Wollig (deel 7)

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Amexic
Berichten: 142
Lid geworden op: wo 10 jun 2015, 20:14
Vul het getal in: 123
Locatie: Antwerpen

Wollig (deel 7)

Bericht door Amexic » ma 01 jan 2018, 12:10

Wollig (deel 7)

Eric dropte zich in een ligstoel. Ik volgde. Ik keek naar de opbollende wolken. Indrukwekkend hoe ze groeiden. Het bracht me tot rust.
'Je kijkt zorgelijk.' Eric lag me te observeren met één been over de leuning van de stoel hangend.
'Als ik me als een chimpansee gedraag, ben ik je niet waard.'
'Stop daar nu mee. Als we allebei hetzelfde willen...dan is alles toch in orde.'
'Het hoeft niet te knallend te zijn. Ik ben soms jaloers op een mooi doordeweeks gezinnetje. Dat mis ik: het thuis komen. Als ik dan na het werk ...
'Je bent een beetje eenzaam. Je mist een vrouwtje in huis die de kindjes van school haalt en voor je kookt...'
'Lach me uit...' Ik trapte naar Eric zonder hem te kunnen raken.
'Ik ben niet eenzaam. De hele dag heb ik mensen om me heen. Het hele jaar heb ik me ingewerkt in de praktijk. Het begint te vlotten.
Ik heb me door een patiënt laten overhalen om terug te gaan volleyballen. Mijn agenda zit goed vol. Dat vrouwtje is niet aan mij besteed, dat weet je. Ik had me er ongeveer bij neergelegd dat ik iets mis.'
Hij zat in m'n hoofd te graven en ik maakte geen bezwaar.
'En je vrienden?'
'Je studeert af, je belooft contact te houden en daarna gaat iedereen zijn eigen weg.'
'Klinkt een beetje droevig.'
'Ach nee. Eerst vroeg ik me af wat ik kwam zoeken in die uithoek van het land die de Westhoek is. Het vroeg meer aanpassing dan ik dacht. Iedereen kent iedereen waar ik nu woon. In het begin merk je dat je er niet bij hoort. Het gaat de goede kant op.'
We keuvelden lekker tot door tot Dirk ons vond.
'Hebben jullie geen honger? Ik moet foto's voor de presentatie van het animatieteam straks.'
Ik trok een foto van Eric en Dirk die veinsden uitgeteld in de stoelen te liggen.
Dirk verdween. 'We zijn er binnen een kwartiertje.' riep Eric hem achterna.
'Straks denkt hij nog dat we iets hebben met elkaar.' grapte ik.
'Hij weet dat.'
'Nee toch. Hebt je iets verteld?'
'Een beetje. Waarom niet? Hij heeft ogen in z'n kop. Ja, hij weet dat ik een boontje voor je heb. Hij vind je trouwens bij me passen.' Eric grijnsde gespeeld triomfantelijk.
'Straks weet iedereen het.'
'Man, Dirk is zo discreet als wat. Wie het doorheeft, heeft het door. Dat is toch niet erg. Voor wat ze niet mogen zien doen we de deur op slot.'
'Je hebt gelijk.' Hij was zo zorgeloos op dat gebied.
Na m'n dagelijkse verplichtingen en de voorstelling van het animatieteam aan de nieuwe gasten, brachten we de avond in de bar door in het vertrouwde gezelschap.
Ik maakte voluit deel uit van deze tijdelijke vriendengroep. Het viel me op dat Eric en ik de laatste dagen meer en meer 'jullie' genoemd werden.
Een Marcel die venijnig uit de hoek kwam, ontbrak in deze groep.
Naar gewoonte maakte ik het niet laat. Eric volgde me en ik deed inderdaad de kamerdeur op slot.
Ik liet Eric uit nadat hij had aangegeven niet te willen blijven slapen.
'Je gaat me hier eenzaam achterlaten.' deed ik een zwakke poging maar na een laatste zoen sloop hij m'n kamer uit.
Het regende 's morgens al toen ik wakker werd. Eric had zijn start-to-run programma afgewerkt.
Na m'n ochtendconsultatie bleken de dagtocht en het wielrijden afgelast.
Ik vond Eric aan de inkom. Er heerste een ongekende drukte van mensen die beslist hadden binnen te blijven in het hotel. We keken naar de plensende regen.
'Ik heb onverwacht een vrije voormiddag.' glunderde Eric.
'Wat gaan we doen met dit weer?'
'Laten we gaan zwemmen.'
'Het zwembad zal vol joelende kinderen zitten.'
'Ik bedoel niet het binnen zwembad. We gaan naar de Stasersee.'
Dat meertje lag op wandelafstand van het hotel. Het was een idyllisch plekje met aan de oever een restaurantje. Bij mooi weer werd er volop gezwommen en pootje gebaad.
'Zal het niet te koud zijn?'
'Het water heeft een temperatuur als bij ons aan de zee en het is helemaal niet koud buiten.'
We gingen allebei voor onze zwembroek en voor regenkledij. Ik trok ineens de zwembroek aan onder m'n short.
'Mag ik m'n GSM in je rugzak steken? Ik ben bezorgd dat hij nat wordt van de regen.'
Eric bood de rugzak aan zodat ik hem veilig kon opbergen.
'Ik heb ook een handdoek mee.'
Het meer lag er verlaten bij. We bereikten het na een halfuurtje wandelen in de gietende regen. We lieten onze kleren achter in één van de kleedkabines, niet meer dan een paar houten hokjes bij de oever maar wel praktisch.
Onder de grijze lucht kleurde het water bijna zwart. Het water was als een spiegel waar je van dichtbij regendruppels kleine kringen kon zien maken.
Eric liep meteen naar het staketsel en dook van daar sierlijk het water in. Hij droeg een mooie korte zwemshort.
Ik droeg een klassieke aanpassende speedo, uit de mode maar gelukkig met pijpjes. Een zwembroek heb ik altijd mee op vakantie.
Ik ging te water via het strandje. Het zand ging snel over in gladde stenen en het koste me moeite om me recht te houden tot het water diep genoeg werd om me onder te dompelen. De koelte van het water die me overviel, wende snel. Ons zwemmen veroorzaakte rimpels in het voorheen perfect vlakke water, ons plonsen weerklonk als het enige geluid in de de stille omgeving.
Eric hees zich op het ponton dat een eind van de oever verankerd lag. Ik zwom naar hem toe. Hij trok me uit het water.
'Mooi hier.'
'Ja.'
Hij had kippenvel. Op de een of andere manier maakte dat hem extra aantrekkelijk.
Tegen de achtergrond van donkere bossen en dreigende lucht, in het westen begon het op te klaren, leek Eric een oplichtend onderwerp.
'Kijk het mooie er niet af.'
'Zo zou ik een foto van je willen maken.'
'Dat zal niet lukken zonder toestel.'
Lichtbruine sproeten bedekten zijn schouders als epauletten en waaierden subtiel uit op zijn bovenarmen. Bovenop zijn intussen gebruinde onderarmen tekenden de bruine vlekjes een verfijnd mozaïek. Net als op zijn dijen. De sproeten verloren bruusk aan kracht waar de zon minder vat op z'n huid had gekregen. Zeldzaam en vaag werden ze aan de rand van de zwemshort. Nog hoger waren ze verdwenen wist ik. De donkere achtergrond accentueerde de blankheid van zijn romp.
'Prachtig ben je met al die sproeten.' merkte ik op.
Hij sloeg een arm om mijn nek en voor ik het besefte sleurde hij me het water in door zich onverwacht naar voor te laten vallen.
Nog na proestend zat ik even later terug op het vlot.
'Waarom deed je dat? Wilde je me verdrinken?'
'Ik haat sproeten. Ik mag niet in de zon komen of ik sta vol.'
Hoe idyllisch het plekje op het vlot ook was, we waren te schaars gekleed om lang te blijven zitten. Ik klappertandde demonstratief om kracht bij te zetten dat ik het koud kreeg. Dus zwommen we terug naar de oever en kleedden ons aan.
Het was gestopt met regenen.
Ik probeerde Eric te overtuigen iets te gaan drinken in het bijna lege restaurant.
'Laten we terug gaan want het zijn Zwitserse prijzen hier.'
'We drinken er ééntje, ik trakteer.'
'Je moet me niet altijd willen trakteren.'
'Het kan er af, ik werk al een jaar.'
Het lukte tenslotte. Het was er lekker warm binnen. Ze hadden de haard aangestoken eerder voor de sfeer dan voor de warmte.
Hij keek me weer aan met die vragende, ietwat uitdagende blik in z'n ogen terwijl we aan de hete ovomaltine slurpten.
Sproeten vertrokken van zijn neus tot op zijn kaken en vormden een omgekeerde V. Allerlei tinten: van kastanjebruine tot heel donkere spikkels.
Ik vermeed het er nog iets over te zeggen.
Eric toonde me zijn oudevroutjesvingers veroorzaakt door de regen en het zwemmen. Ik streelde ze met m'n eigen rimpelvingers.
Van dat stuk bosbessentaart dat ik ondanks zijn weigering toch bestelde, genoot hij duidelijk ook.
Toen we buiten kwamen, verraste de doorgebroken zon ons. De laatste flarden witte nevel trokken kleverig langs de dennenbossen.
Mijn plakkerige regenjasje propte ik bij in Eric's rugzak net zoals ik na het zwemmen met m'n natte zwembroek deed.
De zon na de regen liet de weg dampen. Er was geen mens te bespeuren. We liepen hand in hand. Een paadje leidde het gras in, het was slecht een spoor. Ik had het niet opgemerkt.
Eric trok me mee rechts van de weg. Nat gras ritselde tegen m'n benen.
'Waar ga je naar toe?'
'Weet ik niet.'
Even verder, uit het zicht, begreep ik het. Hij zoende me. Ik liet me zonder weerstand in het gras trekken. Hij lag boven op me. Langs onder voelde ik de koelte van het natte gras in m'n shirt en short trekken. Zijn hand groef zich een weg door het pijpje van het sportbroekje. Uitzonderlijk droeg ik er niets onder.
'Doe dat thuis.' had ik verstaan. Het meeste verstond ik niet maar het klonk verontwaardigd. Het leek een boer, de eigenaar van de grond of zo die vlak bij ons stond. We sprongen verschrikt overeind en dropen met de staart tussen de benen af terug naar de weg.
We zwegen een tijd. 'Beschamend.' zei ik. 'Wat als hij ons wat later betrapt had?
'We hebben niks verkeerd gedaan. Hij kan niet veel gezien hebben.'
'We mogen ons niet meer laten betrappen.'
'Je weet best waarom hij zo reageerde. We hoeven ons niet te schamen.'
Ik verbrak opnieuw de stilte: 'Ik wil het wat kalmer aan doen.'
'Welk probleem heb je nu weer?'
'Het gaat te snel. Ik wil je gezelschap, zo veel mogelijk, maar laten we de seks weglaten.'
'Zoals je wil.'
Zou hij beledigd zijn vroeg ik me af. Ik kon het niet uit zijn reactie opmaken.
'Sorry.' verduidelijkte ik. 'Je zit zo erg in m'n hoofd. Ik kan aan niets anders meer denken. Misschien wordt het dan wat rustiger.'
Na het middageten ging Eric er vandoor met een groepje wielertoeristen. Een geïmproviseerd namiddagprogramma werd op poten gezet wegens het betere weer.
Ik vervloekte het mooie weer want ik had hem liever een hele dag voor mij gehad. Maar we waren hier tenslotte niet op vakantie.
Ik plofte me in een ligstoel en piekerde. Zou hij me als een twijfelaar beschouwen, iemand die niet wist wat hij wilde? Wat was beter: er voor gaan en de dingen op me laten afkomen of afstand houden? Waar was ik aan begonnen? Ik was de controle kwijt, het ergst van al ook over mezelf.

Gesloten