Wat een klas XXI t/m XXX

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Pringles1
Berichten: 46
Lid geworden op: zo 17 jun 2018, 15:44
Vul het getal in: 123

Wat een klas XXI t/m XXX

Bericht door Pringles1 » do 01 okt 2020, 10:18

De volgende ochtend werd ik wakker omdat het dekbed van mijn lichaam werd getrokken. Ik schrok enorm en was aanvankelijk erg gedesoriënteerd. De schaterlach van Mike deed me echter beseffen dat er geen gevaar dreigde. Met een verwoestende blik slingerde ik mijn benen uit bed en stond ik op. “Nou zeg, je mag wel blij zijn dat je vriendje je uit bed komt halen als je je verslaapt voor een belangrijke afspraak” mokte Mike. Ik sloeg met mijn hand tegen mijn voorhoofd. Natuurlijk! Ik zou vandaag met Mike zijn nieuwe auto gaan halen! Ietwat bedremmeld keek ik Mike aan. “Natuurlijk. Beloofd. Stom. Hoe lang heb ik nog?” Mike keek, expres opzichtig, op zijn horloge, het exemplaar dat ik hem in New York cadeau had gedaan en waar Mike nog steeds bijzonder op gesteld was. “Nog precies 23 minuten. Inclusief 14 minuten rijden.”

Ik rende naar het bureau op mijn slaapkamer; op de bijbehorende stoel had ik mijn kleren gelegd. Ik prees mezelf om mijn hebbelijkheid om voor het slapen gaan, mijn kleding voor de volgende dag grijp klaar te leggen. Mike had me daar aanvankelijk regelmatig om uitgelachen, maar ik had begrepen dat hij ondertussen dezelfde hebbelijkheid had. In de badkamer gooide ik een paar handen ijskoud water over mijn gezicht en kleedde me toen aan. “Klaar!” riep ik naar Mike en rende hem vervolgens voorbij, richting trap. Mike proestte het uit en volgde me op de voet. Als twee uitgelaten hondjes waren we enkele minuten later op weg naar het autobedrijf van vader en zoon Van der Weijden.

“Zeg…” aarzelend sprak Mike het woord uit. “Zeg, heb je eigenlijk aan de betaling gedacht?” Mike keek wat ongerust opzij, terwijl hij handig drie langs elkaar fietsende meiden passeerde. Een flits van een seconde overwoog ik om Mike op stang te jagen door net te doen alsof ik van niets wist, maar ik vond dat ik dat in dit geval niet kom maken. Ik legde mijn hand op Mike’s knie en keek hem met een glimlach aan. “Ik heb het geld gisteravond nog telefonisch overgemaakt. Het staat dus al bij hen op de rekening.” Mike keek me gerustgesteld aan en gaf wat gas bij zo keurig op tijd het terrein van de familie van der Weijden op te rijden. Het viel me op dat Mike niet tegen het hek parkeerde, maar de auto bij de deur tot stilstand bracht.

Op het moment dat Mike de motor stopte, zwaaide de deur open en stapte zoon Koen naar buiten en kwam op ons afgestapt. Mike en Koen begroetten elkaar hartelijk; blijkbaar had hun relatie niet alleen een zakelijke kant. Ik kreeg ook een stevige hand van Koen die ons vervolgens met een joviaal armgebaar uitnodigde naar binnen te komen.

Mike’s nieuwe aanwinst stond midden in de loods. De auto was zorgvuldig gepoetst: hij glom als een spiegel. Aan Mike was duidelijk te zien dat hij in de zevende hemel verbleef. Gelukkig was Koen’s vader ook aanwezig: hij wenkte me vanuit de deurpost van het kantoor. Ik knikte en liep in zijn richting en liet de twee jongens achter bij Mike’s nieuwe aanwinst. In het kantoor accepteerde ik met graagte de aangeboden koffie; door het gejaag vanmorgen had ik geen mogelijkheid gezien om te ontbijten. De koffie was een stuk sterker dan ik gewend was, maar het was in ieder geval warm en de cafeïne deed me verder ontwaken.

“Ik heb gezien dat je het geld al hebt overgemaakt” zei Koen’s vader. Ik knikte. “Dat vind ik ook niet meer dan normaal. Boter bij de vis.” Koen’s vader knikte. “Zullen we de checklist samen even doorlopen? Ik vermoed dat die twee helemaal opgaan in alle toeters en bellen op die auto en totaal vergeten om de auto officieel af te nemen.” Ik schoot in de lach. “Ach, ze zullen er allebei nog aan moeten wennen, aan het zakendoen.” Met de checklist in de hand liepen we de loods in. En inderdaad: Mike zat achter het stuur, met Koen op de passagiersstoel, druk de mogelijkheden van de geluidsinstallatie te testen. Ik sloeg het tafereel glimlachend gade en genoot van de pure vreugde die werkelijk van Mike afspatte. Koen’s vader maande zijn zoon uit de auto te komen en Mike volgde zijn voorbeeld. Vlot liep Koen’s vader de checklist na. Alles wat op de checklist stond, was uitgevoerd en klopte. Met een theatraal gebaar overhandigde Koen de sleutels aan Mike, wiens gezicht straalde van oor tot oor.

Ik zag dat Mike stond te wiebelen op zijn voeten: aan de ene kant wilde hij niets liever dan met de auto de loods uit scheuren, maar aan de andere kant begreep hij heel goed dat hij dat nu niet kon maken. “Als jullie eens wat broodjes gingen halen bij oom Lowie” zei Koen’s vader opeens tegen de twee jongens. Ik keek de man vragend aan. “Ik heb vanmorgen eigenlijk niet ontbeten en ik lust nu eigenlijk wel wat. En ik denk dat jullie ook wel een broodje willen, is het niet?” Ik kon de man niet meer dan gelijk geven: omdat ik me vanmorgen eigenlijk verslapen had, was ontbijten er bij ingeschoten, dus ik omarmde het idee dankbaar.

Koen en Mike liepen naar een auto die verderop in de loods stond. “Waar gaan jullie naartoe?” riep ik hen na. Ze stopten en draaiden zich naar ons om. “Mike”, riep ik, “waarom neem je je nieuwe auto niet mee?” Mike twijfelde één seconde en kwam toen met een grote grijns op zijn gezicht onze kant weer opgelopen. Mike en Koen stapten in de auto en reden de door Koen’s vader geopende loods uit. “Koffie?” vroeg Koen’s vader. Ik knikte en liep de man achterna, zijn kantoor in.
“Hoe oud is Koen eigenlijk?” vroeg ik de man. “Hij is 19, maar hij gedraagt zich soms als een kind van 12. Mijn vrouw, zijn moeder, is vroeg gestorven. Koen en ik hebben het dus samen moeten rooien…” De man liet een stilte vallen. Ik twijfelde wat ik nu moest doen: moest ik hierop doorvragen of het onderwerp, dat de man zichtbaar beroerde, laten rusten? Gelukkig voor me, besliste de man zelf. “Koen heeft er eigenlijk nooit iets over gezegd. Mijn vrouw is verongelukt, weet u. Auto tegen de peiler van een viaduct en in brand gevlogen. Ze had net daarvoor getankt. Annebelle is geïdentificeerd door de tandarts. Ze was zo erg verminkt, dat iedereen ons heeft afgeraden om de kist nog te laten openen. Ik heb hem ook maar een keer zien huilen en dat was toen ik samen met hem voor het eerst bij de kist stond. Daarna heeft Koen nooit meer gehuild, of er over gesproken. Met niemand. Tot vier dagen geleden.”

Ik zag dat er tranen bij de man opwelden. Ik voelde me behoorlijk opgelaten: ik kende de man amper maar voelde me er wel erg bij op mijn gemak. Blijkbaar was het wederzijds, gezien het verhaal de man me nu aan het vertellen was. “Vier dagen geleden vertelde Koen me, terwijl we aan het avondeten zaten, dat hij met iemand over zijn moeder had gesproken.” Ik keek de man aan. “Het was met Mike, hé?” sprak ik zacht. De man, met vochtige ogen, knikte heftig. “Ja. Koen vertelde me dat je vriend hem helemaal op z’n gemak stelde en dat hij uit zichzelf begon te praten en dat Mike hem daarvoor de ruimte gaf en vooral een paar vragen stelde die hem aanmoedigden door te praten. Hij is blijkbaar bij Mike helemaal leeggelopen; Koen zat heel anders, veel rustiger, aan tafel dan al die maanden daarvoor. Ik ben zo blij dat Koen dus blijkbaar eindelijk iemand heeft gevonden waar hij zijn verhaal tegen wil doen en zijn gevoelens kan uiten. Ik heb het geprobeerd, maar ik had ook mijn eigen verdriet en we zijn allebei eigenlijk enorme binnenvetters. We hebben ons allebei op onze zaak gestort en daar ons verdriet in gesmoord.”

De stilte in het kantoor werd verstoord door het geluid van een snel naderbij komende auto. Koen’s vader stond op en gaf me een hand. “Bedankt.” Ik knikte en wist even niet wat ik zeggen moest. De man haalde een zakdoek uit een van de zakken in de stofjas en depte daarmee zijn ogen droog. Luid lachend en pratend kwam Mike en Koen het vertrek binnen, totaal onwetend over het gesprek wat ik zojuist had gevoerd. Koen zette een witte papieren zak midden op tafel en begon de inhoud op tafel uit te stallen. Mike overhandigde me twee broodjes. “Ik heb voor jou kip in terryaki-saus gepakt” zei hij tegen me. Koen had in de tussentijd een pak melk uit de koelkast gehaald en schonk de bekers in. “Nou pap, je had die meiden moeten zien kijken toen we stil voor het verkeerslicht stonden…” zei Koen tegen zijn vader. Er verscheen een glimlach op het gezicht van de man. “Ze keken ons aan met een jaloerse blik in hun ogen; je zag gewoon dat ze allemaal graag op mijn plek hadden willen zitten. Totdat die mafkees daar z’n move maakte…” Met een vies gezicht wees hij richting Mike, die net een flinke hap uit zijn broodje had gepakt. “Wat nou?” keek Mike gemaakt verbaast. “Het was toch ook heel irritant!” Koen schoot in de lach. “Het was wel effectief, daar heb je gelijk in.” Koen’s vader en ik keken elkaar verbaast aan: waar hadden die twee het over? “Leg je nog uit wat er zo grappig was of hoe zit het!” riep Koen’s vader met een vleugje ergernis in zijn stem.

Mike en Koen keken elkaar even aan. “Dzoe jij mauwr..” mompelde Mike met een volle mond. Koen grinnikte. “Nou, ze keken me bijna de auto uit. Opeens boog Mike van achter het stuur naar mij toe en zoende me op plat mijn mond. Je had die grieten moeten horen gillen!” Ik keek naar Mike, maar die at rustig zijn broodje op. “Ja wat? Die mutsen werkten zó op mijn zenuwen…” Ik had even angst dat Koen dit niet goed zou oppakken, maar het lachende gezicht van de jongen bewees het tegendeel. Na een kwartiertje was de zak leeg en stonden we op om te gaan. Mike en Koen gingen voorop en stoeiden zich een weg naar de deur. Blijkbaar was er in de afgelopen dagen een mooie vriendschap ontstaan tussen de twee. Bij de deur gaf ik Koen’s vader een gemeende, stevige handdruk en klopte de man op zijn schouders. “Kom nog een keertje koffie drinken, al je wilt” fluisterde de man naar me. Ik voelde gewoon de emotie die de man in zich had en beloofde snel langs te komen. Ik gaf Koen een vriendschappelijke klap op zijn rug en bedankte hem voor zijn zorgen. “Graag gedaan!” antwoordde Koen met een stralend gezicht.

Opeens liep Koen naar Mike en pakte hem bij zijn schouders beet. Plots gaf Koen Mike een zoen op zijn voorhoofd. “Sorry, geen homo, maar ik mag je wel. Tot snel, hoop ik…” Mike reed, uiteraard met de hand op de claxon, als eerste weg van de werkplaats van de twee zwaar getroffen mensen. Ik hield het bescheiden: een keer toeteren vond ik voldoende.
Ik volgde Mike, maar had aanvankelijk geen flauw idee waar hij heen reed. Ik vermoedde dat hij nog een rondje door de stad wilde maken, maar als snel bleek dat Mike koers zette naar zijn ouderlijk huis. Mike reed zijn auto soepel de oprit op en stopte bij de voordeur. Ik zette de leenauto in het parkeervak op de straat voor het huis. Mike diepte de voordeursleutel op uit zijn broekzak en opende de deur. “Pap, mam, ik ben thuis!” Door het gebrande glas in de deur die de gang van de woonkamer scheidde zagen we twee gestalten in de bank zitten. Mike opende de deur en liep de woonkamer binnen. “Pap, mam, ik heb ‘m!” Mike straalde van oor tot oor. Ik zag aan de gezichten van zijn ouders dat ze nog steeds erg twijfelden wat ze er van moesten vinden: aan de ene kant gunden ze hun zoon het allerbeste, aan de andere kant vonden ze het overdreven dat een knul van 19 in zo’n auto zou rijden. Mike’s vader stond op. “Kom jongen, laat je ouwe maar eens zien wat die auto kan.” Glunderend liep Mike met zijn vader naar buiten en enkele ogenblikken later hoorde ik het karakteristieke motorgeluid langzaam vervagen.

“Wil je wat drinken? Kop koffie?” Ik aanvaardde het aanbod graag en ging in de bank zitten. Een minuut later stond Mike’s moeder met twee koppen koffie voor mijn neus. Ik pakte een kop over en nam een slok. Mike’s moeder weigerde een Senseo of andere koffiezetter te gebruiken. ‘Ik heb altijd een gewone koffiezetter gebruikt en nooit klachten gehoord’ was haar plausibele verklaring. We kletsten gezellig met elkaar; aanvankelijk was Mike’s moeder degene die met Mike’s coming out het meeste moeite had gehad, maar gelukkig was er intussen wederzijds respect ontstaan.

“Heb je het de afgelopen dagen misschien met Mike over zijn school gehad?” Ik trok mijn wenkbrauwen op. “Nou nee, eigenlijk niet. Waarom?” Mike’s moeder ging verzitten. “Mike vertelde gisteren dat hij het op het ROC wel heeft gezien en van school af wil gaan.” Ik zette mijn beker terug op de tafel. “Heeft hij ook verteld waarom?” Mike’s moeder schudde haar hoofd. “Nee. Natuurlijk hebben we het gevraagd, maar er kwam niet echt een antwoord. En om eerlijk te zijn: we zijn bang dat hij zijn school laat voor wat het is, omdat hij, sorry dat ik het zeg, met jou als vriend denkt toch alles te krijgen wat –ie wil.”
Ik slikte. “Nou mevrouw, ik ben stapelgek op Mike. En ja, als hij iets wil, kan hij het hebben. Maar volgens mij ben ik altijd heel erg duidelijk geweest: hij moet hard werken op school en op zijn werk. En volgens mij doet hij dat ook. Ik snap dat jullie er zo over denken, maar ik geloof het niet. Ik zou het in ieder geval heel erg vinden als Mike inderdaad mij als lopende geldautomaat zou zien. Sterker nog, als het zo zou zijn, is het met onze vriendschap heel snel afgelopen. Ik zal het er snel met Mike over hebben. Maar laat ik duidelijk zijn: stoppen met school vanwege ‘geen zin’ is voor mij niet acceptabel. Dan kan –ie ook direct de sleutels inleveren.”

Mijn duidelijk antwoord bracht Mike’s moeder zichtbaar wat van haar stuk. “Nou ja, Mike heeft het alleen maar over wat je allemaal in huis hebt staan en wat je allemaal voor hem doet. Misschien dat we het wat te gekleurd hebben gezien. Ik ben er nu van overtuigd dat jij een goede invloed op hem hebt. Ik ga er vanuit dat je inderdaad met Mike gaat praten en hem van domme dingen afhoudt.” We hoorden het motorgeronk weer op de oprit. “Zullen we even gaan kijken?” Ik knikte en volgde Mike’s moeder naar de deur. Tot ons beider verbazing was het niet Mike, maar zijn vader die van achter het stuur uit kwam. Ik schoot in de lach: in Frits’ ogen was duidelijk te zien dat hij had genoten van de rit. Met een theatraal gebaar overhandigde Frits de autosleutels aan zijn zoon. “Je hebt een prachtige auto voor hem gekocht. Complimenten” zei Mike’s vader tegen me in het voorbijgaan.

Mike treuzelde bij de voordeur. “Ik moet vanavond met mijn ouders naar een verjaardag en morgen ook. Vind je dat erg?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, dat hebben we toch afgesproken? Veel plezier en ik zie je komende week.” Er brak een flauw glimlachje bij Mike door. “Geniet er nou eens van man! Hij is voor jou en je hebt ‘m verdient!” Ik zoende Mike en liep vervolgens naar mijn leenauto. Met een kitscherig handkusje nam Mike van voor de voordeur afscheid. Het was een grappig gezicht: zo’n stevige, mooie knul die zich aan zo’n gebaar waagde. Ik reed terug naar huis en ging met een glas wijn lekker op de bank zitten. De woorden van Mike’s moeder galmden nog door mijn hoofd. Mike had de laatste weken weinig of niets over zijn school gezegd, dat klopte. Ik probeerde aanwijzingen in Mike’s gedrag van de afgelopen weken te vinden, die het verhaal van de moeder van Mike zouden staven. Ondanks dat ik mijn hersenen pijnigde, kon ik ze niet vinden. Het zou toch niet waar zijn? Tot Mike het tegendeel naar me zou bevestigen, ging ik er maar vanuit dat Mike’s ouders afkeer van zijn auto hun tot die conclusie had gebracht.

Ik belde Sandra en vroeg of ze die avond bij mij wilde eten. “Nou, waarom kom je niet deze kant op? Ik had Yannick en Bryan beloofd dat we vanavond zouden gourmetten. Vijf minuten geleden belde Yannick op die vroeg of Yuri vanavond mocht mee-eten, dus jij kan er ook nog wel bij. Ik ga dadelijk boodschappen doen. Zullen we afspreken rond zeven uur?” Ik wilde aanbieden om de boodschappen te gaan doen, maar Sandra gaf me daar geen kans voor. Ik dronk mijn glas leeg en zette het in de vaatwasser. Ik ruimde de kranten op en liep naar boven om een lekkere douche te nemen.

Na mijn douche zag ik dat mijn communicator, die ik op mijn bed had gegooid, knipperde ten teken dat er een sms-bericht was gekomen. Nieuwsgierig liep ik er naartoe, terwijl ik met een handdoek mijn haren droogde. “We zijn op weg, in mijn auto! Echt super bedankt en tot gauw. Mooi leven!!! Xxx M.” Ik begon met een antwoord, maar wistte het na wat twijfels: ik vond het onzin om nu te gaan linken naar mijn gesprek van die middag en beperkte me tot het wensen van een fijne dag. Met een zucht liep ik naar de dressroom en pakte wat kleren uit de kast.

Klokslag zeven uur stond ik bij Sandra voor de deur. De voordeur stond op een kier, dus ik liet mezelf binnen en klopte op de deur voordat ik de woonkamer betrad. Ondanks dat Sandra had laten doorschemeren dat ik niets mee hoefde te nemen, was ik toch even naar de vis-specialist gereden en had een flinke doos gamba’s en een heel groot stuk zalmfilet gepakt. Gemaakt boos nam Sandra de tas van me over en liep haar keukentje in. Tot mijn grote vreugde was Björn ook van de partij. “Hey coach!” riep hij met een verbaast gezicht naar me toe en stak zijn glas Spa omhoog als begroeting. Ik ging naast Björn zitten en Björn vertelde me wat hij de afgelopen weken had gedaan. Ik hoorde dat Simon, een van de door mij aangenomen in het magazijn, Björn een jaarcontract had gegeven en hem daarna langs P&O had gestuurd om over een opleiding na te denken. “Ik wil graag mijn toekomst bij uw bedrijf opbouwen” verzekerde de jongen me. “Ons bedrijf, Björn, ons bedrijf” verbeterde ik hem. Björn knikte met een glunderend gezicht. Ik genoot er van dat Björn de kans die hij kreeg, met beide handen had aangepakt en baalde er ergens van dat ik hem de laatste weken eigenlijk niet gezien of gesproken had. Toch was Björn zichtbaar blij me te zien en dat deed me goed.

Yannick en Bryan hadden intussen de tafels in de kleine woonkamer bij elkaar gezet en volgestapelt met allerlei lekkernijen. Bryan imiteerde de bekende kreet van de kok van het kookprogramma van Omroep Brabant: ‘aan taaaafeeeell!!’ en iedereen nam hongerig plaats. Gourmetten was niet precies mijn ding: ik was zo gezellig aan het praten met de andere tafelgasten dat ik twee keer iets liet aanbranden, wat tot grote hilariteit leidde. De sfeer aan tafel was erg gezellig en werd helemaal super toen Yuri Mike belde. Uiteraard zette Yuri zijn telefoon op de speaker, zodat iedereen Mike’s “Met Mike” kon horen, om direct daarna in gejuich en gejoel uit te barsten. Ik merkte aan Mike’s stem dat hij er van baalde niet bij ons aan tafel te zitten, maar ik wist dat Mike het belangrijk vond het kleine beetje familie dat hij nog had, in ere te houden. Zeker zijn ouders stelden dat erg op prijs.

Rond half een stond ik op om naar huis te gaan. “Kan ik misschien van jou een lift krijgen?” vroeg Björn. “Ja natuurlijk, geen probleem” gaf ik de jongen als antwoord. Björn bedankte Sandra voor de uitnodiging, trok zijn jas aan en liep achter me aan de gang in. Björn nam zwijgend langs me plaats en keek strak naar buiten. Ik reed de auto uit het parkeervak voor Sandra’s huis en ging vervolgens op weg naar de straat waar ik Björn ooit had afgezet. “Is er iets?” vroeg ik Björn toen minutenlang bleef volharden in zijn stilte. “Nee, niks. Ik ben gewoon moe.” Ik wist gewoon dat Björn’s antwoord niet overeenkomstig de waarheid was, maar ik had van Mike geleerd dat het meestal niet verstandig was om bij een puber aan te dringen: dat had in de meeste gevallen het tegenovergestelde effect.

Op een paar korte aanwijzingen na van Björn, bleef het stil in de auto tijdens de rit door de donkere straten. Vragen brandden aan de binnenkant van mijn mond, maar ik had besloten ze niet te stellen: als Björn wilde praten, zou hij er zelf wel mee komen. Na een rit van ongeveer 20 minuten stonden we bij Björn voor de deur. “Slaap lekker Björn en ik vond het leuk om weer eens met je te praten.” Björn knikte alleen maar en stapte, zonder iets te zeggen, uit de auto. Hij sloot het portier voorzichtig en liep, zonder om te kijken, naar de voordeur. Omdat de deur blijkbaar wat klemde, duwde Björn de deur met zijn knie open en ging, wederom zonder nog om zich heen te kijken, naar binnen. Enkele seconden later doofde het licht in de gang. Ik zuchtte; ik wist even niet wat te doen en besloot daarom mijn gevoel te volgen: niets doen. Ik reed naar huis en ging slapen; ik vond de autorit met Björn een anticlimax van een leuke avond.

De zondagochtend werd ik rond zeven uur wakker. Ik nam een douche en trok een badjas aan: ik had weinig zin om mezelf helemaal aan te kleden en bovendien: waarom zou ik: ik had toch geen afspraken staan en Mike zou pas ’s avonds terug zijn. Ik begon met koffie en het lezen van de kranten waar ik de dag ervoor niet aan toe gekomen was. Ik zette de vloerverwarming wat hoger: de herfst was in Nederland ingetreden en dat was goed te merken aan de temperatuur buiten. Met verse mok koffie kroop ik op de bank en sloeg het eerste katern open. Ik ging zo op in het lezen dat ik pas het kuchen goed hoorde nadat dit zeker een keer herhaald was. Ik keek verrast op uit mijn krant en zag dat Björn in de deuropening stond. Ik verbaasde me heel even hoe Björn in huis had kunnen komen, maar realiseerde me dat ik Björn de plek had aangewezen waar de sleutel van de garagedeur buiten hing. Blijkbaar had hij dat goed onthouden en zichzelf binnen gelaten. Ik legde de krant weg en keek Björn onderzoekend aan. “Koffie?” Wat afwachtend accepteerde Björn het aanbod. “Ga zitten jongen; kies maar wat uit. En trouwens sorry dat ik er zo bijloop; ik had geen bezoek verwacht en al helemaal niet op dit tijdstip.”

Ik liep Björn voorbij en ging richting keuken. Björn droeg een gele sweater en een zwarte, glimmende trainingsbroek boven witte sportschoenen. Ik maakte snel een kop koffie voor hem en liep vervolgens terug naar de kamer. Björn zat onderuitgezakt in de bank. Ik overhandigde hem de kop koffie en besloot mijn beproefde tactiek toe te passen: niets zeggen tot de ander begint te praten, hoe lang het ook duurt. Ik ging tegenover Björn zitten en wachtte af. Björn nam een slok van zijn koffie en zette toen de beker op de salontafel. “Allereerst wil ik mijn excuses maken voor mijn gedrag gisteren in de auto. Ik had me zo niet mogen gedragen tegenover jou, zeker niet na wat je allemaal voor me gedaan hebt.” Ik nam een slok koffie en keek Björn onderzoekend aan. “Om eerlijk te zijn, ik vond je gedrag gisteren inderdaad niet respectvol. Alleen heb ik geleerd dat je bij jonge mensen nooit moet gaan hengelen naar het waarom. Vandaar dat ik er gisteren niets van gezegd hebt. Maar excuses aanvaard, tenminste als je iets aan de oorzaak van je gedrag hebt gedaan.”

Björn keek me hulpeloos aan. Met wat slikken lukte het Björn zijn verhaal te gaan doen. “Gisteren ging ik voor mijn moeder boodschappen doen. Ik kon een bepaalde pak vla niet vinden in het zuivelschap, dus lette ik niet op. Ineens werd ik in mijn billen geknepen. Ik draaide me om en keek vervolgens recht in de ogen van de man die me misbruikt heeft. Hij glimlachte naar me en fluisterde “dag mooie Björn. Je bent nog mooier geworden dan je al was.” Van schrik heb ik het pak vla uit mijn handen laten vallen en ben de winkel uitgerend. Ik ben in een ruk naar huis gesprint. Ik ben thuis meteen naar boven gegaan en heb op mijn bed gehuild. Ik ben zo bang…”

Ik floot tussen mijn tanden, onder de indruk van Björn’s relaas. “Björn, ik ben blij dat je me in vertrouwen hebt genomen. Kun je me vertellen waar ik je mee zou kunnen helpen?” Björn schudde zijn hoofd. “Ik weet het niet. Ik wil alleen niet meer dat die eikel aan me komt. Ik wil die man nooit meer zien. Nooit meer!” Björn was wederom in huilen uitgebarsten en ik keek besluiteloos toe. Uit de keuken haalde ik een glas water en zette dat voor zijn neus op de tafel. Met een bevende hand pakte hij het glas van de tafel en probeerde te drinken; zijn emoties zorgden ervoor dat een behoorlijk deel van het water niet in zijn mond, maar op de grond belandde. Ik was er van overtuigd dat ik iets moest doen, maar wist niet direct wat. “Heb je dit al aan je moeder verteld?” vroeg ik hem. Björn schudde zijn hoofd. “Nee, ik durf dat niet. Ze heeft al zo veel aan haar hoofd.”

“Toch vind ik dat je moeder recht heeft te weten waarom haar zoon ongelukkig is. Geloof je bovendien zelf dat ze niet iets in de gaten heeft? Zal ik haar bellen?” Björn richtte zijn hoofd op uit zijn handen en keek me met betraande ogen aan. “Laat maar, ik moet het zelf oplossen..” kwam er, niet bepaald overtuigend uit zijn mond. Ik schudde mijn hoofd. “Nee Björn, dat moet je niet. Soms moet je andere mensen de gelegenheid geven je te helpen. En ik denk dat deze situatie veel te ernstig is om het je alleen op te laten lossen. Zal ik ze bellen?”

Na een aarzeling haalde Björn zijn mobiele telefoon uit zijn broekzak en overhandigde me zijn toestel. Ik scrolde door de contactenlijst en stopte bij “ma”. Ik drukte op de groene knop en wachtte tot de telefoon over ging. Na een viertal keren hoorde ik een stem aan de andere kant van de lijn: “met Jacqueline Gevers”. Ik noemde mijn naam en vertelde dat Björn bij me zat en dat we graag met haar wilde praten. “Heeft Björn weer iets uitgehaald? Nee toch hoop ik?” Ik stelde haar gerust, maar herhaalde dat we met haar wilde praten. Ik sprak met haar af dat we direct in de auto zouden stappen en over ongeveer een half uur bij haar zouden zijn. Ik beëindigde het gesprek en gaf de mobiele telefoon terug aan Björn. “Kom jongen. Tijd voor de eerste stap.” Duidelijk niet zijn gemak stond Björn op en keek me aan. “Luister Björn, als ik zeker wist dat je het goed zou oppakken, had ik je nu een stevige knuffel gegeven. Omdat ik daar niet zeker van ben, laat ik ‘m achterwege. Besef wel dat ik achter je sta.” Er brak een flauwe glimlach op het rode gezicht van Björn door.

Na een snelle rit zaten we, nadat ik me had voorgesteld, bij Björn thuis op de bank. Het was me opgevallen dat Björn langs me was gaan zitten en niet in een van de andere stoelen die rondom de ovalen, glazen tafel stonden in de verder schaars aangeklede woonkamer. Er hing alleen een schilderij van het Jesus-beeld in Rio de Janeiro aan de muur; een duidelijke verwijzing naar Björn’s vaders roots. Ik vertelde haar hoe ik Björn had leren kennen en dat ik op de hoogte was van zijn misbruik. Met horten en stoten vertelde Björn vervolgens wat hem in de supermarkt overkomen was. “Maar jongen toch…” met een bedroefde toon in haar stem was Björn’s moeder opgestaan en had haar zoon stevig in haar armen genomen. Ze bleven minutenlang roerloos, dicht tegen elkaar, staan. Ik realiseerde me dat Björn’s familie de afgelopen jaren al behoorlijk wat te incasseren had gehad en bewonderde de innige band die moeder en zoon duidelijk hadden.

Het was Björn die de omhelzing stopte. “Mam, ik denk dat hij wel een kop koffie lust.” Björn’s moeder keek me aan, maar ik had geen zin in koffie en sloeg af. “Iets anders drinken dan?” Ook daarvoor bedankte ik; ik had geen dorst. “Ik denk dat je op zich weinig juridische mogelijkheden hebt om die man aan te pakken”, vertelde ik. “Bovendien is het wachten op de volgende keer dat hij je lastig valt. Zoals je het vertelde, denk ik dat hij vooral uit was om je te laten schrikken, om zijn macht over je te testen.” Björn keek me aan. “Wat moet ik dan doen? Hem in elkaar slaan?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, want dat brengt je van de regen in de drup. Bovendien is Simon dan een van zijn beste mensen kwijt.” Björn glimlachte verlegen vanwege mijn compliment. “De sleutel om voorgoed van hem af te zijn, ligt volgens mij in het doorbreken van de macht die hij, ook nu nog, over je denkt te hebben. Als hij in de gaten krijgt dat hij geen macht meer over je heeft, wordt je voor hem oninteressant en zal hij je waarschijnlijk met rust laten. En als hij dat niet doet, is er wel alle reden om hem juridisch aan te pakken en zijn veroordeling zal dan zeker niet in zijn voordeel werken.”

“Ik heb een idee” zei Björn. “Ik ga bij hem langs en bel aan. En ik ga hem vertellen wat ik van hem vindt en dat ik niet bang van hem ben.” Björn’s moeder zuchtte. “Zou je dat wel doen? Misschien is hij wel gewapend ofzo.” Björn schudde zijn hoofd. “Nee, het is eigenlijk een hele zielige figuur. Hij heeft in de supermarkt ongetwijfeld gewacht totdat er niemand in de buurt zou zijn. Het is tijd dat ik hem de waarheid zeg.” Björn keek mij aan. “Zou jij met me mee willen gaan en in de auto op me wachten?” Ik knikte. “Als jij er klaar voor bent rij ik met alle liefde en plezier Björn!” Ik stond op en volgde Björn naar de voordeur. “Let je goed op hem. Hij is het enige waar ik nog voor leef” fluisterde Björn’s moeder me toe net voor we het huis verlieten.

Björn gidste me door een buitenwijk van de stad waar ik niet echt de weg kende. “Stop hier maar, hier zou het moeten zijn.” Ik bracht de auto aan de trottoirband tot stilstand en zette de motor af. Enkele minuten keken we zwijgend naar het huis waar Björn’s verkrachter zou moeten wonen. Op een gegeven moment zwaaide de voordeur open en stapte een man van rond de 50 naar buiten. Hij was gekleed in een eenvoudig pak en maakte aanstalten om naar het trottoir te lopen. Ik kreeg niet meer de kans om Björn nog moed in te spreken: Björn gooide het portier aan zijn kant open en stapte uit de auto. Met grote passen liep hij op de man af. Aan zijn schrikreactie was duidelijk te zien dat dit de man was die Björn letterlijk en figuurlijk zoveel pijn had bezorgd, louter en alleen voor zijn eigen plezier. Door voor hem te gaan staan, belette Björn de man hem te ontlopen, iets wat hij duidelijk van plan was. Ik kon niet horen wat Björn de man toevoegde, maar ik kon aan het gezicht van de man zien dat zijn spelletje met Björn voorgoed voorbij was. Björn gaf de man aan het einde van zijn monoloog een zet met twee armen, waardoor de man enkele passen achteruit moest zetten om niet te vallen. Björn draaide zich om en liep terug naar mijn auto, zonder de man nog een blik waardig te gunnen.

Björn stapte in door het portier dat nog open stond en sloot het toen. Ik zag de man haastig terug zijn huis in lopen en de deur zorgvuldig sluiten. Björn keek me aan en sloeg vervolgens zijn armen om me heen. Ik wist even niet wat te doen, maar beantwoordde Björn’s knuffel nadat ik merkte dat het louter Björn’s bedoeling was me te bedanken voor mijn hulp. Ik reed Björn terug naar zijn huis; het humeur van Björn was zichtbaar opgeknapt nu hij de man de hem jarenlang in zijn greep had gehad, de waarheid had gezegd en de denkbeeldige band tussen hen, voorgoed had verbroken. Ik zette Björn thuis af; hij nodigde me uit om mee naar binnen te gaan, maar ik sloeg de uitnodiging af. Het leek me namelijk beter als Björn en zijn moeder de gebeurtenissen samen zouden verwerken; ik was er van overtuigd dat het de sterke band tussen hen tweeën, nog sterker zou maken. “Ik maak het nog met je goed, erewoord” sprak Björn. “Is allang goed Björn, is allang goed. Ik ben trots op je en je vader ook, dat weet ik zeker.” Er brak een glimlach door op Björn’s gezicht. Daarna liep hij, zwaaiend, naar de voordeur.

Laat die middag belde Mike me, terwijl ik in bad lag. “Hoe is het?” vroeg hij me. Ik vertelde hem wat Björn had meegemaakt en wat voor acties we hadden ondernomen. “Wow…” klonk het aan de andere kant van de lijn toen ik mijn verhaal beëindigde. Ik vroeg Mike hoe hij het maakte. “Eigenlijk wel heel goed. Alleen iedereen zit aan mijn kop te zeuren wanneer ik jou een keertje meebreng. Sommige hebben je gezien bij oma’s begrafenis, maar toen was het nog geheim dus die hebben er toen ook niet op gelet. Ik ben dus bang dat je er binnenkort aan zult moeten geloven!” Ik ging wat verliggen en het geklots van het water kwam ook bij Mike door. “Wat ben je aan het doen? Je ligt in bad hé?” Ik kon niet anders dan zijn vermoeden bevestigen. “Jammer dat ik er niet bij ben, ik had je graag beloond voor je hulp aan Björn vanmiddag”, hoorde ik vanuit Friesland. Ik schoot in de lach. “Hou ik dat gewoon te goed. Trouwens, hoe doet de auto het?” Ik voelde Mike gewoon door de telefoon stralen. “Nou, ik heb al met drie neefjes een rondje gereden en iedereen vind het een geweldige kar. Behalve mijn ouders, geloof ik. Hoewel, mijn vader is volgens mijn stiekem wel trots op je cadeau. Mijn moeder is alleen maar bezig om het allemaal te relativeren… zo noem je dat toch?” Ik knikte en wist gewoon dat Mike dat aanvoelde, ook al was hij zo ver van me vandaan. Ik wenste hem een veilige terugreis. “Als je het niet erg vind, kom ik vanavond niet meer langs. Ik moet morgen al vroeg op, ik heb mijn eerste bouwvergadering en die wil ik graag goed voorbereiden.” Uiteraard had ik daar geen bezwaar tegen; ik vond het geweldig dat Mike blijkbaar steeds belangrijkere klussen kreeg, ook al was hij officieel nog maar in opleiding.

De weken daarna verliepen chaotisch, in die zin dat ik het erg druk had met wat we op de zaak noemden de ‘eindejaarsrally’: iedereen wilde op het laatst van het jaar nog van alles bestellen en daar kwamen de toch al drukke weken in de aanloop naar Kerst en Oud & Nieuw nog bovenop. Gelukkig was ik nu niet de enige met agendaproblemen: Mike’s baas had Mike aangeboden om met hem mee te gaan lopen, zodat hij meer inzicht kreeg in het reilen en zeilen in de bouwwereld. Mike had deze buitenkans met beide handen aangegrepen, alleen zich niet realiserend dat dit meelopen vooral buiten werktijd plaatsvond in de vorm van allerlei meetings en vergaderingen. We spraken elkaar dus wekenlang eigenlijk alleen via de telefoon en de sms. Ik merkte aan mezelf dat dit langs elkaar heen leven me steeds meer tegen ging staan: ik wilde Mike vaker zien dan nu, hem kunnen aanraken, voelen, ruiken… Op een middag kwam Sandra de agenda voor de volgende week met me doornemen. Ik zat achter mijn bureau, maar was met mijn gedachten duidelijk niet bij de afsprakenlijst die Sandra oplas. Gelukkig had zij ook al snel in de gaten dat ik er niet bij was en klapte de map dicht. “Het is Mike hé?” vroeg ze me. Ik zuchtte diep. “Ja dus. Ik dacht het al; ook Yuri en Yannick heb ik de afgelopen week horen klagen dat ze jou en Mike eigenlijk niet meer zagen.” Hulpeloos gooide ik mijn handen in de lucht. “Ja, wat kan ik er aan doen? Mijn agenda zit propvol met allerlei afspraken en Mike is met zijn extra opleiding bezig. Maar om eerlijk te zijn: ik baal er enorm van. We spreken elkaar alleen nog maar via de sms of via de telefoon. Dan wensen we elkaar welterusten en vallen daarna allebei doodmoe in slaap.”

Sandra knikte. “En wat ga je er aan doen?” Ik keek Sandra hulpeloos aan. “Ik heb al van alles bedacht, maar ik kan hier nu niet weg en ik wil niet dat Mike de unieke kans die hij nu krijgt, weggooit.” Sandra knikte. “Waarom gaan jullie dan niet samenwonen?” Ik keek mijn secretaresse sprakeloos aan; ik had allerlei scenario’s bedacht, maar deze nog niet. “Als Mike vrij is, is hij liever bij jou dan thuis. En zo zie je elkaar in ieder geval nog elke dag even als je naar bed gaat. Dan haalt misschien de druk van de ketel.” Ik vond de suggestie van Sandra in eerste instantie belachelijk, maar toen ik er, met een glas water staand voor mijn kantoorraam, verder over nadacht, vielen alle bezwaren een voor een weg. Mike had echter nooit een toespeling op samenwonen gemaakt, dus ik wist niet hoe hij hierop zou reageren. Ook de reactie van zijn ouders kon ik niet inschatten.

Ik besloot direct actie te ondernemen en sprak Mike’s voicemail in dat ik graag met hem ergens wat wilde gaan eten. Een uurtje later belde Mike me terug. “Waar gaan we eten? Wel een goed idee trouwens, kunnen we wat bijkletsen!” Ik vertelde Mike niet dat ik het idee van Sandra met hem wilde bespreken; ik vond het niet gepast nu al een bepaalde sfeer over het etentje te laten vallen. We spraken om 8 uur af bij een restaurant waar Mike met zijn baas onlangs was geweest. Klokslag 8 uur was ik er en Mike zat al, met een glas appelsap voor hem, aan een tafel bij het raam. Mike stak zijn hand uit toen ik bij het tafeltje aankwam en ik, met mijn stomme kop, accepteerde de hand. “Mike van Weem, aangenaam. En u bent?” Enigszins geërgerd doordat ik in Mike’s grap was getrapt, gaf ik hem een tik tegen zijn wang en ging toen zitten. Mike vertelde honderduit over de dingen die hij de afgelopen tijd had geleerd; het metselen kwam steeds meer op de achtergrond te staan, merkte ik aan Mike’s verhaal. Mike vertelde dat zijn baas hem volgende maand een ander project zelf wilde laten doen; uiteraard onder zijn supervisie maar Mike zou de feitelijke leiding op de bouwplaats gaan krijgen. Ik was werkelijk blij voor hem: ik vond het geweldig om de ontwikkeling van Mike van een schuchtere naar een zelfbewuste jongen te mogen meemaken.

Nadat het eten was gebracht, vroeg ik Mike wat hij van de huidige situatie van ‘ons’ vond. Ik zag Mike schrikken: wat was dit? Ik stelde Mike gerust: mijn liefde voor hem was onveranderd en rotsvast, ik wilde alleen een oplossing voor het feit dat we elkaar zo weinig zagen. Mike knikte, terwijl hij een stuk vlees in twee delen sneed. “Ik heb vanmiddag Yuri aan de telefoon gehad. Die vertelde me ook dat hij er erg van baalde dat we elkaar nog maar zo weinig zagen. Maar weet je, ik leer nu zo veel! Ik wil die kans niet voorbij laten gaan, maar vind het wel erg vervelend dat we elkaar zo weinig zien. Ik zou willen dat we vaker bij elkaar konden zijn.”

Dit leek me de uitgelezen mogelijkheid om Mike van Sandra’s idee op de hoogte te brengen en te zien hoe hij daarop zou reageren. Ik legde mijn handen op die van Mike en keek hem aan. Mike’s blik veranderde van verrast in nieuwsgierig. “Mike, ik baal nog veel meer dan jij van het feit dat we elkaar zo weinig zien. Aan de andere kant willen we allebei lekker doen waar we mee bezig zijn wat werk betreft. Sandra, ere wie ere toe komt, had een idee dat ik je heel graag wil voorleggen, vooral omdat ik aan mezelf merk dat ik jou heel regelmatig in het echt moet zien, horen, ruiken, omdat ik me anders ronduit klote ga voelen.” Mike keek me met grote ogen aan. “Mike, wat zou je er van vinden als je bij mij kwam wonen?” Mike keek me met een verraste blik aan. “Meen je dat echt? Ik bij jou…” Ik knikte heftig. “Ik zou niets liever willen Mike!” Mike boog voorover en gaf me een zoen. “Ik zou niet liever willen!” Mike’s antwoord deed mijn hart een slag overslaan leek het wel. Ik was enorm gelukkig met Mike’s antwoord; we beseften allebei terdege dat dit niet alleen een praktische keuze was, maar vooral ook een bezegeling van onze liefde voor elkaar. Mike stak zijn glas appelsap in de hoogte en ik volgde zijn voorbeeld met mijn glas wijn. “Op ons!” riep Mike. “Op ons!” antwoordde ik.

We kletsten opgelucht verder en genoten van de maaltijd en elkaars gezelschap. Rond tien uur besloten we allebei naar huis te gaan; Mike nam zich voor de volgende avond ons plan met zijn ouders te bespreken. “Ik denk dat ik het ze wel uitgelegd krijg” zei Mike, toen we afscheid namen in de parkeergarage iets verderop. Ik gaf Mike nog een afscheidskus en liep toen naar mijn auto. Morgen zou de Audi worden afgeleverd en kon ik de leenauto teruggeven. Twee dingen om naar uit te kijken! Ik sliep die nacht als een roos.

Ik besloot Mike niet te bellen; als hij met zijn ouders had gesproken zou hij zeker met mij contact opnemen. En gelukkig, twee dagen na mijn voorstel belde Mike. “Ik heb met mijn ouders gesproken en hen verteld dat we het plan hadden om samen te gaan wonen. In het begin waren ze er helemaal niet blij mee. Vooral mijn moeder had grote moeite met het idee dat ik het huis uit zou gaan en dat ze met z’n tweeën achter zouden blijven. Pa zag het gelukkig wat meer neutraal en hij begreep dat ik toe was aan een volgende stap in mijn leven. Om een lang verhaal kort te maken: ze gaan akkoord, dus we kunnen gaan samenwonen!”

We spraken af om die avond samen te gaan zitten en eens uit te zoeken wat voor consequenties ons idee eigenlijk had; het was allemaal super aantrekkelijk maar er zouden ongetwijfeld allerlei juridische en fiscale gevolgen zijn. En bovendien moesten we nog iets praktisch als het verhuizen van Mike’s spullen organiseren. Met een goed gevoel beëindigde ik het gesprek en drukte op de interne lijn om Sandra te vragen langs te komen om haar te bedanken voor haar helder moment. Enkele minuten later liep Sandra met een benieuwde blik mijn kantoor binnen. “Doe de deur even dicht als je wilt” vroeg ik haar, terwijl ik me omdraaide van mijn favoriete plek bij het raam. Nadat ze de deur gesloten had, nam ze plaats in een van de stoelen aan mijn bureau en keek me, nog steeds, vragend aan.

“Sandra”, begon ik, “ik wil de bedanken voor de tip die je me onlangs gegeven hebt.” Sandra keek me niet begrijpend aan. “Hoezo? Welke tip bedoel je? Ik geef er zo veel…” Van Sandra’s laatste opmerking schoot ik in de lach, ook al besefte ik heel goed dat er een grote kern van waarheid in die opmerking zat. “Nou, ik heb met Mike gesproken en hij weer met zijn ouders, maar de kogel is door de kerk. We gaan samenwonen.” De verbaasde blik op Sandra’s gezicht veranderde ineens in een blije. “Geweldig! Ik ben blij voor jullie.” Ik knikte heftig. “Ik ook. Maar ik wil…” Sandra viel me in de rede. “Laat me raden: je wilt het niet zomaar voorbij laten gaan en wilt mijn ideeën horen hoe je dit een mooi en feestelijk tintje kunt geven?” Ik keek haar wat bedremmeld aan. “Ja, eigenlijk wel…” Sandra stond op. “En wanneer wil je dit allemaal laten plaatsvinden?” Er ontsnapte een zucht uit mijn mond. “Dat ligt er nog aan, hoe snel onze accountant en jurist op papier hebben staan welke gevolgen dat dit allemaal zal hebben. Sandra, ik heb voor mezelf de beslissing genomen dat Mike in alle opzichten bij mij moet horen, ook als er iets met me zou gebeuren ofzo. Ik wil dan dat alles bij Mike terecht komt.”

Sandra keek me strak aan. “Weet je het wel zeker? Ondanks dat jullie goed bij elkaar passen, het is nog relatief kort, Mike is nog heel jong en jullie hebben al een dikke vertrouwenscrisis achter de rug. Loop je niet te snel van stapel? Je kunt het toch ook nog even aankijken? Gewoon hokken zonder verplichtingen?” Ik schudde mijn hoofd. “Ik begrijp je gedachten, maar ik heb er goed over nagedacht en ik vind dat Mike zich voldoende heeft bewezen: hij werkt keihard aan zijn toekomst en de vertrouwenscrisis heeft ons uiteindelijk alleen maar dichter bij elkaar gebracht. Mike vertelde me gisteren dat hij voor zijn gevoel ‘ontwenningsverschijnselen’ krijgt als hij me enkele dagen niet heeft gezien. Precies zo voel ik me ook als ik een paar dagen Mike niet bij me heb gehad. Dat gevoel zegt mij meer dan genoeg.”

Een piepje van de intercom onderbrak ons gesprek. “Meester den Braven is er voor u”, vertelde een van de receptionistes toen ik de knop op het toestel indrukte. “Stuur hem maar door!” antwoordde ik. Sandra stond op. “Ik begrijp je gedachtegang en ik zal eens na gaan denken hoe we dat zouden kunnen doen. Ik loop op het einde van de middag nog wel een keer binnen.” Sandra liep naar de deur, maar voordat ze het vertrek kon verlaten, riep ik haar terug. Ze draaide zich vragend om. “Bedankt Sandra, je bent een kei. Maar dat wist je al.” Een brede glimlach trok over haar gezicht en zonder verder iets te zeggen, liep ze mijn kantoor uit.

Een bescheiden klop op de deur kondigde mijn bezoek aan. “Mijnheer den Braven! Fijn dat u zo snel kon komen!” Ik stond op van achter mijn bureau en liep naar de oudere man toe. We schudden elkaar vriendschappelijk de hand. Ik nodigde de jurist uit om plaats te nemen in een van de stoelen. Voorzichtig ging de man zitten. “Ja, dat krijg je als je ouder wordt” sprak de man, toen hij merkte dat ik hem bezorgd over zijn gesteldheid aankeek. “Maar goed, ter zake. Uw baas heeft me gisteravond laat gebeld met het verzoek u te informeren over de gevolgen van uw plan te gaan samenwonen met uw partner. Is dat correct?” Ik grinnikte. Ik had het kunnen weten: mijn verzoek aan mijn baas om hulp had hij weer helemaal ingevuld. “Ja, het klopt. We willen graag gaan samenwonen, maar ik wil daarbij ook regelen dat, mocht er iets met me gebeuren, al mijn bezit naar Mike gaat.” De man klapte een ouderwetse schrijfmap open, pakte een vulpen en begon te schrijven. “Bent u getrouwd, geregistreerd partnerschap wellicht” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, Mike is mijn eerste serieuze relatie, maar we hebben er nog geen enkele juridische vorm aan gehangen.” De man knikte. “Hebt u nog bloedverwanten?”

Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Ik ben enig kind en zijn ouders zijn enkele jaren geleden, kort naar elkaar overleden. Van de overige familie spreek ik alleen wel eens met een nichtje.” De man noteerde al mijn antwoorden op zijn vragen nauwkeurig in zijn map. “In dat geval zijn er geen directe bloedverwanten en kunt u uw gehele vermogen per testament bij overlijden geheel aan uw partner vermaken. Echter, omdat u geen bloedverwantschap of juridische titel met elkaar hebt, zal hij fors worden aangeslagen voor successierecht.” Ik knikte. “Dat weet ik. Maar vooralsnog wil ik dat zo laten.” De man keek me aan. “Houdt u er wel rekening mee dat de aandelen, die u nu in het bedrijf heeft omdat u partner bent, een fortuin waard zijn. De belasting die uw partner bij overlijden moet betalen, is dan ook navenant. Ik raad u aan om, op het moment dat u er wel aan toe bent, met uw partner ook een juridische relatie aan te gaan. Een geregistreerd partnerschap is in wezen hetzelfde als een huwelijk, alleen moet u er rekening mee houden dat een geregistreerd partnerschap in het buitenland bijna nergens erkend wordt. Belangrijk om te onthouden als u ooit zou willen emigreren.” Ik keek de man aan. “Kunt u een testament laten maken?” De man knikte. “Natuurlijk kan ik dat. Een van de notarissen verbonden aan onze maatschap zal dat graag voor u opstellen.” De man diepte een kaartje op uit zijn koffer en overhandigde me dat. “Als u deze man belt voor een afspraak, is alles zo geregeld. Ik liet de man met een welgemeende handdruk uit; het was me reuze meegevallen. Ik belde direct de man op het kaartje en maakte een afspraak voor de volgende ochtend.

Zoals afgesproken haalde Mike me die avond op van kantoor. Ik realiseerde me dat het pas de derde keer was dat ik langs Mike in zijn auto plaatsnam. Drie keer in al die weken! Een betere verklaring voor de noodzaak van samenwonen was er voor mij niet. “Waar gaan we eten?” vroeg ik Mike. “Ik heb zin in vlees, dus ik heb gereserveerd bij een Argentijn.” Ik vond Mike’s keuze prima; ik kende het restaurant en vond het weliswaar prijzig, maar wel goed. In het bijzonder de wijnkaart was bovengemiddeld. Mike parkeerde zijn auto zorgvuldig in de parkeergarage om de hoek van de eetgelegenheid: hij stak vloeiend achteruit in en zorgde ervoor aan beide zijden voldoende ruimte over te houden (“ik wil niet dat een of andere oetlul zijn portier tegen mijn wagen aangooit zodat er een dikke kras op komt” was Mike’s kernachtige commentaar).

Mike liep voorop de zaak binnen en vertelde de gastheer wie hij was en dat hij gereserveerd had. Ik moest grinniken: de gastheer wilde bij binnenkomst als eerste mij begroeten, omdat hij er ongetwijfeld van uit ging dat ik degene was die gereserveerd had: ik droeg zoals altijd een keurig pak en Mike een spijkerbroek en een witte Londsdale-trui. De man herstelde zich echter snel en ging ons voor, de zaak in. We werden aan een kleine tafel bij het raam gezet. Ik bestelde een glas Argentijnse wijn en Mike gewoontegetrouw appelsap. “En?” vroeg Mike. “En wat?” kaatste ik de bal terug. “Heb je gesproken met die deskundige waar je het over had?” Ik knikte. “Maar waarom moet dat allemaal zo officieel? We hoeven toch alleen maar een busje te regelen en daar mijn spullen in te zetten en klaar is kees? Ik kan trouwens een bus van de zaak lenen als ik wil.” Mike stak nogal ruw een stuk kaas in zijn mond. Ik begreep Mike’s ongeduld wel; als er een besluit genomen was, dan moest er in Mike’s ogen ook direct actie volgen. Ik overwoog om Mike al mijn overwegingen te vertellen, maar besloot dat niet te doen: ik had een geschikter moment in gedachten om Mike te vertellen wat ik besloten had.

IK legde Mike in grote lijnen uit wat er moest gebeuren; zo moest Mike zich op mijn adres gaan inschrijven bij de gemeente. Ook vertelde ik hem met een glimlach op zijn gezicht dat zijn belastingaangifte er in het vervolg anders uit zou zien; we werden immers fiscaal partner. “Mij pa vult altijd mijn belasting in geloof ik. Ik weet dat eigenlijk niet helemaal zeker.” Het eten werd gebracht. Mike had voor zichzelf een enorme T-bone steak besteld, ik had het bij een kleine mix-grill gehouden. Ik vroeg Mike hoe het nu op zijn werk ging. Mike straalde. “Eigenlijk super. Ik ben nu ’s morgens vroeg op de bouwplaats en ga gewoon mee te steiger op. “s middags ga ik naar huis, kleed me snel om en ga dan met mijn baas mee. Zoals je weet ga ik, uiteraard onder begeleiding van mijn baas, over vier weken een eigen bouw doen. Ik vind dat zo gaaf!” Ik glimlachte; ik genoot van Mike’s enthousiasme en was trots op Mike’s drang om zich te ontwikkelen. “In dat geval stel ik voor om over twee weken over te gaan. Dan hebben we nog twee weken om je helemaal te settelen voordat je aan je klus gaat beginnen.” Mike knikte, terwijl hij een groot stuk vlees weg kauwde.

Na het diner namen we nog een drankje aan de bar. Ik wilde mijn portemonnee pakken om af te rekenen, maar Mike verbood het me. “Laat mij maar betalen. Ik heb je per slot van rekening uitgenodigd.” Dat was waar, maar ik had er toch moeite mee: ik wist dat Mike echt niet veel verdiende en hij stond er al op de autokosten ook allemaal zelf te betalen. Mike’s duidelijke blik liet niets aan duidelijkheid over, dus is borg met tegenzin mijn geld weer op in de binnenzak van mijn mantel. Rond tien uur verlieten we de zaak; het was koud buiten en ik verbaasde me er over dat Mike nog steeds zonder jas liep. Mike zette me keurig thuis af en met een zoen namen we afscheid; we lieten het hierbij omdat we allebei de volgende morgen vroeg op moesten. Nu even doorbijten, binnen afzienbare tijd zou er een nieuw tijdperk voor ons allebei aanbreken.

De week vloog voorbij. Ik had Mike voorgesteld om met hem uitgebreid inkopen te gaan doen in de stad, zodat hij met nieuwe spullen bij me in kon trekken. Hij had me meewarig aangekeken: “hoezo? Ik heb toch bijna alles al? Waarom zou ik iets nieuws kopen als het oude nog goed is?” Ik moest Mike gelijk geven: ook al konden we het ons makkelijk permitteren, iets kopen wat niet nodig was, was inderdaad zonde. Mike had er op gestaan dat hij het verhuizen van zijn spullen zou organiseren. Een aantal grote dingen zou hij thuis laten: zijn ouders hadden laten doorschemeren dat het altijd makkelijk was om wat thuis te laten staan, in geval het samenwonen toch niet zou worden wat we er allebei van verwachtten. Om de rust bij zijn ouders niet verder te verstoren, had hij er in toegestemd zijn bed en kledingkast op zijn kamer te laten staan. Mike had een van de vertrekken op de eerste verdieping van mijn huis aangewezen als ‘zijn plek’: hier kon hij alle spullen die hem dierbaar waren voorlopig neerzetten.

We hadden afgesproken op zaterdagochtend om half negen uur bij Mike. Hij had Yuri en Yannick gecharterd om te helpen met sjouwen. Mike had zijn ouders beloofd om, als er nu toch gesleept zou worden met spullen, de grote zolder en de garage op te ruimen en alle rommel naar het milieustation te brengen. Bijna vanzelfsprekend had Mike’s moeder een groot ontbijt verzorgd. Mike’s moeder stond er nu eenmaal om bekend dat ze iedereen die over de vloer kwam, van eten wilde voorzien. Het smaakte prima en nadat we gezamenlijk de tafel hadden afgeruimd, konden we beginnen. Mike had van zijn baas een bestelbus met aanhanger geleend. Mike had in de afgelopen weken zijn E achter B gehaald, zodat hij ook met de grote bus en tandem-asser aanhanger mocht rijden. We besloten als eerste de zolder en de garage op te gaan ruimen: als we snel waren stonden we vooraan in de rij als het milieustation openging.

Mike’s ouders hadden op alles wat weg mocht rode stickers geplakt. Gezien de hoeveelheid stickers was dit de eerste echte opruiming in jaren. Ik had twee dagen geleden mijn linkerknie hard gestoten en kon onmogelijk veel kracht zetten. Mike stond achter de rug van zijn moeder, toen ze me op een bezorgde toon naar de oorzaak van mijn lichamelijk leed vroeg. Ik vertelde maar niet dat ik met mijn knie heel hard tegen het spatscherm van Mike’s auto was geklapt toen ik hem bij een verlaten meertje voorover op de motorkap had gelegd. Terwijl ik een geloofwaardig verhaal probeerde te bedenken, maakte Mike allerlei suggestieve bewegingen achter zijn moeder zijn rug en trok een paar gekke bekken. Ik had grote moeite mijn lach in te houden. Mike’s moeder keek daarom eerst Mike en daarna mij aan en liep vervolgens hoofdschuddend de keuken in, om opnieuw koffie te gaan zetten. Ik gaf Mike met een boos gezicht een dreun tegen zijn schouders toen hij hard lachend naar de gang verdween.

Om half tien zat de combinatie vol afgedankte spullen en konden we richting milieustation. We voegden ons in in de rij en wachtten rustig onze beurt af. Uiteraard had Mike de nieuwste hardcore CD in de CD-speler gedaan en vanzelfsprekend moest –ie vooral hard. Ik betaalde aan de slagboom, legde het betalingsbewijs voor de voorruit en reed het milieustation op. De drie jongens sorteerden alle rommel in de juiste bakken en ik knoopte een gesprek aan met een van de beheerders. In no-time was de auto leeg en konden we terug voor de volgende vracht. “Als we goed doorwerken, kunnen we nog twee keer voor de middagpauze” stelde Mike voor. En hoewel het niet echt warm was, stond het zweet bij de drie jongens op hun voorhoofd. Ik baalde ervan dat ik me moest beperken tot het dragen van allerlei kleine dingetjes, wat me op allerlei suggestieve en flauwe grappen kwam te staan. Ik merkte aan de grappen dat Mike Yuri en Yannick duidelijke hints had gegeven over de werkelijke oorzaak van mijn blessure. Wat opgelaten maakte ik een hoek in de garage leeg, terwijl de drie met grote kasten de zolder af kwamen sjouwen.

De tijdsplanning paste precies en met de derde vracht was alles wat weg moest, weg. Terug aangekomen bij de familie van Weem reed Mike de bus met aanhanger zonder aarzelen achteruit de oprit op. Rijden met een aanhanger had ik altijd een nachtmerrie gevonden; ik had er gewoon geen gevoel bij en in de spaarzame keren dat ik het geprobeerd had, was het einde van het liedje altijd geweest dat ik met een kwaaie kop de aanhanger loskoppelde en met de hand op de juiste plek duwde. De voordeur stond open en toen we het huis betraden, roken we een frituurlucht en vers gebakken brood. Het bleek dat Mike’s moeder een enorme stapel broodjes frikadel, kroket en hamburger had gemaakt en die aten we met smaak op. Ik merkte wel dat vooral de moeder van Mike haar zoon opvallend lang aankeek, terwijl deze nietsvermoedend zat te eten. Ik begreep het wel: zijn moeder had er emotioneel grote moeite mee dat het moment dat haar enig kind het huis ging verlaten nu wel erg dichtbij kwam; ze was een erg zorgzaam type en zou het zorgen voor Mike erg gaan missen.

Mike’s vader zag er ook wat beteuterd uit, ook al probeerde hij dat met grappen te verbloemen. “Zullen we even gaan roken?” vroeg Mike’s vader opeens. Terwijl de drie nietsvermoedend verder aten, liepen wij de veranda op. Mike’s vader zuchtte een paar keer. “Het gaat nu echt gebeuren… Mike verlaat het huis…” fluisterde Mike’s vader voor zich uit. Ik keek Frits van Weem uitdrukkingsloos aan; ik wist niet wat ik moest zeggen, dus zweeg ik maar. “Jullie komen vanavond toch ook?” vroeg ik hem, in een poging zijn aandacht af te leiden. Ik had met Mike afgesproken dat we een borrel zouden doen voor iedereen die belangrijk voor ons was. De namenlijst die we samen hadden opgesteld was behoorlijk groot, maar ach: ik ging, als het aan mij lag, maar een keer samenwonen.

Wat ik niet tegen Mike had verteld, was dat ik Sandra opdracht gegeven had er een echt welkomsfeest van te maken omdat ik het heel belangrijk vond dat iedereen heel duidelijk kon zien dat ik blij was dat Mike bij me kwam wonen. Ik had Sandra een paar keer gevraagd hoe het er mee stond, maar ze weigerde me details te onthullen. “Wacht maar af” was het enige wat ze er over kwijt wilde. In andere omstandigheden had de control freak in me nooit genoegen genomen met een dergelijk antwoord, maar omdat ik al jarenlang blindelings op haar vertrouwde, was ik er van overtuigd dat het goed was.

Pringles1
Berichten: 46
Lid geworden op: zo 17 jun 2018, 15:44
Vul het getal in: 123

Wat een klas XXII

Bericht door Pringles1 » do 01 okt 2020, 10:23

De spullen die Mike mee wilde nemen, pasten allemaal in de bus. Ik reed met mijn auto achter de jongens aan. We reden naar mijn huis en Yuri en Yannick droegen alles naar boven, terwijl Mike stil door het huis heen liep. Ik ging achter hem staan en sloeg mijn armen om hem heen. “Welkom Mike. Welkom in ONS huis.” Hij draaide zijn hoofd en keek me met een glinstering in zijn ogen aan. Daarna gaf hij me een diepe zoen, die ik vol vuur beantwoordde. Een schreeuw van boven bracht ons weer in de realiteit. “Mike! Waar moeten die kleren heen!” hoorde ik Yuri roepen. Mike keek me even aan. “Ik heb al ruimte gemaakt in de dressroom. Je kunt daar jou kleren bij die van mij hangen, als je wilt.” Mike knikte en gaf me nog een zoen. Daarna rende hij naar boven.

Om twee uur reden de drie terug naar het huis van Mike, waar hij voor het laatst officieel zou zijn. Ik had afgesproken met Mike dat hij met zijn ouders zou terugkomen; ik vond het ook symbolisch een mooie stap. Amper nadat Mike de bus had gestart, belde ik Sandra op: ze had me namelijk bezworen er voor te zorgen dat het huis zo snel mogelijk ‘vrij’ zou zijn, omdat er het een en ander opgebouwd moest worden. Ik had daar mijn wenkbrauwen bij opgetrokken, omdat ik me een paar tafels met borrelnootjes erop had voorgesteld en dat zou toch niet zo lang duren? Ik belde Sandra op haar mobiel en ze vertelde dat ze al onderweg was en dat ze me op kwam halen om met Bryan in de stad naar de film te gaan. Nu werd ik echt nieuwsgierig: wat was ze in hemelsnaam van plan? “Luister: je hebt me verteld dat ik mocht uitpakken, nou dan pakken we ook uit. Bijna alle gasten hebben toegezegd dat ze er zijn, dus het moet goed zijn. En jou nieuwsgierige ogen willen we er niet bij hebben.” Enkele minuten later stond Sandra inderdaad voor de deur, met Bryan op de passagiersstoel.
Bryan begroette me hartelijk; dat hij licht geestelijk gehandicapt was maakte voor mij niet uit. Bryan was altijd super vrolijk en erg aanhankelijk. Bryan zat al in mijn auto voor ik er erg in had en gebaarde driftig dat ik moest komen. Lachend nam ik van Sandra afscheid. “Hoe laat hier?” Sandra keek op haar horloge. “Ik heb alle gasten gevraagd rond acht uur hier te zijn. Dus als jij rond half acht hier bent?” Ik knikte en nam met een knuffel afscheid van haar. “Bedankt Sandra, dat je dit allemaal voor mij wilt doen.” Sandra schudde haar hoofd. “Voor jullie. Niet voor jou, voor jullie.” Ik knikte en liep naar mijn auto.
De film die Bryan uitgezocht had, was niet bepaald mijn genre. Ik genoot er echter van om te zien hoe blij Bryan was dat hij met mij naar de film mocht van zijn moeder. Met een enorme emmer popcorn tussen ons in en een grote beker cola in de hand gingen we in de bioscoopzaal zitten. Het lukte me zelfs om bij vlagen mijn gedachten niet naar het feest van die avond te laten gaan.

Wij waren klokslag half acht weer bij mijn huis aangekomen. Ik was erg nieuwsgierig, maar buiten twee witte lichtsnoeren die van de oprit naar de voordeur hingen, was er eigenlijk niets te zien. Ik opende de voordeur en kreeg toen pas een idee van wat Sandra had uitgedacht. De meubels in mijn huis waren allemaal verdwenen en daarvoor in de plaats waren staantafels geplaatst. Samen met Bryan liep ik door naar de tuindeuren. Een tuindeur stond open en ik zag dat er een grote tent was gezet op mijn veranda, compleet met tapinstallatie, podium en warmtekanonnen. Over het zwembad was ook een tent geplaatst en wel zo, dat ook daar ruimte was voor warmtekanonnen. Sandra stond in de tent druk te overleggen met iemand die ik wel heel goed kende: de eigenaar van het Japanse restaurant waar ik regelmatig met zakenrelaties en tegenwoordig ook met Mike, at. De man begroette me met een buiging, die ik uiteraard beantwoordde. Het bleek dat Sandra de catering van die avond aan mijn Japanse vriend had uitbesteed. Ik was sprakeloos over wat er door haar in enkele uren was gerealiseerd.
Sandra en Bryan gingen zichzelf thuis omkleden en ik deed hetzelfde. Boven aangekomen zag ik Mike’s spullen in de kamer staan. Een warm gevoel stroomde door mijn lichaam bij de aanblik van zijn bezittingen: Mike was vanaf vandaag bij mij. Ik liep door naar de douche, kleedde me uit en liet het warme water over mijn lichaam lopen. Na enkele minuten zette ik even de streamers aan en liet de harde stralen over mijn lichaam dansen. Verfrist zette ik de douche uit en droogde me af. In de dressroom overwoog ik even wat ik aan zou trekken. Ik besloot een ‘gewone’ polo en een spijkerbroek aan te doen; netjes maar niet te. Ik hoorde geroezemoes in de gang. “We zijn er!” hoorde ik Mike van beneden roepen. Snel trok in makkelijke schoenen aan en liep naar beneden, om Mike en zijn ouders te begroeten. Mike’s ouders waren netjes gekleed, Mike had zijn lievelings trainingsbroek aan getrokken, een gele sweater met een capuchon en zwarte sportschoenen. Zijn favoriete baseball-pet met het bekende MoH-logo erop stond op zijn glimmende haren. In zijn oren had hij de gouden oorbellen die ik voor hem uit Dubai had meegebracht en om zijn pols had hij het horloge dat ik hem in New York cadeau had gedaan. “Sorry, maar het lukte me niet hem iets gewoons aan te laten trekken” verontschuldigde Mike’s moeder de uitdossing van zijn zoon. “Nou, ik ben wel wat van hem gewend hoor” gaf ik met een glimlach als antwoord.

“Pap, mam, hebben jullie ons huis eigenlijk wel eens gezien?” vroeg Mike ineens. Ik realiseerde me dat ik Mike’s ouders nog nooit had uitgenodigd bij mij thuis. Ik wilde nog een excuus uitspreken, maar Mike had zijn ouders al enthousiast meegenomen voor een spontane rondleiding door het huis. Ik liet Mike maar; ik genoot van de nadruk die Mike op het woord ‘ons’ had gelegd en bovendien stond Sandra met Bryan al voor de deur. “Ik heb nog een cadeautje voor jullie gekocht” zei Sandra. “Zal ik hem open maken? Mike is een rondleiding aan het geven aan zijn ouders geloof ik…” Sandra schoot in de lach. “Typisch Mike” zeiden we tegelijkertijd. We keken elkaar even aan, verbaasd dat we allebei spontaan hetzelfde zeiden op hetzelfde moment. Daarna barsten we allebei in lachen uit. Ik opende het doosje en zag dat Sandra twee sleutelhangers had meegebracht, met uit massief glimmend onze sterrenbeelden in een Japans karakter.

Mike had de rondleiding beëindigd en was met zijn ouders de kamer in komen lopen. Bij de voordeur klonk een hoop lawaai: aan de stemmen te horen was het overgrote deel van Mike’s schoolvrienden, inclusief Yuri en Yannick, gearriveerd. Sandra ontfermde zich over Mike’s ouders en ik liep met Mike de gang in. Tot mijn grote vreugde was de begroeting hartelijk; ik had Mike gewezen op de mogelijkheid dat ze mijn plotselinge vertrek bij het ROC niet positief zouden oppakken. Mike bezwoer me dat dat niet het geval was; “ze hebben het nog vaak over je en alleen maar heel erg positief” was zijn antwoord geweest. De jongens waren niets veranderd: nog steeds allemaal, zonder uitzondering, hartelijk en in hardcore-outfit. Ik vroeg me af hoe dat zou gaan met de andere gasten, maar tot mijn genoegen was het eerste wat ze deden toen ze de kamer betraden, de ouders van Mike een hand geven en zich netjes voorstellen. Daarna overhandigden ze Mike een cadeau: een ingelijst wit MoH-T-shirt met daarop met een zwarte viltstift allemaal hun namen, sommige met een grappige tekst erbij.

Het werd langzaam maar zeker steeds drukker: Sandra had voorzichtigheidshalve de directe buren ook maar uitgenodigd en ondanks dat ons contact beperkt bleef tot een beleefd praatje als we elkaar buiten tegenkwamen, waren ze er allemaal. Ook mijn baas en de overige leden van met managementteam van mijn bedrijf kwamen binnen; ze hadden een enorme uitvergroting van een foto van Mike in volle actie in het laserspel tijdens het managementweekend in de Belgische Ardennen laten inlijsten. “Die hangen we in de kamer!” riep Mike opgetogen toen hij er het cadeaupapier vanaf trok. Simon was er, met zijn vriendin en de baby. Björn met zijn moeder. Ik was helemaal verrast toen Phillipe ineens voor mijn neus stond, met een slordig ingepakte sixpack Belgisch bier bij zich. “Die heb ik gebeld. Die moest er bij zijn vond ik. Hij slaapt vannacht bij Sandra en gaat dan morgen met de trein terug” vertelde Mike me. Mike’s collega’s van de bouwplaats liepen binnen. Zij hadden voor Mike een grote fles glijmiddel en een grote doos condooms gekocht, waarvan ze al de topjes hadden afgeknipt. Bouwplaatshumor. Met een “die hebben we niet nodig, het lukt zonder ook prima” kreeg Mike zijn collega’s stil en bezorgde zijn moeder een knalrood hoofd. Ook mijn nichtje Nienke, met haar vriend, was van de partij. “Je gelooft toch niet dat ik een feestje van jou laat lopen? En bovendien wilde ik Mike wel eens in het echt zien.” Mike stelde zich voor aan Nienke en gaf haar, zoals dat hoort, drie zoenen. “Jammer dat het een homo is” fluisterde Nienke me in mijn oor. Ze gaf me een knipoog en liep toen door naar de kamer. Als een van de laatsten kwamen Frenk en zijn zoon en Koen en zijn vader binnen.

Rond negen uur was iedereen wel binnen en vond ik het tijd geworden om iedereen welkom te heten en om Mike ‘officieel in huis te nemen’. Ik liep naar de tuindeuren en gaf Mike een wenk dat hij bij me moest komen staan. Mike keek me eerst raar aan, maar brak toen het gesprek met zijn schoolvrienden af en kwam met een nieuwsgierige blik langs me staan. Sandra had even daarvoor, samen met Bryan, bladen met glazen champagne rond laten gaan en had me, nadat iedereen van een glas bubbels was voorzien, naar de plek gestuurd waar ik nu stond. Ik, met een glas champagne in mijn hand en Mike naast me met een champagneglas met appelsap, vroeg om de aandacht. Ik deed dat door met een mes, dat ik even daarvoor uit een van de op de hangtafels staande broodmandjes had gepikt, tegen het champagneglas te tikken. En uiteraard, na drie tikken brak het glas en kletterde de scherven op de vloer. “Scherven brengen geluk” schaterde Mike me toe, toen ik daar onbeholpen stond te kijken. Ik bedankte iedereen voor zijn komst en maakte duidelijk dat ik ieders komst erg waardeerde. Mike had zijn arm om me heen geslagen en keek me nieuwsgierig aan. “En ja, daar sta je dan. Wie me dit enkele jaren geleden had voorspeld, had ik voor gek verklaard. Ik had er al min-of-meer vrede mee dat ik altijd alleen zou blijven en gedoemd was alleen door het leven te gaan. Tot een toevallige ontmoeting in een schoolgebouw mijn hele leven op z’n kop zette. Alhoewel, ik geloof niet in toeval. Dingen gebeuren omdat ze moeten gebeuren. Langs me staat het mooiste wat me in mijn hele leven is gebeurd. Ik ben heel blij dat Mike bij me wil wonen en hoop dat ik hem nog gelukkiger kan maken dan hij nu al is. Ik ben trots op je en ik hou van je.” Ik keek Mike aan en zag pure blijdschap in zijn ogen. “Zoenen! Zoenen! riepen Mike’s klasgenoten. Mike keek me aan, haalde zijn schouders op en boog zijn hoofd langzaam naar me toe.

“Het buffet is geopend!” hoorde ik Sandra roepen. Langzaam vormde zich een rij voor de deur naar het terras. Wat er stond was geweldig: de eigenaar van het Japanse restaurant had de helft van zijn koks vrijgemaakt om allerlei Japanse lekkernijen te maken. Twee grote mobiele teppan yaki-platen lagen vol met vlees, taugé en rijst en er was sushi en sashimi in overvloed. Ik zag veel gasten benieuwd kijken wat er stond; het was overduidelijk dat lang niet iedereen al ooit Japans had gegeten, maar de koks en de eigenaar legden alles geduldig uit. Ik vond het idee van Sandra om met het eten te beginnen erg slim: op die manier kon het feest lekker door gaan en zou het later op de avond niet meer worden onderbroken met een eetmoment. Ik was in het verleden meermalen bij bruiloften geweest die heel gezellig waren, maar die als een plumpudding in elkaar zakten nadat rond elf uur een koud en warm buffet werd opgediend: het feest kwam dan niet meer terug op toeren maar bleef wat pruttelen. Gelukkig was dat hier niet het geval; ik zag dat iedereen met iedereen aan het kletsen was en genoot daarvan; op veel feestjes zag je snel groepjes vormen, maar hier was dat niet het geval.

ik zag dat iedereen met iedereen aan het kletsen was en genoot daarvan; op veel feestjes zag je snel groepjes vormen, maar hier was dat niet het geval.

Rond half een hadden Mike’s vrienden mijn muziekinstallatie gevonden. Onder gejuich werd een hardcore CD opgezet en ging het volume de hoogte in. Ik keek Sandra even aan, maar die maakte een beweging van ‘laat ze maar’. Ik was blij dat mijn huis uitstekend geïsoleerd was en dat de buren op tientallen meters afstand woonden. Ik voegde me bij de mensen die in de tent waren gaan staan en sloot de tuindeur achter mijn rug. Daarmee was een groot deel van de herrie ook verstomd. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om met iedereen wat te praten, ondertussen genietend van de warme sake en de kleine hapjes, die voortdurend rondgebracht werden en nog steeds gretig aftrek vonden. Langzaam verlieten mensen het feest; ik liet ze via de zijkant van mijn huis vertrekken, zodat ze niet door de kamer hoefden. Ik kon me wel een beetje voorstellen wat daar gaande was en omdat ik niet wist hoe iedereen daarop zou reageren, liet ik ze door deze zijgang uit. Uiteindelijk bleef ik om twee uur over met Sandra, Mike’s ouders en mijn baas. “Jongen”, sprak mijn baas, “je moet je handen dichtknijpen met zo’n vriend als Mike.” Ik glimlachte. Ik wist dat mijn baas erg gesteld was op Mike en dat ze het samen heel goed konden vinden. We kletsten nog even na en rond half drie stond mijn baas op. “Ik ga maar eens op huis aan. Mijn vrouw zal wel denken…” Ik lachte en stond op om mijn baas uitgeleide te doen, van de tuin. “He, wat denk je zelf!” riep mijn baas me toe. “Ik wil het feestvarken nog even bedanken voor dit leuke feestje!”

Met een zwaai maakte mijn baas de tuindeur open. Binnen leek het wel een hardcorefeest: de hele klas van Mike en enkele van zijn bouwplaatscollega’s, stonden bijna allemaal zonder shirt hartstochtelijk te dansen op oorverdovende hardcore-muziek. Ik zag dat Bryan was gebombardeerd tot diskjockey en zag de zoon van Frenk, van wie Frenk me in vertrouwen had verteld dat hij homo was, dicht tegen Phillipe aan dansen. Mijn baas schoot in de lach van het enthousiasme dat van de dansende meute afstraalde en stapte zonder schroom naar Mike toe, die in het midden uit zijn dak stond te gaan en bij wie het zweet zichtbaar op zijn rug stond. Mijn baas tikte Mike op zijn schouders en Mike draaide zich om. Ik zag Mike’s moeder enorm schrikken toen Mike mijn baas omhelsde, van de grond af tilde en van links naar rechts trok in zijn machtige armen. Toen Mike mijn baas losliet, gaf deze Mike een vriendschappelijke stoot met een vuist op zijn gespierde borstkas. Daarna stak hij zijn hand naar ons op en liep naar de gang. Ietwat opgelaten liep ik mijn baas achterna. Ik zag dat het overhemd van mijn baas grote zweetplekken vertoonde, en die waren niet van hemzelf afkomstig. “Ach, gewoon in de was, geen probleem. Man, ben blij dat je zo’n spontaan joch hebt! Bedankt en ik zie je maandag!” en weg was hij.

Terug in de kamer zag ik Mike’s vader met een kom sake zachtjes meedeinen op de muziek. “Waar is…” Frits lachte. “Die is met Sandra naar de keuken gevlucht denk ik. Die is niet zo’n fan van dit soort muziek heb ik begrepen.” Ik kon het niet laten om de vrienden van Mike eens wat beter te bekijken. De aanblik op bezwete blote bovenlichamen, strak geknipte hoofden en daarin oorbellen was prachtig, ook al vond ik Mike met afstand de mooiste. Ik ging met Mike’s vader in de brede vensterbank zitten en had zo een mooi overzicht over het uitgelaten feestje dat aan de gang was. “Ik ga eens kijken of ze al naar huis wil” riep Mike’s vader in mijn oren. Ik knikte. Enkele minuten later zag ik Mike’s ouders uit de keuken komen. Ik stond direct op en pakte Mike bij zijn rechterpols en trok hem mee: iets zeggen had met deze decibellen toch geen zin.

Mike’s moeder nam zijn zwaar bezwete zoon in zijn armen en ik zag tranen in haar ogen. Mike aaide rustig over haar frêle rug. “Mam, ik ben niet vertrokken naar de andere kant van de wereld! Ik kom echt nog vaak thuis. Heus!” Zijn moeder keek omhoog; ik zag nu pas hoe groot en stevig Mike geworden was. “Beloof je dat?” vroeg zijn moeder met een breekbare stem. Mike knikte heftig. “Beloofd mam!” Ik wilde met hen naar buiten lopen, maar Sandra hield me onzichtbaar voor het gezin van Weem tegen. “Laat ze even alleen. Dat is het beste.” Het was inmiddels half vier geworden en Bryan had zijn moeder gevraagd of ze naar huis gingen. “En Phillipe dan? Waar is die jongen trouwens?” vroeg Sandra. “Ach, die zal wel ergens staan te praten ofzo. En er blijven vannacht wel meer mensen hier slapen heb ik van Mike begrepen. En dat lijkt me goed ook, gezien de hoeveelheid alcohol die er opgedronken is. Goeie oplossing als ze hier blijven. Dat komt dus wel goed.” Sandra keek me aan en mompelde iets in de trant van ‘mafkees’. Ik liet Sandra uit en bedankt haar en Bryan opnieuw voor het geweldige feest. Ik zwaaide ze uit tot de auto om de hoek verdween. Toen viel het me op dat het met de herrie op straat gelukkig enorm meeviel. Was mijn huis dan zo goed geïsoleerd? Dat bedenkend, liep ik via de zijkant van mijn huis, de tuin in. Opeens zag ik in het maanlicht twee hoofden in het zwembad. Ik stond stil en keek nieuwsgierig naar wat zich in het zwembad afspeelde.

Ik zag Phillipe met zijn rug tegen de zijkant van het bad staan en keek Frenk’s zoon, die zich aan me had voorgesteld als Milan, op zijn rug. Phillipe streelde de jongen zachtjes door zijn haren en ze zoenden elkaar. Ik kon het niet laten om te blijven kijken, erg nieuwsgierig wat er zich afspeelde op amper 10 meter van me vandaan. Wat me erg opviel was dat beide jongens erg voorzichtig en teder waren; een groot contrast met de nogal ruwe behandeling die Mike van me eiste als wij met elkaar vreeën. Ik vroeg me af in hoeverre Milan al toegaf aan zijn geaardheid; van Phillipe hoefde ik me dat, sinds hij bij ons in het kasteel was geweest, niet meer af te vragen. Ik besloot de twee verder alleen te laten en om weer naar binnen te gaan; buiten was het best koud merkte ik en bovendien was ik benieuwd hoe het met de spontane rave in onze huiskamer was.
Ik opende de voordeur en merkte dat de muziek een stuk minder hard stond dan toen ik Sandra ging buiten laten. Zouden ze moe zijn geworden van het dansen? Ik liep de woonkamer binnen en haalde een keer diep adem; een mengeling van jongenszweet en diverse after shaves vulde mijn neus. De nog aanwezige gasten zaten in groepjes op de grond te praten of hingen tegen de muur; het zweet liep bij allemaal over hun lichamen, wat ze in mijn ogen nog mooier maakte. Ik zag Björn, Yannick en Yuri met een jongen, die ik me nog vaag herinnerde als een van mijn mentor-leerlingen, praten en ging er bij staan.

“Hoe laat is het eigenlijk?” vroeg Björn op een gegeven moment. “Het is half vijf. En als jullie het niet erg vinden, ga ik slapen.” Ik liep naar het midden van de kamer en nam het woord. “Ik wil jullie bedanken voor een prachtfeest! Mike, zorg jij dat iedereen ergens kan slapen dadelijk? Tenminste, iedereen die wil blijven slapen: be my guest. En hou de muziek dadelijk wel zachtjes als je wil.” Ik stak mijn hand op ten afscheid en verliet de kamer liep de gang in. “Iemand nog wat drinken?” hoorde ik Mike nog opgewekt vragen, voordat ik de trap opliep. Ik schudde mijn hoofd: wat een energie had die knul!

Ik was blijkbaar vermoeider dan ik dacht; ik werd langzaam wakker en was aanvankelijk gedesoriënteerd. Ik keek op de wekkerradio die langs mijn bed op het nachtkastje stond. Het gaf 10 uur aan. Ik wierp vervolgens een blik naar rechts en keek tegen de rug van Mike aan. Zijn lichaam ging heel gelijkmatig op en neer: hij sliep nog. Ik probeerde heel voorzichtig het bed te verlaten om naar het toilet te gaan. Op mijn tenen liep ik om ons bed heen en verdween in de badkamer. Ik sloot de toiletbril en haalde toen pas de hendel over om het toilet te spoelen. Ik ging voor de spiegel staan en gooide vervolgens een paar handen ijskoud water over mijn gezicht. Ik had genoten van het feest: iedereen die we op het lijstje hadden gezet, was gekomen en iedereen had het zichtbaar naar zijn zin gehad. Ik realiseerde me opeens dat we nog verschillende mensen in huis hadden slapen. Het was trouwens nog heel stil in huis, dus ik kon er van uitgaan dat alle gasten nog lagen te slapen.
Voorzichtig opende ik de deur van de badkamer en liep de slaapkamer weer in. Daar keek ik in de mooiste ogen die er maar bestonden: Mike was wakker geworden en keek me met een glunderend gezicht aan. “Goedemorgen Mike” zei ik tegen hem. Mike rekte zich uit. “Hoe laat is het eigenlijk?” vroeg hij, terwijl hij rechtop in bed ging zitten. “Het is bijna kwart over tien” gaf ik Mike als antwoord. Mike knikte, gooide het dekbed van zich af en stond op. “Ik ga eens kijken of de schone slapers nog liggen te tukken” en wilde naar de deur lopen. “Mike…” zei ik. Mike stopte, draaide zich om en keek me niet begrijpend aan. Ik wees naar zijn middel. “Ohja, ik zal maar wat kleren aantrekken” grinnikte hij. Hoofdschuddend ging ik naar de badkamer en pakte een handdoek om te gaan douchen.

Ik wilde, voordat ik ging douchen, even mijn mail checken. Ik bedacht me dat ik mijn communicator in de kamer had laten liggen. Ik pakte een badjas van de haak, schoot mijn voeten in een paar slippers en ging zachtjes naar beneden. Ik zag in de kamer Yuri, Yannick, Björn en Koen langs elkaar liggen op luchtbedden. Later hoorde ik van Mike dat hij die ’s nachts nog bij Koen was gaan ophalen, omdat hij Milan en Phillipe in de logeerkamer had bedacht. Alle vier sliepen nog. Mijn blik viel eerst op het bovenlichaam van Koen; dat had ik nog niet gezien omdat hij als enige nog een shirt droeg tijdens het feest. Hij had het blijkbaar uitgetrokken toen hij ging slapen.

Koen’s bovenlichaam was tenger en zelfs ietwat bleek. Maar mijn ogen werden getrokken door de grote tatoeages die Koen op zijn bovenlichaam had staan; het waren tribals die van zijn schouders doorliepen over zich rug. Ik verbaasde me er over; ik had nooit gedacht dat de ietwat verlegen garagehouderzoon zulke grote tatoeages zou hebben. Koen lag op zijn buik en sliep vast; hij had waarschijnlijk behoorlijk wat sake opgedronken.
Langs Koen lag Björn, op zijn rug en een streep zonlicht liep diagonaal over zijn blote bovenlichaam. Onwillekeurig trok mijn blik naar zijn spierwitte boxershort; door de manier waarop Björn lag had ik een grote inkijk in zijn ondergoed en keek pardoes tegen een groot deel van zijn kaalgeschoren pik en eveneens haarloze ballen aan. Ik knipperde een keer met mijn ogen; ik besefte dat het eigenlijk niet kon wat ik deed, maar ik kon het niet nalaten; ik was tijdens onze eerste ontmoeting erg nieuwsgierig geweest naar wat er onder de badhanddoek verborgen was en nu kreeg ik de mogelijkheid mijn nieuwsgierigheid te bevredigen.

“Wat liggen ze er lief bij hé” fluisterde Mike in mijn oren. Ik had Mike niet naar me toe horen komen en schrok dus behoorlijk van zijn opmerking. “Hoe is het met Milan en Phillipe?” vroeg ik Mike, nadat we voorzichtig naar de keuken waren gelopen. “Daar ben ik net geweest. Ik geloof niet dat ze geslapen hebben…” Ik keek Mike met opgetrokken wenkbrauwen aan. “Neeee… ze zijn niet allemaal zoals wij.” Mike stak zijn tong naar me uit en ging toen verder. “Ik denk dat we hier te maken hebben met liefde op het eerste gezicht. Ik geloof ook niet dat ze, toen Milan als laatste binnen kwam, langer dan vijf minuten bij elkaar uit de buurt zijn geweest. Ze hebben de hele tijd met elkaar liggen praten en vooral een oplossing proberen te bedenken voor hoe ze elkaar kunnen blijven zien; ik bedoel Rotterdam – Ardennen is toch een stukkie als je dat met de brommer moet doen elke week.” Ik knikte. Ik stond op om een kop koffie te zetten. “Jij?” Mike mompelde iets dat leek op ‘goed’, dus ik zette twee kopjes onder de Italiaanse koffiemachine die ik een jaar geleden had gekocht nadat ik voor de zoveelste keer het klepje van de Senseo was vergeten te plaatsen, waardoor alle koffie over het aanrecht stroomde.

We zaten, in afwachting van koffie, zwijgend beiden een stuk van de krant te lezen, toen de deur werd opengemaakt en Milan zijn hoofd om de deur stak. “Sorry, maar ik was op zoek naar de wc, rook koffie op de overloop en euh…” Mike gooide de kranten van de stoel die het dichtst bij de deuropening stond en wees hem uitnodigend aan. Met een flauwe lach ging Milan aan tafel zitten. Het was duidelijk dat de jongen erg onzeker was wat hij nu moest doen. “Ik heb gezien dat je het goed met Phillipe kunt vinden” probeerde ik Milan tot praten te krijgen. Milan keek me bang aan. Ik gaf de jongen een vriendschappelijke tik op zijn schouders toen ik opstond om de twee vers gezette koppen koffie te pakken. “Ik heb enkele maanden geleden langs je vader in het vliegtuig gezeten” zei ik. “Dat heeft mijn pa me verteld ja. Jullie hadden gezellig gepraat en hij heeft je naar huis gebracht en ook nog gezorgd dat je op een hardcore-feest binnen kon. Toch?” Ik reikte Milan een kop aan en Mike de andere en zette een nieuwe beker onder de schenktuit.

“Ja en daar was ik heel blij om. Ik had Mike een week niet gezien en ik werd daar best nerveus van.” Mike keek gemeen: “zielenpoot.” Milan lachtte onhandig en zweeg opnieuw. “In het vliegtuig hebben we het ook over jou gehad Milan. Je vader vertelde me dat hij je had betrapt.” Milan liet zijn hoofd zakken. Ik klopte Milan opnieuw op zijn schouder. “Je vader heeft moeite met je homoseksualiteit, maar houdt heel veel van je Milan. Hij is eigenlijk alleen bang dat je in handen valt van mensen die het niet goed met je voorhebben. En dat hij zo bang is, moet je zien als teken van liefde, niet als teken van afwijzing.”

Milan zuchtte. “Ja, het ging met die jongen ook allemaal veel te snel. Hij was bij me blijven slapen omdat het buiten noodweer was. We lagen allebei zonder kleren in bed, maar hebben echt alleen maar gezoend. Ik was in alle spanning vergeten de wekker te zetten en toen stond mijn pa de volgende ochtend ineens langs mijn bed. Hij heeft het er nooit meer over gehad, alleen maar gedaan alsof er niet gebeurd was. Terwijl het voor mij wel belangrijk was; ik wist wat ik wilde, maar niet precies hoe en wat. Ik had er graag met mijn vader over willen praten, maar hij hield het allemaal af en dat maakte mij alleen maar onzekerder. En nu Phillipe…” Milan zuchtte opnieuw en nam een slok koffie.

“Ik heb jullie niet voor niets samen op de logeerkamer gelegd” zei Mike terwijl hij opstond om een pak koeken uit de kast te halen. “Ik dacht dat het wel goed was als jullie even lekker samen zouden kunnen zijn. Ik hoop wel dat jullie alle troep netjes opruimen!” Milan schudde zijn hoofd. “Er is niks gebeurd, zo ben ik niet. Echt niet!” Mike klopte Milan weer op zijn schouder: “hé, grapje!” en presenteerde Milan de pak koeken, waaruit de jongen er gretig een pakte. Een zachte klop op de deur deed ons allen nieuwsgierig opkijken. Phillipe, alleen gekleed in een boxershort, kwam naar binnen en keek Milan verliefd aan. Milan beantwoordde Phillipe’s blik en Phillipe ging langs Milan aan tafel zitten. “Het valt me trouwens op dat je in een paar maanden veel beter Nederlands bent gaan spreken, Phillipe!” complimenteerde ik de jonge Belg. Phillipe glimlachte. “Ik heb de dag na onze ontmoeting in het kasteel op school extra lessen Nederlands gepakt. Vandaar.”

“Zal ik straks, als je vader je komt halen, even met hem praten?” vroeg ik Milan. “Het feit dat je vader het goed vond dat je bij ons bleef slapen, kun je ook als een hint zien Milan. Als hij het helemaal niet goed zou hebben gevonden, zou hij nooit toestemming hebben geven om hier te blijven vannacht. Ik bedoel, hij heeft je ook dicht bij Phillipe zien staan en elkaar zien aanraken” zei Mike. Milan zuchtte diep en maakte mijn zijn handen een hulpeloos gebaar. “Ik weet het niet. Het is ook zo moeilijk…” Mike stond op. “Ik zal de oven eens aanmaken en broodjes gaan bakken. En eens kijken hoe het met die twee overgebleven slaapkoppen is.” Ik ging Mike helpen en we lieten Milan en Phillipe achter in de keuken.

In de kamer lagen Björn en Koen met elkaar te praten; ze waren zichtbaar net ontwaakt. Mike schopte zachtjes tegen Björn’s linkervoet: “doe je benen eens bij elkaar joh, het tocht hier!” Koen proestte het uit, Björn kreeg een rood hoofd en stond direct op en trok zijn boxershort recht. Mike wees naar de indrukwekkende tatoeages van Koen. “Waar heb je die laten zetten?” Koen keek Mike aan. “Bij een heel kleine zaak in de stad. De man die de zaak runt heeft ooit een auto bij ons gekocht, zodoende.” Mike keek zijn ogen uit en begon toen Koen van zijn tatoeage-plan te vertellen. Ik nam Björn mee naar boven; hij wilde onder de douche en hij vroeg me of ik met hem mee wilde lopen om hem de douche te wijzen. Ietwat verbaast voldeed ik aan zijn verzoek; hij zou de weg toch moeten weten?

Ik liep met Björn mee naar boven, terwijl ik Koen en Mike steeds enthousiaster hoorde praten over de tatoeages die het lichaam van de monteur bedekten. Ik wees Björn de douche, vertelde hem dat ik een handdoek voor hem zou klaarleggen en sloot de deur. Met een handdoek uit de kast liep ik terug naar de douche en opende deur. Ik zag door het glas dat Björn in de douche stond, te stuntelen met de instelling. Gezien Björn’s ervaringen, besloot ik te wachten in de deuropening. “Lukt het Björn?” riep ik in de richting van de douche. “Nee, niet echt. Zou je me even willen helpen?” Ik aarzelde even. “Ja, natuurlijk wil ik je helpen. Zal ik naar je toe komen?” Op deze manier wilde ik Björn de kans geven om, als het nodig mocht zijn, een handdoek of iets dergelijks te pakken. Tot mijn verbazing maakte Björn geen gebruik van de mogelijkheid, maar antwoordde direct dat hij graag wilde dat ik hem kwam helpen.

Ik stapte de grote douche in en verzekerde me ervan dat ik Björn bleef aankijken; ik wilde Björn absoluut niet in verlegenheid brengen. Ik gaf Björn uitleg en wilde toen de badkamer verlaten. “Blijf nog even” vroeg Björn. Kunnen we nog even praten!” Ik ging tegen de wastafel hangen terwijl Björn hoorbaar onder het vallende water plaatsnam. We spraken vooral over de gang van zaken in ons bedrijf en over de kans die Björn nu kreeg. Opeens zette Björn de douche uit en opende de deur van de doucheruimte. Terwijl hij met een handdoek zijn haren droogwreef, kreeg ik een prachtig zicht op zijn gespierde armen, mooi behaarde oksels en, en daar bleef mijn blik enkele tellen steken, een geschoren halfstijve pik met twee laag hangende ballen daaronder. Björn keek me aan en begon verontschuldigend te lachen. “Als ik onder een massagedouche sta, krijg ik altijd een stijve”. Björn bleef praten, terwijl ik zijn pik zag groeien en zijn voorhuid wijken voor een mooie, rose-paarse eikel. Björn draaide zich om en boog voorover om zijn benen af te drogen; deze beweging gaf me een ongehinderde blik op zijn billen en zijn, in tegenstelling tot zijn kruis, behaarde bilnaad. Enigszins gegeneerd brak ik ons gesprek af en verliet het vertrek, niet wetend of Björn me nu bewust de douche in geleid had of niet.

Beneden aangekomen meldde Mike me dat er nog twee mensen meer gebruik wilden maken van de douche: Milan en Phillipe. Ik hoorde Björn van de trap af komen, dus wenkte de twee om hen voor te gaan naar de douche. Boven aangekomen wees ik hen de doucheruimte, legde hen de werking van het apparaat uit en legde twee badhanddoeken klaar en hing twee badjassen op. “Veel plezier en als er nog vragen zijn, dan hoor ik het wel.” Ik verliet het vertrek en ging in de slaapkamer met mijn communicator op bed zitten om mijn mails te checken. Ik keek wat verstoord op toen Mike de slaapkamer binnen kwam. “Hoe is het met de twee neuktertjes?” vroeg hij me, terwijl hij zijn armen op mijn schouders legde. “Ik heb ze de weg gewezen en uitgelegd hoe –ie werkt, hoezo?” Mike trok een grijns, stond op en liep in de richting van de badkamer. Ik schudde mijn hoofd en probeerde me weer te verdiepen in de e-mail die ik had opengeklikt.

“He” hoorde ik Mike opeens fluisteren. Ik keek verstoord op naar Mike. Hij wenkte me. Mike had alleen een boxershort aan en toen ik opstond vanaf het bed, viel het me pas op dat zijn eikel boven de band van zijn short uitstak. Ik vermoedde dat het te maken had met hetgeen hij in de badkamer had gezien. Ik volgde Mike en keek door de half openstaande deur de douche in.
Tot mijn verbazing zag ik, tussen de stoomwolkjes door, dat Milan met zijn gezicht naar de muur stond. Phillipe stond daar achter; zijn armen om Milan’s bovenlichaam geslagen en ze waren elkaar diep aan het zoenen. Precies kon ik het niet zien, maar ik zag genoeg om te kunnen concluderen dat Phillipe Milan aan het ontmaagden was; Phillipe’s lichaam schokte van de op- en neergaande bewegingen en ik kon Milan in de deuropening horen kreunen en zuchten. Mike trok me uit de deuropening vandaan, terug de slaapkamer in. In de slaapkamer aangekomen, sloot Mike de deur naar de overloop en trok zijn boxershort uit. Met een elegant slingerde stijve pik kwam hij om het bed heen naar me toe gelopen. “Ik wordt zo geil als ik dat zie. Wij ook. Snel. Nu.”

Ik zoende Mike en terwijl ik hem kuste, trok hij het T-shirt dat ik droeg over mijn hoofd uit. Luttele seconden later viel mijn boxer op de grond. Onbehouwen trok Mike me naar het bed. Mike ging op zijn knieën op bed zitten en stak zijn prachtige billen uitnodigend naar me toe. Terwijl ik met speeksel zijn anus nat maakte, maakte Mike mijn pik stijf. “Snel. Voor ze er zijn” fluisterde Mike me toe. Ik schoof van het bed af en ging achter Mike staan. Voorzichtig, ik vond dat Mike nog niet voldoende nat was en wilde hem geen pijn doen, stak ik mijn eikel in zijn anus. Dat we al vaker sex hadden gehad was nu een voordeel: we wisten precies van elkaar wat we moesten doen. Terwijl ik in een hoog tempo in en uit Mike bewoog, gebruikte ik mijn handen om het lichaam, dat ik te lang niet bij me had gehad, uitgebreid te strelen en te voelen. Alle lekkere plekjes van Mike kregen aandacht: zijn tepels, zijn oksels, zijn gespierde schouders, zijn platte buik en uiteraard zijn krachtige pik en zijn heerlijke ballen. Steeds sneller en harder stootte ik mijn pik in Mike’s heilige plek en zijn gekreun werd met de stoot harder en indringender. Ik voelde Mike’s pik in mijn hand steeds feller pulseren, ten teken dat zijn hoogtepunt nabij was en enkele ogenblikken daarna spoot Mike zich, vergezeld van een lange, kreun, leeg in de muis van mijn hand. Hijgend en het zweet op zijn rug staand, bleef Mike me ontvangen totdat ook ik mijn hoogtepunt bereikte en mijn zaad diep in Mike spoot.

We waren net op tijd: we hoorden beiden de deur van de douche sluiten en de stemmen van Phillipe en Milan. Razendsnel kropen we in bed en trokken de dekbedden over ons heen. Mike had bliksemsnel de TV aangezet die aan ons voeteneind stond en we keken beiden pseudo geïnteresseerd naar een documentaire over hoe klauwhamers gemaakte werden. Tot onze verbazing kwamen Milan en Phillipe beiden naakt vanuit de badkamer onze slaapkamer in gelopen. Milan keek me aan en begreep direct waar wij ons over verbaasden. “Van Phillipe hoorde ik dat het mocht en dat jullie ook vaak naakt door het huis lopen?” Ik keek Milan aan; het was een grote jongen, zeker 1.90 meter lang. Hij was echter bijna mager: zijn groeispurt was blijkbaar wat al te enthousiast ingezet want ik kon, als ik goed keek, zijn ribben zien. Milan had een gezonde, maar wel bleke huidskleur; zijn borstkas verried echter sportiviteit en zijn tepels waren klein, maar de hoven daar omheen erg groot. Uitgezonderd zijn oksels en boven zijn pik was haargroei totaal afwezig. Zijn diep zwarte haren contrasteerden enorm met zijn bleke huid. Geïnteresseerd, en zonder enige gene, ging Milan aan mijn kant op het bed zitten en keek aandachtig naar de TV.

Het gaf mij de mogelijkheid zijn pik te bekijken; deze was smal, maar wel erg lang en wat opviel, was dat zijn eikel maar voor de helft door voorhuid werd omsloten; de dieprose kleur van zijn eikel stond stak fel af bij de bleke huid er omheen. Ik was behoorlijk opgelaten: drie naakte jongens in mijn direct omgeving maakte me opgewonden, maar ik wilde niets liever dan dat ze alle drie vertrokken zodat ik me kon wassen en aankleden; mijn pik plakte aan het dekbed van het niet in Mike achtergebleven sperma en ik was er van overtuigd dat ook Mike’s beddengoed verschoond moest worden. Gelukkig redde Mike de situatie door de twee naar de logeerkamer te sturen om zich aan te kleden en hen te vragen daarna de oven aan te maken. Beide jongens knikten en verlieten de kamer. Snel stonden we op en gooiden het beddengoed in de was. We douchten snel en kleedde ons aan om samen met de rest beneden te gaan ontbijten.

Terwijl we de trap afliepen, kwam de geur van verse broodjes ons tegemoet. Yannick en Yuri hadden de grote tafel in de kamer teruggezet vanuit de garage en gedekt. We namen plaats aan tafel en ik schonk mezelf een glas melk in. “Waarom drink je eigenlijk altijd en overal appelsap?” vroeg Koen aan Mike. Mike lachte verlegen. “Nou Koen, dat is een heeel lang verhaal. Ik vertel het je nog wel eens.” Koen had gelukkig direct door dat dit niet het juiste moment was om door te vragen en veranderde van onderwerp. “Wil je mijn tekeningen eens zien?” vroeg Mike aan Koen. “Natuurlijk!” riep Koen. “Ik zal ze even pakken.” Mike stond op en liep naar boven; hij had zijn schetsboek nog steeds om het bureau in onze slaapkamer liggen. “Welke tekening bedoelt Mike?” vroeg Björn belangstellend.

“Mike wil een aparte tatoeage op zijn lichaam laten zetten” antwoordde Yuri. “Daar heeft hij het laatst op school over gehad in ieder geval. En blijkbaar ben jij een ervaringsdeskundige in zijn ogen.” Koen grinnikte. “Hij zou eens moeten weten hoe pijnlijk dat allemaal is.” Yuri keek Koen aan. “Hoezo?” Koen grinnikte. “Nou, de tribals die ik wilde, zijn nogal ingewikkeld. Bovendien wil een goede tatoeëerder niet alles in een keer erop zetten; hij wordt namelijk ook moe en een vaste hand is wel prettig als je rechte lijntjes wilt.” Mike onderbrak het gesprek door zijn schetsboek voor Koen op tafel te leggen. Met een hoofdknik maakte Mike duidelijk dat Koen zelf mocht kijken. Belangstellend sloeg Koen het boek open en kwam al gauw bij het definitieve ontwerp.

Omdat Mike er nog aan getekend had nadat ik ontwerp op onze slaapkamer gezien had, was ik achter Koen gaan staan en keek over de schouders van de jonge monteur heen mee. Koen floot tussen zijn tanden. “Indrukwekkend ontwerp. Waar zou het moeten staan volgens jou?” Mike haalde zijn schouders op. “Op mijn scheenbeen, denk ik. Ik wilde ‘m aanvankelijk op zijn rug laten zetten, maar omdat ik nog niet helemaal volgroeid ben, is de kans best groot dat –ie lelijk wordt. Omdat de verhoudingen straks niet meer helemaal kloppen, zeg maar.” Koen knikte. “Het wordt dan wel priegelwerk en lang niet elke tatoeëerder kan deze tekening mooi zetten.” Ik keek Koen aan. “Heb je een suggestie? Ik bedoel, ik wil op het strand langs een knul liggen met een mislukte tatoeage op zijn lichaam.” De jongens moesten smakelijk lachen om mijn grap, maar het gezicht van Mike stond op onweer; hij had blijkbaar gedacht dit snel-snel uit te laten voeren, maar begon zich steeds meer te realiseren dat dit niet het geval zou zijn.

“Ik zal degene eens bellen die mijn tatoeages gezet heeft. Misschien dat hij het kan of misschien weet hij iemand. Of misschien beter Mike, laten we er samen langs gaan?” Mike knikte enthousiast: er kwam weer een sprankje hoop in hem dat het misschien toch best snel uitgevoerd zou kunnen worden. Gezellig pratend werd het ontbijt voortgezet. Björn was eerste die afscheid nam; Yuri en Yannick reden een kwartier later met hun brommers bij ons vandaan. Koen’s vader haalde hem op, zodat alleen Mike, ik, Phillipe en Milan nog in ons huis waren, allemaal in afwachting van Milan’s vader.

Rond twee uur hoorde ik een automotor op onze oprit: Frenk kwam zijn zoon Milan ophalen. Ik had Frenk op ons feest overgehaald om Milan bij ons te laten slapen; na wat tegenstribbelen had hij daarin toegestemd. Ik was benieuwd hoe Frenk zou reageren als hij merkte dat zijn zoon nota bene op ons feest zijn eerste echte vriendje had ontmoet. Mike en ik hadden uiteraard afgesproken om hetgeen we in de badkamer hadden zien gebeuren, niet ter sprake zouden brengen.
Mike liet Frenk binnen en ging hem voor naar de kamer. Milan stond op van de bank en begroette zijn vader met een knuffel. “Ik zie aan je dat het gisteren gezellig is geweest” lachte Frenk naar zijn verlegen kijkende zoon. “Ja pap, het was heel erg leuk en gezellig.” Ik nodigde Frenk uit om het huis te bekijken; het gaf me een mogelijkheid om Frenk al vast wat bij te praten over zijn zoon. Gelukkig nam Frenk mijn uitnodiging aan en kon ik Frenk naar boven leidden. Ik liet Frenk als eerste onze badkamer en inloopkast zien en liep vervolgens met Frenk door onze slaapkamer.

“Jullie hebben het netjes voor elkaar!” complimenteerde Frenk ons. “Dank je voor je compliment. We zijn er ook erg trots op, moet ik zeggen” antwoordde ik. We liepen verder en ik opende de deur van de logeerkamer. Dat had ik beter niet kunnen doen: het was direct duidelijk dat in het bed, waar Milan zijn rugzak op had gelegd, die nacht twee mensen hadden geslapen. Ik zag Frenk’s gezicht verstrakken. “Wat heeft dat te betekenen?” vroeg Frenk me, toonloos. “Milan heeft vannacht op de logeerkamer geslapen” antwoordde ik. “Dat zie ik, maar volgens mij zie ik nog meer…” Ik slikte. “Heeft Milan hier vannacht alleen geslapen, of heeft hij gezelschap gehad” vroeg hij, met in zijn stem een mengeling van boosheid en teleurstelling.

“Frenk”, begon ik, niet precies wetende wat en hoe ik het wilde zeggen, “Milan heeft op ons feest kennis gemaakt met Phillipe. Phillipe was een de hotelbedienden die we hebben ontmoet tijden een weekend weg met het managementteam van ons bedrijf. Ik heb ze tijdens het feest voor zover mogelijk in de gaten gehouden en ze hebben eigenlijk de hele tijd met elkaar zitten praten. Ik denk dat Milan en Phillipe het heel goed met elkaar kunnen vinden.”

Terwijl ik deze zinnen uitsprak, was Frenk naar het bed gelopen en had vrij bruut de tas van Milan van het bed gepakt. “Ik heb Milan bij jullie achter gelaten, omdat ik vertrouwen in jullie had. Ik had nooit gedacht dat jij hem zou aanmoedigen om met de eerste de beste homo het bed in te laten duiken!” Zonder verder nog acht op me te slaan, verliet hij de logeerkamer en liep snel de trap af. Ik liep Frenk achterna, niet wetende wat precies te doen. Vanaf de trap hoorde ik Frenk kortaf Milan roepen. “Milan, we gaan naar huis. Nu.” Ik hoorde Milan tegenstribbelen, maar dit had een averechts effect op het humeur van Milan’s vader: “schiet op en hou je mond. Meekomen. Nu!” Phillipe keek mij aan, niet wetende wat te doen en hopende dat ik nu het juiste zou doen. “Frenk”, probeerde ik, “ik denk dat het beter is als je met Milan praat.”

Frenk keek me boos aan. “Ik denk dat ik heel goed in staat ben om zelf te bepalen wat het beste is. En dat is dat mijn zoon deze rotomgeving nu verlaat. Ik had hem nooit hierheen moeten brengen!” Hij trok Milan, toen deze niet snel genoeg aanstalde maakte om mee te gaan, ruw aan zijn arm mee en liet de voordeur open staan. Hij gooide zijn hardop huilende en heftig tegenstribbelende zoon op de passagiersstoel en liep vervolgens om de auto heen. Op dat moment kruisten onze blikken zich. Ik zag enkel woede in zijn ogen. Met een hoog toerental reed Frenk onze oprit af en verdween in no-time om de hoek.

Verslagen liep ik terug de woonkamer in; Mike had zich over Phillipe ontfermd. “Sorry Phillipe” stamelde ik in de richting van de jonge Belg. De jongen, die zich terdege realiseerde dat hij Milan waarschijnlijk nooit meer zou zien, hief langzaam zijn hoofd op en ik keek in zijn met tranen doorlopen ogen. “Jij kunt er ook niets aan doen” fluisterde Phillipe voor zich uit. Mike keek op zijn horloge. “Zal ik je naar huis brengen, Phillipe. Ik vind het niet verantwoord om je nu met de trein naar huis te sturen.” Phillipe keek mij eerst aan. Ik knikte; ik vond het een prima idee van Mike. Bovendien gaf het me de ruimte om na te denken over hoe ik om moest gaan met deze situatie. Een kwartier later reden Mike en Phillipe van de oprit af, op weg naar België.

Ik wist niet wat te doen; enkele keren zocht ik het nummer van Frenk op in mijn communicator, maar iets weerhield me ervan de bel-toets in te drukken. Gefrustreerd over mijn eigen besluiteloosheid gooide ik mijn communicator op de loungebank en schonk mezelf een glas wijn in. Ik begreep Frenk’s reactie aan de ene kant wel: hij dacht dat Milan gewoon op een feestje zou blijven, niks aan de hand. Dat Frenk nu ineens werd geconfronteerd met de geaardheid van zijn zoon, was blijkbaar meer dan hij als vader op dat moment kon verwerken. Ik zette de TV aan en zocht net zo lang langs alle zenders, totdat ik een programma had gevonden dat mijn interesse vasthield.

Ik werd wakker van het gepiep van mijn communicator. Ik stond op van de bank en bekeek het bericht dat zojuist binnengekomen was. ‘Ik ben op weg terug. Phillipe is rustig. Tot zo! XXX M.’ Er verscheen een glimlach op mijn gezicht: ik was er trots op dat Mike de verantwoordelijkheid voor zijn vriend nam en hem naar huis had gebracht. Ik overwoog om alvast te gaan slapen, maar vond dat ik het niet kon maken om naar bed te gaan terwijl mijn vriend nog onderweg was. Ik liep naar de keuken en maakte een kop sterke koffie. Terwijl ik naar buiten keek, gingen mijn gedachten naar Milan. Milan leek een erg verlegen jongen in mijn ogen, dus vandaar dat ik me erover verbaasde wat ik had gezien in de badkamer. Ik smeerde een broodje en ging terug naar de woonkamer, in afwachting van Mike.

Rond half tien hoorde ik Mike’s auto op de oprit en enkele ogenblikken later liep Mike de woonkamer binnen. Ik stond op, gaf Mike een zoen en vroeg hem hoe het was gegaan. Met een zucht ging Mike zitten. “Phillipe en ik hebben eigenlijk de hele weg zitten praten. Over van alles en nog wat: school, werk, ons weekend in het kasteel, wat er met je gebeurt als je er achter komt dat je op jongens valt, over ons, over zijn ouders en uiteraard over Milan.” Ik keek Mike aan. “Heb je ook gesproken over wat we gezien hebben?” Mike schudde zijn hoofd. “Nee; ik vond dat we dat maar even ons geheimpje moesten laten zijn.” Mike stond op en liep naar de keuken. “Jij chips?” riep hij, terwijl ik hem met kastdeuren hoorde slaan. “Chips liggen in de kelder, bij de frisdrank” antwoordde ik, ongeduldig om te horen wat Mike en Phillipe precies besproken hadden.

Met een bak paprikachips op zijn schoot en een glas appelsap in zijn handen, ging Mike verder over het gesprek dat hij met Phillipe had gehad tijdens hun tocht naar de Belgische Ardennen. “Phillipe vertelde me dat hij direct verliefd op Milan was geworden, op het moment dat hij hem met zijn vader binnen zag komen. Via Sandra was hij er achter gekomen wie het was en toen hij Milan een beetje schuchter alleen naar de andere jongens zag kijken, heeft Phillipe de stoute schoenen aangetrokken en een gesprekje met Milan aangeknoopt. Phillipe merkte dat Milan best wel opgelaten was: hij vond het erg leuk op het feest, maar kende er niemand en was te verlegen om zelf een eerste stap te zetten. Toen het ijs eenmaal gebroken was, hebben ze de hele avond samen gezeten.” Ik knikte, aangezien ik ze in het zwembad had gezien.

“Milan’s pa is bijna altijd onderweg, vertelde Phillipe”, vervolgde Mike het relaas van Milan’s vriendje tijdens de autorit naar de Belgische Ardennen. “Milan ontbreekt het qua spullen aan niets, maar voor wat betreft aandacht is het erg mager gesteld in huize van der Zanden. Frenk schijnt Milan elke keer te beloven dat hij meer tijd voor zijn zoon maakt, maar eind van het liedje is dat Milan weer teleurgesteld wordt. En Frenk wil gewoon niet zien dat zijn zoon homo is; hij kapt elke toespeling erop die Milan maakt af en heeft het vorige week blijkbaar nog gepresteerd om tijdens de jaarlijkse familiebarbecue hardop te fantaseren met welke meid Milan thuis zal gaan komen. En het lullige voor Milan is dat verschillende familieleden al lang in de gaten hebben dat Milan nooit met een meisje naar huis zal komen. Een tante heeft dat ooit tegen Frenk gezegd en dat schijnt toen een enorme schreeuwpartij te zijn geworden.”

Ik was verbijsterd over het beeld dat van Frenk werd geschetst; in het vliegtuig vanuit Dubai had ik volgens mijn stellige overtuiging een uitstekend gesprek gehad en toen ik hem hulp vroeg voor het hardcore-feest en de auto’s was hij ook een en al gewilligheid. Aan de andere kant had ik in het verleden ook verhalen gehoord over de werkelijke aard die ouders bleken te hebben, als hun zorgvuldig uitgestippelde toekomstpad niet klakkeloos door zoon of dochter werd gevolgd. Ik begreep dat niet; in mijn ogen was de enige taak van ouders ervoor zorgen dat hun kinderen konden zijn wie ze wilden zijn en geen geregisseerde trekpop. Mijn gedachten gingen terug naar de tijd dat ik voetbaltrainer was; een jongen in het team dat ik trainde zat overduidelijk op voetbal omdat zijn vader dat wilde.

De jongen kon op zich aardig voetballen, maar het was duidelijk dat de jongen niet kon voldoen aan de verwachtingen die zijn vader van hem had. Ik had al enkele keren voorzichtig geprobeerd dit zijn vader uit te leggen, maar zijn vader zag het duidelijk anders: zijn zoon ging het helemaal maken. Zijn vader was present bij alle trainingen en stond alle wedstrijden langs de lijn. Dat zou op zich een geweldig teken van belangstelling zijn, ware het niet dat zijn vader alleen oog had voor de verrichtingen van zijn zoon; hoe de rest van het team functioneerde was voor hem totaal niet van belang. Ik merkte dat dit gedrag bij de rest van de spelers steeds meer irritatie opleverde en dat bovendien het spel van de jongen steeds verkrampter werd: zo gauw als hij een bal verloor of miste, kwam hem dat op een scheldkanonnade vanaf de zijlijn te staan.

Tijdens een uitwedstrijd, die we ongelukkig in de laatste minuut verloren, barste de bom. In de kantine maakte de vader een enorme scène: ik had geen enkel verstand van voetbal en stond de ontwikkeling van zijn zoon alleen maar in de weg. Terwijl zijn vader steeds roder en bozer werd, zag ik zijn zoon kleiner worden en steeds verder wegkruipen in zijn trainingsjack. Die avond heeft de vader de voorzitter van onze voetbalvereniging gebeld en zijn zoon per direct van de club gehaald. Of hij ooit het door zijn vader gewenste niveau heeft gehaald weet ik niet; ik kan me niet herinneren zijn naam ooit nog in de krantenkolommen te hebben gezien.

Mike stond op. “Ik ga maar eens vroeg naar bed vandaag; ik ben moe en heb morgen veel te doen. Ga je mee?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, ik wil nog wat administratie wegwerken en ik heb de kranten nog niet uit.” Mike keek me meewarig aan. “Jij met je kranten…” Ik kreeg een zoen en Mike verliet de kamer. Ik schonk mezelf een glas wijn in en ging, met het glas in de hand, naar mijn kantoor. Ik nam plaats achter mijn bureau en startte de computer. Binnen enkele ogenblikken was ik geconcentreerd bezig met het wegwerken van allerlei administratie. Toen ik rond een uur de slaapkamer binnenkwam, was Mike al diep in dromenland.

Pringles1
Berichten: 46
Lid geworden op: zo 17 jun 2018, 15:44
Vul het getal in: 123

Wat een klas XXIII

Bericht door Pringles1 » do 01 okt 2020, 10:24

De dagen werden steeds korter: het liep tegen het einde van het jaar. Mike ging als een speer op zijn werk; het bouwwerk, waarover Mike de verantwoordelijkheid had gekregen, liep keurig conform planning. Ik had enkele keren met zijn baas gesproken en was ook een keer met hem gaan lunchen; ik wist dat Mike erg leergierig was en graag vooruit wilde, maar ik wilde er zeker van zijn dat Mike niet hoger wilde springen dan zijn stok lang was; ik had aan den lijve meegemaakt wat een effect het op je zelfbeeld heeft als je ambities groter blijken te zijn dan je aankunt. Ik kreeg echter de indruk dat Mike het uitstekend deed; zijn baas gaf me in ieder geval het gevoel dat hij Mike niet liet zwemmen maar hem bij elke stap met raad en daad bijstond.

Op een avond, ik had al gekookt, kwam Mike binnen met een paar magazines onder zijn arm. Nieuwsgierig vroeg ik hem wat het was. Mike ging langs me zitten en overhandigde me de magazines. Het bleken reisgidsen te zijn, met als onderwerp ‘wintersport’. Ik keek Mike meewarig aan, maar Mike knikte hevig. Ik heb het daar van de week met Yuri en Yannick over gehad en zij vonden ook dat we weer eens samen op pad moesten. En we hebben allemaal nog nooit op ski’s gestaan, dus…” Ik schoot in de lach van zoveel enthousiasme. “En jij denkt dat ik nog vrij kan krijgen tijdens de Kerst?” Mike knikte heftig. “Ja, dat weet ik wel zeker. Ik heb vanmorgen je baas gebeld en verteld dat we met Kerst weggingen. Het enige dat hij als antwoord gaf was ‘fijne vakantie’. Dus…” Ik slaakte een diepe zucht. Ik had altijd een bloedhekel gehad aan kou en alles wat er mee te maken had, maar toen ik door de gidsen bladerde, zag ik dat er op vele plekken meer te doen was dan alleen maar in die koude sneeuw rondbanjeren.

“Hoe wil je dan gaan Mike? En met wie allemaal?” Mike stond op en pakte een schrijfblok uit zijn tas. Ik was verbijsterd: hij had al een heel plan de campagne uitgewerkt! “Nou”, begon Mike, “we willen met een man of 8 gaan. Jij, ik, Yannick, Yuri, Bryan, Sandra, Björn en Koen. En in tegenstelling tot onze New York vakantie, hebben we besloten om eenvoudige appartementen te huren: we zijn er toch alleen maar om te slapen. En natuurlijk om jou de gelegenheid te geven om mij regelmatig uitgebreid te…” verder kwam Mike niet, want ik mikte met de precisie een timmermansoog een kussen op zijn gezicht. Mike stak met een lachtend gezicht zijn tong naar me uit en ging daarna verder met het vertellen van zijn plan. “We willen een week gaan en de 28e terugrijden. En we gaan met twee auto’s: Koen mag een Q7 meenemen van zijn vader en jij met jou A8. En we willen onderweg regelmatig stoppen voor wat eten en drinken. Als jij het goed vind ga ik vanavond nog boeken.”

Ik stond aan de ene kant te kijken van het initiatief van Mike, maar aan de andere kant had Mike me de afgelopen maanden vaker laten zien initiatief te willen nemen op allerlei vlak en ik steunde hem daar van harte in. Toch moest ik het idee van Mike even laten bezinken: de aanloop naar Kerst was voor ons bedrijf traditioneel veruit de drukste periode, ik had nog steeds een forse afkeer van sneeuw en ik vroeg me ook af of, als Mike dan per se naar de sneeuw wilde, mijn voorkeur niet uit zou gaan naar een vakantie met z’n tweeën en omringt door alle luxe. Een blik op Mike’s gezicht maakte me echter volkomen duidelijk dat mijn ideeën dit keer geen enkele kans van slagen zouden hebben. Bovendien kon ik het met alle mensen goed vinden en ik vond het vooral prachtig dat de jongens Sandra en Bryan mee wilden nemen op vakantie ook al wisten ze dat Bryan extra zorg en aandacht nodig zou hebben van de andere reisgenoten.

Ik stond op en keek Mike aan. “Weet je wat: als je nu je ouders ook eens meevraagt. Ze houden toch van natuur? En dan hoef ik ook niet elke dag mee die piste op.” Mike pakte zijn telefoon en belde direct naar zijn ouders. Aanvankelijk hielden zijn ouders de boot resoluut af, maar na lang heen en weer gepraat kwam er een compromis uit de bus: ze zouden een paar dagen komen. “Mooi!” besloot Mike het telefoongesprek met zijn ouders. Mike stond op en liep naar de keuken en pakte een zelfgemaakte salade uit de koelkast. Mike zweerde bij dat ‘konijnenvoer’. Op het moment dat Mike terug de kamer in kwam, hoorde ik gestommel uit de garage. “Ah! Daar zullen de anderen zijn!” Ik keek Mike aan. “Ja hoor eens, we zullen toch nog moeten beslissen waar we precies naartoe gaan? En het leek me het beste als we er allemaal naar zouden kijken.”
In de deuropening zag ik het stralende gezicht van Bryan die, nadat hij me gezien had, enthousiast op me af kwam rennen. Toen ik Bryan de eerste keer bij Sandra zag, was de jongen met een angstig gezicht achter de rug van zijn moeder gaan staan. Het was me echter stukje bij beetje gelukt om het vertrouwen van de jongen te winnen en nu gingen we met elkaar om als waren we de beste vrienden. Al snel zat iedereen en werden de boeken verdeeld. Mike zorgde ervoor dat iedereen te drinken had en zette een paar glazen kommen met chips en nootjes op tafel. Vol voorpret werden de gidsen doorgelezen en na lang beraad werd er gekozen voor een klein plaatsje in Oostenrijk. “Iedereen het ermee eens?” vroeg Mike. We zagen alleen knikkende gezichten. Mike pakte zijn telefoon van de salontafel en belde met de reisorganisatie en een kwartier later waren er, met behulp van mijn creditcard, in een klein appartementencomplex in het centrum van het dorp vier appartementen gehuurd. De voorpret kon beginnen!

De paar weken die ons nog restte tot de vakantie waren, voor mij althans, zwaar: wetende dat ik er rond Kerst niet zou zijn, noodzaakte me om vooruit te werken. Gelukkig voor mijn verantwoordelijkheidsgevoel zat Mike in hetzelfde schuitje; ik merkte aan Mike dat hij op de toppen van zijn tenen liep om alles voor elkaar te krijgen, maar zag dat hij zijn hele ziel en zaligheid in zijn opleiding gooide en dat was voor mijn voldoende. Ik merkte ook dat ik enorm kon genieten van samen met Mike voor de TV hangen, samen lekker koken of samen op het verwarmd tuinterras een boek lezen. Ik had nooit verwacht dat ik zo zou worden gegrepen door de huiselijke sfeer nu Mike elke avond bij me was. Mike ging trouw enkele avonden van de week bij zijn ouders langs en soms ging ik mee, maar verder kwamen we samen nauwelijks de deur uit: het was goed zo.
In de laatste paar dagen voordat we zouden gaan, plukten we gelukkig de vruchten van het harde werk van de weken daarvoor: mijn bureau werd leger en leger en ik kon zelfs nadenken over zaken zoals het kopen van skikleding. Mike was, samen met de andere jongens, naar een groot sportwarenhuis in een naburige stad gereden. Daar hadden ze allemaal een zwart skipak met witte stukken gekocht. En als klap op de vuurpijl allemaal een zwarte skihelm, waarop Koen op de achterkant het bekende Masters of Hardcore doodshoofd op had gespoten. “Je gaat Bryan toch niet met zo’n idioot pak en helm rond laten lopen!” had Sandra uitgeroepen toen de groep bij haar thuis de kleding was komen showen. “Ik heb de skipaks uitgekooz mamma!” had Bryan tot grote hilariteit van de jongens als antwoord gegeven en Bryan had de dagen erna, trots als een pauw, alleen maar in zijn nieuwe skipak rondgelopen.

Ik had met Sandra afgesproken dat we samen skikleding zouden gaan kopen. Ik haalde haar thuis op en reed naar de stad. In de winkel werden we netjes geholpen en met twee mooie, bruinkleurige pakken liepen we terug naar de auto. “Zullen we nog een kop koffie doen?” vroeg ik Sandra. Ze keek op haar horloge. “Dat is goed. Maar ik wil het niet te laat maken: ik wil Bryan’s pak nog een keer uitwassen en dat zal echt vannacht moeten, anders wordt hij morgen heel erg boos.” We namen plaats aan een tafeltje en bestelden koffie. “Ik vind het heel erg leuk dat jullie ons mee willen nemen, maar ik voel me eerlijk gezegd wel een beetje opgelaten”, vertelde Sandra. “Hoezo?” vroeg ik. “Nou, ik geloof niet dat Bryan in staat is om te leren skiën; ik bedoel zijn coördinatie is niet best en je moet goed opletten bij het skiën. Ik ben bang dat hij met zijn neus op zijn handicap wordt gedrukt als hij ziet dat de anderen wel met die lange latten uit de voeten kunnen en hij niet.”

Ik nam een slok koffie. “Ik heb dat ook tegen Mike gezegd. Maar voor Mike en de andere jongens was het niet meer dan vanzelfsprekend dat Bryan mee zou gaan naar Oostenrijk. Zij zien Bryan in de eerste plaats als vriend, die toevallig een lichte geestelijke handicap heeft en zeker niet andersom. Mike heeft zelfs nog naar de skischool gebeld en in zijn beste Duits uitgelegd dat Bryan mee zou komen. Ze hebben daar heel leuke sleeën, dus ga er maar vanuit dat de jongens er met Bryan op uit zullen trekken.” Sandra keek me met ietwat angstige ogen aan. “Ik hoop maar dat ze goed snappen dat Bryan niet zo goed voor zichzelf kan denken als zij. Ik bedoel, sinds Bryan Mike heeft leren kennen, is het Mike voor en Mike na en ziet Bryan Mike als zijn grote broer. Sterker nog, zo spreken ze elkaar ook aan als ze elkaar zien. Ik ben alleen bang dat Bryan zonder nadenken alles wat Mike doet, gaat nadoen en zich niet realiseert welke gevaren er zijn.” Ik schonk Sandra een glimlach. “Ik ben er van overtuigd dat Mike zich daar heel goed van bewust is. En anders ben ik er nog altijd bij om hem daar op te wijzen, ben daar maar niet bang voor!”.

Thuis aangekomen zat Mike op de bank, geconcentreerd te kijken op de laptop. “Wat ben jij aan het doen?” vroeg ik Mike. Mike keek op van achter het beeldscherm. “Nou, ik ben aan het kijken hoe de sneeuw in Oostenrijk is.” Ik keek Mike aan. “En?” vroeg ik hem. “Uitstekend. En het gaat nog meer sneeuwen als we daar zijn.” Dat viel me een beetje tegen; ik had gehoopt op een mooie blauwe lucht, zodat ik met Sandra kon gaan wandelen; ik keek – net als mijn rechterhand – enorm op tegen het skiën.

De avond voor vertrek kwam de hele groep samen bij Sandra. Alle bagage werd ingeladen en de uitrusting, waaronder sneeuwkettingen, nog een keer getest. Mike had de te rijden route helemaal uitgestippeld en laadde deze in de twee tomtom’s die hij van een collega had geleend. Rond tien uur reden Mike en ik naar huis om nog wat te gaan slapen; we hadden afgesproken de volgende dag om 6 uur ’s morgens te vertrekken, zodat we voor de grote spits in Duitsland zouden zijn.

Om vijf uur ’s morgens ging onze wekker af. Met een juichkreet gooide Mike het dekbed van zich af en liep naar de badkamer. Enkele minuten later verscheen het hoofd van Mike om de deur. “Schiet eens op luilak!” riep hij me toe. Langzaam stond ik op en liep ook richting badkamer, waar ik de douche al hoorde lopen. Mike had zichzelf helemaal ingezeept en stond met zijn rug naar me toe. Dat ik mijn armen van achter om Mike sloeg kwam voor hem dan ook als een verrassing. Terwijl het warme water over ons beiden werd uitgestort, drukte ik mezelf dichter tegen Mike aan en al snel vonden onze monden elkaar. Ik liet Mike merken dat ik verder wilde gaan, maar Mike sloeg mijn toenaderingspoging resoluut af. “Spaar je energie maar voor vanavond als we ons appartement gaan inwijden” sprak Mike me met een grote glimlach op zijn gezicht toe. Een diepe zoen was het enige wat ik nog van Mike kreeg. “Opschieten, ik wil op tijd zijn!”


Het ontbijt sloegen we over; ik wist zeker dat Sandra voldoende broodjes had gesmeerd. Mike pakte een pak appelsap uit de koelkast en begon er direct aan te drinken. “Heb je alles?” Mike knikte. “Yep. Ik heb gisteren nog een paar CD’s in mijn rugzak gestopt.” Ik keek Mike hoofdschuddend aan. “Gaan jullie echt de hele weg naar Oostenrijk naar die hardcore zitten luisteren? Jullie lijken wel niet wijs!” Door de nog grotendeels verlaten straten van de stad reden we naar Sandra. Ik zag dat Koen al gearriveerd was: de grote Q7 stond bij Sandra voor de deur en de jongens waren druk bezig de laatste voorbereidingen te treffen. Bryan had zich al op de passagiersstoel langs Koen genesteld en de andere jongens zochten een plaatsje in de auto. De auto was verrassend ruim: ze konden met z’n zessen makkelijk zitten, zeker toen we het gros van de bagage in mijn auto hadden geladen.

Sandra sloot zorgvuldig de voordeur en stapte bij mij in. “Zullen wij maar voorop rijden? Dan bepalen wij tenminste het tempo” stelde ik Sandra voor. Haar hoofdknik zorgde ervoor dat ik Koen voorbij reed. Ik had Koen nog even apart genomen en hem van Sandra’s zorgen over Bryan verteld. “Geen probleem. We zullen goed op ‘m passen!” was Koen’s antwoord geweest. We hadden afgesproken elk anderhalf uur te stoppen en onze eerste stop was bij een Raststatte aan de A1. Koen en ik tankten de auto’s opnieuw vol terwijl de jongens in het tankstation inkopen gingen doen en met handenvol chocoladerepen en ander snoepgoed naar buiten kwamen. Sandra en ik overwogen eerst om nog een echt ontbijt te gaan scoren, maar het ongeduld dat bij de jongens duidelijk te zien was, deed ons besluiten om verder te rijden.

Tot mijn vreugde had Mike de route slim en efficiënt uitgestippeld en tot de Oostenrijkse grens konden we goed opschieten. Het landschap had inmiddels plaatsgemaakt voor een winterlandschap: overal lag een flink pak sneeuw en dat beperkte ook onze snelheid fors. Toen we in Oostenrijk van de autobaan afgingen en een kleinere weg opreden, stopten we nog een keer bij een benzinepomp. We waren ruim 12 uur onderweg en een blik op de kaart liet ons zien dat we nog een uurtje te rijden hadden. Omdat Bryan ongetwijfeld vanwege de lange reis wat onrustig begon te worden, nam Sandra de plek in van Björn en ging Björn langs me zitten. “Hoe gaat het?” vroeg ik Björn. “Nou, volgens mijn heeft mijn actie wel indruk gemaakt. Ik zie hem nergens meer.” Ik was blij dat Björn nu verlost was van zijn belager. “En op het werk?” vroeg ik hem vervolgens. “Nou, ik heb met Simon een gesprek gehad en hij vertelde me dat hij een andere baan gaat krijgen in het bedrijf.” Ik knikte; ik had Simon voorgedragen als nieuwe warehouse manager en hem de hint gegeven om Björn zijn plek op de werkvloer in te laten nemen. “Simon heeft me gevraagd of ik zijn baan wil.” Ik keek even opzij, de reactie van Björn peilend. “En?” vroeg ik. Björn slaakte een zucht. “Ik wil het wel, maar ik vraag me af of ik het wel kan!”

Ik glimlachte. “Als Simon en ik er van overtuigd zijn dat je het kunt, dan zal het wel zo zijn, denk je niet Björn? En ben maar niet bang, we gooien je echt niet meteen in het diepe. Maar nu eerst vakantie!” Er verscheen een lach op Björn’s gezicht. “Ja, voor het eerst in jaren! En helemaal zelf verdiend!” Ik had het hier ook met Mike over gehad: zijn vrienden hadden de afgelopen maanden extra gewerkt om de vakantie te kunnen betalen. Ik had voorgesteld dat wij de accommodatie zouden betalen, maar dat idee had Mike weggewuifd: wij mochten best wel wat meer in de pot doen en af en toe trakteren maar de jongens hadden stellig gezegd dat ze niet helemaal op onze zak wilden leven. Schoorvoetend had ik daarin toegestemd.
Rond half acht stonden we bij het appartementencomplex voor de deur; iedereen was behoorlijk moe van de reis en langzaam sleepten de jongens alle bagage naar binnen, nadat ik de sleutels van de appartementen had opgehaald. Mike had niets te veel gezegd toen hij had verteld dat de appartementen eenvoudig zouden zijn. Ons appartement had een simpele douche, een kleine TV, een klein en eenvoudig keukentje, een groot bed en een klein balkon. Ik liet me op het bed vallen en dommelde even weg.

Ik werd wakker van geklop op de deur. Ik moest me eerst even oriënteren waar ik ook al weer was. Ik voelde het bed langs me bewegen en zag dat Mike richting de deur liep. Hij opende de deur en liet de rest van de groep binnen. “Kom, luilak! Eten!” hoorde ik Bryan roepen. Ik stond op, pakte mijn portemonnaie van het kleine bureau en volgde de groep, op weg naar het centrum van het dorp. We namen plaats in een gezellig uitziend, ouderwets ingericht restaurant. “Ik vind dat Bryan mag kiezen wat het wordt” riep Mike, toen we allemaal aan een grote tafel waren gaan zitten. Bryan had ooit een keer kaasfondue gegeten thuis en dat vond hij heel erg lekker, dus de keuze was snel gemaakt. Met voor Mike, Bryan en Sandra respectievelijk appelsap, appelsap en jus d’orange en voor de rest grote glazen lokaal bier zaten we gezellig pratend te wachten op het optuigen van de tafel.

Na ongeveer een kwartier kwamen twee meisjes uit het dorp, gekleed in traditionele klederdracht, de tafel klaarmaken om te gaan kaasfondueen. Mike stootte me subtiel aan en wees met een hoofdknik in de richting van Koen en Björn, die blijkbaar erg in de smaak vielen bij de twee dames. “Als het eten dadelijk nog maar smaakt…” mompelde Mike voor zich uit. Met een knipoog maakte Mike duidelijk dat hij een grapje maakte. De kaasfondue smaakte heerlijk; in de potjes op tafel zaten verschillende kazen, waardoor we konden afwisselen. Op die manier kwam iedereen ook langs iedereen te zitten en werd er overal aan tafel lekker gegeten, gekletst en genoten. Rond tien uur was iedereen voldaan en stelde ik voor dat ik vanuit de pot zou gaan betalen. Ik nam de speciaal daarvoor door Sandra gekochte portemonnaie mee naar de kassa en betaalde; ik stopte wel, nadat ik goed om me heen gekeken had of niemand het zag, stiekem de helft van de kosten vanuit mijn eigen portemonnaie terug in de gezamenlijke. Ik overhandigde deze terug aan tafel aan Sandra, die hem direct in haar tas terugstopte.

Bij de deur zag ik dat Björn en Koen wat stonden te treuzelen. Ik keek ze aan en snapte direct wat de aanleiding was; de twee meiden waren bijna afgewerkt en Koen en Björn wilden maar wat graag nader kennis maken met de twee meiden. Ik stopte Koen 50 euro in zijn hand terwijl ik afscheid van ze nam. “Veel plezier en maak niet te veel herrie als je terugkomt” vertelde ik ze. Ze knikten en gingen, opgelucht dat niemand het hen kwalijk nam dat ze niet direct mee terug naar de appartementen zouden gaan, weer terug naar binnen.

In ons appartementje deed ik als eerste mijn jas uit en pakte mijn skispullen uit. Mike had ze al op een hoopje aan zijn kant van het bed gelegd. We zouden de volgende dag les nemen; ik, Sandra en Bryan zouden gaan leren langlaufen en de andere jongens wilden liever gaan snowboarden. “Ik ga nog even douchen” zei ik tegen Mike, die in de tussentijd de TV had aangezet. Mike knikte afwezig: zijn aandacht was bij het lokale weerbericht dat op TV werd uitgezonden.

In de kleine doucheruimte moest ik even uitvinden hoe alles werkte: ik was allerlei snufjes gewend die hier totaal afwezig waren. Na wat experimenteren had de mengkraan geen geheimen meer voor me en stapte ik onder een warme waterstraal. Onder de douche liet ik de dag van vandaag nog even door mijn gedachten gaan. Ik vond het nu al een geslaagde vakantie, vooral ook omdat iedereen het goed met elkaar kon vinden en rekening met elkaar hield. Sandra en Mike hadden Bryan er gelukkig van kunnen overtuigen dat snowboarden voor hem niet weggelegd was; Bryan ging om toen Mike Bryan beloofde om samen met een slee van de heuvel af te gaan. Onwillekeurig kwam er een glimlach op mijn gezicht; ik bleef me verbazen over de leuke manier waarop Mike met dingen omging en genoot er van om in zijn nabijheid te zijn. Ik was er dan ook erg blij mee dat hij nu bij mij woonde. Ik liep, mijn haren nog drogend, de slaapkamer in. Ik wilde nog wat tegen Mike zeggen, maar ik zag dat Mike al sliep: hij lag bovenop zijn dekbed, met de afstandsbediening van de TV nog losjes in zijn handen.

Ik liep op mijn tenen om het bed heen en deed voorzichtig mijn dekbed los en kroop er onder. De temperatuur in de kamer was hoog genoeg om te voorkomen dat Mike verkouden zou worden, dus ik besloot hem rustig te laten liggen. Ik draaide me op mijn zij en de vermoeienissen van de dag waren groot genoeg om er voor te zorgen dat ik al snel sliep.

De volgende ochtend werd ik wakker van de zonnestralen, die door het slaapkamerraam binnen kwamen. Ik begreep dit in eerste instantie niet: ik had de luiken toch gesloten? Toen ik links naast me keek begreep ik het: Mike zag, met een pak appelsap in zijn hand, een tijdschrift over tatoeages te lezen. Om genoeg licht te hebben, had hij een van de luiken voor het raam geopend. Ik legde mijn hand op zijn rechteronderarm en streelde hem. Mike schoot in de lach: “niet doen, dit kietelt”. Dat was voor mij het sein om de aanval vol in te zetten. In no time rolden we luid lachend over elkaar heen en na enkele pogingen lukte het me om Mike in een houdgreep te krijgen.

Ik gaf Mike een zoen en deze beantwoordde hij gretig. “Zullen we samen douchen?” vroeg Mike. “We hebben nog een half uur voordat we beneden moeten zijn.” Ik knikte en liet Mike los. Hij volgde me in het kleine badkamertje en sloot de deur. Ik keek Mike vragend aan. “Je hebt me gisteren niet wakker gemaakt, dus deze kans laat ik niet aan me voorbij gaan…” fluisterde hij in mijn oren, terwijl zijn hoofd langzaam dichter bij het mijne kwam. Ik wilde eerst nog uitleggen waarom ik hem gisteren niet wakker had gemaakt, maar een blik in zijn ogen was voldoende om me te realiseren dat hij daar helemaal niet op zat te wachten. We zoenden elkaar diep en terwijl we elkaar over het hele lichaam streelden en voelden, deden we elkaar spaarzame kleding uit.

Mike verbrak onze zoenpartij en liep naar de douche. Hij opende de kranen en doseerde de koude kraan zo, dat er een lekkere watertemperatuur ontstond. Mike ging onder de straal staan en liet het water over zijn prachtige lichaam stromen. Hij draaide zich naar mij toe en wenkte me. Gretig ging ik langs hem staan. Onze monden, handen en lichamen vonden elkaar weer en we genoten beiden enorm van het samenzijn.

Ik had doucheschuim meegebracht uit Nederland. Ik spoot wat op een spons en begon Mike daar langzaam mee in te smeren. Het warme water en de heerlijke geur van het schuim en niet te vergeten van Mike, maakte me enorm opgewonden. Dat zorgde er ook voor dat onze aandacht al snel uitsluitend uitging naar elkaars lekkere plekjes. Heel voorzichtig stak ik een vinger in Mike’s anus. We zoenden terwijl ik mijn vinger langzaam heen en weer in hem bewoog, om op die manier Mike klaar te maken. Mike’s handen gingen langzaam, al strelend, naar beneden en vonden elkaar om mijn keiharde pik.

Heel langzaam trok Mike me af; aan de ene kant om mij van hem te laten genieten, maar aan de andere kant ook om te voorkomen dat ik eerder klaar zou komen dat hij wilde. Met een kus en een kleine hoofdknik maakte Mike duidelijk dat hij mij in zich wilde voelen. Mike ging met zijn gezicht naar de muur staan en spreidde zijn voeten. Ik kon me even beheersen; ik keek naar Mike en genoot van zijn prachtige lichaam: zijn massieve schouderpartij, gespierde rug en prachtige billen. Ik zette een stap naar voren en bracht mijn pik voorzichtig bij zijn anus. Ik zoende Mike in zijn nek en drukte vervolgens door zijn sluitspier. Mike’s ademhaling sloeg even over, maar enkele seconden later was deze weer normaal en gaf zijn zachtjes gekreun aan dat ik verder kon gaan. Langzaam drong ik dieper bij mijn vriend naar binnen, totdat mij buik zijn billen raakte.

Voorzichtig haalde ik mezelf tot mijn eikel weer uit Mike en drukte toen weer naar binnen. Dit herhaalde ik op een langzaam opvoerend tempo. Ik wist dat Mike het liefst had dat ik hem vanaf het eerste moment zo ruw mogelijk penetreerde, maar ik had er behoefte aan om het vandaag eens wat liefdevoller te doen en bovendien wist ik dat Mike’s kreunvolume overeen kwam met de snelheid: hoe sneller hoe harder. En ik had niet de indruk dat de muren van de appartementen zo dik waren, dat het geluid niet in de aangrenzende appartementen zou komen. En de appartementen van Koen en Björn en van Bryan en Sandra grensden direct aan dat van ons.

Terwijl het warme water over onze lichamen stroomde, zoenden we elkaar en trok ik Mike langzaam af. Ik had me dicht tegen Mike aangenesteld, om zo veel mogelijk lijfelijk contact met zijn prachtige lichaam te hebben. Ik voelde dat mijn hoogtepunt ging naderen en omdat Mike steeds sneller ging ademen, wist ik dat zijn explosie ook niet lang meer op zich zou laten wachten. Ik probeerde mijn klaarkomen te vertragen, zodat ik samen met Mike zou exploderen, maar het contact met Mike’s heerlijke lichaam voorkwam dat.

We spoelden elkaar zorgvuldig af en verlieten toen de douche. Mike pakte eerst een paar broodjes uit de koelkast en ging zich daarna pas aankleden. Enkele minuten laten zaten we, gekleed in onze winterkleding, aan het kleine tafeltje een broodje te eten. Net op tijd, aangezien luid gebons op de deur het arriveren van de rest van de groep aankondigde. Mike opende de deur en liet de luidruchtige meute binnen. Wat me weer raakte was dat de jongens Bryan als een van hen zagen: Bryan ging dan weliswaar niet met de andere jongens leren snowboarden, maar hoorde er wel helemaal bij.

We ruimden snel ons ontbijt op en verlieten het appartement, op weg naar de skischool. Bij de skischool aangekomen bleek tot mijn tevredenheid dat mijn stiekeme telefoontje had gewerkt. Ik had me namelijk gerealiseerd dat snowboarden niet bepaald van gevaar ontbloot was en ik schatte in dat de vijf jongens in hun enthousiasme en stoerheid risico’s zouden nemen die ze niet goed konden inschatten. Daarom had ik een stiekem telefoontje gepleegd naar de skischool en met hen afgesproken dat er voor beide groepen een aparte instructeur klaar zou staan.

Voor de jongens was er ‘toevallig’ een aparte, erg ervaren snowboarder beschikbaar en Sandra, Bryan en ik gingen met een oudere man naar een rustig deel van de piste om te leren langlaufen. We spraken af elkaar om 1 uur bij een café te ontmoeten voor de lunch en gingen op weg voor de eerste les. Mijn skikunsten waren in een woord samen te vatten: dramatisch. Mijn afkeer van sneeuw leek zich in mijn hele lichaam genesteld te hebben: ik had grote moeite om de juiste volgorde aan te houden en lag dus meer in de sneeuw dan dat ik op mijn ski’s stond. Sandra en vooral Bryan lagen regelmatig dubbel van mijn onhandig gepruts. Aanvankelijk vond ik de hilariteit wel grappig, maar naarmate de ochtend duurde merkte ik dat ik steeds geïrriteerder werd van mijn eigen onvermogen. Ik oefende nog harder en gelukkig: het aantal valpartijen nam langzaam maar zeker af en op het einde van de ochtend lukte het me aardig overeind te blijven.

Met een goed gevoel liepen we terug naar het dorp en namen alvast plaats in het café. Het was tien over een en de jongens waren er nog niet. Ik wilde net een opmerking hierover maken, toen de deur van het café openvloog en de vijf jongens binnen kwamen. Niet alleen hun aantal decibellen, maar ook hun uitrusting had de belangstelling van veel andere aanwezigen getrokken. Regelmatig werden ze aangesproken op vooral de helmen die ze droegen; Koen had er prachtige kunstwerken van gemaakt.

“En?” vroeg ik Mike, nadat hij langs me was gaan zitten. “Het gaat wel aardig” vertelde hij, terwijl hij een stuk brood van tafel pakte en in zijn tomatensoep doopte. Koen keek Mike meewarig aan. “wel aardig? Na een kwartier maakte hij zijn eerste sprong al. Wij waren nog bezig uit te vinden hoe je op zo’n ding blijft stáán…” Bryan stond op en liep naar Mike toe. Mike draaide zich naar Bryan en stak zijn hand omhoog. Bryan sloeg er een harde high five tegenaan en ging daarna weer zitten. Ik merkte aan Mike dat hij het snowboarden geweldig vond, maar aan de andere kant ervan baalde dat hij er blijkbaar veel meer aanleg voor had dan zijn vrienden. “Als jullie willen, kunnen jullie vanmiddag nog een les pakken” vertelde ik, terwijl de jongens hun borden volschepten. “Ik wil met Bryan en Sandra een stuk gaan wandelen.” De jongens keken elkaar aan. “Als jullie het echt goed vinden, zou ik graag nog een extra les nemen” vertelde Björn voorzichtig. “Mooi! Afgesproken!” antwoordde ik, op die manier meer tegenwerpingen in de kiem smorend.

Een half uur later stonden we allemaal weer buiten. Mike keek op zijn horloge. “Hoe laat zullen we weer afspreken?” Sandra haalde haar schouders op. “Hoe lang denken jullie nog puf te hebben om te snowboarden?” De jongens hoonden haar opmerking weg. “Zullen we vier uur afspreken? Dan gaan we daarna omkleden en eens apres skiën?” De jongens knikten en liepen, met hun gehuurde snowboard onder hun arm, terug naar de piste. Wij liepen de andere kant op; ik had een GPS-apparaatje gehuurd waar de looproute in stond. Ik had Bryan de GPS gegeven en benoemd tot onze gids. Geconcentreerd kijkend op het scherm liep Bryan voorop, ons op die manier wellicht onbedoeld tijd en ruimte gevend om van de omgeving te genieten.

“Hoe gaat het nu met je?” vroeg ik Sandra. Er verscheen een flauwe glimlach op het gezicht van mijn trouwe rechterhand. “Wel goed eigenlijk. Van mijn ex-man heb ik in ieder geval geen last meer, dat is een hele geruststelling. En ja, nu jij er voor gezorgd hebt dat ik promotie heb kunnen maken, hoef ik me ook een stuk minder zorgen te maken of ik de maand wel doorkom. Sterker nog, ik heb de afgelopen weken een paar keer in de zaterdagkrant gekeken of er ergens een iets groter huis te koop is. Ik bedoel, Bryan wordt steeds ouder en nu Yannick bij ons woont, is het een beetje krapjes.”

Ik klopte Sandra bemoedigend op haar schouder. “Goed joh! En helemaal dat je een ander huis wil gaan kopen. Ik vroeg me regelmatig af hoe je dat met minstens drie mensen doet in jou huisje; ik bedoel: volgens mij woont Yuri ook zo’n beetje bij je in, is het niet?” Er verscheen een grote lach op haar gezicht. “En dan vergeet je nog dat Björn en Koen ook nog regelmatig langskomen en niet te vergeten Mike. Ook al is dat nu wel een stuk minder, nu jullie zo nodig moeten samenwonen…” Ze stak haar tong naar me uit en ik reageerde door haar een handvol verse sneeuw in haar gezicht te gooien.

Halverwege de wandeltocht stopten we op een uitkijkpunt. Ik zette mijn rugzak op het ruwhouten tafeltje dat daar neer gezet was. We gingen zitten en ik liet Bryan de rugzak openen. Hij haalde er een paar pakjes drinken uit en drie ingepakte bakjes met een lokale lekkernij erin uit de rugzak en gaf ieder van ons wat te eten en te drinken. Ik moest lachen om de uitdossing van Bryan: een enorm stoere helm met een grote schedel erop terwijl Bryan de liefste jongen was die ik ooit had ontmoet. Ik wist dat Bryan niet begreep waar die schedel voor stond, maar zijn grote ‘broer’ Mike had dezelfde op zijn helm staan, dus was het vanzelfsprekend dat Bryan exact dezelfde print op zijn helm zou hebben.

Genietend van de rust en de prachtige omgeving aten we zwijgend ons bakje leeg. Ik keek op mijn horloge. “Tijd om weer terug te gaan mensen!” Bryan stond direct op en verzamelde de pakjes en de bakjes en deed ze zorgvuldig terug in de rugzak. Enkele minuten later wandelden we terug richting het dorp.

Toen we op de stoep stonden van het appartementencomplex sloeg de klok van de centraal in het dorp gelegen kerk vier keer: perfect getimed. Bryan en Sandra gingen zich in hun appartement omkleden en zouden daarna bij mij op de rest van de groep wachten; ze waren uiteraard in geen velden of wegen te bekennen. Ik opende de deur en trok mijn wandelschoenen uit. Ik pakte een sportief overhemd uit mijn koffer, een spijkerbroek en een paar sportschoenen. Mike had met argusogen toegekeken toen ik mijn koffer in ging pakken: ik had eerst nette kleren ingepakt maar Mike had me ervan overtuigd dat ik zo echt niet in een apres-ski kroeg binnen kon lopen.

Terwijl ik me om aan het kleden was, hoorde ik stemmen en vervolgens de deur. “Ben je er al?” hoorde ik Mike roepen. “Ja, in de slaapkamer” antwoordde ik. Enkele seconden later keek ik in het stralende gezicht van Mike. “Hoe ging het?” vroeg ik hem. “Nou”, antwoordde Mike, “er is morgen een wedstrijd hier in het dorp. En mijn leraar vindt dat ik mee moet doen.” Ik keek Mike met open mond aan. Mike was best sportief, maar dit had ik nooit verwacht. “En? Doe je mee?” Mike haalde zijn schouders op. “Kweenie. Aan de ene kant lijkt het me heel gaaf, maar aan de andere kant…” Mike zweeg en ik keek hem vragend aan. “Nou gewoon… We zijn hier met z’n achten en ik wil niet dat alle aandacht morgen weer naar mij uitgaat. En bovendien heb ik Bryan beloofd dat hij met ‘z’n grote broer’ gaat sleeen. Dus…” Ik liet het onderwerp rusten; Mike was oud en wijs genoeg geworden om hier zelf een beslissing over te nemen.

Mike trok zijn skipak uit en legde zijn helm zorgvuldig op het nachtkastje langs het bed. “Je moest eens weten hoeveel mensen al naar onze helmen hebben gevraagd. En weet je wat ik nou zo gaaf vind?” Ik keek Mike niet begrijpend aan. Terwijl hij zijn bezwete T-shirt uittrok en richting badkamer liep om zich te gaan douchen, gaf hij antwoord. “Dat Bryan er ook een heeft. Ik was best bang dat hij uitgelachen zou worden. Maar dat gebeurt helemaal niet en dat komt denk ik voor een stuk ook doordat hij dezelfde uitrusting heeft als de rest. Gaaf man!” Ik vond het nog steeds geweldig dat ze zo met Bryan omgingen, maar vond het aan de andere kant vervelend om opnieuw te moeten constateren dat er blijkbaar dus veel mensen waren die anderen op hun uiterlijk beoordeelden en niet op wie ze waren.

Ik had de TV ingeschakeld en keek naar BVN; ik wilde op de hoogte blijven van het nieuws in Nederland. Terwijl ik het douchewater hoorde lopen, maakte ik van de gelegenheid gebruik om mijn mail te bekijken. Ik had Mike moeten beloven om er niet meer dan 10 minuten per dag aan te besteden en dan ook nog als hij er niet bij was. “Ik ken jou” was zijn antwoord geweest toen ik hem naar de noodzaak van zijn eis vroeg. Er zaten geen urgente zaken bij. Wel hadden een aantal collega’s een “fijne vakantie” mail gestuurd. Ik hoorde het douchewater stoppen en sloot daarom mijn communictor af. Slechts gekleed in een boxershort kwam Mike de kamer binnen gelopen, terwijl hij met een handdoek zijn gespierde lichaam afdroog. Ik keek toe hoe hij een spijkerbroek uit zijn tas haalde en een zwart T-shirt.

Hij wierp mij het T-shirt toe. “Dat doen we allemaal aan dadelijk, dus jij ook!” riep hij me toe. Ik vouwde het shirt open. Op de voorkant stond een klein logo dat erg veel leek op het Masters of Hardcore-logo dat ik inmiddels uit en te na kende. Als je echter goed keek, stond er geen MoH op, maar MoS, ‘Masters of Snowboard’ in hetzelfde lettertype. Toen ik het shirt omdraaide, keek ik recht in de ogen van de kemerkende schedel, maar die droeg in deze tekening een skihelm. De tekst ‘Masters of Snowboard’ stond er met grote letters onder. “Gaaf he?” vroeg Mike me. “Heeft Koen zelf bedacht en getekend. De opdruk is van dat fluoriserend wit, dus als we straks in zo’n donkere kroeg staan, licht het mooi op.” Ik keek Mike aan. Hij knikte heftig. Ik zuchte een keer diep en begon vervolgens mijn overhemd weer los te knopen.

Een kwartier later stond de rest van de groep aan de deur. Mike opende de deur en liet iedereen binnen. Ik had gehoopt dat Sandra zou hebben geweigerd zodat ik ook alsnog een overhemd kon aantrekken, maar ik zag dat ook zij het shirt aanhad. Ik legde me bij de situatie neer en volgde de groep naar buiten. In een zijstraat van het marktplein stond een cafe waar meer Nederlanders apres-ski zouden houden. Ik vond dit een van de mindere onderdelen van de vakantie, maar ik wist dat Mike en de rest van de jongens hier erg naar hadden uitgekeken, dus schikte ik me in mijn lot. Toen Mike de deur opende, zag ik dat de zaak al behoorlijk vol zat en knalde een nummer van Andre Hazes uit de speakers dat luidkeels werd meegezongen. Na wat zoeken vonden we een vrije hangtafel in een hoek dicht tegen de bar aan. Ik informeerde aan de bar hoe de betaling ging en daar kreeg ik te horen dat men met consumptiemunten werkte.

Ik vroeg aan Sandra de groepsportemonnaie en liep naar het loket waar munten werden verkocht. Ik stopte er stiekem 100 euro bij en kreeg een flinke boterhammenzak vol muntjes en liep daarmee terug naar de tafel. Ik nam de bestelling op en liep naar de bar. Terwijl ik aan het wachten was, keek ik eens goed om me heen. Het was een Oostenrijkse cafe zoals je dat op TV wel eens zag: veel houtwerk, bierpullen aan de bar en veel feestende mensen in de zaak. Ik zag dat de groep direct aanspraak had en dat kwam zeker ook door de shirts die ze droegen en die, zoals Mike voorspeld had, oplichtte in het donker. Ik moest lachen toen een drietal blonde dames van een jaar op 20 om Mike heen stonden en alle drie hun best deden bij Mike onder de aandacht te komen. “Ze moesten eens weten” grinnikte voor me uit, toen ik met een vol dienblad terug naar de tafel liep.

Het viel me op dat het steeds drukker werd rondom onze tafel: de jongens waren blijkbaar erg populair bij de dames, die niet in de gaten hadden dat drie van de vijf homo waren. Yannick gaf me een knipoog, toen hij met een beeldschoon donkerharig meisje de dansvloer opliep. Ik schoot in de lach en ging nog een rondje halen. Ik keek van een korte afstand naar Mike. Met zijn blonde stekeltjes en zijn glimmende oorbellen en halsketting zag hij er prachtig uit. Hij stond te kletsen met een van de dames waar Bjorn en Koen gisteren een oogje op hadden en ze hadden zichtbaar veel plezier.

Mike nam een nieuw glas appelsap van het dienblad toen ik de diskjockey, die een Nederlander bleek te zijn, een ‘speciaal nummer’ hoorde aankondigen. Enkele seconden later hoorde ik het bekende piano-riedeltje dat het begin van Guus Meeuwis’ ‘Brabant” vormt. Ik zag Mike’s gezicht direct verstrakken en hij zette het glas met een klap terug op het blad en begon gehaast de kroeg in te lopen. Ik brak mijn gesprek met Bjorn af en ging achter Mike aan: ik zag aan Mike dat hij uit het lood geslagen was en ik wilde naar hem toe. Het was moeilijk om in de grote drukte Mike in het vizier te houden, maar ik zag hem nog net de deur uitglippen.

Ik verliet ook het cafe en kreeg eerst een klap van de temperatuursverandering. Nadat ik mijn hoofd een paar keer geschud had, liep ik het paadje af dat de ingang van het cafe scheidde van de straat en keek vervolgens om me heen, of ik Mike ergens zag. Ik zag Mike schuin tegenover de kroeg op een bankje zitten, zijn hoofd gebogen tussen zijn knieeen. Ik ging langs Mike zitten. “Het doet je denken aan je oma, he?” vroeg ik Mike. Bijna onzichtbaar knikte Mike. Ik sloeg een arm om hem heen. Dit was de andere kant van Mike: niet de stoere, robuuste en zelfverzekerde jongen maar de kwetsbare, onzekere 18-jarige die ook niet al zijn emoties onder controle had. “Ik mis mijn oma zo” fluisterde Mike voor zicht uit. “Dat kan ik me goed voorstellen Mike. Ik heb haar jammer genoeg maar even gekend, maar ze was een goed mens, dat weet ik zeker.”

Mike schoof wat naar me toe. “Mijn oma en opa vonden het altijd geweldig als ik bij hen kwam logeren. Om de hoek bij hun huis zat een schapenboer en daar ging ik dan minstens een keer per dag met opa en oma naar toe, schapen aaien. Ik mocht ook altijd zo laat opblijven als ik zelf wilde. En ik riep altijd stoer dat ik samen met opa naar bed zou gaan, maar het einde van het liedje was altijd dat ik op de bank in slaap viel en dat opa me dan naar bed droeg en oma me instopte. En zo gauw als ik wakker was, stond oma met een lachend gezicht langs haar bed. Ik heb oma nooit verdrietig gezien, ook niet toen opa overleden was. En dat terwijl ze echt alles samen deden: waar opa was, was oma en omgekeerd. Ze heeft nooit laten merken hoe erg ze opa miste, maar nadat hij overleden was, ging ik elke keer als ik bij haar was, bloemen brengen naar het graf van opa. En nu besef ik pas dat ze daar elke dag geweest moet zijn, omdat het graf van opa er altijd keurig bijlag. En ik weet zeker dat ze wist dat ze ernstig ziek was. En toch niets laten merken…” Ik zag tranen in Mike’s ogen en besloot niets te zeggen; ik wilde Mike alle ruimte geven zijn verdriet te uiten.

Mike haalde na een paar minuten zijn neus op en wreef met zijn handen door zijn ogen. Mike keek opzij. “Zullen we teruggaan?” vroeg hij. “Als jij dat wilt ga ik met je mee terug” antwoordde ik hem. Mike stond op. “Kom op dan. Mijn appelsap wordt koud.” Samen liepen we terug naar het cafe; ik voelde nu pas hoe koud het was in het dorp en hoe donker: in dit dal viel de schemer al vroeg.

Terug in de kroeg schoot Sandra me aan. “Wat was er met Mike?” Ik pakte een glas bier van het blad en nam een slok. “Het nummer van Guus Meeuwis was het nummer waarmee Mike’s oma de kerk werd uitgedragen toen ze overleden was.” Sandra keek me aan. “En dat kwam allemaal weer naar boven?” Ik knikte. “Arme jongen.” Samen keken we naar Mike. Hij zag ons kijken, toverde een glimlach op zijn gezicht en draaide zich toen om, richting Koen, en begon met hem te praten en seconden later verscheen er weer een lach op Mike’s gezicht. Gelukkig.

Rond acht uur begon de honger bij de meesten toch wel te knagen. We dronken de laatste glazen leeg en liepen toen de buitenlucht in. “Wat zullen we eten?” vroeg ik. Ik had gehoopt dat we deze avond eens wat normaals zouden eten, maar we eindigden in een pizzeria. Mike had al besteld voor ik ook maar iets kon zeggen; hij had een stuk of 10 verschillende pizza’s besteld. “Kan iedereen van alles wat proberen” was zijn uitleg. Gelukkig duurde het maar even voordat de geur van warme pizza’s onze neuzen vulde en enkele minuten later stonden ze voor onze neus. Hongerig stortte de groep zich op de Italiaanse lekkernij en Mike bestelde er zelfs nog twee bij. Ook die gingen in no time op. Sandra en Bryan stonden op. “Bryan heeft denk ik genoeg indrukken voor vandaag opgedaan; hij wordt wat onrustig merk ik. Als jullie het niet erg vinden, ga ik met Bryan terug naar het appartement.”

Mike wenkte Bryan en die kwam direct met een lachend gezicht naar hem toegelopen. Mike had Bryan een soort van begroetingsritueel aangeleerd waarmee je je vuist, vingers en hand op een bepaalde manier tegen elkaar moest slaan. Het idee kwam volgens Mike vanuit de VS en hij had dit Bryan aangeleerd toen ze een ritje met zijn auto waren gaan maken. Ik stond sprakeloos te kijken: het liep helemaal synchroon. Met een dikke knuffel namen de twee ‘broers’ afscheid van elkaar. “Wel meetoe morg! Jij winne!” zei Bryan tegen Mike, en hij keek er even steng bij. Ik zag Mike verrast kijken naar Bryan, maar toen Bryan weer lachtte, kon Mike niet anders doen dan beloven dat hij mee zou doen aan de wedstrijd de volgende dag. Nadat Bryan wat dat betreft gerust was gesteld, verlieten Sandra en haar zoon de pizzeria.

“Gaan we nog terug?” vroeg Bjorn. “Waarom niet?” vroeg ik. Mike betaalde de pizza’s – niemand had door dat Sandra de groepsportemonnaie mee naar haar appartement had genomen – en zo stonden we weer buiten, waar het echt koud was in alleen een T-shirt. Daarom liepen we snel terug naar de kroeg. Het was er nu echt vol en met moeite konden we een plekje vinden waar we konden staan. Ik bestelde direct drie drankjes voor iedereen, want het was ook erg druk bij de bar. De gezellige Nederlandstalige feestmuziek had intussen plaats gemaakt voor een mengelmoes van top 40 muziek, hardcore en metal. Ik merkte ook dat de mensen in de kroeg anders waren dan die middag: het was nu alleen nog maar jeugd die vooral kwam om veel te drinken. Ik was eerlijk gezegd na vijf minuten al op de sfeer afgeknapt en dat werd er niet beter op toen een dronken jongen een gesprek met me begon aan te knopen. Toen ik duidelijk liet merken geen zin te hebben in een gesprek, begon de onvast op zijn voeten staande knul te schelden. Gelukkig trokken een paar van zijn vrienden hem bij me weg; ik zag Mike en de anderen in mijn ooghoeken al naar me toe komen lopen.

Ik ging met mijn rug naar de bar staan en beperkte me tot het bestellen van drank voor de jongens en het bekijken van wat er allemaal voor mijn ogen gebeurde. De DJ had al snel in de gaten dat de mensen in de zaak steeds meer ardcore liefhebbers waren, dus de metal en top 40 nummers werden steeds zeldzamer en rond 12 uur was de kroeg veranderd in een hardcore party. De jongens waren nu helemaal het middelpunt van de belangstelling met hun aparte shirts en allerlei meiden groepten zich om hen heen. Ik zag dat Mike, Yuri en Yannick het allemaal over zich heen lieten komen, maar Koen en Bjorn gingen gretig in op de aandacht die ze kregen.

Mike wist zich op enig moment los te maken van de dames en kwam naar me toe. “Wat een mutsen!” riep Mike in mijn oor, in een poging boven het geluid van de muziek uit te komen. “Het enige wat ze van me willen is mijn telefoonnummer en mijn msn. Je kunt er geen normaal gesprek mee voeren. Tsss….” Ik lachte hardop en Mike keek me boos aan. “Had je dan iets anders verwacht hier?” schreeuwde ik terug. “Nou, ik had wel wat meer verwacht dan dit. Het enige wat ze willen, is sex. En dit is de eerste dag dat ik ze zie!” Nu moest ik helemaal lachen. “Wat nou?!” riep Mike met een boos gezicht. Ik boog me naar Mike toe, zodat ik in zijn oor kon roepen. “wij zijn gelukkig zo niet, he Mike!” Mike wilde eerst mijn opmerking bevestigen, maar toen besefte hij mijn ondertoon en herinnerde zich dat wij de eerste keer ook sex hadden gehad – twee keer zelfs. “Ja, maar dat is anders!” riep Mike, maar hij wist heel goed dat zijn verhaal niet klopte. “Ik ga nog even buurten!” riep Mike. Ik knikte en zag hem de de mensenmassa verdwijnen.

Om half twee kwam Mike weer naar me toe gelopen. Ik had in de tussentijd wat met een van de barmensen gepraat. Het bleek ook een Nederlander te zijn; hij was student logistiek en barman in Oostenrijk was zijn bijbaan. “Zullen we gaan? Die wedstrijd begint morgen om negen uur.” Ik knikte, nam afscheid van de barman en liep met Mike naar buiten. “Gaan de anderen niet mee?” vroeg ik Mike. Mike schudde zijn hoofd. “Nee, Yuri en Yannick staan te feesten en ik denk dat Bjorn en Koen vannacht niet in hun appartement slapen.” Hij besloot zijn verhaal met een knipoog, waardoor ik precies begreep wat hij bedoelde. In ons appartement aangekomen kleedde we ons snel uit en gingen direct naar bed; we waren allebei moe van de dag en Mike had genoeg eergevoel dat hij morgen goed wilde presteren.

De volgende ochtend werd ik wakker van Mike. Ik schok toen ik zag dat hij al helemaal aangekleed langs het bed stond. “Hoe laat is het?” vroeg ik Mike verschrikt. “Bijna half negen.” Ik vervloekte mezelf: waarom had ik ook de wekker, die op het nachtkastje stond, niet gezet. Snel gooide ik mijn dekbed van me af en liep, hardop mopperend, de badkamer in, Mike lachend achterlatend. Ik gooide snel een paar handen ijskoud water door mijn gezicht en liep terug de slaapkamer in. Uit mijn koffer pakte ik ondergoed en trok dat aan. Omdat ik eigenlijk geen tijd meer had, trok in mijn skipak van de vorige dag aan en strikte snel mijn wandelschoenen. In het kielsog van Mike verliet ik ons appartement. Op de gang kwam Bryan aan aanrennen en hij sprong ten teken van begroeting vol in Mike’s armen. Van Sandra had ik begrepen dat een van de handicaps die Bryan had, was dat hij niet kon inschatten wat zijn eigen kracht was. Vandaar dat hij, zonder af te remmen, bovenop Mike sprong. Gelukkig wisten Mike en ik dat en waren we allebei sterk genoeg om Mike te houden, maar Sandra hield daar regelmatig blauwe plekken aan over.

Met z’n vieren liepen we richting de piste. Ondanks het vroege uur waren er al veel mensen op weg die de wedstrijd wilden zien. Ik liep met Mike naar de jurytafel waar we hem in konden schrijven nadat Bryan en Sandra een goed plekje langs het parcous hadden uitgezocht. Mike kreeg een vel papier met daarop de regels en een plastic hoesje, met daarin zijn nummer. We bestudeerden de regels. Mike was ingedeeld in de beginnersklasse en mocht drie keer een sprong maken. De jury bestond uit een aantal leraren, maar de man die Mike zo goed geinstrueerd had, zat er niet bij. Ik legde mijn handen op zijn schouders en keek Mike diep in zijn ogen aan. “Mike, je hoeft je voor mij niet te bewijzen en voor de anderen ook niet. Doe je alsjeblieft voorzichtig?” Mike knikte.

Niet helemaal gerust ging ik achter Bryan en Sandra staan, inafwachting van de eerste ronde. Yuri en Yannick waren intussen ook aangekomen; ze hadden zich ook een beetje verslapen en dat was goed te zien aan onder andere hun slordige haren. “Wanneer mag Mike?” vroeg Yuri. “Hij heeft nummer 23, dus hij is voorlopig nog niet aan de beurt.” We laafden ons aan het vroege zonnetje en ik was blij dat ik mijn zonnebril meegenomen had. Gelukkig hadden de anderen daar ook aan gedacht, zodat niemand last hoefde te hebben van de felle zon. “Kijk eens wie we daar hebben…” mompelde Yannick op een gegeven moment. Ik draaide me om in de richting die Yannick aanwees en zag daar Bjorn en Koen aankomen lopen. Ze hadden allebei een van de dames die hen in de kroeg hadden aangesproken, bij zich.

“En? Lekker geneukt?” riep Yuri van een afstandje ongegeneerd zijn vrienden toe. Ze kregen allebei een brede lach op hun gezichten, maar zeiden niets. “Tssss….” Liet Yannick zijn mening duidelijk werken. “Tsja, ik deel liever iets uit, dan dat ik iets ontvang” antwoordde Koen, waarna alle jongens in de lach schoten. De twee Oostenrijkse meisjes begrepen niet waarom de jongens zo moesten lachen en kregen ook geen duidelijk antwoord toen ze er naar vroegen. Sandra had in de tussentijd bij een standje 9 grote bekers koffie gehaald. Ik accepteerde de beker gretig; ik had nog niets gegeten of gedronken die ochtend doordat ik me weer eens bijna verslapen had.

“Und Jetzt die Nummer 23 für die Niederlände, Mike von Weem!” De jongens om me heen begonnen te juichen en enkele seconden later zagen we Mike, met zijn zwartwitte pak, voorzichtig vaart maken op zijn snowboard. Hij ging schuin op de schans af en maakte in de lucht een halve schroef, voordat hij keurig landde. Hij liet zichzelf uitglijden naar ons toe en zette bij het hek zijn helm af. “Mooie sprong” complimenteerde ik hem. Mike glimlachte. “Ik bewaar de mooiste voor het laatst!” en, nadat hij weer de speciale groet met Bryan had gedaan, boarde hij terug naar het startpunt. Ik keek om me heen en genoot: het was lekker weer, bijna alle mensen die belangrijk voor me waren, waren in mijn nabijheid en genoten zichtbaar en ik merkte dat deze vakantie me echt goed deed. Ik zoog een flinke teug gezonde berglucht in mijn longen en voelde de kou prettig tintelen in mijn lichaam. En nu stond mijn vriend ook nog in een snowboardwedstrijd.

Mijn comunicator ging over en ik liep even weg van de piste voordat ik opnam. Tot mijn grote vreugde bleek het de vader van Mike te zijn. “We zij in het dorp. Waar zijn jullie?” Ik vertelde Frits dat we bij de snowboardpiste stonden omdat Mike met een snowboardwedstrijd meedeed en dat ze snel moesten zijn als ze nog een sprong van hun zoon wilde meemaken. Ik legde hen snel uit hoe ze bij de piste konden komen en verbrak toen de verbinding. Ik was net op tijd voor Mike’s tweede sprong. Helaas mislukte de sprong voor de helft: Mike kwam niet goed terecht en moest flink corrigeren om te voorkomen dat hij zou vallen. “Kut! Dat kost ‘m heen hoop punten!” hoorde ik Bjorn roepen en de anderen deelden zijn conclusie.

Zichtbaar balend kwam Mike weer naar ons toe geboard en zette zijn helm af. Ik wist inmiddels dat Mike in dit soort situaties wilde dat ik dicht bij hem was, dus ik wurmde me naar de rand van de boarding en ving Mike daar op. Ik sloeg hem op zijn schouder. “De derde sprong maakt het wel goed joh!” probeerde ik hem moed in te spreken. “Dat zal wel moeten, anders win ik nooit…” klonk het zichtbaar teleurgesteld uit zijn mond. Ik keek Mike aan. “Je hoeft voor mij niet te winnen hoor. Ik ben nu al trots op je.” Antwoordde ik. Mike knikte. “Dat weet ik wel, maar als ik ergens aan mee doe, wil ik ook graag winnen. Dus mijn laatste sprong wordt alles op niks.” Ik keek Mike nog een keer diep in zijn ogen. “Geen rare dingen doen Mike. Ik wil niet dat je je bezeerd.” Mike keek me aan, maar zei niets. Hij pakte zijn helm van me aan en zette deze op zijn hoofd. Toen hij weer richting start boarde, zag ik dat hij de bevestiging van zijn helm extra controleerde. Ik wist niet hoe ik dat moet opvatten.

Ik kreeg ook niet veel tijd om daarover na te denken, aangezien Mike’s ouders zich bij ons voegden. De reis was voorspoedig verlopen en ze hadden hun spullen al in hun appartement gezet. Ze waren net op tijd om de tussenstand na twee van de drie sprongen te horen. Mike stond, tot ieders verrassing, op de tweede plaats. Voor hem stond een jongen uit Tsjechie, maar die had nummer 12, zodat Mike precies wist wat hij nodig zou hebben om te kunnen winnen. Ik betrapte me er zelf op dat ik gewoon aan het bedenken was hoe Mike de wedstrijd kon winnen, terwijl ik hem enkele minuten daarvoor nota bene had gekapitteld daarover en hem had verteld dat meedoen belangrijker was dan winnen. Ik besloot dat ik het van mezelf mocht en concentreerde me op de piste.

De Tjechische jongen maakte een mooie sprong, maar kwam ook niet helemaal goed uit. “Mai gaat winne!” riep Bryan toen de Tsjech zichtbaar teleurgesteld terug naar de start boarde. Ik zag de spanning onder zijn vrienden toenemen en ik moest erkennen dat ik ook steeds kriebels kreeg. Mike’s moeder was intussen met Sandra naar het dichtstbijzijnde cafe vertrokken: ze zag twee deelnemers hard vallen, werd bang dat Mike ook een smak zou maken en was direct genezen van de snowboardsport.

Nummer 22 maakte een middelmatig sprongetje en nu waren we in afwachting van Mike. Hij zette veel harder aan dan bij zijn vorige twee sprongen en ik zag hem, tot mijn grote schrik, op de grote schans afstevenen. Zijn afzet was niet helemaal goed, maar hij was de eerste die een hele salto uitvoerde. Mike kwam perfect terecht en hij stak zijn handen omhoog. Ik was er zeker van: Mike was de winnaar en klom, met de andere jongens direct achter me aan, juichend over de boarding heen. Ik omhelsde Mike en enkele ogenblikken later lagen we op de grond, bedolven onder zijn uitgelaten vrienden. Het lukte me om Mike snel een zoen te geven, een zoen die hij gretig beantwoordde en me daarna een knipoog gaf.

Mike’s vader had zijn moeder en Sandra uit de kroeg gehaald voor de prijsuitreiking. Mike kreeg een krans om zijn hoofd en een grote beker. En niet te vergeten drie zoenen van een van de plaatselijke schonen. Met de krans nog om zijn nek, kwam hij naar ons toegelopen. Toen hij zijn ouders zag, verscheen zijn karakteristieke glimlach weer op zijn gezicht en rende hij naar de boarding toe. Ik vond het niet meer dan logisch om even op de achtergrond te blijven en Mike’s ouders even hun zoon voor zichzelf te laten hebben. Ze stonden gezellig met elkaar te praten en ik liet hen daarom maar even zo.

Pringles1
Berichten: 46
Lid geworden op: zo 17 jun 2018, 15:44
Vul het getal in: 123

Wat een klas XXIV

Bericht door Pringles1 » do 01 okt 2020, 10:39

Mike’s vader stond erop dat we met de hele groep, inclusief de twee scharrels die Bjorn en Koen hadden opgedaan, in de kroeg een biertje op de winst van Mike zouden gaan drinken. Ik vond twaalf uur nogal vroeg voor alcohol, maar het enthousiasme waarmee Frits’ idee werd omarmd liet me geen keuze en dus stond ik een kwartier later met een halve liter bier in mijn handen. Mike’s overwinning was schijnbaar al als een lopend vuurtje door het dorp gegaan, want hij werd in de kroeg voortdurend gefeliciteerd door enthousiaste en, zonder uitzondering, aantrekkelijke meisjes. Ik stond met enig leedvermaak toe te kijken hoe Mike probeerde de meisjes aan de ene kant netjes te bedanken voor de aandacht, maar aan de andere kant ook duidelijk te maken dat hij niet geinteresseerd was in een nadere kennismaking. Aan de wanhopige blik in zijn ogen was te merken dat het daar niet bepaald mee wilde vlotten.

Ik stond Mike’s gestuntel grinnikend aan te kijken, toen Frits me op mijn schouder tikte en me vroeg of ik buiten met hem een sigaret wilde gaan roken. Dit was ondertussen onze code voor een goed gesprek houden, bij voorkeur zonder anderen erbij. Ik maakte Mike met wat handgebaren duidelijk dat wij even naar buiten gingen en aan zijn gezichtsuitdrukking te zien, had hij nu graag met ons mee naar buiten gelopen. Voor de deur van de kroeg diepte Frits een pakje sigaretten uit zijn binnenzak en presenteerde me er een. Ik vond dat wel grappig: hij bood me er altijd eentje aan, ook al wist hij heel goed dat ik eigenlijk nooit rookte. Mike’s vader begon te grinikken toen ik mijn hoofd schudde op het moment dat hij het pakje voor mijn neus hield. “Wist je dat, sinds jij en Mike iets hebben, hij niet meer gerookt heeft?” De enige keer dat ik me kon herinneren dat Mike gerookt had waar ik bij was, was onze eerste echte kennismaking, op de binnenplaats van het ROC.

Mike’s vader inhaleerde diep en liet de rook in kringetjes uit zijn mond ontsnappen. Ik was benieuwd waar Mike’s vader het over wilde hebben; ik kon me zo snel niet indenken welk onderwerp het zou moeten zijn. Vandaar dat ik rustig wachtte totdat Frits begon te praten. “Jij en Mike wonen nu ruim een maand samen. Vertel eens, hoe bevalt het jou?” Ik liet twee mensen tussen ons door, die de kroeg in wilden lopen. “Het bevalt mij in ieder geval prima. Ik bedoel, we hebben het allebei nog heel erg druk maar weten wel dat we normaal gesproken ’s avonds samen zijn, uitgezonderd natuurlijk de avonden dat hij naar jullie gaat, maar daar heb ik geen moeite mee. Ik merk wel dat Mike nog serieuzer over dingen nadenkt dan voorheen; ik merk dat hij echt bezig is met ons samen wonen.”

Mike’s vader keek me vragend aan. “Hoe bedoel je?” Ik wachtte even tot hij een nieuwe trek van zijn sigaret had genomen, voor ik verder ging. “Nou, de eerste week had hij beloofd te koken. Ik kom ’s maandagavonds om een uur of negen van een meeting met een potentiele klant. Mike ligt languit op de bank. In de keuken zie ik dat alles keurig opgeruimd is en op het fornuis, in de oven noch in de magnetron staat iets wat op eten lijkt. Ik loop terug de kamer in, en vraag, blijkbaar wat geirriteerd, waar het eten is. Mike schiet overeind, zijn ogen worden heel groot en hij slaat zijn hand voor zijn mond. Helemaal vergeten dus. En bij veel afhaalzaken sluit om negen uur de keuken en veel restaurants zijn op maandag uberhaupt niet open. Ik heb dus voor de eerste keer in maanden in een snackbar gezeten. En Mike maar excuses maken. Het heeft wel geholpen: als we nu afspreken dat hij voor het eten zorgt, krijg ik tegenwoordig rond zes uur een sms-je met het menu voor die avond. Hij leert snel bij en het is heel leuk om dat van dichtbij mee te maken. Maar hoe staan jullie er tegenover?”

Mike’s vader zuchtte. “Ik merk dat mijn vrouw er nog steeds moeite mee heeft. Begrijp me niet verkeerd: ze vindt jou nog steeds het beste wat haar zoon heeft kunnen overkomen, laat daar geen misverstand over bestaan. Maar ik merk wel regelmatig dat ze Mike mist. Het is ook nog steeds vreemd: eerst woon je 18 jaar met drieen in een huis, doe je in het weekend dingen samen en zit je ’s morgens en ’s avonds samen aan tafel en bespreek je de dag. En nu zitten we er de hele dag met z’n tweeen. Ze klaagt wel eens dat het zo stil is in huis. En dat terwijl Mike eigenlijk nooit een druktemaker is geweest. Nou ja, sinds hij jou kent is hij wat dat betreft wel erg veranderd: hij is veel drukker en praat veel meer. Ik ben heel blij dat Mike nog graag naar huis komt en ik zie aan hem dat hij gelukkig is; met jou, met zijn werk, zijn vrienden en gelukkig ook nog met ons. Dat maakt het gemis dragelijk. En natuurlijk: we weten dat kinderen ooit het huis uit gaan. Dat is ook goed. Alleen als het moment dat daadwerkelijk daar is, is het toch even slikken.”

Zwijgend stonden we nog een paar minuten bij elkaar; de geluiden uit de kroeg drongen vaag tot ons door. Mike’s vader liet zijn sigarettenpeuk op de grond vallen en drukte deze, door er mijn zijn voet op te draaien, uit. “Kom, we gaan weer naar binnen.” Ik volgde Frits weer naar binnen en mijn ogen gingen direct op zoek naar Mike. Ik zag Koen en Bjorn met hun nieuwe veroveringen wat tactisch aan de kant staan en Yuri en Yannick die met Sandra en Mike’s moeder stonden te praten. Ik zag Mike nergens en liep op Sandra af. “Mike is een stukje met Bryan wandelen. Bryan had een beetje moeite met de drukte en de herrie hierbinnen.”

Een half uurtje later kwamen Mike en Bryan weer naar binnen; ik zag ze binnenkomen en de sneeuw van elkaars jassen kloppen. Met rode gezichten kwamen ze bij ons staan; Bryan week geen moment van de zijde van zijn ‘grote broer’. “En morgen gaan we samen wandelen” zei Mike tegen zijn ouders, terwijl hij zijn arm om Bryan heen sloeg. Mike had de andere jongens voor vertrek verteld dat hij een dag met Bryan er op uit zou trekken en de anderen hadden daar zonder problemen mee ingestemd. Na een gezamenlijk diner in een restaurant, waarbij Mike’s ouders er op stonden dat zij mochten betalen, gingen we allemaal terug naar onze appartementen. Mike pakte alvast zijn rugzak in voor zijn wandeling die hij de volgende dag met Bryan wilde gaan maken. In bed vroeg ik hem van alles over de wedstrijd en over hoe hij het vond dat zijn ouders waren gekomen. Uit Mike’s steeds tragere antwoordden maakte ik op dat hij langzaam in slaap sukkelde. Toen ik op een vraag geen antwoord meer kreeg, wist ik dat Mike naar dromenland was vertrokken. Snel volgde ik zijn voorbeeld.

De volgende ochtend was ik voor de verandering als eerste wakker. Ik stapte voorzichtig uit bed en liep naar de badkamer. Ik knipte het licht van de badkamer aan en keek mezelf aan in de spiegel. Ook al wist ik dat een douche wonderen zou verrichten, ik was niet ontevreden over hoe ik er in de spiegel uitzag. De combinatie van vakantie, de voortdurende aanwezigheid van Mike en zijn vrienden én de gezonde berglucht hadden ervoor gezorgd dat ik er een stuk gezonder uitzag dan enkele weken geleden. Voldaan knipte ik het licht uit en hoorde, toen ik de deur opende, dat Miike bezig was op te staan. Ik verliet de badkamer en liep de slaapkamer in. Mike rekte zich, geheel naakt en met een keiharde pik, uit en keek me daarna met een glimlach aan. “Ook goedemorgen, zou ik zo zeggen…” mompelde ik voor me uit en Mike kwam direct naar me toegelopen en gaf me een zoen, die lang genoeg duurde om zijn stijve pik tegen mijn bovenbeen te voelen drukken.

Ik vond het slingeren van Mike’s stijve pik als hij liep een prachtig gezicht en hij liep regelmatig zo rond in ons huis. Ik had Mike meermalen verteld dat ik dat geen goed idee vond, omdat bijna iedereen wist waar de sleutel voor de garage hing en het dus niet ondenkbeeldig was dat mensen ineens in het vertrek zouden staan, waar Mike zonder kleren zou zijn. “Mwah… als ze m’n pik niet willen zien, moeten ze maar de andere kant op kijken. En ik vind het belangrijker dat jij overal bij kunt. En bovendien, ik weet zeker dat jij het stiekem heel erg geil vindt” had Mike de laatste keer dat ik hem daarover had aangesproken, gezegd. Ik had het onderwerp daarom verder maar laten rusten. “Verwen je me nog effe voor ik ga?” vroeg Mike prompt verloren. Ik keek Mike aan en hij trok weer zijn puppygezicht. “Niet doen Mike, je weet dat ik geen nee tegen kan zeggen als je me zo aankijkt.” Mike glimlachte toen ik voor hem op mijn knieen ging en zuchte diep toen mijn tong zijn eikel beroerde.

Keurig op tijd liep Mike ons appartement uit, met op zijn rug zijn rugzak met daarin allerlei lekkere dingen. Ik schudde mijn hoofd, nadat Mike na het geven van een pesterig handkusje uit mijn zicht was verdwenen. Ik kleedde me uit en stapte de douche in. Ik liet het warme water over mijn lichaam stromen en gebruikte extra veel doucheschuim. Na me goed af gesproeld te hebben, sloot ik de kraan en stapte uit de douche. Ik kleedde mezelf rustig aan en ging met mijn communicator op mijn bed liggen; nu Mike de hele dag met Bryan op pad was, had ik mooi de gelegenheid een heleboel mails weg te werken. Ik begon met het open klikken van het maandelijkse management-bulletin. Hierin stonden alle verkopen, kosten, uitgaven, winstcijfers en KPI’s van onze hele onderneming. Ik bekeek als eerste de resultaten van mijn onderdeel en was blij te zien dat ik keurig volgens budget werkte.

In de laatste MT-vergadering was er namelijk twijfel over de continuiteit van de prestaties van mijn afdeling ontstaan: enkele collega’s vonden dat ik in een korte tijd wel erg veel onervaren, jonge mensen op key-positions had geplaatst. Vooral de promotie van Simon had behoorlijk wat wenkbrauwen doen fronsen: Simon had geen HBO of WO-opleiding (zijn HAVO-diploma was zijn hoogste opleiding) en ook geen ervaring in het aansturen van een operationele afdeling. Ik had duidelijk gemaakt waarom ik die weg was ingeslagen, wat ik er mee wilde bereiken en hoe ik dat wilde bewerkstelligen. Mijn baas had na mijn uitleg de discussie gesloten en was verder gegaan met het volgende punt.

Ik had die avond wel uitgebreid met Simon gesproken; dat de twijfel in de board ook bij hem terecht zou komen, stond wel vast en ik wilde daarom dat hij van mij, zijn direct leidinggevende, te horen zou krijgen dat ik rotsvast achter hem zou staan. Ook had ik hem enkele tips gegeven hoe hij effectief met de twijfel kon afrekenen. Ik was blij dat Simon mijn raad ter harte genomen, waarna het rumoer grotendeels verstomde.

Een bericht las ik met grote interesse: onze onderneming had een paar orienterende gesprekken gevoerd met een grote Amerikaanse partij. Tot voor kort waren we vooral op de Europese en Aziatische markt gericht, maar mijn baas had regelmatig laten doorschemeren dat het de bedoeling was om ook op andere markten actief te worden. Uit het verslag maakte ik op dat er zeker een vorm van samenwerking zou komen; hoe die er precies uit zou gaan zien was nog onbekend.

Ik beantwoordde nog een aantal korte mails en belde met Simon: bij mijn vertrek naar Oostenrijk had ik hem bij me geroepen en hem als mijn tijdelijke plaatsvervanger benoemd. Ik moest grinniken toen ik weer voor mijn ogen zag hoe hij daarop reageerde: geschrokken, maar ook wel trots. Ik merkte aan Simon’s stem dat hij blij was dat ik hem belde; ik liet hem rustig vertellen wat er was gebeurt en welke maatregelen hij genomen had en was aangenaam verrast door de praktische manier waarop Simon mijn taken waarnam: waar hij dacht het zelf op te kunnen lossen, deed hij dat; waar hij twijfelde gaf hij aan dat ik het na mijn vakantie op zou nemen. Gerustgesteld beeindigde ik het gesprek en legde mijn communicator op mijn nachtkastje. Ik keek op mijn horloge en zag dat het pas 11 uur was. Ik draaide me om en viel in slaap.

Ik werd wakker van luid gebons op de deur van het appartement. Enigszins knorrig stond ik op en riep dat ik er aan kwam. “Schiet op, we moeten met je praten!” hoorde ik Sandra antwoordden, en ik hoorde aan haar stem dat er iets aan de hand was. Ik versnelde mijn pas en haalde de grendel van de deur. Ik keek daarna in het witte gelaat van Sandra. Toen ik haar binnenliet, zag ik pas dat het buiten hard sneeuwde en een windvlaag blies ijskoude lucht ons appartement in. Snel sloot ik de deur achter me en keek Sandra aan. “Mike en Bryan… ze zijn nog niet terug en ik kan ze niet bereiken.” Ik schrok enorm: het was al donker geworden en het leek erop alsof de sneeuwstorm nog wel even zou voortduren. “Heb je in het dorp gekeken?” Sandra knikte heftig. “Ja, ze zitten niet in een restaurant of kroeg. En bij de andere jongens zijn ze ook niet. Ik wordt bang…”

Zo had ik Sandra nog nooit gezien: in haar ogen stonden tranen en de rest van haar gezicht straalde pure wanhoop uit. Ik overwoog even wat te doen: ik had aan de ene kant veel vertrouwen in de wijsheid van Mike, maar moest aan de andere kant toegeven dat hij ook pas net 18 was en gevaren niet altijd zag of wilde zien. Ik vroeg me af hoe Mike zich in een gierende sneeuwstorm zou houden, in een gebied waar hij de weg niet kende en ook nog met een jongen bij hem, die grotendeels afhankelijk van hem was. Een koude rilling trok door mijn hele lichaam bij de gedachte alleen al.

“Moeten we niet de hele groep bij elkaar halen en de politie gaan inseinen?” vroeg ik Sandra. Ze keek besluiteloos voor zich uit. Normaal was zij degene die mij in lastige omstandigheden vooruit hielp, maar ik zag aan de manier waarop ze op de bank zat dat ik nu in actie moest komen. Ik pakte mijn communicator en draaide Mike’s nummer. Na wat gekras hoorde ik in zangerig Duits een vrouwenstem vertellen dat het toestel dat ik wilde bereiken, buiten bereik van het netwerk was en het later nog maar eens moest proberen. Ik zuchtte en belde daarna Koen: ik ging er vanuit dat hij het meest volwassen was van de groep. De telefoon ging vier keer over voordat ik Koen hoorde; ze stonden in een cafe. Ik vertelde hem kort wat er aan de hand was. Koen beloofde de groep direct bij elkaar te gaan halen en naar ons appartement te komen. Als laatste belde ik Mike’s ouders en vroeg ze ook naar ons appartement te komen.

Na een kwartier was iedereen binnen. Ik vertelde kort en zakelijk wat er aan de hand was. “We gaan zoeken!” riep Mike’s vader. Ik schudde mijn hoofd. “Dat lijkt me niet verstandig. Het is al bijna donker en we kennen het gebied hier helemaal niet. Als we op eigen houtje gaan handelen, is de kans groot dat er ongelukken gebeuren. Ik ga de politie bellen.”

Een uur later stonden er vier Oostenrijkse agenten in ons appartement, vergezeld door een drietal lokale reddingswerkers. Ik kon de agenten een foto laten zien, die ik de dag daarvoor tijdens de snowboardwedstrijd had gemaakt en waar Mike en Bryan opstonden. Ook konden we goed omschrijven welke kleding de twee jongens droegen. “Hatten sie eine bestimmte Strecke zum Spazieren?” Sandra knikte: Bryan had een GPS-apparaat meegenomen waar de route die ze samen gingen wandelen, op stond. Ze gaf een van de agenten het papier, waarmee ze bij terugkomst de betaalde borg terug konden krijgen. De man keek op het papier en pakte een mobiele telefoon uit zijn achterzak en liep een paar meter bij ons vandaan.

We hoorden dat de agent naar een alarmcentrale had gebeld. Zij gingen proberen om het signaal, dat de GPS gebruikte om zijn positie te bepalen, op te vangen. Als dat lukte, zou het mogelijk moeten zijn om de twee snel te vinden. Een andere agent had het signalement van de twee naar de omliggende dorpen doorgegeven en aan de hotels die aan de route lagen. Een mobiele telefoon ging over en een agent nam op. Ik zag aan zijn gezicht dat hij geen goed nieuws hoorde. “Es tut mir Leit” zei de agent. Men had geprobeerd om het GPS-signaal te peilen, maar de weersomstandigheden waren zo slecht, dat dat niet was gelukt.

De lokale reddingswerkers konden niets anders besluiten dan om de ochtend af te wachten: het weer was zo slecht dat zij het onverantwoord vonden om nu nog op zoek te gaan. Toen die mededeling kwam, barstte Sandra in huilen uit; Mike’s moeder probeerde haar te troosten. Ik sprak met de politie af dat we, als ze niet op eigen kracht uit het gebied konden komen, we morgen, bij het eerste licht, een zoekactie zouden starten. De reddingswerkers beloofden dat ze hun collega’s in zouden schakelen. Ik liet de mannen uit en keek een paar seconden de donkere nacht in, terwijl de wind grote sneeuwvlokken in mijn gezicht bliezen. Mike en Bryan moesten daar ergens zijn, met z’n tweeen in de koude, donkere nacht. Ik rilde. Toen sloot ik de deur.

De sfeer van de vakantie was totaal bedorven; iedereen was in zichzelf gekeerd bezig zich een voorstelling te maken wat de twee nu door moesten maken en zelfs of ze nog in leven zouden zijn. Ik was blij dat Mike en Bryan zich erg goed hadden aangekleed en dat ze een rugzak met eten en drinken bij zich hadden. Ik hoopte vurig dat dit voldoende zou zijn om het in ieder geval deze nacht vol te houden, zodat morgenochtend bij daglicht een succesvolle zoektocht mogelijk zou zijn. Verslagen verliet iedereen ons appartement, todat Mike’s ouders en Sandra overbleven. Ik gooide mijn handen besluiteloos in de lucht. “Rustig maar. Jij kunt er ook niets aan doen. Normaal gesproken zou er ook niets aan de hand zijn. En Mike is een slimme jongen, we vinden ze morgen echt wel” vertelde Mike’s vader. Ik vroeg me alleen af of hij het nu zei om ons op te beuren of om zijn eigen gemoedsrust te sussen.

Ik had intussen voor Mike’s ouders een appartement in ons complex geboekt; ik wilde dat ze in de buurt zouden zijn en zelf wilden ze ook niets liever. Ik liep met Sandra naar haar appartement en omhelsde haar, voor ze naar binnen ging. Ik keek in haar betraande ogen. “We vinden ze morgen. Ik weet het zeker” vertelde ik haar. Zonder antwoord te geven liep ze naar binnen en sloot de deur. Ik zuchtte diep en liep, diep weggedoken in mijn jas, terug naar ons appartement. Ik probeerde Mike nog een keer te bellen, maar wist het antwoord al. Inderdaad: weer die vriendelijke stem. Ik liep naar de badkamer en gooide een paar handen koud water in mijn gezicht. Ik keek mezelf aan in de spiegel. “Hou vol Mike, ik kom je morgen zoeken en ik zal je vinden. Ook al is dat het laatste wat ik doe…” fluisterde ik voor me uit. Ik knipte het licht uit en ging in mijn bed liggen. Dat Mike nu niet net als elke nacht even kwam vervelen en een nachtzoen bietsen voelde ik nu vol in mijn ziel. Ik probeerde nog een keer Mike te bereiken. Weer dat bericht. Ik hoorde de wind om het gebouw fluiten en viel uiteindelijk in een onrustige slaap.

Ik werd om vier uur wakker. Ik keek om me heen en miste het rustgevende geluid van een rustig ademende van Mike langs me. Als ik veel te vroeg wakker werd, ging ik altijd naar Mike’s regelmatige ademhaling luisteren en viel dan snel weer in slaap. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen en herinnerde me weer hoe de stand van zaken was. Ik sprong uit bed en opende de luiken voor het raam. Het was nog donker, maar ik zag – hoewel er behoorlijk wat mist in het dal hing - in de verte op een bergkam dat de zonsopgang niet lang meer zou duren. Ik kleedde mezelf aan en smeerde gedachteloos een paar broodjes en at deze zonder smaak op. Een drietal koppen koffie brachten me helemaal bij mijn positieven. Ik realiseerde me dat de hele vakantie groep waarschijnlijk van mij verwachtte dat ik vandaag het voortouw zou nemen en besloot dat ik dat ook ging doen, uiteraard samen met de lokale mensen. Het terugvinden van Mike en Bryan was mijn enige doel voor vandaag.

Ik verliet mijn appartement en liep door de vrieskou naar dat van Sandra. Door het kleine raampje in de deur zag ik dat het licht al aan was en ik klopte op de deur. Enkele seconden later maakte Sandra de deur open en liet me binnen. Ik zag dat ze niet geslapen had en haar ogen waren rood van de tranen. “Bryan is alles wat ik heb…” snikte ze, toen ik haar in mijn armen nam. Ik keek haar aan. “We gaan Bryan en Mike vandaag vinden. 100% zeker. De mensen hier weten echt wel wat ze moeten doen om ze snel te vinden; ze hebben ervaring met deze dingen. Ik zag Sandra besluiteloos voor zich uitkijken. “Kom, we gaan naar Mike’s ouders.” Sandra knikte en trok haar winterjas aan. We sloegen de hoek om en stonden voor het appartement waar Mike’s ouders in waren getrokken.

De deur stond al op een kier, dus stapte ik, nadat ik op de deur had geklopt, naar binnen. Ik zag in de ogen van Mike’s ouders dat ook zij amper hadden geslapen deze nacht. Zwijgend liepen de drie doodsbange mensen achter me aan, in de richting van het politiebureau waar we bij elkaar zouden komen. Tot mijn vreugde waren Bjorn, Koen, Yuri en Yannick al in het bureau en ze dronken zwijgend koffie, in afwachting van wat komen ging.

De commandant van de plaatselijke reddingsbrigade vertelde hoe de zoektocht zou worden opgezet: er zouden vier groepen worden gemaakt, die alle vier een ander deel van de route zouden gaan uitkammen. Als Mike en Bryan over twee uur nog niet gevonden waren, zou er een helikopter met warmtezoekers worden ingezet; dat was nu nog niet mogelijk vanwege de mist en de opkomende zon. Hij benadrukte dat alleen mensen met een goede conditie mee mochten zoeken: het gebied was zeker van de paden af moeilijk begaanbaar en de hoogte deed een extra beroep op het uithoudingsvermogen van iedereen en het zou nu een race tegen de klok worden.

Er werden mobilofoons uitgedeeld en waarschuwings-vuurpijlen. Bij elke groep zat een man die de omgeving als zijn broekzak kende en deze had een kaart van het gebied en een GPS-apparaat bij zich. Ik wende me tot de ouders van Mike en tot Sandra; zij zouden achterblijven en in de politiepost wachten op nieuws. Samen met een Oostenrijkse agent, die Fritz Muller heette, de lokale berggids Wolfgang Schlaub en met Yannick ging ik op pad; wij zouden het zwaarste deel van de route uitkammen: het laatste deel, hoog op de berg, ongelijk en vol bomen en struikgewas. We namen plaats op een tweetal sneeuwscooters; hiermee zouden we rijden tot het pad te smal werd en van daaruit te voet verder gaan. We controleerden nog een keer de werking van de apparatuur en gingen toen op pad. Ik had me goed aangekleed, maar toch had ik het erg koud; de wind was snijdend koud en de snelheid waarmee we ons verplaatsten en niet te vergeten mijn gedachten maakte dat er niet beter op. Ik verschuilde me zo veel mogelijk achter de brede rug van Fritz en een snelle blik op de andere sneeuwscooter leerde me dat Yannick hetzelfde deed.

Na ongeveer een uur rijden stopte Fritz de scooter. Ik was blij dat ik van het sneeuwvoertuig kon stappen; vooral de laatste kilometers waren erg hobbelig en vol scherpe bochten geweest en ik had me tot het uiterste moeten inspannen om niet van de scooter te vallen. Yannick en ik kregen even de gelegenheid om op adem te komen, terwijl de twee Oostenrijkers geconcentreerd op de kaart keken en op het GPS-apparaat. Wat me opviel was de absolute stilte: dit deel van het berggebied werd alleen door wandelaars gebruikt; een skipiste ontbrak en er waren geen loipes voor langlaufers.

De Oostenrijkers legden ons uit dat de sneeuw van de afgelopen nacht het zoeken erg zou bemoeilijken; eventuele loopsporen waren waarschijnlijk niet meer zichtbaar. We moesten heel goed kijken naar oneffenheden in de sneeuw en voortdurend met lange stokken in de sneeuw prikken. Ik had me de hele ochtend afgevraagd hoeveel proviand Mike in zijn rugzak had gestopt. De koelkast was grotendeels leeg toen ik vanmorgen broodjes smeerde. Ik hoopte maar dat dit voldoende zou zijn tot we ze zouden hebben gevonden. Fritz nam contact op met de politiepost en meldde dat we op pad gingen. Ik slingerde mijn rugzak op mijn rug en Yannick volgde mijn voorbeeld. Vervolgens liepen we achter de twee Oostenrijkers aan, verder het bos in, verder de berg op.

Ik riep met korte tussenpozen Mike’s en Bryan’s naam in de hoop dat ze me zouden horen en iets terug zouden roepen. Door het fikse pak sneeuw en het zorgvuldig prikken in de sneeuw schoten we erg langzaam op; vooral Yannick had het moeilijk om overeind te blijven. Ondanks het aanbod, weigerde hij koppig zijn rugzak aan een van de Oostenrijkers over te geven. Ik zag op het gezicht van de jongen een verbeten trek, vermengd met angst, pure angst. Waarschijnlijk dacht Yannick ook aan het horrorscenario dat door mijn hoofd was geschoten die ochtend: dat we Mike en Bryan zouden aantreffen, doodgevroren door de kou. Ik schudde woest met mijn hoofd om deze gedachte uit mijn gedachten te bannen.

De mobilofoon kraakte. Even had ik de hoop dat het het bericht zou zijn dat Mike en Bryan ongedeerd waren gevonden. Helaas; het was alleen een check-up met alle ploegen. Het was extra vervelend om te horen dat wij niet de enige groep waren die maar erg langzaam vooruit kwam; de andere groepen hadden ook last van de neerslag en het totaal ontbreken van sporen in de sneeuw. Ik had even de neiging om de moed in de schoenen te laten zakken, maar toen ik Mike weer in mijn gedachten zag, die prachtige, goedlachse jongen waar ik zo van hield, voelde ik de verbetenheid weer in me terugkeren. Een keiharde vloek van Yannick haalde me weer terug in de realiteit; hij had zich verstapt en zijn evenwicht verloren. Als de situatie niet zo ernstig was, had ik er smakelijk om kunnen lachen. Nu snelde ik toe om Yannick weer overeind te helpen.

Ongeveer anderhalf uur nadat we de sneeuwscooters hadden verlaten, hoorden we langzaam vanuit het dal het geluid van een helikopter sterker worden. Ik had begrepen dat de helikopter bij ons zou beginnen en dan langzaam af zou dalen; mocht de mist weer opzetten dan zou dat normaal gesproken het eerste op de hoger gelegen delen gebeuren. Via de mobilofoon werd informatie uitgewisseld. Aanvankelijk probeerde ik het gesprek te volgen, maar de krakende verbinding en het dialect dat de mannen spraken, deden me al snel inzien dat dit verloren moeite was. De Oostenrijkers wenkten ons en we trokken, voorzichtig om ons heen prikkend, verder de berg op.

Na ruim twee uur intensief zoeken stopten de Oostenrijkers even. Het pauzemoment had voor Yannick niet veel langer op zich moeten laten wachten; totaal uitgeput leunde hij tegen een boom. Ik baande me een weg naar hem toe door de sneeuw en pakte een fles drinken uit zijn rugzak en reikte hem deze aan. Gulzig dronk hij de fles in een keer leeg. Heel langzaam kwam hij weer op adem. Een van de Oostenrijkers had Yannick zien worstelen de laatste honderden meters en nam nu op een dwingende toon de rugzak van Yannick over. Daarna trokken we weer verder; steeds hoger de bergen in.

De helikopter meldde zich weer: ze had het laatste deel van de tocht intussen met warmtezoekers gecontroleerd en helaas niets gevonden. De mist kwam bovendien langzaam maar zeker opzetten, dus men besloot de helikopter elders, in lager gelegen delen, in te gaan zetten. De helikopter kwam erg laag over ons heen gevlogen, wat een wervelwind van sneeuw veroorzaakte. Ik keek de langzaam kleiner wordende helikopter na en moest vechten tegen de gedachte dat met het kleiner worden van de helikopter, ook de kansen van Mike en Bryan steeds kleiner werden.

Bij een open plek in het bos stopten de Oostenrijkers. Fritz wendde zich naar mij en Yannick. Hij vertelde me dat de helikopter het laatste stuk van de route had uitgekamd. Het had dus geen zin meer dat we nog verder zouden stijgen. Bovendien had hij enkele minuten geleden gehoord via de mobilofoon dat de mist weer snel op zou komen zetten en dat het ook voor onze eigen veiligheid beter was als we nu rechtsomkeert zouden maken. Mijn gevoel wilde verder zoeken, mijn ratio gaf duidelijk aan dat het beter was om de Oostenrijkers te volgen. Toen Yannick hoorde dat we rechtsomkeert zouden gaan maken, was hij enkele seconden sprakeloos en barstte toen in een ongecontroleerde huilbui uit. Ik sloeg mijn arm om de jongen heen en voelde zijn hartslag door de lagen kleding heen bonzen; Yannick had het uiterste van zichzelf gevraagd en had zichzelf, overmand door uitputting en emoties, even niet in de hand.

Het lukte me, na ongeveer een kwartier op Yannick te hebben ingepraat, hem ervan te overtuigen dat het geen zin had om op deze plek verder te zoeken en dat we beter op lager gelegen delen konden gaan helpen. Met tegenzin nam hij zijn plek in de rij in en gingen we op weg. Ik had gedacht dat dalen makkelijker zou zijn als stijgen, maar dat bleek niet waar te zijn: ik had grote moeite om overeind te blijven in de losse sneeuw. Of het kwam door het terrein, of door de steeds groter wordende vermoeidheid, die mijn oplettendheid ook aantastte, wist ik niet; feit was wel dat ik steeds meer moeite had niet te vallen.

Na ongeveer een half uur gedaald te hebben, kraakte opeens weer de mobilofoon. Ik was echter te vermoeid om daar aandacht aan te schenken. Toch merkte ik grote opwinding bij Fritz. Hij stopte met dalen en keek ons aan. De helikopter had twee kleine warmtebronnen ontdekt! Door de dichte begroeiing en de hoge bomen had de helikopter geen mogelijkheid om te landen of iemand aan een kabel te laten zakken. Wel had men de dichtstbijzijnde groep ingeseind en die ging zo snel als ze konden richting het opgegeven punt. Dat bleek de groep van Koen te zijn en zij waren al op weg. Ik keek Fritz aan. Ik vroeg hem of het misschien ook dieren konden zijn. De man schudde zijn hoofd; op die plek had hij nog nooit dieren gezien: die bleven dichter bij een plek waar ze open water konden vinden om te drinken en dat was afwezig in de nabijheid van de plek waar de helikopter leven had ontdekt. Yannick en ik keken de Oostenrijkers aan en Fritz knikte: “Es handelt sich moglich um ihre Freunde. Komm, nach die Motorschlitten! Schnell!”

Het sprankje hoop dat Mike en Bryan nog in leven waren gaf ons alle vier nieuwe energie en, ons niet bekommerend om krassen of builen door vallen of zwiepende takken, daalden we zo snel als we konden en bereikten al snel de sneeuwscooters. Beide Oostenrijkers gaven gas en namen meer risico’s dan tijdens de beklimming: ook zij wilden zo snel mogelijk richting de plek waar de helikopter misschien de twee vermisten had gevonden. Het had me wel verbaasd dat het signaal van een plek kwam die bijna een kilometer van de route af lag die Bryan en Mike zouden hebben gelopen.

Opeens stopten de Oostenrijkers de sneeuwscooters en stapten af. Vanaf hier zouden we weer gaan lopen en volgens een snelle berekening zaten we nog bijna 2 kilometer van de plek af. De Oostenrijkers drukten ons op het hart dat het waarschijnlijk de zwaarste 2 kilometer zouden worden die we ooit hadden gelopen, aangezien we dwars door het bos zouden gaan waar geen pad of open stuk te vinden zou zijn. Het maakte mij niets uit: ik wilde zo snel mogelijk op de plek zijn, hopend dat ik Mike en Bryan daar in levenden lijve zou aantreffen.

Net voor we het bos in zouden trekken, kraakte de mobilofoon weer; het bleek dat de groep van Koen de plek snel naderde, maar niet precies wist waar naartoe. Onze twee gidsen besloten dat er in dit gesprek voor hen geen rol was weggelegd en verlieten het pad waar we de scooters achter lieten en trokken het bos in.

Van de waarschuwing die de lokalen ons hadden gegeven, bleek geen woord gelogen: de sneeuw lag op sommige plekken tot boven de knieen en geen centimeter ondergrond was gelijk. Alleen de gedachte dat Mike nog in leven zou kunnen zijn, zorgde ervoor dat ik vol hield. In een half uur hadden we ruim een kilometer afgelegd: onder de gegeven omstandigheden was het een uitzonderlijke prestatie. Zonder te pauzeren ploeterden we door. We stonden alleen soms even snel om de Oostenrijkers de kans te geven onze positie en dus de te lopen route, te controleren.

Opeens hoorde ik de mobilofoon kraken en hoorde vervolgens ook een overslaande stem van de normaal zo rustige Koen. “Mike, Bryan!” hoorde ik hem schreeuwen, gevolgd door “ze moeten hier ergens zijn” waarna een paar krachttermen klonken. Bijna rennend gingen we nu verder; ik werd aan alle kanten geraakt door takken en struiken en verstuikte mijn enkels verschillende malen. Toch bleef ik doorgaan: ik wilde koste wat kost naar Mike toe!

Iets nadat ik languit voorover was gevallen omdat ik mijn rechterenkel voor de zoveelste keer verstuikte, hoorde ik, terwijl ik bezig was op te staan, een juichkreet door de mobilofoon: de groep van Koen was op de plek die door de helikopterbemanning was aangegeven en ze hadden Bryan en Mike gevonden, levend. Mijn hart sloeg verschillende slagen over en ik krabbelde woest overeind. “Hoe ver nog?” vroeg ik de beide Oostenrijkers. “Een kwartier, hooguit.” Yannick rende me al voorbij, steeds verder de berg af. Zo goed en zo kwaad als ik kon, volgde ik de andere leden van mijn groep. Toch merkte ik dat mijn enkels flink geraakt waren het afgelopen uur. Nou ja, dat was van latere zorg: eerst Mike zien!

Ik bleef dicht bij Fritz, zodat ik kon horen wat er op de vindplaats gebeurde. Ik hoorde dat Bryan er op het eerste gezicht goed uit zag, maar dat Mike waarschijnlijk bevriezingsverschijnselen had aan zijn handen en zijn voeten. Koen en één van de Oostenrijkers hadden Mike ondertussen op een slee gelegd en trokken hem in de richting van een open plek in het bos, zodat hij daar in de helikopter gelegd kon worden. Mike’s toestand was te slecht om hem op een slee of een sneeuwscooter de berg af te laten dalen.

Mijn aanvankelijke vreugde sloeg om in angst: wat als Mike een of meer vingers of tenen moest missen als gevolg van dit avontuur? Ik wilde er niet aan denken en versnelde, voor zover dat nog mogelijk was, mijn pas. In gleed uit en viel een paar meter naar beneden en belande voor de voeten van de twee overgebleven leden van Koen’s team. Toen ik opkrabbelde, zag ik dat Bryan rustig wat stond te eten en te drinken. Ik realiseerde me dat het best zo kon zijn dat Bryan amper iets van de ernst van de situatie inzag en de overnachting en het wegvoeren van Mike als een spannend onderdeel van de bergwandeling zag. Ik stelde me eerst gerust voor wat Bryan betrof. De Oostenrijker nam contact op met de helikopter die Mike naar het ziekenhuis zou brengen. Na overleg bleek dat, als ik snel was, met de helikopter mee kon vliegen.

Ik overhandigde mijn rugzak aan Yannick en rende, zo snel als ik kon, in het sleespoor dat zojuist door Koen en zijn kompaan was getrokken, naar beneden. In korte tijd viel ik drie keer, waarvan de laatste maal hard met mijn hoofd tegen een boomstronk. Ik haalde mijn hand door mijn haren en voelde mijn vingers warm en vochtig worden. Geschrokken hield ik mijn hand voor mijn gezicht. Bloed. Het weerhield me niet om snel weer op te krabbelen en mijn afdaling te hervatten.

Door de dichte begroeiing kon ik geen helikopter zien, maar wel horen en het geluid werd steeds sterker. Fritz had me verteld dat de helikopter maar een beperkte tijd op me kon wachten: Mike had dringend medische verzorging nodig. De angst om te laat te komen maakte de laatste krachten in mij los; ik viel meer dan dat ik nog liep maar na een paar minuten was het klapwiekende geluid van de rotorbladen dusdanig, dat ik heel dicht in de buurt moest zijn. Ongeveer honderd meter verder stond ik opeens op een open plek, en zag een rode helikopter recht voor me staan. Ik rende er naartoe en keek direct in de helikopter. Mike lag op een brancard, dik ingepakt en zijn handen waren in een soort folie gewikkeld. “Mike!” schreeuwde ik. Heel, heel langzaam, draaide Mike’s hoofd mij kant op. Een flauwe glimlach trok kort over zijn gezicht: hij had me herkend. Daarna viel zijn hoofd weer opzij.

Koen legde de verbaasde bemanning van de helicokter uit dat ik degene was die met Mike mee naar het ziekenhuis zou vliegen. Ik ging in de stoel tegenover Mike zitten, en kreeg een hoofdtelefoon aangereikt. Ik zette het apparaat op mijn oren en hoorde het gesprek van de piloot met, voor zover ik kon volgen, de arts van dienst van het ziekenhuis waar we naartoe zouden gaan vliegen. Een hulpverlener stapte ook in de helikopter en trok de schuifdeur dicht. Als snel kwamen we langzaam los van de grond. Koen zou Mike’s ouders vertellen wat er was gebeurt en ik zou vanuit het ziekenhuis Koen bellen om de laatste stand van zaken te melden; ik was blij dat ik vanmorgen mijn communicator goed had ingepakt en daarna in mijn binnenzak had gestopt.

Tijdens de vlucht kreeg Mike de eerste verzorging. Zijn handen en voeten werden ingesmeerd met een dikke vloeistof, die wel wat weghad van stroop, en daarna weer ingepakt in folie. Mike merkte bijna niets van de behandeling: hij was totaal uitgeput en viel daarom ook voortdurend weg. Ik maakte me daar zorgen over, maar de verpleger stelde me gerust: het was uitsluitend te wijten aan de uitputting en aan de klap die Mike’s lichaam had gekregen in de uren dat hij in de sneeuw had gelegen. Het bleek dat Mike en Bryan in een ondiepe kuil waren gevonden en dat Mike’s bevriezingen te wijten waren aan de manier waarop Mike geprobeerd had Bryan te beschermen tegen de snijdende kou. Mike’s hulpvaardigheid en verantwoordelijkheidsgevoel hadden hem bijna zijn leven gekost...

Ik keek naar buiten en zag dat we een stadje in het dal naderden. We gingen aanstonds landen. Ik klikte mijn gordel weer dicht en merkte nu pas hoe moe ik zelf was. De handdoek die ik bij het instappen had gekregen om het bloeden van mijn hoofd te stelpen, was doordrenkt met bloed en ik voelde me licht worden in mijn hoofd. Ik schudde mijn hoofd daarom een paar keer stevig: ik wilde bij mijn positieven blijven.

De helikopter was nog maar nauwelijks geland, of de zijdeur werd opengetrokken. Ik hielp met het uit de helikopter tillen van Mike. Ik realiseerde me dat Koen en zijn Oostenrijkse helper een bijna onmenselijke prestatie hadden geleverd door de forse Mike zo snel over een flinke afstand door een slecht begaanbaar gebied te slepen. Voorzichtig werd Mike op een brancard getild. Ik zag dat Mike naar me keek. Het lukte hem vanwege zijn vermoeidheid niet om hardop te praten, maar ik kon van zijn lippen aflezen wat hij zei: “blijf je bij me, alsjeblieft”. Ik knikte heftig als antwoord en liep achter het brancard aan naar binnen.

Mike werd direct een aparte ruimte binnen gereden en een drietal artsen begonnen Mike te onderzoeken. Ik ging in een hoekje tegen de muur hangen en probeerde te volgen wat er gebeurde. Enkele van Mike’s vingers hadden een doffe kleur gekregen; hetzelfde gold voor zijn tenen. De overgang van de kou buiten naar de warmte in de onderzoekskamer en de vermoeidheid gaven me een flinke klap. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen en probeerde een houding aan te nemen die me zou weinig mogelijk moeite kostte. Het hielp niet: ik voelde mijn hoofd weer lichter worden en enkele ogenblikken later viel ik bewusteloos op de grond.

Pringles1
Berichten: 46
Lid geworden op: zo 17 jun 2018, 15:44
Vul het getal in: 123

Wat een klas XXV

Bericht door Pringles1 » do 01 okt 2020, 10:51

Langzaam, heel langzaam, kwam ik weer bij bewustzijn. Het werd eerst licht in mijn ogen, daarna hoorde ik, vaag, stemmen en andere geluiden. Ik herinnerde me dat ik in de traumakamer waar Mike werd onderzocht, had gestaan. Van de periode daarna wist ik niets meer, dus was het aannemelijk dat ik daar onderuit gegaan was.

Met mijn terugkerende bewustzijn kwam ook de pijn in mijn lichaam weer terug. Vooral mijn hoofd deed enorm zeer. Blijkbaar was de boomstronk toch een stuk harder dan ik had willen aannemen. Voorzichtig opende ik mijn ogen. Ik zag dat ik in een ziekenhuisbed lag; waar wist ik niet. Er waren twee infusen op me aangesloten en een apparaat dat langs mijn bed stond, piepte om de paar seconden in een keurig regelmatig ritme. Ik probeerde mijn hoofd te bewegen, maar de intentie alleen al was genoeg voor een dusdanige pijnscheut, dat ik het maar achterwege liet.

Starend naar het plafond kwamen steeds meer herinneringen terug: Mike met de laurierkrans om zijn nek, het handkusje van Mike toen hij het appartement verliet om te gaan beginnen aan zijn wandeling met Bryan, Mike’s ontredderde gezicht dat ik aantrof in de helikopter. Ik voelde de pijn door mijn hele lichaam; ik was niet alleen ver over mijn fysieke grenzen gegaan, ik had ook behoorlijk wat builen en opgelopen tijdens mijn dollemans-afdaling van de berg af, richting de helikopter.

Ik vroeg me af waar Mike was en hoe het met mijn vriend zou zijn. Ik kon me nog maar flarden herinneren van wat ik in de traumakamer had gezien en was bezorgd over de toestand van mijn vriend. Mijn overpeinzingen werden verstoord door gestommel bij de deur van mijn kamer. Ik hoorde twee paar voetstappen naderen en keek opeens in de stralende ogen van Bryan en enkele tellen daarna keek ik in het bezorgde gezicht van Sandra. “Hoe gaat het met je?” vroeg ze. Ik produceerde met moeite een glimlach; zelfs lachen deed me enorm pijn. Sandra had een arts gesproken en deze had mijn trouwe secretaresse verteld dat ik van geluk mocht spreken dat ik geen blijvende schade aan mijn avontuur zou overhouden; mijn jarenlange sportachtergrond had mijn lichaam blijkbaar voldoende gewapend tegen de extreme omstandigheden waarmee ik was geconfronteerd. Afgezien van een lichte hersenschudding was ik er naar omstandigheden goed aan toen. “Maar jou kennende, ben je meer benieuwd naar hoe het met Mike is dan naar je eigen gezondheid.”

Ik knikte. “Met Mike gaat het eigenlijk best goed. Hij is eergisteren geopereerd aan zijn vingers. Dat Mike zo’n sterk gestel heeft, heeft hem bespaard voor een hoop ellende. Hij zal nog wel lange tijd last hebben van minder gevoel in zijn vingers, maar uiteindelijk zou het helemaal goed moeten komen. Hij heeft overigens wel zijn rechterenkel gebroken.” Ik keek Sandra verbaasd aan: hoe kon dat gebeuren? Sandra grinnikte. “Dat hebben Koen en zijn helper op hun geweten. Ze waren zo gehaast om Mike bij de helikopter af te leveren, dat ze vergaten het touw waarmee ze de slee trokken, goed los te maken. Mike kwam er met zijn enkel in klem te zitten en omdat Mike uitgeput was, kon hij dat niet duidelijk maken aan de twee die als dollen gingen rennen met Mike achter zich aan. Bij zoveel geweld breken zelfs de botten van iemand als Mike. Zijn enkel het gips gezet. Hij mag in Nederland het gips laten verwijderen.”

Ik keek Sandra aan. “Welke dag is het eigenlijk?” Sandra zweeg even. “Nou, om eerlijk te zijn, komen we afscheid nemen. We rijden vandaag terug naar Nederland.” Verbaasd keek ik nog een keer naar mijn secretaresse. Zij schoot in de lach van mijn gefronst gezicht. “Je bent vier dagen buiten westen geweest. Mike heeft al twee keer met een rolstoel aan je bed gezeten, maar je was met geen mogelijkheid bij te brengen.” Ik baalde ervan dat Mike voor niets naar me toe gekomen was, maar was blij dat de vooruitzichten goed waren en dat hij bij me in de buurt was.

Bryan kwam aan het bed staan en ging er daarna op zitten om me een afscheidsknuffel te geven. De jongen had het ongetwijfeld goed bedoeld, maar het gewicht van de jongen leunde volledig op mijn bovenlichaam, dat een behoorlijke tik had gehad. Ik was dus blij dat Bryan zich weer van het bed liet afglijden en langs zijn moeder ging staan. “De ouders van Mike hebben een hotel hier in de stad genomen. Zij blijven nog een paar dagen om op jullie te passen. Koen en de andere jongens zijn nu nog bij Mike, maar komen dadelijk ook nog even bij jou langs. Met jou goedvinden heb ik Mike’s vader jou autosleutels gegeven en rij ik met de auto van de ouders van Mike naar huis. Mike moet namelijk ruimte hebben als hij vervoerd wordt en jou auto is een stuk groter. Ik heb ook je baas gebeld dat jullie een ongeluk hebben gehad. Ik moest je van hem beterschap wensen en ik heb met hem afgesproken dat hij, als je terug in Nederland bent, op bezoek zal komen.” Ze liep naar de wasbak en vulde daar een glas water en bood het me aan.

“Ook heb ik Simon aan de lijn gehad. Ik heb met hem afgesproken dat hij voorlopig doorgaat met het waarnemen van jou plek. Je baas heeft toegezegd een oogje in het zeil te houden, voor zover dat nodig is. Jullie moeten eerst maar eens beter worden. De rest komt dan wel vanzelf.” Ik bewonderde Sandra vanwege haar organisatievermogen en overzicht. Ze had zichzelf weer helemaal bewezen. “Tot in Nederland” zei Sandra en nam Bryan aan haar hand mee naar buiten. Ik wilde hen uitzwaaien, maar de pijn was te hevig en de slangen van het infuus zaten te strak om meer dan een slap handje op te steken. Enkele ogenblikken daarna werd weer alles zwart voor mijn ogen.

Opnieuw werd ik langzaam wakker, maar nu niet vanwege een geluid of licht, maar vanwege een bekende reuk. De reuk kwam althans bekend voor; ik moest diep in mijn geheugen graven om de reuk te kunnen duiden. Toen ik me realiseerde waar de reuk vandaan kwam, kwam ik ruw overeind en keek opzij. Recht in de ogen van Mike. Ondanks dat Mike in een rolstoel zat, zijn handen ingepakt waren en er een indrukwekkend infuus achterop zijn rolstoel was bevestigd, keken zijn ogen helder en was zelfs zijn onweerstaanbare twinkeling in zijn ogen aanwezig.

“Lekker geslapen?” vroeg Mike me. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen. “Ik was je graag een zoen komen geven, maar ik mag mijn rolstoel absoluut niet uit en jij moet op bed blijven liggen, dus je houdt ‘m nog even te goed.” Een glimlach trok over mijn gezicht; typisch Mike om juist nu dit soort flauwe opmerkingen te maken. Een ziekenverzorger kwam het vertrek binnen. Het was een jongen met een licht getinte huidskleur en zwarte stekeltjes. Ik keek in een vriendelijk gezicht toen hij me vroeg of ik iets wilde drinken. Ik sloeg het aanbod af; ik had totaal geen dorst en wilde eigenlijk alleen met Mike praten. Ook Mike sloeg het aanbod af. De jongen merkte dat zijn aanwezigheid niet helemaal op prijs werd gesteld en verliet al snel de kamer en sloot de deur achter zich.

Ik liet de stilte even de stilte. “Ik had nooit alleen met Bryan op pad moeten gaan” hoorde ik Mike opeens zeggen, met duidelijk emotie in zijn stem. Ondanks het verbod draaide ik me zo goed en zo kwaad als dat ging, naar hem toe. “Waarom?” vroeg ik hem. “Nou, we wandelden lekker door, hadden veel plezier samen, totdat Bryan dorst kreeg. We hebben bij een paar bomen wat gedronken en liepen toen verder. Ik merkte wel dat Bryan wat stil werd toen we verder liepen, maar dacht dat hij misschien wat moe werd ofzo. Nadat we ongeveer een uur gelopen hadden, vroeg ik Bryan hoe ver we waren: ik zag in de verte donkere wolken ontstaan en wilde niet in een sneeuwbui terecht komen. Met horten en stoten vertelde Bryan me dat hij de GPS-zender bij onze laatste stopplaats had laten liggen. Omdat ik er vanuit ging dat Bryan met de zender de juiste route zou lopen, had ik me niet echt op opvallende zaken tijdens de wandeling gericht, maar gewoon genoten van de natuur en de frisse berglucht. En van het zichtbare plezier dat ik Bryan had gedaan door, als zijn ‘grote broer’ speciaal met hem te gaan wandelen.

Ik vond dat ik niet boos kon worden op Bryan omdat ik zelf niet had opgelet, maar werd wel bang; de lucht trok snel dicht en ik had geen idee waar we precies waren. Ik wilde voorkomen dat Bryan in paniek zou raken; ik had van Sandra begrepen dat als Bryan in paniek raakte, niets of niemand meer tot hem kon doordringen. Vandaar dat ik Bryan met een spelletje de route kon laten afbreken en zo begonnen we de berg af te dalen. Door de bomen en struiken zag ik geen lichten of ander teken van leven en het werd al snel donker. Ik werd steeds banger, maar Bryan zag alles als een spannend avontuur dat hij met zijn ‘grote broer’ aan het beleven was. Ik liet het maar zo; op die manier schoten we het snelste op. Ik probeerde met mijn telefoon voortdurend jou te bereiken, maar ik had geen bereik op die bergtop. En zonder GPS of kaart konden we verder ook niet veel.

Ik heb Bryan, toen het donker werd, in een kuil gelegd en ben tegen hem aan gaan liggen, zodat hij het in ieder geval niet te koud zou hebben. Ik heb de hele nacht aan jou gedacht, aan ons en baalde er van dat ik geen afscheid van je had kunnen nemen.” Ik keek Mike aan en zag de tranen in zijn ogen staan. “Ik vond mezelf zo’n lul dat ik niet had opgelet en Bryan in deze situatie had gebracht. Maar vooral het gevoel dat je, alleen met iemand die totaal op jou vertrouwd, in zo’n vreemde en gevaarlijke omgeving zit en je kunt niets doen… man… Ik heb je zo gemist….” Het laatste kwam er stilletjes en snikkend uit.

De deur van mijn kamer werd geopend en een verpleegkundige kwam naar binnen. De dame ging achter Mike staan en begon hem resoluut uit mijn kamer te rijden; Mike was nog zwak en hij moest rust nemen. Ik keek Mike na terwijl hij langzaam mijn kamer werd uitgereden; hij stak nog snel zijn hand op. Toen verdween hij om de hoek van de deur en werd de deur achter hem gesloten. Ik was weer alleen. Weer werd het zwart voor mijn ogen als gevolg van Mike’s verhaal en de vermoeidheid.

De volgende dag mocht ik, onder begeleiding, uit mijn bed en een stukje lopen. Vanzelfsprekend wist ik welke kant ik op wilde: die van Mike. Na lang zeuren en beloven dat ik me niet te veel zou inspannen, kreeg ik toestemming om voorzichtig naar Mike te wandelen. Een jonge zuster kwam me ophalen en hielp me uit bed. Ik merkte dat ik nog steeds was licht in mijn hoofd was; wel een heel stuk minder dan gisteren, maar ik was beslist nog niet de oude. Uiteraard hield ik die wijsheid nu voor me: ik was bang dat, als ik zou zeggen dat ik nog steeds hoofdpijn zou hebben, mijn bezoekje aan Mike ook van de baan zou zijn.

Langzaam liep ik vanuit mijn kamer de gang op. Ik kletste onderweg wat met de verpleegster en kwam zo langzaam bij Mike’s kamer. Ik klopte op de deur die de verpleegster me aanwees. Ik hoorde een zachtjes “binnen!” als antwoord en opende vervolgens de deur. Licht van buiten werd grotendeels tegengehouden door de gordijnen, die dichtgeschoven waren. Er stond wel een TV aan, die aan een stang die aan het plafond was bevestigd, en zo in het midden van Mike’s ziekenhuisbed hing. Het schijnsel van de TV verlichtte Mike op een ietwat mystieke manier: het leek net of Mike’s ogen twinkelden toen hij nieuwsgierig naar de deur keek en de oorbellen en zijn dikke schakelketting die hij droeg glinsterden fel.

Ik was blij Mike te zien en het gevoel was zichtbaar wederzijds. Voorzichtig liep ik naar Mike’s bed toe. Mike’s kamer was eigenlijk een kamer voor twee personen, maar het bed aan de andere kant van zijn kamer was leeg. Buiten een tafel bij het raam en twee stoelen was Mike’s kamer wat meubilair betreft leeg. Achter Mike’s bed hing een prikbord aan de muur. Ik zag dat er een enveloppe op geprikt was. Ik was nieuwsgierig en pakte de enveloppe van het prikbord. Mike keek me glimlachend aan. “Daar zit een foto in van mijn collega’s van de bouwplaats die ik mag aansturen. Ik mag mijn handen nog niet gebruiken, dus een verpleegster moest de enveloppe open maken.” Ik vouwde de enveloppe open en pakte de foto die er in zat er uit.
Het bleek een foto van het kleine kantoortje te zijn waar Mike zijn werk mocht doen. Deze was door zijn collega’s vol gehangen met posters en uitgeknipte foto’s uit homo pornobladen. Mike grinnikte. “Je had de ogen van de verpleegster moeten zien toen ze de foto uit de enveloppe haalde. Zonder commentaar reikte ze me die aan, draaide zich om en liep zonder nog iets te zeggen de kamer uit.”

Ik zuchtte. “Mike, blijkbaar vinden je collega’s dit grappig en jij kennelijk ook. Ik zou dit echter nooit accepteren. Je weet namelijk niet wie die foto allemaal nog meer gaat zien. Stel je voor dat je straks echt carrière gaat maken en opeens komt die foto weer te voorschijn. Dat krijg je nooit meer uitgelegd. Ik vind ‘m in ieder geval smakeloos.” Mike keek me aan. “Dat mag. Ik vind ‘m wel grappig. En bovendien kun je nergens mijn naam of foto zien. Dus ik zie er geen probleem in. Trouwens, heb jij al wat van jou collega’s gehoord?”

Ik kon even niet beoordelen of Mike dit nu vroeg omdat hij terug wilde prikken, of omdat hij werkelijk interesse had. Mike gaf zelf het antwoord. “Nee dus. Lekkere collega’s heb jij. Pfff…” Ik zweeg; Mike had immers grotendeels gelijk. Alleen van Simon en mijn baas had ik een sms gekregen waarin ze me beterschap wensten. Voor de rest bleef het stil.

Een verpleegster kwam de kamer binnen. Ze had een rol verband in haar handen en ze was voornemens om het verband om een van Mike’s handen te vervangen. Mike ging rechtop zitten en ik keek toe. Ik merkte dat de aanblik me opwond; ik kon Mike nu voor de eerste keer sinds dagen weer eens aankijken. Vanzelfsprekend droeg Mike geen shirt en ik genoot van de blik op zijn prachtige bovenlichaam en zijn gespierde schouders. Mike keek me even aan en knipoogde snel. Hij stak zijn hand uit naar de verpleegster. Vervolgens legde Mike heel langzaam zijn vrije hand achter zijn hoofd.

Mike schouders waren heerlijk gespierd. Wat ik extra aantrekkelijk vond, waren zijn blonde okselharen; Mike zweette bijna altijd lichtjes, waardoor Mike niet alleen lekker rook, maar zijn okselharen ook deels aan elkaar plakten wat mij altijd erg opwond. Als Mike zijn handen achter zijn hoofd legde, had ik dus niet alleen een onbelemmerd zicht op zijn massieve schouders en gespierde bovenarmen, maar ook op zijn oksels. Ik had dat Mike ooit tijdens een vrijpartij opgebiecht. Sindsdien teasde Mike me regelmatig door me een blik hierop te gunnen, en nu deed hij dat weer terwijl de verpleegster nietsvermoedend het verband wisselde.

“So Herr von Weem, Sie sind ferhtig. Ich lasse Ihn in Ruhe” zei de verpleegster tegen Mike. Mike knikte en bedankte haar. Nadat ze de deur achter zich had gesloten keek Mike me aan. Er verscheen een lach op Mike’s gezicht. “Het is nu kwart voor zes. Om zes uur precies staat er weer een zuster aan mijn bed. Hoezo klaar. Waar wacht je nog op…”

Ik ging langs Mike’s bed staan en boog voorover. Op het moment dat mij lippen die van Mike raakten, ging er een elektrische schok door mijn lichaam: dit had ik veel te lang moeten missen. We zoenden gretig en mijn handen streelden Mike’s gezicht. Langzaam trokken zij van zijn hoofd naar zijn schouders, zijn bovenarmen en zijn onderarmen. Zijn jukbenen, zijn borstkas en zo langzaam naar beneden. Hoe verder ik afdaalde, hoe meer Mike instemmend gegrom liet horen. Voorzichtig voelde ik met een hand onder zijn deken.

Met mijn duim tilde ik het elastiek van zijn boxershort op en mijn vingers drongen zijn short binnen. Vrijwel direct raakten mijn vingertoppen Mike’s keiharde pik en voelde ik het voorvocht. Ik omklemde zijn pik met mijn hand en toen ik voor de eerste keer zijn voorhuid over zijn eikel trok, ontsnapte er een kruin aan Mike, die echter in mijn mond werd gesmoord.
Langzaam begon ik Mike af te trekken, terwijl we elkaar diep zoenden. Mike onderbrak onze kus en keek me aan. Hij tilde de deken op, sloeg het laken weg en ik zag Mike’s pik. Ik keek Mike aan en hij knikte. Langzaam boog ik voorover en mijn mond omsloot zijn eikel. Op dat moment slaakte Mike een diepe zucht, waarvan ik het volume niet kon beperken.

Ik pakte zijn boxerhort aan de bovenrand vast en trok deze naar beneden. Mike schopte het kledingstuk van zich af en legde zijn linkerbeen buiten het bed, op die manier er voor zorgend dat ik zo eenvoudig mogelijk bij zijn kruis kon komen. Ik had Mike voor mijn gevoel veel te lang niet dicht bij me gehad en mijn handen en tong gingen over zijn lichaam met als doel zo veel mogelijk van het verlies goed te maken. “Ik zou je nu zo graag in me willen voelen…” fluisterde Mike naar me. Ik was dan wel bloedgeil, maar het risico op ontdekking vond ik veel te groot, al was het verzoek van Mike op zich erg aanlokkelijk.

Mike’s ademhaling versnelde zich en, hoewel zijn handen waren ingepakt in verband, kon hij voldoende druk met zijn vingers op mijn achterhoofd zetten dat ik met geen mogelijkheid zou kunnen ophouden, als ik dat al zou willen. Enkele ogenblikken later schokte Mike’s onderlichaam enkele keren en spoot hij zich in mijn mond leeg. Ik likte zijn eikel netjes schoon en kon het niet laten om nog even met het puntje van mijn tong, snel over het topje van zijn eikel te bewegen. Tenslotte zoende ik zijn pik en legde toen zijn deken terug op zijn plaats. Mike was bezweet en ik zoende hem, terwijl mijn handen zijn bovenlichaam streelden. Bij gebrek aan after shave rook ik alleen Mike’s geur en ik genoot. Ik had het veel te lang moeten missen.

Ik liep om zijn bed heen en raapte zijn boxershort van de grond. “Het lijkt me wel verstandig als je deze weer aan doet” zei ik tegen Mike, terwijl ik zijn ondergoed omhoog hield. Ik liep terug naar de kant van het bed waar ik aanvankelijk gestaan had en sloeg de deken weer weg. Mike pik was nog steeds keihard, maar ik besloot er niets meer mee te doen: het was bijna zes uur en ik wilde absoluut niet betrapt worden in dit ziekenhuis. Voorzichtig tilde ik Mike’s benen op en trok hem zijn boxershort weer aan. Ik had de deken net weer op zijn plaats geschoven toen er op de deur werd geklopt. Ik ging snel weer langs Mike’s bed zitten. Toen kwam de zuster binnen die me weer naar mijn eigen kamer zou begeleiden. Ik liep voorzichtig, ondersteund door de zuster, Mike’s kamer uit. Net voor ik de hoek om sloeg, draaide ik nog snel even mijn hoofd in de richting van Mike. Ik kon goed zien dat hij “dank je” fluisterde en me een knipoog gaf.

Terug op mijn kamer zag ik aan het knipperen van een waarschuwingslampje op mijn communicator, dat iemand me, terwijl ik bij Mike was, gebeld had. Ik ging in mijn bed liggen en bedankte de zuster voor haar goede zorgen. Direct nadat ze het vertrek verlaten had, greep ik de communicator van mijn nachtkastje, nieuwsgierig wie er gebeld had.

Het bleek Mike’s vader te zijn. Ik drukte op de terugbel-toets en wachtte af, nieuwsgierig wat Mike’s vader te vertellen had. Na vijf keer overgaan kreeg ik Frits aan de lijn. “Ik was bij Mike op het moment dat je belde”, verklaarde ik mijn afwezigheid. “Geen probleem. We wilden alleen vanavond langskomen en vertellen dat we terug naar Nederland gaan als jullie het goed vinden. De zus van mijn vrouw heeft vannacht een hersenbloeding gehad. We hebben dus overlegd waar we het meest nuttig zijn, zeg maar. Jullie herstellen snel, kunnen jullie elkaar steunen en bovendien hebben jullie de laatste tijd laten blijken goed voor elkaar te kunnen zorgen. Vandaar onze beslissing terug te gaan naar Nederland. Ik hoop dat jullie die kunnen begrijpen.”

Ik liet de woorden van Frits even op me inwerken. “Jullie hebben groot gelijk” gaf ik als antwoord. “Wij redden het hier wel. Wij nemen wel een vliegtuig of trein naar huis ofzo. We zien wel. Maar waarom komen jullie dan niet nu meteen? Er is hier toch geen vastgesteld bezoekuur en ik denk dat je schoonzus jullie graag ziet, dus…” Het was even stil aan de andere kant van de lijn; ik hoorde Frits even met Mike’s moeder overleggen.

“Je hebt gelijk” kreeg ik als antwoord. “We komen er nu aan.” Ik verbrak de verbinding en liet het geen Frits me verteld had, nogmaals door mijn gedachten gaan. Ik peinsde, maar kon me niet herinneren dat ik de tante van Mike ooit gezien had. Ik realiseerde me dat ik het gros van Mike’s familie nog steeds niet had ontmoet. Ik was daar nooit tegen Mike over begonnen, omdat ik vond dat Mike zelf het juiste moment mocht bepalen waarop hij met mij zou verschijnen. Toch vond ik het jammer; ik kreeg af en toe het gevoel dat Mike’s ouders me nu volledig hadden geaccepteerd, maar dat ze bang waren voor de reactie binnen hun familie en me daarom nog letterlijk buiten beeld lieten. Ik liet het onderwerp rusten; ik kon er toch niets aan veranderen.

In afwachting van Mike’s ouders zette ik de TV aan. Ik overwoog nog even naar Mike’s kamer te gaan om te vertellen dat zijn ouders naar huis zouden gaan, maar verwierp het idee onmiddellijk: Mike zou ongetwijfeld willen weten waarom zijn ouders in eens naar huis gingen en ik vond me niet de aangewezen persoon dat Mike te vertellen. Ik zapte alle kanalen af en bleef hangen bij een in het Duits nagesynchroniseerde aflevering van de tekenfilmserie SouthPark. Ik had in Nederland met Mike verschillende keren meegekeken; Mike was een grote fan van deze serie. Aanvankelijk vond ik er niets aan, totdat ik de onderhuidse boodschappen begreep die in de serie verwerkt zaten en die Amerika een dodelijk nauwkeurig beeld van haar eigen bekrompenheid liet zien.

Langzaam opende ik mijn ogen. Het was donker in mijn kamer terwijl de gordijnen open waren. Ik realiseerde me dat ik in slaap was gevallen en dus de ouders van Mike had gemist. Ik draaide me op mijn zij, om van het tafeltje langs mijn ziekenhuisbed een glas water te pakken. Ik knipte daarvoor het licht aan en zag een vel papier op het tafeltje liggen. Nieuwsgierig pakte ik het vel papier op en mijn vermoeden dat het om een briefje van Mike’s ouders zou gaan, klopte. Ze gaven erin aan dat ze me slapend hadden aangetroffen en me, gezien mijn toestand, niet wakker wilden maken. Ze wensten me alle beterschap en spraken de hoop uit ons beiden snel in Nederland weer te mogen ontmoeten.

Ik zette de TV uit en keek op mijn horloge. Het was half zes. Ik voelde me een stuk beter als gisteren; vooral mijn hoofd leek op de weg terug te zijn. Ik keek nog een keer op mijn horloge; vanochtend zou de arts die me behandelde langskomen en dan zou ik horen wanneer ik naar huis zou mogen. Ik hoopte vurig dat ik op hetzelfde moment naar huis mocht als Mike, want ik wilde vanzelfsprekend samen gaan.

Opeens hoorde ik iets tegen de deur tikken, die daardoor een stukje open ging. “Pssstt… ben je al wakker?” hoorde ik vanaf de gang. “Ja”, fluisterde ik terug. Langzaam ging de deur verder open en verscheen Mike in mijn kamer. Hij droeg zijn witte trainingsbroek en bewoog zich voort met krukken. Ik keek Mike boos aan. “Mag je wel op krukken lopen?” vroeg ik scherp. Mike knikte heftig. “Ik mocht vandaag voor het eerst met krukken gaan lopen had de arts me gisterenavond verteld. En ik was wakker, dus…”

Mike schonk me weer zijn glimlach; een ondeugende, ontwapende lach die er altijd voor zorgde dat mijn boosheid wegebde. Ook nu. Mike kwam langzaam dichterbij en draaide zich, bij mijn bed aangekomen, om en liet zich langzaam op mijn bed zakken. Vervolgens draaide bij zich naar me toe en gaf me een diepe zoen, die ik vanzelfsprekend beantwoordde. Ik sloeg mijn armen om Mike heen en streelde hem over zijn rug. “Pa en ma zijn gisteren geweest” zei Mike, toen hij zijn hoofd op mijn borstkas legde. Ik knikte. “Ik heb je vader gisteren nog aan de telefoon gehad”, vertelde ik hem.

“Ze waren eerst bij jou langs geweest, maar jij lag te slapen zeiden ze.” Mike ging wat verliggen, zodat hij me aan kon kijken. “Blijkbaar ben ik inderdaad in slaap gesukkeld. Ik heb ze in ieder geval niet gehoord. Ze hebben wel een briefje achter gelaten.” Mike keek me verwonderd aan. Ik wees naar mijn tafeltje, waarop ik het briefje dat Mike’s ouders hadden geschreven, terug had gelegd. Mike pakte het briefje en las het. Er trok een glimlach over Mike’s gezicht. “Je hebt het nu helemaal gemaakt bij mijn ouders”, zei Mike met een wat cynische ondertoon. Ik keek Mike aan. “Nou, dat ze een briefje achterlaten. Toch netjes van ze?” Ik knikte. “Ga eens wat verliggen als je wilt. Je drukt erg op mijn borstkas en die doet nog steeds heel erg zeer.” Mike keek op, maar na wat aarzeling liet hij zich van het bed af glijden en ging in een hoge stoel zitten, die langs mijn bed stond.

Mike zat nog maar net, toen de deur open ging en een verpleegster naar binnen kwam lopen. Ze vroeg of ik wat wilde eten of wilde drinken. Ik schudde mijn hoofd; ik had geen trek. “Wil jij iets?” vroeg ik Mike. Mike knikte dat hij wel wat te drinken wilde en de verpleegster liep de kamer uit en kwam enkele ogenblikken later binnen met een glas appelsap. Hier was Mike’s drankvoorkeur dus ook al bekend! De verpleegster vertelde me dat de arts over een half uur bij me langs zou komen om de voortgang te bespreken, wenste ons een prettige dag en verliet het vertrek.

“Waar denk je aan?” vroeg ik Mike. Mike keek me aan. “Nou gewoon… ik baal er nog steeds van dat ik met Bryan ben gaan wandelen en die jongen in gevaar heb gebracht. Ik hoop dat Sandra me dat ooit zal vergeven…” Ik draaide me naar Mike toe. “Het zal wel meevallen. Ik heb Sandra nog gesproken toen we jullie gingen zoeken. Ze nam me apart en zei dat ik, als ik jullie zou vinden, tegen jou moest zeggen dat ze je niets kwalijk zou nemen, omdat ze er van overtuigd was dat je je uiterste best zou doen om Bryan ongedeerd terug te brengen. Omdat jij zo gewond was en ik in elkaar zakte in de traumakamer, heb ik het toen niet tegen je kunnen zeggen. Bij deze dan.”

Ik zag dat er bij Mike een last van zijn schouders viel; ik begreep echter heel goed dat Mike zich erg schuldig voelde. Gelukkig was het avontuur goed afgelopen; ik moest er niet aan denken dat ik Mike dood zou hebben aangetroffen.
We kletsten nog wat over de vakantie en over wat we zouden gaan doen als we terug in Nederland waren. Ons gesprek werd onderbroken door een klop op de deur. Een arts, die een overhemd met stropdas droeg onder zijn doktersjas, kwam naar binnen gelopen. Ik had de man nog niet gezien, dus ik gaf hem een hand. Mike wilde opstaan om hetzelfde te doen, maar de arts maakte met een handgebaar duidelijk dat Mike kon blijven zitten.

De man nam een stoel en ging bij me zitten. Hij vertelde me dat mijn hersenschudding minder zwaar was dan verwacht en dat ik over twee dagen naar huis zou mogen. “En Mike?” vroeg ik hem direct. De man glimlachte en vertelde me dat Mike’s moeder hem had voorspeld dat dat mijn eerste vraag zou zijn als ik ontslagen zou worden. Mike zou over twee dagen met me mee naar huis mogen, als we beloofden met de trein te gaan. Ik was op dat moment geneigd alles te beloven, zo lang ik Mike maar mee naar Nederland mocht nemen; ik had al enkele keren bedacht dat het best zo zou kunnen zijn dat ik eerder naar huis zou mogen dan Mike. Ik gaf de arts een hand, bedankte hem voor het fijne nieuws en met een vriendelijke groet nam hij afscheid. Ik keek Mike aan en hij glunderde: we konden overmorgen naar huis!

Mike greep mijn communicator van het kastje bij mijn bed en belde naar huis. Het duurde even voor er werd opgenomen. “Pap! Mam! De dokter is net geweest en we mogen overmorgen naar huis! Komen jullie ons van de trein halen?” Ik schoot in de lach van de blijdschap en de besluitvaardigheid die Mike uitstraalde; hij was de steriele ziekenhuisomgeving, maar vooral het niets doen, meer dan zat. Dat gold overigens zeker ook voor mij; dat anderen nu bepaalden wanneer ik wat ging doen zat me ook enorm dwars. Het uitzicht om het ziekenhuis over twee dagen te kunnen verlaten, gaf me echter nieuwe energie.

Ik zag dat Mike met mijn communicator aan het internetten was. Aanvankelijk vond ik het een onzinnige optie op het apparaat, maar het had me al verschillende malen aan de juiste informatie geholpen. Mike’s tong kwam een stukje tussen zijn lippen naar buiten; een stereotype beeld als hij geconcentreerd met iets bezig was. “Wat ben je aan het doen?” vroeg ik, ietwat overbodig. “Ik ben aan het uitzoeken hoe we met de trein vanuit hier naar Nederland kunnen overmorgen” kreeg ik als antwoord. “En? Lukt het?” Mike schudde verongelijkt zijn hoofd. “Nee. Ik weet niet waar ik moet kijken en als ik denk wat gevonden te hebben, is het voor mij niet te lezen.” Zichtbaar geërgerd gaf Mike mij mijn communicator terug.

Ik moest lachen om de boze blik op Mike’s gezicht. “Weet je wat? Ik zal Sandra bellen. Die lost wat we voor ons op.” Ik voegde direct de daad bij het woord. Gelukkig nam Sandra meteen op. Ik vertelde dat we overmorgen naar huis mochten maar dat we dat alleen met de trein mochten doen. “En nu wil je dat ik jullie reis organiseer, want zelf krijgen jullie dat natuurlijk niet voor elkaar.” Ik had Sandra op de speaker gezet, zodat Mike mee kon luisteren. Hij reageerde met luide hoon op de terechte conclusie van Sandra. “Ik ga er voor jullie achteraan en ik meld me zo snel ik iets weet.” Ik bedankte Sandra en beëindigde het gesprek.

Mike stond op en pakte zijn krukken. Ik keek toe hoe zijn armspieren zich spande toen hij langzaam, ondersteund door zijn krukken, naar me toe liep. “Ik ga er weer eens van tussen; ik voel me nog steeds erg moe. Even slapen zal me goed doen.” Ik knikte en gaf Mike een zoen. Ik kon het niet nalaten om met mijn handen even onder zijn shirt te duiken en zijn heerlijke bovenlichaam te strelen. Mike keek me met zijn karakteristieke glimlach aan toen mijn vingertoppen zijn buik raakten. Toen bewoog zijn hoofd langzaam naar me toe voor een nieuwe zoen. Toen verliet Mike mijn kamer.

Ik stond op en liep voorzichtig naar het raam. Ik schoof het gordijn wat opzij en keek naar buiten. Het ziekenhuis stond aan de rand van de stad, vandaar dat ik amper bebouwing had gezien tijdens de helikoptervlucht. Aan de kant waar mijn kamer was gelegen, zag ik een behoorlijk park. Ik besloot om me aan te kleden en een wandeling door dat park te gaan maken; ik was er van overtuigd dat het me goed zou doen. Bovendien was Mike nu toch onder zeil, dus dat gaf me mooi de gelegenheid de omgeving te gaan verkennen.

Ik kleedde me aan en opende de deur van mijn kamer. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen om deze te laten wennen aan het felle licht dat door de ramen aan de andere zijde van de gang mijn gezicht in scheen. Ik voelde me goed; zeker nu ik voor het eerst in dagen bijna in de frisse buitenlucht stond. Ik liep door de met marmer bekleedde hal van het ziekenhuis en de geur van vers gebakken broodjes vulde mijn neus. Ik voelde naar mijn portemonnee. Deze zat nog keurig in mijn achterzak. Ik opende hem; ik had geen flauw idee of ik nog contant geld had. Gelukkig had ik nog voldoende geld en koos twee broodjes uit de vitrine. Ik liet ze inpakken en met de zak met verse broodjes in mijn hand liep ik het ziekenhuis uit en stak de straat over, het park in.

Het was 28 december en de stad was in kerstsfeer. Ik had weinig met kerst; het bracht te veel herinneringen aan vroeger bij me naar boven, toen ik samen met mijn ouders Kerst vierde. Mijn vader was weinig thuis vanwege het familiebedrijf waar hij leiding aan gaf en ik was vooral bezig met school en mijn sporten. Kerstmis en oud-en-nieuw was echter heilig in ons gezin: op eerste Kerstdag waren we altijd samen en op Tweede Kerstdag en Oud-en-Nieuw was ons huis altijd vol met familie, kennissen en vrienden. Toen ik mijn ouders verloor, was het ook gedaan met deze vaste ijkpunten in het jaar en stopte ik die periode het liefst heel diep weg. Ik was zelfs blij dat de Kerstperiode erg hectisch was op mijn werk: ik kon me zo onttrekken aan Kerstmis en aan mijn herinneringen.

Mike had echter andere gedachten bij Kerst. Toen ik op een avond thuis kwam, stond er een kleine, royaal opgemaakte kerstboom in de hal en een enorme in de woonkamer. Op allerlei plekken had hij kerstballen opgehangen en allerlei grappige, als kerstman verklede poppen neergezet. Zelfs op de slaapkamer stond een klein boompje. IK had geprobeerd om Mike uit te leggen dat ik niet veel met Kerstmis had, maar dat maakte geen enkele indruk. De avond erop had Mike zelfs een grote dennenboom die in de voortuin stond en waarover ik al maanden aan het nadenken was om hem te kappen, omgetoverd tot kerstboom. Ook hing er een groot lichtornament langs de deur in de vorm van een kerstman op een arrenslee en had hij over de volle breedte lichtslang aan de dakgoot gehangen. Tsja, samenwonen betekende ook concessies doen…

Ik ging in het park op een bankje zitten. Er scheen een waterig zonnetje en het ontbreken van wind zorgde voor een aangename temperatuur. Ik opende de zak en begon de broodjes met smaak op te eten, terwijl ik de langslopende mensen bekeek. Alle mensen waren warm gekleed, maar hadden hun elegantie niet verloren. Vooral de vrouwen die me passeerden waren prachtig gekleed. Een oudere man hield bij het bankje in waarop ik zat. Ik maakte een gebaar dat hij gerust kon gaan zitten. Er trok een glimlach over het gezicht van de oudere man en nam langs me plaats. Al snel waren we in een gezellig gesprek gewikkeld. Ik vertelde dat ik uit Nederland kwam en dat mijn vriend een ongeluk tijdens het wandelen had gekregen. Op zijn vraag wat ik van Oostenrijk vond, vertelde ik hem dat ik het een prachtig land vond, met prachtige natuur en mooie stadjes. “Alleen de boomstronken zouden niet zo hard moeten zijn” grapte ik.

Ik leerde dat de man weduwnaar was. Hij was gepensioneerd en hij wandelde elke dag het park in, op zoek met mensen waar hij een gesprek mee kon voeren. De man haalde een foto uit zijn binnenzak en overhandigde hem mij. Ik keek en zag op de foto, die zeker vijftig jaar oud was, een man en een vrouw staan, in nette kleren. Het bleek de trouwfoto te zijn. Ze waren bijna vijftig jaar getrouwd geweest; het leven waarin ze alles deelden was abrupt geëindigd toen hij zijn vrouw op een ochtend dood op bed vond. Ze waren kinderloos geweest en hij had zijn twee broers overleefd; een was aan het Oostfront gesneuveld en de ander was in de Verenigde Staten, waar hij na de oorlog naartoe was geëmigreerd, verongelukt. “Bijna op de plek waar James Dean verongelukte” vertelde de man. Met zijn buren had hij een goed contact, maar zij waren allemaal een stuk jonger dan hij dus verder dan een kort gesprekje kwam het nooit. Vandaar dat hij, als het weer het toeliet, in het park was.

De man vertelde hoe het leven in het dorp, waar ze aanvankelijk hadden gewoond, zijn loop had. Omdat hij in de stad een goede baan kon krijgen, waren ze uit hun geboortedorp vertrokken en hadden een mooi appartement betrokken, waar hij nog steeds woonde. De man vertelde over vroeger op een manier die, in tegenstelling tot vele anderen, nu eens niet binnen enkele zinnen overging in een klaagzang waarin alles vroeger beter was. Ik bewonderde de positieve manier waarop de man, ondanks dat hij helemaal alleen was, in het leven stond. We kletsten uren aan een stuk, totdat ik het koud begon te krijgen; de zon was al verdwenen en de schemering trok op. Ik vroeg de man om een adres of telefoonnummer, zodat we contact konden blijven houden. De man hield het met een handgebaar af: “als je me wilt spreken, kom dan naar het park” gaf de man als uitleg voor zijn weigering. Met moeite accepteerde ik de beslissing van de man; ik had graag nog eens met hem gesproken. Toch namen we hartelijk afscheid van elkaar en spraken hardop over ‘tot ziens’ ook al wisten we beiden overduidelijk dat er van een nieuwe ontmoeting nooit sprake zou zijn. Ik keek de man na, totdat hij oploste in de mensenmassa. Ik zuchtte een paar keer diep en stond toen op van het bankje, waar ik uren op had gezeten en wandelde door het park terug naar het ziekenhuis. Nog twee dagen!

Terug in het ziekenhuis vroeg ik of ik Mike mee naar het ziekenhuisrestaurant mocht nemen. Dat mocht, mits ik er voor zou zorgen dat Mike met krukken bleef lopen; een verpleegster had hem die avond al betrapt dat hij rondliep zonder krukken. Er was dan wel een stevig gipskorset om zijn rechterenkel gelegd, maar dat was zeker niet bedoeld om op te lopen. Innerlijk moest ik lachen om Mike’s eigenwijsheid: ik kende hem op dat gebied niet anders.

Ik stak mijn hoofd bij Mike om de deur. De verlichting was uit: hij lag met een koptelefoon op zijn hoofd naar de TV te kijken. Ik stapte naar het bed en kriebelde aan zijn linkervoet, die hij onder de dekens uit had gestoken. Mike keek op van zijn TV en was zichtbaar blij me te zien. Voorzichtig haalde hij de koptelefoon van zijn hoofd en klemde deze om het handvat van het kleine Tv-toestel. Daarna schoof hij het apparaat opzij. “Ga je mee in het restaurant iets eten?” Mike knikte heftig. Ik pakte zijn krukken en presenteerde hem die, toen hij langs het bed stond. Met tegenzin pakte hij de krukken aan en plaatste zijn handen op de dwarsbeugels. Langzaam liep Mike achter me aan, richting restaurant.

In het restaurant nam ik echte Oostenrijkse specialiteiten: gehaktnoedels en een groot stuk Weense Schachertorte. Mike nam een grote salade en een beker yoghurt als toetje. En appelsap natuurlijk. We namen plaats aan een tafeltje en keken, in afwachting van onze bestelling, een beetje rond. “Ik heb nog contact gehad met mijn ouders vanmiddag” zei Mike. “Oh? En hoe ging het met ze?” Mike nam een slok van zijn appelsap voordat hij antwoord gaf. “Nou, mijn moeder wilde weten hoe we dit jaar oud-en-nieuw zouden vieren. Ik heb gezegd dat ze maar naar ons moesten komen.” Ik keek Mike met gefronste wenkbrauwen aan. “He, ons huis is toch groot genoeg? En bovendien, de rest komt ook langs.” Mijn wenkbrauwen gingen nog verder omhoog en ik voelde zelfs wat irritatie opkomen; Mike besliste nu wel heel snel zonder mij daarin te kennen.

Mike zag aan me dat ik het niet helemaal eens was met zijn afspraak. “Ik weet dat oud-en-nieuw gevoelig bij je ligt. Maar volgens mij is de beste manier om daar mee om te gaan samen zijn met de mensen waar je van houdt. Dus…” Ik schudde, weliswaar met een lach op mijn gezicht, mijn hoofd. Mike keek me weer met zijn puppy-ogen aan en, jawel, ik ging weer overstag. Bovendien zou Mike best wel eens gelijk kunnen hebben in het nut van samen zijn en bovendien moest ik toegeven dat onze gezamenlijke vakantie ook perfect was verlopen, totdat Mike en Bryan vermist raakten. “Maar hoe wil je dat praktisch doen? We zijn pas oudejaarsdag terug in Nederland.” Mike nam een hap van zijn intussen geserveerde salade. “Laat dat maar aan mijn moeder over. Zij is ongetwijfeld nu al bezig met het bedenken van het eten en het drinken.”

Nadat we heerlijk hadden gegeten, liep ik met Mike terug naar zijn kamer. Bij de deur gaf Mike me een zoen. “Welterusten en tot morgen”, zei Mike tegen me en liep daarna zijn kamer in. Ik was te vermoeid om nog met Mike mee naar binnen te gaan en sloot daarom voorzichtig de deur en wandelde naar mijn eigen kamer. Ik zag mijn communicator knipperen, ten teken dat ik een voicemail-bericht had ontvangen. Nieuwsgierig opende ik de voicemail-box. Het was Sandra, die me uitlegde hoe we overmorgen met de trein naar huis zouden kunnen gaan; ze had een coupe gereserveerd in de nachttrein van Wenen naar Frankfurt. Daar zouden we overstappen op de ICE naar Amsterdam. Dat betekende wel dat we morgenavond al zouden moeten vertrekken. Ik verwachtte hier eigenlijk geen problemen mee, omdat de onderzoeken bij Mike en mij waren beëindigd. Dat betekende dat we de 30e s’morgens al zouden mogen vertrekken.

De verpleegster die met een fles mineraalwater mijn kamer binnenkwam, legde ik ons vervoersprobleem uit. Zoals ik hoopte was het geen probleem om morgenavond al te vertrekken. Ze raadde ons aan met een taxi naar Wenen te reizen; dat was wel een dure rit maar het enige alternatief was een bustocht die enkele uren zou duren en die voor Mike misschien nog te belastend zou zijn. Ik bedankte haar voor het advies en opende de fles. Het was me opgevallen dat in het ziekenhuis overal flessen mineraalwater stonden die iedereen onbeperkt mocht pakken. De Oostenrijkers dichtten het water schijnbaar verborgen gaven toe. Ik vond het water goed smaken; Mike hield het het liefst bij zijn appelsap.

Ik keek op mijn horloge en overwoog even om de wijziging in de reisplannen met Mike te bespreken. Het was echter al na tienen, dus ik besloot dat morgen pas te doen. Ik knipte het licht boven mijn bed uit en draaide me in mijn dekens. Enkele minuten later sliep ik.

Ik was de volgende ochtend vroeg wakker. Ik doodde de tijd met het beantwoorden van een aantal mails die ik had ontvangen en stuurde er een heleboel door naar Simon, met kort daarbij wat hij moest doen. Ik wilde graag terug naar Nederland, omdat ik erg benieuwd was hoe het met mijn onderdeel van ons bedrijf was en ik vond dat ik Simon lang genoeg extra belast had. Ik keek op van het openen van de deur; een verpleegster kwam het ontbijt brengen en had er, op mijn verzoek, een lokale krant bij gedaan. Ik stond op van mijn bed en ging aan de tafel in mijn kamer de krant lezen, terwijl ik het ontbijt opat. Ik was blij dat ik morgen van het zure brood verlost zou zijn.

Ik hoorde enkele tikken op de deur van mijn kamer, die daarna werd geopend. Het lachende gezicht van Mike verscheen om de deuropening. Er brak een lach op mijn gezicht door wat hem voldoende reden gaf binnen te komen. “Ik heb goed nieuws voor je!” zei ik hem. Mike keek me vragend aan. “Sandra heeft onze terugreis geregeld. Maar dat betekende wel dat we vanavond al weg moeten, want we gaan met een nachttrein naar Frankfurt en van daar naar Amsterdam.” Mike was zichtbaar blij verrast met het nieuws van het vervroegde vertrek. Hij keek op zijn horloge. “Hoe laat vertrekken we dan?” Ik keek op de klok boven de deur. “Het is nu elf uur. Als we om zeven uur de taxi nemen, zijn we rond half negen in Wenen. Sandra heeft een coupe voor ons gereserveerd en we kunnen de tickets afhalen in de centrale hal. De trein vertrekt om half tien vanavond.” Mike gaf me een zoen. “Gelukkig. Weg uit dit ziekenhuis. Nou, dan ga ik alvast mijn spullen bij elkaar zoeken. Als mijn moeder niet alles meegenomen heeft, tenminste.”

Ik had al mijn spullen in een rugzak gedaan en Mike had zijn spullen in een grote plastic tas gepropt. Voorzichtig lopend verlieten we, nadat we uitgebreid afscheid hadden genomen van de mensen die ons de afgelopen dagen uitstekend hadden verzorgd (Mike had een enorme taart in de stad laten maken en die op de afdeling laten afleveren), het ziekenhuis. De taxichauffeur was erg behulpzaam bij het instappen van Mike. Ik ging voorin langs de chauffeur zitten, zodat Mike zijn rechterbeen gestrekt op de achterbank kon leggen. Als ik goed keek, zag ik dat Mike nog steeds pijn had, maar hij camoufleerde dat behendig met zijn drukke gedrag. Ik kon daar ondertussen doorheen kijken, maar de mensen in het ziekenhuis waren mooi in Mike’s toneelspel getuind.

Ik kletste tijdens de rit met de chauffeur, die toevalligerwijs gehoord had van de reddingsactie voor “Die Hollander”. Toen ik hem vertelde dat wij de twee Nederlanders waren die met de helikopter het ziekenhuis waren binnen gebracht, hadden we gespreksstof genoeg voor de hele rit. De man zette ons keurig af voor het station Wien Westbahnhof en legde ons geduldig uit waar we moesten zijn; het station werd fors uitgebreid en overal waren bouwwerkzaamheden aan de gang. Ik gaf de man een stevige fooi, die hij dankbaar aanvaardde en met de rugzak op mijn rug en de tas met Mike’s spullen in mijn handen, liepen we de grote hal in.

Het loket waar ik de tickets op kon halen had ik snel gevonden. “Zullen we hier nog iets eten, of wil je dat in de trein doen?” vroeg ik Mike. “Doe hier maar”, gaf Mike als antwoord. “In die trein zal het wel weer op stand eten zijn en ik heb daar geen kleren voor. Bovendien wil ik slapen.” Ik knikte; ik was blij dat Mike wilde gaan slapen in de trein. We aten een broodje in een van de kiosken en slenterden toen richting het perron waarvandaan onze trein zou vertrekken.

De trein van de OBB was keurig op tijd en een vriendelijke conducteur hielp Mike met het instappen. Met de tickets in de hand liepen we het rijtuig door. We hadden coupe nummer 126. Ik opende de deur en stapte naar binnen. Het was een eenvoudige coupe, bestaande uit een tafeltje, een wasbak en een stapelbed. “Dat wordt geen sex vannacht” grinnikte ik richting Mike. Hij stak zijn tong naar me uit en liet zich daarna op het onderste bed vallen. Voor ik hem kon vragen of hij nog wat wilde eten of drinken, sliep Mike al. Voorzichtig klom ik in het bovenste bed en knipte het licht uit. Ik viel langzaam in slaap op het ritme van de trein.

Pringles1
Berichten: 46
Lid geworden op: zo 17 jun 2018, 15:44
Vul het getal in: 123

Wat een klas XXVI

Bericht door Pringles1 » do 01 okt 2020, 11:15

Ik werd langzaam wakker van de geur die in mijn neus trok. Ik opende mijn ogen en keek over de rand naar beneden. Daar zag ik Mike zitten, die een flesje vruchtensap aan het drinken was. Hij had klaarblijkelijk ook aan mij gedacht: de geur kwam van een beker koffie die dampend op het tafeltje langs het stapelbed stond.

Mike keek omhoog en onze blikken kruisten elkaar. “Goedemorgen!” riep Mike met een stralend gezicht. “We zijn bijna thuis”, sprak hij, met een kleine ironische ondertoon. Ik gooide mijn benen over de reling en liet me van het bed zakken. Ik ging op het bed zitten waarin Mike de afgelopen nacht geslapen had en pakte door hem aangereikte beker aan. Voorzichtig begon ik van de hete koffie te drinken.

“Over een half uur zijn we in Frankfurt” zei Mike. “Hoe weet jij dat?” vroeg ik hem, met een verbaasde blik. “Gevraagd aan de koffiejuffrouw”, gaf Mike me als antwoord, op een toon van ‘snap jij dat dan niet’. Ik stond op en boog me voorover bij de wasbak. Ik opende de kraan en liet het koude water over mijn handen en polsen stromen. Het had een opwekkend effect, zeker toen ik ook nog enkele handen water in mijn gezicht gooide. Ik nam de handdoek van het knaapje dat langs de wastafel bevestigd was en droogde mijn gezicht. “Zal ik je snuit wassen of doe je het zelf?” vroeg ik Mike. “Mag jij doen. Ik ben nog steeds heel zielig, dat weet je toch?” Ik gooide een handvol koud water in zijn gezicht en boog toen voorover voor een zoen. Ik nam een washandje en hield het onder de kraan en wreef vervolgens over het gezicht van mijn vriend. Ik hield het washandje opnieuw onder de kraan en gebaarde Mike zijn shirt uit te doen; ik liet me geen kans ontglippen om Mike lekker aan te raken.

Ik stak mijn hand in het stuk textiel en wreef er voorzichtig mee over Mike’s bovenlichaam. Mike keek me lachend aan: hij genoot zichtbaar van mijn bewegingen. Ik had graag wat verder gegaan, maar ik merkte dat de trein al vaart begon te minderen. Ik droogde daarom Mike af en hielp hem met aankleden. Ik ruimde de coupe op en we liepen toen de coupe uit. Het was behoorlijk druk in de trein; veel drukker dan wij aanvankelijk verwacht hadden. Toen de trein op het station van Frankfurt stopte, lieten we eerst iedereen uitstappen: ik had er weinig trek in om Mike aan het zenuwachtige gedrang bij de uitgang bloot te stellen en bovendien hadden we anderhalf uur de tijd om over te stappen op de trein naar Nederland.

We verlieten als laatste de coupe en liepen langzaam naar de centrale hal. Ik liet Mike het tempo bepalen, dat leek me, gezien het feit dat hij met krukken liep, het beste. In de hal gingen we op zoek naar een eettentje. De eerste sloeg Mike direct over; hier had men alleen maar vet voedsel in de aanbieding en daar gruwde Mike van. Na lang zoeken vonden we een klein Italiaans zaakje, waar broodjes werden verkocht. We namen plaats aan een rood formicatafeltje en bekeken de kaart. “Goeiendag wat is het hier duur…” hoorde ik Mike voor zich uit mompelen. Ook dat was een van de mooie kanten van Mike: samen hadden we meer dan geld genoeg, maar Mike weigerde zo maar te veel te betalen voor wat hij kreeg, terwijl hij er zoals gezegd eigenlijk niets om zou hoeven geven.

Mike koos een broodje mozzarella en een flesje water en ik nam antipasta met een cappuccino. “Zo vroeg al?” vroeg Mike me, toen ik mijn bestelling opgaf. “Yep. Je weet niet wat je mist. Als ik in Italië ben neem ik dit altijd als ontbijt.” Mike pakte mijn communicator van tafel. “Wie ga je zo vroeg bellen?” vroeg ik hem. “Je hoeft niet alles te weten” antwoordde Mike me en stak zijn tong naar me uit. Ik gaf hem, onder tafel, een terloops schopje tegen zijn kuit. Mike wilde de aanval beantwoordden, maar werd daarbij gestoord omdat er werd opgenomen. Het bleek Koen te zijn.

Ik begreep weinig van het gesprek dat de twee voerden, maar het ging voornamelijk over de wijze waarop oudejaarsavond gevierd zou worden. Ik merkte dat er helemaal niets terecht zou komen van mijn voornemen om het vooral simpel en beperkt te houden. Ik besloot maar te accepteren dat Mike in dit geval zijn zin zou krijgen; hij was toch niet van zijn stuk te krijgen en bovendien had Mike blijkbaar al veel geregeld en me dus min-of-meer voor een voldongen feit geplaatst. Mike besloot het gesprek en nam een grote hap uit zijn broodje met mozzarella kaas. Hij keek me met een veelbetekenende blik aan. Ik zuchtte: het zou dus inderdaad niet kleinschalig blijven.

Na het ontbijt wandelden we rustig naar het perron van waar onze trein naar Amsterdam zou vertrekken. Sandra had 1e klas geboekt; het was immers ochtendspits en dus zouden de treinen behoorlijk vol zijn en Mike moest gezien zijn toestand verzekerd zijn van een zitplaats. Op het perron bestelde ik in de restauratie nog een pakje appelsap voor Mike en nam zelf een ijskoffie; sinds ik voor mijn werk meermalen in Japan was geweest, was ik verslaafd geworden aan deze drank. Ik kon me nog goed herinneren dat ik op mijn eerste avond in Japan op het station van Kyoto een drankenautomaat zag staan. Mijn Japans was toen veel slechter dan nu, dus ik kon niet precies zien wat er in de blikjes zou zitten. Op goed geluk koos ik een plaatje dat me wel aantrekkelijk leek; ik had enorme dorst en waagde de gok. Aan het blikje te zien had ik voor koffie gekozen, maar toen ik het blikje uit de lade pakte, was het ijskoud. Ik opende het blikje en nam een slok. Sindsdien leefde ik tijdens mijn verblijven in Japan bijna op het goedje. Lange tijd was in Nederland deze aparte versie niet te krijgen. Ik gaf het nu een nieuwe poging. Het smaakte prima.

Keurig volgens de te verwachte Duitse ‘Grundlichkeit’ reed de ICE-trein naar Amsterdam op het aangegeven tijdstip het station binnen. De trein stopte met de deuren recht voor onze neus. We stapten in, gooiden de rugzak en de plastic tas in het bagagerek boven ons en namen plaats. Ik had een krant gekocht en bood Mike een stuk aan, maar hij reageerde met een vies gezicht. Ik schoot in de lach van zijn reactie en sloeg de krant open. Mike nestelde zich tegen me aan en legde zijn hoofd op mijn schouder en dommelde al snel in. Ik stuurde een sms naar Mike’s vader dat we over ongeveer een uur op Amsterdam CS zouden staan. Prompt kreeg ik er een terug: ‘fijn dat jullie er bijna zijn. We pikken jullie op op het perron’. Ik borg mijn communicator op en pakte voorzichtig, om Mike niet wakker te maken, de krant en begon te lezen.

De reis verliep voorspoedig en net na het passeren van de Nederlandse grens werd Mike langzaam wakker. “Ha slaapkop” fluisterde ik hem in zijn oren. Hij reageerde met een enorme geeuw, een kus op mijn mond en rekte daarna zichzelf uit, zich niets aantrekkend van de reactie van eventuele medereizigers. “Waar denk je aan?” vroeg ik hem, toen hij een kwartier bijna bewegingsloos naar buiten had gekeken. “Ik denk aan hoe het anders had kunnen aflopen met die wandeling,” Ik legde mijn hand op zijn bovenbeen, waarna Mike zijn hoofd naar me toedraaide. “Ik begrijp dat het nog steeds in je hoofd spookt,” antwoordde ik, “maar gelukkig is het niet gebeurd. En dat het zo goed afgelopen is, is voor een groot deel aan jou te danken. Leer er de juiste lessen uit en laat het dan varen.”

Mike keek me aan. “Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik probeer het wel van me af te zetten, maar het flitst toch telkens weer in mijn gedachten. Ik kan het niet van me afzetten.” Ik schonk Mike een glimlach. “Hoe doe jij dat dan? Jij zult toch ook wel eens domme dingen hebben gedaan?” Ik grinnikte. “Je zou eens moeten weten… maar inderdaad, ik heb hier ook wel eens last van gehad. En geloof me, voor een deel is het gewoon laten slijten. Maar ik heb wel gemerkt dat, als ik er een keer goed over nadenk en me concentreer op ‘en wat heb ik er nu van geleerd’, dat het sneller gaat. Of ik gebruik een truc die ik van mijn baas heb geleerd.” Mike keek me belangstellend aan. “En welke truc is dat dan?” vroeg hij met een nieuwsgierige blik. “Ik visualiseer het probleem. Ik probeer het me voor te stellen als een vel papier. Ik maak van het vel papier in mijn gedachten een prop. Die prop stop ik dan in een denkbeeldige doos en die sluit ik dan zorgvuldig. En de doos gooi ik dan in een heel diep ravijn. Ik neem er dus letterlijk en figuurlijk afstand van.” Mike keek me aan. “En werkt dat, dat vi-su-al-i-seren?” Ik was geamuseerd door de belangstelling van de ogenschijnlijk nuchtere jongen. “Meestal wel. Soms niet.”

“Hoe lang moeten we nog?” vroeg Mike me. Ik keek op mijn horloge. “Nog een half uurtje denk ik.” Mike knikte en vleide zich weer tegen mijn schouder. “Effe een doos vouwen” zei hij met een glimlach tegen me. Ik schudde mijn hoofd en keek naar buiten, waar de huizen en bomen langs het raam raasden. Mijn gedachten dwaalden af naar hoe ik miserabel ik me gevoeld had toen ik me tijdens de nacht voor onze reddingsoperatie realiseerde dat er een gerede kans was dat ik Mike nooit meer levend zou zien. Hoe zou mijn leven er dan uitgezien hebben? Er trok een koude rilling door mijn lichaam: ik wilde er niet aan denken weer alleen te zijn. Een beter bewijs van mijn onvoorwaardelijke liefde voor Mike was er volgens mij niet te leveren.

‘Een goedemorgen dames en heren, over enkele ogenblikken bereiken we station Utrecht Centraal. Deze trein zal verder gaan als ICE-trein en heeft als eindbestemming Amsterdam Centraal Station. Over enkele ogenblikken: station Utrecht Centraal’. De vriendelijke stem van de conducteur begon dezelfde informatie te herhalen, maar dan in het Duits en het Engels. Mike was wakker geworden van het plotselinge geluid en van het afremmen van de trein en rekte zich uit toen we Utrecht Centraal binnen reden. “Nog iets van een kwartier denk ik” zei ik tegen Mike. “Gelukkig, ik wil nu echt naar huis…” mompelde hij voor zich uit, terwijl hij zijn trui recht trok.

Op Amsterdam CS was het erg druk; blijkbaar hadden veel mensen vrij en het plan opgevat om met de trein te reizen. Daarom lieten we iedereen rustig uitstappen en verlieten als laatste de trein. We keken rond of we Mike’s ouders al konden zien, maar die waren nergens te bekennen. Mike pakte mijn communicator en belde zijn vader. Zij hadden de auto net geparkeerd en waren op weg. We spraken af dat we hen alvast wat tegemoet zouden lopen. Daarna gaf hij mij mijn communicator terug. “Waarom pak je trouwens niet je eigen telefoon? Die heb je toch niet voor niets?” vroeg ik hem. “Die van jou is gratis” antwoordde hij gevat. Ik gaf hem een por tegen zijn schouders en als reactie stak hij zijn tong naar me uit.

In de grote hal zagen we Mike’s ouders aan komen lopen; beiden goed ingepakt tegen de vrieskou. Ik verbaasde me er al weken over dat Mike het blijkbaar nooit koud had en, in tegenstelling tot andere mensen, weinig kleren droeg. De begroeting was hartelijk; vooral Mike’s moeder werd emotioneel bij het terugzien van haar zoon. “Zullen we hier nog een kop koffie nemen, of onderweg?” Mike keek me aan. “Zullen we dat onderweg doen? Ik vind het hier wel erg druk en ik vind Amsterdam sowieso een pokkenstad.” Ik keek Mike verbaasd aan, maar kreeg niet de kans hem te vragen waarom de hoofdstad hem zo slecht beviel, omdat hij al richting uitgang liep. Frits en ik haalden onze schouders op en liepen Mike achterna.

In mijn auto reden we Amsterdam uit, de A2 op. Mike’s vader had me subtiel gehint dat hij het niet erg vond om terug te rijden en ik gunde hem het pleziertje. Ik zag aan de kilometerteller dat mijn auto de afgelopen week een paar honderd kilometer meer gereden had dan ik aanvankelijk had verwacht. Ik grinnikte: blijkbaar hadden Mike’s ouders zich deze kans niet voorbij laten gaan. Prima beslissing, vond ik zelf; ik zou waarschijnlijk hetzelfde hebben gedaan, mits ik me net zo voor auto’s zou interesseren als Mike en zijn vader. “Zullen we bij de Lucht stoppen?” vroeg Mike’s vader. Mike knikte traag; ik zag goed dat hij eigenlijk het liefst direct door naar huis was gereden, maar hij begreep dat zijn ouders het ophalen van ons zagen als een soort van uitje, waar natuurlijk een eet- en drinkmoment bij hoorde.

We parkeerden de auto en liepen naar binnen. Mike had even moeite met de trappen, maar met wat ondersteuning kwam hij toch bij de deur. Ik pakte een dienblad en keek op het ‘marktplein’ of er iets van mijn gading bij was. Mike nam een grote salade en twee grote bekers appelsap. Ik nam een broodje met koffie; Mike’s ouders namen alleen koffie. We gingen bij het raam zitten waar het net leek of de auto’s het restaurant in kwamen geraasd, zo dicht lag het langs de A2. Ik had er een stoel bij gepakt waar Mike zijn gebroken enkel op kon leggen en schoof toen aan. Ik merkte aan Mike dat hij zweeg over zijn wandeltocht; het was misschien nog te vers voor hem. Of het was hem gelukt om van de hele gebeurtenis een prop te maken. Ik nam me voor hem dat ergens in de komende dagen te vragen en concentreerde me toen weer op het gesprek.

We wandelden na een uurtje weer het restaurant uit. Tot onze verbazing was het gaan sneeuwen. “Ik zal de auto gaan halen. Ik wil niet hebben dat Mike hier uitglijd ofzo” zei Frits tegen ons en liep de parkeerplaats op. Enkele minuten later zag ik van verre de opvallende xenonverlichting dichterbij komen en konden we instappen. Toen we de parkeerplaats verlieten en via de uitvoegstrook de autobaan opreden, konden we snel naar huis rijden vergeten. Het sneeuwde erg hard en het verkeer paste haar snelheid daar uiteraard op aan; stapvoets reden we richting huis.

Eindelijk, eindelijk zagen we het tankstation opdoemen, dat bij ons om de hoek lag. Voorzichtig reed Frits de auto de straat in en draaide daarna de oprit op. Thuis! Ik hielp Mike met uitstappen, opende toen de voordeur en liet iedereen binnen. Mike liep direct door naar de woonkamer, gooide de krukken op de grond en liet zich met een diepe zucht op de bank vallen: hij was er helemaal klaar mee. Ik ging in de keuken koffie zetten: ik had niet alleen zin in koffie, maar wilde het gezin even voor zichzelf geven en aan de gedempte stemmen die uit de woonkamer kwamen te horen, slaagde mijn opzet.

Via de garage liep ik naar de brievenbus. Het sneeuwde nog steeds en de sneeuw bleef ook liggen; er lag al een paar centimeter. Onze brievenbus zat vol. Ik pakte er alles uit en liep snel terug naar binnen en ging met de post aan de keukentafel zitten; ik hoorde nog steeds gedempte stemmen uit het aanpalende vertrek komen. Veel reclamefolders gooide ik direct op een stapel. Een aantal vaktijdschriften bladerde ik snel even door en legde ze toen apart. De krant van vandaag sloeg ik wel open en al snel was ik verdiept in een artikel over expats en wat er financieel en juridisch kwam kijken als je in het buitenland ging wonen.

“Krijgen we nog koffie!?” hoorde ik op een gegeven moment uit de woonkamer komen, met een lacherige ondertoon. Ik sloeg de krant dicht, stond op en zette twee bekers onder de vulmond van de koffiemachine. Met een dienblad met drie bekers koffie, melk, suiker en een pak koeken erop, liep ik de woonkamer in en zette het dienblad op tafel. Mike greep direct naar het pak koeken, scheurde de verpakking eraf en nam er een. “Zou je je ouders er niet eerst een presenteren, eigenheimer?’ vroeg ik hem. Hij stopte abrupt met het kauwen op de appelkoek en bood er, met de kruimels rondom zijn lachende mond, ons een aan.

Ik had de open haard gestookt; de vloerverwarming hadden we op de avond voordat we vertrokken lager gezet en vloerverwarming werkte nu eenmaal trager dan radiatoren of een open haard. Het zorgde ook voor een knusse sfeer in de kamer. We kletsten nog wat en rond acht uur stonden Mike’s ouders op om naar huis te gaan. We lieten ze samen uit en ik sprak met Frits af dat we morgenavond mijn auto wel zouden ophalen. Toen Frits zich realiseerde dat hij dus nog een dag in mijn auto kon rijden, klaarde zijn gezicht nog meer op. We keken ze na totdat ze van de oprit waren verdwenen en sloten toen snel de deur: het sneeuwde nog steeds, alleen minder hard.

Terug in de woonkamer gooide ik nog een blok hout in de open haard; de vonkenregen die daarmee gepaard ging werd keurig tegengehouden door het massief ijzeren vonkenscherm dat ik voor de open haard had geplaatst. Mike had de TV aangezet. Tussen alle voorbereidingen voor de vakantie door had Mike samen met Koen een flinke schotelantenne in de tuin geplaatst. Mike hield – net als ik overigens – van Amerikaanse sporten en met een goede schotel en een paar decoderkastjes bij de TV konden we veel Amerikaanse sportzenders op onze TV bekijken. Mike had er ook al twee digitale recorders aan gekoppeld. Het samen op de bank kijken naar de opgenomen ESPN Sportschannel van de dag ervoor was een vaste prik voor ons geworden en Mike zat regelmatig ’s nachts een live-wedstrijd te kijken.

Mike kroop op de loungebank tegen me aan en ging uiteindelijk tegen me aan liggen. Ik had voor mezelf een glas wijn ingeschonken en genoot van het moment. Ik had besloten om morgen even naar kantoor te rijden; ik had dan wel vrij gekregen van mijn baas, maar ik wilde per se voordat het jaar om was mezelf even laten zien. Ik had Simon gebeld en met hem afgesproken dat we morgenmiddag in de stad samen zouden lunchen; het regelen van het oud-en-nieuw gebeuren bij me thuis had ik aan Mike en zijn moeder overgelaten: ik zou het allemaal wel zien.

Ik werd wakker omdat iemand aan mijn oren kietelde. “Ga je mee naar bed? Het is als half drie” hoorde ik Mike zeggen. Ik opende mijn ogen en keek op mijn horloge. Het klopte: we waren beiden in slaap gevallen voor de TV. Ik stond op van de bank en liep met de gebruikte glazen en een lege chips kom naar de keuken terwijl Mike de TV uit zette en de verlichting in de woonkamer klein draaide. Enkele minuten later lagen we in bed; enkele minuten daarna sliepen we.

De volgende ochtend stond ik om half zes op; ik had immers een aantal afspraken gemaakt op kantoor en wilde vooraf rustig mijn mail kunnen lezen. Ik liet Mike rustig slapen: hij had met zijn moeder afgesproken dat ze om 9 uur de laatste boodschappen zouden gaan halen. “Koen zorgt voor de rest” had hij me verzekerd, maar hij weigerde te vertellen wat die ‘rest’ dan wel inhield. “Dat merk je vanzelf” had hij me met glinsterende ogen verzekerd. Ik vertrouwde erop dat het dan wel goed zou komen. Ik douchte me, kleedde me aan en verliet om zes uur ons huis. Ik nam Mike’s auto mee, aangezien mijn auto nog bij Mike’s ouders stond. Het was erg rustig op straat, wat het rijden in dit geval er niet makkelijker op maakte: het had nog behoorlijk gesneeuwd. En hoewel er zichtbaar gestrooid was, had het ontbreken van verkeer ervoor gezorgd dat het zout ook niet in de sneeuw werd gereden en dat opperste voorzichtigheid geboden was. Ondanks dat ik zag dat ik mijn voorgenomen tijdsschema niet ging halen, beheerste ik mezelf en reed voorzichtig naar kantoor.

Tot mijn verbazing was ik zeker niet de eerste die op kantoor aankwam. Dat zorgde er ook voor dat ik niet, zoals ik van plan was geweest, snel naar mijn kantoor kon doorlopen en ongestoord kon werken. Ik moest verschillende keren uitleggen wat er precies was gebeurd, hoe het met mij ging en met Mike. Geduldig vertelde ik keer op keer hetzelfde verhaal, blij als ik was met de belangstelling die werd getoond. Eindelijk bereikte ik mijn kantoor; ik knipte het licht aan en klikte mijn communicator in de houder die er voor zorgde dat het apparaat werd gekoppeld aan mijn computer. Terwijl dit overzetproces bezig was, nam ik een glas water, ging voor mijn raam staan en tuurde voor me uit. Ik zag op een afstand de stad langzaam wakker worden: ik zag steeds meer lichtpuntjes ontstoken worden in gebouwen en zag steeds meer bewegende lichtjes in de verte, die auto’s of andere voertuigen zichtbaar maakten.

Ik nam plaats achter mijn computer en begon mijn mails weg te werken. Ik zag een mail van mijn baas voorbij komen, waarin hij alle managers de opdracht had gegeven er voor te zorgen dat iedere medewerker, of hij nu op kantoor werkte, of in de magazijnen, om 2 uur in de hal moest zijn voor een oudejaarsborrel en daarna naar huis mocht om Nieuwjaar te vieren. Ik herinnerde me dat dit wel eens anders geweest was; vijf jaar geleden deed ik om half tien ’s avonds pas het hek dicht en ging op weg naar huis, om in mijn eentje oud-en-nieuw te ‘vieren’ met een - achteraf - sjofele fles wijn en een paar koude, kleffe oliebollen…

Ik hoorde geklop op mijn deur en keek ietwat verstoord op. Het was Sandra. “Mag ik binnenkomen?” vroeg ze. Met een armgebaar nodigde ik haar uit om verder te komen. Ze sloot de deur achter zich en ging tegenover me zitten in een van de lederen stoelen die daar voor gasten klaarstond. “Water?” vroeg ik haar, terwijl ik opstond. Ze schudde haar hoofd en wees op een kopje, dat ze voor zich op mijn bureau had gezet. Ik schonk mezelf in en ging tegenover haar zitten. “Bryan vraagt of hij vanavond wel mag komen” zei Sandra. Ik keek verbaasd. “Hoezo? Hij is toch uitgenodigd?” Sandra knikte. “Dat klopt, maar hij voelt zich heel erg schuldig tegenover Mike. Ik merk dat Bryan aanvoelt dat het niet helemaal goed gegaan is op die berg en dat die overnachting in de sneeuw en de helikopter niet bij het verhaal horen maar het gevolg zijn van het door hem verliezen van de GPS-kast.”

Ik zuchtte. “Je zou eens moeten weten hoe schuldig Mike zich voelt ten opzichte van zijn ‘kleine broertje’. Ik denk dat het goed is als die twee elkaar voor vanavond al even gezien hebben, denk je ook niet?” Sandra knikte. “Mooi. Als jij dan nu eens naar huis gaat, Bryan ophaalt en die bij Mike afzet. Kunnen ze samen lekker bezig zijn en dan hebben we vanavond dat probleem niet meer.” Sandra keek me met grote ogen aan. ”Ik kan toch niet zo maar weg gaan?” Ik knikte heftig. “Ik vind dat het wel kan. Ik zie je straks wel op de borrel. Maar bel Mike eerst even; hij zou met zijn moeder nog boodschappen gaan doen. Het is dan wel ondertussen half twaalf, maar ik heb geen idee of hij thuis is. Bel ‘m maar, ik weet zeker dat hij het gaaf vindt”. Sandra stond op en verliet mijn kantoor. Ik dook direct weer in de mails.

Om half een klonk er weer een bescheiden klop op mijn deur. Het was Simon die binnen kwam lopen en hij had Björn bij zich. “Ik wilde vragen of je het goed vindt als Björn ook mee gaat lunchen” vroeg Simon. “Natuurlijk! Kom dan gaan we direct!” Ik liep samen met de twee naar beneden en reed van het parkeerterrein af. We reden naar een klein eetcafé niet ver van ons kantoor; het was een zaak die pas geopend was en waar een jong echtpaar vol enthousiasme bezig was hun toekomstdroom te verwezenlijken. We namen plaats en bestelden wat te drinken. Als eerste informeerde ik hoe het met beiden in de privé-sfeer ging. Pas daarna schakelde ik over op het zakelijke. “En Simon, hoe is het gegaan tijdens mijn afwezigheid?” Simon glimlachte. “Wel goed, denk ik… Alleen werd het wel lastig toen ik beslissingen moest gaan nemen die ik eerst over jou vakantie heen getild had. Dat was best lastig, maar ik heb veel steun gehad van jou baas.” Ik smeerde wat boter op een stukje stokbrood. “Tsja, het is wat anders gelopen dan gedacht. Maar ik heb gisteren mijn baas nog gesproken en hij was bijzonder tevreden over je inzet en prestaties.”

Ik zag dat Simon begon te kleuren. Ik gaf hem een vriendschappelijke klap op zijn schouder; ik was bijzonder gesteld op mijn erg enthousiaste tijdelijke stand-in. “Ik heb jullie niet voor niets mee uit lunchen genomen,” begon ik mijn verhaal. “Ik wil me komend jaar vooral bezig gaan houden met het inpassen in de huidige organisatie van de nieuwe activiteiten die er aan zitten te komen. Dat betekend dat ik een aantal taken die ik nu doe, niet meer kan doen.” Ik nam een hap van het stokbrood, ook om de ernst van de zaak te benadrukken. “En daarom, Simon, heb ik een nieuwe functie gecreëerd: manager warehouses. En als jij het er mee eens bent, wordt jij die nieuwe manager.”

Simon’s ogen werden minstens een keer zo groot toen de impact van mijn voorstel bij hem doordrong. “En dat betekend voor jou Björn, dat ik jou chef van het warehouse wil maken waar Simon nu de leiding over heeft.” Nu was het Björn die me sprakeloos aankeek. Ik schoot in de lach van de twee verbijsterde gezichten tegenover me. “Geen bezwaren? Mooi, geregeld dus.” Omdat de lunch nog niet klaar was, gebruikte ik de tijd om de twee in de eerste plaats op hun gemak te stellen en in de tweede plaats uit te leggen wat ik van hen verwachtte en hoe ik, en de rest van onze organisatie, hen zou gaan helpen om van hun nieuwe baan een succes te maken.

De lunch werd net geserveerd, toen mijn communicator begon te piepen. Ik verexcuseerde me, stond op en liep naar een rustig deel in het eetcafé. “Hoe is het Mike?’ vroeg ik hem toe ik had opgenomen. Mike vertelde me dat Sandra Bryan had afgezet en daar bedankte hij me voor. Op de achtergrond hoorde ik aan het roepen van Bryan dat hij ook erg blij was Mike te zien. “Ik ga nog even wat met Bryan doen. Nee, we blijven binnen, ik heb mijn lesje wel geleerd. Tot straks!” Voordat ik nog wat terug kon zeggen had Mike de verbinding verbroken. Terug aan tafel ging het gesprek vooral over alledaagse dingen en uiteraard over de baby die Simon’s vriendin had gekregen. Om half twee stonden we op, betaalde ik de rekening met een creditcard en reden terug naar het kantoor om op tijd te zijn voor de oudejaarsborrel.

Daar aangekomen was het moeilijk om een plaatsje te vinden om de auto te parkeren. Ik had een gereserveerde parkeerplaats bij de ingang kunnen krijgen, maar had die altijd geweigerd: ik vond het onzin om een eigen plek te hebben, louter en alleen omdat ik toevallen in het managementteam van het bedrijf zat. Met wat moeite kon ik Mike’s auto kwijt en liep met Simon en Björn naar binnen. De hal was volgestroomd met medewerkers, zowel kantoorpersoneel als mensen die in onze magazijnen en werkplaatsen werkten. Mijn baas had er geen gras over laten groeien: hij had de hele catering uitbesteed aan een groot cateringbedrijf en overal liepen obers rond met dienbladen vol drankjes. Ik nam afscheid van Simon en Björn en ging naar boven, om mijn computer af te sluiten.

Terwijl ik weer naar beneden liep, keek ik op mijn horloge: het was vijf voor twee, keurig op tijd. Ik nam een glas Spa van het dienblad dat een van de obers me voorhield en ging tussen de andere medewerkers staan. Mijn ergernis groeide toen ik het gros van de andere managementteam-leden bij elkaar zag klitten bij een van de tafels. Ik had meermalen in ons MT erop gehamerd dat het o zo belangrijk was om als MT te mengen onder de andere medewerkers. Er werd dan altijd braaf geknikt, maar ik bleek meestal op mijn baas na de enige te zijn die de daad bij het woord voegde.

Klokslag twee uur stapte mijn baas het podium op, dat in de hoek van de hal was neergezet. Hij verwelkomde iedereen en dankte iedereen voor de komst. De definitieve cijfers van het bijna afgelopen jaar kon hij uiteraard nog niet geven, maar hij was er van overtuigd dat alle targets die gesteld waren, gehaald zouden worden. Mede daarom had hij ook deze oudejaarsborrel georganiseerd. Hij bedankte iedereen voor de inzet die het afgelopen jaar was getoond en sprak de hoop uit dat iedereen in het nieuwe jaar minstens even zo goed zijn best zou doen. Met een beschaafd applaus werd het officiële deel van de bijeenkomst afgesloten en begonnen zich overal groepjes te vormen waarin gezellig werd gekletst. Ik liep een paar groepen af maar merkte dat ik er genoeg van had elke keer opnieuw uit te moeten leggen wat er in Oostenrijk gebeurt was. Vooral de ongetwijfeld goed bedoelde grapjes die werden gemaakt begonnen me de keel uit te hangen, vooral omdat het telkens dezelfde betrof. Ik zocht daarom mijn baas op, gaf hem een hand en wenste hem alvast het allerbeste en verliet het kantoorpand. Vijf minuten later was ik op weg naar huis.

Het was erg druk op de weg: veel mensen wilden op tijd naar huis om de laatste voorbereidingen voor de jaarwisseling te treffen en dan, samen met familie en vrienden, op een leuke manier naar het nieuwe jaar toeleven. Omdat het verkeer niet opschoot, kon ik met mezelf op het bijna afgelopen jaar terugkijken. En ik kon volmondig zeggen dat het een enerverend jaar was geweest; Mike die voor de trein wilde springen, een promotie van mij op het werk, samenwonen, een promotie van Mike op het werk, een bijna verkeerd afgelopen vakantie… ik slaakte een diepe zucht en sprak de welgemeende wens uit dat het nieuwe jaar minder hectisch zou worden.

Mike had me bezworen dat ik niets in huis hoefde te halen, maar dat hij en zijn moeder overal voor zouden zorgen. Ik had wel de behoefte om nog even de stad in te rijden, maar kon me niet bedenken wat ik dan zou moeten kopen voor vanavond en bovendien wilde ik Mike en zijn moeder niet schofferen door toch met iets thuis te komen. Toen kwam er ineens iets in me op. Ik belde Mike om te vragen hoeveel gasten er vanavond zouden komen. “Euh… wij tweeën, mijn ouders, Koen, Koen’s vader, Björn, Björn’s moeder, Sandra, Bryan, Yuri, Yannick, jou nichtje en haar vriendje en nog twee, maar wie dat zijn vertel ik je straks wel”. Ik haalde in de winkel wat ik nodig had en liet me vervolgens met de stroom mee richting huis voeren. Het duurde ongeveer een kwartier voordat ik de oprit van ons huis op reed.

Ik zag mijn auto op de oprit staan: Frits had dus de auto al terug gebracht. Ik opende de garagedeur en hoorde de ouders van Mike in de keuken met elkaar kibbelen of iets nu wel of niet gemarineerd moest worden. Ik klopte op de keukendeur en liep toen het vertrek in.

Het eerste wat me opviel was dat er zes gourmetstellen op de keukentafel stonden en daar langs een doos waar heel veel stokbroden uit staken. Ik vroeg aan Mike’s ouders of ik ze ergens mee moest helpen, maar ze wezen mijn aanbod vriendelijk, maar beleefd af en stuurden me door naar de woonkamer.

Ik zag dat Bryan en Mike geconcentreerd naar de TV zaten te kijken. Ik zag ook een grote doos midden op de tafel staan. Toen viel het kwartje: Mike was met Bryan naar de stad gereden toen zijn ouders binnen waren komen vallen en had een Wii gekocht met onder andere een racespel en dat zaten de twee nu te spelen. Beiden hoorden of zagen niets: ze stuurden hun karts over het gedeelde scherm en het enige geluid wat uit de jongens kwam waren verbeten, korte opmerkingen als de zaken op het scherm niet verliepen zoals gedacht. Ik schudde mijn hoofd en liep naar boven, om mezelf te douchen en om te kleden.

Ik was bezig om de manchetten van mijn overhemd dicht te knopen, toen Mike binnen kwam lopen. “Hoe was het?” vroeg hij me. “Laat ook maar, ik zie het al aan je gezicht. Geen ruk aan dus” zei Mike met een lachend gezicht. Ik knikte. “Jammer genoeg heb je gelijk Mike. Het ‘ieder voor zich’ begint steeds meer door te dringen in ons bedrijf en ik heb het daar best moeilijk mee.” Ik ging op de rand van het bed zitten en zuchtte nog een keer. Mike ging langs me zitten en gaf me een zoen. “Hoe is het met Bryan trouwens?” vroeg ik hem.

“We hebben het er even over gehad en Bryan snapt nu dat we allebei geluk hebben gehad. Ik ben vooral heel blij dat hij niet boos op me is, of bang voor me is geworden. In de auto naar de stad hebben we lekker met de muziek mee zitten blèren en ik heb Bryan een spel uit laten kiezen. Ik denk niet dat het nog een probleem is. Ik hoop alleen dat iedereen er vanavond over op houdt.” Ik keek Mike aan. “Ik help het je hopen jongen. Trouwens, welk idee hebben je ouders bij een oud-op-nieuw feest? Ik heb maar liefst zes gourmetstellen zien staan en een hoeveelheid stokbrood waar je een heel weeshuis van te eten kunt geven.” Mike grinnikte. “Zo hoort het toch? Lekker samen naar het nieuwe jaar toe leven kan alleen met genoeg eten en drinken. Ik ga eerst douchen.”

Mike stond op, liep de badkamer in en sloot de deur. Ik staarde wat voor me uit; zoveel mensen bij een jaarwisseling? Allemaal bij ons thuis? Ik moest wel toegeven dat bijna iedereen die belangrijk voor ons was, er vanavond bij was. Ik had mijn baas ook uitgenodigd, maar die had al een afspraak met zijn buren gemaakt. Ik besloot het allemaal maar over me heen te laten komen. Ik knipte de TV die aan het voeteneind van ons bed stond aan en zapte wat door de kanalen heen. Ik hoorde Mike de tekst van een nummer van André Hazes keihard door de badkamer schreeuwen en schudde mijn hoofd: Mike had een bloedhekel aan Nederlandstalig muziek en het was grappig dat juist hij nu een tekst woord voor woord stond te schreeuwen. Blijkbaar had Mike het geweldig naar zijn zin; voorpret voor vanavond waarschijnlijk. Ik liep de badkamer in en liep bijna bovenop Mike, die recht voor de deur stond. Zijn pik stond stijf. Ik keek Mike aan en hij knikte me langzaam toe.

Mike stond lang na te denken in de dress-room welke kleren hij vanavond aan zou trekken. Uiteindelijk werd het zijn traditionele hardcore-outfit van Nike’s, trainingsbroek, hood-trui en een baseball-pet. We hadden twee schoolvrienden van Mike, die op de timmerafdeling zaten, onze dressroom laten aanpassen, omdat Mike’s garderobe er aanvankelijk niet meer bij kon. Nu paste het wel, ook al betrapte ik Mike er regelmatig op dat hij kleren van mij aangetrokken had. In het bijzonder mijn kostuums waren bij Mike door de week erg in trek. “Heb vanmiddag weer een lunch!” zei Mike dan altijd met een schaterlach als ik, quasi-verontwaardigd, een opmerking over zijn leengedrag maakte.

Terwijl ik mijn schoenen strikte, vroeg ik Mike hoe het met zijn enkel ging. “Ik voel ‘m steeds minder. Ik zal blij zijn als ik die rot-krukken terug kan brengen. Wat haat ik die dingen…” Ik schoot in de lach van Mike’s ongeduld en hielp hem met aankleden. Ik liep achterwaarts de trap af, bang dat Mike uit zou glijden. Mike nam echter geen risico en kwam zittend, trede voor trede, de trap af.

Mike’s ouders hadden in de tussentijd in de kamer tafels en stoelen klaar gezet om alle gasten te kunnen ontvangen. Ze hadden werkelijk aan alles gedacht: er stond champagne in koelers in de hoek en de tafels waren compleet gedekt. Mike’s ouders en ik trokken een fles witte wijn open en Mike haalde uit de Amerikaanse koelkast in de keuken een pak appelsap. Zo kletsten we wat met elkaar, in afwachting van de gasten; Sandra had Bryan opgehaald en was naar huis gegaan voor een kort slaapje en om zich klaar te maken voor vanavond.

Zij waren ook de eersten die binnen kwamen. Ik vond het fantastisch om te zien hoe Bryan, toen hij de kamer binnenliep waar wij stonden, iedereen voorbij rende en zich direct in de geopende armen van zijn ‘grote broer’ stortte. Mike tilde Bryan van de grond en zwaaide luid gillend met hem door de kamer heen. Pas nadat zijn moeder had geroepen dat hij Bryan weer op de grond moest zetten, stopte Mike zijn draaimolen en zetten Bryan weer met beide voeten op de grond, beide gierend van het lachen. Ik haalde mijn wenkbrauwen op en nam nog een slok van mijn wijn; wát een mafkezen!

Opeens werd er gebeld. Ik keek verbaasd: iedereen die we hadden uitgenodigd wist dat ze door de garagedeur moesten komen, dus vroeg ik me af wie er nu aan zou bellen. Ik liep met Mike de gang in en opende nieuwsgierig de deur.

Tot mijn enorme verbazing stond Milan voor de deur toen ik open deed en stond Phillipe achter hem. Ik keek om en zag Mike met een enorme grote grijns op zijn gezicht naar me kijken. Dit waren dus de twee mensen die Mike bedoelde met zijn geheimzinnig gedoe! Ik stapte snel opzij om de twee jongens binnen te laten die zich vervolgens lachend op Mike stortten. Ik keek nog een keer naar buiten en zag toen een auto op de oprit staan. Er zat nog iemand achter het stuur. Het was een Audi A8, die me bekend voorkwam. Toen wist ik het: Frenk had zijn zoon en zijn vriend gebracht! Zonder me verder te bekommeren om de kou, liep ik mijn huis uit, op weg naar de auto. Het portier ging langzaam open en ik zag Frenk aarzelend uit de auto stappen.

Ik liep naar hem toe. “Hoe… wat…?” Ik wilde hem van alles tegelijk vragen, maar het lukte me niet om al mijn gedachten goed op een rij te krijgen. “Het spijt me van de scène die ik bij jou heb gemaakt. Dat had ik nooit mogen doen; ik had het recht niet om je zo te behandelen. Ik wil voor mijn idiote gedrag mijn oprechte excuses maken. Zou je die willen aanvaarden, alsjeblieft…”? Ik draaide me om en zag door de openstaande voordeur dat Mike, Phillipe en Milan druk stonden te praten in de gang. Ik draaide me terug naar Frenk, stak mijn hand naar hem uit en drukte hem ferm de hand. “Kom je mee naar binnen?” zei ik met een lach. “Het is veel te koud om buiten te blijven staan.” Zichtbaar opgelucht door mijn reactie sloot Frenk zijn auto af en volgde me mee naar binnen.

Ik sloot de voordeur en wilde doorlopen naar de woonkamer; de drie jongens waren ons al voorgegaan en aan het geluid dat vanuit de woonkamer de hal bereikte te oordelen was iedereen heel blij dat de twee jongens er weer bij waren. Frenk legde echter zijn hand op mijn onderarm. Ik maakte hieruit op dat hij nog even wilde praten, dus ik hield halt en ging langs hem op de trap zitten.

“Milan heeft twee weken lang geen woord tegen me gezegd nadat ik hem bij jou opgehaald had. Geen enkel woord. Ik dacht eerst dat het allemaal wel over zou waaien, maar Milan hield deze keer zijn poot stijf. Ik probeerde het telkens opnieuw, maar hij negeerde me gewoon. Ik besefte uiteindelijk dat ik Milan niet zou kunnen veranderen in het ideaalbeeld dat ik altijd had van een kind en waar mijn zoon vanzelfsprekend aan zou moeten voldoen: ferm, stoer en met een heleboel meiden om hem heen. Als ik ooit nog een woord met mijn zoon wilde wisselen, moest ik de eerste stap zetten en mijn excuses maken. Ik ben daarom op een vrijdagavond naar zijn kamer gegaan en heb gevraagd of we konden praten. Ik heb Milan toen verteld dat hij weliswaar niet voldeed aan mijn ideaalbeeld, maar dat ik besefte dat ik hem toch niet kon veranderen, dat ik mijn zoon niet kwijt wilde raken en altijd van hem zou blijven houden, ook al was hij dan homo.

Ik kan wel zeggen dat we daar met z’n tweeën een flink potje hebben zitten janken tussen het praten door. Milan heeft me verteld dat hij jarenlang het gevoel had geen echte vader te hebben, omdat ik telkens probeerde hem aan meisjes te koppelen op de hockeyclub, een sport die hij haatte maar waar ik hem op gedaan had omdat ik dacht dat hij zo wel een leuk meisje op zou pikken. Dit, terwijl hij al lang wist dat hij op jongens viel en ik dat op z’n minst vermoedde, maar het gewoon niet wilde zien en dacht dat het wel over zou waaien als ik er maar geen aandacht aan besteedde en hem telkens richting meisjes zou sturen. Het gevolg van mijn gedram was dat Milan best populair was bij de meiden, maar er zelf steeds ongelukkiger door werd. En ik wilde dat niet zien. Ik nam dure merkkleren voor hem mee uit het buitenland, zodat hij indruk kon maken, terwijl hij die kleding afschuwelijk vond. Ook bleef ik hem telkens pushen om iets stoers te gaan doen: met een opgevoerde brommer rijden bijvoorbeeld, terwijl Milan gelukkig was met de oude fiets van zijn oma. Milan’s woorden raakten me in mijn hart, maar ik was wel heel blij dat Milan gewoon open en eerlijk was.

Ik heb Milan als laatste gevraagd of hij me wilde vergeven. De knuffel die ik toen van hem kreeg betekende voor mij heel erg veel. Milan heeft die nacht nog met Phillipe gebeld, verteld dat we gepraat hadden en dat ze elkaar nu ook weer zonder geheim mochten zien. We zijn de volgende dag al naar de Ardennen gereden en heb hem bij Phillipe afgezet en ben zelf Luik in gegaan, omdat ik besefte dat Milan en Phillipe echt van elkaar hielden en ik ze hun geluk niet wilde ontnemen. De week daarop zijn we weer samen naar België gereden en heb ik kennis gemaakt met Phillipe. Ik had me van alles van een vriendje van mijn zoon voorgesteld, maar toen ik Phillipe voor het eerst zag, voldeed hij totaal niet aan het uit vooroordelen opgebouwde beeld dat ik van hem had; het was een hele normale, lieve, wat onzekere jongen, net als Milan.

De weken daarna zijn Milan en ik elke zaterdag naar België gereden; ik heb ook kennis gemaakt met Phillipe’s ouders en heb fijn met ze gepraat; ik was erg blij dat ik voor mijn werk vaak in Wallonië kom en dus vloeiend Frans spreek. Wat ik ook geweldig vond, was dat, nadat Milan en ik ons meningsverschil hadden bijgelegd, hij helemaal opbloeide: hij scoorde alleen nog maar dikke voldoendes op school en is weer een spontane jongen. Als ik hem naar België breng, praten we onderweg over van alles en nog wat. Ik heb echt het gevoel dat ik mijn zoon weer terug heb. Wat ben ik ongelofelijk dom geweest! En weet je wat ik het allermooiste vind? Hij zegt regelmatig met een stralend gezicht tegen me: ‘ik hou van je, pap’. Dat heeft hij járen niet tegen me gezegd. Een mooier compliment kan ik niet krijgen, toch?” Ik zag dat Frenk geëmotioneerd was geraakt en nodigde hem met een armgebaar uit verder te lopen, ons huis in.

Via de garage waren de andere gasten ook al binnen gekomen dus hadden Mike’s ouders de gourmetstellen ingeschakeld en niet veel later konden de eerste stukken vlees op de hete platen worden gelegd. Mike’s ouders stonden er op dat zij ook voor de drank zouden zorgen en dat deden ze geweldig goed: iedereen zat met smaak te eten en te drinken. Ik keek op mijn horloge: het was negen uur, de hoogste tijd om mijn cadeautje uit te gaan delen.

Ik liep naar mijn kantoor, pakte de envelopjes uit mijn koffer en liep terug naar de woonkamer. Ik ging staan en vroeg of ik wat mocht zeggen. Met de nieuwsgierige blik van alle tafelgangers op mijn gericht, nam ik het woord. “Mensen, of beter gezegd: vrienden en vriendinnen. Het jaar is bijna voorbij en het was vroeger bij mij thuis, als het hele huis vol zat met familie, vrienden en bekenden, traditie dat mijn vader enkele uurtjes voor de jaarwisseling iets zou zeggen over het afgelopen jaar en ook wat over de toekomst. Deze familietraditie is bij het overlijden van mijn vader beëindigd, maar ik vind het nu een mooie gelegenheid om, als jullie het goed vinden, de familietraditie, die mijn opa ooit gestart is, weliswaar binnen een iets andere context maar niet minder gemeend, weer in ere te herstellen.

Het afgelopen jaar is er voor mij een geweest met vele pieken en enkele diepe dalen. Een kleine greep uit mijn afgelopen jaar: ik was Mike bijna kwijt, we wonen nu samen, De diefstal van Mike’s auto, we zijn met een groot deel van jullie op vakantie geweest die op, een kleinigheid na (ik kon het niet laten Mike snel een knipoog te geven), prima verlopen is, mijn baan is alleen maar drukker geworden, Mike zet grote stappen in zijn baan en door al die dingen heb ik vaak het gevoel gehad dat ik te weinig tijd had om alles te doen wat ik wilde.

En dan is het heel fijn om mensen om je heen te hebben die je kunt vertrouwen en die achter je staan, wat er ook gebeurt. Zoals jullie weten heb ik buiten mijn lieve nichtje geen contact meer met mijn familie. Maar ik heb een troost: jullie vullen met z’n allen dat mogelijke gemis meer dan voortreffelijk in. Door gewoon jezelf bij me te zijn, met alle goede en minder goede dingen. Op die manier zorgen jullie er voor dat ik blijf snappen dat er meer dingen in het leven zijn dan een succesvolle carrière. Ik ben bijzonder trots dat ik zo’n groep mensen om me heen heb, de groep die nu hier bij elkaar zit. Ongeacht wie je bent, wat je doet, ik spreek uit de grond van mijn hart dat ik het een voorrecht vindt om familielid of vriend van jullie te zijn. En daarvoor wil ik jullie enorm bedanken.

Ik heb het afgelopen jaar veel meer geluk gehad dan pech: ik besef dat ik met Mike niet alleen de absolute hoofdprijs uit de loterij heb gewonnen, maar ook direct de jackpot er bij gekregen heb. Ik wil jullie graag ook een kans op, financieel, geluk aanbieden. Vandaar dat ik voor jullie allemaal een heel staatslot met jackpot heb gekocht. Ik hoop echt dat ik straks met allemaal miljonairs aan tafel zit. Mensen, mijn opa zei vroeger altijd tegen me ‘dé ge bedankt bènt, dè witte’, en dat wil ik nu ook graag tegen jullie zeggen.” ik hief mijn glas, “Jullie allemaal alvast een goed uiteinde en een goed begin.” Iedereen was van zijn stoel opgestaan en hief zijn glas omhoog; Milan en Yuri floten zelfs op hun vingers.

Mike knipte de TV aan en schakelde in op de Staatsloterijshow, om zo de trekking in de gaten te kunnen houden. Wel koos hij er voor om het geluid uit te zetten, zodat iedereen lekker door kon blijven kletsen. Ik keek de tafel eens rond; Bryan had uiteraard een stoel langs Mike gekregen en ze zaten ouderwets met elkaar te geinen, alsof er niet gebeurt was; Milan en Phillipe zaten zichtbaar verliefd tegenover elkaar en hetzelfde gold voor Yuri en Yannick. De vader van Koen was met Sandra aan het praten en aan hun gezichten te zien was het een leuk gesprek. De vriend van Nienke zat met Björn’s moeder te praten en Koen, Nienke en Björn waren met elkaar in gesprek. Veel gesprekken gingen over dromen: wat ze zouden gaan doen, als de hoofdprijs dadelijk op hun lot zou vallen.

Frenk stond rond half tien op; hij had zijn vrouw beloofd oud-en-nieuw thuis te vieren en Milan alleen bij ons af te zetten. Ze waren ‘s middags al van huis vertrokken om Phillipe in België op te halen. Mike had uitgelegd dat hij, via msm, nog altijd met Phillipe contact had gehouden en Phillipe had, aanvankelijk stiekem, met Milan hetzelfde gedaan. Toen Mike had gehoord dat Milan en Frenk hun problemen hadden uitgesproken en dat Milan en Phillipe elkaar met Milan’s ouders zegen weer zagen, had hij ze beiden direct uitgenodigd om bij ons oud-en-nieuw te komen vieren. Frank nam van ons afscheid en gaf zijn lot aan zijn zoon. “Wel het miljoen mee naar huis nemen hé!” zei hij met een lach op zijn gezicht als afscheid tegen hem en woelde hem liefdevol door zijn haren. “Bel morgen maar wanneer ik jullie op moet komen halen. Veel plezier samen!”

Om half twaalf verdwenen Mike’s ouders weer in onze keuken: zij gingen oliebollen bakken, en dat terwijl iedereen al flink gegeten had. Het was me opgevallen dat Mike en Koen de hele avond voortdurend tegen elkaar stonden te fluisteren. Ik wist niet wat ze in hun schild voerden, maar ze deden er heel erg geheimzinnig over. “Wacht nou maar af, je gaat nog wat zien” was het enige wat Mike me wilde vertellen. Met nog tien minuten te gaan en iedereen voorzien van een verse, sappige oliebol, stonden we met z’n allen om de TV, het staatslot in de hand en in spannende afwachting van de grote prijzen die zo dadelijk getrokken zouden worden. Toen de grote prijzen op het scherm kwamen, bleek dat helemaal niemand ook maar iets had gewonnen, zelfs geen kleine prijs. Er werden een paar flauwe grappen over gemaakt, verder leek het alsof niemand zich er druk over maakte. De sfeer op deze avond was perfect; soms had je van die feesten waar je aanvankelijk erg tegen op zag, maar die op de een of andere manier een geweldige sfeer over zich kregen. Deze avond was zo’n avond en ik genoot er met volle teugen van.

De laatste minuut van het jaar was ingegaan en Mike had een enorme fles champagne uit de koeler gehaald en Bryan er ook een gegeven. “Tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, een… gelukkig nieuwjaar!!!” Mike liet onder gejuich de kurk van de champagnefles knallen en hielp Bryan toen hij het niet zo snel voor elkaar kreeg. Mike en Bryan vulden de champagneglazen en we toosten uitgebreid op het nieuwe jaar. Zelfs Mike dronk een half glas champagne op. Toen zette hij zijn glas op de salontafel en sloeg zijn armen stevig om me heen. We keken elkaar secondelang in de ogen en dachten, zonder iets te zeggen en ons iets van de enthousiaste wensen die om ons heen uitgesproken werden aan te trekken, terug aan de dingen die we de afgelopen tijd samen hadden meegemaakt. Langzaam verscheen er een lach op onze gezichten en onze lippen versmolten in een liefdevolle zoen.

“Hé tortelduifjes, gaan jullie nog mee naar buiten voor het vuurwerk!” riep Björn ons lachend vanuit de deuropening toe. Nu viel het me pas op dat wij tweeën als enigen nog in de woonkamer stonden. We onderbraken onze kus en omhelzing, deden snel een jas aan en volgden iedereen naar buiten. “Nog even wachten” riep Mike, toen we buiten stonden en belangstellend naar de donkere, heldere hemel staarden in afwachting van wat komen ging. Ik zag alleen verderop in de straat een paar vuurpijlen de lucht in gaan en hoorde vanuit de stad vooral heel veel knalvuurwerk. Opeens hoorde ik, van achter ons huis uit, een sissend geluid komen.

Enkele seconden later hoorden we, hoog ik de lucht, een knal, gevolgd door een enorme fontein van vuurwerk, niet veel later gevolgd door nog een, en nog een. Nu begreep ik waar Mike en Koen het voortdurend over gehad hadden! Koen was naar België gereden en had daar een kofferbak vol professioneel vuurwerk gekocht. Ik zag Yuri en Yannick de deuren van de bestelauto die Koen bij zich had, openen en er een grote doos uit tillen. Toen ze de doos openden, zag ik pas was het was: een enorme Chinese rol.

De twee begonnen de rol af te rollen over de straat en het bleek een tapijt van rotjes van ongeveer 50 meter lang te zijn. Onze blik bleef vooralsnog op de hemel gericht; Koen liet van achter ons huis de meest prachtige pijlen de lucht in schieten en we genoten van de show waarbij enkele pijlen zo fel waren bij hun explosie, dat het wel dag leek. Na een twintig tal minuten kwam Koen met een brede glimlach op zijn gezicht via de garage naar ons toe gelopen. Mike en Koen gaven elkaar een stevige high-five en gaven toen Bryan een aansteek-lont voor de finale. Ik zag Sandra even moeilijk kijken, maar toen Mike met Bryan meeliep naar het begin van de rol, liet ze haar verzet varen en keek rustig naar wat er gebeuren ging.

Bryan hield de lont, een beetje bang, bij het begin van de rol en liep, samen met Mike, snel terug naar de oprit waarop wij ons hadden verzameld, toen de lont begon te sissen. Op het moment dat Bryan en Mike terug stapten op de oprit, begonnen de afzonderlijke rotjes van de rol steeds sneller achter elkaar te knallen; het ging op een gegeven moment zo hand dat de dames in het gezelschap hun handen op hun oren hielden. Meer dan 5 minuten klapperde de rol en zorgde ervoor dat de hele straat rood werd van het papier en ook vol stond met rook. De buren waren op het geluid afgekomen en kwam ons gelukkig nieuwjaar wensen. Ik nodigde ze uit voor een glas champagne, maar die sloegen ze af: hun zoon was onderweg en zou zo arriveren.

Vanwege de kou gingen we terug naar binnen en trokken nog een fles champagne open. Nienke en haar vriend vertrokken: zij hadden afgesproken in de stad en namen Koen en Björn mee. Sandra en Bryan vertrokken ook; Bryan was doodmoe en regelmaat was eigenlijk het beste voor de jongen. Mike bracht hen naar huis omdat hij de enige was die niet gedronken had die avond – op dat ene glaasje champagne na dan, dat hij trouwens maar voor de helft had opgedronken. Koen’s vader bedankte ons voor de geweldige avond en bood aan om Björn’s moeder naar huis te brengen. Met de overgebleven gasten gingen we terug naar de woonkamer, om nog even verder te feesten.

Pringles1
Berichten: 46
Lid geworden op: zo 17 jun 2018, 15:44
Vul het getal in: 123

Wat een klas XXVII

Bericht door Pringles1 » do 01 okt 2020, 11:36

Mike had een CD uit zijn auto gehaald en stopte deze met een twinkeling in zijn ogen in de CD-speler. Ik had het kunnen weten: hardcore! Terwijl ik de hoofden van de achtergebleven jongens al voorzichtig op de muziek mee zag deinen, bekeek ik de CD. Ik was blij dat Mike, net als ik, alle muziek kocht die hij leuk vond en niet illegaal van internet aftrok. Ik had daar in het verleden flinke discussies met mensen over gehad; zij vonden vaak dat het illegaal kopiëren van CD’s ‘toegestaan’ was, omdat ze zo duur waren in de winkel en zagen niet de kip-ei problematiek die daaraan ten grondslag lag.

Ik ging bij Milan en Phillipe zitten; ik wan namelijk erg benieuwd of zij ook zo van hardcore-muziek hielden. Ik kon me dat eigenlijk niet voorstellen en wilde niet dat Mike, Yuri en Yannick in hun grote voorliefde voor deze muzieksoort Milan en Phillipe zouden overslaan. “Gave muziek!” schreeuwde Phillipe in mijn oren, in de hoop boven de dreunende bastonen uit te komen. Ik keek langs hem heen en zag Milan met een fles Japans bier in zijn handen rustig om zich heen kijken.

Mike kwam bij ons zitten, legde zijn krukken op de vloer langs hem en boog zich naar me toe. “Ik heb net Björn aan de lijn gehad. Het is in de stad ongelofelijk druk in de alle kroegen en hij vroeg of hij hier naartoe mocht komen.” Ik keek Mike aan. “En? Wat heb je gezegd?” Op Mike’s gezicht verscheen een glimlach. “Dat het mag, natuurlijk!” Ik schudde mijn hoofd. Het was intussen al na drieën en ik had de stille hoop gehad dat iedereen nu wel richting bed zou gaan, maar de actie van Mike had die hoop de bodem ingeslagen.

Na ongeveer 20 minuten zag ik door de gordijnen heen de lichten van een auto, die stopte op onze oprit. “Daar zullen ze zijn!” riep Mike me toe. En Mike’s vermoeden klopte: er kwamen, naast Björn, twee jongens en twee meisjes de kamer binnen gelopen. Ik keek Mike aan: ik kende alleen Björn, de anderen had ik nooit eerder gezien. En om eerlijk te zijn was ik hier niet blij mee; de gebeurtenissen rondom de diefstal van Mike’s auto hadden me meer kopschuw gemaakt dan ik had gewild. Ik probeerde me te concentreren op wat mijn gevoel me ingaf; ik had een soort van gevoelsmatig aangestuurd alarmsysteem ontwikkeld dat me waarschuwde voor mensen die niet te vertrouwen waren. Ik kreeg echter geen slecht gevoel toen ik het groepje aankeek en daarom opstond om ze welkom te heten. Een van hen, een geblondeerde jongen met een Marokkaans uiterlijk, bleek Mike goed te kennen.

Het bleken allemaal vrienden van Björn te zijn; hij had hen ooit ontmoet in de stad en ze waren sindsdien met elkaar in contact gebleven: ze gingen regelmatig met elkaar de kroeg in. In de kroeg waar Björn met het groepje had afgesproken om Nieuwjaar te gaan vieren, was het echter zo enorm druk dat ze al snel naar buiten waren gegaan en daar hadden besproken wat ze nu zouden gaan doen. Björn had toen geopperd om Mike te bellen en te vragen of het goed was dat Björn en zijn vrienden naar ons toe zouden komen. Vanzelfsprekend had Mike dat goed gevonden.

Een van de meegekomen meiden bleek de kersverse vriendin van Björn te zijn; het andere meisje hoorde bij de andere jongen. De Marokkaanse knul hoorde voor zover ik kon zien bij niemand. Ik wees ze waar ze wat te drinken konden pakken en ging toen weer bij Phillipe en Milan zitten.

Wat me wel opviel was dat de Marokkaanse jongen me regelmatig aankeek en zo snel als ik zijn blik beantwoordde, met een verlegen gezicht wegkeek en overduidelijk wachtte tot het moment dat hij dacht dat ik hem niet meer aankeek. De jongen voldeed niet aan het stereotiepe beeld dat veel mensen van Marokkaanse jongens had: de bontkraag op zijn jas ontbrak en hij kwam ook veel minder macho over; hij was eerder verlegen. Ik stond op en wenkte Mike naar de keuken.
In de keuken ging ik aan de keukentafel zitten en wachtte totdat Mike de keuken binnen kwam. Hij kwam enkele seconden later binnen, met een vragende blik in zijn ogen. “Mike”, vroeg ik hem, “wie is die Marokkaanse jongen?” Er trok een grote lach over Mike’s gezicht. “Dat is Khourchid. Hij zit bij mij op school en in de pauzes zoeken we elkaar vaak op.” Ik keek Mike aan. “Zit hij dan bij jou in de klas?” Mike schudde zijn hoofd. “Nee, ‘C’, zoals wij hem noemen, zit een klas lager. Hij is vorige maand 17 geworden.”

Ik stond op en pakte een fles wijn uit de koelkast. “Een leuke jongen” zei ik tegen Mike, terwijl ik een glas vulde. “Dat is het ook. Zul je ook nog wel zien”. En voor ik Mike kon vragen om verduidelijking, was hij al op zijn krukken terug naar de woonkamer gelopen.

Met het glas in mijn handen liep ik terug de woonkamer in. Ik ging bij Björn staan, maar ik merkte al snel dat dit niet helemaal de bedoeling was: Björn wilde vooral veel indruk op zijn nieuwe vriendin maken, dus mijn gezelschap werd niet zo op prijs gesteld. Ik gunde Björn zijn nieuwe vriendin en ging daarom met Yannick en Yuri staan praten.

Opeens trilde mijn broekzak: ik ontving een sms bericht. Ik verontschuldigde me bij Yuri en Yannick en liep richting gang om daar ongestoord het sms-bericht te kunnen lezen. “ga naar de slaapkamer.” Dat was het enige wat er in het bericht stond. Ik fronste mijn wenkbrauwen, maar nieuwsgierig besloot ik toch naar boven te lopen. Ik borg mijn communicator op en liep de donkere trap op. In de slaapkamer zag ik een flauw licht schijnen. Dit maakte mijn nieuwsgierigheid alleen nog maar groter en in een snellere pas liep ik de slaapkamer in.

Voor het bed stond Khourchid. De jongen keek me met een mengeling van verlegenheid en plezier aan, maar zei geen woord. Opnieuw piepte mijn communicator. Ietwat geërgerd diepte ik het apparaat op uit mijn broekzak en opende het scherm. De afzender was Mike. Het bestond uit slechts twee woorden: ‘veel plezier’. Ik keek Khourchid aan en hij keek mijn aan. Toen zette hij een stap naar voren en nog een. De jongen was een kop kleiner dan ik en keek me in mijn ogen. Langzaam bukte ik me, totdat mijn gezicht op enkele centimeters van de schoolgenoot van Mike was.

“Mike heeft me verteld dat jij de beste minnaar bent die er bestaat. En omdat Mike nu zijn enkel gebroken heeft en minder mobiel is, heeft hij me beloofd dat ik in zijn plaats met je naar bed mag.” Ik ging rechtop staan en monsterde de jongen; hij droeg een zwarte trui en een spijkerbroek. Op zichzelf geen bijzondere kledingkeuze, maar deze stonden hem prachtig. Ik keek de jongen in zijn ogen, speurend naar een aanwijzing dat was hij nu tegen me vertelde, niet waar zou zijn Het enige effect dat mijn zoektocht had, was dat ik verdronk in de prachtige donkere ogen van de jonge Marokkaan met zijn verlegen lach en langzaam verder naar voren boog, totdat onze lippen elkaar raakte.

Ik vroeg me af wat ik met deze situatie aan moest; het klopte dat Mike een stuk minder mobiel was. Sterker nog: Mike verging nog van de pijn, wat hij – buiten aan mij – aan niemand wilde laten merken. Het gevolg hiervan was wel, dat Mike en ik noodgedwongen onze vrijpartijen moesten aanpassen tot vrij statische gebeurtenissen. Ik had wel de indruk dat Khourchid meende wat hij zei; de jongen was weliswaar verlegen, maar het feit alleen al dat hij bij mij in de slaapkamer stond, getuigde van lef. Ik had me ervan overtuigd dat Mike degene was die de sms-jes had verstuurd; de manier waarop ik naar de slaapkamer was gedirigeerd kwam onbetwistbaar uit de koker van Mike. Er trok een glimlach over mijn gezicht: Mike had zich schijnbaar zorgen gemaakt over mijn behoeften en een oplossing voor me geregeld. Alles overziend besloot ik de geste van Mike met volle overgave aan te nemen.

Khourchid brak onze zoen langzaam af en ging, ook langzaam, op zijn knieën voor me zitten. Hij opende mijn broek en bevrijdde mijn intussen hard geworden pik. Op dat moment keek Khourchid naar boven en glimlachte naar me. Vervolgens omsloten zijn lippen mijn stijve pik en voelde ik een zachte tong over mijn eikel bewegen. Ik streelde de jongen door zijn geblondeerde, in stekels bijeen ge-gelde haren terwijl hij steeds sneller met zijn mond over mijn pik bewoog. Ik moest toegeven: hij was hierin bijna net zo bedreven als dat Mike was.

Ik voelde dat ik klaar ging komen en dat wilde ik zo lang mogelijk uitstellen, vandaar dat ik de jongen bij zijn schouders pakte en langzaam omhoog trok. Khourchid boog, toen hij overeind stond, naar me toe en ik beantwoordde zijn zoen. Ik sloeg mijn handen om de jongen heen en streelde hem door zijn zwarte trui heen. Khourchid was zeker niet zo gespierd als Mike, maar hij voelde wel lekker aan. Langzaam liet ik mijn handen afdalen naar de rand van zijn spijkerbroek. Op het moment dat mijn vinger die rand bereikten, hoorde ik een zachte kreun uit de mond van de jonge Marokkaan ontsnappen. Ik concludeerde dat hij hierdoor instemde met mijn verkenningstocht en mijn vingers trokken, voorzichtig, over zijn billen.

Toen mijn vingers de onderkant van zijn onderbroek bereikten, stopte ik met afdalen en begon ik zijn billen te kneden. De handen van Mike’s schoolgenoot zorgden er in de tussentijd voor dat mijn pik hard bleef. Ik pakte de onderkant van Khourchid’s trui en trok deze over zijn hoofd uit. De knul droeg geen shirt onder zijn trui. “Dat had Mike me opgedragen” fluisterde de knul in mijn oren, toen ik het bovenlichaam van de jongen bewonderde. Ik maakte de spijkerbroek van de jongen los en trok deze een stuk naar beneden; door het lenig bewegen van zijn heupen viel het kledingstuk op de grond en stapte Khourchid er ongeduldig uit. Ik keek de jongen aan en greep vervolgens in zijn boxershort. De pik van de knul was een stuk kleiner in zowel omvang als dikte als die van Mike, maar was wel opvallend zacht. Ik ging langs de jongen op het bed zitten en keek hem nog eens aan. “Weet je wel zeker dat je dit wilt?” vroeg ik de jongen. Mike’s schoolgenoot knikte heftig en gaf me toen een zoen. “Ik heb er lang over nagedacht en ik weet het heel zeker.”

Langzaam liet ik de jongen achterover op het bed vallen en terwijl mijn tong zich een weg baande over zijn bovenlichaam, trok ik met mijn vrije hand zijn laatste kledingstuk uit en gooide het de slaapkamer in. Via zijn navel bereikte ik zijn keurig besneden pik en netjes geschoren ballen. Ik verwende de jongen met mijn tong en uit zijn diepe zuchten en zachtjes kreunen maakte ik op dat hij genoot van mijn pogingen hem te plezieren. Langzaam baande ik mezelf, al kussend, weer een weg naar boven en eindigde met een zoen.

Khourchid keek me aan met zijn prachtige ogen. “Wil je me alsjeblieft neuken? Volgens Mike is dat een geweldig gevoel…” fluisterde hij me toe. Even was ik geërgerd: ik vond het nog steeds niet prettig dat Mike ons seksleven met vrienden of schoolgenoten besprak. Toen realiseerde ik me dat ik anders nooit deze mooie jongen zou hebben ontmoet. Ik keek hem opnieuw aan. “Weet je het wel zeker? Is het je eerste keer?” De jongen schudde zijn hoofd. “Nee, ik heb al eens eerder met een jongen in bed gelegen. Maar daar was niets aan; degene met wie ik in bed lag wist niet wat te doen. Ik heb van Mike begrepen dat ik daar in dit geval niet bang voor hoef te zijn.”

Ik stond op van het bed en Khourchid ging op zijn knieën op de rand zitten, met zijn billen uitdagend naar me toe. Khourchid’s billen waren licht behaard; normaal gesproken zou dat voor mij een absolute afknapper zijn, maar dit paste bij de jongen en maakte hem nog aantrekkelijker. Ik maakte Khourchid klaar om me te ontvangen en na een paar minuten nam ik plaats achter de jongen. Ik plaatste mijn stijve pik voorzichtig op zijn anus; ik wist namelijk niet hoe veel de jongen kon verdragen: hij had dan wel aangegeven dat ik niet de eerste zou zijn, maar verder wist ik niets en het laatste wat ik wilde was de jongen pijn doen. Langzaam en voorzichtig nam ik bezit van de jongen, die geen kik gaf. Ik streelde met mijn handen over zijn rug en nam zijn pik in mijn handen toen ik met mijn ballen de zijne raakte.

Ik hoorde achter me de deur van de slaapkamer open gaan. Zonder te kijken wist ik dat het Mike moest zijn: wie anders zou zomaar ons huis door gaan lopen, binnengaan zonder kloppen en bovendien: Mike had deze date geregeld. Ik keek opzij en zag dat het inderdaad Mike was die onze slaapkamer binnengekomen was. “Lekker?” fluisterde Mike in de richting van Khourchid. De jongen knikte. Ik trok mezelf even uit de jongen om hem wat op te schuiven op het bed, aangezien Mike aanstalten maakte om op het bed te gaan liggen. Gretig nam ik weer bezit van Khourchid en keek vervolgens, samen met hem, langs me, nieuwsgierig naar wat Mike ging doen.

Mike had zijn krukken op de grond gegooid en trok langzaam, zich goed bewust van onze blikken, zijn kleren uit. Als laatste gooide hij zijn boxershort de kamer in en begon zijn pik nog stijver te maken dan –ie al was. Het bleek een prima wisselwerking op te leveren: Mike genoot enorm van wat Khourchid en ik deden en wij genoten weer van het prachtige lichaam van Mike. Het duurde dan ook niet lang totdat Mike aangaf klaar te gaan komen. Voorzichtig ging hij op zijn knieën voor de open mond van zijn schoolgenoot zitten. Ik zag verschillende witte stralen de mond van de jonge Marokkaan binnengaan. Die aanblik was voor mij te veel en ik kwam diep in Khourchid klaar.

De jongen gaf me een zoen. “Het was precies zoals Mike me beloofd had. Je bent echt goed. Dank je wel.” Ik moest blozen van de complimenten van de jongen; nu had Mike nog nooit geklaagd over mijn inspanningen – behalve dan dat het voor hem niet ruw genoeg kon – maar ik vond het oordeel van mijn vriend altijd bijzonder gekleurd. Ik moest ook toegeven dat ik er van genoten had; de voor onze doen lange tijd zonder seks had meer invloed op me gehad dan ik gedacht had.

We liepen met zijn drieën naar de badkamer en wasten ons daar. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om wat nader kennis met Khourchid te maken. De jongen woonde thuis, met zijn ouders en drie broers en was het jongste kind. Hij wilde elektricien worden en wist nog niet precies of hij nu op jongens of meisjes viel. “Ach, zo lang het maar lekker is” hoorde we Mike vanuit de douche mompelen. We droogden ons af en kleedden ons aan. We controleerden elkaar kleding voor we terug naar beneden liepen, Mike ondersteunend tijdens de afdaling van de trap.

In onze woonkamer zat iedereen in een grote groep bij elkaar. Ik keek de mensen aan en, hoewel ze op zich wel graag door wilden feesten, zag goed dat iedereen doodmoe was. “Blijven jullie hier allemaal slapen?” vroeg Mike, niemand in het bijzonder aankijkend. Voor ik ook maar iets had kunnen zeggen, was Mike’s aanbod door bijna iedereen aanvaard; alleen de vriend en vriendin van Björn gingen naar huis. Ik keek Mike aan en wilde hem boos aankijken, maar de glimlach die hij me schonk zorgde ervoor dat ik het bij een diepe zucht liet.

Terwijl ik de woonkamer opruimde, leidde Mike Björn en zijn vriendin naar onze logeerkamer, door iedereen intussen tot ‘de peeskamer’ omgedoopt. Nu had ik weinig verstand van vrouwen en hetro-relaties, ik kon goed zien aan de gezichten van Björn en zijn vriendin dat ze voorlopig nog niet gingen slapen. Milan en Phillipe hadden van de grote zolder twee grote luchtmatrassen gehaald die ik ooit als relatiegeschenk van een Taiwanese leverancier had gekregen. Ze hadden daar al enkele jaren ongebruikt gelegen en ik had ze meer dan eens in mijn handen gehad om ze weg te gooien. Ik was nu blij dat ik ze elke keer weer terug in de kast had gelegd. Het was een grappig gezicht om Milan en Phillipe met rode hoofden te zien, druk doende om de bedden op te blazen.

Yuri en Yannick hadden besloten in de woonkamer op de lounge-bank te gaan slapen en ik gaf ze daarom twee kussens en een groot dekbed. “De vloerverwarming blijft gewoon doorlopen, dus jullie hoeven niet bang te zijn dat het koud wordt beneden.”

Ik hielp Mike de trap op en we openden de deur van de kamer waar Milan en Phillipe hun matrassen hadden neergelegd om ze welterusten te wensen. In het maanlicht dat door de dakkapel binnenscheen, konden we zien dat ze, dicht tegen elkaar, al in slaap waren gevallen. Mike wilde nog wat zeggen, maar een por van mij in zijn zij deed hem zwijgen. Voorzichtig sloten we de deur.

Ik liep onze slaapkamer in, toen Mike me met een sis-geluid om deed draaien. Een beetje geërgerd – ik was doodmoe – keek ik naam Mike, die met zijn arm een gebaar maakte dat ik naar hem toe moest komen. Toen ik bij Mike stond, wees hij naar de deur van de logeerkamer, die op een flinke kier stond. Toen zag ik het pas: Björn lag bovenop zijn vriendin, en ik had een vrije kijk op zijn snel bewegend achterwerk. Mike grinnikte en sloot toen de deur.

Ik hielp Mike met uitkleden en borg zijn krukken op terwijl hij zichzelf in bed hees. Ik ging aan mijn kant in bed liggen en draaide me naar Mike toe, omdat ik gewoon voelde dat hij vragen ging stellen. Mijn voorgevoel liet zich niet in de steek. “En?”, vroeg Mike. “Was het lekker?” Ik keek Mike aan. “Om eerlijk te zijn”, begon ik voorzichtig, “om eerlijk te zijn hink ik op twee gedachten. Ja, het was lekker: een hele leuke en aantrekkelijke jongen. En ik ben heerlijk klaar gekomen. Nee, want jij hebt het voor me geregeld. Ik bedoel, het was een opgezet iets en bovendien, ik werd pas echt opgewonden toen jij de kamer binnen kwam lopen. Ik had overigens ook niets anders verwacht; sterker nog: ik vroeg me op een gegeven moment af waar je bleef.”

Mike ging wat verliggen. “Dus…?” vroeg hij me. “Dus in de toekomst niet meer op deze manier doen. Het was heel lekker en ik heb echt genoten, maar de volgende keer wil ik wel inspraak vooraf.” Ik boog me over Mike en gaf hem een zoen. “Welterusten Mike.” Mike keek me aan en gaf me nog een zoen. Toch voelde ik dat Mike een beetje beledigd was omdat ik zijn geste niet helemaal had omarmd. Ik vond echter dat ik eerlijk moest zijn; ik was qua sex al een heel stuk minder conservatief dan voorheen, maar moest erkennen dat Mike daarin nog veel vrijer was dan ik. Ik had geprobeerd om Mike dat op een faire manier te vertellen, maar blijkbaar was dat niet helemaal gelukt. Ik draaide me om en viel niet veel later in slaap.

Ik werd wakker van beweging in ons bed. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen en keer opzij. Ik zag dat Mike bezig was op te staan, maar met een gebroken voet die bewust niet is voorzien van loopgips, viel hem dat zwaar. “Zal ik je helpen?” vroeg ik Mike. Mike knikte. Ik stond op en liep om het bed heen. Ik hielp hem overeind en gaf hem zijn krukken. Mike zuchtte diep. “Wat zal ik blij zijn als dat kutgips van mijn voet is. Ik wordt er helemaal stapelgek van!” Ik schoot in de lach van Mike’s felheid en dat zorgde ervoor dat hij nog bozer werd over de hele situatie. Ik pakte hem daarom stevig bij zijn schouders en drukte een diepe zoen op zijn mond. Ik merkte dat het hielp.

Mike trok een boxershort aan en vond dat wel voldoende; ik trok een shirt en een badjas aan. “Ik heb op elke kamer badjassen neergelegd” zei Mike me, toen ik bezig was het touw om mijn middel te knopen. “Dat leek me wel zo netjes en bovendien geeft het een huislijk gevoel.” Ik opende de deur van de slaapkamer. Het hele huis was nog in diepe rust; uit geen van de kamers kwam enig geluid. “Zullen we naar beneden gaan?” vroeg ik Mike. Mike knikte en liep richting de trap. Ik hielp Mike de trap af, terwijl we zo weinig mogelijk geluid maakten. Beneden aangekomen liepen we door naar de keuken.

Mike begon met het zetten van koffie en nam voor zichzelf een glas appelsap. “Hoeveel van dat spul drink jij eigenlijk op een dag?” vroeg ik hem. Mike keek me lachend aan. “Ik denk een pak of twee, drie. Ik vind het gewoon lekker!” Ik genoot van de verbaasde gezichten van caissières als we in de supermarkt, bij het boodschappen doen, een stuk of twintig pakken appelsap op de band zette. Mike was zelfs een keer aangesproken op het feit dat hij de week daarvoor ook al een heleboel pakken had gekocht. Met een stalen gezicht had hij het meisje verteld dat het om een dieet ging. Toen het meisje doorvroeg, maakte ik mezelf uit de voeten. Dat was maar goed ook: het meisje vroeg waar het dieet dan goed voor was en Mike antwoordde, terwijl hij het wisselgeld in zijn portemonnee stopte, dat het zijn anus lekker soepel maakte en dat ik dat erg op prijs stelde. Het meisje kreeg een rood hoofd en de mensen die direct achter Mike in de rij stonden begonnen opeens heel geconcentreerd de etiketten van de blikken soep die ze gekocht hadden te bestuderen. Buiten keek ik Mike boos aan, maar hij lachte mijn boosheid weg: “ze vroeg er toch zelf om. Muts.”

“Wat heb je de komende dagen op de planning staan?” vroeg ik Mike. Mike haalde zijn schouders op. “Niet zoveel eigenlijk. Ik wil in ieder geval nog een keer naar huis en ik heb met Koen overlegd.” Ik keek Mike vragend aan. “Weet je nog dat ik met Koen heb zitten praten over mijn tatoeages en dat ik hem mijn tekeningen heb laten zien?” Ik knikte. “Koen en ik gaan deze week met de man praten die hem mag gaan zetten. Ik wil eerst met hem gesproken hebben, kijken of het klikt. Ik heb wel al een paar foto’s van tatoeages gezien die hij gezet heeft en ik vind ze echt heel mooi.” Ik knikte; ik had op zich niks tegen tatoeages maar ook niets met. Ik vond dat Mike het zelf moest beslissen en vond de uitleg die hij gegeven had, voldoende om hem te steunen: de achtergronden die hij had verteld om tot de tekening te komen hadden me overtuigd dat het niet een van Mike’s bevliegingen was. “Koen heeft deze week nog vakantie, dus dat komt mooi uit.”

Mike schonk nog een keer in. “En jij?” Ik keek Mike glazig aan. “Om eerlijk te zijn, ik heb geen flauw idee wat me morgen te wachten staat. Ik heb mijn communicator niet of nauwelijks ingekeken de afgelopen dagen en om eerlijk te zijn: ik heb er ook geen moeite mee. Ik weet zeker dat Simon de zaken goed waargenomen heeft. En Björn doet het ook erg goed heb ik begrepen.” Mike schoot in de lach. “Dat hebben we gezien, ja.”

De deur ging open en Björn, en zijn vriendin, gestoken in de klaar gelegde badjassen, liepen de keuken in. “We roken koffie, dus…” gaf Björn als verklaring. Ik vond het geweldig dat Björn zelf koffie ging zetten: een teken dat hij zich bij ons thuis voelde. En dat was precies het gevoel dat we onze gasten wilden geven als ze bij ons waren. Ze gingen bij ons zitten. Björn had direct in de gaten dat ze door ons betrapt waren; met voor mij onbegrijpelijke handgebaren had Mike dat Björn duidelijk gemaakt en ik merkte dat Mike het grappig vond dat Björn het wist.

Het duurde niet lang of de andere vier mensen die waren blijven slapen kwamen af op de geur van verse koffie. “Waar is Khourchid eigenlijk gebleven? Is hij niet blijven slapen?” vroeg Yannick. Björn schudde zijn hoofd. “Nee, hij wilde naar huis, hij was doodop. Zijn broer is hem op komen halen vannacht.” Mike en ik keken elkaar begrijpend aan: we wisten waarom Khourchid zo moe was, maar zeiden niets. “Zal ik broodjes bakken?” vroeg Mike. Het instemmend geknik zorgde ervoor dat Mike de oven vulde met afbakbroodjes. “Zo, en dan ga ik nu schansspringen kijken” zei Mike en verliet het vertrek.

Het vertrouwde stemgeluid van Evert ten Napel kwam enkele seconden daarna uit het surround system dat we enkele weken geleden hadden laten aanleggen. Het zorgde ervoor dat je als het ware midden in de actie zat, omdat het geluid van alle kanten op je af kwam. Ik vond het aanvankelijk grote flauwe kul, maar nadat Mike me mee had genomen naar een winkel en ik daar het verschil tussen de oude wijze van geluid overbrengen en de nieuwe had gehoord, was ik omgegaan en had het systeem laten installeren.

Langzaam vulde zich de kamer met etende mensen. Ik keek rond en genoot van wat ik zag: een groep mensen die het erg naar haar zin had en genoot van het samen zijn. Björn en zijn vriendin waren de eersten die opstonden. “We gaan douchen en daarna naar haar ouders” verklaarde Björn hun vertrek. Ik knikte. “Ik loop nog wel even mee naar boven” zei Mike en met z’n drieën verlieten ze de kamer.

Na ongeveer een half uur hoorde ik stemmen in de hal en kort daarna de voordeur open en dichtgaan. Mike kwam de kamer ingelopen en ging langs me zitten. De blik in zijn ogen vertelde me genoeg, maar ik besloot mijn mond te houden. “Heb je met je vader afgesproken hoe laat je naar huis gebracht wilt worden?” vroeg ik aan Milan. Milan dacht even na, maar kon zich geen afspraak herinneren. “Zal ik jullie dan naar huis brengen?” stelde ik voor. Phillipe keek me aan. “Het is wel een heel stuk rijden; eerst naar de Ardennen en dan naar Utrecht. Is dat niet wat te veel gevraagd?”

Het Franse accent van Phillipe, gecombineerd met de ondertoon ‘ik durf het niet te vragen maar ik zou het wel heel erg leuk vinden’ was erg schattig om te horen. “Prima, dan brengen we jullie straks wel een keertje weg.” Mike stond op. “Ik ga nog wat broodjes halen” en liep richting keuken. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en liep achter Mike aan en sloot de deur achter me dicht. “En?” vroeg ik Mike. Mike haalde zijn schouders op. “Ik wilde hen de werking van de douche uitleggen, maar dat bleek jij al gedaan te hebben. Ik stond in de badkamer met Björn te praten, toen zijn vriendin binnen kwam lopen. Naakt.

Ze liep op Björn af en trok het touw van zijn badjas los en trok vervolgens zijn badjas over zijn schouders uit. Björn stond daar helemaal naakt voor mijn neus. Vervolgens trok ze het touw van mijn jas los en trok ze ook mijn badjas uit.” Mike stopte even en opende de oven om de broodjes er in te leggen. “En toen?” vroeg ik, met een mengeling van nieuwsgierigheid en geilheid. “Björn kreeg zijn pik niet stijf. Ze heeft toen mijn pik stijf getrokken en toen gevraagd of ik met haar mee de douche in wilde gaan.” Ik keek Mike aan en mijn verbijsterde blik zorgde ervoor dat Mike een grote glimlach op zijn gezicht kreeg. “Ik heb haar uitgelegd dat ik niet van meisjes hield. Ze stelde toen voor om met z’n drieën tegelijk onder de douche te gaan, maar ook dat heb ik niet gedaan.

Ze was blijkbaar teleurgesteld en daarom heeft Björn toen voorgesteld dat ik mezelf zou aftrekken terwijl zij onder de douche stonden. Ik heb een stoel gepakt en ben daar op gaan zitten. Ik zat nog maar net of die twee begonnen met elkaar te spelen. Om eerlijk te zijn: voor zover ik nog twijfelde of ik wel 100% homo was, weet ik nu zeker dat het meer dan 100% is.” Ik keek Mike verbaasd aan en Mike schoot weer in de lach. “Die meid zat voortdurend naar mij te kijken en ik hield ‘m daardoor niet stijf. Dat lukte me pas toen ik aan jou ging denken…” Ik schonk Mike een glimlach en gaf hem een zoen. Daarna liep ik terug naar de kamer: ik had genoeg gehoord.

In de kamer zaten Yuri, Yannick, Milan en Phillipe gezellig met elkaar te praten. “Hoeveel mensen kunnen er eigenlijk in jou auto?” vroeg Yuri. “Volgens mij kun je er met z’n zessen wel in zitten, hoezo?”, vroeg ik hem. “Nou”, gaf Yuri als antwoord, “wij willen eigenlijk ook wel mee, Milan en Phillipe wegbrengen.” Ik keek op mijn horloge. “Dan moeten we wel over een half uur aanrijden, willen we nog een beetje op tijd terug zijn.” De vier jongens stonden tegelijkertijd op en liepen naar boven, om zich te gaan douchen en om te kleden.

Mike had van de vraag van Yuri niets meegekregen en kwam dus nietsvermoedend met een mand vol broodjes en een thermoskan gevuld met koffie de kamer inlopen. “Waar is iedereen?” vroeg hij, met een gefronst voorhoofd. Ik legde Mike kort uit wat we zojuist besloten hadden. “Dan ga ik de broodjes smeren en nemen we de broodjes en de thermoskan gewoon mee voor onderweg!” Ik liep met Mike mee en hielp hem de broodjes te smeren. Daarna liepen we naar boven en kleedden ons aan. Omdat het topdrukte was in de badkamer pakten we beiden een washandje en een handdoek en wasten ons bij de kraan in de keuken. “Dan gaan we straks nog wel even in bad liggen” stelde Mike.

Keurig na een half uur stapten we in de auto en reden richting België; Mike zat naast me zodat hij zijn voet de rust kon geven die deze nodig had; ik zag nog steeds aan Mike dat het veel meer pijn deed dan hij wilde laten merken. Ik had hem al meer dan een keer voorgesteld om voor de zekerheid even langs het ziekenhuis te gaan, maar dat had hij categorisch afgewezen. En omdat ik inmiddels wist dat Mike van een ingenomen standpunt afbrengen erg moeilijk was, liet ik het er voorlopig maar bij.

Het was redelijk druk op de weg; veel mensen waren waarschijnlijk op weg naar vrienden en familie om de nieuwjaarswensen uit te wisselen. Ondanks dat het met vieren best krap was achterin, leek het alsof ze dat niets kon deren. Daar kwam bij dat Yannick, de kleinste van het stel, min-of-meer bij Yuri op schoot zat en er zo meer ruimte ontstond.

Toen we Maastricht voorbij waren en België inreden, begon het opnieuw te sneeuwen. Dat zorgde ervoor dat onze snelheid fors naar beneden ging; de strooidiensten deden hun best maar het geringe verkeer in dit deel van België, gekoppeld aan de hoeveelheid sneeuw die naar beneden kwam, zorgde ervoor dat ik erg voorzichtig moest gaan rijden. Toen we bij Houffalize de autobaan verlieten en een secundaire weg op reden, overwoog ik zelfs even om de sneeuwkettingen om te doen. Gelukkig was mijn auto van allerlei elektronische snufjes voorzien, die er voor zorgde dat mijn wegligging optimaal bleef en dat ik niet in de kou en sneeuw met die kettingen in de weer hoefde.

Phillipe loodste ons door een paar binnenweggetjes naar het dorpje waar hij woonde. “Ik zal mijn ouders even bellen dat we er bijna zijn” zei Phillipe en hij pakte zijn mobiel. Het gesprek met zijn ouders voerde hij in het Frans, maar ik kon uit zijn woorden opmaken dat we van harte welkom waren en dat we zeker even moesten blijven zitten. Ik twijfelde of ik daar gehoor aan moest geven; het was een prachtig teken van gastvrijheid, maar ik verwachtte dat het over anderhalf uur donker zou zijn en ik wilde voordat de duisternis inviel, weer terug op de autobaan zijn.

Ik overlegde even met Mike, maar hij stond er op dat we kennis maakten met Phillipe’s ouders, “dat kunnen we toch niet maken!” was zijn eenvoudige commentaar. Nou ja, we zouden wel zien op de terugweg. Phillipe stuurde me een klein landweggetje op met aan weerzijde grote dennenbomen. “Hier links” riep hij opeens. Ik remde lichtjes, maar voelde de auto toch gaan schuiven. Ik was nu erg blij ooit een slipcursus gevolgd te hebben en nu te weten wat te doen. Nog voorzichtiger reed ik het weggetje in en zag aan het einde van de weg een boerderij staan. Dat moest het huis van Phillipe zijn.

Ik reed het erf op en parkeerde de auto bij de achterdeur. Terwijl we uitstapten, ging de achterdeur open en kwamen de ouders van Phillipe naar buiten. Ik zag direct aan hun kleding en de boerderij dat het eenvoudige mensen waren; de hartelijkheid en gastvrijheid spatte echter van de twee mensen af en ze nodigden ons uit om binnen te komen.

Met Phillipe als tolk – zijn ouders spraken alleen Frans – zaten we een uurtje in de woonkamer rondom een kachel die nog met hout werd gestookt. Phillipe’s moeder had eigen gerookte ham gesneden en deelde dit rond. Ondanks dat we onderweg de broodjes hadden opgegeten, vond deze delicatesse gretig aftrek: hij was heerlijk.

Phillipe’s vader begon op een gegeven moment tegen me te praten. Ik beheerste het Frans redelijk, maar het accent van Phillipe’s vader zorgde er voor dat ik toch niet kon volgen wat hij me wilde vertellen. Phillipe vertelde me dat hij zag dat ik op zijn stoel zat te schuiven en dat hij begreep dat ik weg wilde omdat het snel donker werd. Ik kreeg een rood hoofd; de man had inderdaad goed gezien wat mijn gedachten waren. We kregen allemaal een flink stuk ham mee naar huis en we lieten Milan en Phillipe expres even achter in de woonkamer toen we naar de auto liepen, zodat ze ook even afscheid van elkaar konden nemen.

Uiteindelijk kwamen Phillipe en Milan de boerderij uitgelopen; Phillipe gaf iedereen een zoen en knuffelde Milan nog een keertje. Hij ging toen bij zijn ouders in de deuropening staan waar zijn vader ogenblikkelijk zijn arm om hem heen sloeg. Voorzichtig reed ik het erf af en toeterde toen ik de weg opdraaide. Ik zag dat Milan stil uit het raam zat te staren en merkte dat de rest dat ook was opgevallen. “Waar denk je aan Milan?” vroeg ik hem. Er ontsnapte een diepe zucht uit Milan’s mond. “Volgende week begint de school weer en Phillipe heeft het heel druk. Ik zie hem dus de komende weken niet of nauwelijks. En bovendien twijfel ik over mijn toekomst.” Ik keek Milan via de binnenspiegel aan. “Hoezo?” vroeg ik hem.

“Nou, ik weet zeker dat ik met Phillipe verder wil en volgens mij wil Phillipe dat ook. Alleen, Phillipe wil de boerderij van zijn ouders overnemen. En ik weet niet of ik dat wel wil; dat is zó anders als Utrecht!” Mike draaide zich om, richting Phillipe. “Moet je nu al beslissen dan?” vroeg hij. Milan schudde zijn hoofd. “Nee, dat niet. Maar ik weet zeker dat die vraag vroeg of laat gaat komen.” Mike keek Milan aan. “Als het nog niet aan de orde is, waarom maak je jezelf daar nu al druk om? Laat het even en geniet van elkaar. Je zult zien dat het probleem zichzelf op zal lossen en bovendien, je kunt het toch gewoon proberen?” Milan knikte, maar wel op zo’n manier dat iedereen in de auto begreep dat hij het onderwerp wilde afsluiten.

Voorbij ’s-Hertogenbosch bleek de sneeuwval een stuk minder te zijn geweest en was de A2 schoon. Daardoor stonden we, wat eerder dan verwacht, bij Milan voor de deur. “Gaan jullie nog mee naar binnen?” vroeg Milan. “Andere keer graag, iedereen moet morgen vroeg op en het is al na elven.” Milan knikte. “Nou bedankt en hopelijk tot ziens!” zei hij, terwijl zijn prachtige ogen twinkelden. Milan stapte uit en liep via een paadje, dat van kinderkoppen was gemaakt, richting de voordeur. Hij liep het trapje op en draaide zich op het bordesje om en zwaaide ons enthousiast uit.

We zetten Yuri en Yannick bij Sandra af en reden direct door naar huis. Ik reed de auto de garage in en zette de motor af. “Zullen we direct gaan slapen?” vroeg Mike. Ik zag aan hem dat hij moe was; het lang op een stoel zitten was hem fors tegengevallen, moest hij erkennen. Ik gaf Mike de medicijnen die hij moest slikken en gaf hem daarna een glas water zodat hij ze door kon slikken. Voorzichtig hielp ik Mike de trap op en hielp hem in bed. Ik maakte een keuze uit mijn kleding en hing deze op de dressboy. Ik keek Mike nog een keer aan: hij lag al te slapen. Ik kroop in bed en sliep enkele minuten later.

Ik werd om tien over vijf wakker. Ik keek opzij en zag dat Mike nog in diepe slaap was. Ik stond op, douchte me en kleedde mezelf aan. Voor de spiegel knoopte ik mijn stropdas en keek nog een keer naar Mike. Hij sliep nog en ik besloot hem niet te wekken. Ik sloop de slaapkamer uit en liep met mijn schoenen in mijn manden, de hardhouten trap af. In de keuken trok ik, terwijl de koffie liep, mijn schoenen aan en smeerde een broodje. In de gang controleerde ik nog eenmaal mijn kleding in de manshoge spiegel die daar stond, trok mijn mantel aan en liep toen naar mijn auto. Niet veel later was ik op weg naar ons grootste magazijn.

Het was voor mijn traditie om op de eerste werkdag na oud-en-nieuw iedereen die voor me werkte gelukkig nieuwjaar te wensen. In het grootste magazijn begon de eerste ploeg om zes uur; ik was dus mooi op tijd om voordat men aan de slag ging, iedereen een hand te geven. Ik reed de parkeerplaats van onze loods op en stopte bij de personeelsingang. Ik zag al enkele tientallen fietsen en brommers staan en opende de deur. De hal was al geheel verlicht en ik rook de geur van koffie uit de kantine komen, aan de andere kant van de hal.

Ik opende de deur van de kantine en begon iedereen, een voor een, een hand te geven en gelukkig nieuwjaar te wensen. Ik merkte aan de verwonderde blikken dat niet iedereen wist wie ik was, wat logisch was aangezien ik niet vaak meer in de magazijnen kwam. Na een kop koffie gedronken te hebben, reed ik naar het volgende warehouse, net zo lang totdat ik ze allemaal gehad had. Rond elf uur reed ik het parkeerterrein van ons kantoor op en parkeerde mijn auto. Uiteraard niet op de voor mij gereserveerde plek, maar tussen de auto’s van de andere medewerkers.

Binnen ontkwam ik er ook niet aan om iedereen een hand te gaan geven. Terug in mijn kantoor realiseerde ik me dat het contact met de werkvloer me meer voldoening gaf dat het contact met het kader, in het bijzonder het hoger. Met mijn baas kon ik het nog steeds prima vinden, maar hij was dan ook een self made man die het bedrijf mee vanaf de grond had opgebouwd. Ik merkte dat er steeds meer mensen in het management kwamen die eigenlijk niets met het bedrijf hadden maar alleen geïnteresseerd waren in hun eigen carrière. Die klinische houding ging me steeds meer tegen staan en ik had dat, weliswaar in bedekte termen, ook al meermalen tegen mijn baas verteld.

Ik klikte mijn communicator aan en liet deze synchroniseren met mijn laptop. Ondertussen pakte ik een glas water en ging op mijn vertrouwde plek voor het raam staan en staarde naar buiten. Wat zou het nieuwe jaar brengen? Ik had me in ieder geval voorgenomen voldoende tijd aan Mike te besteden; Mike’s zelfmoordpoging had diepe indruk op me gemaakt en me er terdege van bewust gemaakt dat ik echt rekening met hem moest houden en er niet vanuit moest gaan dat alles wel goed zou komen. Mijn laptop gaf een signaal dat de synchronisatie klaar was en ik ging achter mijn bureau zitten.

Ik had me voorgenomen om op tijd naar huis te gaan en reed daarom om vier uur al het parkeerterrein af. Het was goed te merken dat veel mensen nog vakantie hadden: het was vandaag een stuk minder druk op de weg dan andere dagen. Ik kon daardoor vlot doorrijden en was vroeger als anders thuis. Ik liep via de garage de keuken in en hoorde geluid uit de woonkamer komen.

Mike had de TV aanstaan, maar zijn aandacht was geheel voor een tijdschrift dat op zijn schoot lag. Het bleek een tatoeagetijdschrift te zijn. Ik boog me voorover en gaf Mike een zoen. “Drukke dag gehad?” vroeg Mike. “Zoals gewoonlijk. Weer van alles wat niet geregeld blijkt te zijn. En daar…” Mike onderbrak mijn verhaal. “Ik wil alleen maar de leuke dingen horen die je hebt meegemaakt. Aan al dat gezeur kan ik toch niets doen en bovendien jij daar namelijk vorstelijk voor betaald. Het enige dat ik wil, is jou geld opmaken.” Ik keek Mike aan. Hij stak zijn tong naar me uit en lachte luid. Dat was voor mij voldoende aanleiding om hem te kietelen totdat hij om genade smeekte.

De dagen verliepen grotendeels hetzelfde: ik ging vroeg van huis en liet Mike slapen. Mike bracht zijn tijd door met rusten, TV kijken en het bestuderen van allerlei boeken die zijn baas voor hem had meegebracht toen hij langskwam om een fruitmand te brengen. Ik had de boeken wel eens ingekeken en ze bleken voornamelijk te gaan over allerlei bouwberekeningswijze: wat de draagkracht van muren was en meer van dat, voor mij althans, onbegrijpelijks. Ik zag tot mijn voldoening dat Mike dit erg serieus nam: de bladzijden waren volgeschreven met aantekeningen en Mike had stukken tekst gearceerd. Het was duidelijk dat Mike de geboden kans met beide handen had aangegrepen.

Mike’s vader had me onlangs verteld dat hij lang bang was geweest dat Mike vroeg of laat zou ontsporen; het was een stille jongen die nauwelijks contact zocht met anderen en vooral met rust gelaten wilde worden. Mike rookte toen nog en zijn ouders vreesden dat hij vatbaar zou zijn voor de koffieshop met alle mogelijke schadelijke gevolgen van dien. “Het is aan jou te danken dat hij nu zo serieus met zijn toekomst bezig is” had hij me verteld. Ik had mijn wenkbrauwen opgetrokken; ik vond dat de credits in de eerste plaats naar Mike zelf moesten gaan. Hij was immers degene die er voor gezorgd had dat hij nu zo’n stappen kon maken. Toch was ik erg trots op het compliment dat Mike’s vader me gegeven had.

“Ga je morgen mee naar het ziekenhuis?” vroeg Mike me toen we samen in bed TV laten te kijken. Ik draaide me naar Mike toe. “Hoe laat moet je daar zijn?” Mike pakte een briefje van zijn nachtkastje af. “Om twee uur.” Ik zuchtte. “Mike, waarom vertel je me dat nu pas. Ik moet nu weer een afspraak gaan verzetten. Ik ga graag met je mee, maar ik wil dat je ook rekening met mij houdt.” Mike keek me aan en zijn blik verried dat hij niet blij was met mijn opmerking. “Dan ga ik toch gewoon alleen”, en hij draaide zijn rug naar me toe. Ik zuchtte. Dit was precies waar ik zo’n hekel aan had. Ik schoof naar Mike toe en sloeg mijn arm om hem heen en trok hem daarna op zijn rug. Enigszins tegenstribbelend keek hij me aan.

“Mike, ik bedoel het niet zoals jij het oppakt. Als jij dadelijk doorstroomt in jou bedrijf, zul je ook met een strakke agenda moeten werken. Dus ik wil alles voor je doen en met je doen, maar ik vraag je dan wel om, als je iets wilt, het direct tegen me te vertellen. Wanneer heb je de afspraak gemaakt?” Mike draaide zijn hoofd naar me toe. “Vorige week…” zei hij bedremmeld. “Dat bedoel ik nou. Als je me dat vorige week had verteld, had ik het veel makkelijker kunnen regelen. Zullen we daarom afspreken dat je in het vervolg dingen sneller tegen me verteld?” Mike knikte en ik beloonde hem met een zoen.

Het lukte me om in mijn agenda ruimte voor Mike te maken. Daarom konden we samen naar het ziekenhuis. Ik bood hem aan om hem in een rolstoel rond te rijden, maar dat weigerde hij. “Ik kan prima op krukken lopen.” De wachtkamer zat aardig vol, maar gelukkig konden we twee stoelen langs elkaar vinden. Ik pakte een tijdschrift van de stapel en begon daarin te bladeren. Mike pakte zijn I-pod uit zijn jaszak en stopte de dopjes in zijn oren. Toen ons volgnummer op het scherm verscheen, stootte ik Mike aan en wees hem naar het scherm. Hij zette zijn I-pod uit en borg deze op in zijn jas. Ik hielp Mike opstaan en liep met hem de spreekkamer binnen.

We namen plaats in de stoelen voor het bureau waarachter een oudere man zat. Ik bekeek het dossier dat voor hem lag. “Heeft u er nog veel last van?” vroeg de man aan Mike. Mike knikte. “Ja, het doet nog best pijn, maar het is een stuk minder dan enkele dagen geleden.” De man knikte. “U heeft uw enkel gebroken en dat is erg pijnlijk. Neemt u plaats op het bed, dan zal ik er even naar kijken.” Ik hielp Mike overeind en trok zijn trainingsbroek uit. Mike nam plaats op de onderzoekstafel en de arts ging op een krukje er langs zitten. Hij bevoelde Mike’s enkel op allerlei manieren. Ik zag aan het gezicht van de man dat hij toch tevreden was met wat hij voelde. “Kleed u zich maar weer aan” zei de man en nam weer plaats achter zijn bureau en maakte aantekeningen in het dossier, terwijl ik Mike hielp zijn trainingsbroek weer aan te trekken.

“Ik denk dat ik uw enkel wel in loopgips kan laten zetten.” Op Mike’s gezicht verscheen een triomfantelijke blik. Mike’s euforie werd echter direct door de arts danig getemperd. “U mag er op lopen, maar niet meer dan een uurtje per dag. Het is dus uitdrukkelijk niet de bedoeling dat u uw voet weer volledig gaat belasten. Doet u dat wel, dan loopt u het risico dat de breuk verergerd, met alle gevolgen van dien.” Mike keek de man aan. “Mag ik gewoon gaan werken? Ik zit het grootste deel van de dag achter een bureau.” De arts keek Mike over zijn bril heen aan. “Dat mag. Maar u moet dan wel gehaald en gebracht worden; lopen, fietsen of met de bus naar het werk is veel te belastend. Denkt u dat u dat kun regelen?” Mike knikte heftig: hij was al lang blij dat hij weer aan de slag kon.

In de auto naar huis pakte Mike zijn mobiel en belde zijn baas op om te vertellen dat hij morgen weer wilde gaan beginnen, maar dan alleen op kantoor. “Ik bel een van de jongens wel op of ze me willen komen halen en brengen” hoorde ik Mike zeggen. Met een gelukkig gezicht hing hij op en strekte zich uit. “Mooi man, ik kan weer wat nuttigs gaan doen!”. Ik had nog even gedacht terug te rijden naar kantoor, maar besefte dat ik een voornemen had uitgesproken enkele dagen geleden, dus besloot ik thuis te blijven en ging met Mike in de kamer op de bank liggen.

Mike had zijn vervoer keurig geregeld: een collega haalde hem ’s morgens op en hij werd ook weer thuisgebracht. Ik merkte dat het humeur van Mike ook met sprongen vooruit ging, nu hij niet meer hele dagen thuis hoefde te blijven. Op vrijdagochtend ontving ik van hem een sms-bericht: “kom je niet te laat thuis? Ik heb een verrassing voor je. XXX M.” Ik was direct nieuwsgierig en zorgde er ook voor dat ik op tijd thuis was, mezelf voortdurend afvragend wat die verrassing zou kunnen zijn.

Ik liep de woonkamer in en zag Mike op de bank zitten, met mijn laptop op zijn schoot. Toen hij me bemerkte, klapte hij het apparaat haastig dicht. “Wat ben je aan het doen?” vroeg ik hem. Mike lachte betrapt. “Niks, eigenlijk…” Ik ging langs Mike zitten. Ik zag aan Mike dat hij hoopte dat ik over zijn geheimzinnige sms-je zou beginnen, maar ik wilde hem dat pleziertje niet gunnen: hij zou het zelf moeten vertellen.

Mike draaide zich naar me toe en keek me aan. “Weet je dat we al een paar weken eigenlijk geen weekend voor onszelf hebben gehad?” Ik moest Mike gelijk geven; het laatste weekend dat we echt samen hebben doorgebracht was het weekend voor we op ski-vakantie zijn gegaan en dat weekend zat ook nog vol met last minute dingen. “En wat wilde je daar aan doen?” Mike toverde een glimlach op zijn gezicht. “Ik heb er al iets aan gedaan. En ik weet dat je zondagmorgen naar een opening moet, maar ik vindt wel dat we twee dagen met elkaar door moeten kunnen brengen.” Mike ging verzitten en pakte mijn communicator van de salontafel af. “Die neem ik tot zaterdagavond in beslag. Sterker nog, die blijft hier.” Mike stond op en liep naar de vitrinekast in de hoek van de kamer. Hij opende een van de glazen deuren en legde mijn virtuele hersens op het bovenste glazen schap, tussen een aantal Japanse godenbeeldjes.

“Wat jij doet kan niet Mike. Ik moet bereikbaar blijven.” Mike keek me strak aan. “Wat ik doe kan helemaal wel. Als jij niet twee dagen zonder je telefoon kunt, heb je je werk waardeloos georganiseerd.” Ik schoot, weliswaar besmuikt, in de lach. Mike had natuurlijk gelijk, maar ik was nu eenmaal min-of-meer met mijn communicator vergroeid geraakt en voelde me werkelijk geamputeerd als ik dat ding niet bij me had – een idiote gedachte natuurlijk, maar niet minder waar.

“Ok, ik geef me over. En nu?” Mike boog zich naar me toe en gaf me een zoen. Hij stond daarna op en reikte me een hand, ten teken dat ik op moest staan. Ik ging aarzelend staan: ik had nog steeds geen idee wat Mike nu had bedacht, maar vond het wel spannend. Mike wees naar de eettafel. “Op die stoel staat een tas met de spullen die we nodig hebben. Kom, we gaan.” Ik keek Mike verbijsterd aan; wat had hij nu weer bedacht?

Ik pakte de tas van de stoel en liep gedwee achter Mike aan, richting garage. Ik zette de tas in de kofferbak en ging achter het stuur zitten. Mike had een tom-tom in zijn handen, waarvan hij het scherm zorgvuldig met zijn handen afschermde, zodat ik niet kon zien waarheen hij ons zou gaan sturen. Voorzichtig reed ik achteruit de garage uit, sloot de deuren met mijn afstandsbediening in de auto en reed daarna in de richting die de stem van de tom-tom aangaf.

We reden de A2 op, richting Maastricht. Tijdens de rit probeerde ik voortdurend Mike uit de tent te lokken voor wat betreft onze bestemming. Hij bleef echter halsstarrig weigeren en genoot zichtbaar van mijn vruchteloze pogingen meer details los te krijgen.

“Bij de volgende kruising, linksaf slaan.” Ik had verwacht dat, gezien de plek waar we ons bevonden, Mike een hotel in Maastricht had geboekt, maar dat klopte niet: we reden net voor we Maastricht in zouden rijden, linksaf, langs met MVV-stadion. Al snel verlieten we de bebouwde kom en reden het platteland op. De weg werd ook steeds smaller en op een gegeven moment moest ik achteruit steken om een tegemoet komende tractor door te kunnen laten rijden. “Na 100 meter, bestemming bereikt.” Ik keek naar rechts en zag Mike grinniken. Ik begreep niet wat hij nu gedaan had; ik had niet de indruk dat er binnen nu en 100 meter een huis of iets dergelijks zou staan. Er volgende nog een scherpe bocht naar rechts en toen zag ik het: Mike had een kamer geboekt in een kasteel-hotel!

We reden de parkeerplaats op en ik hielp Mike met uitstappen. Ik pakte onze tas uit de auto en sloot deze daarna zorgvuldig. Ik liep Mike achterna, die voorzichtig de treden van de trap die toegang tot het kasteel gaf, opliep. We stapten binnen in een middeleeuws decor, met op de grond rode tapijten en, enigszins afwijkend, donker bruin lederen Chesterfield banken. Een jong meisje kwam op ons afgelopen. “Goedenavond, mijn naam is Mike van Weem en ik heb voor vanavond een kamer voor twee personen gereserveerd.” Het meisje knikte en vroeg Mike mee te lopen. Mike volgde het meisje, vulde de benodigde papieren in en nam de sleutel in ontvangst. “Kom”, maande hij me.

Ik volgde Mike en we liepen de brede trappen op naar de eerste etage. De trap naar de tweede etage was echter een stuk smaller en die naar de derde, waar Mike een kamer had gereserveerd, wat zo smal dat ik er mezelf met moeite doorheen kon wurmen. In de kamer aangekomen zette ik de tas op het grote bed en keek eens rond. Mike had de deuren naar het balkon open gemaakt en liep, ook al was het inmiddels weer flink afgekoeld, het balkon op en zoog zijn longen hoorbaar vol zuivere Limburgse lucht.

“Kom, we gaan wat eten” zei Mike. Ik keek op mijn horloge. “Is de keuken nog open dan?” vroeg ik hem. Mike knikte. “Ik heb verteld dat we vanavond pas na negenen binnen zouden komen. Dat was geen probleem, ze hebben nog andere gasten die laat binnen komen, een of ander congres in het MECC. Dus…” Ik liep Mike achterna; hij had het immers geregeld dus ik liet hem het voortouw nemen.

We werden beneden ontvangen door een keurig geklede ober die ons naar de eetzaal begeleide. Het interieur bestond uit wit pleisterwerk met allerlei versieringen tot aan het hoge plafond. Aan de muren waren donkere lambriseringen aangebracht met allerlei houtsnijwerk. Het meubilair daarentegen was modern en comfortabel. We namen plaats aan de aangewezen tafel en bestudeerden de menukaart. Ik had mijn keuze snel gemaakt en sloeg daarom de wijnkaart open, om te kijken of er een aantrekkelijke wijn in aangeprezen stond. “Wat neem jij?” vroeg Mike me, met zijn kaart nog opengeslagen voor zich. “Ik neem de wildschotel. En de wijn heb ik er ook al bij gevonden.” Mike trok een vies gezicht. “Ik vind het zielig, die konijntjes. Ik neem de Thaise groenteschotel denk ik.”

De ober kwam de bestelling opnemen en zette een fles water op tafel met twee glazen. Mike opende de fles en schonk de glazen in. “Hoe kom je bij dit hotel uit?” vroeg ik Mike. “Nou, mijn baas is Limburger en die komt hier regelmatig. Toen ik hem vertelde dat ik een hotelletje zocht om met jou een dag weg te gaan, noemde hij direct dit hotel. ‘En noem mijn naam maar bij het boeken, dat scheelt gegarandeerd’ vertelde hij me ook nog. Ik heb zijn naam genoemd en inderdaad, ik kreeg een flinke korting.”

Het diner smaakte perfect; Mike had een uitstekende keuze gemaakt. Ik stelde voor om nog even in de bar een drankje te nemen, maar dat wees Mike resoluut af. “Ik ben moe, zullen we gaan slapen?” Ik hielp Mike de trappen op en stopte hem in. Mike draaide direct weg en sliep meteen; ik zette de TV die aan het voeteneind van het grote bed stond aan en keek nog even naar het journaal. Daarna knipte ik de TV uit en sliep in.

Mike had voorgesteld om de zaterdag te gebruiken om een door het hotel uitgezette autoroute te rijden door Zuid-Limburg. Bij het ontbijt zaten enkele medici zwijgend te eten. We besloten daarom alleen koffie en een broodje te nemen en onderweg ergens wat te gaan eten. Mike nam de route in ontvangst en we stapten in de auto. De route stuurde ons richting Thorn, het beroemde witte dorpje. We parkeerden de auto en liepen richting de Sint Michaelkerk. We bekeken de kerk en namen vervolgens plaats in een gezellig uitziend café.

We namen koffie en uiteraard een stuk vlaai. “Ik vindt het een perfect idee van je Mike” zei ik hem, terwijl ik mijn handen op die van hem legde. Mike nam mijn compliment glimlachend aan. “Nou ja, ik vond dat we wel eens lekker met z’n tweeën mochten zijn, zonder gestoord te worden door iets of iemand. En weet je, ik werd vanmorgen wakker en had voor de eerste keer geen pijn in mijn voet. En het mooie is: ik voel ‘m nu nog steeds niet. Komt ongetwijfeld doordat jij nu de hele tijd bij me bent.” We lachten om Mike’s opmerking en peuzelden toen de vlaai op. Ik rekende af, gaf een royale fooi en liep toen Mike achterna, naar buiten.

Een flets zomerzonnetje scheen toen we in de auto stapten en het dorp uitreden. De route ging, via allerlei landweggetjes en door kleine dorpjes, richting Maastricht. Toen we Maastricht inreden, keek ik op mijn horloge. “Heb je al trek?” vroeg ik hem. Mike knikte. “Zullen we op het Vrijthof wat gaan eten dan?” Mike glimlachte: hij vond alles prima. Voorzichtig reed ik door de nauwe straatjes van Maastricht en parkeerde mijn auto in de ondergrondse parkeergarage onder het Vrijthof. We liepen het plein een keertje rond en liepen toen het terras op van een zaak die ons wel gezellig leek.

Het terras was afgeschermd aan de zijkanten en het winterzonnetje scheen ongehinderd op het terras. Dat zorgde ervoor dat we al snel onze jassen uittrokken en Mike zijn en mijn zonnebril uit zijn binnenzak haalde. “Ik had zo’n vermoeden dat we wel op een terras uit zouden komen, dus vandaar dat ik ze gisteravond in mijn binnenzak heb gestoken.” Ik bekeek de zonnebril van Mike. “Ja, het is er zo eentje van het kruidvat. Ik ben niet zo rijk als jij dat ik zo’n dure kan betalen…” mokte Mike wat voor zich uit. “Je weet heel goed waarom ik deze bril draag Mike; als ik dat niet doe heb ik binnen een paar minuten stekende hoofdpijn.” Mike stak zijn tong naar me uit. “En yes, we zitten weer bovenop de kast mensen!” zei hij lachend tegen me. Ik baalde ervan dat ik voor de zoveelste keer in Mike’s val was gelopen en keek strak op de kaart van het café, wat Mike’s plezier alleen maar vergrootte.

Ik genoot er van om, op het terras in het zonnetje, dicht langs Mike gezeten te kijken naar alle mensen die langs het terras trokken. We bestelden een paar keer warme chocomel met slagroom en vooral Mike was een grote fan van de vlaai die de zaak serveerde. Ik haalde een paar keer diep adem en toen Mike me vragend aankeek, gaf ik hem een flinke knipoog, mezelf niet realiserend dat hij die nooit kon zien omdat ik mijn zonnebril droeg. Toch verscheen er een glimlach op met gezicht van mijn vriend: hij wist wat ik bedoelde.

Ik vroeg aan de serveerster tot hoe laat de winkels open zouden zijn. “Tot zes uur mijnheer” kreeg ik in sappig Limburgs als antwoord. Ik keek op de klok en zag dat het half zes was. Ik vroeg de rekening, wat Mike’s wenkbrauwen deed fronsen. “We zitten hier toch goed?” vroeg hij. “Klopt, maar we moeten nog iets doen” gaf ik hem als antwoord. Ik stond op en liep de zaak binnen. Ik betaalde en liep met Mike de stad in. “Waar gaan we heen?” vroeg Mike me. “Dat zie je zo wel. Het is niet zo ver.” Ik liep zoals de serveerster me uitgelegd had en we stapten niet lang daarna een exclusieve brillenzaak binnen. “Kan ik jullie helpen?” vroeg de keurig in pak gestoken verkoper. Voordat Mike iets kon zeggen, gaf ik antwoord. “Ja, ik zoek een goede zonnebril voor mijn vriend.”

Mike moest plaatsnemen in een stoel en zijn ogen werden gemeten. Mike had geen geslepen glazen nodig; zijn ogen waren nog uitstekend. “Ik zie dat u een horloge van Tag Heuer draagt?” zei de verkoper tegen Mike. “Wellicht dat u de collectie zonnebrillen van Tag Heuer wilt zien?” Mike knikte wat ongemakkelijk, want hij wist dat hij de zaak niet uit zou komen zonder nieuwe bril. Ik zag Mike’s gezicht echter opklaren toen de man een tableau uit een kast haalde en Mike de nieuwe collectie liet zien. Mike had verrassend snel een keuze gemaakt en zette de bril op voor een spiegel. “En?” vroeg hij me. “Staat –ie me?” Ik keek Mike aan. “Jou staat alles. Kies nou maar zelf.” Mike probeerde nog een paar andere monturen, maar hij had zijn keuze gemaakt. “Deze wordt ‘m!” zei hij blij.

Ik rekende de bril af en Mike schrok van de prijs. Ik had Mike echter afgeleerd daar opmerkingen over te maken; als ik hem iets wilde geven boeide me het niet wat het kostte; ik had de mogelijkheid nu eenmaal en wilde het graag aan Mike besteden. Mike wilde nog een stuk vlaai gaan eten, dus we liepen terug naar de zaak waar we een groot deel van de middag doorgebracht hadden. De serveerster die me naar de zaak had verwezen, kwam bij ons tafeltje staan om de bestelling op te nemen. “Ik zie dat u geslaagd bent?” zei ze met een glimlach. We namen nog een warme chocomel en Mike een stuk vlaai.

Om een uur of acht verlieten we het terras en liepen richting de auto. Ik betaalde bij de betaalautomaat en stak het uitrijdkaartje in mijn binnenzak. Terwijl we naar de auto liepen, pakte Mike mijn hand vast. Ik keek hem aan en Mike’s karakteristieke glimlach verscheen. “Je loopt nog steeds heel soepel!” zei ik tegen Mike. Mike grinnikte. “Gelukkig wel!” We stapten in de auto en ik reed richting de uitgang. “En wat wil je vanavond nog gaan doen?” vroeg ik Mike. Mike keek me aan toen we voor de slagboom stonden. Ik had de raam naar beneden gedaan om het kaartje in de gleuf te steken, maar Mike hield mijn arm tegen. Mike boog zich naar me toe en gaf me een zoen. “Vanavond gaan we alleen maar doen wat we al een paar weken niet meer gedaan hebben...”

Pringles1
Berichten: 46
Lid geworden op: zo 17 jun 2018, 15:44
Vul het getal in: 123

Wat een klas XXXVIII

Bericht door Pringles1 » zo 04 okt 2020, 12:02

Ik wilde hem vragen wat hij hier precies mee bedoelde, maar ik kreeg de kans niet: in mijn achteruitkijkspiegel verscheen een grote Range Rover en de man achter het stuur maande me uit te rijden. Ik stak mijn hand op, deponeerde de uitrijkaart in de gleuf en reed onder de opengaande slagboom door naar buiten. Ik sloeg linksaf en reed door de straten van Maastricht terug naar het hotel.

In het hotel aangekomen vroeg ik Mike in de lobby of hij nog wat wilde drinken. Mike schudde zijn hoofd. “Straks misschien nog” zei hij me en gaf me een knipoog. Daarna zette hij koers richting onze kamer. Het hotel leek wel verlaten; meestal hoorde je door de deur heen wel het geluid van pratende mensen of een TV die aanstond, maar in de gangen van dit hotel heerste absolute stilte; een stilte die alleen werd verbroken door het kraken van de houten trap onder onze voeten.

Ik opende de kamerdeur en liep naar binnen. Mike sloot de deur en zette er de grendel op. “Ik ga even douchen” zei Mike en verdween in de badkamer. Ik opende de deuren van het balkon en stapte het balkon op. Ik bleef er maar even staan: het was nog erg koud. Ik sloot de deuren weer en liep naar het slaapgedeelte. Op dat moment kwam Mike uit de badkamer, met alleen een badlaken rond zijn middel geknoopt. Ik keek Mike aan en duwde hem vervolgens met zijn gezicht tegen een kast aan en ging achter het staan. Ik zoende Mike een paar keer in zijn nek en daarna zijn schouders en zijn rug.

Mike draaide zijn hoofd naar me toe, terwijl ik mijn handen in zijn zij legde en hij de zijne erop plaatste. Mike sloeg een hand naar achter, dat mij de gelegenheid gaf zijn schouders en oksels te masseren. Mike draaide zich half naar me toe, waarna we in een diepe zoen verzeild raakten.

Langzaam zoenend, daalde ik via zijn rug af. Mike boog voorover en leunde met zijn onderarmen tegen de kast aan, waardoor zijn armspieren zich spanden. Beneden aangekomen trok ik het badlaken van zijn middel af. Mike’s pik stak stijf naar voren. Mike probeerde met zijn handen mijn gezicht tussen zijn billen te drukken en ik voldeed maar al te graag aan zijn opzet. Mike zuchtte toen mijn tong zijn anus raakte; hij had me meermalen verteld dat hij dit één van de lekkerste dingen vond die ik bij hem kon doen. “Wat is dit lekker…” fluisterde Mike voor zich uit, terwijl ik met mijn tong zijn anus doorweekte en Mike zelf zijn pik nog harder maakte dan hij al was.

Mike draaide zich om en ging met zijn rug tegen de kast hangen, zijn pik stak fier vooruit. Langzaam liet ik mijn mond over zijn pik glijden en begon zijn pik stukje voor stukje met mijn tong te verwennen. Mike sloeg een van zijn handen achter zijn hoofd hierdoor boog hij nog wat verder naar me toe en gaf hij me een blik op zijn prachtige spieren.

Mike trok me overeind en we zoenden elkaar. Daarna stak Mike zijn handen in mijn broek en trok deze naar beneden, direct gevolgd door mijn boxershort. Hij knielde voor me neer en begon me langzaam af te trekken, terwijl hij met zijn mond mijn ballen verwende. Ik woelde met mijn handen door zijn stekeltjes en genoot van Mike’s opgewonden blik in zijn ogen toen hij omhoog keek.

Langzaam kwam Mike overeind. Ik hoefde hem niet te sturen; hij draaide zichzelf om en boog voorover. Ik stapte naar hem toe en zette mijn voeten tussen die van hem. Mijn pik vond Mike’s anus ondertussen blindelings; gelijkmatig schoof mijn pik bij Mike naar binnen en vulde hem. “En nu hard en snel… het is al zoooo lang geleden…” hijgde Mike naar me toe. Ik sloeg mijn armen om Mike’s machtige bovenlichaam en drukte me stevig tegen hem aan. Mijn handen dansten over zijn lichaam terwijl ik langzaam maar zeker naar een hoogtepunt werd gebracht. Mike was me te snel af: zijn sperma spoot op de spiegel waarvoor hij was gaan staan. Enkele seconden later kwam ik.

Aan het ontbijt de volgende ochtend bespraken we de komende weken. Mike was druk bezig met het uitwerken van een aantal bouwplannen die, in het voorjaar, gerealiseerd zouden moeten worden. Ikzelf was bezig met het analyseren van onze contracten met een aantal Japanse klanten; ik wilde weten of de financiële onderbouwing van een aantal van deze overeenkomsten nog wel aantrekkelijk voor ons was, vooral omdat een aantal contracten binnenkort opnieuw onderhandeld moesten worden. “En wat voor gevolgen heeft dit voor ons?” vroeg ik Mike. Mike keek me aan. “Dat betekend dat we het allebei druk hebben door de week. En dus…” Mike zweeg. “Dus wat?” vroeg ik hem. “Dus dat betekent dat we af en toe een neukweekend zullen moeten plannen” zei hij achteloos, zich niets aantrekkend van de mensen die langs ons zaten. Ik kreeg een rood hoofd en bestudeerde de wijnkaart, terwijl Mike voor zich uit zat te grinniken.

We checkten uit en verlieten Limburg; ik had nog de opening van een nieuw kantoorpand van een leverancier op de planning staan. Mike had me aangeboden mee te gaan, maar ik had hem verteld dat het mij beter leek als hij met Yuri en Yannick zou afspreken, omdat het al een hele tijd geleden was dat ze met z’n drieën iets gedaan hadden. Mike had er direct mee ingestemd, zijn mobiel gepakt en met hen afgesproken in de stad te gaan poolen. “Zal ik je afzetten?” had ik Mike gevraagd. Mike schudde zijn hoofd. “Ik pak wel de bus. Het stukje naar de bushalte kan ik wel lopen. Dan hoef jij je ook niet voortdurend af te vragen of ik naar huis wil en hoef ik niet na te denken wanneer jij bij die opening vertrekt.”

Ik zette Mike thuis af; Mike zwaaide nog voordat hij ons huis binnenging en ik reed naar de opening. En ik moet zeggen: het was een prachtig pand op een absolute A-locatie. De eigenaar was zichtbaar trots op zijn nieuwe onderkomen. Blijkbaar was ons bedrijf een bijzonder belangrijke klant van hem, aangezien ik, terwijl het behoorlijk druk was met gasten, een persoonlijke rondleiding door het gebouw kreeg van hem.

In de hal trof ik enkele zakenrelaties en ontspannen dronken we een glaasje op de opening en ik werd voorgesteld aan enkele gasten. Het was een uitstekend georganiseerd gebeuren, maar ik merkte aan mezelf dat ik me er niet thuis voelde. Mijn gevoel van vroeger kwam weer wat terug: ik zat voortdurend te broeden op een goede smoes om het gebeuren voortijdig te kunnen verlaten zonder dat het op zou vallen. Ik baalde er van dat ik me geen sluitende smoes voor de geest kon halen en bleef daarom maar wat rondlopen.

Rond half zes begon de opening op zijn eind te lopen en vond ik dat ik met recht kon vertrekken. Ik bedankte de directeur voor de gastvrijheid en liep door de draaideur naar buiten, naar mijn auto. Ik stapte in en reed weg, nog niet precies wetende waar naartoe. Ik overwoog even om ook naar de stad te rijden en te gaan kijken of ik Mike en zijn vrienden kon vinden, maar besloot bijna direct dat niet te doen: Mike had al enkele weken niets met zijn vrienden ondernomen en ik vond dat ik het recht niet had hun samenzijn te verstoren. Vandaar dat ik naar de bioscoop reed aan de rand van de stad. Ik liep naar binnen, zocht een film uit, kocht een kaartje en een grote bak popcorn en nam plaats in de zaal.

Tijdens de rit naar huis was het rustig op straat; de winter was zeker nog niet ten einde en het was guur en donker buiten. Ik reed onze oprit op en parkeerde voor de garagedeuren; binnen was geen plaats want daar stond immers Mike’s auto. We hadden het tijdens het diner gisteren gehad over de mogelijkheid om de garage uit te breiden zodat allebei onze auto’s overdekt konden staan. Mike had dit al bekeken en uitgemeten en het zou moeten kunnen. Aan tafel besloten we dat Mike het hele traject zou regelen. Ik vond dat een prima deal: ik had geen verstand van bouwen en wilde me daarom daar zo weinig mogelijk mee bemoeien. Bovendien was het een mooie oefening voor Mike; het ging nu immers niet alleen om het bouwen zelf, maar ook om de vergunningenwinkel, het uitzoeken van de architect en aannemer enzovoorts.

Ik stapte uit en liep ons huis binnen. Mike zat, of beter gezegd, lag, TV te kijken. Mike keek me aan en ik zag in zijn fonkelende ogen dat er wat aan de hand was. Ik had het goed geraden: Mike stond op en liep naar de tafel. Daar pakte hij zijn schetsboek en overhandigde me dat. “Yuri en Yannick hadden nog een andere afspraak vanmiddag, dus toen heb ik Koen gebeld. We zijn toen samen naar die man geweest die hem getatoeëerd heeft. Ik heb zijn zaak gezien en die ziet er heel netjes uit en de man was erg vriendelijk. Samen hebben we mijn schets uitgewerkt en dit moet ‘m worden.” Mike overhandigde me met een trotse blik het schetsboek. Ik ging op de loungebank zitten en opende nieuwsgierig het schetsboek.

“Toch niet op je been zo te zien?” vroeg ik hem. Mike knikte. “De man heeft me op de computer laten zien hoe de tekening op mijn scheenbeen eruit zou gaan zien. Echt, het zag er niet uit: veel gekriemel en je ziet totaal niet wat het betekend.” Ik onderbrak Mike. “Maar dat was toch ook jou bedoeling? Iets helemaal voor jezelf?” Mike slaakte een zucht. “Dat klopt wel, tenminste… toen. Ik vind het echter wel belangrijk dat hij mooi is en niet een warboel van lijntjes en vlakken. Dat zou zonde zijn.” Ik knikte. “Je hebt gelijk Mike. Als ik terugdenk aan de uitleg die je bij je eerste tekening hebt gegeven, zou het eeuwig zonde zijn als je het niet netjes laat maken. Maar waar wil je ‘m nu laten zetten?”

Mike klopte met zijn hand op mijn rug. “Op mijn rug. Hij heeft het al een beetje uitgemeten en het past er prachtig op.” Ik schoot in de lach. “Als je maar niet denkt dat ik met jou aan het strand gaan liggen. Ik wil geen tokkie langs me.” Mike keek me even verbouwereerd aan en toen het kwartje viel, raakten we in een intens kietelgevecht verstrikt dat uitmondde in een diepe, intense, kus.

“Ga je mee? Ik ga slapen.” Zei ik tegen Mike, terwijl ik een gaap niet kon onderdrukken. “Dat is goed. Ik ben ook moe.” Het viel me op dat Mike zijn schetsboek mee naar boven nam; schijnbaar was hij als de dood dat zijn tekening, die nu bijna precies goed was, verloren zou gaan. Hij legde zijn schetsboek op zijn nachtkastje en liep toen door naar de badkamer. Ik sloeg mijn bed open en besloot om nog een glas water in de badkamer te gaan drinken.

Toen ik de deur opende, keek ik recht op Mike’s naakte rug. Ik zag dat er met een stift een groot aantal puntjes en lijntjes op zijn rug was getekend. Mike zag me kijken in de spiegel. “Hij heeft de omtrek van de tekening en de verhoudingen op mijn rug uitgezet, om er zeker van te zijn dat het straks ook past en er natuurlijk uit ziet. Ik kreeg nog een compliment van hem; hij had nog nooit een jongen van 18 gezien die zo’n gespierde rug heeft. Bij een ‘normale’ jongen had het er volgens hem nooit opgepast.” Ik zoende Mike in zijn nek en streelde hem over zijn platte buik. Mike draaide zijn hoofd naar me toe en gaf me een zoen. Daarna ontsnapte hij uit mijn omarming. “Kom, bedtijd. Jij moet er morgen vroeg uit.” Hij stak zijn tong naar me uit en verliet het vertrek.

De week verliep zoals alle andere: ik stond vroeg op, Mike ook, om naar ons werk te gaan. Ik was elke avond een stuk later thuis dan Mike, maar hij zorgde er dan ook voor dat het eten klaar stond en alle huishoudelijke klusjes aan kant waren, zodat we de avond voor ons samen hadden.

“Ik heb voor zaterdag een afspraak bij de tattoo-shop” zei Mike me onder het eten. Ik keek Mike aan. “Ga je het echt doen? Weet je het zeker?” Mike keek me aan. “Vindt jij het geen goed idee dan?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, dat is het niet; sterker nog: de tekening vind ik prachtig en dat ik ook op je rug kom te staan vind ik een grote eer. Ik wil er alleen zeker van zijn dat je er echt 100% achter staat; het is geen potloodtekening die je met een gum weghaalt als je ‘m niet meer mooi vind.” Mike grinnikte. “Zoiets had Koen me ook al verteld. Maar ik heb er lang genoeg over nagedacht en ik ga het doen. Ik heb er een heel goed gevoel bij.”

Ik schonk Mike’s waterglas nog een keertje vol. “Weten je ouders hiervan?” Mike schudde zijn hoofd. “Neuh… ik heb geen zin om in een oeverloze discussie terecht te komen. Ik kan de argumenten, zeker van ma, zo opnoemen: te duur, wat moeten andere mensen hier wel niet van denken, wat doe je als je ‘m niet mooi meer vind… ze zien ‘m vanzelf wel een keer, in het voorjaar of zo.” Ik keek Mike aan. “Wat kost ie?” Mike maakte een onverschillig gebaar. “Dat maakt me niet zoveel uit. Ik heb er maanden voor gespaard en hij is mooi.” Ik legde mijn hand op zijn hand; ik merkte dat Mike knorrig werd van mijn opmerking, die zo helemaal niet bedoeld was. “Zal ik ‘m betalen? Ik doe het graag voor je.” Mike schudde krachtig zijn hoofd. “Nee, ik heb ‘m zelf bij elkaar gespaard. Dat maakt het voor mij nog bijzonderder.” Ik kon Mike niet anders dan gelijk geven.

Mike had me gevraagd mee te gaan naar de shop. Vanzelfsprekend had ik ja gezegd, me niet realiserend dat Mike een hele poos op de tafel zou liggen. Ik maakte kennis met de man die Mike’s wens in vervulling zou laten gaan en hij maakte een deskundige indruk op me; hij had een folder klaargelegd en liep deze punt voor punt met Mike door. Dat was grappig om te zien: de man legde Mike geduldig de do’s en don’ts omtrent tatoeages uit, vertelde hoe hij zou gaan werken, welke veiligheidsmaatregelen hij trof en wat Mike moest doen als hij straks van de tafel zou stappen, terwijl Mike zichtbaar ongeduldig was en het liefst direct op de tafel was gaan liggen.

Mike trok zijn trui uit en ging op zijn buik op de tafel liggen. Allereerst ontsmette de man Mike’s rug en haalde met een scheermesje de haartjes van zijn rug, zodat hij volkomen glad en schoon was: essentieel voor een goede tatoeage. De man had, in spiegelbeeld, Mike’s definitieve ontwerp in een computer geladen en vervolgens op ware grootte uitgeprint. Vanwege de omvang van het ontwerp mat hij samen met een collega het ontwerp in op Mike’s rug, voordat ze het met inkt bedekte materiaal op Mike’s rug legden om zo een sjabloon te hebben.

Voorzichtig drukten de twee mannen de tekening op Mike’s rug, zodat de inkt zich op zijn huid zou hechten en als sjabloon zou kunnen dienen voor de uiteindelijke afbeelding. Ze trokken voorzichtig het materiaal weer van Mike’s rug en ik kon voor het eerst de afbeelding op Mike’s rug bekijken. Hij was werkelijk prachtig! Mike werd uitgenodigd op te gaan van de tafel en voor de mans-grote spiegel langs de tafel te gaan staan en zo een indruk te krijgen hoe het eruit zou gaan zien. Mike glom van trots toen hij een blik in de spiegel wierp en zag hoe het zou gaan worden. Ongeduldig nam hij weer plaats op de tafel, een glimlach op het gezicht van de eigenaar veroorzakend.

Mike en de man kletsten gezellig terwijl het zoemende geluid van de tattoueernaald een bijna rustgevende factor werd. Ik zag een van de medewerksters, een jong meisje met roze/rood haar en een zwarte tanktop aan waardoor goed te zien was dat zijn een suit droeg. Nieuwsgierig knoopte ik een gesprek met haar aan. Ze bleek uit Duitsland te komen en al een paar jaar in Nederland te wonen. Ze was opgeleid voor accountant, maar voelde zich totaal niet thuis in het uiterst formele milieu van de jaarrekeningen. Ook het constante gezeur over haar kleding ging haar steeds meer de keel uithangen: ze was akelig goed in haar werk maar ze paste totaal niet in de bedrijfscultuur. Toen haar relatie op de klippen liep was ze naar Nederland vertrokken en had na enkele omzwervingen een baan gevonden in de tattooshop.

“Hoeveel commentaar hebben jullie gehad?” vroeg ze me. “Hoe bedoel je?” vroeg ik haar. Ze glimlachte. “Je ziet er niet hetzelfde uit als hem”, terwijl ze naar Mike wees die uiterlijk ontspannen op de tafel lag, “dus je bent niet zijn vader of zijn broer. En voor een ‘gewone’ vriend schelen jullie te veel in leeftijd. Dus…” Ik produceerde ongemakkelijk een lach op mijn gezicht; ik had een hekel gekregen aan de constante stroom vragen en opmerkingen over onze relatie en het feit dat we ons daarover voortdurend moesten verdedigen.

“Het is inderdaad mijn vriend” begon ik. “We hebben al een tijdje een relatie en we wonen sinds kort ook samen. Ik ben heel gelukkig met hem” zei ik. Het meisje knikte. “Dat heb ik met de intake gemerkt. Hij vertelde vol trots dat hij een vriend had en dat hij daar super gelukkig mee was. Ik dacht eerst dat hij de jongen bedoelde die hij bij zich had, maar dat bleek niet het geval te zijn.” Ik realiseerde me dat Mike Koen mee had genomen tijdens zijn intake. “Wilt u soms een kop koffie? Het zal nog wel even gaan duren denk ik zo.” Ik accepteerde het aanbod en genoot even later van een kop koffie – en het uitzicht op Mike.

Het was niet druk in de shop, wat me de gelegenheid gaf eens grondig rond te kijken en, met een mengeling van nieuwsgierigheid en verveling, een tijdschrift dat Mike de afgelopen weken bijna kapot gelezen had, door te bladeren. En ik moest toegeven, enkele foto’s die in het blad stonden afgedrukt maakten een flinke indruk op me. Mike had er voor gekozen om het ontwerp in een sessie op zijn rug te laten zetten; zijn agenda liet een vervolgafspraak de komende weken eenvoudigweg niet toe. Ik had mijn laptop meegenomen en was op een gegeven moment in een hoekje gaan zitten en had me over een stapel e-mails die dringend moesten worden beantwoord gebogen.

Eindelijk, het was al een heel stuk in de middag, merkte ik beweging op de tafel: de tekening was klaar. Ik stond op om hem te gaan bewonderen, maar Mike’s rug werd direct verzorgd en met grote stukken gaasverband afgeplakt. “Je lijkt wel een mummie” grinnikte ik richting Mike. Mike schonk me een flauwe glimlach; meer durfde hij ook niet omdat hij bang was het werk van de mensen te verstoren en zo kans te lopen zijn tatoeage te vernielen.

Ik had een trainingsjack in de auto liggen en ging dat halen; Mike zou onmogelijk, zonder de kans te lopen schade aan te richten aan zijn verband, zijn trui aan kunnen trekken. Mike kreeg uitleg hoe hij de komende dagen met het verband om moest gaan. Ik merkte aan Mike dat hij vol ongeduld was en naar huis wilde, waardoor ik besloot goed te luisteren; het zou de laatste keer niet zijn dat Mike essentiële informatie miste.

Met een flinke tas vol gaasverband verlieten we de tattooshop. “Voel je eigenlijk iets?” vroeg ik Mike. “Het kriebelt ongelofelijk. Ik heb heel veel zin om te gaan krabben.” Ik keek Mike aan. “Als je dat maar uit je hoofd laat!” riep ik tegen hem. “Rustig maar, het was maar een grapje… maar het kriebelt wel.” Ik opende de auto en Mike ging zitten, zorgvuldig de rugleuning van de stoel mijdend. Het was een grappig gezicht om Mike zo onhandig in de auto te zien zitten. Mike keek me boos aan. “He, wie mooi wil zijn moet pijn lijden” grapte ik. Aan Mike’s lichaamstaal was te zien dat hij dat geen leuke grap vond.

Thuis aangekomen keek ik op mijn horloge. “Je moet het er nog een uurtje op laten zitten Mike” zei ik hem. Mike trok een vies gezicht. “Het jeukt zo enorm!” Hij wilde onderuit in de bank gaan zitten, maar ik dwong hem op zijn buik te gaan liggen. “Zo kun je ook TV kijken en bederf je je tatoeage ook niet.” Ik liep naar de keuken en haalde voor hem wat te drinken.
“Kom, ik zal het verband van je rug halen en je tatoeage schoonmaken.” Mike keek me aan. “Ja Mike, dat zal ook moeten. Of dacht je dat je het allemaal gewoon kon laten zitten?” Mike mompelde wel een excuus, maar ik trok hem overeind en nam hem mee naar boven. Ik had speciale zeep meegekregen en liet in de badkamer lauw water in een bak lopen. Mike had een aantal badlakens over het logeerbed uitgespreid en stond duidelijk ongeduldig te wachten totdat ik uit de badkamer kwam met de zeep en het water.

Mike had zijn trainingsjack al uitgetrokken en ik haalde voorzichtig het verband van zijn rug. Het was duidelijk dat de inkt nog goed moest intrekken, maar de afbeelding was uitstekend gelukt. Mike ging op zijn buik op de badlakens liggen en ik maakte zijn rug voorzichtig met mijn handen schoon en gebruikte zachte handdoeken om het vocht te deppen. Naast de zeep had de tatoeëerder ook een grote tube zalf meegegeven om op zijn rug te smeren zodat bacteriën geen kans kregen. Ik smeerde Mike’s rug in en gaf hem een tik op zijn kont toen ik daarmee klaar was. Mike keek lachend om en stond toen op. De zoen als dank was werelds.

Het ritueel herhaalden we vijf dagen: na werktijd nam Mike plaats op het logeerbed en smeerde ik Mike in. De tatoeëerder had vakwerk afgeleverd: niet alleen was de afbeelding prachtig, ook het genezingsproces verliep voorspoedig. Ik had Mike overigens wel verboden zijn tatoeage nu al aan iemand te laten zien: ik wilde per se voorkomen dat Mike een infectie zou kunnen oplopen aangezien zijn wonden nog niet helemaal geheeld waren. Mike begreep mijn bezorgdheid, maar vond het jammer dat hij zijn aanwinst niet kon showen.

Zijn tatoeëerder had voorspeld dat Mike drie weken last van zijn tatoeage zou hebben en daarna niet meer. De voorspelling kwam op de dag nauwkeurig uit en Mike was blij van de dagelijkse deppartij verlost te zijn. Het eerste wat Mike deed toen hij thuiskwam en het verlossende woord hoorde, was het bad vol laten lopen. Mike had zich drie weken met een washandje moeten wassen en was erg blij dat hij zich in het diepe bad kon laten zakken zonder zich druk te hoeven maken over de kwaliteit van zijn tatoeage. Het was grappig Mike te zien zitten; te midden een bad vol schuim en een van trots glimmend gezicht daar bovenuit.

De volgende avond vroeg ik hoe zijn collega’s hadden gereageerd. “Waarop?” vroeg Mike me, terwijl hij een pak appelsap uit de koelkast pakte. “Op je tatoeage natuurlijk!” voegde ik hem een beetje ongeduldig toe. ‘Nou”, zei Mike, terwijl hij een slok nam, “ik heb ‘m nog niet laten zien, eigenlijk. Moet dat dan?” Ik schudde mijn hoofd. “Mike, aan de ene kant ben je er heel erg trots op, maar aan de andere kant laat je ‘m niet zien. Dat snap ik niet helemaal.” Mike ging aan de keukentafel zitten. “Nou zo moeilijk is dat niet en volgens mij heb ik dat al een keer uitgelegd. De tatoeage is niet alleen omdat ik ‘m mooi vindt, maar vooral omdat het mijn diepste gevoelens laat zien; het is een deel van mijzelf zeg maar. En ik heb gemerkt dat ik daar erg in verschil met veel andere mensen die een tatoeage laten zetten: veel vinden de tekening wel leuk of vinden het stoer om met een tatoeage te kunnen pronken. En ik bepaal zelf wel wie de tatoeage ziet en wie niet.” Duidelijke taal, geen speld tussen te krijgen!

De maand januari ging verder redelijk geruisloos voorbij: mijn tijd werd voor een groot deel ingenomen door de analyses van het afgelopen boekjaar en Mike was vooral bezig met het voorbereiden van de bouwprojecten die hij in het voorjaar zou gaan coördineren. Een van die bouwprojecten zou de uitbreiding van de garage worden; Mike had in zijn vrije tijd een aantal schetsen gemaakt en we kozen een schets waarin we niet alleen het vloeroppervlak van de garage zouden uitbreiden, maar er ook een verdieping op zouden bouwen. De verdieping wilden we in gaan richten als fitness-ruimte.

Op de laatste zaterdag van januari had Mike zijn vriendengroep uitgenodigd om gezellig bij elkaar te zijn; Mike had gemerkt dat iedereen het jammer vond dat we elkaar minder zagen dan pakweg een jaar geleden. Vooral de reddingsactie voor Mike en Bryan hadden de groep aan de ene kant veel hechter gemaakt, maar aan de andere kant ook geconfronteerd met een overvloed aan wensen en een gebrek aan tijd. De hele zaterdagmiddag was Mike bezig met het klaarmaken van hapjes en controleren of hij voldoende drank in huis had gehaald. Tot twee keer toe was Mike naar de winkel gewandeld – hij mocht nog een week geen auto rijden – om nog wat bij te halen, bang dat hij te kort zou komen.

Het weerzien met de groep was als vanouds: gezellig. Het enige verschil was dat Björn en Koen hun kersverse vriendinnen hadden meegebracht. Het eerste uur zag ik dat ze zichtbaar moesten wennen aan de aparte manier waarop de jongens met elkaar omgingen, maar ze sloegen zich er kranig doorheen. Wat me die avond wel opviel, was dat het woord ‘carnaval’ regelmatig viel. Ondanks dat ik was geboren en getogen in een streek waar carnaval hartstochtelijk werd gevierd, had ik diep in mijn hart een diepe hekel aan dat feest. Op zich was dat opmerkelijk: ik had in mijn jonge jeugd enthousiast feest gevierd, maar had er, zeker toen ik merkte jongens veel leuker te vinden dan meisjes, steeds meer moeite mee mezelf te laten gaan bij anderen. Vandaar dat ik er de laatste jaren met een hele grote boog omheen gelopen was.

Yuri en Yannick verlieten rond een uur als laatste ons huis. Ik ruimde de tafel af en zag Mike voor zich uit staren. “Wat is er aan de hand? Je bent de laatste paar dagen al afwezig.” Mike mompelde wat; ik schonk er verder geen aandacht aan en liep met mijn handen vol afwas terug naar de keuken. In de kamer dronken we nog een glas en trokken de conclusie dat het weer ouderwets gezellig was. “We zouden weer eens wat samen moeten doen” concludeerde ik. Mike lachte geheimzinnig, maar zweeg. Ik was benieuwd wel plan hij nu weer had bedacht, maar had mezelf afgeleerd om er specifiek naar te vragen. De ervaring leerde me dat rustig afwachten totdat Mike er zelf over zou beginnen, het beste was.

We lagen een uurtje in bed; ik kon de slaap niet vatten en lag naar het plafond te staren, toen ik voelde dat Mike zichzelf naar mij draaide. “Slaap je al?” vroeg hij voorzichtig. “Nee, ik ben klaarwakker” antwoordde ik. Ik draaide mezelf richting Mike en keek direct in zijn, ietwat slaperige, gezicht. Mike kroop verder naar me toe en kroop in mijn armen. Zo lagen we enkele minuten, zwijgend, naar het geluid van elkaars ademhaling te luisteren.

“Heb jij vroeger carnaval gevierd?” vroeg Mike me. “Waarom wil je dat weten?” stelde ik een wedervraag. “Nou, gewoon… en waarom stel je direct een wedervraag” klonk het wat geïrriteerd. “In mijn jonge jaren was carnaval een vast onderdeel van het jaar; mijn ouders waren enthousiaste carnavalsvierders en dus moest ik mee. En ik vond het best leuk en gezellig. Toen ik echter een jaar of 15, 16 werd, vond ik er steeds minder aan. De jongens uit mijn dorp dronken zich vier avonden op rij van de wereld en ik stond daar dan tussen. In die vier dagen waren ze heel vriendelijk en aardig tegen me, maar na carnaval was er van die vriendelijkheid ineens niets meer open. Ik kon heel moeilijk met die hypocrisie omgaan. Bovendien worstelde ik toen heel erg met mijn homo-zijn: om me heen liepen hordes aantrekkelijke jongens en ik stond daar, met mijn geheim, tussen. Op het einde van de avond waren al die jongens dronken en werden aanhankelijk terwijl ik wist dat ik niets moest of kon doen. Vandaar dat ik steeds meer in mijn schulp bleef zitten.”

Mike zweeg enkele minuten. “Wat zou jij er van vinden als we komende carnaval met de optocht in Koen’s geboortedorp mee zouden doen?” Ik slaakte een diepe zucht. Dit was het dus; Mike was samen met de andere mensen uit de groep al een tijdje bezig een carnavalswagen te bouwen. Mike had graag meegebouwd, maar zijn lichamelijke toestand had dat gedwarsboomd. Daarom had Mike zich nuttig gemaakt door voor materiaal en bouwtekeningen te zorgen. “Mike, waarom zeg je dat nu pas tegen me?” Mike zweeg berouwvol een paar minuten: hij wist dat ik een bloedhekel had aan dit soort verrassingen. “Omdat… omdat ik al ja gezegd had voor ik er erg in had en het ook heel erg leuk is geworden. Bovendien heb je net zelf gezegd dat we meer dingen samen moeten doen. Nou, dit is een hele mooie gelegenheid! Doe je mee? Alsjeblieft?”

Ik slaakte een diepe zucht; aan de ene kant had ik totaal geen zin om ook maar iets aan carnaval te doen, maar aan de andere kant wilde ik Mike zijn wens ook niet onthouden. “Ik zal er over nadenken” gaf ik Mike als, laf, antwoord: ik wist al dat ik ‘ja’ zou gaan zeggen maar ik wilde het ook als leermoment voor Mike gebruiken. Vandaar dat ik nog niet toegaf en veinsde dat ik nog wat tijd nodig had. Ik zag aan Mike’s gezicht dat hij heel erg hoopte op een positief antwoord.

De volgende ochtend was Mike al vroeg wakker. “Waar ga jij heen?” vroeg ik hem nog slaapdronken. “Nou”, begon hij aarzelend, “ik heb met Koen afgesproken dat ik vandaag naar de bouwloods kom om de wagen te bekijken. En hij is er over een half uurtje.” Nu baalde ik helemaal: ik had bedacht vanmorgen met Mike boodschappen te gaan doen, daarna in de stad ergens lekker te gaan lunchen en vanavond samen op de bank te gaan liggen. Dat plannetje viel dus in het water en dat opgeteld bij Mike’s verzoek van gisteravond zorgde ervoor dat ik Mike met een dusdanige boze blik aankeek, dat hij abrupt bleef staan en me aankeek.

Ik ging rechtop zitten en klopte op het bed langs me, ten teken dat ik wilde dat hij langs me ging zitten. Enigszins aarzelend nam hij langs me plaats. ‘Mike”, begon ik, “ik had gedacht om vandaag samen wat te gaan doen. En dat opgeteld bij je verzoek van gisteren…” Mike keek me aan. “Als je dan eens meegaat?” opperde Mike. “Dan kunnen we ook op tijd naar huis en jou ding doen. Zijn we allebei blij.” Mike wachtte mijn antwoord niet af, maar boog zich voorover, gaf me een zoen en stond op van het bed en liep richting de badkamer, mij achterlatend. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen en sloeg toen het dekbed open.

Het telefoontje van Mike naar Koen dat hij met mij naar de loods zou rijden, kwam Koen goed uit: een spuitopdracht was mislukt dus hij moest eerst zijn vader in de werkplaats helpen voordat hij naar de loods kon rijden. Een half uur nadat ik mijn bed opengeslagen had, reden we richting loods. Ik merkte aan Mike dat hij blij was dat ik meedeed, maar aan de andere kant goed besefte dat ik dit alleen deed om hem een plezier te doen. Ik parkeerde mijn auto achter de boerderij waar de wagen van de groep werd gebouwd.

Nieuwsgierig liepen we de loods in en zagen dat er al verschillende mensen druk aan het werk waren. Ik moest zeggen: het zag er indrukwekkend uit. De groep had een stuk of vier wippen op een grote platte wagen gemaakt, onder het motto “wij wippen het beste”. Ik moest lachen om de dubbele bodem in het motto en keek mijn ogen uit door de prachtige afwerking en mooie kleuren die de wagen kenmerkten, terwijl hij nog lang niet af was. Ik kreeg van Yuri een kniptang in mijn handen gedrukt en werd aan het werk gezet, terwijl Mike en Björn een werktekening bestudeerden en Bryan met een verfkwast in de weer was. Vooral dat laatste vond ik prachtig: niemand had het in zijn hoofd gehaald om Bryan niet bij de groep te houden en te betrekken. Ik liet me overhalen door het enthousiasme van de jongens en begon te knippen.

Vanzelfsprekend was het dik na de middag voordat Mike en ik, onder de verf en andere rotzooi maar wel met een goed gevoel, de loods verlieten. Bryan had snel twee lakens gepakt en deze over de voorstoelen van mijn auto gelegd, zodat de stof hiervan niet geruïneerd zou worden.

“En?” vroeg Mike, met een hoopvolle ondertoon in zijn stem. Ik keek opzij. “Ik geef het toe, het is een prachtig idee en ik vond het erg leuk om samen bezig te zijn. Maar…” Mike gaf me geen gelegenheid mijn zin af te maken. “Maar ik moet de volgende keer gewoon open en eerlijk naar je zijn.” Ik knikte: het was precies wat ik Mike duidelijk had willen maken en het feit dat Mike dit nu zelf uitsprak, gaf me het gevoel dat mijn punt voldoende gemaakt was. “Kom, gaan we boodschappen doen.”
We reden de winkelstraat waar we altijd onze boodschappen deden in en parkeerden bij de bakker voor de deur. Ik zweerde bij boodschappen doen bij de lokale middenstanders; ze waren misschien wel een stukje duurder dan de supermarkt en er ging meer tijd in zitten, maar de voordelen wogen voor mij het zwaarst: de service en de kwaliteit van de producten. Mike had me aanvankelijk meewarig aangekeken als ik weer een uur door de straat zwierf omdat ik geen boodschappenlijst had gemaakt, maar had al snel mijn manier van boodschappen doen overgenomen en kende nu elke middenstander.

We namen wat extra’s voor vanavond mee en reden daarna terug naar ons huis. Terwijl ik de boodschappen uitpakte en opborg, zette Mike koffie en pakte in passant een doos koeken mee toen hij met twee bekers koffie de kamer in liep. Ik ging langs Mike zitten en nam een slok. We kletsten over van alles en nog wat. We sloegen het avondeten over en gingen direct voor de extra’s die we bij verschillende winkels hadden gekocht: kaas, worst en fruit. Ik genoot van het rustmoment in de week: samen met Mike op de bank liggen, lekker wat eten en drinken en vooral geen telefoon of andere stoorzenders.

De week daarop ging ik met Mike terug naar het ziekenhuis om, met wat geluk, voor de laatste keer naar zijn voet te laten kijken. Ik merkte in de auto dat Mike wat gespannen was: hij wilde dolgraag weer onbeperkt alles zelf doen. Mike baalde er ontzettend van dat hij nu al weken lang mij en andere mensen moest vragen hem te rijden en dingen voor hem te pakken en die afhankelijkheid was hij meer dan zat. Hij slaakte dan ook een harde vreugdekreet toen de arts hem, na het bestuderen van een paar röntgenfoto’s, vertelde dat hij weer alles mocht doen. De man keek mij verbaast aan; ik kon alleen mijn wenkbrauwen optrekken: ik was wel wat gewend ondertussen. Terwijl ik hem voor de laatste keer naar zijn werk bracht, belde hij opgetogen zijn ouders en zijn vrienden dat hij weer gewoon kon doen wat hij graag wilde. Er schoot een gelukzalig gevoel door mijn lichaam toen ik langs me keek en een stralende Mike langs me zag zitten.

Het volgende weekend gingen we, voor het laatst, bouwen aan de wagen. Mike was elke avond naar de loods gereden om te helpen. Ik had graag een paar keer mijn gezicht laten zien, maar de drukte op de zaak nam onwaarschijnlijke vormen aan waardoor het me niet lukte om tijd vrij te maken. Ik compenseerde dat door Mike wat geld toe te stoppen zodat hij voor de mensen wat te eten of te drinken kon kopen. Ik was benieuwd naar de stand van zaken en ik was aangenaam verrast toen ik de deur van de loods opende; de wagen was in feite klaar, er moesten alleen nog een aantal details worden afgewerkt.

Een van de details bleken de kostuums te zijn; het was de bedoeling dat iedereen hetzelfde pak aanhad. De vriendinnen van Björn en Koen hadden zich die taak toegeëigend en hadden clownskostuums bedacht waarin de kleur roze veelvuldig in terugkwam. Nu was het tijd te gaan passen. Ik had me afgevraagd hoe ze mijn kledingmaat konden weten omdat ik deze bij mijn weten nooit had doorgegeven. “Dat hoefde ook niet” verklaarde Danielle, de vriendin van Koen. “Ik heb op een avond Mike gebeld en die is vervolgens naar jullie dressroom gelopen. En met behulp van een meetlint heeft hij jou maten opgenomen. Kijk maar, hij zit perfect.” Ik moest haar gelijk geven: de tuinbroek, de blouse en de jas pasten precies. Ik ging voor de spiegel staan die in een hoekje was neergezet en bekeek mezelf. Hier stond –ie dan: de man die jarenlang alles wat maar met carnaval te maken had angstvallig vermeed, in een veelkleurig clownspak. Ik haalde mijn schouders op, waarna de jongens, die achter me stonden, in lachen uitbarstten.

Pas na twaalven reden we terug naar huis; ik had voor iedereen shoarma laten komen en we hadden verschillende kratjes bier opgedronken. Het was handig dat Mike en Danielle een afkeer van alcohol hadden, zodat zij iedereen veilig thuis konden brengen. Ik vond het grappig om te zien hoe Danielle, die precies een week haar rijbewijs had en nogal klein van postuur was, handig met de grote Q7 van Koen wegreed. Mike reed zo vertrouwd, dat ik al binnen een paar minuten langs hem heerlijk in slaap viel.

De groep had besloten om zo veel mogelijk plezier van haar wagen te hebben en dus vier dagen achtereen aan optochten mee te doen. Ik had, met spijt, moeten vertellen dat ik alleen zaterdag en zondag mee kon doen omdat er maandag en dinsdag belangrijke potentiële zakenpartners over waren uit de Verenigde Staten, wat me op een algemeen fluitconcert kwam te staan. En als straf moest ik zaterdagavond alles betalen. Ook hoorde ik nu aan welke optochten we zaterdag en zondag deel zouden nemen. Gelukkig waren ze in de buurt en konden Mike en ik gewoon thuis slapen; ik zag Mike al zo weinig de laatste tijd dat ik elke minuut die we samen konden doorbrengen, koesterde.

Op de donderdag voor carnaval kwamen we nog een keer bij elkaar. Omdat ik had gemerkt dat de wissel die op iedereen werd getrokken behoorlijk begon te worden en er daardoor zelfs wat irritaties onderling ontstonden, had ik iedereen bij ons thuis uitgenodigd voor een hapje en een drankje. “En ik wil het woord carnaval niet horen” had ik semi-serieus aan de uitnodiging toegevoegd. Rond acht uur zat de woonkamer vol: iedereen had morgen een vrije dag genomen of had vakantie. De beide dames wilden echter nog een paar zaken bespreken met betrekking tot de kleding. Dat deden we direct nadat iedereen binnen was. Ook spraken we af dat Mike en ik de tractor die de wagen zou gaan trekken, morgen bij de broer van Koen’s vader op zouden gaan halen. Omdat Mike de enige in de groep was die geen alcohol dronk én met het grote gevaarte durfde te rijden leek dat iedereen de beste oplossing.

“He Mike!” riep Koen, terwijl hij een borrelnoot tegen Mike’s rug gooide. “Laat je nieuwste aanwinst eens zien!” Ik zag Mike even verstrakken; hij had me uitgelegd waarom hij zijn tatoeage niet uit zichzelf had laten zien aan zijn vrienden. “Welke aanwinst?” vroeg Yuri. Bij Björn viel zichtbaar het kwartje: “oh ja! Je tatoeage is klaar!” Mike maakte nog steeds geen aanstalten om zijn vrienden hun zin te geven en hoopte dat hij die wens in de kiem zou kunnen smoren, maar het gejoel en gezeur werd steeds groter. Mike zocht met zijn ogen wanhopig steun bij mij, maar ik had hem eerder al verteld dat ik dit een afweging van hem alleen zou vinden.

Mike zuchtte en liep naar het midden van de kamer. Hij trok zijn trui uit en draaide vervolgens zijn rug naar zijn vrienden. Het gejoel verstomde compleet toen iedereen zicht kreeg op de afbeelding die op Mike’s rug was gezet; sommige hadden een cliche-tekening verwacht, maar zeker niet de unieke afbeelding die Mike’s rug sierde. Koen’s vriendin vroeg of ze zijn tatoeage mocht aanraken. Mike knikte en liet haar begaan. Ik zag aan Mike dat hij zich verre van gelukkig voelde met de situatie en knikte hem toe, waarna hij weer snel zijn trui aantrok. Mike had gedacht dat hij met het tonen van zijn tatoeage het gesprek wel weer op een ander onderwerp zou kunnen brengen, maar helaas: nu wilde men uitleg over de afbeelding.

“Ik denk dat Mike er op dit moment niet zo veel voor voelt om het jullie uit te leggen. Het is een erg persoonlijke afbeelding die Mike bijzonder dierbaar is. Als hij er helemaal aan toe is weet ik zeker dat hij het jullie graag uit zal leggen.” Ik zag verschillende hoofden knikken toen ik Mike uit zijn benarde positie haalde. Hierna was het onderwerp ‘Mike’s tattoo’ gesloten en ging het gesprek over onderwerpen waar ze anders ook over spraken: auto’s, uitgaan en vrouwen. Ik vond het erg grappig om te horen dat Yannick ook een mening over vrouwen had en die ook duidelijk liet merken. “Je hebt een vriendje! Hoe kun je nou verstand hebben van vrouwen!” plaagde Björn hem. “Dat ik met hem”, hij wees naar Yuri, “naar bed ga, wil nog niet zeggen dat ik geen verstand van vrouwen heb!” had hij Björn van repliek gediend. Het over en weer jennen ging nog even door, maar Yannick had zijn punt gemaakt.

Rond half twee gingen de laatste gasten naar huis. Ik ging nog even over de bank zitten en zette de TV aan. “Wat hebben we toch een leuke groep”, zei Mike tegen me, terwijl hij nog een glas wijn inschonk. Ik knikte. “Dat klopt Mike. Maar je zult er continue aan moeten werken om de groep bij elkaar te houden. En vergis je niet: iedereen wordt ouder en gaat vroeg of laat andere dingen belangrijk vinden: samenwonen, andere baan, misschien kinderen. Geniet nu van je vriendengroep, nu kan het nog.” Mike zweeg, maar ik zag aan zijn gezicht dat hij prima begreep wat ik bedoelde.

De volgende ochtend zaten we al vroeg aan het ontbijt. “Waar moeten we precies zijn?” vroeg ik Mike. Mike keek me verschrikt aan. “Als het goed is ligt er een papiertje op mijn je bureau met daarop het adres. Denk ik… Toch…” Ik stond op en liep naar mijn kantoor. Uiteraard: geen briefje. Geïrriteerd liep ik terug naar de keuken, waar Mike me schaapachtig aan zat te kijken van achter een bord havermoutpap. “Geen briefje. En nu?” Ik zweeg omdat ik wilde dat Mike nu zelf actie ging ondernemen. Dit was typisch Mike: enthousiast van alles afspreken en in alle enthousiasme essentiële zaken vergeten. “Ik bel Koen wel even…” mompelde hij en liep schuldbewust de kamer in. Ik hoorde hem na enkele ogenblikken praten. Triomfantelijk stak hij een memo-velletje in de lucht toen hij terug de keuken in kwam lopen. Een kwartier later waren we op weg.

De broer van Koen’s vader woonde op een boerderij, buiten een dorp op ongeveer 20 kilometer van ons huis. Ik liet Mike rijden en dat was maar goed ook: we waren maar amper op weg of mijn communicator ging en deze bleef maar gaan; ik had een vrije dag genomen maar een paar collega’s vonden dat ze me toch konden storen. Na het vijfde telefoontje stopte Mike mijn auto langs de weg. Hij keek me aan en trok vervolgens ferm mijn communicator uit mijn handen. Hij drukte op de power-toets en smeet het apparaat aansluitend over zijn schouder op de achterbank. Zonder verder iets te zeggen, reed hij de auto weer de weg op en vervolgde de weg die de boardcomputer voor ons had uitgestippeld. Ik zei niets: Mike had gelijk.

Bij de boerderij aangekomen stond de man die ons zijn tractor zou lenen al op het erf te wachten. Met een dik Brabants accent nodigde hij ons uit om eerst een 'tas' koffie te drinken. We kwamen in een keuken terecht waar de tijd leek te hebben stilgestaan; er stond een kleine kolenkachel in de hoek, het aanrecht was van graniet met gekleurde steentjes en de gootsteen was betegeld met kleine, gele en witte tegeltjes. De vers gezette koffie, uit zo'n ouderwets doorloopapparaat met een papieren filter, smaakte uitstekend.

Na de koffie nam de broer van Koen’s vader Mike mee naar buiten, om hem uit te leggen hoe de tractor precies werkte. De vrouw des huizes was op de fiets in het dorp boodschappen gaan doen en zou zo terug zijn; ik pakte de krant en vouwde deze open op de antieke keukentafel. De krant kon me maar matig boeien; bovendien bleef ik rondkijken omdat het leek alsof ik in het leven van mijn opa en oma was gestapt. Zij woonden ook tot late leeftijd in een boerderij en ze hadden een afkeer van ‘modern gedoe’. Ik kon me nog goed herinneren hoe mijn ouders hun best hadden moeten doen om ze te overtuigen van het nut van een telefoonaansluiting. Ik begreep hun weerstand wel: ze waren ouder geworden en realiseerde zich dat heel goed en hun enige wapen om samen sterk in het leven te blijven staan was krampachtig vasthouden aan alles wat bekend voor hen was.

Ik hoorde en zag de zware trekker een paar keer voor het keukenraam doorrijden met Mike achter het stuur en de boer langs hem; voor mijn gevoel had Mike snel door hoe hij met het enorme gevaarte om moest gaan. Mijn gevoel had me niet bedrogen, aangezien Mike met een grote grijns op het gezicht samen met de man weer terug de keuken in kwam lopen. “Hebben we vandaag nog iets belangrijks te doen?” vroeg Mike me. “Volgens mij niet. Nou ja, vanavond de trekker voor de wagen zetten. Waarom?” Mike keek me triomfantelijk aan. “Nou, er moet nog het een en ander op de boerderij gebeuren. En ik heb beloofd dat ik dat zou doen, als dank voor het lenen van de trekker. En dan hoef je ook niet met een slakkengangetje achter mij aan te rijden terug naar huis.”

Enkele minuten later zat ik alleen in de auto, op weg naar huis. Op weg naar huis schoot me een pijnlijke herinnering door mijn hoofd: het moment dat Mike op mijn veranda met een afwezige blik kwam vertellen dat hij dat weekend geen tijd voor me had omdat hij zogenaamd een vriend op de boerderij van zijn ouders zou gaan helpen. Die actie monde uit in de achtervolging richting spoorlijn door de stromende regen. Ik schudde een keer flink met mijn hoofd om die gedachte te verdrijven en trapte het gaspedaal dieper in.

Rond acht uur ging mijn communicator af. Ik was zo geconcentreerd bezig met het voorbereiden van het zakelijk bezoek van die maandag en dinsdag, dat ik het geluid aanvankelijk helemaal niet opmerkte. Toen ik opnam, kreeg ik geeneens de kans om wat te zeggen; Mike meldde zich direct. “Zit je weer met je gedachten bij de firma?” klonk het scherp vanaf de andere kant. Ik zuchtte; hoe kon Mike dit nu weer weten? Ik kreeg niet de gelegenheid om daar over na te denken, omdat de luide lach van Mike mijn hoofd vulde. “Ik rij nu weg, dus ik ben over een uurtje bij de loods. Ga jij daar ook naartoe? Iedereen zal er wel zo’n beetje zijn denk ik.” Ik drukte Mike op zijn hart voorzichtig te zijn met die enorme tractor en hing op. Ik gritste snel nog wat papiergeld mee en stapte toen in de auto. Op weg naar de loods keek ik mezelf aan in de spiegel: de carnavalshater pur sang ging twee dagen achtereen fanatiek carnaval vieren. ‘Wat een jonge knul niet allemaal teweeg kan brengen’ dacht ik bij mezelf en ik moest grinniken om mijn eigen gedachten.

Bij aankomst kreeg ik van Björn direct een fles bier overhandigd, waarna hij me met driftige armgebaren verder de loods in nam. De wagen was helemaal gereed: geschilderd in felle kleuren, keurige vloerbedekking op de grond, de draaimechanismen van de wippen liepen soepel, overal ballonnen en slingers… het was een prachtig stuk werk en dat ik relatief weinig tijd. We dronken een paar flesjes bier op, in afwachting van Mike die met de tractor onderweg was. En om kwart over negen zagen we door de ramen van de loods twee felle lampen en hoorden het karakteristieke geluid van een tractor dichterbij komen. Yuri en Yannick openden snel de deuren van de bouwplaats en loodsten Mike naar binnen. Mike had een goede uitleg gehad: de wagen zat in enkele minuten keurig vast aan de tractor.

We spraken de laatste dingen af; we zouden morgenochtend om 8 uur bij elkaar komen om samen te ontbijten, de kleren te passen en daarna te vertrekken richting Koen’s geboortedorp; de optocht begon weliswaar pas rond 1 uur te trekken, maar de rit daarnaartoe zou zeker anderhalf uur duren. Mike had met Sandra gesproken; ze wilde Bryan eerst zelf naar het dorp rijden en hem daar pas op de wagen laten. Na lang aandringen had ze het goed gevonden dat Bryan vanaf 8 uur al met de groep mee zou doen; het feit dat Danielle, de vriendin van Koen, verpleegkundige was en als het nodig was Bryan kon helpen, gaf de doorslag. En de plechtige belofte dat Bryan geen druppel alcohol zou krijgen: Bryan’s medicijnen zouden daar heftig op reageren met alle mogelijke gevolgen van dien. Maar dat was al bij iedereen bekend: tijdens de skivakantie had Bryan geen enkel glas alcohol in handen gekregen.

Mike en ik verlieten de loods om half een; ik was doodop en had meer bier gedronken dan me eigenlijk lief was; ik liep zelfs zwabberend naar de auto, wat me op een lachsalvo van de nuchtere Mike kwam te staan. Ik liet me in de auto vallen en viel direct in slaap. Thuis aangekomen moest Mike behoorlijk wat moeite doen om me uit de auto en in bed te krijgen. Ik sliep direct.

Ik werd langzaam wakker van een hand die zich over mijn kruis bewoog. Toen ik mijn ogen opende, zag ik dat de hand van Mike was. Hij toverde zijn mooiste glimlach op zijn gezicht toen ik hem aankeek. Mike zat op zijn knieën langs me en zijn stijve pik stak ferm vooruit. Langzaam bewoog ik mijn hand naar hem toe en liet me naar zijn stijve pik geleiden. Langzaam en zwijgend, elkaar alleen aankijkend, trokken we elkaar af. Ik voelde me licht in mijn hoofd; de alcohol had me harder geraakt dan ik verwacht had. Mike sloeg het dekbed van me af en liet me, terwijl hij me zoende, opstaan van het bed. Hij begeleide me richting de badkamer. Mike schopte met zijn voet de deur dicht en ging toen, met zijn gezicht richting de muur van de douche, tegen de wand staan waar het warme water uitnodigend langs stroomde. Ik aarzelde enkele seconden. Meer niet.

Ik had extra kleren meegenomen; de door de vriendinnen gemaakte pakken waren dan wel mooi, echt warm waren ze niet. We liepen de loods binnen en Björn kon het toch niet laten: “En? Lekker geneukt?” Mike knikte hem toe. “Net nog. In de douche. Wil je nog meer details?” De rest van de groep barstte in lachen uit en Björn kreeg een rood hoofd. Terwijl we kleding stonden te passen, ging de zijdeur open en kwam Bryan binnen. Hij keek om zich heen, zag Mike en rende direct naar hem toe. Ze deden hun ‘speciale’ begroeting en Bryan knuffelde zijn grote vriend. Sandra zag het hoofdschuddend aan.

Opeens hoorde ik nog een auto stoppen. Ik keek om me heen: iedereen was er toch? De verrassing was groot bij me, toen de deur open ging en Milan en Phillipe binnen kwamen. Er volgde weer een luidruchtige begroeting. “Wat dacht je dan? Dat zij niet mee zouden doen met ons?” vroeg Yuri verontwaardigd. De groep had zelfs overwogen mee te doen met de optocht in Phillipe’s dorp, maar een blik op de routeplanner had uitgewezen dat ze dan ruim 6 uur onder weg zouden zijn, enkele reis, en dat vond men wat te veel van het goede. Phillipe had er toen direct mee ingestemd naar Nederland te komen en zijn vader had hem naar Nederland gereden, Milan op het nabij gelegen treinstation opgepikt en vervolgens naar de loods gebracht. De man dronk een kop koffie met ons mee en reed daarna terug naar België.

Rond elf uur was iedereen aangekleed en waren de laatste details aan de wagen aangebracht. Sandra had een fototoestel meegenomen en maakte een aantal foto’s van de hele groep voor de wagen. Ze zou ook naar het dorp rijden en in de optocht foto’s maken. Terwijl Mike de tractor startte, klommen we allemaal, op Yannick na, op de wagen. Onder luid gejuich reed Mike de wagen de loods uit; Yannick sloot de deuren en werd daarna door zijn vrienden op de wagen getrokken. Zo gingen we op weg.

De tocht alleen al was enorm leuk: de tijd werd gedood met met elkaar kletsen, reageren op iedereen die al op straat was en bier drinken, ook al was duidelijk afgesproken dat we het tot na de optocht erg beperkt zouden houden. Het was behoorlijk fris op straat en de wind had vrij spel op de wagen. Vandaar dat de thermoskannen met koffie veel gretiger aftrek vonden dan de blikken bier. Mike had met Koen een geluidsinstallatie op de wagen gebouwd. We hadden afgesproken dat we tijdens de optocht alleen maar carnavalsmuziek zouden draaien, maar we waren nog niet in het dorp uit en de hardcoremuziek blies uit de boxen. Sommige mensen die we onderweg tegenkwamen keken ons hoofdschuddend aan vanwege de muziek, maar het enthousiasme liet bij velen toch een glimlach over het gezicht trekken.

Pringles1
Berichten: 46
Lid geworden op: zo 17 jun 2018, 15:44
Vul het getal in: 123

Wat een klas XXIX

Bericht door Pringles1 » zo 04 okt 2020, 12:27

In het dorp aangekomen schoot ik een van de juryleden aan; de wagen moest nog een laatste keuring ondergaan. De wagen werd door twee mannen minutieus bekeken en vervolgens akkoord bevonden. Mike klikte het bord met het startnummer in de houder die hij voor op de tractor had gemaakt en reed vervolgens de straat in waar de optocht aan het opstellen was. Sandra was er al snel bij om foto’s te maken. Bryan was bij Mike in de cabine gekropen en de twee hadden zichtbaar veel plezier samen.

De optocht verliep uitstekend; er was heel veel publiek langs de kant en het was aan de gezichten van de toeschouwers goed te zien dat onze wagen in de smaak viel. Mike reed behoedzaam, zodat wij ongestoord op de wagen konden zwaaien en bewegen. Halverwege de optocht liep Koen richting Mike. Ik zag ze even overleggen en Mike knikken. Enkele tientallen meters verderop was een café en ik zag Koen daar naar binnen lopen. Toen we voor de kroeg stonden, kwam Koen met een groot dienblad met bier en fris aanlopen en proostten we op de optocht.

Na afloop parkeerde Mike de wagen recht voor het café waar enkele uren later de uitslag bekend gemaakt zou worden. Koen en Mike hadden aan alles gedacht: ze hadden de wippen zodanig uitgevoerd dat ze met een stevig slot vastgezet konden worden. Op die manier voorkwamen ze dat kinderen op de wagen konden klimmen en op de wippen konden gaan zitten, met alle mogelijke ongelukken van dien. Nadat alles goed was afgesloten, gingen we met de hele groep de al volle kroeg binnen en tot mijn grote verbazing zag ik een van mijn collega-managers in een kikkerpak bij het buffet staan.

De prijsuitreiking was chaotisch, maar wel gezellig. De uitslag van de wagens werd traditioneel als laatste bekend gemaakt. Het bleek dat we de tweede prijs hadden gewonnen en we stuurden Bryan naar voren om de prijs in ontvangst te nemen, met Sandra in zijn kielzog om er foto’s van te maken. Het was aandoenlijk om te zien hoe blij Bryan met de beker stond te zwaaien op het podium en hoe enthousiast hij terug in de groep werd begroet. “Laatste rondje!” riep Mike en iedereen dronk zijn glas leeg. Terug bij de wagen werd deze eerst gecontroleerd, waarna iedereen op de wagen klom en Mike de tractor startte. Sandra nam Bryan echter mee in de auto; het werd al donker en ze vond het niet verantwoord om Bryan nog minstens anderhalf uur op de koude wagen te laten zitten. We namen uitbundig afscheid van hem en spraken voor de volgende dag af. Daarna reed Mike richting loods, waar we rond half een aankwamen. We parkeerden de wagen en gingen allemaal naar huis; Phillipe en Milan sliepen vanzelfsprekend bij ons.

Het verloop van de zondag was een kopie van die van de dag ervoor: vroeg samen komen, samen ontbijten, de laatste dingen aan de wagen doen en vervolgens op weg. Het was onderweg duidelijk te zien dat er op zondag veel meer optochten waren: we passeerden verschillende wagens die naar andere dorpen reden. We kwamen wederom met glans door de veiligheidskeuring en sloten aan. In dit dorp was de concurrentie een stuk groter en moesten we genoegen nemen met de vijfde prijs. Het plezier na afloop was er niet minder om. Ik moest toegeven dat ik de sfeer heel erg gezellig vond en baalde er van dat ik er mee had ingestemd om morgen en overmorgen enkele Amerikaanse gasten te ontvangen. Ik genoot van de gesprekken met wildvreemden, die nergens over gingen maar wel gezellig waren en van de blik in Mike’s ogen, die vooral trots uitstraalden.

Ik had met Mike afgesproken dat ik met een taxi naar huis zou gaan, omdat anders Mike vroegtijdig met me mee zou moeten en dat wilde ik niet: ik wilde Mike zijn plezier niet onthouden. Ik nam van iedereen afscheid en stapte, nog steeds in mijn clownspak, in de taxi en liet me naar huis brengen. Thuis trok ik het pak uit, keek het nog een keer aan en baalde van de situatie. Ik legde het over de stoel bij mijn bed en ging naar bed. Ik sliep direct en klaarblijkelijk erg stevig; ik hoorde de volgende dag dat Mike met de hele groep nog naar ons huis was gereden en dat hij in de keuken, samen met Danielle, nog eieren gebakken had. Ik had er niets van gemerkt.

Ik stond maandagochtend vroeg op. Mike lag langs me te slapen en ik deed daarom zo voorzichtig mogelijk. Het lukte me om zonder iemand wakker te maken het huis uit te glippen. Ik parkeerde mijn auto en liep naar binnen om mijn afspraken voor te bereiden. Het bleek te gaan om een grote firma die in Boston was gevestigd en die de mogelijkheden wilde komen bespreken om samen te werken op de Amerikaanse markt. Dit was een potentiële goudmijn voor ons en dus wilde ik een goede indruk achter laten en een goede voorbereiding is dan het halve werk. Ik schonk mezelf een glas water in, was blij dat ik maar weinig alcohol had gedronken en ging achter mijn bureau zitten.

Onze Amerikaanse gasten waren er rond 11 uur; ik ontving ze in mijn kantoor en het bleek al snel dat ik en de drie Amerikanen een duidelijke klik hadden: we bleken het niet alleen zakelijk maar ook persoonlijk goed met elkaar te kunnen vinden en dat ik onlangs in New York was geweest en daar over vertelde, viel ik goede aarde. Dat ik daar met Mike was geweest liet ik maar achterwege…

Ik nam hen mee de stad in, om te gaan lunchen in een restaurant. Onderweg kwamen we verschillende praalwagens tegen en ik realiseerde me dat vandaag de optocht in de stad zou plaatsvinden. Mijn gasten keken belangstellend naar de wagens. “It is something like Mardy Grass in New Orleans”, legde ik uit. Ik vertelde hen hoe carnaval in Zuid-Nederland werd gevierd en dat ik dit weekend aan twee optochten deelgenomen had. “So we are a little bit undesirable I suppose?” vroeg een van de Amerikanen. Dat ik niet direct kon antwoordden, zorgde voor hilariteit bij mijn gasten.

We namen plaats aan een tafel bij het raam en lieten ons de lunch goed smaken. Het viel me wel op dat mijn gasten voortdurend naar buiten zaten te kijken, naar de verklede mensen die het raam passeerden en sommige uitdossingen zorgden voor lachsalvo’s aan tafel. Ik merkte dat het leven van mijn gasten zich vooral afspeelde in hun familie en hun werk en dat ze verder weinig sociale contacten hadden. Opeens kreeg ik een gewaagd idee. Ik excuseerde me even en pakte mijn communicator om een paar telefoontjes te plegen. Na een kwartier kwam ik terug aan tafel, een grote glimlach op mijn gezicht.

We rondden de gesprekken rond vijf uur af; we hadden nog een definitieve deal gesloten maar we waren al veel verder dan ik aanvankelijk had durven hopen: ik werd uitgenodigd om naar de Verenigde Staten te komen om daar nader kennis te maken met het bedrijf, maar zeker ook met de gasten die ik vandaag over de vloer had. Ik had in de uitnodiging aangegeven dat er ook een informeel avondprogramma bij onze meeting zat. Aanvankelijk had ik een luxe diner in gedachten, maar dat had ik aan de lunchtafel ingeruild voor een beter idee. Ik drukte op de intercom en Sandra kwam enkele minuten later binnen met drie grote plastic zakken en overhandigde elk van mijn gasten een zak. De gezichten van de mannen toen ze de zak openden en zagen wat er in zat ging van verbazing naar opgetogen. Sandra had snel in de stad drie carnavalskostuums gekocht en ik ging, samen met Sandra, met mijn gasten de stad in om ze te laten kennis maken met het carnaval.

Ik had vanzelfsprekend ook met mijn baas overlegd of dit wel een goed idee was. Mijn baas was in lachen uitgebarsten toen ik hem het voorstel had gedaan, prees de originaliteit en wenste me veel succes. Vandaar dat we een uur later met een taxibusje richting stad reden. Ik had met Koen contact gehad en zij zaten in een van de café’s in het centrum. We spraken af dat hij daar de groep binnen zou houden totdat wij er waren en hij beloofde niets tegen Mike te zeggen. Ik wilde dat het een verrassing voor hem zou zijn.

We lieten ons afzetten op het plein waar het café aan lag. Mijn gasten keken nieuwsgierig om zich heen en waren nog even aan het zoeken naar hoe ze zich het beste konden gedragen. Ik nam ze mee richting het café en opende de deur. De kroeg zat behoorlijk vol, het was er warm, de Nederlandstalige carnavalsmuziek dreunde uit de boxen, maar het was er vooral gezellig. Langzaam baanden we ons een weg naar achteren; ik wist dat de groep daar stond omdat ik het hoofd van Koen boven de mensen uit zag steken. Ik tikte Mike op zijn schouder, die druk met een als verpleegster verkleed meisje stond te praten. Mike draaide zich om en zijn gezicht straalde totale verbazing uit. Mission accomplished! Hij sloeg vervolgens zijn armen om me heen, trok me naar zich toe en gaf me, recht voor de neus van mijn Amerikaanse gasten, een diepe zoen op mijn mond.

Enkele maanden geleden had ik gegarandeerd de kus ruw afgebroken omdat ik gasten bij me had, nu beantwoordde ik de kus. Mijn gasten waren door Koen van glazen bier voorzien en ik zag dat hij en Björn de mannen uitlegden hoe het precies zat tussen mij en Mike. Ik hield hun gezichtsuitdrukkingen enkele seconden scherp in de gaten, benieuwd of ze er een probleem mee zouden hebben. Dat ze ogenschijnlijk vooral gezellig stonden te praten, verwonderd doordat ze als Amerikaan direct werden aangesproken door Nederlanders die een praatje met hen wilde maken, stelde me direct gerust.

Het bleek dat ze in de stad de tweede prijs hadden gehaald; ze hadden de wagen na de optocht eerst terug naar de loods gebracht en daarna hadden Danielle en Mike iedereen naar de prijsuitreiking gereden. Ik zag in mijn ooghoek Bryan met Björn’s vriendin dansen en vond het opnieuw fantastisch dat iedereen zo normaal met Bryan omging. Ik stopte Mike 200 euro in zijn handen. Dat kwam goed uit: ze waren vergeten geld te pinnen en eigenlijk had niemand zin om de gezellige kroeg te verlaten om geld te gaan halen. De sfeer ging naar het kookpunt toen de eigenaar van de kroeg de muziek uitzette en via een zijdeur een muziekkapel naar binnen liet. In normale omstandigheden had ik een bloedhekel aan dit soort muziek, maar nu was het de spreekwoordelijke kers op de taart: binnen enkele minuten was de kroeg veranderd in een grote hossende menigte, met mijn Amerikaanse gasten ergens daar tussen.

Rond een uur liep de kroeg langzaamaan leeg. Ik zag een van mijn gasten met Koen in een hoekje staan, en allebei een dikke sigaar rokend. Later hoorde ik dat Koen aan de man een auto had verkocht die in de VS niet te krijgen was. “Gaan we nog ergens wat eten?” vroeg ik aan Mike. Mike ging de groep bij elkaar zoeken en na een kwartiertje stonden we buiten en gingen we op weg naar de shoarmazaak, waar we toentertijd in gevecht waren geraakt met de groep waarvan later zou blijken dat ze Mike’s auto hadden gestolen en in brand gestoken.

Het was de eerste keer sinds dat ik in de zaak kwam, maar de eigenaar herkende me direct. De hartelijke begroeting van Mike en zijn vrienden verried dat zij hier nog wel vaak kwamen. Hij wees ons een tafel en we namen plaats. De Amerikanen keken glazig naar de menukaart: ze hadden geen idee wat er op stond. Mike vroeg hen wat ze lekker vonden en bestelde vervolgens voor hen. De eigenaar serveerde ayran als drank; ik was er sinds mijn bezoek aan Dubai verslingerd aan geraakt en had het altijd in de koelkast staan. Mike vond het niet zo lekker als appelsap, maar dronk er stiekem ook behoorlijk wat van.

Mijn Amerikaanse gasten vond het geserveerde eten blijkbaar bijzonder lekker, vooral de Turkse pizza’s vielen goed in de smaak. De eigenaar maakte een paar foto’s van ons voor de fotowand en de Amerikanen gaven hun e-mailadressen aan de man omdat ze er zeker van waren dat in hun land niemand hun verhaal zou geloven zonder foto’s als bewijs. Ik wilde afrekenen, maar de Amerikanen stonden erop dat zij mochten betalen, als dank voor een aparte, maar wel geweldige avond. Ze betaalden in dollars, omdat ze nog geen kans hadden gehad geld te wisselen, maar de door hen gebruikte omrekenfactor zorgde voor een extra fooi, bovenop de 10% die ze er al bij deden. Ik had geleerd dat het in de VS heel normaal was om bij een goede service, minstens 10% fooi te geven; de lonen lagen immers relatief laag en zeker in de dienstverlenende sector waren werknemers voor een groot deel afhankelijk van de fooien. Ik vond dat op zich een goed systeem; ik stond me in Nederland regelmatig te ergeren aan het gebrek aan service dat ik ondervond in restaurants.

De eigenaar had voor de Amerikanen een taxi naar het hotel geregeld en ondanks dat het druk was op straat en de vraag naar taxi’s dus groot, stopte er binnen vijf minuten een voor de deuren van de shoarmazaak. We namen afscheid en spraken af elkaar rond 11 uur weer op de zaak te treffen. Ik sloot het portier en keek de auto na, met daarin drie Amerikanen die op z’n minst aangeschoten waren en gekleed waren in roze koeienpakken. Daarna liepen we naar de auto’s en brachten Mike en Danielle iedereen veilig thuis. Mike ging met Milan en Phillipe nog in de kamer zitten; ik besloot direct naar bed te gaan.

Ons uitstapje had het laatste ijs wat er lag klaarblijkelijk gebroken; we tekenden een aantal intentieverklaringen en ik reed aansluitend met de taxi mee naar Schiphol, om mijn gasten uitgeleide te doen. We namen hartelijk afscheid bij de paspoortcontrole en ik keek ze na. Ze hadden me verteld dat ze nog nooit op een zo speciale manier welkom waren geheten en ze vonden het geweldig dat ze in de kroeg met iedereen aanspraak hadden gehad. Dat hadden ze wel eens anders meegemaakt: als Amerikaan bleek je ook negatieve reacties op te roepen blijkbaar. De kostuums hadden ze zorgvuldig opgeborgen in hun koffers; extra bewijs voor hun verhaal bij thuiskomst.

Ons uitstapje had het laatste ijs wat er lag klaarblijkelijk gebroken; we tekenden een aantal intentieverklaringen en ik reed aansluitend met de taxi mee naar Schiphol, om mijn gasten uitgeleide te doen. We namen hartelijk afscheid bij de paspoortcontrole en ik keek ze na. Ze hadden me verteld dat ze nog nooit op een zo speciale manier welkom waren geheten en ze vonden het geweldig dat ze in de kroeg met iedereen aanspraak hadden gehad. Dat hadden ze wel eens anders meegemaakt: als Amerikaan bleek je ook negatieve reacties op te roepen blijkbaar. De kostuums hadden ze zorgvuldig opgeborgen in hun koffers; extra bewijs voor hun verhaal bij thuiskomst. Ik stapte achterin in de wachtende taxi en liet me terug naar huis rijden; het flauwe zonnetje dat door het achterraam van de auto prettig in mijn gezicht scheen, maakte me al snel loom en daarna viel ik in slaap.

Op kantoor bracht ik verslag uit aan mij baas, die zeer in zijn nopjes was met de intentieverklaringen; zijn ervaring was dat een intentieverklaring voor Amerikanen veel minder vrijblijvend was dan voor ons Europeanen. “Proficiat. Je hebt waarschijnlijk de Amerikaanse markt voor ons open gewrikt” zei hij tegen me en ik glom van trots. Ik overwoog de rest van de dag vrij te nemen, maar besloot dat niet te doen: ik had behoefte aan een paar uur rust en had, ondanks dat ik het bijzonder leuk had gevonden, genoeg van carnaval. Ik stuurde Mike een sms waarin ik hem veel plezier wenste en begon daarna aan het wegwerken van een groot aantal mailtjes. Omdat Mike woensdag vrij had genomen, wist ik dat ze pas laat thuis zouden komen en dat gaf me de gelegenheid een aantal achterstallige werkzaamheden te doen. Rond tien uur ’s avonds knipte ik het licht boven mijn bureau uit en verliet het verder verlaten gebouw.

De weken daaropvolgend werden ook in beslag genomen door de verbouwing van ons huis. Mike had de plattegrond van ons huis nog eens goed bekeken en vervolgens besloten dat er nog wat meer verbouwd moest worden. Hij verplaatste de berging van lang de keuken naar er achter, waardoor de keuken ruim een keer zo groot kon worden. Mike vond de keuken onhandig en liet daarom een vriend van hem een nieuwe keuken tekenen, met een kookeiland in het midden en alle denkbare apparatuur er omheen. Daarnaast veranderde hij het oorspronkelijke idee van de garage zodanig, dat hij ook een kantoor voor zichzelf kon realiseren. Het vergunningentraject verliep supersnel en eerder dan ik had gedacht verschenen er busjes van het bedrijf waar Mike werkte op de oprit om de verbouwing te gaan realiseren.

Ik had de uiteindelijke plannen die Mike had gemaakt, tijdens een lunch met zijn baas besproken en hij had er naar gekeken. Er zaten geen fouten in, sterker nog: de man had in tijden niet zo’n goed uitgewerkt plan gezien en zag dat als een bevestiging van het vertrouwen dat hij in Mike had gesteld. Hij vertelde me dat hij Mike wilde gaan voorstellen al vast in dienst te komen en zijn laatste jaar opleiding via het bedrijf zelf te laten lopen. Ik was erg blij dat men zo tevreden over hoe Mike functioneerde.

Op een middag in mei, de verbouwing was net gereed, vroeg mijn baas me of ik tijd voor hem had. Vanzelfsprekend stond ik op en volgde hem naar zijn kantoor. Ik nam plaats en wachtte af waar mijn baas mee zou komen. “Er zijn enkele problemen met onze Japanse leveranciers ontstaan en die blijven maar voortduren. Ik heb het besluit genomen dat er iemand naartoe moet om met de mensen daar te gaan praten.” Ik realiseerde me direct dat die ‘iemand’ ik zou zijn. “Daarnaast is het nu het juiste moment om een tegenbezoek af te gaan leggen in de Verenigde Staten. Dat moet ook gebeuren door iemand die deze mensen kent. Wederom wist ik wie die ‘iemand’ was: ik.

Ik zweeg. Mijn baas begreep dat hij me hier erg mee overviel. “Denk er even over na en vergeet het ook niet met Mike te bespreken. Ik denk dat je wel een paar weken onderweg zult zijn.” Een man van weinig woorden en ook een man die er vanuit ging dat, wat hij bedacht had, ook zo zou gebeuren. In tweestrijd reed ik naar huis; ik was gek op Japan en wilde mijn Amerikaanse gasten ook graag weer ontmoeten, maar wilde Mike ook niet in de steek laten. Allerlei gedachten gierden door mijn hoofd en het lukte me niet om ze op een fatsoenlijke rij te krijgen. Veel sneller dan ik eigenlijk wilde, was ik thuis.

Ik parkeerde mijn auto in het nieuwe deel van de garage en liep naar binnen. Ik moest nog steeds wennen aan de keuken; ik vond hem prachtig maar hij was veel groter dan de vorige en dus moest ik nog wennen waar alles stond. Ook enkele nieuwe snufjes, die Mike in de keuken had laten inbouwen, waren nog niet aan mij besteed. Ik liep de kamer in en Mike keek op vanuit de bouwtijdschrift. “Hoe was je dag?” vroeg hij me. Met kracht blies ik mijn adem uit. “Owkee… niet zo best dus blijkbaar?” Ik haalde mijn schouders op, wat er voor zorgde dat Mike een niet begrijpende blik trok. Ik merkte dat ik het niet kon uitstellen: ik moest openheid van zaken geven.

Ik korte zinnen vertelde ik wat mijn baas me gevraagd had en hoe ik aan de ene kant graag wilde voldoen aan de wens, maar aan de andere kant Mike niet zo lang alleen wilde laten. Mike keek me uitdrukkingsloos aan en ik beschouwde dat dan maar als een compliment: in voorgaande gevallen was Mike boos geworden, nu bleef hij in ieder geval luisteren naar mijn dilemma. “En ik weet nu niet hoe ik die twee dingen moet combineren”, sloot ik mijn verhaal af. Er verscheen een lach op Mike’s gezicht. Hij stond op en liep naar me toe. Hij boog zich voorover en gaf me een zoen. “Ik wel. Ik ga met je mee.”

Ik keek Mike vol ongeloof aan: tot voor kort zou Mike boos zijn geworden omdat ik hem alleen zou laten, nu bood hij aan met me mee te gaan. “Ik vind je aanbod prachtig, maar weet je het wel zeker?” Mike knikte vol overgave. “Jawel. Ik heb je Japanse zakenvrienden gesproken en ik wil ze nu wel eens in hun eigen land ontmoeten. En je hebt al zoveel verteld over Japan dat ik heel erg nieuwsgierig ben geworden. En hetzelfde geldt voor je Amerikaanse trip: het was heel gezellig met hen in de kroeg. Dus…” Ik schoot in de lach. ‘Mike”, zei ik tegen hem, terwijl ik hem aankeek. “Mike, het wordt zeker geen vakantiereis; ik ga er heen om problemen op te lossen en nadere contacten te leggen, niet om aan het strand te gaan liggen.” Mike keek me beteuterd aan; hij had waarschijnlijk gedacht er een vakantiereis van te kunnen maken en zag die plannen nu in de grond geboord.

“En toch wil ik mee; je zult toch niet alleen maar met zaken bezig zijn?” Ik zuchtte; ik had het op het eerste gezicht geweldig gevonden als Mike me zou vergezellen, nu werden de moeilijkheden die dat zouden veroorzaken me steeds duidelijker. “Natuurlijk niet alleen maar. Ik wil je alleen maar duidelijk maken dat het zeker geen plezierreis zal worden en dat je dagen achtereen jezelf overdag zult moeten zien te vermaken, omdat ik afspraken heb. En soms zal ik ’s avonds dinerafspraken hebben, waar je niet altijd bij kunt zijn. En als je er genoeg van hebt, kun je niet een-twee-drie zeggen van ‘bekijk het maar, ik ga naar huis’.”

Mike keek me aan. “Kunnen we dan geen tussenoplossing bedenken of zo? Wanneer moet je daar naar toe?” Ik probeerde me het gesprek met mijn baas te herinneren; het was eerst Japan en daarna de VS, maar precieze data had hij niet genoemd. “Hoe had je dat gedacht dan?” vroeg ik hem. “Nou”, begon Mike aarzelend, “als je nu alleen naar Japan gaat, daar je besprekingen doet. Dan kom ik een paar dagen later en neem je daar een week vakantie. Dan gaan we samen naar de VS en daar doen we een week hetzelfde. Dan ga ik terug naar Nederland en doe jij je zakelijke dingen.”

Ik keek Mike sprakeloos aan. Mijn eerste gedachte was ‘wat een gedoe’, maar ik moest toegeven dat ik wel weer toe was aan vakantie en die wilde ik het liefst alleen met Mike doorbrengen. En het was best een aantrekkelijk idee, ook al zouden we dan behoorlijk wat tijdszones doorvliegen. “Wil je het echt?” vroeg ik hem. De schittering in zijn ogen gaf het antwoord. “Ik zal het met mijn baas overleggen morgen” zei ik tegen Mike. Mike gaf me nog een zoen. “Niks overleggen. Zeggen dat je het zo gaat doen.” Voor ik de kans kreeg antwoord te geven, gaf Mike me opnieuw een zoen.

De volgende ochtend kwam Sandra gewoonlijk de postmap brengen. Ik nam de map van haar aan en vroeg haar even te gaan zitten. Nieuwsgierig voldeed ze aan mijn bezoek. Ik vertelde haar van mijn aanstaande zakenreis en van het plan dat Mike gelanceerd had. “Wat vindt jij hier eigenlijk van?’ vroeg ik haar. “Ik zou het doen” zei Sandra. Je hebt Mike met al je verhalen lekker gemaakt over Japan en de VS vond Mike ook geweldig. Het is alleen wat kort, denk ik.” Ik pakte de postmap en legde deze aan de kant. “Hoe vertel ik het mijn baas?’ vroeg ik haar.

Sandra’s gezicht trok in een glimlach. “Je weet dat je bij hem wel een potje kunt breken. Ik zou hem gewoon vertellen wat je wilt doen. En vergeet Mike’s naam niet te noemen; je weet dat –ie gek is op die knul van je.” Ik had mijn beslissing genomen: ik ging Mike’s wens uit laten komen! Ik bedankte Sandra voor haar tijd en liep richting het kantoor van mijn baas. Zijn deur stond open en hij was diep verzonken in een rapport. Ik bleef in het deurgat staan en klopte lichtjes op de eikenhouten deur. Mijn baas keek langzaam op vanuit zijn leeswerk en hij maande me dichterbij te komen toen hij me, over zijn leesbril heen, in de deuropening had zien staan.

Ik sloot de deur en ging zitten in de stoel die hij me aanbood. “Jij komt het vast hebben over je aanstaande wereldreis” zei mijn baas, terwijl hij me een glas water aanreikte. Ik was weer verbijsterd: hoe kon die man dat weten, zonder dat ik ook nog maar een woord gesproken had! Deze onverwachte gespreksopening bracht me ook even van mijn stuk. Ik nam een ferme slok uit mijn glas en merkte dat ik mezelf weer bij elkaar geraapt had. “Dat klopt. Daar wilde ik het inderdaad over hebben.” Mijn baas ging voorover zitten en keek me belangstellend toe van achter zijn imposante bureau. “Ik heb gisteravond aan Mike verteld dat ik naar Japan en de VS mag. Ik denk dat het alles bij elkaar wel een drietal weken zal gaan duren en Mike was daar vanzelfsprekend niet zo heel erg blij mee.” Ik wachtte even; waarschijnlijk hoopte ik er op dat mijn baas het gesprek zou overnemen. Dat deed hij niet; hij bleef me vriendelijk, maar zwijgend, aankijken.

“Mike had een idee waar ik steeds meer voor begin te voelen, eigenlijk. Een van de wensen van Mike is om ooit eens in Japan rond te trekken. En samen vakantie hebben we eigenlijk nog nooit echt gehad: er kwam altijd wel iets tussen. Welnu, Mike had het idee dat ik vooruit naar Japan zou reizen, daar mijn zakelijke afspraken afwerk en dat hij me nareist, zodat we een week of zo samen door Japan kunnen trekken en ik hem wat van het land kan laten zien. Vervolgens samen naar de VS vliegen en daar samen een week of zo vakantie vieren. Mike gaat dan terug naar Nederland en ik werk dan mijn zakelijke programma af en vlieg vervolgens terug naar Nederland. Zo combineren we zakelijk en privé en is Mike ook gelukkig. Ik voel er eerlijk gezegd weinig voor om hier weer een partij ruzie voor te krijgen.”

Mijn baas keek me aan. “Je weet dat ik weet dat jij de enige bent die de problemen met onze Japanse partners kan oplossen.” Ik wilde zijn opmerking nuanceren, maar een simpel handgebaar van mijn baas deed me zwijgen. “En jij weet ook dat we de meeste kans hebben voet aan de grond te krijgen in de VS als jij daar naartoe gaat; je actie tijdens carnaval heeft enorm veel goodwill gekweekt heb ik wel gemerkt.” Ik begon te blozen van al de lofuitingen. “Dus… waar wacht je nog op? Laat Sandra het regelen zou ik zeggen. En vergeet in Japan vooral niet met Mike naar het kasteel van Himeji te gaan; ik ben er een paar jaar geleden met mijn vrouw geweest en het is echt prachtig.”

Ik had me voorbereid op een stevige discussie, maar blijkbaar had mijn baas goed door dat ik me dit keer niet als een mening-loze medewerker de wereld over zou laten sturen. Ik stond tevreden op en verliet het kantoor. Terug achter mijn bureau belde ik Sandra en vroeg haar langs te komen om de zakenreis te gaan regelen. Ik hoorde haar door de telefoon glimlachen en wachtte met een mengeling van ongeduld en blijdschap op haar.

“Ik had het Japanse deel van de reis min-of-meer al gepland en afspraken gemaakt. Je weet hoe die Japanners reageren op verrassingen. De trip naar de VS moet ik nog helemaal plannen en”, ze keek op haar horloge, “daar is het nu nog midden in de nacht. Je moet nu alleen nog gaan bedenken waar je die tijd in Japan wilt gaan doorbrengen. Heb je al ideeën?” Ik pakte een kladblaadje dat ik tijdens het wachten op Sandra had volgeschreven met mogelijke plekken om naar toe te gaan. Ik gaf het haar. “Zal ik alvast eens wat in elkaar gaan puzzelen en dan geef ik het je vanmiddag wel mee, kun je met Mike kijken. Dan doen we het Amerikaanse stuk morgen wel of zo.” Ik keek haar dankbaar aan; reizen plannen was niet iets waar ik direct warm van werd; bovendien was Sandra er een ster in dus waarom zou ik mezelf daar druk over maken? Ik realiseerde me wel dat ik over een week al naar Japan zou vertrekken.

Ik merkte dat de gedachte om minstens twee weken alleen met Mike te zijn, me een bijzonder tevreden gevoel bezorgde. De afspraken die ik die dag had verliepen gesmeerd en ik pikte rond vijf uur het voorlopige schema dat Sandra in elkaar had gezet, op en verliet het kantoor. Ik wilde Mike vanavond alvast helemaal in de sfeer brengen, dus bestelde ik vanuit de auto bij een afhaalzaak een flinke portie sushi. Met de tas met sushi in de ene hand en de map met het reisvoorstel van Sandra in de andere, liep ik het huis in. Ik zag Mike nergens, maar hoorde wel vaag muziek van boven. Ik zette de sushi op tafel en liep naar boven. Ik opende de deur van de badkamer en zag het van het warme water glimmende hoofd van Mike boven het schuim uit steken.

Hij staat direct op als hij me ziet en ik geef Mike een zoen. “Wat kijk nu nu naar beneden?” vraagt Mike verbaast. “Nou”, zeg ik, “ik vraag me af wanneer ik je pik voor de laatste keer niet stijf heb gezien, net als nu.” Ik denk Mike hiermee stil te krijgen, maar heb het mis. “Nou, daar kan verandering in worden aangebracht, hoor.” Ik gooi Mike een handje water in zijn gezicht en verlaat luid lachend de badkamer, Mike quasi-serieus mopperend achterlatend.

Terwijl ik de sushi uit de verpakking haal, hoor ik gestommel op de trap en enkele ogenblikken later verschijnt Mike in de kamer, gekleed in een zwarte trainingsbroek en een witte trui met daar in zwarte letters ‘lonsdale’ op. Ik heb met Mike een stevige discussie gevoerd over het dragen van een trui van dat specifieke merk; ik vertelde hem dat dat merk een lange tijd favoriet was bij neo-nazi’s, onder andere omdat de letters nsda in de naam op een na de letters van Hitler’s partij vormden. Mike had toen fel gereageerd; hij was homo, dus met nazi’s kon of wilde hij helemaal niets te maken hebben en de trui vond –ie gewoon mooi. “Ik trek aan wat ik mooi vind en wat iemand anders daar van vindt boeit me helemaal niks!” was zijn duidelijke commentaar geweest.

Ik overhandigde Mike de map die Sandra had samengesteld. “Het is nog maar een eerste opzet, we kunnen nog dingen veranderen. Maar volgens mij zit er zo ongeveer alles was ik je wilde laten zien van Japan wel in.” Ongeduldig sloeg Mike de map open en begon te lezen. Hier en daar verduidelijkte ik wat en ondertussen aten we de sushi op. “Gaaaf!” zei Mike me, toen hij het gelezen had en gaf me een zoen. Ik legde de map opzij en beantwoordde Mike’s kus.

De volgende dag kwam Sandra poolshoogte nemen hoe de eerste versie van de Japan-reis was ontvangen. “Mike ziet zichzelf al in zo’n onsen liggen, geloof ik” vertelde ik Sandra met een lach. Ze nam de map van me over en ging de reis voor ons regelen; ze had het op dit moment minder druk omdat er geen afspraken meer stonden vanwege de naderende buitenlandse reis. Met voorpret ging ik aan de slag.

De laatste dagen voor mijn vertrek stonden vooral in het teken van de voorbereiding van mijn reis; het deel dat Mike en ik samen zouden doorbrengen lag in de uitstekende handen van Sandra. Ik was me er terdege van bewust dat mijn bezoek aan Japan van grote invloed voor ons bedrijf zou zijn; als we de Japanners als zakenpartners zouden verliezen, zou dat grote gevolgen kunnen hebben. Het was daarom prettig om ’s avonds direct te kunnen eten en daarna bij Mike op de bank te kunnen gaan liggen. De verbouwing van ons huis was bijna klaar; Mike zou het afronden in de week dat ik in Japan zat.

De ochtend van vertrek nam ik afscheid van Mike aan de ontbijttafel; we hadden ons enigszins verslapen omdat we pas laat naar bed waren gegaan. Mike had aangeboden me naar Schiphol te brengen, maar dat had ik afgeslagen: Mike had nog veel dingen af te handelen de komende tijd dus ik had besloten een taxi te nemen. Het nadeel was dat een blik op de klok me wees dat deze over vijf minuten voor de deur zou staan en ik dus Mike’s toespelingen op een soort van afscheidssex noodgedwongen moest afslaan. “Dat maken we in Japan wel goed” fluisterde ik hem in zijn oor, terwijl ik buiten een auto de oprit op hoorde rijden. Ik pakte mijn koffer, laptoptas en mijn reiskoffer en liep naar buiten. In de deuropening kreeg ik nog een afscheidszoen en daarna stapte ik snel in de auto; het regende en dat maakte het afscheid extra triest. Mike keek me aan totdat we van de oprit verdwenen waren, richting Amsterdam.

Na het inchecken nam ik plaats in de lounge van Japan Airlines. Ik was dan wel Nederlander; de Aziatische vliegmaatschappijen hadden mijn voorkeur. De service was een stuk persoonlijker en klantvriendelijker dan die door de Europese maatschappijen werd geboden en volgens mij vlogen de Aziatische toestellen ook beter op tijd dan hun Europese collega’s, maar of dat klopte wist ik niet zeker. Ik pakte een Japanse krant en probeerde deze te lezen. Ik sprak de taal intussen vrij vloeiend, maar het lezen zorgde nog altijd voor behoorlijk wat problemen; er stonden verschillende karakters die ik niet kon thuisbrengen. Ik vouwde de krant daarom dicht en legde deze terug op de tafel en nam een slok van de groene thee die me was geserveerd. Ik hoorde mijn communicator piepen in mijn binnenzak. Ik pakte hem uit mijn mantel en zag dat Mike me een sms had gestuurd: ‘nog zeven nachtjes slapen. Mooi leven! XXX M.’ Er trok een glimlach over mijn gezicht toen ik mijn communicator opborg. Nog zeven nachtjes slapen…

Ik kwam aan op Narita airport en liep moeiteloos door de paspoortcontrole. Ik vond het altijd opmerkelijk dat er in Japan altijd meer dan voldoende douaniers beschikbaar waren, in tegenstelling tot veel Europese en vooral Amerikaanse vliegvelden, waar je soms een uur kwijt was om door de paspoortcontrole te geraken. Ik haalde mijn bagage op en liep binnendoor naar de trainterminal van de grootste spoorwegmaatschappij van Japan, JR rail. Ik kocht een kaartje naar het centrum en liep naar het perron. Uit ervaring wist ik dat de Japanse spoorwegen griezelig efficiënt reden en ook nu stond de trein keurig op tijd voor mijn neus. Ik nam plaats op mijn gereserveerde stoel en keek naar buiten; volgens mij was het de tijd van de kersenbloesem in Japan en die had ik ook op het lijstje staan om Mike te laten zien.

De conducteur maakte zijn komst bekend bij de ingang van de coupe en besloot zijn welkomsttekst met een buiging. De man, in een keurig uniform en met witte handschoenen aan, knipte mijn kaartje en gaf het aan me terug. Dat ik hem in vlekkeloos Japans een prettige middag wenste, had hij niet verwacht; hij bloosde en liep snel door. Ik realiseerde me weer dat Japan een schaamtecultuur was; ik moest me voor een groot deel gedragen als een ‘domme westerling’, omdat een Japanner dat nu eenmaal van me verwachtte.

Bij het station nam ik een taxi en overhandigde de chauffeur het kaartje met daarop de naam van het hotel waar ik zou verblijven. De man reed zwijgend door de drukke straten van Tokio; in andere wereldsteden probeerden chauffeurs een praatje met de passagiers te maken, maar in Japan gebeurde het zelden dat westerlingen werden aangesproken. De man opende vanachter zijn stuur met een knop de deur van de auto en ik stapte uit. De man zette de koffers zwijgend op de stoep en ik betaalde de rit. Ik gaf de man een fooi en de man accepteerde deze met een diepe buiging. Ook dat was nieuw: fooien waren in de Japanse cultuur lang een onbekend fenomeen geweest. Sterker nog: mensen waren beledigd als je ze een fooi gaf voor verleende diensten. Ik overhandigde mijn koffers aan de portier en deze begeleidde me naar binnen. Het inchecken verliep vlot en na een kwartier zat ik op mijn kamer.

Ik inspecteerde mijn kamer. Hij was grotendeels hetzelfde als die in alle grote steden. Toch waren er een aantal aparte dingen. Zo werd er uitgebreid uitgelegd wat ik moest doen bij een aardbeving en het toilet was Japans: met een automatisch schoonmaakprogramma in het toilet gebouwd, en een verwarmde bril voor extra comfort. Ik maakte mijn stropdas los en liep naar het raam en keek uit over de stad. Ik zat op de 34e etage en keek naar de eindeloze rij autolampen, die langzaam onder mij voorbij trokken. Ik stuurde Mike een sms-je dat ik in het hotel zat en kreeg er een paar minuten later een terug; hij had er op zitten wachten. Mike schreef dat hij een paar dagen naar zijn ouders ging; ik was er nu toch niet en zo zat hij in ieder geval niet elke avond alleen in ons huis.

Ik liep naar de lift en liet me naar de lobby brengen. Via de enorme schuifdeuren verliet ik het hotel en ging richting het winkelcentrum, dat ik vanuit de trein had zien liggen, om wat te gaan eten. Aan de bar was nog een plekje vacant; ik nam plaats in een sushi-zaak en bestelde een flinke portie en nam er sake bij. Ik genoot van de Japanse sfeer, ook al keek ik uit naar de komst van Mike. Die zou het helemaal afmaken. Mijn voorpret om de cultuurshock die Mike zou gaan ondervinden van dichtbij mee te maken was best groot. Ik rekende af en liep terug naar het hotel. De douche was echt Japans: klein, maar verder in orde en fris gedoucht ging ik op bed liggen en knipte de TV aan. Even kon ik het niet laten even te checken wat de speciale ‘hotel kanalen’ te bieden hadden. Het bleek een uiteenlopende stroom van extreme porno te zijn. Ook dat was Japan: van buiten een keurige maatschappij, maar nergens vond je zoveel bizarre vormen van porno dan hier. Het was heel gewoon om een keurig geklede Japanse zakenman in de trein in een manga te zien lezen, waarin sex en geweld tot in het extreme erg expliciet werden uitgebeeld.

De volgende ochtend werd ik al vroeg opgehaald door twee vertegenwoordigers van het bedrijf waar we zaken mee deden. Het issue was dat de Japanners problemen hadden met hun aanvoer van onderdelen voor de producten die zij maakten en wij verkochten. Dat zorgde ervoor dat leveringen te laat in Europa arriveerden en dat leverde natuurlijk weer boze klanten op. Ik had geleerd dat de directe, Westerse manier van aanspreken in Japan sterk averechts werkte. Daarom had ik besloten het over een andere boeg te gooien en had mijn bezoek vooral als gelegenheidsbezoek aangekondigd en had gemeld dat Mike, die in Nederland met een aantal jonge managers tijdens het afsluitende banket had gesproken en die Mike hadden geadviseerd over zijn tatoeage, over een week ook zou komen voor een korte vakantie.

De insteek werkte: ik gaf de Japanners alle ruimte me te fêteren en aanvaarde op die manier impliciet hun verontschuldigingen. In bedekte termen werd me duidelijk gemaakt dat ze maatregelen hadden genomen om de aanvoer van onderdelen veilig te stellen. Het viel me tijdens de gesprekken op dat een aantal mensen, waar ik jarenlang mee zaken gedaan had, ontbraken aan de gesprekstafel. Ik vermeed te vragen waar zij gebleven waren: waarschijnlijk hadden zij zich het falen van hun bedrijf persoonlijk aangetrokken en hadden hun ontslag genomen. Dat had mijn baas me voor aanvang van mijn eerste Japan-reis ook ingepeperd: ben niet te duidelijk en zorg ervoor dat een Japanner nooit in het openbaar in verlegenheid wordt gebracht. Op wat kleine schoonheidsfoutjes na was me dit tot nu toe altijd gelukt.

De laatste twee dagen stonden eigenlijk alleen maar in het teken van het bezoeken van productielocaties op het eiland Honshu en overvloedig eten en, met name ’s avonds, drinken. Ook dat was een typisch Japans fenomeen: na werktijd ging een Japanse zakenman met zijn collega’s de kroeg in en daar werd men gezamenlijk dronken. Mede door de drank werd een Japanner dan ook een stuk opener en je hoorde soms de werkelijkheid over onderwerpen die de hele dag angstvallig met een waas van geheimzinnigheid waren omgeven. Een Japanner probeerde me, pratend met een driedubbele tong, uit te laten leggen hoe het nu was om met een jongen te vrijen. Gelukkig kon ik de aandacht van de man met een karaoke-duet verleggen. Ik tolde met een enorme hoofdpijn van de overvloedige sake mijn bed in. Maar ik was wel blij: morgenmiddag zou Mike aankomen en ik ging hem afhalen op Narita.

Ik nam ’s morgens in een badhuis een heerlijk bad; het zorgde ervoor dat mijn hoofdpijn als sneeuw voor de zon verdween. Of zou het komen doordat ik langzaam zenuwachtig begon te worden voor de komst van Mike? Hij had me een sms-je gestuurd vlak voordat hij zou opstijgen vanaf Schiphol. Koen, Yuri en Yannick hadden hem naar Schiphol gebracht en zouden hem ook weer ophalen over twee weken. Ik bleef een tijdje liggen in het hete water, kletste wat met een Japanner die Engels sprak en ging er toen uit.

Ik had het waarom van het bezoek van Mike verschillende keren moeten uitleggen aan mijn Japanse gastheren: zij waren enorm vereerd door de belangstelling van Mike voor hun land. Toen zij er achter kwamen dat we nog niet alle dagen ingevuld hadden, stond de directeur van het Japanse bedrijf erop dat we een dag met hem zouden doorbrengen. Dat was een enorme geste, aangezien Japanners meestal gereserveerd reageren op buitenlanders (de schaamtecultuur), maar ook omdat een gemiddelde Japanner slechts 10 dagen verlof per jaar had. Bovendien was delegeren een eigenschap die veel Japanse managers nog niet beheersten, vooral voor wat betreft de beslissingsbevoegdheid.

Ongeduldig stond ik bij de uitgang van de douane op Mike te wachten, met een oog gericht op het scherm dat de aangekomen vluchten liet zien en mijn andere oog op de deuren, die voortdurend open en dicht gingen om de continue stroom reizigers door te laten. Ongeduldig keek ik een paar keer op mijn horloge; hij zou er nu toch moeten zijn?

Eindelijk: daar was hij. Mike was ook niet te missen: hij toornde een stuk boven de Japanners om hem heen uit en keek zoekend rond of hij me zag. Van een afstand zag ik hem en zwaaide naar hem, wat hij enthousiast beantwoordde en zijn pas versnelde. Mike liet bij me aangekomen zijn koffer uit zijn handen vallen en omhelsde me, zich niets aantrekkend van iedereen om hem heen. Hij zoende me en keek me met zijn prachtige ogen aan. “Waarom duurde het zo lang?” vroeg ik hem. “Dat komt”, zo zei hij, “doordat langs me in het vliegtuig een oud vrouwtje zat. In het vliegtuig zag ik al dat ze moeite had met lopen, dus toen we landden ben ik bij haar gebleven en heb haar langs de douane geleid en heb haar bagage voor haar op een karretje geladen.” Typisch Mike!

We namen weer de trein naar het hotel waar ik in gezeten had. Omdat we morgen een dag met de directeur op pad zouden gaan, leek het me verstandiger om voor die nacht het hotel aan te houden. Mike keek zijn ogen uit toen we het station inliepen. “Wil je wat eten?” vroeg ik hem. Mike knikte. “Kom, gaan we een bento box scoren.” Mike keek me vragend aan. “Een wát?” Ik schoot in de lach. “Een bento box. Dat is Japans voor een lunchpakket. Kijk, hier bij dat stalletje verkopen ze die.” Mike stapte naar het stalletje toe. “Ja zeg, ik kan er niets van lezen! Wat zit er in?” Ik grinnikte. “Als je nu eens goed op het plaatje kijkt, kun je het zien. Dat is het voordeel van Japanse eethuizen: wat er op het plaatje staat, krijg je ook.” Mike bestudeerde de plaatjes en nam er een met kleine stukjes rundvlees. Mike had zijn kleren voor morgen in een rugzak gedaan, zoals ik hem had aangeraden. Bij een loket gaven we Mike’s koffer af: het zou per post naar het hotel worden gestuurd waar we morgen zouden slapen. Het opsturen van je koffers is heel normaal in Japan en relatief goedkoop. Ik had er bij mijn eerste Japan-reis ook raar van op gekeken en me zorgen gemaakt of mijn koffer wel ooit op zijn bestemming terecht zou komen. Die angst bleek ongegrond en het niet hoeven zeulen met je koffers vond ik een verademing.

We lieten de kaartjes bij de opgang naar de trein zien aan de beambten; je kon het kaartje ook in een automaat stoppen die, na controle, een hekje opende, maar dat vonden we onpersoonlijk. “Kom, ga hier maar in de rij staan” zei ik tegen Mike, die me weer zijn prachtige ‘ik snap totaal niet waar je het over hebt, maar ik geloof je op je woord’ blik schonk. Ik legde Mike uit dat de strepen op het perron lieten zien waar de trein, die over drie minuten binnen zou komen, precies zou stoppen. De trein was vanzelfsprekend stipt op tijd en toen de deuren openden, stroomde de trein leeg. We stapten in en zochten onze gereserveerde plaatsen op. Toen de trein ging rijden, opende Mike zijn box en begon te eten.

In het hotel checkte ik Mike in en gingen we naar boven, naar de kamer. “Ik ga eens lekker douchen, ik heb lang genoeg in deze plak-kleren gelopen.” Ik hield Mike tegen. “We kunnen ook naar een Japans badhuis gaan. Dat is wel zo leuk denk ik.” Mike keek me even aan en met een “whatever” liep hij achter me aan, richting het badhuis waar ik die ochtend ook geweest was. Onderweg legde ik Mike uit hoe een Japans badhuis werkte. Binnengekomen kleedden we ons uit en borgen onze kleren op. Ik wees Mike de houten slippers die in een rek bij de ingang van de badruimte stonden. Onhandig lopend volgde Mike me naar binnen. Ik ging op mijn hurken zitten aan de kant en pakte een doucheslang en begon me af te spoelen. “Moet dat?’ vroeg Mike me. “Het is de bedoeling dat je hier jezelf grondig wast en daarna goed afspoelt. Als je dat gedaan hebt, kun je jezelf in het bad laten zakken. Denk er om, het is heel heet water!”

We wasten ons grondig en we spoelden elkaar af. Toen we geen zeep- of shampoo-sporen meer zagen, lieten we ons in het warme water zakken. De rand was laag genoeg om onze armen languit op de rand te kunnen leggen. Ik keek, door de stoomwolkjes heen, naar Mike en genoot: Mike had al een prachtig lichaam, zijn gelukkige blik op zijn gezicht maakte me warm van binnen. Zittend in bad bespraken we hoe de afbouw van ons huis was gelopen (goed), hoe de vlucht van Mike was geweest (afgezien van wat turbulentie boven Siberië, goed) en hoe mijn gesprekken waren verlopen (ook goed). Ik vertelde hem dat we morgen een dag met de directeur van het Japanse bedrijf zouden doorbrengen. Ik zag een kleine vlaag van teleurstelling over zijn gezicht schieten, maar toen ik hem uitlegde dat het zeker geen saaie dag zou worden, klaarde zijn gezicht weer op. Na een half uur trok Mike zich op uit het bad. “Kom. Eten. En dan neuken.”

De volgende ochtend haalde de directeur ons om acht uur al op. Ik had bij Mike toch twijfels over de dag gemerkt; toen bleek dat de directeur zijn oudste zoon had meegebracht, was die twijfel snel over en kletsten Mike en de jongen, die Jiro bleek te heten, in het Engels alsof ze elkaar al jaren kenden. De voornaam van de jongen was logisch: het was namelijk de tweede zoon van de man.

We namen de trein en reden een stuk Tokyo uit. Op een station onderweg zag Mike dat er veel mensen met Micky Mouse oren op hun hoofd rondliepen. “Is Disney hier zo populair?” vroeg Mike aan Jiro. “They are going to Disney Land Tokyo” was het antwoord van de jonge Japanner. Mike keek me glunderend aan en ik wist dat we niet alleen in de VS een pretpark van die firma zouden bezoeken. De man nam ons mee naar een authentiek Japans eethuis, waar we ontbeten. Mike hapte stevig door, ook al zag ik dat hij amper wist wat hij at. Mike had een digitale camera meegenomen en nam behoorlijk wat foto’s; toch bleek het cliché over Japanners te kloppen: we werden vaak gevraagd en ongevraagd op de foto gezet. Eén keer gaf Mike me plotseling een zoen toen een Japanner wilde afdrukken; ik maakte Mike duidelijk dat hij hiermee de man in verlegenheid had gebracht en dat hij dat niet meer moest doen. Geschrokken poseerde Mike de rest van de dag zonder zijn bekende grappen en grollen.

De man nam ons mee naar een oud deel van Tokio en vertelde wat we zagen. Hij wees ons een geisha-huis en we namen deel aan een authentieke Japanse theeceremonie. Onderweg daarnaartoe had Jiro Mike uitgelegd wat de theeceremonie allemaal inhield; Mike begreep al snel dat het niet snel een kopje thee drinken was, maar dat er allerlei gebruiken en regels aan ten grondslag lagen. Ik moest innerlijk lachen om Mike met een verbeten trek op zijn gezicht te zien, proberend zich aan alle regels en gebruiken te houden.

We sloten de avond af met een diner aan een teppanyaki tafel. Mike had aanvankelijk een blik in zijn ogen die verriet dat hij blij was om eindelijk iets redelijk ‘bekends’ te zien, na al die nieuwe ervaringen voor hem. Zijn teleurstelling was dan ook groot, toen bleek dat de échte Japanse keuken toch erg afweek van wat hij gewend was. Gelukkig vulden onze Japanse gastheren dat perfect in en zorgden ervoor dat we genoten. Jiro was pas 16, maar was een volwaardige gesprekspartner voor ons, maar voor Mike in het bijzonder. Ze hadden al e-mail adressen uitgewisseld en zaten nu gezellig met elkaar te praten. Ik keek naar mijn Japanse gesprekspartner en ik zag dat hij het geweldig vond dat zijn zoon contact had met een westerling van zijn eigen leeftijd. We bedankten onze gidsen voor een dag uitgebreid, uiteraard met een buiging, en een uitnodiging om ons een keer te komen bezoeken in Nederland. Mike was stil in de trein terug naar het hotel; de grote hoeveelheid indrukken hadden een verlammend effect op hem gehad. Tel daar het tijdsverschil bij op en het was logisch dat Mike al sliep toen hij zijn bed alleen al zag.

De volgende ochtend stond een bezoek aan Himeji op het programma. Mike bladerde, terwijl ik me douchte, door de Lonely Planet die hij meegenomen had en las dat Himeji een traditioneel, 14e eeuws Japans kasteel herbergde, dat op de werelderfgoedlijst van de Unesco stond. Mike had op zich niet veel met oude gebouwen, tenzij er een militaire achtergrond bij zat. Mike was dan ook klaar om naar Himeji te vertrekken.

We stuurden onze koffers via het hotel naar onze volgende logeerplek, Kyoto, en liepen naar het station. We verlieten het hotel pas nadat we uitgebreid gedoucht hadden: het was drie uur met de snelste trein en we wilden de beruchte Tokyose spits ontwijken. Ik had voor Mike (en voor mezelf) een verrassing bedacht: we zouden reizen met de snelste trein van Japan en een van de snelste operationele treinen ter wereld: de Nozumi: de snellere uitvoering van de kogeltrein, beter bekend als de shinkansen. Ik kocht twee kaartjes bij het loket terwijl Mike twee bento’s ging scoren. Ik genoot er van hoe snel Mike zich nieuwe dingen eigen maakte en nu, amper twee dagen in Japan, twee heerlijke bento’s bestelde alsof hij al jaren niets anders deed.

We namen plaats in de gereserveerde stoelen en keken naar buiten, totdat de trein haar topsnelheid had gehaald en het lastig werd dingen die direct langs het spoor lagen, nog te herkennen. We klapten de tafeltjes naar beneden en genoten van de bento die Mike gekocht had op het station. We kwamen aan op JR Himeji Station aan de Otemae-dori, een brede straat waaraan we in de verte de donjon van het kasteel al zagen liggen. Mike slingerde zijn rugzak op zijn rug en wel liepen richting het kasteel. Het was een lekkere lentedag en de kersenbloesem, belangrijk in de Japanse cultuur, bloeide overvloedig en gaf het een feestelijk tintje.

We kochten kaartjes bij de kassa en liepen het terrein op, richting het kasteel. Het verhaal klopte: één van de verdedigingstechnieken was het zodanig aanleggen van de toegangswegen, dat het optisch leek alsof je steeds verder af kwam in plaats van dichterbij. We liepen de donjon in en begonnen langzaam naar boven te lopen door de verschillende etages. Het viel me op dat er weliswaar Engelse vertalingen bij de tentoongestelde voorwerpen stonden, maar dat de spelling erg gebrekkig was en we er daardoor soms geen touw aan vast konden knopen.

Ik genoot van het kasteel; het stond al lang op mijn verlanglijstje, maar ik was er bij voorgaande bezoeken aan Japan niet aan toe gekomen de reis naar deze stad te maken. Ik keek af en toe stiekem naar Mike, om te zien of hij het ook de moeite waard vond. Aan de geconcentreerde blik in zijn ogen bij elke vitrine en uitstalling kon ik afleiden dat hij het een prima uitstapje vond.

We kwamen steeds hoger in het kasteel; het aantal etages was in werkelijkheid groter dan het vijftal daken dat je van buiten zag; ook dat was gedaan vanuit het oogpunt de vijand te verwarren. We merkten ook dat het steeds kleiner werd en de plafonds lager. Ondanks de waarschuwingen, stootte Mike meer dan eens zijn hoofd aan het lage plafond bij de trappen. Toen we eindelijk op het hoogste punt kwamen, sloeg Mike snel een stempel in het ‘paspoort’ dat we bij de ingang hadden gekregen en dat bewees dat we helemaal tot aan de top van het kasteel waren geraakt. Mike maakte een paar foto’s, onder andere van de in steen gehakte dolfijnen, die aan het uiteinde van de daken waren bevestigd.

Na even uitgerust te hebben, daalden we langzaam af. De snelheid werd mede beperkt doordat sommige smalle trappen voor zowel omhoog als omlaag waren bedoeld en we noodgedwongen even moesten wachten. Ook maakte Mike nog verschillende foto’s van wapens die tentoon gesteld stonden. “Wat zullen we doen?” vroeg ik aan Mike, toen we buiten stonden. “We kunnen hier nog wat rondlopen, of de trein terug naar Kyoto pakken en inchecken.” Mike twijfelde even, maar stelde toen voor richting de trein te gaan lopen. Dat deden we en keurig op tijd reed de trein weg uit het station, richting Kyoto.

Op het station van Kyoto aangekomen, keek Mike zijn ogen uit: het was een hypermodern station met een enorm glazen dak. Het 15-stages tellende gebouw herbergde niet alleen een treinstation (na dat van Nagoya het grootste van Japan), maar ook een enorm warenhuis, winkelcentrum, bioscoop en ondergrondse station. Ik nam Mike mee naar het Isetan warenhuis, om hem een paar typisch Japanse winkelconcepten te laten zien. Allereerst nam ik Mike mee naar de snoep- en gebak-etage van het warenhuis. Japanners houden van veelkleurig snoepgoed, maar hun traditionele snoepgoed wijkt enorm af van wat we in Nederland gewend zijn: er wordt veel gelatine in gebruikt en chocola komt veel minder voor dan bij ons. Ik liet Mike een paar snoepjes proeven, maar het vieze gezicht wat hij daar bij trok zei voldoende.

Daarna nam ik hem mee naar de restaurant-etage; in Japan is het heel gewoon dat een etage, meestal de kelderetage of een van de hoogste, geheel bestaat uit restaurants en eetzaakjes. We dwaalden al snel tussen de mensenmassa door, tussen allerlei kleine en grote eetzaakjes. Mike trok me opeens aan mijn arm een klein zaakje binnen. Mike wees naar het kleine barbecue-tje, dat op de toonbank stond en waarop de eigenaresse een soort van sate’s klaarmaakte. Het rook lekker, dus we namen plaats in een van de rood beklede bankjes. Mike kwam niet meer bij, toen de dame zichtbaar schrok van het rappe Japans, waarin ik onze bestelling plaatste.

Vanuit het warenhuis was het een half uurtje lopen naar het hotel. Ik had Mike de keuze gelaten tussen wandelen of de ondergrondse. De keuze van Mike was nauwelijks verrassend: lopen. Dus zo wandelden twee Nederlanders: één ervaren Japanreiziger en één die nog steeds met open mond rondliep, tussen de aanzwellende avondspits in de miljoenenstad richting het hotel.

Ik had een normaal hotel genomen; ik had Mike beloofd dat hij ook ‘echt’ Japans zou overnachten maar vond dat in Kyoto wel heel erg prijzig en had daarom een zogenaamd business-hotel geboekt. “Wil je nog even de stad in, eens een kijkje nemen in een karaoke-bar?” Mike twijfelde zichtbaar. “Ik weet niet of ik zoveel zin heb om tussen een boel dronken Japanners te gaan zitten… wat mij betreft: laat maar. Maar als jij wilt, ga ik wel mee hoor…” Met een welgemikt kussen gooide ik zijn Bambi-grijns van zijn gezicht en raakten we in een intensief kietelgevecht verwikkeld, dat ik ternauwernood op punten won. Ik ging in de badkamer mijn gezicht wassen. Toen ik terug de kamer in liep, lag Mike al, met zijn kleren nog aan en de lamp niet gedoofd, te slapen. Voorzichtig ging ik langs hem liggen, knipte de lamp uit en met Mike dicht tegen me aan, sliep ik in.

Pringles1
Berichten: 46
Lid geworden op: zo 17 jun 2018, 15:44
Vul het getal in: 123

Wat een klas XXX

Bericht door Pringles1 » zo 04 okt 2020, 12:33

“Wat gaan we vandaag doen?” vroeg Mike me, toen hij langzaam wakker werd. Ik was al opgestaan en had met mijn communicator al enkele mails beantwoord. De reactie van mijn baas op mijn gespreksverslagen was lovend; hij had contact gehad met de Japanse CEO en deze had hem bedankt voor het bezoek uit Nederland; ik had volgens mijn baas de juiste snaar bij de man geraakt die intern erg in moeilijkheden was geraakt vanwege de problemen met de aanlevering. Dat ik hem de kans had gegeven het probleem op te lossen én door mijn komst in de ogen van de Japanners had laten zien vertrouwen in de relatie te hebben, hadden indruk gemaakt. Tenslotte schreef mijn baas dat zijn collega erg had genoten van de dag die hij samen met ons en zijn zoon had doorgebracht. Met een tevreden gevoel sloot ik de mail af, net op tijd om het kussen dat Mike in mijn richting gooide, te ontwijken.

“Laten we eerst Kyoto wat nader ontdekken en dan vanmiddag naar Nara gaan, waar het grootste houten gebouw van de wereld staat. En dan kun jij daar, beste dierenvriend, de hertjes voeren.” Mike keek me verbouwereerd aan en merkte toen aan mijn schaterlach dat ik hem in de maling had genomen. We verlieten het hotel en liepen richting een bushalte. Mike ging keurig in de rij staan die zich aan de straatkant had gevormd. Toen de bus aan kwam rijden, de rij ogenschijnlijk voorbij reed waardoor de achterdeuren van de bus recht voor de rij tot stilstand kwamen, mompelde Mike iets van ‘pokkenchauffeur’, totdat hij ontdekte dat in Japan je achterin instapt en voor uitstapt en daar ook betaald. We gooiden bij het uitstappen 220 yen per persoon in het bakje langs de chauffeur en stapten uit, recht voor een sushi-zaak.

Zonder dralen liep Mike de zaak binnen, maar aarzelde toen hij eenmaal binnen stond. Ik nam Mike mee naar de counter, en ging zitten. “Waarom niet aan een tafeltje…” vroeg Mike me, toen ik richting de counter liep. Toen zag Mike waarom ik aan de counter wilde zitten: er liep voor ons, een kleine lopende band, waarop kleine schoteltjes met uiteenlopende sushi’s en sashimi’s voorbij kwamen. Je kon er een afpakken, of bestellen bij de koks die recht voor je sushi’s bereidden. “Ze doen het wel heel behendig” zei Mike me, nadat hij enkele minuten de koks in de gaten gehouden had. “Dat is ook niet zo gek” antwoordde ik hem. “Je moet jarenlang naar school voor je sushi mag maken. Het goed leren koken van de rijst bijvoorbeeld duurt twee tot drie jaar.”

Mike wilde een schoteltje van de band pakken, maar ik hield hem tegen. “Aan het bakje saus wat er op staat, kun je zien dat dit een bestelling is.” Ik wees hem drie andere bordjes aan, die langzaam dichterbij kwamen. “Die kun je wel pakken als je wilt.” Mike probeerde te zien wat het precies was, maar keek me vragend aan. Ik vroeg in het Japans aan de kok wat het precies was, maar kon het niet laten om de kok te vragen dat in het Japans aan Mike te vragen en een boos gezicht te trekken als hij geen antwoord gaf. De kok zag er de humor van in en begon in rap Japans een heel verhaal aan Mike te vertellen, compleet met handgebaren. Mike begon in het Engels terug te hakkelen dat hij geen Japans sprak, waarop de Japanner een boos gezicht trok en harder tegen Mike begon te praten. Opeens stopte de man en keek Mike lachend aan. Toen ik in lachen uitbarstte, viel het kwartje bij Mike. Mokkend pakte hij de drie schoteltjes van de band en begon met een rood hoofd te eten.

Na ons verlaat ontbijt namen we de bus naar het station en daar de trein naar Nara. Nara was eeuwen geleden de hoofdstad van Japan, maar was daarna snel minder belangrijk geworden. Terwijl ik een paar Japanse snoepjes at, was Mike verdiept in de Lonely Planet die hij op Schiphol nog gauw gekocht had en tijdens de 11 uur durende vlucht bijna helemaal uitgelezen had. “Gaan we eerst naar die grote tempel, de Todai-ji?”, vroeg Mike, terwijl hij nauwelijks opkeek uit het boek. “Da’s prima. Kunnen we daarna gaan lunchen.”

Met de bus reden we naar het tempelcomplex. We kochten een kaartje en liepen vervolgens door de poort, de brede toegangsweg naar de tempel op, waar op het eind aan de rechterkant een klein tempeltje stond. Hier stond een beeld en als je het beeld aan zou raken, zou het je beschermen tegen ziekten. Voor ik er iets van kon zeggen, hing Mike al over de reling en streelde het beeld. “Baat het niet, dan schaadt het niet” zei hij met een lachend gezicht. “Hoe groot is dit ding eigenlijk?” vroeg Mike. Hij is ruim 57 meter breed, 50 diep en 48 hoog. En denk er aan: alleen de dakpannen zijn van klei. Hij is meer dan een keer door brand getroffen; de oorspronkelijke tempel was nog een heel stuk groter.”

We liepen de tempel binnen en Mike’s aandacht werd direct getrokken door het Bhoedda-beeld, dat centraal in de tempel stond. “Dit is het grootste Bhoedda-beeld van de wereld”, zei ik tegen Mike. “Hoe groot is dat ding wel niet?” vroeg hij me. Ik keek in de Japanse gids die we bij de ingang aangereikt hadden gekregen van een stoïcijns kijkende bewaker; dat hij kon zien dat we amper of geen Japans konden lezen was voor hem geen enkele aanleiding ons over te slaan: elke bezoeker kreeg een gids, of hij nu wilde of niet, want dat was nu eenmaal de regel.

Dit was een van de mindere kanten van de Japanse samenleving: men deed precies wat de meerdere opgedragen had en eigen initiatief was uit den boze. Nu was dit wel wat aan het veranderen, maar zeker bij de overheid was deze regel nog sterk van kracht en ik, die gewend was ondergeschikten veel vrijheid te geven, moest elke keer weer omschakelen in mijn denken als ik voet op Japanse bodem had gezet.

“Het beeld is ruim 20 meter hoog en bestaat voornamelijk uit brons. Zijn ogen bijvoorbeeld, zijn ruim een meter hoog. Het beeld stamt oorspronkelijk uit de 8e eeuw, maar is verschillende keren gerestaureerd in de afgelopen 1200 jaar.” Mike stond met open mond te kijken naar het beeld en ik maakte snel een foto van hem, die niet in de gaten had dat een complete Japanse schoolklas veel meer aandacht had voor mijn grote blonde vriend dan voor de uitleg die een gids gaf bij het beeld.

“En wat is dat voor een ding? Een pilaar met een groot gat erin?” Ik liep met Mike dichterbij. “De overlevering zegt dat, als je als kind hier doorheen kruipt, je een voorspoedig leven zult hebben.” We keken even naar de stroom kinderen, die een voor een door het gat in de pilaar kropen en werden gefotografeerd door trotse ouders. Toen liepen we door, langs een aantal enorme wachtersbeelden, die Mike deden denken aan de beelden die voor het sprookje van de Indische Waterlelies in de Efteling stonden.

Net voor de uitgang trok ik Mike mee naar de zijkant. “Kom, we gaan een spreuk op een dakpan zetten.” We kregen een pan overhandigd en gingen bij een met zwarte verf gevuld potje staan. “Wat zullen we er op zetten?” vroeg ik aan Mike. Mike dacht even na en pakte toen de kwast uit de pot. ‘voor altijd samen. Mooi leven!’ schilderde hij met zijn hoekige handschrift op de pan en nam er toen een foto van. Daarna overhandigde hij de pan, met een keurige buiging, aan een van de in Bhoedische kledij gestoken monnik.

“Kom, dan gaan we nu de hertjes voeren” zei ik tegen Mike, die me ongelovig aankeek. “Deze herten lopen vrij rond in het park. Er stond zelfs eeuwenlang de doodstraf op als je zo’n hert doodde, omdat men geloofd dat ze heilig zijn.” Ik wees Mike een kraampje waar hij speciale koekjes voor de herten kon kopen. Ik gaf Mike mijn portemonnee en hij ging een zakje kopen, terwijl ik van een afstandje toekeek hoe hij dat voor elkaar kreeg. Het lukt hem verbazingwekkend snel een zak te bemachtigen en hij kwam grijnzend terug gelopen. “Hoe heb je dat zo snel gedaan?” vroeg ik hem. Hij lachte, terwijl hij een hert een koekje gaf. “Simpel. Ik heb die vrouw het grootste biljet gegeven wat in je portemonnee zat.” Mike ging door zijn knieën om een klein hertje een koekje te geven. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om snel een foto te maken van mijn stoer uitziende vriend, die een schattig hertje voert.

Terug in het hotel stelde ik Mike voor nog een keer in een Japans bad te gaan liggen. Mike schudde zijn hoofd. “Ik wil eigenlijk alleen straks nog een stukje gaan wandelen, iets eten en dan naar bed.” Ik accepteerde Mike’s wens, aangezien hij vandaag zonder morren mee was gegaan naar Nara, waar niets te vinden was geweest dat met oorlog of legers te maken had. We liepen na zonsondergang de straat op en verbaasden ons over de enorme hoeveelheid neonreclames. In een kleine buurtwinkel, waar ook meeneemmaaltijden werden verkocht, namen we wat te eten en aten dat op een bankje in een tegenover de winkel gelegen park op. Via een andere weg slenterden we terug naar het hotel. Ik douchte me en kleedde mezelf expres niet aan; ik wilde Mike graag nog een keer verwennen. Toen ik weer de kamer inliep, lag Mike al op zijn zij, met een glimlach op zijn gezicht, te slapen.

De volgende ochtend werd ik wakker, terwijl Mike al aangekleed en gedoucht in een stoel bij het raam zat te lezen in zijn Lonely Planet. Ik zag ook dat hij driftig met mijn communicator bezig was geweest. “Wat ben je allemaal aan het doen?” vroeg ik hem, terwijl ik mezelf met een luide geeuw uitrekte. “Ik ben aan het kijken wat ik vandaag wil zien. En ik weet het.” Ik stond op en gaf hem een ochtendzoen. “Waar gaan we dan naartoe, gids?” vroeg ik hem, met een spottende ondertoon. “Ik wil naar Hiroshima. Hup, douchen” en gaf me een klap op mijn billen. Een uurtje later zaten we in de trein in de richting van de eerste Japanse stad, die aan het einde van de tweede wereldoorlog de verschrikkingen van een atoombom aan den lijve moest ondervinden.

Mike zat, met zijn I-pod op zijn oren, rustig in zijn boek te lezen. Ik had me wel afgevraagd of het wel zo’n goed idee was om naar Hiroshima te gaan; de Japanners stonden niet echt bekend om hun terughoudendheid om de verschrikkingen te laten zien en ik vroeg me af welke impact het op Mike zou hebben. Mike keek even op van zijn boek, glimlachte naar me en verdiepte zich vervolgens weer in zijn blauwe metgezel.

In Hiroshima aangekomen namen we de tram naar de Bomb-dome. We wandelden rustig door het museum, onder de indruk van de verschrikkelijke gevolgen van een enkele atoombom op een stad en de mensen die er woonden; tientallen jaren na de aanval werden nog steeds mensen ernstig ziek van de gevolgen van de straling die vrijkwam toen de bom explodeerde boven de stad. Vooral de oogetuigenverslagen van mensen die de explosie meegemaakt hadden, maakten diepe indruk op ons, net als het gebouw dat men, na de explosie, niet meer opbouwde maar symbool liet zijn van de vernietigende kracht van de bom. Ik zag dat Mike het best moeilijk had met wat hij zag, maar hij sloeg zichzelf er dapper door heen.

Terug in Kyoto maakten we ons gereed om naar de volgende plaats te trekken; Mike had enigszins teleurgesteld gekeken toen bleek dat we in ‘normale’ hotels sliepen. Ik had daarom een heel speciale plek gevonden om de komende twee dagen te zijn: in een tempel op de voor Japanners belangrijke berg Koyasan. Toen ik dat Mike vertelde, glinsterden zijn ogen. Omdat we de volgende dag vroeg zouden vertrekken, gingen we op tijd slapen. “De sex halen we later wel in” had Mike me met een knipoog verteld toen hij in bed kroop.

De volgende ochtend stonden we al vroeg langs ons bed. We hadden de vorige avond onze koffers als opgestuurd en hadden enkele noodzakelijke dingen in Mike’s rugzak gestopt. We aten bij een klein stalletje en liepen toen opnieuw het station in, dat voor ons bijna vertrouwd begon te worden. Ik kocht de kaartjes en we gingen op weg. Ik had me vooral op het laatste stukje verheugd: een ritje met een kabelbaan dwars door de vegetatie op de heuvels heen. De kabelbaan was echter echt Japans: niets werd aan het toeval overgelaten. De kabels waren voorzien van een overdreven hoeveelheid veiligheidsvoorzieningen en het kabelbaanhuisje was meer een steile trap met rode bankjes die langzaam over de kabels omhoog werd getrokken. Boven aangekomen namen we een taxi naar de tempel waar wij zouden slapen; ik was benieuwd of het bij Mike in de smaak zou vallen.

Bij de ingang van de tempel werden we opgewacht door een aantal in rode gewaden gestoken monniken. Bij de toegangsdeur deden we onze schoenen uit en kozen een paar passende slippers uit de kast bij de ingang. Nieuwsgierig rondkijkend volgden we de monnik naar onze kamer. De man hield halt bij een houten schuifdeur. Toen hij deze openden, was daarachter een echte Japanse kamer te zien. We deden onze slippers uit en stapten voorzichtig op de tatami-matten; stromatten waarvan een aantal een prachtig motief hadden. We gingen op de mat zitten en namen de kamer in ons op. “Waar is het bed?” vroeg Mike me. “Heb je je boek niet helemaal goed gelezen, Mike” plaagde ik hem. Je bed wordt vanavond opgemaakt. Op de grond, terwijl we aan het eten zijn.” Mike trok een bedenkelijk gezicht. “En wat is dat eten dan?” Ik ging wat verzitten. “Dat eten wordt door de monniken vers gemaakt. Het is 100% vegetarisch, er komt geen stukje vlees bij kijken. Maar kom, we gaan eerst eens lekker in hun eigen onsen liggen.” Mike keek me wanhopig aan. “een wat?’ Ik stond op. “Een onsen is een eigen badhuis, waarbij het water uit thermische bronnen komt. Heel lekker. Kom.”

We wasten ons zorgvuldig, voordat we door een deurtje naar buiten liepen en zo het bad in. Het temperatuurverschil (warm water, koude buitenlucht) deed ons even rillen, maar eenmaal in het water was het heerlijk. We bespraken wat we tot nu toe gezien hadden, wat Mike er van gevonden had en of hij genoot. Dat laatste bleek gelukkig het geval te zijn. “Vooral omdat het zo nieuw is en omdat ik weet dat het jou favoriete land is, geniet ik hier erg van.”

Ons gesprek verstomde, toen we twee Japanse mannen naar het bad zagen komen lopen. Zij hadden beiden een traditionele suit: een tatoeage die bijna hun gehele lichaam bedekte. “Even vingers tellen” zei Mike met een glimlach. “Het zouden best eens leden van de Japanse maffia, de Yakuza, kunnen zijn. Die hebben vaak zo’n suit. En als ze een fout maken, is het blijkbaar normaal dat ze zelf een van hun eigen vingers amputeren, te beginnen met de pink. Blijkbaar hebben zij nog geen fouten gemaakt” vertelde Mike grinnikend. We begroetten de mannen met een hoofdknik, maar we waren beiden niet stoer genoeg de mannen aan te spreken. Dat deed een van de mannen wel, toen we uit bad gingen. “Nice drawing”, zei hij tegen Mike. Mike’s gezicht glom van trots, maar verder dan een nerveus lachje kwam hij niet.

Terug in de kamer zetten we de schuifdeuren open en keken uit op een prachtig aangelegde Japanse tuin. “Kom, we gaan een stuk wandelen” zei Mike en we verwisselden de badjassen voor normale kleren en liepen daarna, na het wisselen van de slippers voor onze wandelschoenen, de poort uit.

Tot mijn verbazing sloeg Mike zelfverzekerd rechtsaf. “Je kent de weg hier?” vroeg ik hem, met een ironische ondertoon. Mike zwaaide met zijn armen: “Yep! Terwijl jij lag te slapen, heb ik gelezen dat er hier het grootste kerkhof van Japan ligt, en dat er een heleboel bizarre grafmonumenten staan. En het kaartje stuurt ons deze kant op, dus…” Ik volgde Mike gedwee: ik had de kaart niet bestudeerd en er restte me dus niets anders dan Mike achterna te lopen.

We liepen langs een soort van kruidenierszaak en Mike stopte, keek naar binnen en liep daarna de winkel in. Hij keek naar een paar grote zakken, waarin snoep zat. “Pak maar als je er eentje lust” zei ik tegen hem. Mike knikte, maar twijfelde: de kleuren en de uitvoering van het snoep was anders dan hij gewend was. Uiteindelijk pakte hij een paar beige-achtige brokken uit een van de zakken en legde deze op de toonbank neer. Hij gaf de oude man achter de toonbank een paar muntstukken die ik hem aangaf en, terwijl de man het wisselgeld in een bakje legde (in Japan krijg je wisselgeld nooit rechtstreeks in je handen terug), bedankte de man Mike voor zijn bezoek en sprak de hoop uit hem binnenkort opnieuw te mogen begroeten in zijn winkel. En hij wenste ons nog een fijne dag. Mike kon niet anders dan vriendelijk knikken, want hij verstond er geen woord van.

We namen plaats op een bankje langs de winkel en Mike stopte zo’n brok in zijn mond. “Het eet als karamel, maar het smaakt heel anders” zei hij, terwijl hij druk bezig was met kauwen. “Jij wat drinken?” Mike knikte. Ik liep naar een drankenautomaat en koos voor twee keer ijskoffie. Ik opende het blikje en overhandigde het hem terwijl Mike druk bezig was de brok tot een normale omvang te kauwen. “Smaakt het?” vroeg ik hem. “Het is een kruising tussen kaneel en karamel volgens mij” sprak hij met volle mond. “Apart, maar wel lekker.” We bleven nog even op het bankje zitten en genoten van de koffie en het uitzicht op een klein parkje, waarin de kersenbloesem overvloedig bloeide.

Na het afval opgeruimd te hebben – in Japan zie je zelden iets op straat liggen – vervolgden we onze weg in de richting van het kerkhof. Bij de ingang stonden een aantal brede bakken waar je wierookstokjes in kon steken, en wasbakken om je handen te wassen. We liepen achter een groep Japanners aan het kerkhof op, en de voorspelling die Mike gedaan had, klopte; we liepen langs een grafmonument waarop in steen een maanraket stond, en een stuk verderop zagen we zelfs een beeld van Mickey Mouse staan. Wat me ook opviel was de enorme oppervlakte van de begraafplaats. Na ons een uurtje over alle bizarre monumenten verbaast te hebben, verlieten we weer de begraafplaats. Niet nadat we ook nog even in de tempel waren gaan kijken en daar honderden prachtige papieren lantarens zagen branden.

We slenterden nog een keer langs de hoofdstraat en haalden nog een keertje blikjes ijskoffie uit de drankautomaten, die overal verspreid stonden. Opeens ontwaarden we een aparte tempel: een fel rode. Nieuwsgierig liepen we het complex waar deze tempel deel van uitmaakte, op. Er stond een deur open en door het deurkozijn zagen we een prachtige tempel, vol vergulde en zilveren voorwerpen die zo voor het grijpen stonden. Mike keek me aan en stapte toen voorzichtig naar binnen, nadat hij zijn schoenen had uitgetrokken.

Binnen werden we overvallen door het prachtige interieur van de tempel. En door de ontdekking dat er geen enkele bewaking of beveiliging te zien was in de hele tempel. Mike gooide enkele muntjes in het offerblok bij de uitgang en we verlieten toen de tempel, op weg terug naar ons verblijf. We moesten nog stevig doorlopen, aangezien we rond vijf uur aan tafel werden verwacht en we inmiddels wisten dat Japanners een erg punctueel volkje waren.

We kleedden ons snel om en wachtten in onze kamer op de monnik die ons naar de eetruimte zou brengen. De monnik meldde zichzelf keurig aan de rand van de tatami en vroeg ons of we gereed waren om aan tafel te gaan. We knikten ja. Hierna werd een van de zijwanden van onze kamer, plots open geschoven en zagen we twee hele kleine, rode tafeltjes staan, met hele kleine pootjes. Mike keek me verbaasd aan. “In Japan eet je traditioneel op de grond.” Mike liep met een verwonderd gezicht naar zijn tafeltje en ging toen, wat ongemakkelijk, in kleermakerszit bij het tafeltje zitten.

Een jonge monnik vroeg of we wat wilden drinken. Ik koos voor Asahi-bier. “Me the same” hoorde ik Mike tot mijn grote verbazing zeggen. Mike zag mijn verwonderde blik en vertelde me dat hij zich afvroeg wat hij zou krijgen als hij om applejuice zou vragen. “Bier ken ik en volgens mij is dit van rijst gemaakt, toch?” Ik schoot in de lach. “Klopt. Het is daarom ook een stuk lichter. Althans, dat vindt ik.” De jonge monnik kwam met twee driekwart literflessen bier terug en zette deze op een speciaal daarvoor bestemd, piepklein tafeltje.

We schonken in afwachting van ons diner, onszelf een glas bier in en proostten op de reis. Na de eerste slok kwam een viertal jonge monniken binnen, met dienbladen waarop ons eten stond. Een oude monnik vertelde in het Japans was het diner was; heb was hetzelfde als wat de monniken aten: geen ui, geen vlees, geen vis en geen knoflook. De monniken lieten ons, achteruit lopend en buigend, alleen. Mike opende met grote ogen de potjes die voor zijn neus waren gezet. “Het ruikt goed…” mompelde Mike, alsof hij zichzelf ervan wilde overtuigen dat het echt te eten was wat voor hem bereid was. Uiteindelijk was ik degene die vooral de groenten en tofu opat, terwijl Mike zich ontfermde over de gestoomde rijst. Het potje groene thee, dat als dessert werd gebracht, dronk Mike wel helemaal op.

Terug in onze kamer bleek dat onze bedden al waren opgemaakt. “Ze zijn niet wijs! Het is pas zeven uur!” Ik glimlachte naar Mike. “Het is nog niet de bedoeling dat we gaan slapen. Kom, eerst nog even samen in de onsen. Ze hebben ‘m speciaal voor ons klaar gemaakt.” Ik stond op, deed mijn slippers aan en liep de gang in. Mike volgde me, nog wat na-mokkend over de afwijkende Japanse tijden.

Bij de ingang van het onsen van de tempel, overhandigde een monnik ons allebei een handdoek en opende gastvrij de deur. We betraden het vertrek en hoorden de deur achter ons in het slot vallen. Ik nam plaats op een van de krukjes, die tegen de muur stonden bij de douchekoppen. Ik draaide de kraan open en liet het warme water over mijn hoofd stromen. Mike hing zijn badjas op een haakje en nam langs me plaats.

We wasten ons zelf grondig en draaiden toen de kranen dicht. Ik bekeek het onsen-bad: het was rechthoekig en redelijk diep. Ik liet me langzaam in het bad zakken en voelde mijn huid tegenstribbelen: het water was wel hel erg heet! Mike ging langs me zitten; hij bleek een stuk minder last te hebben van de hitte. Ik pakte twee handdoekjes uit een ijzeren bak die op de rand van het bad stond; in deze bak zaten koude handdoekjes, bedoeld om op je hoofd te leggen. Mike proestte het uit toen ik een handdoekje op mijn voorhoofd legde en maakte met een afwerend gebaar duidelijk geen prijs te stellen op het doekje dat ik hem aanbood.

We zaten minutenlang stil voor ons uit te staren; ik merkte aan mezelf dat de enorme hitte mijn hele lichaam opwarmde en me tot rust bracht. Mijn blik en die van Mike kruisten elkaar en Mike toverde zijn glimlach weer op zijn gezicht. “Wat vindt je van Japan tot nu toe?” vroeg ik hem. Mike wachtte even, alsof hij goed na wilde denken over zijn antwoord. “Ik vind het, wat land betreft, vooral ánders: andere gebruiken, ander eten… maar wel erg leuk. Maar om eerlijk te zijn boeit me het land niet zo.” Ik keek Mike vragend aan, die als reactie zijn hoofd schudde. “Nee, ik bedoel het niet zo dat Japan me niets boeit. Wat ik belangrijk vindt is dat wij nu samen zijn, niet gestoord door werk of andere onzin. Gewoon lekker samen zijn. Dat is waar ik van geniet, dus in welk land we dat doen boeit me niet zo zeer.”

Ik liet Mike’s woorden even op me inwerken. “Hoe sta je dan tegenover het feit dat je minder tijd hebt voor je sociale contacten dan pakweg een jaar geleden?” Mike produceerde een dun lachje. “Ik had die vraag al veel eerder van je verwacht. Aan de ene kant baal ik er van dat ik veel minder omga met Yannick en Yuri. Aan de andere kant: ik ben mezelf aan het ontwikkelen; ik wil vooruit en ik merk aan Yuri en Yannick dat zij er heel anders tegenaan kijken: veel uitgaan, leuke dingen doen… Ik merk ook dat ze me niet meer automatisch vragen als ze naar een feest gaan ofzo; ik merk dat ze op een feest zijn omdat ze midden in de nacht mij bellen en me dan live mee laten genieten, of dat ik achteraf hoor dat ze ergens zijn geweest, of dat op hun Hyves of Partyflock-pagina zie. En weet je, aan de ene kant baal ik daar dan van, dan denk ik ‘ik had best graag mee gewild’, maar aan de andere kant denk ik ook ‘ik heb dat gehad, ik wil serieus bezig zijn met mijn leven en ook genoeg tijd aan jou besteden’.

Ik verwisselde mijn handdoekje voor een vers, koel exemplaar en keek tegelijkertijd naar Mike, wiens boven het water zichtbare lichaamsdeel blonk van de warmte, zijn sieraden glommen en stekelhaartjes prachtig aftekenden bij zijn zonbruine huid. “Weet je,” zei ik, “weet je dat ik het met die afweging die je noemt best moeilijk mee heb gehad? In die zin van ‘pak ik niet een deel van Mike’s leven af? Heeft hij niet de leeftijd waarin hij móet klooien en onverantwoorde dingen doen?’ Maar ik ben er in steeds grotere mate van overtuigd geraakt dat het inderdaad echt je eigen keuze is geweest. En om eerlijk te zijn, ik vind het ook erg fijn als ik ’s avonds thuis kom en ik weet dat jij er bent. De grote werkdruk kan ik aan, omdat jij zo vaak en dicht bij me bent.” Mike glimlachte naar me en boog zich naar me toe voor een zoen. Ik reageerde gretig.

Na een uurtje in bad te hebben gelegen, vond ik het wel mooi geweest. Ik stond voorzichtig op uit het water en klom uit het bad, gevolgd door Mike. Ik droogde me rustig af, maar merkte aan Mike dat hij andere plannen had. Ik keek Mike aan. “Mike, niet hier, niet in een tempel. Ik ben best ruimdenkend, maar dat gaat me echt te ver.” Mike keek me beteuterd aan. “Als je maar bedenkt dat jij de eerste de beste mogelijkheid van mij bent,” fluisterde hij me in mijn oren, terwijl hij opzettelijk zijn stijve pik langs mijn bovenbeen liet glijden toen hij langs me liep richting het haakje waar zijn badjas aan hing.

Een kwartier later zaten we in badjas op onze matrassen te genieten van een beker groene Japanse thee met een paar vegetarische hapjes op een prachtig porseleinen schaaltje. “We checken morgen om 9 uur uit”, vertelde ik Mike, “en dan pakken we de trein richting Hakone.” Mike keek me aan. Toen brak er een grote glimlach door op zijn gezicht. “Mount Fuji!” riep hij opgewekt. We sloten de schuifdeur op tijd en sliepen bijna direct.

De volgende ochtend namen we afscheid van de monniken; ik realiseerde me dat ik het verblijf een stuk hoger had gewaardeerd dan Mike en dat ik blij moest zijn dan Mike zich op dit deel van onze reis ondergeschikt had gemaakt aan mijn wensen. De kabelbaan bracht ons snel aan de voet van de berg en we namen daar de trein richting Hakone. We namen expres een boemel, zodat we ook nog wat van de omgeving zouden zien: een shinkansen was dan wel snel en efficiënt, door de snelheid zag je bijna niets van de omgeving waar je door flitste met een snelheid van ruim 250 km per uur.

Het laatste deel van de reis naar Hakone deden we per bus; ik was nieuwsgierig hoe de busdiensten in dit deel van Japan zouden werken. Dat deden ze op dezelfde manier als elders in Japan: op tijd, schoon en netjes. We hadden weer onze grote koffers opgestuurd, zodat we rond acht uur ’s avonds met onze meest voorname spullen achterop Mike’s rug in zijn rugzak voor de deur van de Ryokan, die ik vanuit Nederland gereserveerd had.

We werden hoffelijk ontvangen en ik deed de incheck in het Japans; ik zag Mike in mijn ooghoeken grinniken om de verbazing van het Japanse hotelpersoneel over mijn beheersing van hun taal. We liepen gedwee achter een medewerker van de Ryokan aan die ons naar onze kamer zou brengen. De ryokan ademde eeuwenoude oosterse traditie uit alle poriën en Mike keek vol bewondering rond terwijl we de medewerker volgden. Met een plechtig gebaar opende hij de deur van onze kamer en stapte toen opzij om ons de gelegenheid te geven binnen te lopen.

Het bleek een prachtige kamer te zijn; rechts direct na de entree lag een badkamer, rechtdoor het halletje een slaapkamer en links een zitkamer. De meubels waren zonder uitzondering echt Japans. Ook typisch Japans was de hypermoderne waterkoker bovenop een antieke, rijk bewerkte, houten kast. De man liep, buigend, langzaam achteruit de kamer uit en sloot toen met een zachte klik de deur. “Zullen we wat te bikken gaan zoeken?” was het directe verzoek van Mike. Ik knikte, ik had inmiddels ook wel honger gekregen. “Wil je hier wat eten of in de stad?” vroeg ik hem. “In de stad natuurlijk!”

We trokken een trui aan en liepen de ryokan uit, in de richting van het centrum. Al snel kwamen we tot de conclusie dat het voor een restaurant te laat was; die waren gesloten. Gelukkig vonden we al snel een Japanse kroeg, herkenbaar aan de witte lampionnen voor de deur. Op goed geluk liepen we door het gordijn dat bij de ingang hing heen en betraden de kroeg. Ook hier zagen we een kleine barbecue staan op de bar. Mike had intussen uitgevonden wat hij lekker vond en bestelde dat met handen en voeten. Hij nam een groot glas bier en een appelsap mee naar de tafel en ging zitten, in afwachting van het eten.
Het bleek een nogal ruige kroeg te zijn; we werden nieuwsgierig gade geslagen door de stamgasten, die zich ongetwijfeld afvroegen wat twee westerlingen hier op dit tijdstip in deze kroeg deden. We aten daarom de spiezen snel op en spoelden het weg met de drankjes. Ik rekende af en we verlieten de kroeg. Op straat keek ik op mijn horloge. “Wil je nog wat wandelen?” vroeg ik hem. Mike schudde zijn hoofd. “Het is nu de hoogste tijd voor iets anders.” De knipoog die ik kreeg sprak boekdelen.

Bij de voordeur van de ryokan wisselden we onze schoenen weer voor de slippers en betraden het eeuwenoude, grotendeels uit donker hout opgetrokken gebouw. Het was doodstil in het traditionele Japanse hotel; ik had ook de indruk dat de bezettingsgraad niet bijster hoog lag. Via een schaars verlichte, krakende houten trap zonder leuning kwamen we bij onze kamer aan. Bij de deur keek ik Mike aan. Aan zijn gezichtsuitdrukking kon ik, voor zover ik het niet al wist, aflezen wat Mike bedoelde met zijn opmerking.

Mike opende de deur en stapte onze kamer binnen. Ik volgde Mike en sloot de deur achter me zorgvuldig dicht. Toen ik me omdraaide stond Mike voor me. Langzaam naderden onze hoofden elkaar en er ging een siddering door mijn lichaam toen ik Mike’s lippen op die van mij voelde. Deze ontlading liet ons door alle remmen breken: door de omstandigheden hadden we al bijna een week niet de mogelijkheid gehad om van elkaar te genieten en vooral Mike had hier geen vrede mee.

Al heftig zoenend en elkaar overal betastend kleedden we elkaar met ruwe bewegingen uit. Mike was daar wat handiger in dan ik, zodat ik nog stond te worstelen met Mike’s boxershort terwijl hij mijn pik al stijf aan het maken was – voor zover daar nog aandacht voor moest zijn. Ik knielde voor Mike neer en nam in een vloeide beweging zijn stijve pik in mijn mond. Ik genoot van de smaak van Mike; ik had deze al te veel dagen achtereen moeten missen. Ik merkte aan de reactie van Mike dat hij het helemaal met me eens was: hij plaatste direct zijn handen achter mijn hoofd en voerde het tempo fors op.

Terwijl ik met mijn tong zijn eikel verwende, streelde ik hem over zijn prachtige lichaam, waarbij ik telkens zijn machtige billen als eindpunt gebruikte voor mijn liefkozingen. Mike zette op een gegeven moment zijn voeten uit elkaar, mij zo een teken gevend dat ik verder kon gaan. Ik liet zijn pik uit mijn mond ontsnappen en nam zijn ballen een voor een in mijn mond, terwijl een mengeling van voorvocht en speeksel vanaf het puntje van zijn eikel op mijn gezicht droop.

Al zoenend stond ik langzaam op; toen mijn mond zijn kin raakte; ontsnapte er een diepe zucht uit Mike’s mond. Ik keek Mike aan en draaide hem om. Mike ging met zijn gezicht naar de muur van het halletje staan en leunde met zijn onderarmen op de muur. Ik ging achter hem staan en zoende Mike, terwijl mijn ene hand met zijn ballen speelden en de andere voorzichtig Mike klaarmaakte om mij voor het eerst sinds dagen in zich te gaan voelen.

“Laat al die voorspel flauwekul alsjeblieft zitten, ik wil je voelen, ik ben al een paar dagen gek van geiligheid.” Deze niet mis te verstane boodschap beet Mike me toe. Ik staakte dan alle tease-pogingen en ging achter Mike staan. Mike spuugde nog een keer op zijn vingertoppen om zijn anus nog wat makkelijker te maken, maar opende toen zijn billen en keek me ongeduldig aan.

Ik was geen liefhebber van staand vrijen; ik was bijna een kop groter en moest dan ook door mijn knieën, wat het er voor mij niet makkelijker op maakte. Toch was het vooruitzicht mezelf in Mike te mogen manoeuvreren dusdanig aanlokkelijk dat ik het er voor over had. Vandaar dat enkele seconden later ik de warmte van Mike rondom mijn stijve pik voelde. Langzaam drukte ik door, terwijl Mike bleef zuchten en zachtjes kreunen. Toen ik mezelf helemaal in Mike had gedrukt, draaide hij traag zijn hoofd naar me toe en keek me aan. “En nou rammen” was alles wat hij zei en een glimlach tekende zijn gezicht nadat hij zijn wens had uitgesproken. Toen draaide hij zijn hoofd terug en concentreerde zich op mijn steeds hogere tempo.

Mijn lichaam hunkerde werkelijk naar de seks met mijn vriend. Het duurde daarom niet lang voordat mijn ballen tegen mijn lichaam begonnen te kruipen, ten teken dat mijn hoogtepunt aanstaande was. Enkele tellen later was het al zover: vol kracht spoot ik mezelf leeg in Mike. Ik hijgde enkele minuten uit, terwijl Mike de laatste druppels uit mijn ietwat verslapte pik perste. Toen draaide hij zich om en keek ik in Mike’s prachtige ogen. Het genot was er duidelijk in af te lezen.

De volgende ochtend gingen we al vroeg op pad richting de kabelbaan die een uitzicht op Mount Fuij moest geven. We namen de trein vanuit Hakone en stapten enkele haltes verder, aan de voet van een sterk beboste berg, over op de Hakone Tozan Railway, een zogenaamde zigzagtrein: deze reed de berg in een soort van zig-zag op, waarbij de trein op de uiteinden telkesen stopte, waarna de wissel werd omgezet en men zo weer terug reed – alleen dan omhoog. Ik had deze manier van vervoer nog nooit gezien. We namen de mogelijkheid om onderweg uit te stappen. We aten in een van de dorpjes een verlaat ontbijt en liepen toen het kunstmuseum van Hakone in, waar onder andere een grote collectie Koreaans aardewerk tentoongesteld werd. Ik had me voorgenomen rustig rond te kijken, maar ik merkte na een kwartier al dat Mike het helemaal niets vond en besloot toen maar snel weer naar buiten te gaan.

In Sounzan namen we de kabelbaan naar Togendai. Dit had voor mij een van de hoogtepunten van onze reis moeten worden: vanuit de gondels aan de kabelbaan was een prachtig uitzicht op Mount Fuji, de meest heilige berg van de Japanners. Mits het helder was... Helaas, toen we, begeleid door bezorgde stewards en met overal schreeuwende waarschuwingsposters die ons moesten beschermen tegen allerlei mogelijke gevaren, eindelijk op weg waren, waren we in een mum van tijd omringd door een dikke mist die elk zicht op de berg ontnam. Als vervanging nam ik enkele foto’s van Mike, die me gekke bekken trekkend probeerde op te beuren; hij had goed door dat ik door de niet verwachte mistbank flink teleurgesteld was. Toen de teleurstelling door Mike’s opbeurende gedrag gezakt was, realiseerde ik me de absolute stilte om ons heen: we zaten met z’n tweeën in de relatief grote, witte, gondel en we hoorden helemaal niets, zelfs de verplaatsing over de kabel geschiedde geluidsloos. Mike maakte een paar avances, maar omdat de kabelbaan uit een opgaande en een neergaande kabel bestond, en de gondels die aan de opgaande kabel hingen opeens uit de mist opdoemden en ons op maximaal een meter afstand passeerden, sloeg ik dat op zich aantrekkelijke voorstel af en probeerde zo goed en zo kwaad als dat ging te genieten van de rit.

In Togendai aangekomen, wandelden we in de richting van de ‘Vallei van het grote koken’. Dit was een stukje maanlandschap in Japan, met – uiteraard op veilige afstand – kraters, donkere stenen en borrelende modderpoelen. Hier kwam de seismische activiteit, die Japan kenmerkte, letterlijk en figuurlijk aan de oppervlakte. “Allemachtig, wat stinkt het hier naar rotte eieren” mompelde Mike in mijn richting, toen we over het Owakudani Exploration Path liepen. Rechts van me zag ik een houten gebouw met een heleboel uitgelaten Japanners daar omheen. Nieuwsgierig geworden gingen we kijken. Het bleek dat medewerkers van het Nationale Park van Hakone, eieren kookten in de kokend hete modder. Ik kocht een ei, Mike keek me vol walging aan. Vanzelfsprekend pelde ik het ei overdreven voorzichtig, om Mike zo lang mogelijk van het uitzicht te laten genieten. Hij was blij toen ik aanstalten maakte om het pad te vervolgen.

Met opnieuw een kabelbaan, daalden we verder af, richting het meer. Aan het pad wat we volgden, nadat we de laatste kabelbaan hadden verlaten, stond een beeld van een grote beer met een klein kind er langs. Het was een beeldhouwwerk dat een van de bekendste Japanse sprookjes uitbeeldde, waarin een beer zich ontfermde over een klein kind. Aan de rand van het meer lag een klein haventje, met gebouwen in traditionele Japanse stijl. Mike’s ogen werden enorm groot, toen bleek dat de pont die we zouden nemen naar de andere kant van het meer, een replica van een piratenschip bleek te zijn. We gingen aan boord en Mike zocht direct een goed plaatsje op het voordek op. Ik vroeg me stilletjes af of dat wel zo verstandig was: het was een behoorlijk meer en echt warm vond ik het al niet en dan lagen we nog stil in de haven. Niets kon Mike echter van zijn stuk brengen en met zijn camera in zijn handen, stond hij vol ongeduld te wachten tot de boot de haven zou verlaten.

Mijn vrees werd zo gauw de trossen los gingen, werkelijkheid: het werd ijskoud op het voordek waar de wind vrij spel had. Gelukkig had Mike het na een kwartiertje ook bekeken en maakte zich onder het uitspreken van de smoes “laten we gaan, dan kunnen anderen ook mooie foto’s maken” uit te voeten. Normaal gesproken kon ik het in dit soort situaties niet laten om hem voor de gek te houden; nu accepteerde ik zijn besluit dankbaar en daalde na hem de trap af.

Aan de andere kant van het meer namen we een bus terug naar Hakone, terug naar het hotel. “Ik ben zo ongelofelijk moe” vertelde Mike me al in de bus. Ik was het volkomen met hem eens: toen we gisteren eenmaal in bed lagen hadden we niet de discipline gehad om van elkaar af te blijven, met als gevolg dat we pas tegen de ochtend in slaap vielen. Daarmee was onze vermoeidheid verklaard. We wandelden nog een keer naar het station van Hakone, maar dat was meer om een paar blikjes ijskoffie uit een van de drankenautomaten te trekken. Op onze kamer keken we nog even naar het sumo-worstelen dat op TV werd uitgezonden en gingen toen naar bed. We sliepen al snel. Het einde van onze Japanreis begon, althans voor mij, te naderen. Voor Mike stond het hoogtepunt echter nog op het programma: twee dagen Disneyland Resort Tokyo!

Gesloten