"Eindelijk gelukkig" een Kerstverhaal deel 3.

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Wimmie
Berichten: 142
Lid geworden op: wo 01 jan 2020, 23:09
Vul het getal in: 123

"Eindelijk gelukkig" een Kerstverhaal deel 3.

Bericht door Wimmie » di 20 dec 2022, 06:03

"Eindelijk gelukkig" een Kerstverhaal deel 3.

Eindelijk gelukkig. (3)

Woensdag 20 december

Sammie
Gelukkig ben ik vandaag wel op tijd wakker. Ik ben vlot in slaap gevallen. Ik voel me prima, maar krijg toch weer een beetje twijfel. Stel nou dat Chris na een nachtje slapen mij toch niet meer zo leuk vindt? Ik heb het hem gisteren natuurlijk wel erg moeilijk gemaakt met mijn huilbui. Ik hoop maar dat het niet zo is. Ik ontbijt, alleen, de rest is, zoals gewoonlijk, al weg, maak dit keer wel brood klaar, zelfs extra (voor Chris?) en pak mijn rugzak. Ik stap op de fiets en na 3 minuten sta ik bij Chris voor de deur. Zal ik aanbellen? Dat hoeft niet. De deur gaat al open en een vriendelijke vrouw zegt: “Jij bent vast Sammie, zet je fiets neer en kom binnen, Chris komt eraan.”
Ik zet mijn fiets neer en loop naar de voordeur. Ze geeft mij een hand. “Ik ben Heleen, de moeder van Chris, kom er in.” Dat zit wel goed, denk ik. Ik volg haar naar de keuken, waar, ik neem aan, de vader van Chris nog aan tafel zit. Ook hij stelt zich voor: “Peter, de vader van Chris.” Ik stel me voor en wacht af.
“Het is nog vroeg, of beter: jij bent vroeg. Wil je nog wat eten of drinken? Er staat nog van alles op tafel. Een glaasje versgeperste sinaasappelsap?” vraagt Chris’ moeder. “Graag, mevrouw”, zeg ik een beetje verlegen. “Zeg maar Heleen, hoor, Chris noemt me ook wel Heleen of mam. Maakt mij niet uit. Jij mag gewoon Heleen zeggen.” “En Peter”, volgt er van de kant van zijn vader.
Ik krijg een glas sinaasappelsap en neem er een slok van. Op dat moment gaat de deur open en komt Chris binnen. “Hé, je bent er al, een heel goede morgen, Sammie. Ik zie dat je al kennis hebt gemaakt met mijn ouders.”
Ik staar wat bedremmeld terug en fluister: “Ja hoor, en dit keer ben ik mijn brood niet vergeten….”.
“Ok, dan, ik pak mijn jas en mijn fiets achter uit de garage en kom dan naar voren. Gaan we samen naar school.”
Ik drink mijn glas leeg en zeg een beetje bedremmeld: “Nou, dan ga ik maar, dag mevrouw, eh Heleen, dag Peter.” Peter lacht en zegt: “Zie je wel, het went wel. We zien je wel weer, je bent hier altijd welkom. Prettige dag op school vandaag.”
Ik ga de voordeur uit en als ik bij mijn fiets ben komt Chris al langs het huis naar voren aanfietsen. Ik stap ook op en samen fietsen we naar school. Het is nog vroeg, dus we fietsen op ons gemak. We zijn zelfs hartstikke vroeg.
“Heb jij net zo lekker geslapen als ik?” vraagt Chris mij.
“Ik heb inderdaad heerlijk geslapen. Beter dan gisteren. En zoals ik zei: ik heb brood mee, extra, voor als we honger krijgen…..” We praten wat over de lessen die we vandaag hebben en Chris vertelt me iets over de twee leraren van wie ik vandaag voor de eerste keer les heb. Dan vraagt hij mij ineens: “Morgen hebben we gymnastiek, voor het eerst sinds jij er bent. Moet daar nog iets voor geregeld worden? Ik kan me voorstellen dat het niet zo eenvoudig is. Hoe deed je dat op je vorige school? Of vraag ik je nu iets wat nog te persoonlijk is? Dan moet je het zeggen hoor!”
“Nou neen, Chris, ik wil daar best met je over praten. Ik vertrouw je. Dus geen probleem”, reageer ik. “Op mijn vorige school kleedde ik mij in de wc om, in de kleedkamer zou een ramp zijn geworden. Ik heb er wel over gesproken voor ik hier op school kwam. De conrector met wie we hebben gesproken heeft het aan mezelf overgelaten. Het meest logische zou zijn als ik dat gewoon met jullie mee zou kunnen doen in de jongenskleedkamer. Dat zou ik echt graag willen. Tenzij iemand daar een probleem mee zou hebben. Ik heb natuurlijk gewoon een boxer aan en een binder om. Omkleden is geen probleem. Douchen zie ik niet zitten, dan moet ik mijn boxer en mijn binder uitdoen. Maar ik heb begrepen dat er een docentendouche is die ik zou mogen gebruiken.”
Chris kijkt me vragend aan en vraagt me: “Een binder, wat is dat?”
“Dat is een soort strak bovenstukje waardoor ik mijn borsten, die toch een beetje zijn ontstaan ondanks de hormonen die ik slik, platdruk.”
“O, ja. Zo logisch, ik had het kunnen weten” reageert Chris. “Maar als ik het goed begrijp wil je je gewoon bij ons omkleden en apart douchen. Dat lijkt me geen probleem. Ik weet zeker dat niemand er moeilijk over gaat doen. Misschien zullen ze in het begin wel wat kijken, maar dat kan je denk ik voorkomen door de eerste keer uit te leggen hoe het zit. Als je aan het begin van het omkleden dat uitlegt, heeft niemand meer een reden om later te gaan kijken: dan kan iedereen het meteen zien….”
“Als jij denkt dat dat het beste is ga ik dat morgen doen. Na de woorden van Klaas en jullie reactie op mijn verhaal heb ik daar eigenlijk best wel alle vertrouwen in” reageer ik. Intussen zijn we bij school aangekomen en zetten onze fietsen in de fietsenstalling. weg. We lopen naar de aula. Daar zitten al wat klasgenoten bij elkaar. Ik loop achter Chris aan en die gaat naast Carla zitten. Ik pak de stoel naast Chris.

Chris
Ik heb uitstekend geslapen, vannacht. Ben wel een beetje opgewonden als ik aan de ontbijttafel aanschuif. Mijn moeder ziet het meteen. “Rustig aan, Chris. Het komt best wel goed. We hebben het er net over gehad en het lijkt me handig dat Sammie meteen met ons tweeën kennis maakt. Als hij aan de deur komt zal ik hem vragen binnen te komen en kunnen we ons aan hem voorstellen. Heeft hij dat ook maar gehad zonder zich er zenuwachtig voor te hebben gemaakt. En dan kunnen jullie samen naar school fietsen.”
“Dat is een heel goed idee, dank je wel, mam” reageer ik. Als ik klaar ben ga ik naar boven. Ik laat de deur open en zo hoor ik even later dat mijn moeder Sammie binnenlaat en met hem naar de keuken gaat. Als ik even later beneden kom, zie ik dat ze hem een glas sinaasappelsap hebben gegeven. Hij kijkt een beetje bedremmeld, maar dat probeer ik snel weg te werken door te reageren. Ik pak mijn fiets en dan fietsen we samen naar school. Onderweg vraag ik nog even naar de gymlessen. Dat hebben we morgen. En dat is misschien wel een item. Maar daar is al over gesproken. Ik denk dat Sammie gewoon bij ons zich moet omkleden. En dan eerst vertellen wat er te zien is. Dan kan iedereen kijken en is dat ook meteen achter de rug.
In de aula sluiten we ons aan bij Carla. Zij vraagt Sammie meteen hoe de eerste twee dagen waren, op onze school. “Weet je, ik ben van de hel in de hemel terecht gekomen. Iedereen is hier zo aardig, niemand doet moeilijk. Ik zou willen dat ik veel eerder naar deze school was gekomen. Mijn vorige school heette een christelijke school te zijn, maar zo gedroegen leraren en leerlingen zich niet.”
Carla reageert direct: “Je hebt gelijk. Geloven is niet iets waarvan je aan iedereen moet vertellen dat je dat doet, maar dat je gewoon moet laten zien.” Er valt een stilte. “Geloof jij eigenlijk nog na alles wat je hebt meegemaakt?” vraag ik Sammie.
“Ik weet het echt niet. Ik geloof in ieder geval niet in die mensen die dachten dat je iemand het leven zuur mag maken en je dan gelovig of christelijk kan noemen. Maar misschien zijn er ook gelovige mensen die er anders mee omgaan.”
“Ik geloof niet” , reageert Carla. “Mijn ouders zijn katholiek, maar gaan niet meer naar de kerk. Mij hebben ze vrij gelaten. Ze hebben gezegd dat ik mijn eigen keuze moet maken als ik daar oud genoeg voor ben. Eerlijk gezegd vraag ik mij af of je daar ooit oud genoeg voor kunt zijn.”
Op dat moment gaat de bel. Einde gesprek. Jammer, ik voer graag dit soort gesprekken. Ik ga op mijn vaste plaats naast Carla zitten. “Het gaat goed met Sammie, zo te zien. Gaat het ook goed met jou?”
“Ja hoor”, reageer ik. We hebben gistermiddag bij mij thuis gepraat. We fietsen voortaan samen. Hij heeft vanmorgen al kennis gemaakt met mijn ouders, idee van mijn moeder.”
“Mooi, jullie laten er dus geen gras over groeien. Houd dat vast, Chris, houd dat vast, volgens mij passen jullie echt heel goed bij elkaar. Hij is echt een heel leuke jongen”, zegt Carla.
“Dat hoop ik ook echt te doen, gelukkig zijn onze gevoelens wederzijds, dat is al een heel goed begin!”
En dan vraagt de docent onze aandacht. Mond houden dus!

Sammie
Voor de eerste keer samen naar school fietsen….was gezellig en ook nog nuttig. Chris begon over gymnastiek. Daar had ik nog niet eens bij stilgestaan. We hadden er wel met de conrector over gesproken, maar Chris werd veel concreter. En zijn oplossing spreekt me best wel aan. Nu zitten we in de klas, ik zit nog steeds op de stoel van Lara, die nog ziek is. Mijn buurvrouw, Trees, is ook heel aardig. Zij is de beste vriendin van Lara en meldt me elke morgen hoe het met Lara gaat. Ben benieuwd wat er gebeurt als Lara weer terug is. Trees denkt dat zij pas na de Kerstvakantie terugkomt. Ze heeft heel stevig de griep en nog steeds koorts. Naast Chris zitten zal wel niet kunnen: Chris zit al zijn halve leven naast Carla!
Het valt me op dat ik Chris zo gemakkelijk allerlei dingen vertel. Over die binder heb ik nog aan weinig mensen verteld. Tegen Chris vertelde ik het heel spontaan.
De leraar begint met de les. Opletten nu, hoewel het lastig is. Mijn gedachten dwalen steeds af naar Chris. Maar dit is een belangrijk vak. Dus geen afleiding of gepieker meer.
Na twee lessen hebben we pauze. Ik loop langzaam naar de deur, zodat Chris en Carla zich aan kunnen sluiten. We lopen met zijn drieën naar de aula. We gaan bij de klas zitten en sluiten aan bij het gesprek dat er al is begonnen: de Rome-reis. De volgende twee uur hebben we Latijn, dus daar zal zeker wel tijd aan worden besteed. Het gesprek gaat niet over de Rome-reis zelf, maar een klasgenoot die al aangegeven heeft niet mee te kunnen, omdat de kosten te hoog zijn. Het is één van de klasgenoten die kennelijk wat meer afstand houdt tot de klas en men vermoedt dat het te maken heeft met de financiële situatie van zijn ouders. Het schijnt al een anderhalve maand te spelen en er zijn duidelijk een aantal klasgenoten die zich daar zorgen over maken. Er wordt gesuggereerd met de rector te gaan praten. Anderen zeggen dat je dat niet achter zijn rug om kan doen. Als vanzelf komt het voorstel om met één of twee klasgenoten eerst met hem te gaan praten. Dan valt het even stil en wordt de vraag gesteld; wie wil dat doen. Eerst gaat er aarzelend een vinger omhoog van een meisje, dan volgen nog aarzelend twee andere vingers waarop Klaas besluit: ok, dat is dan geregeld. Als jullie zelf het gesprek voorbereiden, ik wil er wel bij zijn, dan moeten we proberen nog voor Kerstmis te praten. “Als een kerstcadeautje” suggereert iemand. “Waarom niet?” vraagt een ander zich hardop af….. Wat zit ik toch in een heerlijke klas.

In de middagpauze zitten Chris en ik weer naast elkaar. Chris zit naast mij, Carla zit aan mijn andere kant. En eromheen zitten andere klasgenoten. Maar goed, want het moet niet al te veel op gaan vallen dat Chris en ik al sinds mijn komst 3 dagen geleden zo veel samen doen. Of is dat in deze klas geen probleem? Ik heb inmiddels wel door dat er een stuk of drie stelletjes zijn, en die zitten gewoon ook altijd bij de groep. Het lijkt wel of hier nergens moeilijk over wordt gedaan.
Ik vraag me af of Chris zin heeft om na school met me mee te gaan naar het internaat waar ik woon. Susan heeft dienst, dus kan Chris kennis maken met Susan en Susan met Chris. Zal ik het hem straks vragen? Misschien als we terug lopen naar het lokaal na de pauze.

Chris
Onder de middagpauze zit ik naast Sammie. Carla zit niet naast mij maar naast Sammie. Tactische zet van haar. Het gesprek gaat over de Romereis waar we het voor de pauze over hebben gehad. Het gesprek kabbelt over van alles en nog wat. Lekker laten gaan zo.
Als de pauze afgelopen is, ik heb zowaar een boterham van Sammie op, met lekker veel jam, dat soort beleg neem ik eigenlijk nooit mee naar school, lopen we naar het lokaal. Sammie vraag me ineens: “Chris, heb jij zin om vanmiddag na de lessen met mij mee te gaan naar het internaat? Kan jij zien waar ik woon en meteen kennis te maken met Susan die vanmiddag en vanavond dienst heeft.”
“Natuurlijk, graag”, reageer ik, “Natuurlijk, jij bent gisteren met mij mee geweest, ik ga met jou mee. Ik app straks even mijn moeder of het de bedoeling is dat ik kook, dan weet ik of ik niet te laat thuis moet zijn. Anders maakt het niet veel uit. Als ik dan maar voor het eten thuis ben. Ik vind het eigenlijk hardstikke leuk om te zien waar jij woont.”
De middaglessen bieden niet veel schokkends. Nog één dag naar school en het is vakantie. Nog nooit heb ik zo naar de vakantie uitgekeken. Zullen Sammie en ik veel samen kunnen doen in de kerstvakantie? Ook met het oog daarop is het handig als ik weet hoe hij daar woont. Ik kan me er niets bij voorstellen.
Na de laatste bel lopen we al pratend met andere klasgenoten naar de fietsenstalling. We nemen afscheid van de anderen en fietsen samen bij mij door de straat naar het internaat. Mijn moeder heeft al gereageerd op mijn app: ik hoef niet te koken vandaag. Dus heb ik alle tijd, als ik maar om 17.30 uur thuis ben.
Het internaat heb ik wel eerder van buiten gezien, het is een saai gebouw, lijkt wel een beetje op een school. We gaan achterom, waar een tuin is en waar ook een soort grote schuur is waar allemaal fietsen staan. Dan lopen we via de achterdeur een gang in en daar loopt Sammie meteen tegen Susan aan.
“Susan, dit is Chris, een klasgenoot van mij.” zegt hij. Ik stap naar voren, geef Susan een hand en zeg mijn naam. “Zo, dus jij bent Chris, dé klasgenoot van Sammie” zegt Susan terwijl ze naar mij knipoogt. Ik krijg een rood hoofd en ik zie dat Sammie dat ook krijgt. “Dat is helemaal ok, hoor, jongens, wat mij betreft. Hebben jullie al wat te drinken gehad? Loop anders even met mij mee.”
We lopen door de gang naar een grote ruimte, met zitjes en een bar. “De woonkamer” zegt Sammie. Er zitten wat jongeren in een groepje bij elkaar, ze zitten allemaal op hun telefoon te kijken. Als wij binnenkomen kijken ze op. Ze kijken mij nieuwsgierig aan. Chris groet ze. Ik realiseer me dat ik mijn ogen vanmorgen heb opgemaakt en heb geen idee hoe daar hier op wordt gereageerd. Ik zie een enkeling wel wat gniffelen, maar niemand zegt iets. Komt het doordat Susan er bij is?
Susan pakt een blad, zet er drie kopje op en vult die met kokend water uit een ketel, dan pakt ze wat theezakjes en zegt: “Kom mee, dan gaan we even op mijn kamer zitten.” Als we de deur uitgaan komt er een andere groepsleider binnen, een man. “Karel, dit is Chris, een klasgenoot van Sammie op zijn nieuwe school, ik neem ze even mee naar mijn kamer, neem jij hier de honneurs even waar?”
Sammie gaat ons voor naar de kamer van Susan, een soort kantoortje met een bureau en een zitje. Sammie gaat in het zitje zitten, ik volg, Sammie is hier per slot van rekening thuis.
“ik ben blij dat Sammie nu bij jou op school zit en dat jij zijn klasgenoot bent”, begint Susan het gesprek terwijl ze elk van ons een kopje warm water op de tafel zet en wijst naar het schoteltje met verschillende theesmaakjes. “Sammie hoort hier niet. Dit is een huis voor kinderen met problemen. Sammie heeft geen probleem, Sammie is een normale, gezonde jongen. Het probleem wordt gemaakt door onverdraagzame mensen die er helaas nog te veel in onze maatschappij rondlopen. Sammie heeft me verteld hoe hij bij jullie op school, in jullie klas is ontvangen is en hoe jij vanaf het begin open stond voor Sammie. En meer. Ik ben heel blij voor Sammie, maar ook voor jou, Sammie boft volgens mij met jou, maar jij boft ook met Sammie. Sammie is een prachtknul en dat mag ik zeggen als zijn vaste groepsleidster.”
Ik zie Sammie kleuren en ik voel dat ik zelf ook kleur. “Maar wat wij doen is heel normaal. Dat hebben wij al 6 jaar gedaan sinds wij een klas zijn. In onze klas is plek voor iedereen. Dat was er ook voor mij, toen ik uit de kast kwam. Niemand maakte er een probleem van. En dat ik me opmaak, omdat ik dat eenmaal leuk vind, is ook nooit een probleem geweest. Ik vroeg me net in de groep wel even af hoe die andere jongens en meisjes hier op mij zullen reageren.”
“Jij hebt zelf hun reactie gezien. Als ik er niet bij was geweest was er vast en zeker een reactie geweest. Alles wat vreemd is en niet in hun groep als normaal beschouwd wordt, vinden zij raar, ook al vinden zij misschien in hun hart wel dat het je heel goed staat. Dat vind ik namelijk!”
“Dank je wel” reageer ik, “Ik doe het ook niet om mensen op de kast te jagen, ik doe het omdat ik het leuk vind en bovendien vind dat het me goed staat. Dat heb ik eerst bij een aantal mensen getoetst. Ik vind dat iedereen, maar dan ook iedereen, het recht heeft om zichzelf te zijn. Natuurlijk binnen grenzen als overlast. Maar mijn make-up veroorzaakt geen overlast, aan niemand. En met opmaken voor jongens moet iemand mee beginnen. Ik heb het geluk dat ik dat kon doen omdat ik in zo’n fijne klas zit.”
“Dat heb ik allemaal wel begrepen” reageert Susan. ”Ik herhaal dat ik blij ben dat jij er nu bent voor Sammie. Dat zal het voor hem een stuk makkelijker maken.”
“Ik ben ook heel blij”, reageert Sammie, “Maar tegelijk ook wel bang. Het gaat nu ineens zo lekker, hoe lang gaat dat goed? Ik ben bang dat er vroeg of laat weer een probleem opduikt. En dat alles dan in elkaar duikelt.”
“Sammie, je moet vertrouwen hebben. Natuurlijk zal het van nu af aan niet allemaal rozengeur en maneschijn zijn. Maar ik durf te zeggen” en zij kijkt naar mij, “dat je er nu niet meer alleen voor staat. En jij bent sterk, maar ook Chris is sterk. Samen zijn jullie heel sterk”
Ik kijk Sammie aan en Sammie kijkt mij aan. Onze blikken stellen elkaar gerust.
“Jongens, jullie kijken nu wel heel erg verliefd naar elkaar. Ik vermoedde het al, maar deze blik in alle twee jullie ogen bewijst dat ik het goed geraden had. Gefeliciteerd!”
Nu kleuren Sammie en ik nog roder. “Jongens, dat is toch niet erg, dat is alleen maar leuk!”
Sammie reageert: “Susan, zo is het wel goed. Wij kennen elkaar al wel drie dagen. Het heeft ons alle twee verrast. En ja, ik ben blij. En ik geloof dat Chris ook blij is, maar zo is het wel goed.” Ik knik bevestigend. “Het klikt tussen Sammie en mij. Hij is blij, ik ben blij. En ik wil hem graag in alles helpen. Maar dat is heel normaal. Ook wat mij betreft is het zo wel goed.”
Susan knikt en zegt: “Ok, een ander onderwerp. Kan het zijn, Chris, dat ik jouw moeder ken? Werkt zij bij de Raad voor de kinderbescherming?”
Ik zie Sammie verbaasd kijken.
“We hebben het er inderdaad nog niet over gehad, Sammie, maar mijn moeder werkt inderdaad bij de Raad voor de kinderbescherming. Zij is daar juriste. En mijn vader zit ook als jurist min of meer in hetzelfde werkveld, want hij werk als jurist bij de gemeente voor het sociaal domein en daar valt ook de Jeugdwet onder.”
Susan knikt, “Dat had ik al gedacht, jij hebt je accepterende houding niet van veemden, dus!” Ik kijk naar Sammie.
“Sammie, mijn moeder heeft vooral met probleemkinderen te maken, jij bent geen probleemkind. Jij bent mijn vriendje.”
Nu kleur ik weer heel erg rood. Wat zeg ik nu?
“Je snapt wel wat ik bedoel. Wij zijn vrienden, al drie dagen en als dat niet raar is wil ik ook wel je vriendje zijn!”
Sammie kijkt me aan, nu zie ik ook dat hij verliefd kijkt. Zou ik ook zo kijken? Vast wel, want zo voel ik het wel. Ik heb niet voor niets er spontaan uitgeflapt dat ik Sammies vriendje wil zijn. Waar Susan bij is nota bene. Of misschien wel omdat zij er bij is.
“Ik wil ook jouw vriendje zijn” fluistert Sammie.
“Mooi zo, dat is dan geregeld”, zegt Susan, terwijl ze mij en Sammie een dikke knipoog geeft.
“Jongens, geniet van de situatie. En nu echt over iets anders, anders weet ik niet meer wat er nu gaat komen! “
Sammie zegt: ik wil Chris nu het internaat laten zien, hij is hier per slot van rekening om te zien waar ik woon.”
“Goed idee, jongens, ik zie jullie later nog wel.”
“We gaan eerst naar mijn kamer”, zegt Sammie. We lopen door de gang en gaan een trap op. Boven zijn allermaal deuren. Achter sommige deuren hoor je muziek, achter andere deuren hoor je praten. “Hier heeft iedereen zijn kamer”, legt Sammie uit. Mijn kamer is daar achteraan. Ik heb een wat grotere kamer, omdat ik hier het langst van allemaal ben. De meeste groepsgenoten zijn hier tussen een half jaar en anderhalf jaar. Ik ben hier al meer dan 3 jaar.”
We gaan Sammies kamer binnen. Die is wel een stuk kleiner dan mijn kamer, maar ik vind hem er erg gezellig uitzien. Er staat een bed in de hoek en boven het bed hangen allerlei foto’s waardoor mij direct duidelijk is welke muziek Sammie leuk vindt en welke films hij eveneens leuk vindt.
“Leuke kamer, Sammie, daar heb je echt je stempel op gedrukt.”
Sammie gaat op bed zitten. “Hoe vindt je het hier?”
“Ik weet het nog niet. Ik heb een heel aardige Susan gezien, plus een aantal groepsgenootjes waar ik geen idee van heb. Maar het gaat toch om jou? En voor mijn gevoel zit dat wel goed. Zijn we echt vriendjes?”
Ik ga naast Sammie op zijn bed zitten, sla mijn arm om hem heen en kus hem op zijn wang. Daarna kijken we elkaar aan en als vanzelf kussen we elkaar op de mond. En als vanzelf wordt die kus een zoen. En als vanzelf een tongzoen.
Als we stoppen zegt Sammie glunderend: “Ja we zijn echt vriendjes. Maar mag dat nog even onder ons en Susan blijven?”
“Ik denk niet dat ik het voor mijn ouders verborgen kan houden. Ik heb zo het idee dat zij het eerder wisten dan wij. Maar dat is geen probleem, is alleen maar prettig. Betekent dat zij ons bij mij thuis op mijn kamer helemaal met rust zullen laten!”
Ik kijk op mijn horloge. “Ik moet naar huis, lief vriendje van mij! Slaap lekker vannacht. We zien elkaar morgen weer als jij mij op komt halen voor de laatste schooldag voor de kerstvakantie.”
We geven elkaar nog een lange zoen en ik stap op. We lopen even langs de groep, waar Susan nu is. Ik groet Susan en zeg meteen dag tegen de groepsgenoten die daar zijn. Dat had ik eigenlijk nog niet gedaan. Daarna loop ik met Sammie naar de fietsenstalling en ik rijd naar huis. Op vleugels. Ik heb een vriendje. En wat voor vriendje: Sammie!

Sammie:
Als Chris vertrokken is, loop ik naar de huiskamer.
“Was dat een klasgenoot van jou op je nieuwe school?” vraagt één van de meisjes mij.
“Jazeker, een klasgenoot.”
“Hij maakt zich op” is haar reactie.
Nu even rustig zijn, denk ik. “Wat vind je er van?” vraag ik.
“Ik vind het hem wel leuk staan, hij heeft volgens mij wel smaak.”
“Ik zal het morgen tegen hem zeggen” , reageer ik. Dat valt me alles mee, zij is onder de meisjes best wel populair. Dat kon minder.
De avond verloopt verder zonder bijzondere dingen. Ik app wat met Chris en app nog welk compliment hij heeft gekregen. Als het bedtijd is wensen we elkaar welterusten. Tot morgen, met heel veel kruisjes……

Gesloten