Het kan verkeren. (deel 2)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Amexic
Berichten: 142
Lid geworden op: wo 10 jun 2015, 20:14
Vul het getal in: 123
Locatie: Antwerpen

Het kan verkeren. (deel 2)

Bericht door Amexic » ma 25 feb 2019, 22:52

Het kan verkeren. (deel 2)

De trip met trein en bus naar de kazerne bezorgde me stress. Op welk spoor vertrok de trein.? Zou ik de bus in Brussel Noord halen? Ik trof Rudi en Koen op de kamer. Ik was blij hun gezelschap te vinden, te vroeg voor vriendschappen, tevreden voor een babbel voor het slapengaan.
'Wat heb je gedaan dit weekend.' wilde Rudi weten. Niets vandaag. gisteren naar mijn vriendin geweest.
Ze hadden zelf ook weinig boeiends te melden. 'Hebben jullie een vriendin?'
'Neen.' zei Rudi. 'Ik ook niet' beaamde Koen. Dus waren we uitgepraat over het onderwerp. Dirk en Wim kwamen binnen na tienen, Wim mengde zich in het gesprek, een jongen met een mening. Dirk, de aanwezige afwezige las een boek. We lagen in bed wat te praten over koetjes en kalfjes tot de wacht het licht uit deed. De kantine bleef gesloten op zondagavond.
Het was meteen bingo op maandag. Ik zat duidelijk in de testfase. De adjudant had er duidelijk zin in me de les te spellen. Ik moest niet proberen dit en ook niet dat... Ik liet het over me heen gaan. ' De adjudant heeft altijd gelijk.' citeerde hij letterlijk. In welke wereld was ik aanbeland? Nico had me gewaarschuwd. Zijn woorden waren nog niet koud of ik moest al een brief van hem nalezen op spellingfouten. Hij had er minstens een uur aan gewerkt, denk ik, getypt op een mechanische typemachine. De man typte met twee vingers, letter per letter.
Ik kreeg een vel papier onder ogen waarvan geen enkele zin foutloos bleef. ' En wat vind je ervan?' vroeg de man nadat ik de brief schijnbaar grondig gelezen had. ' Goed.' antwoordde ik, de woorden van Nico indachtig. 'Hier en daar een foutje.'
'Wat dan.' vroeg hij gretig. Ik wees hem op een paar fouten.
'Denk je dat ik niet fatsoenlijk kan schrijven?'
O nee. Met deze gek zou ik een jaar lang opgescheept zitten. Ik had hem zelfs niet gewezen op het woord 'Inderdaad' wat hij met drie T's schreef.
Ik mocht na de korte opleiding van de eerste week zelf röntgenfoto's nemen. Dertig stuks gevoelige plaat ging er in één cassette. Dertig thoraxen van jongens per cassette. Uitgekiend.
Het viel me op hoe onwennig ze waren.'t Ja hun eerste dag bij het leger. Ik passeerde op deze plek een paar maanden eerder, op mijn hoede. Gedroeg ik me toen ook zoals de nieuwe nu?
De kolonel, radioloog, kwam dagelijks een uur of twee om de foto's te beoordelen. Het was belangrijk om de gegevens van jongens met een pectus in een schrift te noteren. Een pectus is een afwijking van het borstbeen dat soms onderaan naar binnen drukt, een holle welving vormend. Ik selecteerde er één wat me een pluim opleverde van de adjudant. Overdreven. Ik voelde me een kleuter die een compliment krijgt.
'Zou er onder Chinezen even veel variatie dan bij ons blanken voorkomen?' vroeg ik me af. Grote, kleine, bleke, met sproeten, smalle schouders, speklaag met de rug in een gleuf gedrukt... Het passeerde allemaal de revue. Zoveel lelijke jongens. Af en toe ook heel mooie zoals ik er zelf ook wilde uitzien. Je zette ze met de borst tegen de machine. Ze even bij de ellebogen nemen tot ze in de juiste positie stonden... Er hoorde tempo in te zitten. Je kon dat bruut doen, dan botsten ze tegen het toestel. Oeps. Ik vond dat je steeds respect moet hebben. Dus drukte ik ze er zacht tegen. Al snel kreeg ik een hekel aan het zweet dat bij sommigen vanuit hun oksels hun ellebogen bevochtigde, op de grond drupte.
Eens de horde van de dag gepasseerd, viel het werk stil. Een longfoto stond bij de eerste onderzoeken gepland op de medische ketting. De bloedafname kwam als laatste.
Ik ging op bezoek bij mijn collega' verplegers op de prikplaats. Jan en Marc vond ik daar. Serge de routinier nodigde me uit: 'Ook eens proberen?'
'Graag.' Even wat zelfvertrouwen bij elkaar sprokkelen. Ze stonden op mijn vingers te kijken. Serge deed voor. Hij had grote handen. Hij werkt zonder knelband, de band die je rond de arm aanbrengt om het bloed af te snoeren. Eén hand van hem paste rond de biceps van de het gros van zijn slachtoffers. Met de vrije hand prikte hij dan. 'Zeer gemakkelijk. Jonge mannen hebben mooie aders.' Mooi is vakjargon en dien je te verstaan als gemakkelijk aan te prikken.
Ik deed er een vijftal zonder fout. Afspannen, ontsmetten, even voelen aan die blauwe ader die meestal als een touw boven op de huid ligt bij een jonge kerel en prik, je zit er in. Er zat een kakkerlak in een hoek van de kamer. Kijk demonstreerde Serge. Hij doorboorde het beest met een bloednaald en verbrandde het levend met zijn aansteker. Trap ze nooit dood want met je schoenen verspreid je hun eitjes.
Het budget van het eten viel hier veel hoger uit dan dat tijdens onze opleiding, leerde men me. Eten ging ik met de drie vampiers. een wandeling leidde ons naar het militair hospitaal waar de refter zich bevond. Het was inderdaad best te vreten. Een hele tros bananen, 10 kiwi's... Je kon het ongestoord mee naar de kamer smokkelen wat een gewoonte zou worden.
Wat te doen tijdens de zo goed als lege namiddag?
'Nooit de dienst verlaten zonder de adjudant te verwittigen.' boodschap van Nico. Zeg niet: 'We gaan Brussel verkennen.' Zeg: ' We gaan sporten.'
Ik probeerde het magische zinnetje dat ik heel vaak zou gebruiken. 'Goed, weel plezier.' antwoordde de adjudant.
In kaarten had ik voorlopig geen zin. Een beetje op bezoek gaan om kennis te maken dan maar. Sympathieke Rudy was mijn toeverlaat. Ze deden meermaals lacherig over hem. De vriendelijke teddybeer had de naam naïef te zijn.
Eén keer per week kregen we de gelegenheid om echt aan sport te doen. De kazerne bezat enkel een tennisveld. Dus bracht een gammele Bedford camion ons, een twintigtal geïnteresseerden naar Tervuren. We zaten dicht tegen elkaar. De hele ploeg 'vampiers' was mee.
Koen en Rudy bleven 'thuis'. Misschien niet sportief? De adjudant gaf in elk geval zijn zegen. Zou hij altijd doen na het uitspreken van het magische woord.
De rit met de aftandse vrachtwagen stond in schril contrast met het prachtige sportcentrum van het leger.
Carl zocht een compagnon om te tennissen. 'Volgende keer je tennisracket meebrengen.' probeerde hij me te overtuigen.
'Ik zal er aan proberen te denken.' beloofde ik. Dan maar badmintonnen. Rackets leenden we ter plaatse. Jan, Marc en Serge. Ik werd dankbaar de vierde. Dubbel -of enkelspel? 'Enkelspel en winnaar tegen winnaar?' stelde Serge voor.
Mij was het gelijk. Ik speelde eerste tegen Serge. Ik had hem overschat. Grote kerel, atletisch bijna, leuke verschijning maar traag. Misschien had ik niet de techniek, in elk geval ging ik voor elk pluimpje.
Marc won van Jan. Dus speelde ik de mini-finale tegen Marc. Na de wedstrijd dronken we alle vier een verfrissende tonic-orange uit een Duvel glas.
'Je ziet helemaal rood. Niet te doen hoe jij voor elk pluimpje vecht.' zei Marc tegen mij. 'Jij bent net een knipmes. Mooi om zien hoe elegant en snel je bent.' complimenteerde ik hem.
' Ach ja, ik heb een zus die competitie speelt. Dat ik elegant ben, kan ik ook niet helpen.' Ik had duidelijk maar niet zonder strijd van Marc verloren.
Je moest er tijdens je legerdienst het beste van maken. Ik had de keuze tussen me vervelen of me proberen te amuseren. Dat laatste lukte me uitstekend die namiddag.

'Kom je vanavond bij ons op de kamer? Gewoon eens kennis maken. Dat vroeg Jurgen me. Hij sliep op de kamer naast ons. Robbe was zijn onafscheidelijke maat. Onafscheidelijk vandaar hun bijnaam 'Spic en Span'. Wie van de twee Spic was, had geen belang.
Na het avondeten klopte ik voorzichtig op de deur. 'Binnen.' Kurt was daar, Spic en Span en Thibault plus een vijfde onbekende jongen. Ze hadden bier op de kamer. We dronken uit het flesje. Het bier diende als ijsbreker. Ik voelde me niet erg op m'n gemak in deze onbekende omgeving. Ik ben niet snel weet je. Dat komt in orde als ik de mensen wat beter ken. Ik wilde het verbergen dat ik me niet op m'n gemak voelde. Het bier maakte me losser.
Toen ik me losser voelde , door het bier weliswaar, hadden ze met te pakken. Met z'n vieren grepen ze me. voor ik het wist lag ik op één van de bedden. Ik probeerde weerstand te bieden zonder succes. Ik kronkelde wat als een slang, veel indruk kan het niet gemaakt hebben. Ik lag op de rug. Vier hadden elk een arm of een been van mij onder controle. de vijfde kon ongehinderd mijn broek omlaag trekken. Rudy waarschuwde me de eerste dag. Hoe kon ik dit voorzien hebben? Daar lag ik tentoongesteld. Ik had niets wat zij niet hadden en preuts ben ik niet maar leuk is anders in zo'n omstandigheden. Ik kon niet denken, kon enkel afwachten wat er met me ging gebeuren. De nummer vijf ging iets halen. zeep hem maar goed in, hoorde ik Thibault zeggen. Mijn ballen en piemel werden onder handen genomen. Handen bepotelden me niet. Ik voelde iets wrijven. Iets glibberig en vettig.
Ze lieten me los. 'Op je buik gaan liggen.' klonk het boven mij. 'Nee.'
'Toch wel. We zijn vriendelijke jongens maar toch ga je het doen.'
Ik sprong overeind en trok haastig broek en onderbroek tegelijk op. Schoensmeer zag ik in een glimp. Zwarte piemel. Ze hadden me onmiddellijk terug te pakken. Tegen vijf man had ik geen verhaal.
Ik bood geen weerstand meer toen mijn broek opnieuw naar beneden gestroopt werd. Ik werd op bed geduwd, zelfs niet ruw omdat ik me niet verzette. Zoals ze het wilden, lag ik willoos op de buik. Ik voelde de schoenen van de voeten getrokken worden en lange broek met onderbroek helemaal verwijderd worden.
'Dit zou pijn kunnen doen.' fluisterde Robbe. 'Flink zijn.' Wat waren ze nu van plan? Angst maakte zich van me meester.
Een pets op de billen. Ik onderging het. Weer dat glibberige gevoel nu op m'n derrière. 'Ja een hartje.' hoorde ik. 'Nee, een schoppen, een schoppen zot.' Er werd gelachen.
'En nu?.' 'Laat hem gaan. Het is genoeg zo.' Dat kon Jurgen geweest zijn.
Zodra de handen greep losten, sprong ik overeind. 'Waar is mijn broek?'
'Waar is je broek? Waar ben je ze verloren?' grapte Thibault. M'n ogen zochten verdwaasd naar m'n kleren. 'Kijk eens hoe je het bed van m'n vriend bevuild hebt. Je gaat voor propere lakens moeten zorgen.'
Ik zag de sporen van schoensmeer die mijn schaamstreek op het witte laken achtergelaten had. ' Je gaat te ver, maak het bed zelf op en geef m'n kleren. Ik was woest. Mijn naaktheid kon me niet schelen.
'Hier.' Jurgen griste ze van onder een bed en wierp ze me allebei toe. Onderbroek en broek halsoverkop aan , de schoenen gegrabbeld en de kamer uit. In de gang hoorde ik hun lachen en de deed de schoenen aan voor ik m'n kamer betrad.. Op de kamer pakte ik handdoek, zeep en een propere onderbroek. Ik zei niets tegen Koen en Rudy die op de kamer op bed lagen. Haastte me naar de douche. Het schoensmeer prikte op m'n piemel en ballen. Het goedje liet zich moeilijk verwijderen, de voorkant op zicht. De achterkant minder gevoelig schrobde ik extra maar blind.
Ze stonden toevallig in de gang, alle vijf. 'Goed gedoucht?'
'Heerlijk.' wist ik te antwoorden. Ik was kwaad, beheerst kwaad. Zou ik iemand slaan, onverwacht in het gezicht? Thibault zou het worden. In plaats daarvan werd het een onbenullig gesprek. Zij waren vriendelijk en ik ook. Ik repte geen woord over het voorval op m'n kamer.
De volgende dag merkte ik dat het verhaal de ronde had gedaan, zonder meer, men maakte er niets groots van.
Thuis mikte ik de onderbroek in de wasmachine en hoopte dat ze er onbevlekt uit zou komen. Mijn moeder had de neiging om elk vlekje te ontdekken. Onverhoopt: helemaal proper, kwam het broekje uit de wasmachine, ik was er als eerste bij.
Mijn zondag was voor An.

Gesloten