NIEUW IN CALIFORNIË - hoofdstuk 12

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 682
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

NIEUW IN CALIFORNIË - hoofdstuk 12

Bericht door Lucky Eye » za 17 nov 2018, 12:31

NIEUW IN CALIFORNIE
Een verhaal van Ardveche, met zijn toestemming vertaald in het Nederlands door Lucky Eye.

Hoofdstuk 12 - Pech

Een tijdje zaten we daar gewoon. Genietend van elkaars warmte en de stille kameraadschappelijke stilte tussen ons. Een aantal boten passeerde, de lengte van het meer overstekend, maar dat was dan ook het
enige dat de sereniteit en de schoonheid van de middag verstoorde. Toen de schaduwen langer begonnen te worden, bewoog Curtis zich en haalde hij zijn arm van mijn schouders. "Wil je praten? Of gaan we gewoon terug?" vroeg hij, zijn handen in de zakken van zijn jas stekend en wrijvend over zijn ribbenkast om ze te warmen. "Nu niet," reageerde ik na een kort moment van overpeinzing. Ik wilde met hem praten, wilde proberen hem wat verstand bij te brengen maar wilde deze hele middag, die zo prachtig was geweest, geen geweld aandoen. "Laten we maar teruggaan." "Oké." Stijfjes stonden we op van de rots waar we op gezeten hadden en baanden ons een weg terug over de steile helling. Tegen de tijd dat we terug waren bij Curtis' auto was deze nog slechts een donkere schim tussen de omringende schaduwen.
Hij gaf me de sleutels. "Wil je dat ik rij?" "Yeah. Ik denk dat ik de laatste dagen wat te veel gedaan heb. Ik voel me wat stijf." "Oh echt?" stak ik hem de gek aan. "Probeer ons niet te pletter te rijden," zei hij met een droevige beweging van zijn hoofd. We stapten in de auto en de verwarming verdreef de avondkilte snel toen we de weg opdraaiden en terugreden naar huis. Het leek alsof het geen enkele tijd had gekost voor we weer terug waren bij Lois' huis. De terugweg lijkt altijd korter te duren, ben ik de enige die zoiets opvalt? We waren te laat voor het eten maar Lois en mijn moeder hadden genoeg voor ons overgelaten in de koelkast en dat warmden we op in de magnetron. Ze zaten in de woonkamer gebogen over een nieuw spelletje Scrabble. Als ik ooit zo word, hoop ik dat iemand me doodschiet. De rest van de avond brachten we door in mijn kamer.
We keken t.v. terwijl ik de notities doorlas die Kate me gebracht had. Het kwam me allemaal behoorlijk bekend voor en ik had het idee niet veel gemist te hebben. "Ik ben kapot," zei Curtis uiteindelijk gevolgd door een langgerekte gaap. "Ga naar bed. Na het bijna betrapt zijn van de vorige nacht lijkt het me beter dat we even wat rustig aandoen, huh? En ik voel me ook niet 100% lekker dus aan mij zou je ook niet zoveel plezier hebben." "Ah," protesteerde ik maar ik zag de wijsheid van zijn woorden in. "Trouwens, morgen moet je weer naar school Andrew!" grijnsde hij naar me. "Zo, dan ga ik maar naar beneden. Oké?" "Ja. Ik denk het," zuchtte ik. "Krijg ik nog een kusje voor de nacht?" "Heb je er een verdiend dan?"
"Altijd!" Zijn antwoord was simpel en overduidelijk onmogelijk om tegen in te gaan.
Daarom leunde ik naar hem toe en kusten we elkaar lang totdat hij zich van me losmaakte een ‘goedenacht' fluisterde en me een tikje op mijn hoofd gaf. "Goedenacht," antwoordde ik inwendig ongelukkig omdat ik weer alleen zou zijn. "Je bent trouwens toch al oversekst," zei hij terwijl hij van me
wegliep. "Zeg dat nog eens!" riep ik naar zijn rug maar hij negeerde me en ik hoorde zijn voetstappen de trap afgaan en ik was echt alleen. En zo voelde ik me ook. De volgende ochtend werd ik wakker van het aanhoudende geluid van mijn wekker. Op schooldagen stel ik de wekkerradio in op een station waar ik
een grote hekel aan heb. Zo'n hekel dat ik wel uit bed moet komen om het af te zetten. En tot nu toe werkte dat uitstekend. Na mijn douchebeurt kleedde ik me met de gebruikelijke zorg aan en ging naar de
keuken.
Mijn moeder was al vertrokken naar haar werk maar Lois was druk bezig met de verzorging van haar planten. "Goedemorgen," praatte ze vrolijk. "Hoi!" "Heb je goed geslapen?" "Ik denk het." "Heb je niets ongewoons gehoord?" Haar toon was ondeugend. "Zoals?" "Een vreemd soort beest in mijn bloemperkje, misschien?" Ze lachte gemeen naar me. "Ik weet echt niet waar je het over hebt," bracht ik tegen haar in
terwijl ik naar haar teruglachte. "Geluk voor jou jongeman, dat die bollen spoedig op uitkomen stonden." "Sorry, Lois." Ik probeerde beteuterd te kijken maar slaagde daarin duidelijk niet. "Is Curtis al op?" Verandering van onderwerp wil wel eens goed werken op zo'n moment. "Ik heb hem nog niet gezien. Waarom ga je niet even kijken?" "Nee, ik wil hem niet storen. Gisteren voelde hij zich niet echt lekker
ik denk dat hij zich wat te veel heeft ingespannen."
"Nou ja, ik zeg niet graag ‘heb ik het niet gezegd', dus daarom mag je dat zelf bedenken." "Ik ga maar eens naar school." "Ja, je moeder heeft dit voor je achtergelaten." Lois overhandigde me een gesloten enveloppe. "Ze zei dat je het moest afgeven op de administratie." "Cool. Wat heeft ze geschreven?" "Dat je een aantal lessen gemist hebt vanwege persoonlijke omstandigheden." "Oké. Denk dat dat veel uitleg bespaart, hè?" "Ja. Ga nu maar." De wandeling naar school was rustig dit keer terwijl ik door de woonwijken slenterde. Meer vertrouwd in elk geval dan de vorige keer toen ik de tocht van school naar huis had gewaagd. Ik arriveerde vijftien minuten voor het begin van de lessen en had zodoende nog voldoende tijd om de brief af te geven bij Agnes. Toen zocht ik mijn weg naar de hal en mijn kluisje om een aantal boeken die ik voorlopig nog niet nodig had op te bergen.
Daar zag ik Tyler en David. "Hey, Drew!" riep David terwijl hij naar me toe rende. Tyler volgde hem
in een rustiger tempo; de tijd nemend om eerst nog wat woorden te wisselen met een paar andere jongens. "Goed weekend gehad?" Gevolgd door een knipoog. "Gaat je niets aan David." "Hey." Tyler voegde zich bij ons. "Hoe is het met die saaie pier?" "Blijf je hem zo noemen?" vroeg ik, maar niet echt geërgerd omdat ik wist dat Tyler het niet kwaad bedoelde. "Waarschijnlijk wel." Tyler grijnsde breeduit en liet me zijn perfecte tanden zien. De snee op zijn wang genas, zo te zien, behoorlijk goed. "Nou blijf dat maar niet doen." Was alles dat ik zei. "Sorry, ik wilde je niet boos maken, ik maakte alleen maar een grapje."
"Ik weet het maar hij zou het niet fijn vinden. Veel te veel mensen hebben hem al allerlei namen toegevoegd. Als zijn vrienden dat nou ook nog eens gaan doen?" "Je hebt gelijk. Sorry, Drew." Nou, hoe vind je dat? Tyler Ellis had zijn excuses aangeboden. Te zien aan de verblufte uitdrukking op het gezicht van David was dit inderdaad een heel opmerkelijke gebeurtenis. "Laten we er over ophouden. Wat heb je het eerste uur?" Ik dacht aan een carrière in diplomatieke kringen, want ik begon een talent te ontwikkelen om moeilijke conversaties in een veilige haven te leiden. "En wat heb jij het eerste uur?" Hij legde overduidelijke de nadruk op ‘jij' en ik begreep absoluut niet waar hij op doelde. "Wiskunde," antwoordde ik uit mijn hoofd. Ik had namelijk even tevoren nog mijn lesrooster bekeken. "En wat heb ik dan?" "Wiskunde?" zei ik hem plagend. Want ineens realiseerde ik me dat mijn vraag natuurlijk volledig overbodig was geweest.
De vorige week had hij samen met mij wiskunde gehad dus was het logisch dat hij dat nu ook had. We grijnsden naar elkaar en Tyler begon te lachen. "Jullie moeten met deze act het toneel op jongens," leverde David als wrang commentaar hetgeen hem meteen een hoofdklem van Tyler opleverde die hem hiermee een verontschuldiging afdwong. David werd door de bel voor een verdere afstraffing gespaard en we liepen naar onze klas terwijl we hem nariepen hem bij de lunch weer te zien. De morgen ging zonder noemenswaardigheden voorbij. Ik liep van les naar les en was in staat meer aandacht te besteden aan hetgeen me verteld werd dan op de voorgaande donderdag en daarom slaagde ik er in de lunch te bereiken zonder dat er een leraar naar me geschreeuwd had. Eigenlijk dus best wel een prettige dag. Ik stopte in de hal om mijn boeken weg te leggen voordat ik de jongens ontmoette voor de lunch en toen ik mijn kluisje sloot, hoorde ik iemand tot me spreken.
"Hai! Flikker." Ik besteedde geen aandacht aan de stem net doend alsof hij het niet tegen mij had alhoewel dat overduidelijk was. "Ik zei, hai flikker." Een hand greep mijn schouder vast, ik draaide rond en sloeg zijn hand weg. "Ik heb je wel gehoord." Ik herkende de jongen in het geheel niet. Hij was veel groter dan ik en een koude rilling liep me over de rug. Dit was nou precies wat ik altijd had proberen te voorkomen op school. "En waarom antwoordde je me dan niet, pikkenlikker?" Er lag een superieure, valse trek op zijn gezicht. "Je dacht zeker aan je vriendje, hè?" Hij werd vergezeld door drie andere jongens en zelfs al zou ik in staat zijn hem te pakken, hetgeen ik hogelijk betwijfelde, dan nog zou ik gigantisch op mijn donder krijgen van zijn maten. "Fuck you," was het enige dat ik kon bedenken te roepen. "Ja, dat zou je wel willen he?" Hij duwde me hard tegen m'n schouder en ik knalde tegen de kluisjes achter me. Er waren diverse mensen in de hal maar iedereen deed alsof ze niet zagen wat er gebeurde.
"Misschien zou jij dat wel willen," antwoordde ik terwijl ik mijn shirt rechttrok me er van bewust dat mijn grote mond me wellicht in nog grotere problemen zou brengen. Mijn hart bonkte. De valse lach verdween
van mijn belagers gezicht en werd vervangen door een boosaardige frons. "Jij kleine engerd." En hij duwde me opnieuw naar achteren. "Hey!" Ik draaide mijn hoofd naar links en zag Brian, de jongen van de zwemploeg, de hal in komen naar ons toe. "Wat is er hier aan de hand?" vroeg hij op dwingende toon aan de grotere jongen. Na mijn laatste ontmoeting met Brian, waarbij ik hopeloos faalde om indruk op hem te maken, was ik reuze blij hem nu te treffen. "Donder je op Brian. Dit is tussen mij en de homo." Ik bedacht me dat ik geen enkele poging had gedaan om te ontkennen dat ik gay was. "Laat hem met rust Mike."
"Dit gaat jou niet aan." Ik wrong me in allerlei bochten terwijl Mike me nog steeds bij een schouder tegen de muur gedrukt hield om aan zijn greep te ontkomen. "Maar nu wel," zei Brian. "Sinds wanneer hou jij het met flikkers?" "Drew is geen flikker," antwoordde Brian in de overtuiging dat hij mij te hulp kwam. "Zeker weten van wel. Ik zag hem knuffelen met zijn vriendje gisteren bij het meer." Bij het meer? Dan moest hij op een van de boten gezeten hebben die heen en weer gevaren waren of hij had ons bespioneerd vanuit de bosjes. Waarschijnlijk zag hij de uitdrukking op mijn gezicht want hij zei: "Je dacht zeker dat niemand je kon zien hè. Stelletje mietjes, jij en die halfgare Reid?" "Is het waar?" vroeg Brian me. Ik gaf geen antwoord, bleef staren naar Mike en poogde me los te maken. "Laat me gaan." Brians interventie, alhoewel niet direct helpend, bracht meer en meer mensen om ons heen.
Dit leek Mike te ontmoedigen omdat hij waarschijnlijk bang werd dat een leraar zou komen vragen wat er aan de hand was. "Ik zie je nog wel." Mike liet me los. Uitdagend begon ik met overdaad mijn kleren recht te strijken hetgeen me een klap met de platte hand van Mike tegen mijn voorhoofd opleverde. Ik knalde achterover tegen de kluisje. Hij en zijn maten maakten zich met gevloek en snedige opmerkingen in mijn richting uit de voeten. "Dank je," zei ik tegen Brian toen ze weg waren. "Geeft niet," luidde zijn antwoord en hij liep van me weg zonder verder iets te zeggen. Ineens had ik geen enkele zin meer in mijn lunch. Ik wist dat Brian de groep ‘sporty boys' zou opzoeken en dat ik daar absoluut niet meer welkom zou zijn, nu. Bovendien had ik een geweldige hoofdpijn en mijn maag zat zo in de knoop dat ik mijn eetlust volledig kwijt was. Na de lunch had ik Engelse literatuur en daarom slenterde ik naar de bieb. Rustig de tijd laten verlopend en uit de buurt van mensen blijvend.
Ik voelde me echt beroerd. Hetgeen een leuke dag had beloofd te worden leek nu te worden tot de meest ellendige uit mijn leven. Waarom had hij ons moeten zien? Waarom moest er altijd iets bijzonders van gemaakt worden? De liefde tussen twee mensen is toch zeker het belangrijkste, niet tot welke sekse ze behoren? Ik pakte een willekeurig boek en ging op een plaatsje zitten waar iedereen me kon zien en waar elk gesprek onmogelijk zou zijn. Ik wilde met niemand praten en dit was de beste manier om dat te voorkomen. Toen de bel ging, liep ik snel naar de volgende klas en ging ergens achterin zitten. Ik trok mijn jas uit en verstopte mijn neus snel in het boek dat ik meegenomen had om vreemde vragen van mijn klasgenoten te vermijden. En van Kate in het bijzonder. Ik hoopte dat de klas zich snel zou vullen en dat zij niet meer naast me zou kunnen gaan zitten.
Maar die hoop vervloog snel. Iedereen kwam traag als een slak terug van de lunch maar niet mevrouw de vice-president, ze was precies op tijd. Ik realiseerde me, ook al was die gedachte opgekomen, dat mijn bittere gedachten in haar richting totaal niet terecht waren. Maar ik kon het niet stoppen. Ik was boos op de wereld en ik wilde er iemand de schuld voor kunnen geven. "Daar ben je. De jongens misten je bij de lunch." Kate legde haar rugzak op het tafeltje naast het mijne. "Ik was aan het lezen," antwoordde ik zonder op te kijken. "Ja dat zie ik. Sinds wanneer ben je geïnteresseerd in ..." Ze hield
even in, draaide haar hoofd en las de rugtitel van het boek "...De Ecologie van de Noordwest Kust." "Het is voor een project," knorde ik. "Natuurlijk. En wat is er nu echt gebeurd?" Ze verlaagde haar volume en
ging verder: "Smacht je naar Curits?" lachte ze liefjes maar ik reageerde niet. "Je leek zo vrolijk vanmorgen?"
"Mejuffrouw Tomski! Dit is de Engelse les, geen kletsuurtje." De stem van de lerares bracht Kate tot zwijgen, voor het ogenblik. Ik bleef staren naar het boek proberend elk oogcontact met haar te voorkomen. "Zo gemakkelijk kom je niet van me af Drew. Ik wil weten wat je dwars zit," zei ze. "Niets." "Natuurlijk. Daarom ben je zo blij en opgewekt." "Schei uit, alsjeblieft. Oké?" "Nee, het is niet oké. Er zit je iets dwars en ik wil weten wat," siste Kate terug. "Er is niets." "Zeg wat is er met jullie twee aan de hand?" wilde de lerares weten. "Als jullie niet stil kunnen zijn, haal ik jullie uit elkaar." "Sorry, mevrouw Carter." Ze was voor een paar ogenblikken stil en veinsde aandacht te hebben voor haar eigen opdracht terwijl ze toch steeds steels in mijn richting keek. Blikken die ik steeds trachtte te ontwijken. Ik was verward en bang. Wat had Mike bedoeld toen hij zei ‘Ik zie je nog wel'. Wat stond me te wachten? Kon ik hier op school wel blijven nu hij mij en Curtis samen in het openbaar had zien zoenen?
Aan hoeveel mensen zou hij het doorvertellen? Hoevelen zouden niet meer met me willen praten? Hoeveel me met de nek aankijken en schofferen? Wat moest ik doen? "Je komt hier niet vandaan zonder dat je mij een goed antwoord hebt gegeven meneertje." En om haar woorden kracht bij te zetten, schopte ze me onder de tafel door tegen m'n benen. "Nou is het genoeg! Mejuffrouw Tomski ga maar ergens anders zitten. Hier vooraan graag zodat ik je in de gaten kan houden. Wat jij en meneer Quinn ook te bespreken hebben zal zeker kunnen wachten tot na schooltijd, dat weet ik zeker." De scène leverde ons een lachsalvo vanuit de klas op omdat lerares voordat ze deze woorden uitsprak haar boek met een klap had dichtgeslagen en ons over haar brillenglazen aankeek. Tegen haar zin zette Kate zich in beweging en verhuisde ze.
"Dat valt me van je tegen Kate." Gelukkig was ik aan een verdere ondervraging ontsnapt. Ik stortte me weer in mijn put van zelfbeklag en verstopte me weer achter het scherm van mijn boek waar ik geen woord in las. De les ging verder. Toen de bel ging, was ik al halverwege het lokaal. Snel de gang in om een voorsprong op Kate op te bouwen. Ik had besloten dat het genoeg was voor deze dag en dat ik de rest van de dag zou gaan spijbelen. Ik liep gehaast door de hal, de knokkels van mijn hand wit van het stevig vasthouden van mijn rugzak, hoofd naar beneden en ogen gericht op de vloer. Opeens stond er iemand midden in mijn pad die duidelijk niet van plan was uit de weg te gaan. Ik raakte in paniek dat dit het ‘later' zou zijn waar Mike over gerept had.
Ik stopte en keek omhoog. Het was David en hij had een geamuseerde glimlach op zijn gezicht. "Je hebt haast vriend. Maar je gaat wel de verkeerde kant op," zei hij terwijl hij zijn armen voor zijn borst kruiste. "Yeah," mompelde ik. "Wat is er aan de hand?" Brian vertelde dat Mike je heeft lastig gevallen." "Niets bijzonders." De leugen was zo overduidelijk dat ik even moest huiveren. "Het gaat wel goed." "Ja natuurlijk, daarom heb je ook je lunch maar overgeslagen." "We komen te laat." Ik dacht dat een plotselinge verandering van koers een veilige manier was om me hier uit te redden. De lichtgeraaktheid
van onze scheikundeleraar was welbekend en veel besproken en in feite was het David zelf geweest die me hiervoor had gewaarschuwd.
"Je hebt gelijk, laten we gaan." Mijn kans om stiekem weg te glippen, glipte me dus door de vingers. Ik was nu niet alleen gedoemd de scheikunde les bij te wonen maar zou ook zeker geen kans zien David
kwijt te raken voor het einde van onze schooltijd. "Maar je moet me straks alles vertellen, oké?" "Jij je zin." "Goed, kom op." Hij legde een arm om mijn schouders die ik snel wegwerkte. Het was al beroerd genoeg dat Mike en zijn bende het mij moeilijk maakten en ik wilde niet David hierin betrokken zou raken. Ik begon te lopen. "Wat is er? Wat heb ik verkeerd gedaan?" wilde David weten. Ik reageerde niet maar liep stug door. Het binnentreden van het lokaal van Dr. Bates maakte het voor hem onmogelijk om mij opnieuw te bestoken met vragen. Nooit gedacht dat ik zo blij zou kunnen zijn met een scheikunde les. De hele les lang broedde ik op mijn problemen. Dit hele gedonder had ik nou op mijn vorige school met Aaron willen voorkomen. Gelukkig had Dr. Bates niet door dat ik ook dit keer geen enkele aandacht voor zijn voordracht had.
Ik was me zeer bewust van de lege plek naast me, die van Curtis en vroeg me af wat hij op dit moment
deed. Ik miste hem en wou dat ik nu met hem kon praten. Ik zag hem als mijn reddingsboei. Natuurlijk, praten met David zou me wel wat opluchten maar mijn hart uitstorten bij Curtis zou me veel beter doen
voelen. "De les is voorbij." Ik werd uit mijn gedachtewereld teruggetrokken naar de werkelijkheid. "Jullie kunnen naar huis gaan." David stond naast me met een grijns op zijn gezicht. "Huh?" Ik was nog mijlen ver weg. "Wat heb je toch vandaag? Je doet zo vreemd." "Ik weet het. Sorry." "Hey, je hoeft je tegenover mij niet te verontschuldigen hoor." Hij haalde zijn schouders op. Ondanks al zijn geplaag was hij een goede vent. En ik wist dat hij bereid was om te wachten tot ik wilde gaan praten. "Zullen we Ellis gaan opzoeken, yeah?"
"Prima." De gedachte aan een weerzien met Tyler was een plezierige maar dit keer duidelijk gekleurd door het vooruitzicht dat Brian er ook zou zijn. Ach, maakt het ook uit. Uiteindelijk zou ik toch eens iedereen moeten zien. De jongens waren echt heel cool geweest toen ze het van mij en Curtis hadden ontdekt. Ik hoopte alleen maar dat dat zo zou blijven nu ook anderen, zoals Mike en zijn vrienden, ervan af wisten. We liepen samen door de hal geen van ons beiden pratend. Ik verloren in gedachten. Hij mij tijd gevend om na te denken. "Hey, Vincent! Vincent!" David negeerde Mike. Hij en zijn vrienden hingen rond bij de deur toen we naar buiten liepen. "Pas maar op, anders bespringt die flikker je straks nog!" Een koor van hoongelach van zijn vrienden volgde. "Mike, waarom ga je niet naar huis om met je zus te neuken, kun je wat stoom afblazen," antwoordde David kalm terwijl hij doorliep.
"Jij bastaard! Ik zal die vuile flikkersmoel in elkaar rammen!" Mike rukte zichzelf los van de wand en nam een paar stappen in onze richting. David draaide op de plek om en liet zijn rugzak van zijn rug glijden. Klaar voor actie, zijn ogen heen en weer schietend tussen Mike en zijn gang. "Kom op dan?" vroeg hij. "Doe niet zo stom, Vincent. Dit heeft niets met jou te maken." Mike keek wat weifelend nu David zich duidelijk tegen hem verzette. Dit had hij niet verwacht. "Hij heeft gelijk David. Dit gaat om mij," zei ik zachtjes tegen mijn vriend. "En jij bent mijn vriend en daarom gaat het ook om mij," luidde zijn reactie. Hij keek me niet eens aan. "Waarom loop je niet gewoon door Vincent?" probeerde Mike terwijl hij nog dichterbij kwam en de anderen ook in beweging kwamen. "Durf je niet met mij, stoere jongen?" "Wat doet hij met je? Zuigt hij je pik?" sneerde Mike. "Met een gebroken kaak kan hij dat straks niet meer doen, huh? Geen wonder dat je hem beschermt, hij heeft een lekker mondje zo te zien."
Zijn bendeleden lachten opnieuw. Ik stond daar en deed niets. Mijn vriend bereid om tot mijn verdediging het tegen vijf jongens op te nemen. Ik kon nauwelijks bevatten wat er stond te gebeuren. We waren duidelijk in de minderheid en duidelijk van minder gewicht. We zouden compleet ingemaakt worden, geen twijfel mogelijk. "David, laten we gaan, oké?" "Yeah, David laten we gaan. Ga met hem naar huis en neuk hem maar fijn." Met een hoger stemmetje trachtte Mike me te imiteren. "Mike, je bent een zak weet je dat?" Davids stem had alle rust en kalmte verloren en hij leek echt pissig. Plotseling begon het te gebeuren. Mike wierp zich naar voren en haalde uit naar David die opzij sprong.
Ik reageerde meteen door me op Mike te wierpen en wild met mijn armen te slaan. Ik raakte hem een keer goed voordat een van zijn maten me van Mike aftrok terwijl een andere zijn vuist zo hard in mijn maag sloeg dat ik alle lucht verloor. Pijn vloeide door mijn lijf en ik hapte naar adem terwijl ik slap in de greep van die eerste hing. Opnieuw werd ik geraakt, dit keer in mijn gezicht en eventjes werd het me zwart voor de ogen toen ik rondtolde en op de grond viel. Ik was me bewust van schreeuwende stemmen en voetstappen die op het tumult afkwamen. Een voet raakte me gemeen in mijn ribbenkast en ik kromp ineen. Meer geschreeuw en zich snel verwijderende voetstappen, toen stilte. Iemand rolde me op mijn rug en een bekende stem vroeg me of het ging met me. "Drew? Drew? Gaat het me je?" Er lag een sterke, koele hand op mijn voorhoofd, langzaam opende ik mijn ogen en keek op naar Curtis die
naast me geknield zat. "Curtis?" "Yeah. Alles goed?”
"Ja, het is oké met me. Help me overeind." Met zijn hulp slaagde ik erin overeind te komen en veegde met mijn mouw over mijn gezicht. Er zat wat bloed op mijn lip en alles deed me zeer, maar voor de rest was alle oké. "Wat doe je hier?" "Ik wou je afhalen na schooltijd," was zijn reactie. Ik werd me bewust
van de mensen die om ons heen geschaard stonden: David, Tyler, Dan (de sporty-boys) en Kate. "Wat is er gebeurd?" wilde ik weten. En snel vulden ze hetgeen in dat ik gemist had. Tyler en Dan hadden gezien dat Curtis op me stond te wachten bij zijn auto toen ze de school hadden verlaten. Ze waren naar hem toegegaan en met hem aan de praat geraakt. Daarna hadden ze op David en mij gewacht. Kate was er ook bij gekomen en had verteld dat ze zich zorgen om me maakte. Toen waren David en ik naar buiten gekomen en hadden we onze verhitte uitwisseling met Mike gehad. Tyler had al zoiets verwacht omdat hij van Brian gehoord had van mijn eerdere confrontatie met Mike.
Toen de eerste klappen gevallen waren, was Curtis meteen op me toegerend ongeacht zijn eigen verwondingen. Tyler was hem gevolgd. Waarschijnlijk hadden ze gigantisch klop gekregen, ik lag tenslotte al uitgeteld, als Dan zich er niet ook mee bemoeid had. Mike en zijn buddies hadden zich uiteindelijk uit de voeten gemaakt. "Wel, ik weet niet wat jullie nodig hebben maar ik beslist een Coke,"
kondigde David breed grijnzend en met een pijnlijke trek op zijn gezicht aan. Hij had een paar rake klappen opgelopen maar had het beter doorstaan dan ik. Maar ja, ik was natuurlijk ook hun eigenlijke doelwit geweest en zodoende waren de meeste slagen op mij terechtgekomen. "Ik ook," viel Tyler hem bij. "Laten we naar het winkelcentrum gaan, huh?" Ik keek naar Curtis en probeerde uit te vinden wat hij dacht.
"Yeah, kom op jongens, we bijten heus niet!" zei Dan terwijl hij Curtis op zijn schouders sloeg en naar ons beiden lachte. Zo stapten we met z'n zessen in de auto's van Tyler en Curtis (Kate met mij en Curtis om te voorkomen dat we er stiekem tussenuit zouden knijpen!) en reden naar het winkelcentrum. Daar genoten we van ons drinken en namen het gevecht waarin we allen betrokken waren geweest nog eens door. Op grappende wijze beledigden we elkaars gevechtsstijl. Curtis voelde zich duidelijk niet op zijn gemakt in deze kleine groep en regelmatig kneep ik onder de tafel in zijn hand in een poging hem gerust te stellen. Hij lachte dan zwakjes naar me en deed een vernieuwde poging om aan de gesprekken deel te nemen. Het was duidelijk dat hij het voor mij deed en ik werd door zijn pogingen voor mij hevig geroerd. Bijna net zo geroerd werd ik door de anderen die grote moeite deden hem te laten blijken dat hij geaccepteerd werd in hun groep maar ik wist gewoon dat wat ze ook probeerden hij zich nooit echt thuis zou voelen. Hij was gewoon een te rustige jongen en te veel op zichzelf.
We liepen terug naar de auto's en ik bedankte ze allen dat ze mij en David te hulp waren gekomen."Geen probleem, vriend," antwoordde Tyler als eerste. "Ik zat er al tijden op te wachten om Mike eens flink klappen te geven. Jammer dat hij eerst de kans kreeg om David en jou te raken." "Yeah, hij zal zich wel eerst goed beraden voor hij weer iets begint," lachte Dan. "Ik had hem wel kunnen hebben." David richtte zich tot zijn volle lengte op en trok een zo boos gezicht dat iedereen vreselijk moest lachen. "Natuurlijk, held!" Tot mijn diepe verbijstering was het Curtis die antwoordde en David een vriendschappelijk duwtje gaf en een glimlach schonk. "Ik neem je wanneer je maar wilt Reid!" reageerde David strijdlustig. "Echt?"
Als iemand anders al de uitdrukking op Curtis gezicht had gezien terwijl hij dit zei, ze lieten het in elk geval niet blijken. Davids onderkaak viel echter naar beneden en ik moest vreselijk lachen. Het was zo goed om te zien dat mijn vriendje zich openstelde voor mijn nieuwe vrienden net als hij zich voor mij had opengesteld. Het maakte me niets uit dat ik daarbij onderweg een paar klappen had opgelopen. Het enige probleem was nu hoe ik het aan mijn moeder zou moeten uitleggen.


©original text: Ardveche
©Nederlandse vertaling: Lucky Eye, 2018. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten