Een verhaal van Lucky Eye
Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
WIE DE SCHOEN PAST …
Hoofdstuk 7
Hoewel ik de twee nog nooit gezien heb, weet ik dat het de ouders van Farid zijn. Ze blijven op me wachten tot ik bij de voordeur ben en dan stelt de man eerst zijn vrouw en daarna zichzelf voor. De vrouw geeft me gewoon een hand. Weer een teken dat Farids familie ingeburgerd is en zich de Nederlandse gewoonten eigen heeft gemaakt. Ik nodig ze binnen en net als gisteren met Ali vraag ik wat ze willen drinken. Farids moeder zegt dat ze zich zullen aansluiten bij mijn keuze en dat ik vooral geen drukte moet maken zo laat op de avond. Ik maak net als gisteren, en alle andere momenten dat ik laat thuis kom van het werk, een pot thee en nadat het tien minuten heeft getrokken (het is kruidenthee) schenk ik drie mokken vol. Ik presenteer het met een koekje, dat niet wordt afgeslagen. Zou ook niet weten waarom, want Farids moeder is een heel slanke vrouw om te zien en hoeft zeker niet aan de lijn te doen. Ze zitten naast elkaar op de bank en als ik in de stoel tegenover hen ga zitten, valt me duidelijk op dat Farid een mengelmoes is van beiden. Het krullerige haar heeft hij van zijn vader maar neus en ogen zijn die van zijn moeder. Ik glimlach vanwege die herkenning en hoewel zij niet kunnen weten waarom ik glimlach, beantwoorden ze hem. Na een eerste slokje opent mevrouw Oualad El Kadi het gesprek.
"We weten dat Ali gisteren hier geweest is en dat u …"
"Jij," verbeter ik haar.
"… dat jij het heel moeilijk vindt om met Farid te gaan praten. Ali is niet door ons naar jou toegestuurd maar omdat wij allemaal thuis ons zorgen maken om hem, dacht hij dat het een goed idee was."
"Met Farid gaat het helemaal niet goed," vult Achmed (ik weet zijn voornaam dankzij Farid) aan.
"Ik vind het inderdaad heel moeilijk om met Farid te gaan praten. Hij heeft dat wat wij samen hadden op een erg vervelende manier verbroken en daarom zie ik er enorm tegenop hem weer te spreken."
"Wij begrijpen dat heel goed. Woorden kunnen veel kapot maken en enorm veel pijn doen," zegt ze zachtjes. "Maar we zouden je er niet mee lastig vallen, als we niet zo wanhopig waren."
Farids vader kijkt naar zijn schoenen en strijkt met zijn hand langs zijn ogen. Het doet me pijn dit te moeten zien. Er is echt iets helemaal mis, dat is me nu wel duidelijk.
"Kunnen jullie me dan misschien iets meer uitleggen?"
Ze kijken me beiden hoopvol aan, terwijl dat helemaal niet de bedoeling is. Nog niet, tenminste.
"Je weet dat onze oudste dochter tijdens de vakantie zou gaan trouwen?" Ik knik en Farids moeder gaat verder. "Door een bizar voorval op de laatste avond voor het huwelijk is er uiteindelijk geen huwelijk gekomen. Fatimah heeft er vanaf gezien."
"En groot gelijk heeft ze," valt Achmed zijn vrouw bij. "Die man is een crimineel!"
Teder legt Leiah haar hand op haar mans arm en brengt hem zo wat tot bedaren maar ik begrijp dat dat wat er voor gevallen is hen duidelijk raakt. Of misschien wel beter gezegd: diep roert! Maar als ik verdere uitleg verwacht, blijft het stil.
"Wat is er precies gebeurd?" En net als gisteren bij Ali zie ik de afzonderlijke gezichten betrekken en volgt er geen reactie. "Jullie kunnen het mij niet vertellen?" probeer ik nog.
"We zouden het kunnen vertellen," zegt Achmed, "maar het zou nooit de gevoelens weergeven, die Farid erbij heeft en dan is het niet echt, als je me begrijpt."
Ik kijk een beetje verward.
"Iedereen beleeft dingen op een andere manier, Theo," vult Leiah aan. "Als wij zouden proberen Farids gevoelens uit te leggen, dan zullen wij het zeker niet helemaal goed doen. Dingen niet op de juiste manier zeggen. Het zou beter zijn als hij zelf zijn mond tegenover jou opent."
"Maar daar zit nu juist het probleem," merk ik heel nuchter op.
"Inderdaad. Ik …wij hebben hem meteen aangeraden om met jou te gaan praten," verzucht Leiah, terwijl zij ook haar ogen niet langer droog kan houden, "maar hij verwierp dat meteen, wilde er niet eens over nadenken."
"Hij heeft die stijfkoppigheid van mij," reageert Farids vader, om vervolgens aan te vullen: "We praten moeilijk over ons gevoel. Zien dat als iets dat helemaal alleen van ons is en dat is natuurlijk niet waar."
"Heeft Farid je verteld dat hij en ik een relatie hadden?"
Farids vader knikt. "Het ging niet van harte, maar het kwam er toen uit."
"Hoe gaat het met hem nu?" wil ik dan graag weten en de opsomming die volgt maakt dat ik me knap beroerd voel. Niet dat ik het had kunnen verhinderen, maar het feit dat iemand van wie je gehouden hebt zo op het randje van de afgrond terecht kan komen is verschrikkelijk om aan te horen. Op school heeft hij zijn eerste tentamenperiode in de herfst verknald en ook over die van de afgelopen dagen hebben zijn ouders geen goed gevoel. Zijn baantje bij de pizzeria heeft hij opgegeven en ook de krantenwijk laat hij helemaal over aan zijn broertje. Hij komt alleen nog buiten om naar school en weer terug naar huis te fietsen. "Ik ben bang dat als ik probeer met hem te praten hij het opnieuw zal afkappen en wat dan?"
"Zou je het ondanks dat toch alsjeblieft willen proberen?" vraagt Leiah met smekende ogen.
"En als hij wegloopt of je afwijst," vult Achmed aan, "misschien moet je hem dan wat harder aanpakken."
Ik glimlach. Ik geef beiden te kennen dat ik daar niet zo goed in ben. "Oké," zeg ik dan na heel lang twijfelen toe, "ik zal een poging ondernemen om met hem te praten, maar vooraf wil ik nog wel iets van jullie weten." De blijde gezichten op de bank doen mijn hart zowat smelten. Ouders kunnen zo gelukkig kijken. "Alsjeblieft, reken er niet al te veel op dat het goed gaat komen. Ik ben geen tovenaar en heb het idee dat het verrekte moeilijk gaat worden. Ik weet absoluut niet waar ik moet gaan beginnen."
"Het geeft niet, Theo. Het is goed dat je het wilt doen. Dat is het allerbelangrijkste. Als er iemand tot hem kan doordringen, dan ben jij dat wel. Ons lukt het niet in elk geval. Wat wilde je nog weten?"
En dan is het voor mij ineens moeilijk om dat wat ik onder woorden wil brengen er ook echt goed uit te krijgen. Farids vader weet inmiddels wel dat zijn zoon en ik … maar toch … Ik besluit om geen omwegen te gebruiken. "Farid en ik hebben een homoseksuele relatie gehad. En ik weet dat hij heel bang is geweest en ik denk nog steeds bang is voor de reactie in jullie gemeenschap. Bij jullie, ik zeg het maar zoals ik het voel, is homoseksualiteit nog niet zo gewoon als bij ons. Hij is er bang voor door de gemeenschap afgewezen te worden, er niet meer deel van uit te mogen maken. Maar bovenal," ik haal even diep adem, "is hij bang dat het ook consequenties zal hebben voor jullie relatie onderling." Farids ouders kijken me geschrokken aan. "Hij is bang dat als hij voor mij zal kiezen, hij door jullie verstoten zal worden, omdat dat volgens Islamitische wetten zou moeten." De schrik en ontzetting op de gezichten tegenover mij wordt nog groter en heel even kijken ze elkaar intens aan. "Ik begrijp dat hij het er dus nog nooit met jullie over heeft gehad?"
"Nee, nog nooit!" antwoordt Leiah. "We hebben nooit geweten dat dat zijn grote angst was!"
"Had ik het maar eerder geweten," verzucht Achmed, "dan had ik hem kunnen vertellen dat hij altijd ons kind, onze zoon blijft en dat wij hem nooit zullen kunnen verstoten."
"Maar de reactie van de gemeenschap dan?"
"Als de gemeenschap in onze moskee hem afwijst, dan zullen wij daar onze consequenties uit trekken en ook opstappen. Ze accepteren ons als geheel of helemaal niet."
Achmeds ideeën zijn heel helder, zo blijkt. "Maar het mag toch eigenlijk niet?" vraag ik door.
"Het is maar net hoe je het leest, Theo. De Koran kun je net als de Bijbel op verschillende manieren uitleggen. Is iemand die homoseksueel is een slecht mens?"
"Niet bij voorbaat," zeg ik.
"Kijk, dan zit het toch goed? Farid is een goed mens! Van al zijn bijbaantjes draagt hij heel veel af om ons te ondersteunen, terwijl dat helemaal niet nodig is. Mijn vrouw heeft een baan, ik heb een baan en we verdienen samen voldoende om ons gezin te onderhouden maar toch doet hij het. We hebben al dat geld apart op een rekening voor hem gezet, maar is iemand die zo voor zijn ouders zorgt dan een slecht mens?"
"Nee."
"Dus waarom zouden wij hem van ons moeten verstoten?"
"Maar …"
"Misschien staat het letterlijk ergens zo, Theo, maar dat wil nog niet zeggen dat wij het zullen gaan doen! De Koran is een oud boek, geschreven in een ver verleden en ik vind dat we het niet al te letterlijk moeten nemen. Je moet het interpreteren."
"Ben jij gelovig opgevoed?" vraagt dan Leiah.
Ik knik.
"Hebben jouw ouders jou verstoten?"
En dan … dan raakt ze dus mijn gevoelige plek en val ik even helemaal stil. Hebben ze mij verstoten? Nee, want we komen nog steeds bij elkaar over de vloer … maar toch … toch hebben ze mij nooit echt helemaal geaccepteerd. En heel langzaam, zorgvuldig mijn woorden kiezend, praat ik met deze voor mij vreemde mensen hoe moeilijk mijn ouders er mee zijn omgegaan en het onderwerp nog steeds mijden. Ik zie het medelijden in hun blikken groeien en voel me daar enerzijds door getroost maar anderzijds absoluut niet prettig bij. Ik wil geen medelijden. Snel rond ik dan ook mijn monoloog af en zeg hen dat ik heel blij met hun antwoord ben en dan vraag ik hen om een laatste gunst.
Het is al ver na middernacht als ze mijn galerij aflopen. Twee ietwat gebogen mensen. Gebogen van de zorg om hun kind. Ik hoop dat ik die last van hen kan afnemen. Voordat ik mijn bed op zoek, bel ik nog met Rik om hem te zeggen dat ik een aantal dagen verlof nodig heb. Ik weet dat het op het allerlaatste moment is dat ik het aanvraag en verontschuldig me daarvoor dan ook. Rik wil echter niets van excuses horen en herinnert me er fijntjes aan dat het tijd zal worden dat ik eindelijk eens wat dagen opmaak. Wederom slaap ik haast niet. Telkens weer loop ik allerlei scenario's door om te bekijken hoe ik het het beste kan aanpakken. Ik weet dat Farid morgen tegen twee uur 's middags vrij zal zijn na een soort van kerstwijding. Heel vroeg die ochtend ben ik al in de stad en koop op het marktplein een kerstboom vanuit het gevoel dat hoe het vandaag ook afloopt ik verder moet: met Farid of zonder Farid. Vandaag wordt de eerste dag van de rest van mijn leven, neem ik me voor hoewel het bijzonder theatraal klinkt.
Thuisgekomen zet ik de boom op dezelfde plek als vorig jaar en dan hang ik de lichtjes erin en vervolgens de ballen. Daarna bewonder ik het resultaat en na wat verhangen, kan ik tevreden zijn met het resultaat. Ik maak m'n huis schoon door flink te stoffen en daarna de stofzuiger er door te halen.
Na een kleine lunch is het dan tijd om naar Farids school te fietsen. Mijn hart bonkt me in de keel en onderweg loop ik weer mijn openingszin na. Is die goed genoeg of moet ik hem toch nog wat bijschaven? Op de stoep voor de school wacht ik. Hoewel het nog maar 13.45 uur is als ik aankom, ben ik nog maar net op tijd. De school gaat uit en een grote menigte stroomt naar buiten. Het is moeilijk om iemand in die massa gewaar te worden, maar al heel snel herken ik toch mijn ex-vriend. Hij ziet er inderdaad vreselijk uit. Als hij de straat op wil rijden, vraag ik hem te stoppen. Iemand vraagt Farid of hij moet blijven wachten maar Farid zegt dat het goed is. Ik wacht tot de grootste drukte is afgelopen en zeg dan - geheel niet volgens mijn keurig uitgewerkte scenario - "Ik wil graag dat je met me meegaat naar mijn huis." Ik stap op mijn fiets en begin te trappen. Hij volgt me op kleine afstand. Ik zet mijn fiets in het schuurtje in de kelder van de flat en wacht tot hij ook daar komt. Dan loop ik de trappen op naar boven. Ik stap stevig door en werp geen enkele maal een blik achterom om te kijken of hij me wel volgt. Als hij weg wil, moet hij dat maar doen. Ik geef hem een kans om te praten en het is aan hem om de handschoen op te nemen of niet. Niet echt een subtiele methode, maar tot nu toe werkt het!
Bij de deur stop ik, draai hem van het slot en open de deur. Ik wacht tot hij bij me is en laat hem voorgaan. Hij zet z'n rugzak bij de kapstok neer en hangt zijn jas en cap aan de haken. Ik loop met mijn jas aan de woonkamer binnen en gooi hem over één van de eetkamerstoelen. Dan vraag ik hem of hij iets wil drinken. Hij reageert niet, maar ploft in de hoek van de bank neer. Ik loop naar de keuken en schenk daar voor hem een glas cola in en voor mezelf een spa blauw. Ik zet het voor hem op de tafel neer en ga zelf in de stoel aan de andere kant van de tafel zitten met m'n benen over de leuning. Lang blijft het stil. Hij kijkt naar buiten, maar ik heb het gevoel - of misschien wil ik dat wel zo denken - dat hij niets ziet. Als de stilte mij te lang duurt en ik mijn eigen glas al half leeg heb, zeg ik hem dat hij wat moet drinken. Hij reageert echter niet. Dan is het opnieuw stil.
"Wil je met me praten?" doe ik dan een poging.
"Ik dacht dat jij wilde praten," kaatst hij terug, zonder me aan te kijken.
"Laat ik open kaart met je spelen, dat is wel zo eerlijk. Als het aan mij gelegen had, was ik je niet komen opzoeken." Ik ga niet verder. Natuurlijk zou ik een toelichting kunnen geven, maar het gesprek loopt al niet zo lekker dus …
"En hoe ben je wel zover gekomen dan?"
"Woensdagavond kreeg ik bezoek van je broer Ali met de vraag of ik niet een keer met jou zou kunnen praten. Ik heb hem toen gezegd dat ik dat niet echt zag zitten vanwege jouw reactie de laatste keer. Gisteravond had ik je ouders op bezoek met precies dezelfde vraag."
"Waar bemoeien ze zich mee!" reageert hij furieus.
Gelukkig. Eindelijk is er iets van gevoel in hem gekomen. Wel niet positief, maar er is iets dat hem in beweging brengt.
"Ze bemoeien zich met jou, Farid."
"Ja! En dat zouden ze beter niet kunnen doen! Ik red me wel!"
"Oh ja?"
"JA!" schreeuwt hij me toe en in zijn ogen ligt een vervaarlijke schittering. Als ik hem blijf aankijken, trekt hij zich terug in het hoekje van de bank.
"Ik denk niet dat je het redt. Heb je jezelf de laatste tijd wel eens goed bekeken in de spiegel? Heb je wel eens op de weegschaal gestaan?"
"Waarom zou ik!"
"Omdat je er gewoon niet uit ziet! Je bent vel over been, man. Je moet zeker 10 kilo afgevallen zijn en het staat je niet echt!"
"Ik wil door jou niet bekeken worden, hoor je me!"
"Oké, rustig maar. Ik zal proberen niet naar je te kijken. Maar praat dan verdomme tegen me! Zeg me wat je dwarszit! Zeg me, goddomme, waarom je het op een zo verdomd rotte manier met me hebt uitgemaakt!" Wederom niet echt subtiel natuurlijk, maar ook ik heb mijn grenzen.
"Zit dat je dwars? Dat ik het niet volgens de regels heb uitgemaakt?" Hij lacht schamper.
"Geef maar gewoon antwoord," is mijn korte reactie.
"Uit is uit en de manier waarop doet er niet toe!"
De arrogante toon waarop hij praat maakt me kwaad en dat is geen goed teken. Ik ben niet snel kwaad te krijgen, maar zoals ik al zei … "Natuurlijk maakt dat wel uit! Er bestaat ook nog zoiets als fatsoen! Zelfs bij dat soort dingen als het uitmaken van een relatie."
"Ik heb je altijd gezegd dat ik geen flikker ben!"
Het woord snijdt me zoals al die keren daarvoor door mijn ziel, maar ik laat me er niet door uit het veld slaan. "Jij bent net zo goed een flikker als ik dat ben, Farid! Ik ben een flikker en jij bent het ook! Ik heb gezien hoe je genoten hebt van de dingen die wij als flikkers met elkaar deden, dus jij en ik zijn allebei flikkers!"
"Hoort dit bij je therapie? Jezelf het woord 'flikker' horen zeggen."
"Jongen, ik heb geen therapie nodig. Het woord doet me zeer, maar mijn leven gaat er wel om door. Zie je die kerstboom daar?"
Hij gunt de boom een korte blik waardig.
"Vanmorgen heb ik die boom gekocht en opgetuigd, omdat vandaag de rest van mijn leven is begonnen. Ik kan verder zonder jou als het moet. Liever ga ik verder met jou, maar als het niet anders kan, doe ik het zonder jou. Mijn grootste verdriet is gesleten en ik laat me mijn leven niet ontnemen doordat een relatie op de klippen is gelopen Dus therapie heb ik niet nodig. Maar jij moet nodig op zoek naar iemand die je hulp kan verlenen. Want jij richt jezelf ten gronde, man!"
"Dat doe ik niet! Ik kan heus wel zonder jou!"
"Waarom ga je dan niet verder met je leven?"
"Ik leef toch?"
"Oh ja?"
"JA!"
"Je hebt je baantje als pizzakoerier niet meer. Je krantenwijk heb je helemaal overgelaten aan je broertje …"
"Ik doe de dingen zoals ik ze wil!" onderbreekt hij mij, maar ik ga gewoon verder alsof ik hem niet gehoord heb.
"…je eerste tentamenperiode van dit jaar schijn je verknald te hebben en je ouders maken zich grote zorgen om die van de afgelopen week. Noem je dat verder gaan met je leven?"
"BEMOEI JE ER NIET MEE!"
"Je verknalt je leven op dit moment maar ook je toekomst, Farid. Waar is je ambitie om dokter te worden? Denk je dat je dat kunt worden, als je niet eerst je VWO examen haalt?"
"Moet jij zeggen! Je kon maar net VMBO halen!"
"Katten heeft geen zin, Farid. Ik kan tevreden zijn met het leven op dit moment. Zeg me dat jij dat ook kunt en ik laat je met rust. Maar … kijk me wel recht in de ogen, als je dat zegt." Ik hou mijn ogen op hem gericht maar hij kijkt me niet aan en blijft stil. "Zeg het, Farid, en ik laat je met rust. Je hoeft dan niet te praten met de flikker die ik ben. Deze flikker zal je laten gaan en niets, maar dan ook helemaal niets meer van je verwachten." Ik drink mijn glas leeg en zet het met een harde klap terug op tafel. "Als je weg wilt, zeg het dan, Farid. Dan kan ik verder gaan met de dingen die belangrijk zijn." Bewust drijf ik het op de spits. Ik loop naar de hal en haal zijn jas en cap op. "Zeg het en mieter je op!"
Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, februari 2019 (herzien)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.