Wat een klas XXXXII

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Pringles1
Berichten: 46
Lid geworden op: zo 17 jun 2018, 15:44
Vul het getal in: 123

Wat een klas XXXXII

Bericht door Pringles1 » za 07 nov 2020, 12:51

“We zijn thuis!” schreeuwde Mike, toen hij de voordeur open deed. “Mmmm… geen reactie”, mompelde Mike, terwijl hij zijn tas op de trap zette. “Ja duh!”, reageerde ik. “Je zou pas echt raar opkijken als je antwoord kreeg!” Mike keek me nadenkend aan. “Tsja… en binnenkort is het ook zo. Dan krijg ik echt antwoord als ik deze voordeur open doe” Ik keek Mike aan, plaatste mijn handen op zijn stevige schouders en keek diep in zijn mooie blauwe ogen. “Het komt goed Mike. Heus.” Mike knikte krachtig. “Natuurlijk!” Daarna draaide hij zich om en liep de kamer in, mij in twijfel achter latend.

Enkele dagen later nam ik uitgebreid de tijd om Werner bij te praten; ik had aanvankelijk de telefoon willen pakken, maar mijn agenda stond te me toe hem uit te nodigen om in de stad te lunchen; een uitnodiging die hij met plezier aannam.
Ik had net een slok van mijn cappuccino gedronken, toen ik hem het terras van het café aan het marktplein op zag lopen; hij keek even rond en er verscheen een lach op zijn gezicht toen hij me zag.“Dit huis is het huis wat het gaat worden, als Mike het tenminste mag bepalen”. Ik overhandigde de papieren die ik van Abe had gekregen aan Werner. Terwijl ik de ober wenkte om voor mijn gesprekspartner een koffie te bestellen, bestudeerde Werner de documenten. “Mooi optrekje”. Ik knikte. “Maar wel wat boven het beschikbare gestelde budget.” Ik keek de man aan. “Dat klopt. Maar vergis je niet dat ik alleen naar de VS verhuis als Mike met me mee gaat. En Mike gaat alleen met me mee als de omstandigheden daar goed zijn. En daar hoort een goed huis bij. De aangeboden huizen voldoen niet aan onze wensen. En bovendien is het verschil dusdanig klein, dat er een mouw aan te passen moet zijn.” Ik schrok van de buitengewoon scherpe toon waarop ik Werner’s uitspraak had gepareerd; vandaar dat ik door mijn laatste zin in ieder geval de deur open hield voor overleg. In het verleden zou ik met een uitspraak als ‘graag of niet’ de discussie zelf dood hebben geslagen – ik had er in mijn beginjaren als manager genoeg leergeld voor mogen betalen.

Werner nam een slok van zijn gebrachte koffie en borg de papieren op in zijn koffer: hij begreep dat dit niet het juiste moment was om over het huis verder te praten. “Hoe was de reis bevallen?” Ik vertelde de adviseur in hoofdlijnen wat we in de VS hadden gedaan en dat we kennis hadden gemaakt met het gezin van Abe. De dag zelf liet ik vanzelfsprekend onbesproken. Werner vertelde me dat de benodigde reisdocumenten en visa in vier weken gereed waren; zijn contacten hadden er voor gezorgd dat één en ander erg snel en soepel was verlopen. Ik schrok: vier weken! Na een uurtje rekende ik af en gaf Werner een hand; Werner vertelde me dat hij nog een aantal openstaande vragen de komende dagen dacht te kunnen beantwoorden. In de auto, terug naar kantoor, drong het nog duidelijker tot me door: nog 4 weken! Terug op kantoor ging ik verder met het schrijven van het overdrachtsdocument voor mijn opvolger; ik had al een paar gesprekken met hem gevoerd, maar ik zou eind deze week pas echt met hem grondig gaan praten – en daarbij was het overdrachtsdocument essentieel. Mijn baas had er op gestaan dat Luc, zo heette mijn opvolger, eerst enkele weken op de werkvloer mee zou draaien. “Een manager die nooit op een heftruck heeft gereden, kan ook geen logistieke afdeling runnen” was zijn antwoord op mijn vraag waarom.

Een blik op de klok deed me beseffen dat het al na zessen was. Ik klapte mijn laptop dicht, haalde mijn communicator uit de oplader en stond op van achter mijn bureau. Ik deed mijn jas aan en ging nog even voor het raam staan. Ik zou het uitzicht, waar ik de afgelopen jaren gewend en zelfs gehecht aan was geraakt, gaan missen. Via de trap in het centrum van het gebouw liep ik naar beneden. Ik realiseerde me dat het bedrijf de afgelopen jaren een enorme vlucht had gemaakt. De pioniersfase, waarin ik zelf de benoemde heftruck had bestuurd, waarin we soms met alle mensen 20 uur aan een stuk doorwerkten en daarna met bier en afhaalchinees onder handbereik nog een paar uur bleven plakken… Nu zag ik in veel ruimten die op het centrale atrium uitkwamen, mensen in nette pakken achter computers zitten. Met de groei was het unieke van het bedrijf verdwenen. Tijd om te vertrekken, op naar een nieuwe pioniersfase en dan een in meerdere facetten!

Thuis stond Mike’s Audi al op de oprit. Aan de kleine plasjes water op de oprit rondom zijn trots kon ik opmaken dat hij weer had staan wassen. Ik trok mijn auto regelmatig door de wasstraat, maar Mike vond dat hij zijn auto zelf moest wassen, omdat dat een veel beter resultaat gaf. En ik kon Mike daar geen ongelijk in geven. Ik opende de voordeur en rook spaghetti in de gang. Ik hing mijn jas aan de kapstok, zette mijn koffer daar onder en liep de keuken in. Aan zijn nog glinsterende haren kon ik zien dat Mike net onder de douche uit was. Mike stond achter het fornuis en roerde met een houten lepel door een pannetje met rode saus. Ik sloeg mijn armen om hem heen en zoende hem in zijn nek. Grinnikend draaide hij zijn hoofd naar me toe en gaf me een zoen. Ik bracht mijn handen onder zijn grijze sweater en streelde hem over zijn platte buik. Het leverde me een extra zoen op. “Over een kwartiertje eten?” vroeg Mike me. Ik knikte. “Wat is er?” vroeg Mike me. Ik zuchtte. “Ik heb vanmiddag Werner gesproken en hij vertelde me dat over 4 weken onze papieren en visa klaar zijn.” Er viel een stilte in de keuken. Mike knikte en draaide zich terug naar het fornuis.

De volgende ochtend had ik een telefoongesprek met Abe gepland; hij had me uitstekend geholpen met het huis en vandaar dat ik hem via de mail had gevraagd waar ik in Boston het beste een kantoor kon openen. Ik was op tijd op kantoor en belde Abe op het afgesproken tijdstip.Ik was blij verrast dat Abe in een paar dagen tijd een heleboel werk had verzet; hij had twee kantoren gevonden die in zijn ogen pasten bij wat ik hem had gevraagd: netjes, niet overdadig maar wel goed. De eerste vraag van Abe was hoe het met Mike ging en of “Pie Es Vie Ainthovun” nog steeds bovenaan stond. Er verscheen een glimlach op mijn gezicht; ik mocht de man graag en dit was een bevestiging van zijn attentheid. Ik was aangenaam verrast met de adviezen die Abe me gaf; hij had goed nagedacht over mijn wensen en hij kon alle vragen die ik stelde, van een beargumenteerd antwoord voorzien en daar was ik erg blij mee. Gevoelsmatig had ik tijdens ons gesprek al een keuze gemaakt, maar ik besloot deze nog niet uit te spreken. Ik bedankt Abe voor zijn werk tot dan toe en we spraken ad dat ik hem in de loop van de volgende week mijn keuze zou melden; beide kantoren waren al helemaal ingericht en direct beschikbaar: ideaal voor de paar weken die ons nog restte.

Sandra liep die week op een ochtend mijn kantoor binnen. “Heb je even voor me?” vroeg ze me. Ik keek haar aan en probeerde van haar gezicht af te lezen waarover ze het wilde hebben. Ik kon het niet ontdekken. “Ja maar natuurlijk, kon binnen” gaf ik haar als antwoord en rolde mijn stoel naar achteren om op te staan. “Waar wil je het over hebben?” vroeg ik mijn secretaresse. Het leek even of Sandra twijfelde of ze wel moest beginnen met praten. “Het gaat over jullie aankomende vertrek…” Ik keek Sandra aan. “Ik merk dat de jongens daar erg mee bezig zijn. Ze beginnen zich te realiseren dat Mike over enkele weken weg is. En daarom hangt het hele huis nu bijna elke avond vol met jeugd.” Ik zuchtte. “Ik heb nog zo tegen Mike gezegd…” Met een opgestoken hand onderbrak ze me. “Nee, dat is niet erg. Bryan vindt het helemaal geweldig dat Mike nu aandacht voor hem heeft. En hij verteld tegen iedereen dat zijn grote vriend in Amerika gaat wonen en dat hij in de zomer op vakantie mag komen. Dat schijnt Mike ‘m beloofd te hebben.” Opnieuw kreeg ik kriebels: hoe kon Mike het in zijn hoofd halen om Bryan, waarvan het geeneens zeker was dat hij überhaupt in een vliegtuig mocht stappen gezien zijn handicap, uit te nodigen!”

Sandra keek me indringend aan. “Het maakt niet uit. Als Bryan niet mag vliegen, ben ik er van overtuigd dat Mike van de zomer bij Bryan langs komt. Daar twijfel ik niet over. Waar het eigenlijk om gaat, is dat de groep niet goed weet hoe ze jullie afscheid moet doen; met een feest, uit eten, niks doen… Misschien dat jij raad weet?” Deze vraag had de afgelopen week ook door mijn gedachten gespeeld; ik had aan Mike gemerkt dat hij nu degene was die groots afscheid wilde nemen, terwijl ik het liefst met stille trom Nederland achter me wilde laten. Ik had de vraag ook aan Mike gesteld, maar hij had me toen gezegd dat hij het niet wist; we hadden het er sindsdien niet meer over gehad. “Ik weet het nog niet Sandra”, gaf ik naar waarheid antwoord. “Ik weet wel dat Mike niet ‘zo maar’ wil gaan; hij voelt zich zo bij jullie betrokken dat dát in ieder geval uitgesloten is.” Ik schonk haar glas nog een keer vol. “Hoe gaat het met Luc?” Ik wist dat ze gisteren een uitgebreid gesprek had gehad met haar nieuwe baas. “Wel goed, maar wat ik met jou opgebouwd heb, kopieer je niet zo maar.” Ik schoot in de lach: ik was vereerd met het compliment. Aanvankelijk was onze samenwerking helemaal niet zo soepel: ik was toentertijd erg controlegeil en dat botste met de zelfstandig werkende Sandra. Gelukkig was ze erg geduldig geweest en hadden we de samenwerking kunnen opbouwen tot het niveau wat het nu was.

“Ik hoop dat Luc zich de tijd gunt om het bedrijf te leren kennen en om eerst te vragen en dan te antwoorden.” Ik keek Sandra met een schuin hoofd aan. “Twijfel je daar aan?” Sandra aarzelde even. “Mijn eerste indruk is dat wel, ja…” Ik vroeg me even af of ik Sandra raad moest geven. Ik besloot dat niet te doen: het was mijn issue niet en ik wilde niet over mijn graf heen regeren; hoe moeilijk het wellicht voor haar zou worden en hoe graag ik haar hiermee wilde helpen, het was beter voor alle partijen om me afzijdig te houden. Met tegenzin voldeed ik daaraan. We keuvelden nog over een aantal wissewasjes, totdat Sandra op haar horloge keek en opstond. “Ik ga de MT-vergadering voorbereiden”. Ik knikte, maar een wee gevoel trok even door mijn maag.

Toen ik net bij het bedrijf kwam kijken, accepteerde ik de door Sandra aangereikte notulen en stukken met een hoofdknik. Tot het moment dat je met een vinnige toon vertelde dat ik een rekenfout in een van mijn modellen had gemaakt. Ik was achteraf blij dat ik mijn primaire reactie – ‘waar bemoeit ze zich mee?!’ – had kunnen beheersen en haar had gevraagd wat ze bedoelde. Ferm had ze de map voor mijn gezicht open geklikt en met een paar vinnige vingerwijzingen me behoed voor een beschamende afgang. Sindsdien ruimde ik elke week 2 uur in mijn agenda in om met Sandra de stukken te bespreken en ze had me meermalen op een ander, beter, pad gebracht. Nu ik geen deel meer uitmaakte van het MT, deed ze de voorbereiding nu met Luc, die mijn plek had ingenomen. Ik moest even slikken toen ze de deur achter zich sloot. ’s Avonds ging ik met een zakenrelatie uit eten, meer om hem te bedanken voor de prettige samenwerking tijdens de afgelopen jaren. Mike had die avond met zijn vrienden afgesproken om nog een keer met z’n allen naar de film te gaan. Ik reed gedachteloos naar huis, kleedde me om en verliet het lege huis weer om naar het restaurant te rijden. Onderweg belde ik Mike: ik wilde zijn stem even horen.

Ik hoorde allerlei lachende mensen op de achtergrond toen Mike opnam. “Waar zit je?” vroeg ik hem. “Ik ben bijna bij de Pathé. We zijn eerst met z’n allen sushi gaan eten en gaan nu naar de film. En jij?” Er trok een glimlach over mijn gezicht. Ik was namelijk blij dat Mike intussen geleerd had dat hij ook wel eens mocht informeren hoe het met anderen ging, als hem gevraagd werd hoe het met hem was. “Ik ben bijna bij het restaurant. Ik mis je Mike.” Het bleef even stil aan de andere kant van de lijn. Toen hoorde ik Bryan roepen dat Mike op moest schieten. Mike schoot in de lach. “Je hoort het, duty calls! Tot straks!” Toen verbrak Mike de verbinding en reed ik de donkere parkeerplaats op. Het was na twaalven toen ik thuis kwam. Mike’s auto stond op de oprit, maar ik wist niet meer zeker of Mike nu zelf had gereden, of dat hij door Koen was opgehaald. Ik opende de voordeur en zag Mike’s jas aan de kapstok hangen. Hij was dus thuis. Ik liep door naar de keuken en knipte het licht boven het kookeiland aan. Gedachteloos pakte ik een glas uit een van de keukenkastjes en drukte het tegen de koudwatertap die in de Amerikaanse koelkast was gemonteerd. Mijn hersenen liepen keer op keer het rijtje af van zaken die geregeld moesten zijn voor onze overtocht. Toch irriteerde me dat; er schoten voortdurend nieuwe onderwerpen door mijn hoofd. Ik slaakte een zucht en zette het lege glas in de afwasmachine. Ik knipte het licht uit en ging naar boven.

Vrijdagmorgen werd ik onrustig wakker. Ik draaide me in de richting van Mike omdat ik dacht dat hij me wakker had gemaakt. Ik zag echter zijn rug heel geleidelijk op en neer gaan van zijn ademhaling: hij sliep nog dus hij had me niet wakker gemaakt. Ik draaide me op mijn andere zij en keek naar de rode LCD-lampjes op mijn wekker, die me vertelden dat het pas kwart over vier was. Heel voorzichtig, ik wilde Mike niet wakker maken, stapte ik uit bed en trok een badjas aan. Zonder geluid te maken opende ik de tuindeur en liep ons balkon op. Ondanks het vroege tijdstip verlichtte de volle maan de omgeving en gaf het een feeërieke uitstraling. Ik legde mijn armen op de gemetselde balustrade en wreef met mijn duimen over de ruwe stenen aan de bovenkant van de omheining. Opeens voelde ik lippen in mijn nek, gevolgd door een paar krachtige armen, die me omsloten. “Nu al wakker?” fluisterde Mike in mijn rechteroor. Ik voelde zijn aangename lichaamstemperatuur door mijn badjas heen dringen. Langzaam draaide ik me om; Mike zoende me zodra ik me tegen de balustrade had gezet. Mijn handen dansten over zijn naakte lichaam. Ze vonden zijn prachtig gevormde schouders, zijn platte buik, zijn stevige billen en – ten slotte – zijn stijve pik. Ik keek in Mike’s prachtige, twinkelende ogen en boog mijn hoofd langzaam naar hem toe. Toen liet ik mijn remmingen los.

Ik zoende zijn keel, zijn schouders, zijn oksels die zijn karakteristieke geur verspreidden, zijn tepels, zijn platte buik… Normaal gesproken zou ik gebruik maken van Mike’s ongeduld door niet direct aandacht aan zijn pik te besteden, maar nu was alles anders. Ik knielde, duwde hem bruusk met zijn rug tegen de balustrade en hapte gretig toe. Mike plaatste zijn voeten uit elkaar en greep mijn hoofd met zijn handen beet, vastbesloten om me niet de kans te geven zijn pik los te laten. Mijn handen reikten naar zijn billen en ik kneedde ze ruw. Al snel besloot ik één hand te gebruiken om hem soepel te maken; mijn andere hand gebruikte ik om zijn ballen te strelen. Mike zette zijn rechtervoet op het tafeltje dat we op het balkon hadden gezet om tijdschriften op te leggen; met een beweging met zijn voet veegde Mike de hele stapel op de grond en plaatste zijn voet op het tafeltje; door zijn knie zijwaarts te bewegen kreeg ik nog meer toegang tot Mike’s meest intieme delen, waar ik gretig gebruik van maakte. Ik liet, onder grommend protest van Mike, zijn pik even los en concentreerde me op zijn ballen; met het puntje van mijn tong kietelde ik onder zijn balzak die direct reageerde terwijl ik met mijn handen voorkwam dat Mike zou kunnen ontspannen.

Mike trok me overeind en duwde me ongeduldig terug de slaapkamer in. Ik pakte Mike’s pols en gooide hem op ons bed en dook er direct achteraan; zijn stijve pik schuurde tegen die van mij terwijl we in een diepe zoen verstrengeld raakten. Ik spreidde Mike’s benen en nam op mijn knieën daartussen plaats. Opnieuw kreunde Mike toen mijn lippen voor de tweede keer zijn gevoelige eikel raakten. Steeds sneller bewoog ik mijn lippen langs de schacht van Mike’s overheerlijke pik en steeds ongecontroleerder werden Mike’s heupbewegingen die uiteindelijk in een knallend orgasme eindigden: Mike spoot zich vergezeld van een harde kreun leeg in mijn keel. Mike draaide zich langzaam om en ging op zijn buik liggen, terwijl hij verwachtingsvol achterom keek. Ik besloot Mike z’n zin te geven en uitgebreid voorspel achterwege te laten. Ik nam plaats achter Mike’s gespreide benen en maakte hem vochtig. Toen boog ik me naar voren, zette mijn eikel op de klam vochtige anus van mijn vriend – en drukte toen door. Langzaam drong ik dieper in mijn vriend door en liet me in hetzelfde tempo op hem zakken; de warmte van Mike voelde weldadig aan toen mijn buik zijn rug raakte. Ik omklemde Mike’s bovenarmen terwijl ik het tempo waarmee ik in en uit Mike bewoog, opvoerde. Een bijna dierlijk instinct nam bezit van me; aangespoord door Mike’s goedkeurend gegrom werden de bewegingen vanuit mijn heupen steeds ongecontroleerder en liep het tempo steeds verder op. Het zweet liep over onze beide lichamen en zorgde ervoor dat we steeds minder grip op elkaar kregen en mijn vermoeidheid speelde op.

Gelukkig hadden mijn ballen zich al tegen mijn buik genesteld en kwam ik enkele ogenblikken, na een laatste, ultieme, stoot, diep in Mike klaar. Ik trok me uit Mike terug en rolde langs hem, hijgend en slikkend. Mike streelde met zijn duim door mijn gezicht en keek me dankbaar aan. We douchten en ontbeten uitgebreid; we waren immers, ondanks de intensieve vrijpartij, ruim een uur eerder beneden dan gebruikelijk. “Zullen we vanavond nog een keertje naar een gezellige kroeg gaan en wat dansen? Wij met z’n tweeën?” vroeg Mike me terwijl hij appelsap voor zichzelf inschonk. Ik keek Mike aan en zuchtte theatraal. “Doe niet zo flauw” mokte Mike mijn kant op. “Stop met die Bambi-oogjes, Mike” reageerde ik. “Daar kan ik niet tegen en dat weet je best.” Mike gaf me een luchtkus – en het gevoel dat ik me weer had overgegeven.

Ik merkte dat mijn agenda steeds leger werd; Luc nam steeds meer dingen van me over en daardoor ontstond steeds meer ruimte om het businessplan in de VS meer vorm te geven. Abe was een zeer welkome hulp daarbij; hij had me niet alleen een huis laten zien waar Mike verliefd op was, hij had me intussen ook aan een prima kantoorpand geholpen en in contact gebracht met enkele handelsagenten. Ik had zelfs al verschillende afspraken kunnen maken om kennis te maken. Mike had voorgesteld om in de stad eerst een hapje te gaan eten en daarna de kroeg in te duiken. Vandaar dat ik om 18 uur de deur van mijn kantoor achter me sloot. Ik liep langs het kantoor van Sandra en zag dat de lamp nog brandde. Ik verbaasde me daar over en liep naar binnen. “Nog aan het werk?” vroeg ik Sandra. Mijn ex-secretaresse keek op van achter een stapel papieren en slaakte een zucht. “Ja. Luc heeft een paar dingen verkeerd uitgelegd in het MT en moet nu opnieuw zijn huiswerk doen. Maar hij is al weg en ik heb de klus toebedeeld gekregen.” Geërgerd duwde ze de stapel voor zich uit en keek me aan. “Het spijt me Sandra, ik wil je heel graag helpen en met alle liefde en plezier zou ik nu nog een uurtje met je aan de slag gaan, maar we weten allebei dat dit niet de juiste manier is.” Sandra knikte. “Je hebt gelijk. Ik moet dit samen met Luc gaan doen.” Ik schonk haar een glimlach. “Succes” zei ik, en verliet daarna haar kamer – met een steen in mijn maag.

Het was behoorlijk druk in de stad; er waren een aantal evenementen die schijnbaar behoorlijk wat publiek trokken: ik kwam maar stapvoets vooruit en zag geërgerd dat de klok in mijn auto onverbiddelijk voortkroop, zonder dat ik echt vooruit kwam. Ik pakte mijn communicator en stuurde Mike een sms-je: ‘sta in de file, ben wat later’. Iets meer dan een minuut later hoorde ik aan de ringtone uit mijn mobiel – natuurlijk een door hem gingeprogrammeerd, obscuur hardcorenummer - dat Mike had geantwoord. ‘klopt! Ik sta schuin achter je :-D’. Verrast keek ik op vanaf het scherm en draaide mijn hoofd. Twee knippersignalen met zijn koplampen zorgden voor een blik der herkenning – en een soort van geruststelling dat ik Mike niet opnieuw teleurstelde. In de parkeergarage kon Mike, ondanks dat het ook daarin druk was, langs me parkeren. We stapten beiden uit en Mike gaf me een zoen, zich opnieuw niets aantrekkend van de nieuwsgierige blikken van omstanders. Stoeiend als twee jongen honden liepen we naar de uitgang en verlieten de parkeergarage door de groene deuren aan de zijkant van het marktplein.
We staken het marktplein over, lieten de KFC en de McDonalds respectievelijk links en rechts liggen, en sloegen een winkelstraat in die in de richting van onze bestemming lag: een plein met de uitstraling van een dorp, midden in het centrum van de stad. Ik was er vroeger wel eens geweest, vooral voor de muziekoptredens op het plein tijdens de koninginnenacht, maar dat was al weer enkele jaren geleden; ik was benieuwd of er intussen al iets aan de inrichting was veranderd.

We openden de zware, wit geschilderde deur die toegang gaf tot een halletje. We gaven onze jas af in de garderobe die uit kwam op het halletje en liepen toen de zaak in. Mike had van de nood intussen een deugd gemaakt: je kon op de eerste verdieping van het café ook eten, en hij had tijdens het filerijden een tafel voor twee gereserveerd.“Hoe was je dag?” vroeg ik aan Mike, terwijl ik hem een met kruidenboter besmeert stukje stokbrood aanbood. “Nou, wel goed eigenlijk. Het is wel apart: ik ben pas net op mijn plek en nu ga ik al weer weg. Ik ben vanmorgen nog naar m’n oude bouwploeg geweest en ik moet eerlijk zeggen dat ik dat lekker samen bezig zijn en samen ouwehoeren wel miste…” Mike nam snel een hap van zijn stokbrood, maar deze afleidingsmanoeuvre slaagde niet helemaal. Ik legde mijn hand op die van hem. “Je bent niet aan de andere kant van de wereld joh. En bovendien, bouwvakkers heb je ook in de VS. Heb je trouwens al contact opgenomen met de man in de VS die je een baan aangeboden heeft?” Mike schudde zijn hoofd. “Nog niet aan toe gekomen. En bovendien: ik wil me eigenlijk eerst settelen. En omdat jij direct meneer de directeur gaat uithangen, zal iemand voor simpele dingen als een bed en een tafel moeten zorgen.” Ik reageerde verontwaardigd, maar wist dat Mike eigenlijk gelijk had.

Mike diepte het smetteloze witte servet van zijn schoot en veegde zijn mond schoon. Daarna legde hij het servet langs z’n bord. “Genoeg gehad!” Ik zuchtte geërgerd; dit was een van de minder kanten van Mike: eten moest in zijn optiek zo kort mogelijk duren, terwijl ik een maaltijd vaak zag als rustpunt en graag tijdens het eten over van alles praatte. In gezelschappen paste Mike zich altijd netjes aan, maar met z’n tweeën wilde hij dat wel eens vergeten, net zoals nu. Ik keek Mike aan en op het moment dat ik in zijn ogen keek, wist ik dat ik de cappuccino, die ik nog in gedachte had als afsluiter, op mijn buik kon schrijven. Ik wenkte een ober, betaalde de rekening en liep achter Mike naar beneden, de kleine zaal in. De zaal was nog net als jaren terug: meer een huiskamer dan een kroeg, houten lambrisering langs de muren, metalen reclameplaten waarop producten uit lang vervlogen tijden werden aangeprezen daar aan. En gezellig druk.

Toch merkte ik aan Mike dat hij het niet echt naar zijn zin had; de muziek was vooral de laatste popmuziek en daar hadden we allebei niet zo veel mee. Ik zag Mike na een uurtje veelvuldig bezig met zijn mobiel. “Wat ben je aan het doen?” vroeg ik hem, boven de muziek uit. “Nou”, keek Mike me schaapachtig aan, “ik krijg nu een sms-je van Yuri waar we blijven…” Ik haalde mijn wenkbrauwen op. “Moeten we ergens naartoe dan?” Mike toverde een geforceerd lachje op zijn gezicht. “Ja… Goran, een van de jongens van mijn oude bouwploeg, trouwt vandaag en heeft ons ook uitgenodigd op het feest. Ik heb denk ik de uitnodiging in het handschoenenkastje van mijn auto opgeborgen en er niet meer aan gedacht…” Ik slaakte weer een diepe zucht en raakte geïrriteerd; hoe kon je nou iemands bruiloft vergeten?! “Waar is het?” vroeg ik hem, met nauwelijks verborgen ergernis. “Nou, hier in een afgehuurde kroeg hier in de stad. Ik denk een kwartiertje lopen.” Snel boog ik me voorover naar de barman en legde hem uit dat ik een goeie fles whiskey wilde hebben omdat we nog naar een feest moesten en geen cadeau bij ons hadden. De barman knikte en verdween onder de tapkast. Enkele ogenblikken later overhandigde hij me de fles. Met een royale fooi toe betaalde ik dankbaar en verlieten we de zaak.Tijdens de wandeling er daartoe praatte Mike honderduit; waarschijnlijk om zijn blunder op die manier wat goed proberen te maken.

Het bleek dat Goran een Servier was die met zijn ouders naar Nederland was gekomen tijdens de Joegoslavische burgeroorlog. Zijn ouders hadden een slagerij die heel druk bezocht werd door veel Joegoslaven – althans, zo noemde Goran zijn landgenoten; dat Joegoslavië niet meer bestond en uiteen gevallen was in verschillende staten, weigerde Goran’s familie te accepteren: voor hem was iedereen een Joegoslaaf en daarmee uit. Ik hoorde vaag typische balkan-muziek klinken uit een wit geschilderd pand op de hoek van de straat. Ik liet Mike als eerste naar binnen gaan; niet alleen omdat ik er buiten Yuri en Yannick niemand kende, maar ook omdat ik vond dat Mike het probleem had veroorzaakt en dus ook maar op moest lossen. Mike schoof het dikke, rode gordijn opzij en stapte gemaakte zelfverzekerd de zaak binnen. Ik had Mike gevraagd hoe het er aan toe zou gaan op de bruiloft. Mike vertelde me dat we belangrijke gasten zouden zijn. Midden in de belangstelling dus, ook dat nog… Het was erg druk in het café en er werd veel gelachen en gepraat. Een prachtig geklede dame kwam met vaste tred op ons toelopen met twee broches in haar handen; ze begon in een taal waar ik niets van verstond, tegen ons te praten en met een brede lach spelde ze ons allebei een blauw-wit-rode broche op. Daarna pakte ze Mike bij de hand en trok hem achter haar aan in de richting van het bruidspaar, dat we ondertussen hadden gezien.

De begroeting was echt Oost-Europees: erg intens en hartelijk. Ik feliciteerde de bruid en daarna Goran. “Dus jij bent de vriend van Mike! Leuk je te zien en fijn dat jullie er zijn! Loop even mee, ik wil je even aan mijn ouders voorstellen!” Ik liep maar gedwee achter Goran aan; ik had intussen al twee glaasjes sterke drank in mijn handen gedrukt gekregen van voor mij wildvreemde, maar wel erg vrolijke, bruiloftsgasten. De ouders van Goran waren op hun paasbest gekleed; ik voelde me eigenlijk fors underdressed en vervloekte innerlijk Mike voor het vergeten van deze bruiloft; ik vond dat we er namelijk totaal niet op waren gekleed. Ik kreeg een paar hartelijke zoenen van zowel de moeder als de vader van Goran en maakte een praatje met de erg trotse ouders van Mike’s collega. De sfeer was nog niet zo slecht moest ik eigenlijk toegeven, sterker nog: het was oergezellig in dit café! Tussen de mensen door probeerde ik Mike terug te vinden. Dat duurde veel langer dan ik dacht: mensen maakten spontaan een praatje met me en nadat ik een glaasje opgedronken had, kreeg ik er minstens drie volle aangeboden. Uiteindelijk vond ik Mike met Yuri en Yannick in een hoekje staan. Al te veel tijd kregen we niet om met elkaar te praten; het bleek dat de ooms van de bruid volgens Servische traditie voor de muziek zouden zorgen. Zij bleken een band geboekt te hebben die, als ik Yannick mocht geloven, zelfs in Nederland bekend was.

Naast de bekende onderdelen van een muziekband, zoals gitaristen en een drummer, bleek de band ook te bestaan uit een aantal mensen met verschillende blaasinstrumenten, violisten en zelfs een accordeonist. Ik keek het geheel met gemengde gevoelens aan; wat zou dit nu weer worden? De muziek vanaf de CD ging uit en één van de ooms pakte een gereedstaande microfoon in zijn handen; alle gesprekken vielen stil en iedereen keek naar de hevig zwetende, in een nauwelijks passend maatpak gestoken man die moeizaam op het kleine, vol met instrumenten en muzikanten staande podium was geklommen. Helaas voor ons sprak de man Servisch; er was voor ons geen touw aan vast te knopen, ook niet van de grappen die de man, gezien de lachsalvo’s in de zaak, vertelde. Met een enthousiaste zwaai stelde de man de band voor die op een flink aanmoedigingsapplaus kon rekenen; daarna gaf hij de microfoon aan de zanger en verliet het podiumpje. Ik dacht aanvankelijk dat het aan de zeer rijk vloeiende drank lag dat iedereen vanaf de eerste toon in beweging kwam. Toch moest ik na enkele minuten toegeven dat de mix van traditionele Oost-Europese muziek en typische westerse stijlen bijzonder aanstekelijk was. Mike, Yuri en Yannick hadden zich al tussen de wild dansende en meezingende gasten gemengd; ik was een beetje aan de zijkant blijven staan, bij een oude dame die wel meezong, maar verder alleen meewiegde.

Opeens zag ik Mike richting de bruid lopen. Met een erg overdreven gebaar vroeg hij de prachtig geklede, kersverse echtgenote van zijn collega ten dans. Die actie werd door luid gejuich en geklap begeleid door de gasten – terwijl ik me dood schaamde voor Mike’s gedrag. De vrouw van Goran keek hem even aan en aanvaarde, na de goedkeurende lach van Goran, Mike’s aanbod. De mensen weken uiteen voor het podium en Mike en de vrouw stonden tegenover elkaar, toen een nieuw nummer werd ingezet. Ik kreeg een kleine schok: ik kende dat nummer! Het was Disco Partizani van Shantel & the Bucovina Club Orkestar; een band waar Mike met zijn vrienden naartoe was geweest in Eindhoven, waarvan hij na afloop een CD had gekocht en die hij wel eens keihard draaide als hij even geen zin had in hardcore. De accordeonist begon met het kenmerkende beginstuk en toen de blaasinstrumenten invielen leek het wel alsof het dak er af geblazen werd – met Mike met zijn idiote, zelfbedachte danspasjes en zwaaiende armen in het midden. De oude dame langs me pakte vastberaden mijn handen vast en stak deze in de lucht, terwijl ze me lachend in het Servisch toesprak.

Enkele ogenblikken later stond ik samen met deze vrouw in een soort Servische sirtaki, die zich door de hele zaak vormde en probeerde ik zo weinig mogelijk uit de toon te vallen, niet bekend met de gewoonten op deze bruiloft. Met name de vele jongere neefjes en nichtjes van Goran lieten zich niet onbetuigd: de aanstekelijke muziek en het enthousiasme van hen, zorgde er voor dat ik het na enkele minuten enorm naar mijn zin had en steeds vrijer ging bewegen en me steeds minder zorgen maakte of ik nu wel het juiste pasje maakte of op tijd draaide. Dat Mike intussen zonder nog enige rem met een, zichtbaar onder de indruk van Mike’s uiterlijk, nichtje van de bruid danste, hielp daar ook bij. Rond 2 uur stopte de band, na twee toegiften, met hun optreden en kon ik, helemaal doorweekt van het zweet en behoorlijk aangeschoten van de vele toosten die ik, met een glas sterke drank in mijn hand, moest maken op het geluk van zo ongeveer iedereen die aanwezig was, op zoek naar mijn vriend. Mike’s witte overhemd was ook compleet doorweekt van het zweet – en zijn tatoeage op zijn rug scheen prominent door. We namen nog een laatste borrel – Mike had zich vanzelfsprekend tot appelsap beperkt en verlieten toen, met piepende oren de zaak. Buiten op straat keken we elkaar aan: wat een onverwacht, maar wel erg prettig einde aan een avond!

De volgende ochtend werd ik onrustig wakker. Ik smekte een paar keer en een heel bittere smaak trok door mijn mond die me ineen deed krimpen. Direct daarna voelde ik mijn hoofd bonken. Ik kon het niet ontkennen: ik had een enorme kater van alle sterke drank van de bruiloft van gisteren. Langzaam draaide ik me op mijn zij, in de richting van Mike. Het dekbed aan zijn kant van het bed lag opengeslagen en Mike was verdwenen. Ik schudde een paar keer met mijn hoofd en stond, moeizaam, op. Langzaam schuifelde ik in de richting van de badkamer. Ik pakte een glas van het kastje langs de fontein en liet dit vol lopen met koud water. Het water liet ik door mijn mond gorgelen, in een verwoede poging om de bittere smaak uit mijn mond te verdrijven. Krachtig spuugde ik het water in de wasbak. “Zo, worden we oud?” hoorde ik, met een cynische ondertoon, achter me. Ik draaide me om en zag Mike in de deuropening staan. Op badslippers en een witte, glimmende sportbroek aan. Zijn blote bovenlichaam glom: hij had al een poosje in onze fitnessruimte gezeten waarschijnlijk. Langzaam vulde ik het glas opnieuw met nu ijskoud water, suggererend dat ik nog een slok wilde. Mike trapte er in en incasseerde de ijskoude inhoud van het glas op zijn lichaam met een lange, ijzige, schreeuw. Hij kwam op me afrennen, maar het lukte me om, voor hij me bereikte, een hand water in zijn lachende gezicht te gooien. Hij draaide zich om en rende de badkamer uit. Bij het bed in de slaapkamer had ik ‘m te pakken. Ik gooide Mike achterover op ons bed en sprong er direct achteraan. De zoen was intens.

“Ik ga dadelijk naar Bryan toe”, vertelde Mike me terwijl we in de ochtendzon op ons terras een vers gebakken broodje aten. “Oh?” vroeg ik hem; ik wist niet dat Mike afspraken had en, om eerlijk te zijn, had ik nog steeds moeite met zijn nonchalance bij het afstemmen van onze agenda’s. “Ja, ik heb beloofd dat ik de tuin mee in orde zou komen maken…” Mike draaide zich naar me toe en gaf me een zoen. “Dat vindt je toch niet erg, hoop ik?” Voordat ik geërgerd kon zeggen dat ik het wél erg vond, keek hij me met zijn mooie ogen aan en slikte ik mijn ergernis in. Terwijl ik in de keuken genoot van een kop thee, kwam Mike van de trap af gestormd. Ik stond elke keer als ik dat donderend geraas hoorde doodsangsten uit, omdat ik, jaren voor ik Mike leerde kennen, in mijn haast naar beneden te komen een keer een traptree had gemist en van bijna bovenaan naar beneden was gevallen; ik had maanden last gehad van alle blauwe plekken en kneuzingen en mijn ribbenkast was nog steeds pijnlijk als ik – of Mike – er op drukte. Gekleed in zijn zware werkschoenen en een oude, blauwe werkbroek met wat er van de oranje veiligheidsstriping die er ooit compleet opgezeten had nog over was. Ik keek Mike afkeurend aan. Mike keek naar zijn broek en weer naar mij. Hij haalde zijn schouders op, grinnikte naar me en gaf me een zoen. “Ik ga. Kom je straks ook nog even?” Ik zag Mike nog twee keer langs het keukenraam lopen, met in zijn handen zo’n beetje al het tuingereedschap dat we hadden. Harder dan normaal reed Mike onze oprit af.

Mike’s aanbod om ook langs onze vrienden te gaan was erg aanlokkelijk, maar ik besloot dat het beter was als ik eerst de laatste rapporten van Abe zou gaan lezen; hij had een plaatselijke register accountant mijn businessplan laten lezen en ik had eergisteravond gezien dat het stuk in mijn mailbox zat. Omdat Mike er een bloedhekel aan had als ik voor de TV hele stukken ging zitten lezen, had ik mijn laptop toen dichtgeklapt. Ik schonk mezelf een glas witte wijn in en nam, met mijn laptop op schoot, plaats op het terras en opende het document met grote nieuwsgierigheid. Ik was snel gerust gesteld: de man had mijn plan zoals beloofd heel grondig doorgelezen. Ongeduldig scrolde ik naar zijn conclusies en aanbevelingen en las deze met belangstelling door. Enkele zinnen moest ik door de complexe, met juridische termen doorspekte termen meer dan een keer lezen, maar het geheel stemde me tevreden. Met een gerust hart sloot ik het document, klapte mijn laptop dicht en dronk mijn glas leeg. Toen stond ik op, op zoek naar oude kleren. Na lang zoeken vond ik in de garage een paar oude legerkistjes; ik probeerde of ik ze aan kon trekken en ze bleken verrassend goed te passen. Terwijl ik de veters zorgvuldig strikte, brak ik mijn hoofd over de vraag hoe die schoenen bij ons in de garage waren beland: ik kon me niet herinneren dat ik deze ooit gekocht had en Mike’s schoenmaat was 2 kleiner dan die van mij dus van Mike konden ze ook niet zijn.

Ik realiseerde me dat ik zo dadelijk letterlijk in het levenswerk van Mike’s moeder zou gaan wroeten en had daar gemengde gevoelens over. Sandra had me onlangs verteld dat zij de tuin ook zo lang mogelijk ongemoeid wilde laten. Gelukkig kon dat lange tijd ook: Mike’s moeder had, voordat ze vertrok op hun uiteindelijk laatste reis, de hele tuin nog onder handen genomen. Het was Mike’s idee geweest om de tuin te gaan doen, had ik van Sandra begrepen. Ik kon me Mike’s gedachtegang voorstellen: het nakende afscheid van Nederland lag in de lijn van het afscheid wat hij van zijn ouders had moeten nemen: hij wilde het hoofdstuk Nederland definitief kunnen afsluiten. Al mijmerend reed ik de straat in en draaide soepel de oprit op waar ik al vaak geparkeerd had. Ik stopte achter Mike’s glimmende auto en zette de motor uit. Mijn zonnebril hield ik op toen ik uitstapte en de auto met twee korte bliepjes achter elkaar aangaf gesloten te zijn. Over het grind liep ik naar de voordeur van het huis en toen ik zag dat deze op een kier stond, opende ik de wat verweerde, deur die toegang gaf tot het huis. Ik liep door de gang en hoorde stemmen uit de richting van de tuin komen. De gangdeur ging geruisloos open toen ik er mijn hand tegen zette en ik stapte de keuken in. Sandra draaide zich om en haar gezicht vertrok naar een grote, wat verbaasde, glimlach.

“Leuk dat je er bent” zei ze met haar stralende gezicht. “Lust je een kop koffie?” Ik knikte en liep naar het aanrecht, waar een groot raam boven zat wat een zicht gaf over de tuin. In een hoek van de tuin lagen Mike en Bryan langs elkaar op hun knieën. Het keukenraam stond open, dus ik kon meeluisteren. “Je pakt het plantje zo beet en dan druk je m met je duimen in de grond. Hier, kijk maar.” Bryan keek heel goed hoe zijn grote voorbeeld het plantje in de grond zette. Bryan knikte en Mike overhandigde hem een plantje. “Goed zo Bryan!” hoorde ik Mike enkele ogenblikken later roepen en ik zag dat ze hun speciale begroeting deden, met een motiverende por van Mike tot besluit. Aan de ene kant ontroerde het tafereel me enorm, maar aan de andere kant zorgde het ook weer voor een steen in mijn maag: ik was er de oorzaak van dat Mike zijn beste vriend voor mijn gevoel in de steek moest laten. En natuurlijk, ik realiseerde me dat Mike, als hij wilde, elke maand naar Nederland kon vliegen, maar de kans was heel groot dat de frequentie van deze bezoekjes, naar mate wij het meer naar onze zin zouden krijgen in de VS, terug zou lopen en uiteindelijk stoppen. Ik zag een visioen van een beteuterd uit het raam kijkende Bryan voor me, die niet begrijpt waarom zijn grote vriend niet meer langs komt. Sandra’s stem trok me terug naar de realiteit. “Waar denk je aan?” vroeg Sandra me, terwijl ze me mijn beker koffie aanreikte. Ik slaakte een zucht. “Ik twijfel er nog steeds aan of ik er wel goed aan gedaan heb…” Sandra keek me scherp aan. “Luister. Je hebt je hele leven hard gewerkt om vooruit te komen. Je hebt laten zien dat je het kunt, anders zou de Ouwe jou nooit hebben gevraagd. Je hebt Mike laten kiezen en hij heeft gezegd dat hij mee gaat. Je hebt vliegtickets geregeld die Mike kan gebruiken om deze kant op te komen. Luc is een aparte vent, maar we komen er wel uit samen. En Bryan is helemaal opgeleefd nu hij hier lekker kan spelen en hij heeft zelfs al een paar keer gevoetbald met kinderen uit de buurt; sterker nog: ze komen ‘m hier ophalen. Dus…”

Ik nam een slok en keek Sandra aan. “Je hebt gelijk. Maar als ik die twee daar bezig zie… ik moet er nog steeds aan wennen denk ik.” Sandra knikte en opende het raam nog wat verder. “Bryan!” riep ze. “Kijk eens wie er is?” Bryan keek in de richting van het keukenraam en toen hij mij zag staan, liet de plantjes direct voor wat ze waren, stond op en kwam mijn kant op rennen. Achter de rennende Bryan zag ik Mike lachend zijn schouders ophalen, het zand van zijn werkbroek kloppen en ook onze kant op lopen. Ik kreeg een high five van Bryan en hij drukte een natte zoen op mijn wang. Voordat ik kon reageren, pakte hij de beker met ranja van zijn moeder aan en dronk deze ik een teug leeg. Mike dronk zijn glas appelsap leeg en at een van de saucijzenbroodjes op die ik onderweg had gekocht bij een warme bakker. “Kom Bryan, we gaan weer verder!” Bryan keek naar zijn moeder en naar mij en toverde toen zijn aanstekelijke lach op zijn gezicht. Hij stond op, gaf Mike een por in zijn maag die deze, als ik Mike’s gezicht moest geloven, niet helemaal aan zag komen en liep terug de tuin in. Wat moeizaam stond Mike op, haalde een keer diep adem en liep toen Bryan achterna. Ik stond op. De gedachte die ik had toen ik door het geopende keukenraam naar mijn vriend zat te kijken, liet me niet los. Sterker nog: deze had me opnieuw aan het twijfelen gebracht over de juistheid van mijn, nee onze, beslissing. “Ik denk dat Mike en Bryan nog wel wat tijd nodig hebben voor ze de doos met plantjes in de grond hebben zitten.”

Voordat Sandra me antwoord kon geven zagen we Mike voor het raam doorrennen, met Bryan joelend achter hem aan. “Dat denk ik wel ja, zo te zien”, gaf Sandra me lachend als antwoord, terwijl we beiden keken naar de onschuldige stoeipartij die zich op het grasveld afspeelde. Ik slikte enkele keren toen ik de oprit had verlaten; wat nu gedaan? Ik besloot weer eens bij mijn ouders op bezoek te gaan; op de, ietwat verscholen, begraafplaats kwam ik vaker als ik worstelde met vraagstukken, er niet direct een juist antwoord bij kon formuleren. Ik kreeg, als ik daar op een van de bankjes onder een van de lommerrijke bomen zat, altijd het gevoel dat mijn ouders me dan op het juiste spoor zette. Mijn auto zette ik op het verder verlaten parkeerterrein aan de ingang van de begraafplaats. Terwijl ik de begraafplaats op wandelde, keek ik rond of ik nog andere mensen zag. Een oude dame was geconcentreerd bezig met het wegvegen van zand op de zwarte grafsteen van, waarschijnlijk, haar man. Met een hoofdknik beantwoorde ik haar blik en stapte verder. Ik had een gieter gevuld met water bij de kraan aan de ingang van de begraafplaats. Er hing ook wat tuingereedschap en enkele handvegers op een krakkemikkig tuinscherm, dat een afscheiding vormde tussen het waterpunt en de rest van de begraafplaats. Ik zette de gieter langs me in het zand voor het graf van mijn ouders. Compleet gedachteloos staarde ik minutenlang naar het opschrift. Routinematig veegde ik met een handveger de takjes en het zand van de dekplaat. Toen spoelde ik met water het resterende zand weg. Dit was voor mij altijd het moment om het vraagstuk dat ik had op te roepen; ik liet mijn gedachten de vrije loop en meestal kwam er dan een antwoord, een richting, een mogelijkheid waar ik tot dan toe nog niet aan gedacht had. Ik zakte op mijn hurken en met mijn vingers plukte ik wat bruin geworden blaadjes van de struikjes die ik voor het graf had gezet en gaf de struiken wat er nog restte van het water in de gieter. Ik stond op en keek nog enkele ogenblikken naar het graf. Toen drukte in een zoen op de vingers van mijn linkerhand en drukte deze stevig op het graf.

Ik zat heerlijk in de zon, op een prachtige plek – vermits je de functie van de plek even vergat, zonder dat er andere mensen in mij nabijheid waren en toch gingen mijn gedachten niet een kant op die me richting bood of een sluitend antwoord op mijn nog steeds knagende twijfel. Ietwat geërgerd over mijn onvermogen stond ik op, klopte wat zand van mijn broek en de legerkistjes die ik nog steeds droeg. Ik zette de gieter weer bij de andere in de rij en liep de begraafplaats af. Ik had het parkeerterrein net verlaten, toen Mike’s ringtone door mijn auto schalde. Ik drukte op het knopje op mijn stuur en hoorde Mike lachen, met Bryan op de achtergrond. “Kom je straks? Koen heeft gebeld en we gaan met z’n allen straks bij Bryan lekker koeien. Ze hebben nog wat goed te maken zeker!” Mijn gedachten schoten naar de voor Mike erg teleurstellende uitkomst van zijn uitnodiging na afloop van de verhuizing, enkele weken geleden. Ik was blij dat het initiatief nu van Mike’s vrienden kwam en niet van hemzelf: de kans dat Mike opnieuw ontgoocheld zou raken was een stuk kleiner. “Natuurlijk!” riep ik, proberend mijn gedachten te verplaatsen van mijn twijfel naar enthousiast zijn voor het voorstel van Mike. “Hoe laat?” Ik hoorde Mike iets richting Sandra zeggen, maar kon het niet verstaan omdat een zwarte VW Golf me, met bonkende muziek uit de geopende ramen klinkend, inhaalde.

“Om half acht gaat de barbecue aan” hoorde ik Mike roepen. “Ik ben er en ik neem nog wel wat mee”, gaf ik Mike als antwoord. Ik hoorde hem in de lach schieten. “Het zal ook wel eens niet zo zijn! Nou, tot straks!” Nadat ik het geluid van een zoen door de auto hoorde gaan, verbrak Mike de verbinding. Ik keek op de klok in de middenconsole. Ik trapte daarna het gaspedaal wat verder in. Ik liep de slagerij binnen waar ik mijn hele leven al, al mijn vlees haalde. De winkel leek wel uitgestorven: er stonden geen klanten in de zaak; waarschijnlijk was de zaterdagmiddag hausse al geweest. Ik begroette de eigenaar en vertelde hem dat ik lekker vlees voor op de barbecue zocht en liever niet het vlees dat op een ‘normale’ barbecueschotel lag. De eigenaar, waarmee ik door de jaren heen over meer dan alleen mijn vleesvoorkeur was gaan praten, vroeg me wanneer we naar de VS vertrokken. Ik haalde mijn schouders op. “Dat is nog niet helemaal precies bekend, maar normaal gesproken nog maar een paar weekjes.” De man overhandigde me een doos waar hij allerlei lekkere soorten vlees had gestopt. Ik betaalde de man en verliet met een groet de zaak. Snel reed ik nog langs een viswinkel en haalde daar een paar flinke stukken zalm, forel en gamba’s. Tevreden reed ik terug naar huis, om me om te gaan kleden.

Ik had Businessweek uit de plastic verpakking gehaald en in tussen het bad vol laten lopen. Regelmatig ging ik met dit soort leesvoer in bad liggen. Mike keek me dan altijd spottend aan. “Altijd aan het werk…” mokte hij dan, terwijl hij vies naar het tijdschrift keek. Meer dan eens was dat de aanleiding tot een stevig watergevecht, waarbij ik er niet voor schroomde Mike met kleren en al het bad in te trekken. Mijn communicator haalde me uit een verhaal over de werking van de derivatenmarkt in de Verenigde Staten. Ik grabbelde naar de rand van het bad en keek op het scherm. Het bleek een sms van Sandra te zijn. ‘Kan je straks wijn mee nemen?’ Ik knikte nadrukkelijk, en toen in mezelf bedacht dat niemand die bevestiging kon zien, schoot ik in de lach van mijn eigen blunder. Na een blik op de klok besloot ik dat het tijd was om uit bad te gaan; ik droogde mezelf af terwijl ik nadacht welke wijn ik mee zou nemen. Mijn haren nog droogwrijvend liep ik de slaapkamer in, toen ik Mike’s ringtone weer hoorde vanuit de badkamer. Ik draaide me om en liep naar het geluid, dat extra werd versterkt door de klaarblijkelijk prima akoestiek van onze badkamer. “Zou je voor mij wat schone kleren mee willen brengen?” hoorde ik Mike roepen toen ik opnam. Ik besloot Mike even te plagen. “Waarom? Je hebt toch zelf een auto?” Even was het stil. “Nou”, klonk het behoorlijk bits, “omdat ik de hele middag op mijn knieën in de tuin heb gelegen en ik niet met mijn vieze kleren in mijn auto wil gaan zitten.” Ik wachtte even voor het maximale effect. “jou auto…” hoorde ik Mike, sip klinkend, zelf zijn verspreking herstellen.

Ik kon mijn lach niet meer houden en toen Mike zich hierdoor realiseerde dat ik hem voor de gek had gehouden, lachte hij zelf ook. Maar ongetwijfeld wel als een boer met kiespijn. Ik liep, met Mike aan mijn oor, naar onze inloopkast en was verbaasd van de precisie, waarmee Mike me door de kledingrekken loodste: hij wist precies waar alles hing. De kleren stopte ik in een weekendtas en liep, nadat ik mezelf had aangekleed, naar beneden. Toen ik voor de tweede keer die dag de straat inreed waar nu Sandra, Bryan en Yuri en Yannick woonden, zag ik van een afstandje dat ik niet de eerste was: de grote zwarte Q7 waar Koen al een hele tijd in reed stond achter de kleine Seat van Björn. Op de oprit stonden achter de Audi van Mike een paar fietsen. Een van de mooiste dingen van de vriendengroep was nu heel goed zichtbaar: je hoorde bij de vriendengroep omdat je was wie je was, niet om wat je had. Ik stapte uit en liep naar de voordeur. Van over de schutting aan de zijkant trok de geur van brandende houtskool mijn neus in. De deur was dicht, dus ik belde aan. Mike deed de voordeur open; voor ik iets kon doen of zeggen legde hij zijn hand achter in mijn nek en trok me ruw naar zich toe. Zijn lippen drukte hij stevig op die van mij en de zoen was intens en lang. Mike keek me aan, gaf me een knipoog en liep me toen voorbij; hij was blijkbaar erg nieuwsgierig wat ik meegenomen had. Hij stapelde de twee dozen met vis en vlees op elkaar en gebaarde dat ik zelf de wijn moest pakken. Achter Mike aan liep ik naar binnen.

Op de veranda, waar ik meer dan eens met Mike en zijn ouders had gezeten, was het nu een drukte van belang. Niet alleen Koen en Björn waren er, ook Milan en Phillipe waren met de trein langs gekomen. Ik begroette iedereen en overhandigde Sandra de flessen wijn. Daarna nam ik plaats aan één van de hangtafels die Mike op de veranda had gezet, en waar Milan en Phillipe aan stonden. “Hoe gaat het met jullie? Ik heb jullie al een hele tijd niet meer gezien!” Ik hoorde dat Milan nu op een hotelschool in Maastricht zat; op die manier kon hij makkelijker bij Phillipe zijn. Phillipe zat nog steeds op de landbouwschool en was ook nog steeds vastbesloten om de boerderij van zijn ouders over te nemen. Ik vond het hartverwarmend om de twee gelukkig te zien met elkaar. Toen de avond vorderde, ging het eettempo steeds meer naar beneden – het drinktempo ging echter omhoog. Ik merkte wel dat iedereen er van doordrongen was dat dit voorlopig een van de laatste keren zou zijn dat de hele vriendengroep compleet bij elkaar zou zijn.Ik nam plaats langs Sandra, die voor zich uit staarde in een hoekje van de veranda. Toen ik haar op haar arm tikte, trok er een glimlach over haar gezicht. “Zal ik je glas nog een keer volschenken?” vroeg ik haar. Ze knikte. “Het zal de laatste keer zijn voorlopig dat de groep compleet is, denk ik.” Ik keek Sandra aan. “Ik merk dat dit besef bij iedereen wel aanwezig is, ja” gaf ik als antwoord. “Wat hebben ze plezier gehad hé” fluisterde ze. “En weet je, dat ze vooral zo goed voor Bryan zorgen. Ik vind dat zo uniek! Meestal laten jonge mensen zich niks gelegen liggen aan gehandicapten. Maar vanaf de eerste keer dat Bryan Mike heeft gezien, is Bryan helemaal weg van hem. En je kunt heel goed zien dat Mike het ook echt meent en het niet doet omdat hij denkt dat het zo moet of zo.”

We zwegen even, terwijl we keken hoe Bryan de volumeknop van de stereo had gevonden en een bekende housedeun over de veranda klonk. “Weet Bryan het al?” vroeg ik aan Sandra. Sandra knikte. “Ja. Vanmiddag heeft Mike het nog een keer aan Bryan uitgelegd. Terwijl ze plantjes aan het zetten waren, heeft Mike verteld dat hij met jou naar een ver land ging om centjes te gaan verdienen. Ik hoorde Bryan vragen waarvoor we die centjes nodig hadden. Mike’s gezicht zag ik vanuit de keuken even verstarren, maar toen zag ik dat er een glimlach op zijn gezicht doorbrak. “Om met die centjes elk voorjaar plantjes te kunnen kopen die we dan samen kunnen planten, net als vandaag: hoorde ik hem zeggen. En weet je: omdat we veel centjes kunnen verdienen, kom ik met jou straks in herfst, als het kouder wordt, nóg een keer langs en dan gaan we blaadjes harken, Goed?” Toen Mike plechtig beloofde dat ze dat dan met z’n tweeën zouden gaan doen, leek het alsof Bryan daar genoegen mee nam. Ik denk wel dat Bryan het nog niet helemaal begrijpt. Als hij het ooit zal kunnen overigens...” Ik legde mijn hand op Sandra’s onderarm. Het komt goed, dat weet ik zeker.” Sandra boog zich wat naar me toe. “Heb je al nagedacht over hoe je afscheid wilt gaan nemen?” Ik knikte. “Dat heb ik. En ik weet ook hoe we dat gaan doen.” Sandra keek me nieuwsgierig aan. “Heb je dat ook met Mike overlegd?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, dat heb ik nog niet. Ik ben vanmiddag naar de begraafplaats gereden waar mijn ouders liggen. Meestal krijg ik daar een soort van antwoord op vragen waar ik mee worstel. De vraag waarmee ik daar naartoe gereden ben, is niet beantwoord. Deze vraag wel. En het antwoord is juist, dat weet ik 100% zeker.”

Ik stond op. “Zullen we de vriendengroep even bij elkaar halen?”

Gesloten