LOPEN OVER HET WATER - hoofdstuk 1

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

LOPEN OVER HET WATER - hoofdstuk 1

Bericht door Lucky Eye » wo 06 nov 2019, 17:23

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



LOPEN OVER HET WATER



Hoofdstuk 1

In juni 2000 slaagde ik op zeventienjarige leeftijd krapjes voor mijn vbo-diploma in de richting bouw. Schoolgaan is nooit mijn favoriete bezigheid geweest en dat kwam vooral omdat ik altijd moeite heb gehad om me met woorden uit te drukken. Gedachten heb ik genoeg en ik kan het ook wel aardig op papier zetten, maar zodra mij gevraagd word iets te zeggen, sla ik dicht of duurt het heel lang voor ik de woorden zo gevormd heb dat ik het enigszins vind klinken. Als men probeerde mij aan te sporen met goed bedoelde termen als ‘Je kunt het wel’ en dergelijke had dat altijd een averechtse uitwerking. Dan voelde ik me onder druk gezet en lukte het helemaal niet meer. Het was een gebrek waar ik op de basisschool vaak mee geplaagd werd en waarvoor de anderen me regelmatig voor ‘stom’ uitmaakten.
Door allerlei artsen werd er onderzoek naar gedaan en allerlei therapeuten sleutelden aan me, maar niemand kwam echter met een oplossing. Op het vbo hield het geplaag op en werd ik alleen nog maar vreemd gevonden. Een jeugdpsycholoog vroeg me, toen ik zo’n twee jaar regelmatig bij hem kwam, wat ik nu het probleem vond en ik kon alleen maar antwoorden dat ik niet zoveel problemen zag. Ja, ik zou nooit iemand worden van wie je een snelle, spontane reactie zou krijgen, maar … ik had er geen last van op zich. Sommige leraren gingen er uitstekend mee om en bedachten manieren waarop ze me aan de praat konden krijgen en bij een aantal lukte dat wonderwel. Anderen waren lompe boeren en deden voor mij geen enkele moeite.

Eigenlijk had ik na mijn vbo helemaal geen zin meer in leren, maar mijn oudere halfbroers, halfzusters en moeder lieten me gewoon geen keus. Nu al gaan werken zou stom zijn en ik wilde mijn toekomst toch zeker niet vergooien? Weet niet of het de ‘wijze raad’ was die ik volgde, of dat ik gewoon van het gezeur af wilde zijn, maar ik ging in elk geval naar het mbo.
Het was een weggegooid jaar voor mij. Ik kon niet wennen aan de school die bovendien ook nog in een andere stad was. Ik moest een half uur heen en een half uur terug met de trein en vond dat vreselijk. Niet het vroege opstaan of zo hoor, nee dat was voor mij geen probleem. Maar altijd die overvolle trein dat vond ik vreselijk. Vooral het lawaai van al die kwakende mensen zo vroeg vond ik ellendig. Zelf ben ik een stille, eentje die het niet nodig vindt zoveel te praten dus en dat ben ik altijd al geweest. Ik luister meer naar anderen dan dat ik zelf wat zeg.

Nou is het misschien ook wel niet zo verwonderlijk dat ik zo (geworden) ben, want ik ben de jongste van vijf kinderen en de vier oudsten (uit het eerste huwelijk van mijn moeder) zijn zestien, veertien, twaalf en tien jaar ouder dan ik ben. Dus viel ik gewoon vaak niet op. Kwam ik er bovendien niet bovenuit als ik al wat wilde zeggen. En daarbij ben ik dan ook nog eens niet een snelle prater, vanwege mijn ‘beperking’, en dus had ik vaak tijd nodig om mijn woorden te vormen en daar … daar leken ze al helemaal niet op te willen wachten en dus hadden ze veelal geen oog of oor voor mij. Op de een of andere manier was ik altijd het buitenbeentje, viel er altijd wel wat op mij aan te merken en ga zo maar door. De andere vier konden hartstikke goed leren en met mijn vbo was ik dus sowieso een uitzondering. En toen ik in het derde jaar bleef zitten, viel iedereen over me heen. Schande werd er van me gesproken, terwijl ik toch echt mijn best had gedaan. Het wilde gewoon even niet lukken. Het hele jaar was het al klungelen geweest en de stage in april werd een regelrechte ramp doordat ze mij, volgens mij dan hè, gewoon in het diepe gooiden. En al met al was het resultaat dus niet voldoende en moest ik het jaar overdoen. De tweede keer in de derde ging het prima en de vierde dus ook zij het dat het kantje boord was dat ik slaagde, maar ja, ik heb nou eenmaal niet zulke geweldige hersens.

Maar in dat ene jaar mbo werd ik in mei achttien en toen ik mijn moeder vertelde dat ik na dat jaar zou stoppen met leren, kreeg ze zowat een hartverzakking. Ze liep rood aan en viel woedend naar me uit. Had ze daar al die jaren voor geploeterd om mij een fatsoenlijke opleiding te geven! Naar mij geluisterd werd er al niet meer en meteen belde ze de anderen op. Nog diezelfde avond kwam mijn twee halfbroers langs en werd er indringend op me ingepraat. Ik luisterde zoals ik altijd gedaan had, maar dit keer met het grote verschil dat ik mijn mening al gevormd had en niet van plan was die te veranderen voor hen. Toen ik ’s avonds in bed lag, vroeg ik me ineens af hoe mijn eigen vader op mijn boodschap gereageerd zou hebben. Was hij misschien net zo geweest als ik? Zou hij mij begrepen hebben? Denken daaraan loste echter niets op want ik kende de man helemaal niet. Toen ik twee was, was hij overleden en was mijn moeder dus voor de tweede keer weduwe geworden. De dag daarna kwamen mijn beide halfzusters met hun echtgenoten, ook al van die geslaagde types, en opnieuw kreeg ik van alle kanten de wind van voren. Toen ze eindelijk uitgepraat waren, had ik alleen maar herhaald wat ik wilde gaan doen.

“Heb je dan helemaal geen verstand?” verzuchtte mijn oudste zus.

“Misschien wel niet,” antwoordde ik, “maar dit is wat ik wil doen.”

Uiteindelijk liep het op groot gedonder uit en ben ik die zomervakantie uit huis getrokken. Mijn moeder had gezegd dat ze geen cent meer voor me wilde betalen en ik dreef de boel op de spits door mijn deel van de erfenis van mijn vader op te eisen. Toen had ik helemaal de poppen aan het dansen en keken ze me allemaal met de nek aan. Geloof dat ik vanaf toen tot het moment dat ik uit huis ging met geen van ons gezin meer een woord gewisseld heb. Lag niet aan mij hoor? Ik bleef vriendelijk en wenste mijn moeder elke ochtend een goedemorgen en ’s avonds een goede nacht, maar ze wilde me gewoon niet meer zien! Ik was lucht voor haar geworden! Een notaris moest er dus aan te pas komen om de erfenis te regelen en toen hij alles gereed had, beschikte ik over een aardig kapitaaltje. Daarmee richtte ik mijn flatje van een woon-/eetkamer, keuken, badkamer, toilet en slaapkamer in. Het resterende geld zette ik op mijn bankrekening om er later nog iets mee te kunnen doen. Bij de sociale dienst aankloppen voor een uitkering had geen zin, omdat ik dan eerst het geld zou moeten opmaken en daarom ging ik ijverig op zoek naar een baan, want ik wilde echt wel de handen uit de mouwen steken. Ik deed van alles vanaf het moment dat ik voor mezelf moest zorgen. Was ijsverkoper, schoonmaker, magazijnbediende, werkte in de supermarkt en ga zo maar door, maar het waren allemaal korte baantjes die er voor mij waren en dus stond ik regelmatig weer op straat en moest ik opnieuw op zoek.

Tot op die dag dat ineens ‘s avonds mijn mobiele telefoon ging. Nou heb ik zo’n ding gekocht, maar ik maak er haast nooit gebruik van en … omdat ik zo’n stille ben, heb ik ook niet echt veel vrienden en toen dat ding dus tegen halfelf ’s avonds begon te rinkelen, was ik erg verbaasd.

“Hallo?,” zei ik in het apparaat.

“Spreek ik met Hans Wouters?”

“Ja, dat klopt.”

“Hé, met Max.” Eerst zei het me helemaal niets. “Ken je me nog? Max van Van der Belt!”

En toen viel het kwartje. Max was mijn stagebegeleider geweest de tweede keer dat ik de derde klas deed en was een prima peer geweest. Hij had er zelfs voor gezorgd dat ik de stage in de vierde ook bij hem had kunnen lopen. Max was voor mij een openbaring geweest. De eerste persoon die echt interesse in mij gehad had. Die naar mijn mening had gevraagd en ook de tijd had genomen tot ik die mening in mijn hoofd gevormd had en hem uitgesproken had en dat wilde nog wel eens wat tijd in beslag nemen. Vooral dat was echt helemaal nieuw voor mij. Iedereen had tot die tijd vaak mijn zinnen al voor me ingevuld en ineens was er iemand die rustig tien minuten bleef wachten tot ik wat zei en me zelfs niet aanspoorde, maar mij rustig mijn gang liet gaan. In die beide stageperiodes leerde ik ontzettend veel van Max.

“Ja, natuurlijk ken ik je nog. Sorry dat ik je niet meteen wist te plaatsen.”

“Geeft niets, jongen, maar het was wel verrekte moeilijk om je te vinden. Op school deden ze moeilijk en wilden ze eerst je adres niet doorgeven en toen bleek je ook nog verhuisd te zijn. Je moeder wilde mij je nummer niet geven en gooide de haak erop. Heb later nog een keer teruggebeld en toen nam iemand anders op en die gaf me jouw nummer gelukkig.”

Dat moest dan de hulp in de huishouding zijn geweest. Een prima vrouw. “Maar wat kan ik voor je doen?”

“Ik heb je nodig, jongen!”

“Wat? Mij?”

“Ja! Maar dat wil ik allemaal niet door de telefoon met je bespreken. Kun je morgenavond langskomen misschien?”

“Nou ja …”

“Gewoon om even te praten, Hans. Je hoeft helemaal niets te beslissen. Gewoon een bak koffie en over mijn ideeën praten. Je kunt goed luisteren, dat weet ik, en dat maakt het voor mij ook wat makkelijker.”

Dat was Max ten voeten uit. Ook nu weer gaf hij me het gevoel dat ik ertoe deed. Dat ik belangrijk was. En dat … dat deed me ontzettend goed.

“Oké, ik kom. Moet je me alleen even zeggen waar je woont, want dat weet ik niet.”

Max gaf me het adres en toen ik het meteen daarna op het stratenplan van de stad nakeek, bleek me dat alleen het kanaaltje en het park ons eigenlijk van elkaar scheidden. Hemelsbreed was het nog geen honderd meter. Maar ik zou wel een eindje om moeten fietsen, vanwege de brug. Die nacht sliep ik slecht of beter gezegd niet. Wat zou het kunnen zijn dat Max van me wilde? Sinds wanneer was iemand geïnteresseerd in mij? Waarom had hij me nodig? Ik had hem toch wel goed verstaan? Omdat ik toch wakker was, ging ik tegen vijf uur het bed al uit. Ik was veel te vroeg op mijn werk van dat moment, maar ik had genoeg te doen en dus kwam het wel goed uit. De dag ging veel te langzaam om, of liever gezegd ik had veel te veel aan mijn hoofd. Max’ zin ‘Ik heb je nodig’, bleef maar in mijn hoofd malen en wat ik ook probeerde om het te vergeten, steeds weer kwam het terug.

Thuisgekomen maakte ik wat te eten klaar en nadat ik het met smaak opgegeten had, stapte ik onder de douche. Toen ik me in schone kleren gehesen had, was het eigenlijk nog veel te vroeg om bij iemand op koffievisite te gaan, maar ik moest het huis uit. Ik werd gewoon gek van de vragen die ik me zelf maar bleef stellen en dus stapte ik op mijn fiets en reed alvast weg met de bedoeling een flinke omweg te maken. Maar … natuurlijk reed ik precies de kant op die ik niet had moeten gaan en dus … kwam ik veel te vroeg voor de koffie.

“Hé, jij bent vroeg,” kreeg ik te horen toen Max me opendeed nadat ik aangebeld had.

“Ja sorry hoor, maar ik ben een beetje zenuwachtig en dus kon ik het thuis gewoon niet meer houden.”

“Geeft niets, joh, kom maar mee dan stel ik je voor aan mijn vrouw en de kinderen.”

Hij liet me binnen en nam mijn jas aan. Daarna ging hij me voor het huis in. In de keuken ontmoette ik zijn vrouw, die hij voorstelde als ‘Martha’. Martha gaf me een stevige handdruk en zei dat ze blij was dat ze nu eindelijk wist wie Hans was. Max leidde me de woonkamer in, waar twee peuters aan het spelen waren. Ik weet niet wat het was, maar op de een of andere manier voelde ik me thuis en toen Max zei dat hij nog even met Martha de afwas moest afmaken, ging ik bij de twee kleintjes op de grond zitten. Al snel kwamen ze aan met blokken, kiepauto’s en allerlei ander speelgoed voor me. Ze vonden het prachtig als ik autogeluiden maakte en moesten dan hard lachen. De tijd moet omgevlogen zijn, want voor ik het wist, kwamen Martha en Max de kamer binnen met een dienblad met daarop de koffiespullen.

“Kun je je losrukken van het grut?”

“Natuurlijk,” zei ik terwijl ik diep bloosde en ging op de bank zitten.

“Max heeft me al heel veel over je verteld,” opende Martha het gesprek. “Weet je, je was de eerste stageleerling waar hij echt over te spreken was. Meestal vindt hij het begeleiden van leerlingen maar niets, maar toen jij bij hem was, hoorde ik alleen maar lof over jou.”

“Wist niet dat ik zo goed bevallen was,” merkte ik schaapachtig op.

“Zeker wel, Hans! Als ik je aangaf hoe je het beste een hamer kon vasthouden, dan zag ik dat je het even later uitprobeerde. De meesten luisteren maar met een half oor en doen totaal niet wat je zegt. Ze kijken je aan alsof je gek bent. Ze weten zelf toch wel hoe ze een hamer moeten vasthouden? Nee, Hans, jij was een grote uitzondering en daarom heb ik je ook gevraagd om vanavond langs te komen. Koffie?”

Waar ik dan eindelijk verwacht had antwoord te krijgen op mijn vragen, werd het uitgesteld door die verrekte koffie! Ik knikte en Max begon de koffie in te schenken.

“Dan breng ik alvast deze twee naar bed,” zei Martha.

Er werden kusjes gegeven en tot mijn grote verbazing kreeg ook ik van ieder van hen een kusje. Ik bloosde opnieuw. Ik zat er een beetje onwennig bij en Max merkte dat waarschijnlijk.

“Hans, ik wil graag dat je je bij ons op je gemak voelt, want wat ik je straks ga vertellen, zodra Martha weer terug is, heeft met jou en ons te maken en daarom wil ik dat je je prettig voelt.”

“Het is een beetje onwennig voor mij, Max. Praten is niet mijn sterkste kant, dat weet je en bovendien … ben ik aandacht voor mezelf eigenlijk niet gewend.”

“Hoe bedoel je?”

En ineens vertelde ik hem het verhaal van mijn leven. Iets wat ik nog nooit tegenover iemand had gedaan. Het kwam er op mijn manier, hakkelend, stotterend en langzaam (heel langzaam) uit, maar Max liet me praten de hele tijd die ik nodig had. En ook door de terugkomst van Martha liet ik me niet storen. Ik praatte gewoon verder alsof de ‘stroom’ die nu eenmaal losgebroken was, niet meer te stuiten viel. Toen ik eindelijk mijn mok met koffie aan de mond zette, was de inhoud koud geworden.

“Tjonge,” zei Martha als eerste, “dat was een heel rot verhaal, jongen. Ik hoop toch echt,” zei ze terwijl ze Max aankeek, “dat wij onze kinderen nooit zoiets aan zullen doen.”

Max was nog niet klaar om zijn gedachten onder woorden te brengen en bleef starend over zijn lege mok heen kijken.

“Sorry dat ik zo …” probeerde ik me te verontschuldigen.

“Niet doen, jongen,” sprak hij ineens mij onderbrekend. “Ik heb je net gezegd dat ik wil dat je je bij ons op je gemak voelt en ik heb het idee dat jij door je verhaal te vertellen nu al heel dicht bij ons staat en dat is prima. Dat vinden wij prima, Hans. Dus zeg alsjeblieft geen sorry. Het is goed dat je het gedaan hebt. Voor jezelf, maar ook voor ons. Wij weten nu wie je bent, Hans. Ik heb je altijd al een heel fijne jongen gevonden. Martha zei het al eerder, maar nu weten we nog beter wie je bent en dat is goed.”

“Maar waarom die belangstelling voor mij? Ik weet daar niet goed weg mee. Ik …”

“Max heeft het de laatste tijd niet zo naar zijn zin meer bij Van der Belt. Ze blijven daar maar reorganiseren en aangezien hij een van de allerjongsten daar is, heeft hij steeds het idee dat hij op de schopstoel zit en dat werkt niet prettig.”

“En om daar een eind aan te maken,” vulde Max aan, “wil ik voor mezelf gaan beginnen. Een groot risico, we weten het, maar we zijn bereid om dat risico te nemen. Maar … dat kan ik niet alleen doen. Ik heb de ideeën en het geld en durf het aan, maar ik heb iemand nodig met wie ik samen kan werken. En geloof me of niet: ik heb tientallen collega’s gehad met wie ik samengewerkt heb, maar ik heb nog nooit zo prettig met iemand gewerkt als die twee keer vier weken met jou.”

Ik zat op het puntje van de bank en voelde me hevig opgelaten door het compliment dat me hier gemaakt werd en dus bloosde ik opnieuw.

“Max is geen gemakkelijke om mee samen te werken, Hans,” merkte Martha op.

“Ik weet het niet, mevrouw …”

“Zeg, je noemt me geen mevrouw hoor! Ik heet gewoon Martha.”

Ik beloofde dat ik het zou proberen te onthouden en formuleerde wat ik verder had willen zeggen met: “Ik weet het niet. Ik heb die weken met Max ook heel goed gevonden.”

“Ja, en daarom zou ik dus graag willen dat jij mijn compagnon wordt.”

“Ik??? Maar???”

“Ja jij! En die vraagtekens op je gezicht zijn allemaal niet nodig.”

“Maar???”

“Nee, niks maar! Ik weet wat er in jou zit, jongen. Ik heb je kunnen observeren in die 40 dagen en geloof me, ik weet het wanneer ik een vakman in dop zie. Je hebt talenten, jongen, die erop wachten om zich te ontwikkelen en de praktijk is daarvoor voor jou de beste leerschool.”

“Maar …” probeerde ik opnieuw, maar ik kreeg er geen speld tussen.

Max was er zo van overtuigd dat ik voor hem de juiste partner was, dat hij maar door bleef praten en me bleef aanmoedigen, me bleef wijzen op dingen die ik in mezelf niet zag … of misschien wel nooit had kunnen zien en toen ik dat eenmaal doorhad, wist ik dat hij gelijk had. Jarenlang had men mij alleen maar gewezen op de dingen die fout waren gegaan, me laten zien hoe stom ik wel niet was, me laten voelen dat ik er niet toe deed. Toen Max eindelijk zijn mond hield, merkte ik het eerst niet eens op, want ik was diep in mijn eigen gedachten verzonken en geen van beiden ontnam me die tijd.

Voor mijn gevoel duurde het een eeuwigheid voor ik mijn lippen vaneen deed en zei: “Nou laat maar eens zien dan die plannen van je!”

Martha en Max sprongen beiden op uit de stoel waarin ze zaten, liepen op me toe en toen ik stond, werd ik stevig omhelsd en geknuffeld. Goddomme, ik begon te janken. Zomaar een knuffel krijgen, zomaar omhelsd te worden, dat had ik nog nooit meegemaakt. Toen ze mee eindelijk loslieten, probeerde ik het opnieuw.

“Maar … er is nog wel iets dat jullie van mij moeten weten.” Verbaasd werd ik aangekeken.

“Nou?” vroeg Martha aan.

“Ik …” daar begon het gestamel opnieuw. Ik vermande me ten uiterste en ging verder. “…Ik heb een voorkeur voor seks met mannen.” En daar was geen woord van gelogen. Ik had, toen ik veertien of vijftien was, ontdekt dat ik graag naar jongens keek. Bij de voetbal en na de gymnastiekles op school probeerde ik altijd iets van de blote jongens om me heen onder de douche op te vangen en … dat wond me behoorlijk op. Echt iets met een jongen doen, was er pas van gekomen, toen ik op mezelf was gaan wonen en ik vond het fijn om samen met een andere jongen te zijn. Had nog niet iemand gevonden met wie ik een vaste relatie wilde hebben, maar de drie à vier keer dat ik seks gehad had, was me goed bevallen, alhoewel ik nog niet alles had willen doen. Seks met een meisje had ik een keer gehad - omdat ik ook wilde weten hoe dat was - en dat was voor mij op een fiasco uitgelopen. En dat was niet zo zeer te wijten aan het feit dat ik niet goed presteerde of zo, maar meer omdat ik toen ze me vroeg of het lekker geweest was, niet zo snel had kunnen antwoorden. De emoties verwarden mijn gedachten te veel en dus wilden de woorden niet komen. In een enge droom hoorde ik haar gierende lach, want ze had me echt compleet uitgelachen, soms nog wel eens. En dat had me totaal doen afknappen op vrouwen.

“En?” zei Max, terwijl hij zijn schouders ophaalde.

“Wil gewoon dat jullie het weten. Dat je niet achteraf denkt, dat ik niet eerlijk geweest ben of zo. Daarom.”

“Zolang je maar van Max afblijft, vind ik alles prima,” reageerde Martha met een dikke knipoog naar mij, waardoor ik wist dat ze een grapje maakte.



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, december 2003, november 2019 (herziene versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten