maken: in wat voor soort setting, met wat voor soort kinderen/jongeren, intra- of extramuraal? En dan is nog maar de vraag of het zomaar kan vanwege privacy. Chris zou iets dergelijks ook heel graag doen.
Onder het eten hebben we er een keer met Peter en Heleen over gesproken. Die vonden het een goed idee dat volgens hen wel te verwezenlijken was. Wel verwachtten ze dat we een beetje aan zouden moeten kunnen geven wat we ongeveer zouden willen. Dan zouden zij kijken of het te realiseren zou zijn. Doorpratend kwamen zowel Chris als ik uit op probleempubers, in die zin dat het zou moeten gaan om pubers die problemen ondervinden en/of geven. Heleen zei dat ze het er met Karel en Louise over zou hebben. We hebben Louise en Karel al ontmoet en vinden dat een goed idee. Twee dagen later komt het antwoord: zowel Karel als Louise zien het zitten. Karel zal mij dan een aantal dagen mee laten lopen en Louise zal datzelfde doen met Chris. We zijn alle twee dolblij: wat een goed vooruitzicht. Nader kennismaken met datgene dat wij willen gaan studeren.
En dan komt het moment dat ik met Karel mee ga lopen en Chris met Louise. We melden ons op maandagmorgen bij de kamer van Louise. Daar zit ook Karel al. Bij de balie hebben we een pasje gekregen dat de komende twee weken geldig is. We maken wat afspraken over geheimhouding en het vertellen van de dingen die we meemaken. Thuis mag dat uiteraard, Peter en Heleen zijn ook aan regels rond geheimhouding gebonden. Maar naar vrienden en familie mogen we niet concreet vertellen over wat we gedaan hebben. Wij vinden dat alle twee logisch. Dan vertelt Louise wat zij de komende week op het programma heeft staan. En Karel vertelt hetzelfde. Vandaag is het nog niet zo veel: de maandag wordt er vergaderd. Ook dat hoort bij het werk en Louise geeft aan dat het belangrijk is dat je zo vergadert dat er voor de kinderen maximaal uit wordt gehaald wat er uit te halen valt. En het mag ook nog gezellig zijn: ‘werken doe je toch ook voor je plezier’ zegt ze met een knipoog naar ons. Maar dinsdag gaat het echt gebeuren. Dinsdag beginnen ook de gesprekken met jongeren zelf, waar we bij mogen zijn, om mee te kijken, of soms om mee te doen, als dat zo uitkomt. Karel geeft aan dat hij er over denkt te proberen of het mij lukt met een meisje contact te leggen, wat hem tot op heden niet is gelukt.

Chris
De eerste dag voor mij met Louise en voor Sammie met Karel krijgen we wat meer een beeld over de taken van de Raad voor de Kinderbescherming. We ontmoeten op vergaderingen ook zogenaamde Raadsonderzoekers, waar mijn moeder onder andere een paar teams van aanstuurt. Verder hebben we wat besprekingen bijgewoond waarop bepaalde jongeren en hun gezinssituaties worden besproken. Het geeft wel een heel goed beeld. Ik krijg steeds meer respect voor mijn moeder wat betreft haar werk. Het zijn best ingewikkelde zaken die besproken worden.
De dinsdag en de woensdag is er een aantal individuele gesprekken met jongeren, twee met niet alleen de jongeren maar ook hun ouders. Ik word voorgesteld als stagiaire psychologie. Nog ‘even’ een studie doen en dan ben ik het ook echt. De problemen zijn heel wisselend. Ik realiseer me weer eens hoe ik geboft heb met mijn ouders maar ook met mijzelf: ik heb geen vreemde beperkingen of psychiatrische problemen. Dat ik homo ben had een probleem kunnen zijn, omdat niet alle ouders daar even gemakkelijk mee omgaan, maar ook daarin heb ik geboft met mijn ouders. Als je daarentegen geboren wordt met een probleem en ouders hebt die daar niet mee om kunnen gaan kan het snel uit de hand lopen. Sammie is daar een goed voorbeeld van.
In het gesprek met de ouders erbij valt me op dat de jongeren zich heel erg op de achtergrond houden. Na afloop vraag ik Louise daar naar. Zij vraagt mij waarom mij dat opvalt. Ik geef aan: de beide jongeren waren toch 15 en 16 jaar, dan heb je toch ook je eigen mening over dingen? Louise vraagt me of ik op haar heb gelet. Dat heb ik, uiteraard, maar er is me niets opgevallen. Louise vraagt wat duidelijker: heb je gezien hoe mijn vraagstelling was? En dan weet ik het even niet.
“Al mijn vragen heb ik in principe aan de jongere gericht. Soms heb ik zijn of haar naam er ook bij genoemd. Maar: ouders gaven bijna altijd antwoord. Ik kan dan twee dingen doen: gewoon doorgaan, dat heb ik in beide situaties gedaan. Ik kan daar ook op ingaan, aangeven dat ik de jongere iets vraag en dan van de ouders antwoord krijg. Dat ik graag antwoord van de jongere wil. En dan mijn vraag herhalen met de opmerking: nu wil ik graag van jou antwoord hebben. Maar in beide situaties was dit een eerste gesprek. En omdat tevoren vast stond dat er meerdere gesprekken zouden komen heb ik dat niet gedaan. In beide gevallen wil ik graag met alleen de jongere in gesprek. En dan kunnen ouders geen antwoord geven voor hun kind. Ik vind het leuk dat je dit hebt opgemerkt, want het is inderdaad iets dat opvalt en in dit geval iets dat ik dus in stand heb gelaten.”
Dat maakt het een stuk duidelijker, maar ook dat ik nog beter moet opletten. Als ik dat zeg begint Louise te lachen: “Gewoon rustig aan doen, Chris, je gaat tijdens je studie een heleboel leren. Soms is dat iets dat je direct in praktijk kan brengen, soms zie je daar niet meteen het nut van in. Maar geloof me: bijna alles dat je gaat leren is van belang voor je latere werk. En een paar dingen wil ik je wel alvast meegegeven: als je echt met kinderen en jongeren wil gaan werken, kies dan als specialisatie ontwikkelingspsychologie en haal de diagnostische bevoegdheid. Daar heb je met kinderen en jongeren heel veel aan.”
Wat ben ik toch blij met de kans die ik nu heb om twee weken mee te lopen!

Sammie
Op maandag en dinsdag loop ik met Karel mee, het zijn interessante dagen. Ik maak veel voor de eerste keer mee en leer heel veel. Karel legt mij heel veel uit. Maar voor mij wordt het op woensdag pas echt interessant. Als ik me bij Karel meld zegt hij: “Ik wil dat je het eerste gesprek, dadelijk met Marijke van 16 jaar, alleen gaat hebben. Het is voor mij een gok, maar ik heb al 2 gesprekken gehad en heb geen contact met Marijke kunnen krijgen. Ze zit, kijkt naar de tafel, kijkt me niet aan en reageert niet op mijn vragen. Maar ze heeft geen probleem met het leggen van contacten, dus ze wil geen contact met mij. Ik kom er niet door heen. Maar jij misschien wel, zeker als je helemaal niets van haar weet en gewoon spontaan, als bijna leeftijdsgenoot, met haar probeert in gesprek te komen. Wat ik doe is niet helemaal volgens het boekje, maar ik wil het een kans geven. Wees gewoon jezelf, probeer contact te leggen. Ik vertel je helemaal niets, dan kan je ook zeggen dat je niets weet. En doe wat je hart je ingeeft. Probeer het. Ze heeft een afspraak van een uur. De vorige twee keren hebben we 10 en 5 minuten zwijgend tegenover elkaar gezeten. Als je dat niet kunt mag je ook eerder stoppen.”
De afspraak is om 9.30 uur. Karel zorgt dat hij tijdig van zijn kamer is. Marijke zal door een medewerker naar zijn kamer worden gebracht. De medewerker is ingelicht.
Ik zit om 9.30 uur klaar aan de tafel op de kamer van Karel. Precies om 9.30 uur wordt er op de kamerdeur geklopt. Ik loop naar de deur en doe hem open. Daar staat een medewerker, die ik al van een vergadering ken, met een meisje van duidelijk een jaar of 16, 17, die mij aankijkt en dan heel verbaasd kijkt. Ik steek mijn hand uit en zeg: “Dag Marijke, ik ben Sammie. Ik studeer orthopedagogiek en loop hier een soort snuffelstage. Vandaag kan je als je wilt met mij praten.”
Ze geeft me met een verbaasd gezicht een hand en ik wenk dat ze binnen kan komen. Ze komt binnen en de medewerker geeft mij een knipoog en sluit de deur. Ik vraag haar te gaan zitten waar ze wil en als ze zit ga ik tegenover haar zitten.
“Ik zal beginnen met me voor te stellen. Ik ben Sammie, ik ben net 18 jaar geworden en heb net eindexamen gedaan. Nu wacht ik op de uitslag en in de tussentijd loop ik hier een soort stage. Twee weken mag ik hier kijken wat er allemaal te doen is. Ik heb me ingeschreven voor de studie orthopedagogiek omdat ik zelf best wel veel problemen heb gehad en daardoor besloten heb dat ik andere jongeren wil gaan helpen. Ik weet helemaal niets van je, alleen dat je Marijke heet en 16 jaar bent. Ik zou graag meer van je willen weten. Maar eerst vind ik het eerlijker dat jij de kans krijgt meer aan mij te vragen. Wat wil je meer van mij weten als je daarna met mij wilt gaan praten?”
Terwijl ik haar dit zeg kijkt ze naar de tafel. Ik zie wel dat ze geïnteresseerd luistert. Wat ik te vertellen heb interesseert haar kennelijk.
Ik besluit nog even door te praten. “Ik begrijp dat je verbaasd bent. Ik wist toen ik hier vanmorgen kwam, het is mijn derde dag hier, ook niet dat Karel mij zou vragen met jou te gaan praten. Maar ik doe het graag. Ik denk niet dat ik jou kan helpen, ik moet nog alles leren, maar ik kan wel naar je luisteren. En we zijn bijna even oud. Misschien dat ik je beter kan begrijpen dan volwassenen dat kunnen. En zoals ik al gezegd heb, heb ik zelf ook best problemen gehad. En niet zo zuinig ook. Ik heb je ook al verteld dat ik daarom orthopedagogiek wil studeren. Laten we maar kijken of het ons lukt in gesprek te komen. Maar eerst mag jij mij vragen wat je wilt.”
Marijke kijkt mij aan en een kleine glimlach speelt om haar mond. “Wat voor problemen heb jij dan gehad?” vraagt ze.
“Ja, goed dat je dat vraagt. Als jij problemen hebt wil je graag weten of een ander wel weet wat problemen zijn. Ik zal alles kort samenvatten. Wat ben ik volgens jou? Ben ik een jongen?”
“Ja, natuurlijk ben jij een jongen”, reageert Marijke.
“Ja nu wel, maar ik ben geboren als meisje. Net als jij. Maar dat klopte nooit, ik heb me altijd een jongen gevoeld. Toen ik dat thuis zei kreeg ik de reactie dat ik me niet moest aanstellen. En toen ik ouder was, 14 jaar, en me nog steeds een jongen voelde heeft mijn vader me in elkaar geslagen en de deur uit gezet. Ik ben toen in een internaat terecht gekomen. Op school werd ik door mijn broer en zus, die daar ook naar school gingen, en daarna door andere leerlingen gruwelijk gepest. Ik kan best goed leren, maar mijn cijfers werden steeds slechter. Daarom ben ik in december naar een andere school gegaan. En toen veranderde mijn hele leven. Ik heb nu een relatie met een klasgenoot, hij is mijn vriendje, ik woon nu bij hem thuis. En ik heb vast heel goede cijfers voor mijn eindexamen. En na de grote vakantie ga ik orthopedagogiek studeren, om daarna andere jongeren te helpen.”
Ik stop en kijk Marijke weer aan, die mij de hele tijd met een verbaasd gezicht heeft aangekeken. Ik kijk haar uitnodigend aan. “Wil je daar meer over weten?” vraag ik dan.
“Ben jij echt een meisje geweest? En hoezo ben je nu een jongen? En hoe werd je gepest?”
“Drie vragen”, reageer ik. “Ik heb je antwoord beloofd en dus krijg je dat.” En ik leg haar uit hoe het precies zit. Als ik klaar ben en haar heb zien schrikken toen ik haar uitlegde hoe ik gepest werd, wacht ik af.
Ze kijkt me lang aan. “met jou wil ik wel praten, volgens mij begrijp jij me wel. Jij bent niet zo’n volwassene die voor zijn werk praat. Jij bent hier vrijwillig, je wordt niet eens betaald.”
Ik kijk haar aan en leg mijn twee handen voor mij op tafel.
“Ok, dan is het nu mijn beurt” reageert Marijke. Ik zie dat haar ogen vollopen met tranen.

Gesloten