Een nieuwe start: deel 6

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Michiel
Berichten: 7
Lid geworden op: ma 08 dec 2008, 01:17

Een nieuwe start: deel 6

Bericht door Michiel » zo 14 dec 2008, 17:25

Een nieuwe start (deel 6)

“Wow, wat een verhaal, Tijn,” zei Marije. We zaten in mijn kamer. “En wat hebben jullie dan de rest van de avond gedaan?”
“Zit niet zo geheimzinnig te grinniken. We hebben gepraat en gezoend. That’s all.”
“Braaf hoor. En nu?”
“Nu is hij als het goed is heel druk bezig met de voorbereidingen van een belangrijke studie presentatie, die hij morgenochtend heeft. En dan zijn we vanaf half vier allebei vrij.”
“Aha! Dus... bij jou of bij hem?”
“Bij mij.”
“Leuk hoor. Wat studeert hij eigenlijk?”
“Economie. Maar nu even genoeg hierover. Nu jij. Ik moet zeggen: ik was verbijsterd, toen je gisteren juist díe naam uitsprak.”
“Kan ik me voorstellen. Het lijkt misschien een onmogelijke combinatie, he? Maar het kan dus écht wel.”
“Maar vertel eens... hoe komt dat zo?”

Marije begon meteen aan de uitgebreide versie van wat ze me de vorige dag al had verteld. In geuren en kleuren. Ze was helemaal in de wolken. Keer op keer herhaalde ze hoe leuk Jesse was. Hoe lief, hoe mooi, hoe gezellig, enzovoorts, enzovoorts. En hoe veel zin ze had om hem weer te zien. Ze ratelde maar door. Nou ja, ik liet haar maar even begaan. Ik kende het gevoel. Want ik had precies hetzelfde.

En toch, ergens diep van binnen, maakte ik me een beetje zorgen om haar. Ze was in de wolken, en dat was mooi. Ik gunde het haar ook volledig. Maar tegelijkertijd was ze een gevoelig meisje, en ze was nog maar een paar weken daarvoor flink gekwetst. Door die vriend van haar, die haar zomaar, uit het niets, keihard liet zitten. Zoiets moest absoluut niet nog een keer gebeuren.
En daar zat voor mij de twijfel. Er kwamen woorden van Jesse terug in mijn hoofd. Dat hij ‘niet zo geloofde’ in relaties. Dat hij ‘vooral lichamelijke behoeftes’ had. Ik kon het niet helpen: ik had mijn twijfels. Maar die sprak ik niet uit, nu. Ik wilde niet de zuurpruim zijn die Marije haar enthousiasme zou afpakken. En bovendien: dikke kans dat mijn twijfels onterecht zouden blijken. Dat hij het wél wilde en kon. Ik besloot om het gewoon even af te wachten. En ik besloot om heel binnenkort eens met Jesse te spreken.

“Waarom was hij eigenlijk niet bij college?” vroeg ik.
“Hij had een sollicitatiegesprek. Een bijbaantje bij Appels & Peren. Als hij wordt aangenomen, gaat hij daar op vrijdagavonden werken. In de bediening.”
Appels & Peren was een bekend restaurantje in Nijmegen. Goede kwaliteit, en niet duur, dus ook populair onder studenten.
“Dat is inderdaad belangrijker dan zo’n hoorcollege,” constateerde ik.
Marije keek voor de zoveelste keer op haar horloge.
“Laat me raden,” grinnikte ik. “Afspraakje?”
“Ja, ik moet gaan. We hebben in de stad afgesproken.”
“Heel veel plezier.”
“Kut voor je dat je nog tot morgen moet wachten.”
“Het is niet anders. Ik hou het wel uit, denk ik.”
“Nou, sterkte met wachten, dan. Doei!”

Gelukkig hoefde ik niet alleen te gaan zitten wachten. Ik had afleiding. Ik ging namelijk bij mijn oma op bezoek.
Ik vond haar huis moeiteloos. Logisch, want ik was daar ontelbare keren geweest. Toen ik op de bel drukte, had ik meteen weer het idee dat ik niet alleen háár gast was, maar ook weer gast in Nijmegen. Terwijl dat niet meer zo was. Ik woonde in deze stad, dus het was nu ook míjn stad. En toch werd ik op dat moment weer de kleinzoon die op bezoek ging in een andere wereld.
Ook aan tafel bleef dat gevoel aanwezig. Natuurlijk vroeg mijn oma honderduit over mijn belevenissen als student. Maar tegelijkertijd leek het, in dat huis dat ik zo goed kende, alsof die nieuwe leefwereld van mij heel ver weg was. En dat vond ik erg prettig. Eventjes geen nieuwe belevenissen en ervaringen. Nu at ik zuurkoolstamppot met rookworst en spekjes, omdat oma wist hoe lekker ik dat vond. Nu waren er de familiefoto’s op de schouw. En nu stelde oma weer die vragen die ze altijd stelde. Zoals: “Doe je wel goed je best?” En: “Weet je al wat je voor je verjaardag wil hebben?”
Ik was, kortom, terug in de oude, veilige wereld. Ondanks dat ik heel blij was met mijn nieuwe start, vond ik het fijn dat dit er ook nog was.
Toen we, tegen tien uur, afscheid namen, zei oma nog: “En succes op school he!” Meteen corrigeerde ze zichzelf: “O nee, dat heet geen school. Ik bedoel: succes met studeren.”
Ja, de schooljongen was student geworden. Mijn nieuwe wereld. Waar ik nu weer langzaam naartoe fietste.

Onderweg naar huis kwam ik langs de Zolder. Robert’s kamer lag aan de voorkant van het huis, en er brandde licht. Hij zat nu dus zijn presentatie voor te bereiden. En ik moest eigenlijk nog een hoofdstuk lezen, om de volgende dag goed voorbereid in de collegebanken te zitten. Dus moest ik gewoon door fietsen. Maar ik kon het toch niet laten. Vijf minuten, niet langer, zo sprak ik met mezelf af.
Elise deed open. “Hee, wat een verrassing. Kom binnen.”
“Ik ben zo weer weg, hoor.”
“Oké. Tja, Robert moet die presentatie morgen goed doen, dus hij is nogal druk.”
“Ik weet het. Ik moet ook nog studeren. Kom alleen maar even gedag zeggen.”
“Nou, je weet de weg. Wacht, er is thee. Neem even een kopje mee voor hem.”
“Prima.”
“Hee, Tijn...?”
“Ja?”
“Ik heb hem nog nooit zo vrolijk meegemaakt. Goed bezig, broertje.”
Ik bloosde.

Gewapend met die kop thee kwam ik zijn kamer binnen. Robert zat aan zijn bureau, met om hem heen meerdere boeken, twee kladblokken en ontelbare losse papiertjes. Op zijn computerscherm stonden wel twintig vensters tegelijk open. Eindeloze hoeveelheden letters en cijfers, die duidelijk nog geordend moesten worden tot een begrijpelijk geheel.
Hij keek eerst verstoord op. Toen verscheen een schitterende lach op zijn gezicht.
“Wat een fijne verrassing.”
“Ja sorry, ik kon het niet laten. Ik kom even thee brengen, en ehh... een kus halen. Ben zó weer weg.”
“Tja, zoals je ziet: ik heb nog wel het één en ander te doen.”
“Jij bent van de chaos-methode?”
“Helemaal. Ik verzamel altijd álles wat ik kan vinden over een onderwerp, en dan ga ik orde scheppen in de chaos. Maar kom eens even hier.”
Kus. Elkaar aanraken. Kort. Ik dwong mezelf om weg te gaan. Afspraak is afspraak. Ook als het een afspraak met jezelf is.
“Heel veel succes morgen,” zei ik. “En ik bel je als ik klaar ben met college.”


~~~


Geen tijd voor napraten na college. Iedereen negerend snelwandelde ik naar mijn fiets en sprintte erop naar huis. Robert en ik hadden heel bewust bij mij thuis afgesproken, in plaats van in de Zolder. Want ik had géén extreem nieuwsgierige huisgenoten.
Wat voor middag zou dit worden? In elk geval een middag met fantastisch gezelschap. Toch was ik nerveus. Mijn kamer was gelukkig netjes opgeruimd. Wat nu? Waterkoker aan. Thee was geschikt voor alle gelegenheden, vond ik. Dus ook voor deze. Ik liet mezelf even op adem komen. Toen belde ik hem.
Binnen een seconde nam Robert op.
“Zo, zat je te wachten of zo?” lachte ik, gemaakt ontspannen.
“Ja. En dat is níet grappig. Dat is frustrerend.”
“Joh, stel je niet zo aan. Ik ben thuis. Zie je zo?”
“Ik kom er aan.”

Bij de deur kreeg ik niet de kans om ook maar íets te zeggen. Robert pakte me onmiddelijk vol op mijn mond. Meteen zijn handen tegen me aan, toen om me heen. Hij overdonderde me.
Met moeite lukte het me om hem even van me af te houden, en te zeggen: “Ik wilde eigenlijk net zeggen dat de thee klaar staat. En je officieel vragen of je mee komt naar mijn kamer.”
“Ik ga heel graag mee naar je kamer. En die thee: sorry, I couldn’t care less. Als jíj er maar bent.”
We renden naar boven, mijn kamer in. Hij knalde de deur dicht. En daar waren zijn lippen weer. Was het nou echt zó eenvoudig? Meer voor de vorm, dan uit nieuwsgierigheid, stelde ik nog een vraag: “Hoe ging je presentatie?”
“Ging klote. Maakt dat íets uit?”
“Eigenlijk niet, nee.”
“Precies. En je hebt een mooie kamer, maar ook dat maakt me niks uit nu. Ik wil jóu.”
Simpele, bijna platte, woorden. Ik had een beetje gerekend op een spel tussen ons. Een spel met een vraag, een dubbelzinnig antwoord, een knipoog, een voorzichtige hand op een been, enzovoorts.
Maar daar was geen sprake van. We hadden allebei geen behoefte aan al dat ‘gedoe’, zoals het op dat moment voelde. Samen frommelden we pijlsnel mijn longsleeve uit. Aan de knoopjes van zijn overhemd hoefden we niet te beginnen, want het is veel sneller om zo’n ding over je hoofd te trekken. Samen met het t-shirt dat eronder zat. Toch even een kort moment moment van rust nu. Even kijken. Me verlekkeren aan hem. Hij was prachtig.
En dóór. Broeken los en uit, schoenen losmaken en wegschoppen, zoenen, de passie in zijn ogen, mijn vingers door zijn haar, zijn handen tegen mijn rug. En onze erecties nog slechts van elkaar gescheiden door de twee dunne stukjes stof van onze boxershorts. Robert duwde me naar achteren. Richting bed. Natuurlijk. Hij duwde me op mijn rug en boog er meteen overheen. Deze doortastendheid had ik niet verwacht van hem. Hij was dwingend, overdonderend, en er was geen spoortje twijfel te bespeuren bij hem.
Hij duwde mijn boxer uit, keek even naar beneden, keek me toen weer aan, kuste mijn hals, en pakte mijn stijve vast. Ik zuchte. Ongelofelijk bijna, die vastberadenheid van hem. Ik had gedacht dat, áls het vandaag al tot seks zou komen, ik hem een beetje de weg moest wijzen, of in elk geval de eerste stappen zou moeten nemen. Aangezien het voor mij toch een veel bekender terrein was dan voor hem. Maar hij deed nu alles, zonder aanwijzing whatsoever. En dat voelde totaal logisch. Ik denk dat het kwam door puur menselijke basiseigenschappen als verlangen en instinct, dat hij alles deed wat me heet, geil en blij maakte.
Hij trok eerst langzaam, maar voerde het tempo al snel op, terwijl hij voortdurend mijn mond, wang, en hals bleef aanraken met zijn lippen. Hij had geen geduld, ik had geen geduld, en dus was het niet erg dat ik al snel klaar kwam. Ik waarschuwde nog even, maar wist dat dat niet meer uit maakte. Dit moest afgemaakt worden. Terwijl ik ontspande, zag ik in zijn ogen dat ik niet lang zou uitrusten. Nu was het zijn beurt. Omrollen, hij op zijn rug. O ja, hij had die boxershort nog aan. Meteen uit, dat ding. En ook dáár was hij prachtig. Behoorlijk groot ook. Niet dat het mij iets uitmaakte op dat moment. Dat ding hoorde bij hém. Dáár ging het om. Ik legde mijn hand zachtjes er tegenaan, en kneep even. Hij kreunde. Nu was ík in charge. Kus op zijn mond, op zijn kin, op zijn adamsappel, zijn rechter sleutelbeen. Toen maakte ik een snel spoor richting zijn tepel. Hoewel ik met mijn hand niet veel meer deed dan steviger en minder stevig knijpen, kwam hij plotseling klaar. Zijn adem stokte, en terwijl ik zijn tepel likte, voelde ik zijn zaad tussen ons in terecht komen.
“Nu al?” vroeg ik.
“Ja, nu al. Sorry,” hijgde hij. En na een ogenblik, met een warme glimlach: “Het is je eigen schuld hoor. Je bent fantastisch.”
“Ik deed niet zo veel hoor,” grinnikte ik.
“Ik bedoel echt: jíj bént fantastisch.”
Een moment van rust. Robert lag na te hijgen. Ik steunde met mijn hoofd op mijn hand, lag half op hem, en deed verder niets. Behalve kijken. Kijken naar het gezicht van míjn man, die nu aan het bijkomen was. Het duurde even voordat hij terug keek.
“Dit ging allemaal wel héél snel, he?” vroeg hij.
“Best wel. Moet je kijken, er komt nog damp van de thee. We hadden allebei nogal veel haast denk ik.”
“Ik wil nog véél meer van je genieten.”

Daarvoor hadden we alle tijd, die dag. Ik hoefde niks, hij hoefde niks, als we honger zouden krijgen deden we wel een pizza in de oven. Mijn kamer was warm, mijn bed een beetje klein voor twee mensen. Maar dat laatste was op geen enkele manier een nadeel.
Ik kuste hem. En realiseerde me toen pas dat we allebei onze sokken nog aan hadden. Zóveel haast hadden we dus gehad. Blijkbaar dacht Robert het zelfde, want hij zei: “Klasse van je, dat je vandaag twee dezelfde sokken aan je voeten hebt. Dat is wel eens anders geweest.”
Ik grijnsde, en tikte met mijn voet één van zijn kousevoeten aan. Net zoals ik dat de vrijdag ervoor had gedaan, op de bank, in de Zolder. “Dat was maar een kleine move van me, vrijdag, maar het heeft wel geholpen he?” vroeg ik.
“Ja, dat trok me toen over de streep.”
“Doe maar weer een kus dan, nu. Als je durft,” zei ik met een knipoogje.
Weer zijn arm om me heen, en zijn lippen tegen de mijne. Ik kon niet laten om te vragen: “En, zeg eens eerlijk... Was het ook een beetje eng?”
“Wat? Jou zoenen?”
“Nee, ik bedoel: de kleren van mijn lijf rukken. Want dat was ongeveer wat je deed, daarnet.”
“Eerst was het wel eng, ja. Maar ik wist zeker dat ik dit met jou wilde. En vanmorgen heb ik me voorgenomen om je aan te vallen, in plaats van af te wachten. Dat heb je gemerkt. En zo is maar weer gebleken: de aanval is de beste verdediging.”
“Voor mij hoef je nooit een verdediging op te bouwen.”

We lagen nog een tijdje te kussen en te knuffelen. Met mijn hand verkende ik zijn lichaam. Bij zijn sleutelbeen zat een litteken, dat me net ook al was opgevallen. “Hoe kom je daar aan? Ook een roeiongelukje?” vroeg ik.
“Nee, dat is van een fietsongeluk, anderhalf jaar geleden. Ik lette niet op, en toen kwam er een auto van rechts. Gecompliceerde sleutelbeenbreuk, dus dat moest geopereerd worden. En dat hebben ze dus niet zo netjes dichtgenaaid. Dus was het resultaat dat lelijke litteken. Maar goed, het had slechter kunnen aflopen.”
Knal! Blast from the past. Vooral die laatste zin van hem. Hoe het had kunnen aflopen, wist ik. Dat wist ik héél goed, ook al kende ik de details over Robert’s ongeluk niet. Er ging een schok door mijn lichaam, en ik duwde hem een beetje van me af. Draaide mijn hoofd weg.
“Wat...” begon hij. Na een korte pauze: “O, nee he. Is het wat ik denk dat het is?”
Ik antwoordde niet. Ik ging op de rand van het bed zitten.
“Ja dus. Jeroen? Dat ongeluk? Ging dat óók ongeveer zo? Jezus, ik ben zó’n sukkel,” hoorde ik achter me.
“Het is jou schuld niet, hoor.”
“Nee, maar ik ben wél de lompe boer die jou pijn doet. Het spijt me.”
Weer kreeg hij geen antwoord.
“Alsjeblieft, duik niet weg nu. Het is mijn schuld, maar ik wil er voor je zijn. Alsjeblíeft.” Hij legde zijn hand op mijn schouder. Maar ik duwde die weer weg.
“Laat me nou maar!” Ik klonk feller dan ik van mezelf had verwacht. En had meteen spijt van die toon.Waar was ik in godsnaam mee bezig? Een hand op mijn schouder was juist wat ik het liefste wilde.
Ik zei zachtjes: “Sorry. Ik wist niet dat ik zo’n drama-queen kon zijn.”
“Geen sorry zeggen. Het is je eigen gevoel. Maar ik zou het heel fijn vinden als je me toeliet.”
Weer die hand. Ik draaide me half om, en liet het gebeuren. Zijn armen, die me eerst voorzichtig, en toen steviger, vastpakten. Even later lag ik op mijn zij. Hij achter me. Bijna geen beweging. Ongelooflijk, hoe snel dit rotmoment voorbij was. Hoe snel ik me weer relaxed voelde. Meestal bleef ik nog uren zenuwachtig piekeren. Maar nu was er iemand die me al heel snel rust bracht. Niet door veel te doen, of veel te praten. Maar gewoon door er te zijn. Hij vroeg: “Hoe voel je je nu?”
Ik twijfelde geen moment. “Veilig.”


~~~


“Is er ook nog pizza voor mij?” vroeg mijn huisgenoot Anoushka, zodra ze de woonkamer binnenkwam. “Ik heb écht geen zin in koken.”
“Ook goedenavond, Anoushka. Gezellig dat je er bent,” zei ik plagerig.
“Ja, sorry hoor. Loodzware stagedag gehad. Maar goedenavond, Martijn.” Toen, richting Robert: “En met wie heb ik het genoegen? Of nee, wacht... wij kennen elkaar! Robert is het, toch?”
Ik zag Robert een beetje ongemakkelijk lachen. “Het is een kleine wereld, he?”
“Hoe lang is dat nou geleden?” vroeg ze zich hardop af. “Twee jaar?”
“Ja, zoiets, denk ik.” Hij was onrustig.
“Waar kennen jullie elkaar dan van?” was mijn logische vraag. Ik begon een vaag vermoeden te krijgen.
Anoushka legde het kort en bondig uit. “Twee jaar geleden dus. Feestje in de stad. Ik had net een relatie beëindigd, en Robert ook. Toch?”
“Ja, klopt,” bevestigde hij. “En die relaties waren bij ons allebei heel vervelend gestopt.”
“Precies. Nou, en ik had zin in seks, en hij was een goed ‘slachtoffer’, zeg maar,” zei ze lachend.
“Ja,” zei Robert. “We waren allebei nogal toe aan simpele afreageerseks, of zoiets.”
Ze lachte. “Mooi woord: afreageerseks. Apart trouwens dat we elkaar nooit meer tegen zijn gekomen. Woon je nog in Nijmegen?”
“Ja hoor. Ik woon nu in het huis waar Martijn’s zus ook woont.”
“Gezellig.”
Het was even stil. De oven was bezig met Anoushka’s pizza. Wij aten zwijgend verder. Toen keek ze ons allebei nog eens aan, en zei:
“Jullie hebben allebei natte haren. Terwijl het buiten droog is. Dat kan volgens mij twee dingen betekenen.”
“Namelijk...?” vroeg ik.
“Mogelijkheid één: jullie hebben samen gesport, en toen gedoucht. Of mogelijkheid twee: jullie hebben héél andere dingen gedaan, en tóen gedoucht.”
“Ben jij detective of zo?”
“Oké. Als het mogelijkheid één was, had je dat nu gewoon gezegd. In plaats daarvan ontwijk je mijn vraag. Dus hou ik het op mogelijkheid twee. Dus... Heeft Martijn je bekeerd, Robert?”
Hij antwoordde heel kalm: “Half. En de andere helft gaat hem niet lukken, want hij is een man. Maar wel de leukste die er is.”
“Ahhh, wat lief,” zei ze op licht kinderachtige toon. “Nou, veel plezier verder he. Ik neem deze pizza mee naar mijn kamer, want ik moet heel snel een mailtje versturen. Doei!”

“Sorry voor haar,” zei ik, zodra Anoushka weg was. “Ze is nogal irritant soms.”
“Ik kan het hebben hoor.”
Na het eten gingen we zitten in de twee luie stoelen in het woonkamertje. Even de pizza, die we in hoog tempo naar binnen hadden gewerkt, laten zakken.
We kletsten nog wat over dat eenmalige avontuurtje van Robert en Anoushka. Het werd me duidelijk dat zíj de verleidster was geweest, toen. En dat het een leuke nacht was geweest, bij haar thuis. Niet in dit huis, want ze woonde toen nog ergens anders. Het was veruit het kleinste studentenhok waarin Robert ooit was geweest, zo zei hij lachend. De volgende dag hadden ze uitgeslapen, ontbeten, en waren, zonder zelfs maar telefoonnummers uit te wisselen, verder gegaan met hun eigen leven.
Dát was dus een one-night stand ‘uit het boekje’ geweest, vond ik. Twee mensen die zin hadden gehad in seks. Niks meer, niks minder. Wat zou Jesse daar van zeggen?

“Lekkere stoel hoor,” zei Robert na een tijdje.
“Ja, fijn he?”
“Echt een héérlijke stoel.” Hij legde onnatuurlijk veel nadruk op het woord ‘heerlijk’, vond ik. Ik keek hem vanuit mijn ooghoeken aan.
“Je geniet er van? Van die stoel?”
“Ja joh. Ik kan me écht geen fijnere plaats bedenken. Zeker niet nu ik geen honger meer heb, en geen dorst. Ik ben echt in ál mijn behoeftes voorzien. Kan me niet voorstellen dat er iets bestaat wat het nóg fijner zou maken.”
Oké, dit was dus niet serieus. Ik speelde mee.
“Nee, ik ook niet. Helemaal tevreden ben ik. Dus wat mij betreft blijven we nog lekker zitten.”
“O ja, de hele avond, misschien wel.”
Op precies hetzelfde moment keken we naar elkaar.
“Jij kan dus écht niet acteren,” lachte ik.
“Jij ook niet.”

Het was een kwestie van seconden voordat hij weer op zijn rug op mijn bed lag. Ik zat er op, met mijn knieën aan weerszijden van zijn heupen. Kus, shirt en overhemd uit, kus.
Hij fluisterde: “Oké, het is een close call, maar dit is toch wel een heel klein beetje leuker dan in die luie stoel zitten.” Guitig lachje. Het veroorzaakte weer een smeltmoment bij mij. Het zoveelste, alleen al die ene dag.
Hoogste tijd voor de volgende stap. Ik maakte een spoor van langzame kusjes van zijn neus, via zijn mond en hals, naar zijn borst en buik. Elke keer als ik hem daar aanraakte, voelde ik hoe zijn spieren aanspanden, toen weer ontspanden. Keer op keer. Dit effect van mijn aanrakingen werkte verslavend op mij. Hoe licht ik hem ook toucheerde; iedere keer werd dat gedeelte van zijn lichaam harder, toen weer zachter.
Ondertussen maakte ik zijn broekriem los, duwde zijn broek naar beneden, tegelijk met zijn boxer. Zijn stijve sloeg tegen zijn onderbuik, vlak onder mijn kin. Nu niet te snel doorgaan. Eerst even teasen. Ik kuste zijn heup, zijn lies, zijn bovenbeen. Toen pas likte ik de onderkant van zijn penis, en nam hem toen in mijn mond. Het lukte hem niet om zijn adem enigszins onder controle te houden. Zeker niet toen ik langzaam op een neer ging, met steeds ietsje meer zuigkracht.
Ik deed het heel bewust nogal langzaam, zodat het veel langer kon duren dan de vorige keer. Kort voordat het zover was, stokte zijn adem. Hij zocht en vond met zijn hand de mijne, en kneep. Ik liet zijn zaad toe.

De kleren die ik zelf nog aanhad trok ik uit, inclusief die inmiddels beruchte sokken, en ging naast hem liggen. Gewoon naar hem kijken. “Ongelooflijk,” bracht hij uit. “Dat was geweldig.”
Hij keek terug. Kijken werd zoenen, werd aanraken, werd strelen.
Mijn telefoon ging. Slecht moment. Lekker laten gaan dus. Ik zou later wel terugbellen.
“Sorry, die had ik uit moeten zetten,” zei ik.
“Ja, dat valt me dan toch weer een beetje tegen van je. Beginnersfout.”
“Wacht eens even, als hier íemand een ‘beginner is’, ben jij het wel,” grinnikte ik.
De beller hield lang vol. Pas nadat hij zeker tien keer was over gegaan, hield die telefoon op met herrie maken.
Toen fluisterde Robert: “Nu jij. En nu alvast sorry, voor als het tegen valt.”
Dat had hij beter niet kunnen zeggen, vond ik. Hoezo ‘tegenvalt’? Ik lag in bed met degene van wie ik hield. Van wie ik écht hield. Al had ik dat nog niet expliciet gezegd. Maar waar het om ging: alles wat hier nog bij zou komen, zag ik als pure bonus.
Daarna was er nog maar weinig spel. Al snel voelde ik zijn lippen om het topje van mijn piemel. Ik klauwde mijn handen in mijn onderlaken, en drukte mijn hoofd in mijn kussen. Verder deed ik niets. Hem laten begaan. En mezelf laten genieten. Wel waarschuwde ik even, toen ik voelde dat ik bijna ging komen. Hij trok terug, en rukte nog een paar keer. Nog één keer keek ik naar beneden. Heel even ontmoette ik zijn ogen. Toen sloot ik de mijne, en gaf toe.

Toen ik na een paar seconden mijn ogen weer open deed, keek ik in Robert’s gezicht. Kus.
“Dat voelde helemáál niet alsof je een beginner bent,” zuchtte ik.
Opnieuw ging de telefoon. Opnieuw nam ik niet op. En ook de sms die ik binnen hoorde komen, zou ik later wel lezen. Nu sloeg ik de deken over ons heen, en kroop ik dichter tegen hem aan. En ik zei wat ik voelde. Het overbekende simpele zinnetje dat, zo vond ik, alleen in heel bijzondere situaties gebruikt mocht worden.
“Ik hou van je.”
Het antwoord sprak hij niet uit omdat het zo hoorde, maar omdat hij het meende. Dat zag ik, dat voelde ik
“Ik hou ook van jou.”

~~~

We werden wakker van mijn telefoon. Alwéér die verdomde telefoon. Ik vloekte binnendsmonds. Het was donker geworden buiten. De wekker wees 23:12 aan.
Nu dan toch maar opnemen. Het was mijn zus.
“Jezus, eindelijk! Mama en ik proberen je al de hele tijd te bereiken,” zei ze. Ze klonk pissig. En ze liep over straat, zo te horen.
“Sorry hoor, maar doe eens niet zo chagrijnig. Ik was bezig.”
“Ja, dat zal wel. Nou, ik ben nu naar je onderweg, dus trek wat aan, en maak de deur open straks.”
“Wat doe je nou hysterisch?”
“Doe nou maar gewoon wat ik zeg. Serieus.” Nu klonk ze rustiger, en inderdaad bloedserieus. Nog voordat ik iets kon vragen, had ze opgehangen.

Terwijl Robert en ik in onze kleren schoten, brak ik mijn hoofd over de vraag wat er aan de hand kon zijn. Op mijn telefoon had ik gezien dat mijn moeder ook meerdere keren had gebeld, rond het tijdstip dat wij in de woonkamer hadden gezeten. Het was bovendien zeker geen gewoonte van Elise om min of meer onaangekondigd langs te komen. Ik was bloednerveus.

Elise niet, zo te zien. Maar aan haar was bijna nooit te zien hoe ze zich voelde. Het was wél te horen. Haar stem was onvast.
“Ga even zitten,” gebood ze.
Ik zat in dezelfde luie stoel als aan het begin van de avond. Elise zat op de houten salontafel. Robert stond er zenuwachtig bij. Die stond zichzelf duidelijk af te vragen wat er nu van hem werd verwacht. Was het beter als hij weg zou gaan?

“Oké, ik ga het gewoon zeggen,” zei mijn zus.
Toen kwam de mededeling.
“Oma is vanmiddag overleden.”

Gesloten