Een mooie toekomst, deel 4

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 142
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

Een mooie toekomst, deel 4

Bericht door Wimmie » za 01 apr 2023, 05:28

Een mooie toekomst, deel 4.


Sammie
Op de drempel kijk ik de kamer in. De Ingrid die hier in bed ligt is niet de Ingrid die ik ken. Ze is mager, heel bleek. Het doet me pijn haar zo te zien.
Ik loop naar het bed, maar niet nadat ik Chris bij zijn hand heb gepakt. Aan het voeteneind blijf ik staan. “Dag Ingrid”, zeg ik “Ik vind het heel erg je hier in deze situatie te zien.”
Jacques neemt duidelijk de leiding. Hij kijkt Chris en mij aan.
“Ga zitten, er staan daar twee stoelen.”
Er staan 3 stoelen naast het bed, aan de andere kant van het bed zit Theo. Hij gaat zelf op de eerste stoel zitten, ik neem de stoel ernaast en Chris de stoel daarnaast. Chris schuift de stoel heel dicht naar mij toe.
“Ik ben blij dat jullie er zijn. Ik heb al een aantal gesprekken met Ingrid en Theo gehad. Die hebben me verteld wat er allemaal gebeurd is, Sammie. Daarom vind ik het heel fijn dat je ondanks dat alles toch hebt willen komen. Jullie hebben gevraagd of ik bij dat gesprek wil zijn en dat wil ik heel graag omdat ik begrijp hoe moeilijk dit gesprek voor jou moet zijn. Ik zal alles goed in de gaten houden en als het nodig is ingrijpen, maar ik ga er van uit dat dat niet nodig zal zijn. Ik heb een voorgesprekje gehad met Ingrid en Theo, omdat zij eigenlijk geen idee hadden hoe zij, na alles wat er gebeurd is, met jullie in gesprek zouden moeten gaan. Ook voor Theo is het ondanks het gesprek dat hij al met jullie gehad heeft best lastig om onder ogen te zien wat voor rol hij heeft gespeeld tot nu toe.
Wij hebben afgesproken dat eerst Ingrid iets zal zeggen, dan Theo zal aanvullen als nodig en dan vraag ik jou, Sammie, of je kan en wil reageren.”
Ik kijk Ingrid verwachtingsvol aan. Er trekt een rode gloed over haar witte ingevallen gezicht.

“Ik vind het heel erg dat het voor mij nodig was heel ernstig ziek te worden voordat ik ging beseffen wat ik jou allemaal heb aangedaan, Sammie. Eigenlijk weet ik niet eens waarom ik het gedaan heb. Ik heb het gedaan zonder er bij na te denken en dat vind ik nog misschien wel het ergste. In de gesprekken met Jacques is mij duidelijk geworden wat voor hel wij voor jou hebben veroorzaakt. Ik heb geen idee hoe erg het precies was, maar nu ik hier heel erg ziek lig kan ik me voostellen dat het daar misschien wel op lijkt, maar dan alleen erger, omdat mijn ziekte gewoon gekomen is, uit het niets, terwijl jouw ellende je bezorgd is door je eigen ouders en broer en zus, waarvan je toch hoopt dat ze je op zijn minst aardig vinden en om je geven. Dat heb ik niet gedaan. Ik heb niet om je gegeven, terwijl jij toch mijn jongere broertje was. Ja, je hoort het goed, Jacques heeft mij ook uitgelegd wat het betekent als je in een verkeerd lichaam bent geboren. Dat jij niet dwars was toen je dat zei, maar dat jij je gewoon zo voelde, iets waar je niet voor koos maar dat ook jou overkwam. Ik ben daar veel en veel te laat achter gekomen. Vader heeft ons altijd ingeprent dat jij je gigantisch aanstelde, dat je alleen maar naar aandacht zocht en dat je dat niet waard was. Dat wij daar niet in mee moesten gaan en dat we je voor dat soort gedachten moesten straffen, omdat dat de wil van God zou zijn. Wij hebben dat gedaan, zonder na te denken. Wij hebben het thuis voor jou tot een hel gemaakt en er ook voor gezorgd dat het ook op school voor je een hel werd. Dat het zo erg werd dat je naar een andere school bent gevlucht. Ik schaam me voor de rol die ik daarin heb gespeeld. Ik weet dat ik het nooit goed zal kunnen maken. Wat ik gedaan heb is niet goed te maken. Ik moest er ernstig ziek voor worden om me dit te realiseren. En ik schaam me. Ik schaam me nog meer nu ik weet dat ik je misschien nodig heb. Ik durf het je niet te vragen. Daarom heeft Theo het jou gevraagd. Niet namens mij, maar vanuit zichzelf. Nogmaals: ik weet dat ik nooit goed zal kunnen maken wat ik je allemaal heb aangedaan. En ik weet dat als je het mij niet kunt en wilt vergeven, je daar helemaal gelijk in hebt. Wat ik gedaan heb ik onvergeeflijk. Sorry zeggen is te goedkoop. Ik kan alleen maar zeggen dat ik me doodschaam. En dat is misschien ook wel wat er gebeurt. Dan heb ik dat verdiend. Ik ben nu ik naar alles kijk wat er gebeurd is heftig gaan twijfelen over hoe het zit met God en zo. Ik weet het allemaal niet meer. Vader heeft me gezegd dat wat wij deden de wil van God was. Maar dat geloof ik nu niet meer. Ik kan alleen maar zeggen: het spijt me, het spijt me.”

Terwijl Ingrid dit zei zag ik steeds meer tranen over haar gezicht lopen. Ik geloof echt dat ze het meent. Ik voel ook tranen opkomen en ik laat ze komen. Na de eerste zin heeft Chris mij al bij de hand gepakt. Dat voelt zo goed, Chris erbij, dat ik er niet alleen voor sta.
Ik kan geen woord uitbrengen. Ik staar naar Ingrid, ik weet eigenlijk niet waar ik het zoeken moet dan bij Chris. Chris slaat zijn arm om mij heen. Steeds meer tranen lopen over mijn gezicht……
Dan neemt Theo het van Ingrid over.
“Wij hebben al gepraat. Ik heb gisteren al aangegeven dat ik hetzelfde denk. Niet omdat ik er zelf achter ben gekomen. Daarvoor was ik kennelijk te veel onder de invloed van de ideeën van vader en van de kerk. Ik weet dat het geen excuus is. Ik weet dat ik zelf na had moet denken en dat vanaf het moment dat ik geen klein kind meer was. Ik heb zelf niet nagedacht. Ik heb stomweg gedacht dat wat vader zei wel het juiste zou zijn. Zelfs toen hij jou, Sammie, in elkaar had geslagen heb ik hem geloofd. Ook toen wij begrepen dat jij van de school af was gegaan en naar een andere school was gegaan en toen ik ontdekte dat je daar een vriendje had en hij mij vertelde dat ik je dan maar eens flink te pakken moest nemen, heb ik hem geloofd. Toen dat mislukte en die politieman mij betrapte ging er bij mij een lampje branden. Eindelijk. Wat die politieman allemaal zei was nieuw voor mij. Ik was geschokt en bang. Bang dat jij mij, zoals hij had gesuggereerd, aan zou geven. Dat ik mij zou moeten verantwoorden. Want wat kon ik zeggen? Zeggen dat ik gewoon gedaan had wat mij gezegd was zonder na te denken? Zeggen dat ik er geen gevoel bij had toen ik mijn jongere broer in elkaar probeerde te trappen en te slaan? Dat ik in plaats van jou te beschermen, het alleen maar moeilijker voor je heb gemaakt? Jij was eerst mijn kleine zusje. Dat heb ik nooit geaccepteerd. Ik had al een zus. Ik wilde de aandacht niet delen. Met niemand. Alle aandacht moest voor Ingrid en mij zijn. En toen kwam jij. En toen zei je ook nog dat je je geen meisje voelde, maar een jongen. Aan een broertje had ik al helemaal geen behoefte. Dat werd nog meer een bedreiging. En vader heeft ons alleen maar aangemoedigd. De gesprekken met Jacques deden mij realiseren hoe fout ik was geweest. Toen was het al te laat. Toen had ik jou al die ellende bezorgd die ik jou bezorgd heb. Samen met vader, samen met Ingrid. De rol van moeder is mij nog niet helemaal duidelijk. Dat moet nog komen.
En dan verandert de situatie ineens helemaal. Ingrid, mijn zus, mijn andere helft als tweeling wordt ernstig ziek. Doodsbedreigend. En ik kan haar niet helpen. En dan komt de vraag: zijn er andere broers en zussen. In eerste instantie heb ook ik zelfs gedacht: neen, er zijn geen andere broers en zussen. Vader zei dat hardop. Hij werd teruggefloten door Ingrid, die waarschijnlijk het belang meer inzag dan ik, op dat moment. En toen kwam jij in beeld, Sammie. Wij hebben immers een zusje gehad, dat nu een broer is. Een broer die wij nooit als broer hebben beschouwd, om eerlijk te zijn alleen maar als pestobject. Ik schaam me nog meer dan Ingrid, te meer daar ik jou tot het laatst achterna heb gezeten. Ik kan alleen maar zeggen: ik schaam me dood, ik weet dat ik een klootzak was, als je dat van mij vind: ik heb het helemaal verdiend.”
Er valt een stilte. Ik kan niet reageren. Ik weet totaal niet wat ik zou moeten zeggen. Moet ik ze nog uitleggen wat voor hel mijn leven door hen geweest is? Het heeft geen zin meer, volgens mij zijn ze er zelf achter gekomen. Wordt er wat van mij verwacht? Ik weet het niet, ik wacht af. Per slot van rekening heeft Jacques de leiding, zoals hij zelf heeft gezegd.

Chris
Het is of ik naar een film zit te kijken. Een broer en een zus die hun broertje het leven zuur hebben gemaakt en nu schuld bekennen. Volgens mij komen dit soort bizarre situaties, ik heb er geen ander woord voor, alleen maar voor in films. Maar nu is het werkelijkheid, een werkelijkheid waar ik zelf deel van uitmaak. Dat broertje is mijn vriendje, die sinds een aantal maanden bij mij woont. Waar ik onvoorstelbaar veel van houd. En die zelf de goedheid zelve is. Die nooit een mens kwaad zal doen en die zelfs na alles wat hij heeft meegemaakt, als ik het zo inschat, tot vergeven bereid is.
Op dit moment zwijgt Sammie. Ik hoop hem de nodige steun te geven door zijn hand vast te houden maar nu ook mijn arm om hem heen te slaan. Hij kijkt mij aan en ik probeer hem met mijn blik gerust te stellen. Dat lukt: hij blijft zwijgen.
Dan doorbreekt Jacques de stilte. Ik vond het trouwens geen ongemakkelijke stilte. Het was een stilte die er volgens mij gewoon even moest zijn.

“Sammie en uiteraard ook Chris, jullie tonen duidelijk jullie band. Ik heb op dit moment niets toe te voegen. Ingrid en Theo hebben een aantal gesprekken met mij gehad. In die gesprekken werd mij duidelijk wat er allemaal was gebeurd. Werd mij ook duidelijk wat jou allemaal was aangedaan. Werd mij duidelijk dat een aantal jaren geleden jouw naam bij mij langs is gekomen. Want toen jij door jouw vader in elkaar was geslagen en hier terecht was gekomen heb ik, zonder dat jij mij kende en het wist, maar wel op jouw verzoek, Veilig Thuis ingeschakeld. Ik ben er toen verder niet bij betrokken geweest, jij had niet om contact met mij gevraagd en de artsen en verpleegkundigen om je heen vonden dat niet nodig. Die hadden het idee dat je sterk genoeg was. En dat ben je kennelijk geweest, want je bent hier nu, als ontkende en gepeste broer van Ingrid en Theo.
Ik ga niet voor je invullen. Ik ga je alleen maar vragen: wil je nu ingaan op wat je zus en broer, want dat zijn het toch, ondanks alles, hebben gezegd, of wil je dat later of een andere keer doen?”
Ik hoor Sammie een zucht slaken. Ik voel hem reageren met zijn lichaam, ik pak hem nog steviger vast.

“Ja, ik wil heel graag reageren. Wat ik ga zeggen heb ik vanmorgen al met Chris en zijn ouders besproken. Wat jullie gezegd hebben heeft daar dus geen invloed op gehad.
Ik vind niet dat ik het recht heb om te oordelen over leven en dood. Als ik Ingrid kan helpen verder te leven zal ik dat doen. Dat staat los van de vraag of wij weer contact kunnen hebben. Daar heb ik me nog niet zo heel erg hard mee bezig gehouden, daar heb ik amper de tijd voor gehad. Wat jullie gezegd hebben moet ik op me laten inwerken. Ik geloof jullie dat jullie het gedaan hebben zonder na te denken. Ik geloof jullie dat jullie er na een aantal gesprekken met Jacques spijt van hebben. Alleen weet ik op dit moment nog niet wat ik er mee kan of moet doen. Maar wat ik heb toegezegd doe ik: ik weet niet wat er voor nodig is, maar als ik via stamceltransplantatie Ingrid kan helpen zal ik dat doen.”

Ik zie bij Ingrid de tranen weer over haar gezicht lopen. Mij is wel duidelijk dat ze er slecht aan toe is.
Jacques vraag dan aan Ingrid en Theo of zij nog willen reageren. Ingrid knikt en zegt dat zij heel blij is en dat zij hoopt dat het op de een of andere manier ooit goed kan komen tussen haar en Theo en Sammie. En Theo zegt dat hij blij is maar nog wel even na afloop met Sammie en mij wil praten.
Jacques zegt dat dat wel kan en dat het goed is voor Ingrid dat zij nu gaat rusten. Sammie staat op, loopt naar Ingrid toe en geeft haar een hand. Dat had ik niet verwacht. Ingrid krijgt meteen weer de tranen in de ogen. Sammie kijkt naar mij en ik loop ook naar Ingrid en geef haar ook een hand.
Dan lopen we achter Jacques en Theo aan naar de deur. Bij de deur draait Sammie zich nog een keer om en knikt nog een keer naar Ingrid.

Sammie
Dat gesprek is achter de rug. Het was heftig. Maar het is goed gegaan. O, wat was ik blij dat ik mijn besluit eigenlijk al vanmorgen had genomen. Nu kon ik zonder druk luisteren naar wat Ingrid te vertellen had. Het beïnvloedde mijn besluit niet meer. Ik had wel het idee dat zij eerlijk was, dat ze meende wat ze zei en dat ze het niet zei om mij zo ver te krijgen dat ik haar zou helpen.
Nu lopen we achter Jacques aan. Die gaat een verdieping lager een kantoortje in dat kennelijk zijn eigen kantoortje is. Daar staat een zitje en hij nodigt ons uit daar te gaan zitten. Als we zitten begint hij: “Dank je wel, Sammie, voor je duidelijkheid. Ik had niet verwacht nu al een reactie van je te krijgen, laat staan een positieve reactie. Je weet dat je er toestemming voor moet geven en omdat je nog geen 18 bent moet iemand anders die dat kan ook doen. Wie kan dat doen?”
“Mijn ouders hebben de ouderlijke macht vrijwillig afgestaan omdat zij niets meer met mij te maken wilden hebben. Daarom heb ik een voogd, nog maar een paar maanden, dan word ik 18 jaar. Maar die zal zeker toestemming geven, zeker omdat ik over een paar maanden gewoon zelf kan beslissen.”

Ik zie Theo verbaasd kijken. “Wist jij dat niet, Theo?” vraag ik.
“Neen, daar hebben ze ons nooit iets over verteld. Ze hebben gezegd dat het nodig was dat jij naar een internaat zou gaan vanwege je merkwaardige gedachten over het jongen zijn in plaats van een meisje. En dat hebben we geloofd.”
Ik haal mijn schouders op. “Dat klopt dus niet. Ik heb Veilig Thuis ingeschakeld, kennelijk via Jacques. De politie heeft me gevraagd aangifte te doen. Dat heb ik niet gedaan, bij nader inzien nu: helaas. En vader en moeder hebben gezegd dat ik nooit meer thuis mocht komen en zij niets meer met mij te maken wilden hebben. En toen is dus vrijwillig de ouderlijke macht afgestaan, aan mijn voogd. En ben ik naar het internaat gegaan omdat ik toch ergens moest wonen. Wat zij gezegd hebben klopt dus niet. Maar wat ik eigenlijk wil weten en dat nu vraag omdat ik niet weet of Ingrid al op de hoogte is: hoe gaat het met moeder en wat is er gebeurd?”
Jacques reageert. “Ingrid hebben we nog niets verteld. Met je moeder gaat het goed, los dan van het feit dat ze een gebroken arm, drie gebroken ribben en een zware hersenschudding en heel veel kneuzingen over haar hele lichaam heeft opgelopen door toedoen van jullie vader. Er zijn geen inwendige bloedingen geconstateerd, dus als alles goed gaat mag ze over een aantal weken weer naar huis. Er is inmiddels wel meer duidelijkheid over wat er gebeurd is. Het blijkt dat je moeder naar een advocaat is geweest om te informeren of het mogelijk was te scheiden van jullie vader. Dat heeft ze hem verteld vlak voordat hij haar in elkaar heeft geslagen. Ze heeft hem gezegd dat ze niet langer kan leven in een situatie waarin haar eerst haar dochter is afgenomen omdat die een jongen wilde zijn en haar man dat niet accepteerde. En omdat hij nu weer dreigt te blokkeren dat jij, Sammie, Ingrid helpt, heeft ze gezegd dat ze door zijn schuld niet twee kinderen kwijt wil raken en dat ze van hem gaat scheiden. Toen is hij door het lint gegaan. Zij heeft inmiddels aangifte gedaan. Ook al is het al een aantal jaren geleden, jij kunt ook nog aangifte doen, als je dat wilt. Verjaring voor geweldsmisdrijven duurt best wel lang.”
Theo voegt toe: “ Ik heb vanmorgen heel lang met haar gesproken. Ik heb ook verteld dat wij elkaar gesproken hebben. En dat wij vanmiddag een gesprek zouden hebben met jou en Chris. Ze was heel blij te horen dat jij een vriendje hebt, Sammie, waar je nu ook woont. Dat je niet meer in het internaat woont. Ik heb haar gevraagd waarom zij nooit iets gedaan heeft. Ik heb verteld dat wij niets gedaan hebben omdat wij alles wat vader zei klakkeloos hebben aangenomen. Zij heeft niets gedaan uit angst. Vader schijnt haar regelmatig bedreigd te hebben en ook regelmatig wat aangedaan te hebben. Daardoor durfde zij niets te doen. Ze vertelde mij dat ze daar heel veel spijt van heeft. En dat nu de maat vol was. Maar dat het nu te laat was. Dat zij alleen nooit meer met vader zou kunnen of willen leven. Die kans is nu ook wel klein, want hij zal een behoorlijke veroordeling krijgen.”
Jacques neemt het van Theo over. “We hebben nog niets aan Ingrid verteld. Haar hele situatie emotioneert haar al voldoende en we hebben het idee dat ze dit er beter op dit moment niet bij kan hebben. We hebben jullie moeder aangegeven dat we het oplossen van deze kant van het probleem het belangrijkste vinden. Wat haar overkomen is gaan we Ingrid morgen vertellen.”

Ik geloof dat ik nu wel voldoende heb gehoord. Ik wil hier weg. Ik wil naar huis. Ik wil weg uit dit ziekenhuis en in een mij vertrouwde omgeving alles op me in laten werken. Ik zeg dat ook.
“Ik heb even genoeg gehad. Ik wil graag naar huis. Ik wil daar alles nog eens op me in laten werken en nadenken hoe ik daar in sta. Ik wil daar met Chris en zijn ouders over praten. Die zijn in de paar maanden dat ik daar woon al veel meer ouders voor mij geweest dan mijn eigen ouders ooit geweest zijn. Daar zit ik mee. Ik had geen ouders. Voor mijn vader blijft dat gelden. Ik ga wel alsnog aangifte tegen hem doen. Met mijn moeder weet ik het niet. Voor mijn gevoel heb ik nooit een moeder gehad. Maar daar wil ik over nadenken, daar wil ik over praten.”
“Dat kan ik helemaal begrijpen”, reageert Jacques. “Wat die stamceltransplantatie betreft, je weet dat er eerst onderzoek nodig is of jouw stamcellen wel geschikt zijn? Er kunnen problemen zijn, zoals bij Theo, waardoor je niet geschikt blijkt als donor.”
“Dat onderzoek wil ik gewoon doen. Ik heb het toegezegd, dat is geen probleem, ik weet niet wat er moet gebeuren, maar als ik dat weet dan ga ik daaraan meewerken.”
“Ik zal je zo een foldertje geven, als je mij je emailadres wil geven, dan kun we en vragenlijst mailen die je moet invullen en terugsturen. Het lijkt me goed dat ik voorlopig contactpersoon ben.”
“Prima”, reageer ik. “Als je voor mij een blaadje hebt zet ik daar mijn gegevens op.”
Ik laat mijn gegevens achter en doe het foldertje in mijn rugzak en Chris en ik stappen op.

Als we bij onze fietsen zijn vraag ik Chris: “Vind je mij niet een koude kikker? Ik heb helemaal niet de behoefte gehad naar mijn moeder te gaan. Terwijl ze toch gezegd heeft dat mijn vader haar een kind heeft afgenomen.”
Chris reageert een beetje verontwaardigd: “Hoe kom je er bij dat te zeggen, Sammie? Ik vind het juist heel knap dat je na het horen van het verhaal en hoe het zit je gewoon zegt: ik moet dit even op me in laten werken. Ik wil er over nadenken wat ik er mee kan en wil doen. Je hebt terecht gezegd dat je voor jouw idee nooit een moeder hebt gehad. Dan is het nogal wat om daar ineens iets al dan niet mee te moeten. Ik geef je groot gelijk.”
Ik ben blij met dit antwoord. Even ging ik twijfelen aan mezelf.
Dan fietsen we naar huis. Het is inmiddels al etenstijd geweest, dat vertellen onze magen ons ook. We hebben vanuit het ziekenhuis gemeld dat we naar huis komen en er over 15 minuten zijn. Heleen heeft terug-geappt dat we dan meteen kunnen gaan eten.
Als we binnenkomen wacht mij een kleine verrassing.
“Dit is net 5 minuten geleden voor je bezorgd” zegt Heleen tegen mij en geeft mij een grote bos bloemen. Op de enveloppe staat inderdaad mijn naam.

Gesloten