VRIJGEVOCHTEN - hoofdstuk 19

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

VRIJGEVOCHTEN - hoofdstuk 19

Bericht door Lucky Eye » za 26 jan 2019, 07:46

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



VRIJGEVOCHTEN



Hoofdstuk 19

De uitroep zette Karl meteen in beweging. Hij sloeg geen acht op dat wat hij droeg, maar schoot de kamer uit naar die van Matthieu. De deur was niet op slot en hij stoof naar binnen onder de uitroep: "Rinze heeft contact met zijn moeder!" Daarna vloog hij meteen weer weg. Matthieu liep Karl achterna, terwijl Jan de andere broertjes Van Houthem waarschuwde en zo kwam het dat even later de hotelkamer van Rinze en Karl behoorlijk vol was. Rinze had het gesprek met zijn moeder na de eerste begroeting eventjes onderbroken om te wachten op de anderen en zette nu de handsfree functie aan.

"Mam, daar ben ik weer. Alles goed met je?"

"Ja jongen. En met jou?"

"Ook goed, maar waar ben je in vredesnaam! Vanaf woensdag ben ik met een aantal mensen al bezig je te zoeken."

"Dus die man die zei dat hij me zocht, dat was toch goed?"

"Ja mam! Hij is de broer van mijn vriend en heeft zich geweldig ingespannen om jou op te sporen."

"Oh, dat spijt me zo, Rinze. Ik vertrouwde het niet, Rinze en…"

"Geeft niet mam. Jij hebt mij gevonden en het gaat tenslotte om het resultaat. Maar hoe heb je mij gevonden? Waar ben je nu? En waar ben je al die dagen geweest?"

Drie vragen in één keer, maar Rinze's moeder beantwoordde ze allemaal zij het niet in de volgorde waarin ze gesteld waren.

"Nadat ik jou op weg geholpen had, heb ik de elektriciteit eraf gehaald om te zorgen dat je vader zich zou verslapen. Na twee uur heb ik het weer ingeschakeld en ben naar bed gegaan. Omdat de wekker dus niet ging op de juiste tijd moest hij dus wel gehaast ontbijten en weggaan, zodat hij geen tijd had om bij jou te controleren. Daarna heb ik opnieuw geprobeerd om mijn zus op te bellen… "

"Je zus?"

"Hé Rinze!" fluisterde Matthieu terwijl hij hem aan zijn arm trok. "Wij hoeven dit allemaal niet te weten joh! Vraag voor mij eventjes of ze inderdaad die dagen hier in Valthermond is geweest. Dat vind ik wel leuk om te weten. Vraag of ze daar ook nu is dan kunnen jullie elkaar vanavond nog ontmoeten."

"Mam?"

"Ja?"

"Waar ben je nu?"

"Ik ben in Groningen, jongen en jij?" Matthieu’s gezicht betrok iets.

"Wij zijn in Valthermond. We hadden het idee dat je hier zou zijn."

"Dat klopt ook, jongen!"

Rinze zag dat de teleurstelling op Matthieus gezicht plaats maakte voor een brede glimlach.

"Maar we waren een paar dagen naar Groningen gegaan om via John jou op te sporen. Je vader had je mobiele telefoon afgepakt en die kon ik dus nergens vinden in huis, maar je moest op de een of andere manier je vriend laten weten waar jullie elkaar zouden ontmoeten dus ik concludeerde dat je een nieuw apparaat moest hebben. En als iemand dat nummer zou weten, zou het John zijn. Hij studeert in Groningen en daarom gingen we hierheen, maar… "

"Sorry dat ik je onderbreek mam, maar wanneer en waar kunnen we elkaar ontmoeten? Vanavond of anders morgenvroeg?"

Het was even stil aan de andere kant van de lijn. Rinze hoorde duidelijk hoe zijn moeder met iemand anders overlegde.

"Vanavond dat wordt erg haasten allemaal Rinze, misschien beter om het morgenvroeg te doen. Groningen ligt niet zo heel erg ver van Valthermond, maar toch… wat denk je van morgenvroeg?"

"Prima mam en waar?"

"Johanna, mijn zus dus, woont aan de Dreef nummer 22 in Valthermond."

"Werkt ze aan een school daar, mam?" wilde Rinze de nieuwsgierigheid van Matthieu in elk geval nog een keer bevredigen.

"Ja dat klopt, jongen, maar morgen zullen we alles samen bespreken, oké?"

"Ja mam. Heel graag, want volgens mij heb je heel wat te vertellen nietwaar?"

"Oh jongen… " Rinze hoorde hoe ze zachtjes begon te snikken.

"Mam… alles is goed nou. We hebben elkaar weer gevonden en dat was voor mij het allerbelangrijkste."

"Voor mij ook, jongen," fluisterde ze door haar tranen heen.

"Ik hou van je mam!"

"Ik ook van jou jongen!"

"We zien je morgen. Waarschuw je je zus wel even, dat ik vijf mensen meeneem?" Er werd gelachen aan de andere kant en de verzekering kwam dat dat geen enkel bezwaar was. Daarna hingen ze op en bleef Rinze nog tijdenlang naar zijn mobieltje staren voordat hij weer begon te praten: "Dat was mijn mam!"

De tranen liepen hem nu vrijelijk over de wangen. Karl haastte zich naar hem toe om hem te troosten. Het huilen werd toen onbedaarlijk. Alle spanning die zich in de afgelopen dagen had opgebouwd, kwam er nu in één keer uit. De anderen trokken zich wijselijk terug en besloten alvast te gaan dineren, ervan uit gaande dat Karl en Rinze zich, zodra ze merkten honger te hebben, wel zouden verschijnen. Het was tenslotte al bijna acht uur.

Het duurde een tijdje voor Rinze zich weer hersteld had, maar toen zei hij toch heel duidelijk dat hij zin in eten had. Die woorden waren voor Karl een hele geruststelling, want dat betekende dat het met zijn vriendje allemaal goed zou komen. Ze voegden zich bij de andere vier en tijdens het eten werd er volop gepraat en gespeculeerd. Hoe kon het komen dat iemand zijn familie zoveel jaren lang had weten te 'verbergen' en waarom? Vragen die weer andere vragen opriepen en die Rinze aan het eind van de maaltijd afdeed met de opmerking, dat hij de antwoorden morgen allemaal zou weten.

Die nacht kon Rinze haast niet slapen. Het telefoongesprek met zijn moeder, de mogelijke antwoorden op al die verschillende vragen, dat alles hield hem uit zijn slaap. Karl merkte het, omdat Rinze zich regelmatig van de ene op de andere zijde draaide. Toen hij zelf ook de slaap niet meer kon vatten, stapte hij resoluut uit bed, haalde twee pilletjes en een glas water en sommeerde hij Rinze één van de twee tabletten in te slikken. Hijzelf nam de andere. En zo kwam het dat Matthieu, Jan, Ger en Michel de geliefden misten bij het ontbijt.

Natuurlijk werden er opmerkingen gemaakt over hun afwezigheid, maar de oudste van de drie broers zorgde er wel voor dat het allemaal netjes bleef. Bij het minste of geringste spoor van obsceniteit greep hij als een ware pater familias in. Toen de anderen al lang en breed uitgegeten waren en hun spullen al hadden ingepakt, kwamen Rinze en Karl pas de ontbijttafel opzoeken. Al met al waren ze nog ruim op tijd om op weg te gaan naar De Dreef 22 in Valthermond en bovendien hadden Rinze en zijn moeder niet echt een tijdstip afgesproken. Ze hadden het alleen maar gehad over 'morgenvroeg'.

De rit van Stadskanaal naar de plaats van bestemming duurde iets meer dan een half uur en dat omdat Michel - die voorop had willen rijden in de auto van Matthieu - ergens verkeerd was afgeslagen. Omdraaien op de kleine, smalle weggetjes viel niet mee, maar het lukte allemaal wonderwel. Daarna had Karl voorop gereden en hadden ze De Dreef na het nogmaals controleren van de uitgeprinte kaart zo gevonden. Nummer 22 was een boerderij die een eindje van de weg aflag. Karl reed de auto de oprit op, terwijl Michel Matthieu’s wagen langs de weg parkeerde.

Toen Rinze het portier opende, gingen ook de deuren van het huis open. Twee kleine kinderen, kleuters eigenlijk nog, kwamen het huis uitgestapt en hielden op enkele meters van het huis halt, toen ze zagen dat er iemand op hen toegelopen kwam. Karl liep niet met Rinze mee, maar bleef bij de auto staan. Opnieuw kwam er iemand vanuit het huis naar buiten gelopen. Wow, Karl keek enorm op. Het was een prachtige vrouw. Kortgeknipt, blond haar in een modieuze coupe en gekleed in een prachtig ensemble. Hij zou de kleur beige genoemd hebben, maar… niet heel echt modebewust zou dat ook gerust iets anders geweest kunnen zijn.
Ze droeg een lange broek, een witte blouse en daarover een soort van lang vest in dezelfde (beige) kleur als de broek. Een leesbril hing aan een ketting om haar nek. Karl zag dat Rinze bleef staan. Durfde hij niet verder, omdat hij de persoon in kwestie niet kende, vroeg Karl zich af of… De tweede optie bleek de juiste te zijn: het was zijn moeder.

"Mam?" De duidelijk uitgesproken vraagteken verbaasde Karl enigszins. Iedereen kende toch zijn eigen moeder!

"Rinze!"

Ineens ontstond er actie. Moeder en zoon renden op elkaar af, sloegen de armen om elkaar heen en knuffelden elkaar. Nog meer mensen kwamen uit het huis, eerst twee vrouwen aan wie de kleuters zich stevig vast begonnen te klemmen toen ook Karls broers en Jan de oprit opgelopen kwamen en daarna nog een derde vrouw. Matthieu kwam naast hem staan en legde een arm om Karls schouder.

"Prachtig hè!"

"Ja," verzuchtte Karl. "Het moet voor hem heerlijk zijn om haar teruggevonden te hebben."

"En niet alleen haar! Wat denk je van de rest van het gezelschap?" Karl bekeek het groepje mensen dat net als hij op enige afstand was blijven staan van moeder en zoon. "Die met dat blonde, lange haar in paardenstaart dat moet Johanna zijn. Ze lijkt wat gezicht betreft heel veel op Rinzes moeder nietwaar?"

Karl kon niet anders dan instemmend knikken.

"En dan dat jochie dat zich vastklemt aan Johanna's been, dat moet ook familie zijn, want de overeenkomst met Rinze is wel erg frappant nietwaar?"

Karl bekeek het knulletje en herkende toen heel duidelijk de blonde krulletjes die Rinze ook had. "Ja, inderdaad. Je hebt helemaal gelijk, Matthieu. Dit moet hartstikke mooi voor hem zijn. De familie waarvan hij niet gedacht had er een te hebben. Wow!"

Julia Wiltinghe en haar zoon lieten elkaar eindelijk los en droogden met hun mouwen de tranen die gevloeid hadden. Lang bleven ze echter niet zonder lichamelijk contact, alsof ze bang waren elkaar opnieuw kwijt te raken. Rinze pakte haar beide handen beet met de zijne en bekeek haar keurend.

"Wat zie je er goed uit, mam!"

"Vind je?"

"Jazeker. Ik herkende je eerst haast niet. Waar is je eeuwige jurk gebleven en je bloemetjes schort?"

Julia lachte.

"En waarom heb je dit gedaan?"

"Ach jongen. Zoveel vragen. Zoveel antwoorden die ik je verschuldigd ben, maar niet hier. Het is me hier veel te druk. Kom! Laten we zorgen dat al die gezichten," en ze knikte met haar hoofd naar achteren naar de mensen uit het huis en naar voren naar het gezelschap dat Rinze had meegebracht, "zich tegoed gaan doen aan koffie met gebak en dan zoeken wij samen een rustig plekje op."

"Ja, maar ik wil wel eerst dat je eventjes kennis met ze maakt. Die mensen betekenen heel veel voor me, mam! Zonder hen zou ik je nooit gevonden hebben. Zonder hen…"

"Oké jongen, dat doen we dan eerst." Julia liet hem los en stapte op Karl toe. "Ik heb het idee dat jij Karl moet zijn," begroette ze hem joviaal.

"Ja mevrouw," zei Karl.

"Geen mevrouw tegen mij zeggen hoor! Ik heet Julia!"

Karl glimlachte en beloofde dat hij het zou proberen. Ze liet haar blikken keurend over Karl heen gaan en deze werd hiervan behoorlijk verlegen en kleurde flink. Julia verontschuldigde zich door te zeggen, dat het niet haar bedoeling was geweest hem aan het blozen te krijgen. Ze omhelsde Karl en kuste hem op beide wangen.

"Ik heb het idee dat ik jou heel erg moet bedanken voor alles wat je voor mijn jongen hebt gedaan. Ik weet nog niet de helft, geloof ik, maar ik hoop straks alles van hem te horen."

"Het was mij een heel groot plezier mevr… Julia om hem te mogen helpen."

Daarna schudde Julia de handen van de andere mannen en verzocht hen mee te komen. Terug bij Rinze stelde ze voor dat ze de mensen aan elkaar zou voorstellen en zo liep het hele stel naar het huis en de wachtende personen toe. De blonde vrouw met het lange haar in de paardenstaart was inderdaad Johanna Wiltinghe, de zus van Rinze's moeder. De tweede vrouw was haar partner die Fransje heette. De kinderen waren van hen beiden en hadden de namen Johan en Anabel. De derde vrouw werd voorgesteld als Eta van Dijk de buurvrouw van nummer 24. Rinze merkte op dat zijn moeder haar een knipoog gaf. Op zijn beurt stelde Rinze de mannen uit zijn 'delegatie' voor, waarna het handen schudden een aanvang nam. Ze liepen het huis in. Julia nam haar zoon echter meteen apart en liep met hem naar de keuken. Daar pakte ze een thermoskan en zette deze met 2 stukken appeltaart op gebakschoteltjes en twee mokken op een dienblad en vroeg hem haar te volgen naar de tuin.

"Beter om eventjes helemaal alleen te zijn, jongen," legde ze uit terwijl ze voor hem uit liep.

Rinze vond het prima. De rest zou zich wel vermaken. Eventjes gingen zijn gedachten uit naar Karl die net zoveel recht had op antwoorden als hijzelf, maar… dat kwam later wel.

"Vind je het erg om even gescheiden te zijn van je vriend?"

"Nee mam."

"Je kunt hem later alles wel uitleggen toch?"

"Ja, zeker wel."

Ze gingen zitten op een bankje op een terras dat geheel en al omgeven was door hoge struiken en bomen. Een plekje dat je vanaf het huis niet zou kunnen zien. Terwijl Julia de mokken volschonk met koffie, snoof Rinze de geuren van de tuin op, maar kon ze niet thuisbrengen.

"Wat ruik je Rinze?"

De jongen glimlachte. De vraag riep herinneringen bij hem op. Altijd had zijn moeder hem aangespoord zijn zintuigen te gebruiken. Waar ze ook heen gefietst waren in hun vakanties en vrije tijd, altijd had ze dat soort vragen gesteld. Wat hoor je? Wat zie je? Wat voel je?

"Ik kan de geur niet thuisbrengen mam. Ik ben nog steeds niet echt goed in dit spelletje."

Julia glimlachte. "Het is hier zo lekker stil altijd," zei ze. "Wat wil je weten, jongen?"

De directe opening verwarde hem, omdat hij zo ontzettend veel wilde weten en dus niet wist waar te moeten beginnen.

"Of heb je liever dat ik gewoon maar begin te vertellen?"

Rinze knikte.

"Oké. Nadat je vader was weggegaan, probeerde ik opnieuw het nummer van Johanna te bellen. Opnieuw werd er niet opgenomen, maar ineens dus toch. Het was de buurvrouw, Eta dus, die de planten verzorgde, omdat Johanna en Fransje met de kinderen op vakantie waren. Daarom had ik haar dus niet kunnen bereiken. Vanaf het moment dat de problemen vorige week vrijdag ontstonden, had ik geprobeerd haar te bellen en dat was dus wat ik bedoelde met dat ik tijd nodig had. Johanna en Fransje hebben me altijd gezegd dat als er problemen waren, ik bij hen terecht kon en er waren problemen gekomen die vrijdag en ik wist gewoon dat het compleet uit de hand zou lopen."

Rinze zag hoe zijn moeder rilde. "Mam, als het je teveel wordt, kunnen we ook een andere keer praten."

"Nee jongen, laat het er nu maar uit komen. Alles! Dat is het beste, dan hebben we dat gehad. Ik heb al veel te lang mijn mond gehouden en daarvan heb ik ontzettend veel spijt. Ik heb jou ontzettend veel te kort gedaan, maar het kon niet anders lieverd! Als het anders had gekund, dan had ik het gedaan!"

"Ik geloof je, mam. Ik weet nu dat je geheimen voor me hebt gehad, maar het kan niet anders zijn, dan dat je daar een goede reden voor hebt gehad."

"Dank je, Rinze. Het doet me goed dat je me ondanks alles nog vertrouwen schenkt."

"Mam! Hoe zou ik anders kunnen! Je bent mijn moeder! Je hebt me altijd laten voelen en zien wat liefde is! Hoe zou het nu dan kunnen, dat ik je niet meer vertrouw?"

"Omdat ik je al die jaren bewust voorgelogen heb, Rinze," zei ze op zachte toon. "Ik heb je een familie onthouden, waarvan jij het bestaan niet wist. Maar ik heb het gedaan omdat ik mezelf en jou moest beschermen."

"Dat bedoel ik dus, mam. Je had er een goede reden voor. Je hebt geprobeerd ons veiligheid te bieden en dat is een prima reden voor mij."

"Johanna is vier jaar jonger dan ik. Mijn kleine zusje dus, hoewel ze duidelijk breder in de omvang is dan ik ben."

Rinze voelde een goed gevoel in zich opkomen, toen hij een glimlach om zijn moeders lippen zag opkomen.

"We hebben altijd een vreselijk goede band met elkaar gehad. Echte zussen! Natuurlijk hebben we ook wel eens flinke ruzie met elkaar gehad en er is zelfs een jaar geweest dat we elkaar absoluut niet wilden zien. Ik weet al niet eens meer precies waarom, maar…dat soort dingen gebeuren nou eenmaal in families."

Rinze noteerde in gedachten dat hij het eens bij Karl moest navragen. Ergens in de verhouding van Matthieu en Karl had hij iets bijzonders opgemerkt.

"Enfin! Ik spring van de hak op de tak, maar ik hoop dat je het kunt volgen."

"Anders vraag ik wel, mam."

"Goede band dus met Johanna," vatte ze samen. "Toen ik je vader…"

"Sorry mam, maar kun je proberen om dat te voorkomen?"

"Wat?"

"Je noemt hem steeds 'je vader' en dat doet me zeer. Zo kan ik hem niet zien, mam. Vader is een titel die je moet verdienen en dat doet hij niet. Niet meer! De afgelopen dagen zonder jou waren vreselijk voor mij, mam. Het was maar van woensdag tot en met nu, maar het leek oneindig lang. Ik heb geprobeerd me te troosten met herinneringen aan goede momenten met jou samen, maar altijd weer kwam er dan die schaduw van hem overheen. Altijd weer! En dat maakte het goede dan ineens een stuk minder goed. En daarom alsjeblieft noem hem niet steeds 'je vader'."

"Wat je zegt, kan ik me heel goed voorstellen jongen. Het is absoluut geen overtrokken reactie van je geweest. Hij was altijd dominant aanwezig. Hetzij op de voorgrond, hetzij op de achtergrond, maar altijd viel zijn donkere schaduw over mij heen en dus ook over jou, omdat wij zo verrekte close waren altijd. Toen ik je vader … ik hem ontmoette, was hij een allercharmantste jonge man. Hij zag er leuk uit, had humor en ik viel als een blok voor hem. Dat hij van huis uit een zwaarder geloof aanhing dan waarbij ik opgevoed was, beschouwde ik als een bijzaak. Dat ik met hem mee zou moeten naar zijn kerk vond ik niet erg. Ik was verliefd en dan doen dat soort zaken er niet toe. We trouwden en alles was koek en ei. Ook wat betreft familiezaken. We kwamen bij mijn ouders thuis en daar ontmoetten we dan ook vaak Johanna. Toen zij een vriendin kreeg in plaats van een vriend begon het wat te rommelen. Hij was daar fel op tegen, maar had nog wel het fatsoen dat niet onder woorden te brengen naar Johanna of mijn ouders toe. Voor de lieve vrede hield hij zijn mond, zoals hij het mij telkens weer liet weten. Mijn moeder overleed aan een erg agressieve vorm van kanker en mijn vader drie maanden daarna aan een gebroken hart. Hij kon niet zonder haar. En toen… toen kwamen er pas echt problemen. Je vader wilde dat ik het contact met Johanna en Fransje zou verbreken. Eerst weigerde ik pertinent! Ze was mijn zus! Hoe haalde hij het in zijn hoofd zoiets te vragen van me!" Julie bleef in de herinnering hangen en na enige tijd verbrak Rinze de stilte.

"Hoe kwam het dat je uiteindelijk toch toegaf, want dat deed je. Toch?"

"De kerk. De verdomde invloed van de kerk. Je v… Toen de toenmalige dominee en wijkouderling langskwamen voor hun halfjaarlijkse bezoek, bracht hij het ter sprake. Hij wist het goed te brengen. Hij wilde mij niet blootstellen aan het zondige gedrag van mijn zus, zo legde hij uit. En daarom wilde hij dat we geen contact meer met haar zouden hebben. Je hebt zelf meegemaakt, hoe ze je onder druk kunnen zetten, Rinze en dus stemde ik toe. Ik verbrak het contact. Johanna heeft het me nooit kwalijk genomen, godzijdank. Ze heeft altijd aangevoeld dat het niet vanuit mezelf kwam, dat er een achterliggende oorzaak was die zij niet kon bestrijden. Toen kwam het volgende waarmee hij me manipuleerde. Tot die tijd had ik altijd gewerkt op de basisschool. Het zit in ons bloed, jongen. Mijn ouders hebben allebei in het onderwijs gezeten en Johanna en ik dus ook. Je… Hij wilde dat ik zou stoppen met werken en me helemaal zou gaan richten op het stichten van een gezin. Als hoofd van dat gezin kon hij gemakkelijk genoeg de kost voor ons verdienen. Ik vond dat flauwekul. Zolang er zich geen kinderen aandienden, hoefde ik toch nog niet te stoppen? En dus bleef ik doorgaan met werken. De eerste miskraam kwam."

Rinze keek haar verbaasd en ontzet aan.

"En er volgden nog drie. Ik vertel het misschien wat laconiek, maar geloof me alle vier hebben me vreselijk veel verdriet en pijn gekost. Het waren allemaal mijn kinderen, weet je! Het is gewoon vreselijk als je weet, dat je kind in je leeft en dat het dan ineens voorbij is."

"Mam!" Rinze pakte haar hand vast en drukte die stevig in de zijne. "Dat moet een hel voor je geweest zijn!"

"Ja, dat was het ook. Maar…" Ze pinkte een traan weg uit haar ooghoek. "Maar het kon nog erger jongen." Ze haalde haar neus op en ging met een vastberaden blik op haar gezicht verder. "Hij maakte me het verwijt dat die eerste miskraam mijn schuld was. Het was mijn schuld, want ik wilde tenslotte niet tijd vrij maken om goed voor hen te zorgen. Ik wilde blijven werken nietwaar?"

"De EIKEL!"

"Na de tweede miskraam stopte ik met werken en dat opnieuw onder druk van dominee en ouderling. Ze wezen mij op mijn verantwoordelijkheden voor het ongeboren leven en vergeleken mijn gedrag - het blijven doorwerken - met dat van een moordenaar!"

"VERDOMME," vloekte Rinze.

"Ja. Maar wat nog veel erger was… ik liet het me allemaal aanleunen, jongen. Met elke confrontatie met de kerk en met je vader voelde ik me slechter en slechter. Toen ik gestopt was met werken, raakte ik opnieuw in verwachting. Opnieuw echter ging het mis. De huisarts raadde me aan voorlopig te stoppen met onze kinderwens, omdat het niet gezond was. Ik moet hem schamper aangekeken hebben want hij wist meteen dat het niet zou kunnen. Ik was er toch voor om kinderen te werpen?"

Rinze kneep zo stevig in de hand van zijn moeder dat zijn knokkels wit werden.

"Na de vierde miskraam stortte ik volledig in. Zes maanden lang zat ik in een inrichting, omdat ik ernstig depressief was. Die maanden brachten me rust, maar ook dat ik een totale afkeer van mezelf kreeg. Op de een of andere manier kwam Johanna er achter wat er met me gebeurd was en ze kwam me opzoeken. Vanaf dat moment werd onze band weer hersteld, zij het in het geheim. Hij mocht er niets van weten." Opnieuw viel er even een stilte.

"En was ik de vijfde?"

Julia maakte haar handen los uit die van Rinze en streelde over zijn haren en zijn gezicht.

"Ja, en toen dat goed ging, was ik hemelsblij. Ik had een doel in mijn leven." Ze keek haar zoon heel gelukzalig aan. "Ik was echt heel erg blij met je, jongen en ben dat altijd geweest. Ook toen ik later moest constateren dat je mijn achilleshiel bleek te zijn. Nooit heb ik jou daarover verwijten gemaakt. Geloof me, Rinze!"

Rinze kon de wending van blij naar kwetsbare plek niet begrijpen en vroeg om uitleg.

"Toen ik uit de inrichting thuis kwam, merkte ik aan je vader… sorry… aan hem dat er iets was. Er kwamen telefoontjes die, als ik opnam, neergelegd werden. Het leek erop dat hij telefoongesprekken voerde als ik weg was om een boodschap of zo en als ik dan thuiskwam, hoorde ik hem vaak net de hoorn op de haak leggen. Ook rook ik soms parfum op zijn kleren, op zijn lichaam. Ik begon steeds achterdochtiger te worden en op een huisbezoek heb ik mijn vermoedens eruit gegooid. Ook daarover voelde ik me nadien heel ongelukkig. Niet alleen vanwege het resultaat, maar nog meer omdat ik hem er niet zelf mee had durven confronteren, maar nu ook zelf de kerk gebruikte als een machtsmiddel."

"Wat was het resultaat mam?" vroeg Rinze toen er weer een lange stilte was gevallen.

"Het kwam erop neer dat je va… dat hij een liefje had gehad in de periode van mijn afwezigheid."

Rinze liet opnieuw een vloek horen.

"Maar… geloof het of niet de dominee en de ouderling wisten het goed te praten. Ik had tenslotte verzuimd in mijn huwelijkse verplichtingen. Ik was degene die te kort geschoten was! Kun je je voorstellen hoe ik me toen voelde?"

"Ja mam! Het moet vreselijk geweest zijn. Je moet het gevoel gehad hebben alsof je alleen maar daarvoor op de wereld was. Het behagen van je man!"

"Inderdaad als meneer niet kon neuken met mij, zocht hij wel iemand anders op!!!"

Rinze moest lachen.

"Wat lach je nou?!?!?!"

"Ik heb je dat woord nog nooit horen gebruiken, mam!"

"Dan zal het eens tijd worden, jongen! Al die verloren jaren… "

"Nee mam! Zeg dat niet! Het waren geen verloren jaren! Ze hadden beter gekund. Zeker! Maar noem ze nooit verloren jaren!" De hand van Rinze gleed nu over het gezicht van zijn moeder en het gebaar troostte en verzachtte.

"Je hebt gelijk, jongen. Zo zal ik er nooit meer over praten. Ik moet me eraan vasthouden dat het vooral jaren met jou geweest zijn. Met mijn zoon!"

"Ja mam. En voor mij geldt dat ik de allerliefste moeder van de hele wereld heb!"

"Hoe is het met je vriend en jou?"

Opnieuw een plotselinge wending in het gesprek, maar Rinze vond het niet erg. Eventjes de lucht wat klaren zou hen beiden goed doen. "Prima mam. We kunnen ontzettend goed met elkaar opschieten."

"Hebben jullie al seks gehad?"

"MAM!!!"

"Doe niet zo moeilijk, jongen! Dit soort vragen wil ik je gewoon kunnen stellen!"

"Oké als ik jou dan ook zo direct mag benaderen."

Julia kneep haar ogen tot spleetjes en antwoordde daarna met een brede glimlach om haar lippen dat hij dat mocht.

Rinze maakte van de gelegenheid gebruik en vuurde meteen zijn vraag af:

"Heb jij iets met Eta?"



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, december 2018 (herziene versie)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten