Een verhaal van Lucky Eye
Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.
WIE DE SCHOEN PAST …
Hoofdstuk 5
Mei gaat voorbij en juni verschijnt op de kalender en dan … dan staat ineens op een zondagmiddag, als ik alleen thuis ben, mijn zus voor de deur. Verbaasd staan we elkaar eerst een poosje aan te kijken. Snel kom ik echter bij mijn positieven en nodig haar binnen. Het lijkt haast alsof ze schoorvoetend voldoet aan mijn verzoek en later begrijp ik waarom. Ik neem haar jas aan en ga haar voor naar de woonkamer. Zodra we zitten valt er een stilte. Ik had niet verwacht dat het zo moeilijk zou zijn. Hoeveel jaren zijn er nou verstreken sinds …? Wat maakt het ook uit. Het belangrijkste is dat we elkaar weer onder ogen zien en dat we proberen te praten met elkaar, maar als zij het niet doet dan moet ik het begin maar maken.
"Hoe gaat het met je?"
"Prima. Echt heel goed. En met jou?"
"Ook goed. Heel goed zelfs." Weer stilte. Zo komen we niet veel verder.
"Theo, het spijt me heel erg dat ik me toen zo vreselijk stom heb gedragen. Ik weet gewoon niet hoe ik mijn excuses daarvoor moet maken. Ik weet ook niet wat me bezielde door zo te reageren. Ik had zeker ook aan jou moeten denken op dat moment, maar …"
"Het feit dat je aan ma en pa dacht is heel goed geweest, Annelies."
"Nee, dat is het niet."
Vragend kijk ik haar aan. Hoezo, is dat het niet?
Ze slaat haar ogen neer en staart naar de vloerbedekking alsof dat iets heel interessants is. "Ik … ik … dacht alleen maar aan mezelf."
Nieuwe vraagtekens trekken over mijn gezicht. Nu snap ik er helemaal niets meer van.
"Maar," gaat ze dan ineens weer verder, "ik had helemaal niet de bedoeling om nu al bij je op bezoek te komen. Ik wilde alleen maar een afspraak maken."
"Nu is prima voor mij hoor," reageer ik spontaan. "Ik heb niets te doen, dus je kunt gerust blijven, als jou dat tenminste ook uitkomt." Ik zie verwarring op haar gezicht en weet niet wat ik daarvan moet denken. Ben ik haar tegengevallen? Is onze ontmoeting niet zoals zij gewenst heeft dat ze er nu ineens vandoor wil?
"Maar mijn vriendin wacht beneden op me in de auto," zegt ze.
"Nou dan haal ik die toch even op. Ook gek zeg om iemand in de auto op je te laten wachten," voeg ik er met een knipoog en brede glimlach aan toe terwijl ik al opsta om naar de deur te lopen.
"Nee, maar het is geen gewone vriendin."
Even speel ik met de gedachte om een grapje te maken, maar ik laat het achterwege als ik haar serieuze en strakke gezicht zie en ga weer zitten. "Annelies, vertel me alsjeblieft wat er aan de hand is. Ik snap er helemaal niets meer van." De vloerbedekking schijnt opnieuw in haar belangstelling te staan, maar ondanks het feit dat ik heel nieuwsgierig ben, dring ik niet aan.
"Jolande en ik hebben een relatie," komt het dan in een vlug gesproken zin over haar lippen.
Ik hoor het maar het dringt niet echt tot me door, geloof ik. Er knapt iets heel diep van binnen. Heel even schiet er een gedachte aan woede door me heen en branden er tranen achter mijn ogen. Nu kan ik natuurlijk wel die woede tot uitdrukking brengen door flink tegen haar tekeer te gaan, maar … wat schiet ik daar mee op? Wat schieten we daar beiden mee op? Waarschijnlijk voelt ze mijn gedachtegang aan, want als ik te lang stil blijf, praat ze verder.
"En daarom, daarom vind ik het zo moeilijk. Of liever gezegd vond ik het zo moeilijk om jou weer onder ogen te komen. Ik heb zulke stomme dingen tegen jou gezegd … ben zo totaal voorbijgegaan aan jouw gevoelens, dat ik mezelf eigenlijk nog steeds een onmens vind. Ik had in die tijd al een tijdje verkering met Jolande. Had trouwens nooit van mezelf gedacht dat ik lesbisch zou zijn, maar … het overkwam me gewoon. En toen jij vertelde dat jij gevoelens voor jongens had … was mijn eerste gedachte alleen maar bij pa en ma. Het eerste wat me door mijn hoofd schoot was, dat ze nu nooit kleinkinderen zou krijgen. Stom nietwaar?"
"Ja, eigenlijk wel heel stom, maar … jou kennende ook weer heel logisch. Je bent altijd al heel betrokken geweest bij anderen en daarom hadden wij ook zo'n ontzettend goede band altijd."
"Ja, en dat vind ik nog het meest erge dat ik daar totaal geen rekening mee gehouden heb. Het moet voor jou vreselijk moeilijk zijn geweest om zo ineens over je gevoelens te praten. Zo was je nooit. Ik kon het vaak zien aan je als je ergens mee zat, maar dan duurde het toch nog tijden voor je ermee kwam. Soms moest ik je gewoon haast onder druk zetten." Er speelt een glimlach over haar gezicht bij het ophalen van de herinneringen. "En toen je het dan vertelde, dacht ik in eerste instantie aan pa en ma, maar meteen daarna aan mezelf. Ik wilde absoluut niet dat zij erachter zouden komen, dat ik … dat ik lesbisch was."
"Maar waarom niet?"
"Ik schaamde me ervoor."
"Je schaamt je er nog steeds voor!" Zeg ik met duidelijke nadruk, omdat ik me nog steeds behoorlijk kwaad voel.
"Ja. Je hebt helemaal gelijk. Jolande en ik hebben er regelmatig woorden om. Ik ben 25 jaar, maar durf nog steeds niet mezelf onder ogen te komen. Ik schaam me er nog steeds voor dat ik anders ben dan anderen. Dat ik niet op jongens val en niet bezig ben met het stichten van een gezinnetje. Op de een of andere manier zijn die patronen zo hard in mij geprent, dat ik er nog steeds niet voor kan uitkomen dat ik anders ben. Ik ga nooit mee naar Jolande haar moeder, omdat ik me schaam voor wie ik ben."
Ze laat haar hoofd hangen. De woede in mij ebt langzaam weg en maakt plaats voor een gevoel van … ja, hoe noem je dat gevoel. Mededogen?
"Het spijt me ontzettend, Theo. Ik ben niet zo sterk als jij en als je me niet meer wilt zien dan … dan ga ik nu en wens ik je het allerbeste toe en …"
"Shit," roep ik, spring op van de bank en loop met tranen in de ogen naar haar toe om daar op mijn knieën naast haar stoel te gaan zitten en mijn hoofd in haar schoot te leggen. "Zoiets zou ik nooit kunnen, Annelies," snotter ik. "Ik heb je destijds nooit begrepen en het vreselijk gevonden wat er gebeurd is. Maar … ik zal je nooit wegsturen. Nooit, hoor je me!"
Ze streelt met haar hand over mijn haar net zoals ze vroeger deed en ik voel me ineens weer het kleine broertje dat bij zijn grote zus kwam uithuilen als ik op mijn donder had gekregen van onze ouders. Het voelt enorm goed. Alle woede is verdwenen, ondanks het feit dat ik het niet onder woorden heb gebracht en juist dat voelt zo goed. Had ik wel gesproken dan had ik wellicht meer kapot gemaakt dan geheeld en nu … nu … haar vriendin zit nog steeds buiten in de auto, schiet het door me heen. "Kom op, Annelies, haal je vriendin op zodat we op een fatsoenlijke manier kennis kunnen maken."
"Weet je het zeker?"
"Ja, natuurlijk. Ik ben wel benieuwd wie jij aan de haak geslagen hebt."
Ze pakt me stevig bij mijn oor beet en trekt er aan.
Ik slaak een kreet.
"Eigen schuld broertje!"
"Ik weet het, zus van me. Maar blijft dat ik nieuwsgierig blijf, dus schiet een beetje op zeg!"
Even later zitten we met z'n drieën aan de thee. Jolande is een grote Surinaamse vrouw en bijzonder rap van tong. Met ontzettend veel woorden en gebaren geeft ze te kennen, dat ze dolgelukkig is dat Annelies haar eindelijk voor heeft gesteld aan iemand van haar familie.
"Man," zegt ze met haar duidelijke accent, "als je eens wist hoe lang ik haar al niet gesmeekt heb me eens mee te nemen naar jullie ouders, maar steeds was er die weigering van haar. En … ze wilde ook nooit mee naar mijn moeder."
Het wordt een vrolijke middag waarop we heel veel herinneringen ophalen en als ik dan ineens de voordeur open en dicht hoor gaan, schrik ik op. Ook Annelies en Jolande kijken op.
"Woon je hier niet alleen?" vraagt Jolande meteen.
"Jawel, maar …" Ik ben inmiddels in de benen gesprongen en al halfweg de gang. "Een momentje." Farid staat in de gang als verstijfd en daarom sluit ik meteen de deur naar de woonkamer.
"Heb je visite?"
"Ja."
"Oké. Dan ga ik meteen weer. Ik wilde je eventjes zien en eh … je weet wel." Hij drukt een kusje op mijn lippen en draait zich om.
"Alsjeblieft Farid. Het zijn mijn zus en haar vriendin. Ik zou heel graag willen dat je kennis met hen maakt, alsjeblieft." Voor het eerst, denk ik, breng ik onder woorden wat ik voel, wat ik echt wil. Al wel vaker heb ik hem gezegd, dat ik graag dingen met hem zou willen doen, maar altijd heb ik tot nu toe toegegeven aan zijn wens om alles geheim te houden. Als hij me met een weifelende blik aankijkt, voeg ik nog een keertje 'alsjeblieft' toe aan mijn vraag. Zijn gelaatsuitdrukking verandert in een glimlach en ik … alles in me juicht. Eindelijk kan ik hem dan laten zien. Ik verbaas me over mijn eigen gevoelens, maar het voelt gewoon enorm goed aan. Ik pak hem bij de hand en neem hem mee naar binnen. "Annelies en Jolande, dit is mijn vriend Farid."
Beide dames staan op en begroeten hem. Mijn zus, zoals ze is, heel bescheiden met een korte handdruk, en Jolande met een stevige omhelzing, waarbij ze Farid zowat verplettert. Meteen knoopt ze ook een gesprek met hem aan en vraagt ze hem het hemd van het lijf, maar dat is niet het enige dat ze doet. Ze geeft ook en passant mij en hem de nodige informatie over zichzelf en haar relatie met mijn zus. Het blijkt dat ze elkaar al ruim vijf jaar kennen en sinds twee jaar samenwonen. Het is mij een raadsel hoe ze hebben weten te voorkomen dat mijn ouders er niet achter zijn gekomen en als ik de kans krijg om de kwebbelende tong van Jolande eventjes te onderbreken, vraag ik dat ook meteen.
"Voor jouw ouders zijn we niet meer dan flatdelers," zegt Jolande. "Zodra er sprake van is
dat ze langskomen, richten we de tweede slaapkamer in, alsof dat mijn slaapplaats is en verdwijnen alle spullen die ons verder met elkaar in verband zouden kunnen brengen."
"Stom?" vraagt Annelies terwijl ze mij indringend aankijkt.
"Ja natuurlijk! Heel stom!" zegt Jolande, terwijl ze luid lacht.
"Het is een keuze. Jouw keuze," zeg ik mijn zus. "Eentje die heel moeilijk is, omdat je toch steeds op je woorden moet blijven letten." Dit gezegd hebbend, kijk ik naar Farid. Meteen slaat hij zijn blik neer. Hij begrijpt dat dit net zo goed op ons slaat.
"Maar wanneer ga ik nou je ouders zien?" vraagt Jolande.
"Kom, Jolande," mengt Farid zich in het gesprek. "Ik heb begrepen dat dit een heel moeilijke stap voor Annelies is geweest, dus geef haar even wat tijd om dit alles te laten bezinken, wil je!"
De twee raken in een heftig dispuut verwikkeld, terwijl Annelies en ik elkaar alleen maar aankijken. Als onze wederhelften eindelijk hun woordenstrijd staken, stel ik voor dat ik wat te eten klaar maak en Jolande zegt dat ze me wel zal helpen. In no-time zetten we een goede maaltijd in elkaar, om die daarna met plezier met z'n vieren te verorberen. Tegen elf uur die avond verlaten de dames ons pas en dan moet Farid rennen. Tijd voor iets leuks met z'n tweeën is er dus even niet, maar ik heb de dag enerverend genoeg gevonden, zelfs zonder seks.
Twee weken later gaan Farid en ik op bezoek bij Annelies en Jolande en ook nu is het ontzettend goed. Ik ben hartstikke blij dat Farid mee wil en Annelies is maar wat trots op haar onderkomen. Middag en avond verstrijken in een oogwenk en we spreken af elkaar na de zomervakantie opnieuw te ontmoeten. We zullen zo lang moeten wachten, omdat Farid in de vakantie naar Marokko gaat. De laatste dagen voor zijn vertrek vind ik vreselijk, hoewel we het ontzettend goed met elkaar hebben.
Als we na onze laatste vrijage ons aankleden en dan nog een beetje aan elkaar zitten te klooien, brengt hij zijn mond naar mijn oor en fluistert: "Ik hou van je."
Verbazing of opluchting. De gevoelens strijden om de overwinning, maar ik laat de laatste de eer. Het is een heerlijk gevoel om dat van hem te mogen horen. Ik geniet ervan! Nee, laat ik eerlijk zijn, ik zwelg erin. Het is zo'n overdonderend gevoel, dat ik compleet van de wereld ben. Het zijn maar een paar woordjes, eenlettergrepig ook nog allemaal, maar het doet me zo goed dat van hem te horen dat ik echt even helemaal er niet meer bij ben.
"Hé, slome," schudt hij me aan mijn arm, "heb je wel gehoord wat ik zei?"
"Natuurlijk wel. Wat denk jij dan!"
"Nou, aan die uilige blik in je ogen te zien, lijkt het alsof je heel ergens anders bent met je gedachten."
"Nee, Farid. Ik ben er helemaal. Maar ik wilde even volop genieten van dit prachtige moment."
"Ja! Mooi is zoiets! En ik maar wachten op dat wat ik graag wil horen!"
Ik glimlach naar hem en zeg dan de woorden, die hij van mij wil horen, maar … doe dat niet gefluisterd.
"Ik hou van jou, Farid. En ik ben ontzettend blij dat we het eindelijk eens zeggen tegen elkaar. Ik wist al zo lang dat ik van je hield en toch durfde ik het nog steeds niet te zeggen, omdat ik jouw regels niet wilde overtreden. Ik was nog steeds bang dat ik dan de boel kapot zou kunnen maken."
"Ja, eigenlijk best wel stom van me."
"Hoe lang weet je al …"
"Sorry, Theo, maar ik moet gaan anders kom ik echt te laat. Het spijt me."
"Geeft niet, joh. We praten er uitgebreid over als je weer terug bent, oké?"
"Prima. Dan zal ik je precies vertellen vanaf welk moment ik echt van je ben gaan houden."
We kussen toch nog lang als afscheid en dan laat ik hem met moeite uit mijn armen gaan. Op zich jammer dat dit heerlijke moment maar zo kort duurt. Maar ja, mij hoor je niet klagen.
In de vakantieperiode werk ik zo veel als mogelijk. Ik draai extra diensten om maar niet alleen thuis te hoeven zijn. Ik zou Farid alleen maar missen en dat gevoel, dat doet enorm pijn! Af en toe ga ik er alleen op uit op de fiets en ook mijn ouders bezoek ik vaak. Steeds is het goed als ik bij hen ben. Ik krijg het gevoel dat ze me een beetje meer mezelf laten zijn dan ze ooit gedaan hebben.
In één van de laatste weken van de zomervakantie koop ik een autootje. Een mooi klein ding dat makkelijk te parkeren is en dat niet zo heel veel kost. Vind het een uitstekende aankoop. Meteen na mijn achttiende verjaardag heb ik op kosten van mijn ouders mijn rijbewijs kunnen halen, omdat mijn zus dat ook had gemogen, maar geld voor een eigen auto was er nog niet omdat er heel veel geld opging aan mijn eigen plekkie. Nu heb ik echter voldoende banksaldo om me een dergelijke uitgave te kunnen veroorloven. Ik rij er dagelijks in om er goed aan gewend te raken en al heel snel voelt het heel vertrouwd.
Dan is het wachten op de terugkomst van mijn vriend. Op 5 september begint de school weer en als ik in het weekend daarvoor niets van hem hoor, wimpel ik mijn opkomende spanning af met de gedachte dat hij druk bezig zal zijn met allerlei voorbereidingen. De vijfde september begint en ik heb bewust een dag vrij genomen, omdat ik hoop en verwacht dat Farid langs zal komen en we dan heel lang van elkaar zullen gaan genieten. Hij komt echter niet en tegen tien uur 's avonds bel ik zijn mobiele nummer. Het ding staat uit! Heel vreemd want zo verdient hij natuurlijk geen cent! Ik stuur hem een sms'je in de hoop dat hij het zal lezen binnenkort en snel zal reageren.
Meteen bij het opstaan de volgende ochtend controleer ik of er een boodschap voor me is binnengekomen, maar niets! Op de een of andere manier word ik zenuwachtig en ik bel naar mijn werk op om aan te geven dat ik me niet echt goed voel. Doe ik ook niet! Ik heb een kramp in de bovenbuik die heel naar aanvoelt, maar ik weet dat het spanning is. Achter in mijn hoofd spoken allerlei beelden rond over wat er wel allemaal mis gegaan zou kunnen zijn. SHIT! Als hij nou maar eens belde.
Woensdag vind ik dat ik niet langer thuis kan blijven en ga naar het werk toe. Mijn collega's merken dat ik niet helemaal goed in m'n vel zit maar zeuren gelukkig niet door als ik zeg dat ik er eventjes nog niet over wil praten. Ali kom ik niet tegen. Maar ik vraag me af of ik hem zou hebben aangesproken. Thuis ben ik op van de zenuwen en zend de een na de andere sms naar Farid. Maar zelfs dan komt er nog geen antwoord.
De dag daarna fiets ik na het werk langs zijn school in de hoop hem daar te treffen. Ik ben er zo tegen drie uur en blijf tot half vijf wachten. Een man, waarschijnlijk de conciërge, vraagt me of ik op iemand wacht. Als ik knik, zegt hij me dat er geen leerlingen meer zijn in de school. Ik bedank hem en fiets moe huiswaarts.
Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk
©Lucky Eye, februari 2019 (herzien)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.