MORGENSTER - hoofdstuk 20

Plaats hier je eigen verhalen.
Gesloten
Lucky Eye
Berichten: 680
Lid geworden op: za 03 jan 2009, 19:35

MORGENSTER - hoofdstuk 20

Bericht door Lucky Eye » za 21 okt 2017, 06:35

Een verhaal van Lucky Eye

Disclaimer:
Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.



MORGENSTER

Hoofdstuk 20


Het was nacht. Zaterdag 24 april was al een dik uur oud. Richard had de slaap niet kunnen vatten. Steeds als hij indommelde schrok hij ineens weer wakker. Er was een knagend gevoel dat hij iets over het hoofd had gezien, dat hij ergens een teken gemist had, dat er iets was dat om uitleg vroeg. Maar … wat het nou precies was, dat wist hij niet maar het hield hem wel uit zijn slaap en zo had hij gezien hoe de wekker van vrijdag overgegaan was op zaterdag. Stan sliep rustig in het andere bed. Af en toe … heel af en toe was hij jaloers op zijn broer. Stan kon dingen horen en ze dan ook meteen weer vergeten. Bij hem bleef er altijd iets hangen. Altijd. Altijd was er wel iets om over na te denken. En vaak leidde dat denken er toe dat hij zichzelf bezig bleef houden met allerlei gerelateerde gedachten en zo werd het een onontwarbare kluwen.

Zo was er die enorme twijfel geweest over het Paasweekend. Hij had er tegenop gezien dat het huis vol zou zijn met allerlei familieleden van de Drummonds die hij niet kende. Allemaal mensen die wel eens nieuwsgierig zouden kunnen zijn naar Stan en hem maar geen enkele gast had vreemd opgekeken dat Stan en hij er waren. Edith en Max hadden hen ongetwijfeld vooraf ingelicht over de nieuwe bewoners van huize Drummond maar dat was het niet alleen. Ze waren gewoon opgenomen in de groep van mensen alsof ze er altijd al bij hadden gehoord. Het was druk geweest dat weekend maar ook heel erg leuk. De kleinkinderen waren er bijna allemaal geweest en met drie van hen en Nancy en Nathan had hij Stan vaak op stap gestuurd. Zelf voelde hij zich toen nog niet goed genoeg om mee te gaan. Bij elk uitstapje had Stan eerst onder het motto "Als jij niet gaat, ga ik ook niet!" geweigerd om mee te gaan. Gelukkig was het hem echter steeds gelukt om Stan over te halen. Hij had genoten van dat wat Stan hem nadien allemaal had weten te vertellen maar vooral het enthousiasme van zijn broer had hem goed gedaan.

De week na Pasen hadden Stan en hij genoten van de Spring Break. En net als de week ervoor hadden ze helemaal niets hoeven doen. Het was heerlijk! Uitslapen was hem niet gelukt omdat Stan elke ochtend vroeg wakker was geweest en dan met hem had willen praten. Geen probleem. Natuurlijk gingen heel veel van hun vroege ochtendgesprekken over dat wat ze hadden meegemaakt de afgelopen jaren maar ook had Stan het gesprek steeds afgesloten met de woorden, die hij eerder ook al had uitgesproken, dat ze nu gelukkig waren. En ja, dat was Richards bedoeling ook. Stan gedijde hier goed. Hij zong, neuriede en floot als hij alleen was en was zich daarvan vaak niet eens bewust. Een goed teken. Bewust hadden ze besloten om de testen die Stan zou gaan doen voorlopig uit te stellen. Eerst moest hij helemaal op zijn gemak zijn, moest hij een groot gedeelte van zijn verleden verwerkt kunnen hebben. Pas dan was het tijd voor de volgende stap van een intakegesprek en de daaropvolgende testfase.

Terug op school was het leuk. Het enige dat hij vervelend had gevonden was hij dat gehaald en gebracht moest worden. Zijn rechterarm weigerde nog steeds dienst en daarom kon hij zelf niet rijden: niet op de fiets en zeker niet in zijn auto. Dokter Jarvis, die hij regelmatig zag, maakte zich er niet al te druk over. "Alles zal goed komen," zo zei ze hem telkens weer. Van het begin af aan had hij fysiotherapie gehad. Volgens de fysiotherapeut was er vooruitgang maar hij merkte dat zelf nog niet. Hij wilde dat het sneller ging. Dat hij eindelijk weer eens gewoon alles zelf kon doen. Dokter Jarvis had gezegd dat als zijn arm zes weken na de val nog niet helemaal goed was ze een MRI-scan zou laten maken en dat was gelukkig al binnen twee weken. Een dure grap, zo had hij gemerkt toen hij de kosten van zo'n onderzoek had opgezocht. Nog meer kosten voor de Drummonds. Nog meer schulden waarvan zij niet zouden willen dat hij zich er druk over zou maken. Op de eerste dag dat hij zich weer op school had laten zien had hij zijn medeleerlingen ingelicht. Nancy had al wat voorwerk gedaan en hij had een toelichting daarop gegeven. Ze waren allemaal onder de indruk geweest en stuk voor stuk hadden ze gezegd dat Richard altijd op hen kon rekenen. Dat had hem heel goed gedaan. En bij woorden was het niet gebleven. Meteen was er een rooster opgesteld wie er aantekeningen voor hem zou maken want hij was puur rechts. Schrijven met links was een vreselijke opgave, zo had hij door ondervinding ontdekt. Zijn laptop bedienen met alleen zijn linkerhand ging maar zodra het op tekstverwerken aankwam was ook dat vreselijk onhandig. Nu hij vanwege het opzeggen van bijna al zijn baantjes meer tijd had, bleef hij na schooltijd wat vaker hangen om met zijn medeleerlingen te praten. Hij had nu tijd om wat socialer te zijn en dat lag hem wel. Het enige baantje dat hij nog had was die bij Fred Quintana. Tijdelijk, ook vanwege zijn rechterarm, werkte hij in de winkel. Het was belangrijk voor hem. Hoewel hij nog steeds niet een echte keuze had gemaakt over zijn toekomst leek het hem het beste om zoveel mogelijk ijzers in het vuur te houden. Bovendien lag het werk hem heel erg goed.

Het was nooit helemaal stil in hun slaapkamer. De geluiden van de zee waren goed te horen. In de regel hadden ze iets rustgevends maar nu niet. Nu zorgde het zich steeds herhalende geluid ervoor dat hij wakker bleef. Alsof hij wilde controleren dat alle golven wel het strand bereikten. Hij glimlachte over die rare gedachtekronkel van hem. Hij en controleren. Ja, zijn hele leven had hij dat gedaan eigenlijk. Steeds in de gaten houden of alles wel volgens plan verliep en als er ergens een kink in de kabel kwam het plan aanpassen. Aanpassen of, indien nodig, vervangen door een nieuw plan. En deed het dat nu minder? Nee. Nog steeds had hij plannen in zijn hoofd. Nieuwe plannen. Er moesten dingen gedaan worden. Hij moest vooruit blijven bewegen al was het alleen maar in zijn hoofd. En zo … met al die gedachten … viel hij uiteindelijk toch in slaap.

'AHHHHHHHHHHHHHHHHH' met een langgerekte schreeuw werd Richard wakker en schoot hij rechtop. Stom, stom, stom! Weerklonk het meteen in zijn hoofd en de pijn, als gevolg van die plotselinge beweging, schoot door zijn bovenlijf. Hij sloeg zijn linkerarm er omheen en keek vervolgens naar links. Hij zag hoe Stan met open ogen naar hem lag te kijken.

'Heb je gedroomd?'

'Ja. Ga maar weer slapen, Stan.'

'Was het één van die enge dromen, waar je me over verteld hebt?'

'Ja. Maar ga slapen, bro.'

'Weet je het zeker?'

Richard zuchtte. Wist hij het zeker? Waar was hij nou nog zeker van. Helemaal niets!

'Gaat het goed met je Rich? Ben je gelukkig?'

'Ik werd met een schreeuw wakker uit die nachtmerrie en daardoor ging ik snel rechtop zitten. Dat gaf me pijn in mijn ribben. En dat is niet fijn. Maar ik ga zo weer slapen. En ja, ik ben gelukkig. Dat hebben we toch afgesproken?'

'Ja. Maar … '

Stan was stilgevallen. 'Wat is er, Stan?'

'Ik kan alleen maar gelukkig zijn als jij het ook bent. Is dat raar?'

'Nee. We zijn broers. We horen bij elkaar. Wat voor de een van ons geldt, geldt ook voor de ander. Zo is het toch? Zo voelt het voor mij ook.'

'Ja.'

'Ga je weer slapen?'

'Alleen als alles goed is met jou.'

'Dat is het, Stan.' Het was een leugen. Een pertinente leugen maar hij had het goed genoeg weten te brengen want Stan draaide zich om op zijn andere zij. Al heel snel hoorde Richard zijn rustige ademhaling en wist hij dat zijn broer weer sliep.

Zelf slapen lukte hem niet meer. Eerst pakte hij het boek dat op zijn nachtkastje lag. Zijn hele leven zowat had hij gelezen. De bibliotheek in Metchosin en later die op zijn scholen had hij regelmatig bezocht. Ze waren een bron van informatie en afleiding voor hem geweest. En nu had hij regelmatig een boek uit de boekenkast van de Drummonds gehaald. 'Oorlog en Vrede' van Tolstoi had hij hier gelezen onder andere. Een vreselijk dik boek met een verhaal dat hij als divers zou omschrijven. Enerzijds bespiegelingen over de erg diverse hoofdpersonen en anders het vaak wrede verslag van de oorlogshandelingen. Een uitspraak van Pierre was hem bijgebleven: "We kunnen alleen weten dat we niets weten. En dat is de hoogste graad van menselijke wijsheid." En die quote had hem geprikkeld en hield hem ook nu vaak nog bezig. Bij het licht van een zaklantaarn, hij wilde het schemerlampje niet aandoen omdat hij bang was dat Stan dan wakker zou worden, las hij iets uit "De Erfenis van Aphrodite". Goed concentreren kon hij zich niet. Er bleef iets spoken in zijn hoofd, in zijn gedachten. Met wijd open ogen keek hij, nadat hij het boek weggelegd had en weer op zijn rug was gaan liggen, naar het plafond. En zonder dat hij er bewust aan dacht, wist hij ineens waar hij eerder aan was blijven hangen. Ineens was het er. Maar … was hij er zeker van? Nee. Dat niet. En … hij wilde die zekerheid absoluut hebben en als het kon nu meteen! Hij keek op de wekker en zag het veertien minuten over drie was. Veel te vroeg. Het kon absoluut niet. Niet nu. Maar wat hij wel kon doen was er met Max over praten. Die ging meestal zo tussen drie en vier uur uit bed, zo wist hij inmiddels, en het zou niet de eerste keer zijn dat hij Max zo vroeg zou lastig vallen met dat wat hij kwijt moest. Voorzichtig stapte hij uit bed, pakte zijn kleren – die hij 's avonds altijd klaarlegde – van de stoel en liep naar de deur. Er was geen geluid te horen toen hij de kruk naar beneden duwde, de deur opende en deze weer sloot. Rustig liep hij naar de keuken. Daar was Max meestal te vinden. 'Goedemorgen, Max,' zei hij toen hij naar binnenging.

'Goedemorgen, Richard. Je had een nachtmerrie,' klonk het niet als een vraag maar als een vaststelling.

Richard knikte.

'Ik ben nog even bij jullie slaapkamer geweest maar toen ik jullie samen hoorde praten ben ik weer teruggegaan naar de keuken.

'Ik heb je dus niet wakker gemaakt?'

'Nee. En zelfs als je dat had gedaan, dan was dat niet erg. Dat weet je toch?'

'Ja. Maar … '

'Ga zitten, je ziet eruit als een vaatdoek. Kan ik iets voor je inschenken?'

'Als je hebt koffie graag.'

'Dat kan ik ook wel gebruiken. En ik maak ook wat te eten voor ons. Dus even geduld.' Max liep naar het aanrecht en ging aan de slag. Toen alles klaar was, zette hij het op de keukentafel neer en ging bij Richard zitten. 'Was het dezelfde nare droom?'

'Ja. Hij was er weer eens.'

Max wist dat Richard met 'hij' op zijn vader doelde: de geestverschijning in zijn dromen tegen wie hij het telkens weer af moest leggen. Max haalde een hand door de warrige, zwarte haren van Richard. Een teder gebaar. 'Maar … en je moet me maar zeggen als ik het verkeerd heb … ik heb zo het idee dat je ze minder vaak hebt.'

'Dat klopt. Het lijkt … alsof het wat aan het bezinken is.'

'Een goed teken. Vind je niet?'

Opnieuw knikte Richard. 'Maar … ' Richard viel stil.

'Je wilt zo graag dat het allemaal wat sneller gaat. Is dat het?'

'Ja. Ik weet niet of ik wel de tijd heb om … '

'Waarom zou je je haasten? Neem de tijd … alle tijd … die je nodig hebt om te genezen, jongen. Je bent er nog niet. Je arm werkt nog steeds niet en … '

'Ja, dat is ook zoiets vervelends! Hij hangt erbij! Ik kan er nog niets mee!' En om zijn woorden kracht bij te zetten, pakte hij met zijn linkerhand zijn rechterarm op en legde die op tafel neer.

Max keek hem bezorgd aan. Vanwaar al die onrust, dat ongeduld?

Richard nam een slok van zijn koffie. Het smaakte uitstekend. Hij voelde de warmte van binnen. 'Het was de engste van de twee maar ik heb amper geslapen. Kon niet in slaap komen omdat er iets was wat … ik weet het niet. Er was iets. Iets dat ik moest begrijpen, moest weten en toch … toch kon ik het niet vatten en toen ik schreeuwend wakker werd, was het er ineens wel. Er is iets met … met haar. Toen Jocelyn hier de allereerste keer was bleef ik er in ons gesprek ook al aan hangen, als het ware. Er was me iets onduidelijk en toen kon ik het ook al niet vatten. Het heeft te maken met de boterhammen in mijn lunchtrommel.' Hij keek op naar Max en vroeg: 'Ben ik duidelijk?'

'Er was iets met de boterhammen in jouw lunchtrommel,' herhaalde Max de woorden van zijn disgenoot. 'Ja, dat is te begrijpen. Maar weet je ook wat er was?'

'Nee. Dat is juist het gekke. Dat weet ik nog niet. Ik weet waar ik aan bleef hangen toen … maar niet precies waarom. Is het gek als ik je zeg dat ik eigenlijk nu meteen naar Jocelyn wil?'

Een voorzichtige glimlach brak door op het gezicht van Max. 'Stan zou zeggen dat je het moet doen.'

'Maar Stan neemt dingen vaak letterlijk. Toen hij net kon lezen las hij werkelijk alles om zich heen. Waar ook maar iets te lezen was, hij las het hardop. Een goede oefening. Toen we een keer langs een bord met 'DEAD END' (doodlopende weg) liepen, las hij dat ook en meteen bleef hij stokstijf staan. Ik wilde doorlopen maar hij pakte m'n arm beet en trok me terug. "Niet doen!" schreeuwde hij, "Stoppen, anders gaan we dood!"

Max moest lachen. 'Ja, je moet niet altijd alles letterlijk nemen. Maar in dit geval? Waarom zou je het niet doen?'

'Maar zoiets doe je toch niet! Het is midden in de nacht!'

Grote ogen zette Max op alsof hij zijn verbazing wilde uitdrukken. 'Ze heeft je vast en zeker gezegd, daar ben ik zeker van, dat je haar altijd zou mogen bellen. Toch?'

Richard knikte. Precies de woorden die Jocelyn had gebruikt. Hij had haar na die eerste sessie elke week bezocht. Of, beter gezegd, zich naar haar huis laten rijden en nadien weer laten ophalen. Ze was zijn therapeut geworden en hij was daar heel blij mee. Hij kon van zich afpraten en had dat nodig. Ze woonde samen met haar vriendin, Joëlle meestal afgekort tot Jo, in een mooi huis aan het strand. En Joëlle was ook heel leuk. Ze gaf tekenles op een Elementary School en een High School en daarnaast schilderde ze zelf ook. Op diverse plekken in hun huis hing werk van haar en Richard vond het prachtig. Zelf kon hij helemaal niet tekenen. Krabbelen, ja, dat kon hij maar het stelde nooit iets voor. Een talent dat zich bij hem niet had ontwikkeld. Joëlle werkte niet fulltime en was er steeds geweest als hij bij Jocelyn een afspraak had. Je kon bij hen gewoon naar binnen lopen en wachten in het zitje in de hal tot Jocelyn je kwam halen maar tot nu toe had haar partner steeds de deur voor hem opengedaan en hem meegenomen naar de woonkamer. "Gezelliger!" zo had ze gezegd en dat was ook zo geweest. Jo was heel erg aardig. En … dat had er op een middag toe geleid dat Richard ook zijn hart bij haar had uitgestort. Het had hem allemaal te hoog gezeten die middag. Hij had zich hopeloos gevoeld en diep ellendig en … nou ja … de woorden waren er ineens geweest en nadien had hij zich vreselijk bezwaard gevoeld omdat … nou ja … zij was niet zijn therapeut tenslotte. Toen hij dat onder woorden had gebracht had ze er niets van willen weten. "Het kwam zoals het kwam, Richard. En dan is het goed. Laat de dingen komen zoals ze komen. Een heel goede oefening in loslaten, vind ik altijd." Lieve woorden en zo op hun plaats.

'Nou?' vroeg Max. 'Doen we het op z'n Stans of houden we ons in?'

Richard wist het niet. Twijfelen. Daar was hij goed in. Soms wist hij het gewoon allemaal niet meer. Wist hij absoluut nie…

'Maak een keuze, Richard, of anders pak ik een dobbelsteen: even is bellen, oneven is niet bellen.'

'Je kunt de keuzes in je leven toch niet overlaten aan een dobbelsteen?'

'Waarom niet?'

'Nou ja … '

'Niet alle keuzes. Sommige moet je nemen door je eerst goed te laten informeren, er diep over na te denken en dan een rationele keuze te maken. Andere neem je op je gevoel. Toen ik Edith vroeg of ze met me wilde trouwen was dat heel spontaan, puur vanuit mijn gevoel. Ik had er niet over nagedacht. Liefde is bovendien niet iets dat je kunt beredeneren. Het voelde gewoon goed om te doen. De dobbelsteen kwam er niet bij te pas. Maar bij andere vraagstukken waar ik er door te denken en her en der informatie in te winnen niet uitkwam wat goed of niet goed was, heb ik wel eens een beslissing genomen door de dobbelsteen te laten rollen of een munt op te gooien.'

Richard keek Max met grote ogen aan. 'Echt?'

'Ja. Soms weet je gewoon niet wat goed of niet goed is.'

Heel duidelijk merkte Richard op dat het woord "fout" voor de tweede keer door Max niet gebezigd werd. "Niet goed" leek hij al niet prettig te vinden maar om het verschil aan te duiden was het noodzakelijk.

'Wat zegt je gevoel?'

'Dat ik moet bellen maar het is midden in de nacht!'

'Bel! Doe het gewoon!'

Hij wist het niet. Hij wist even helemaal niets en dat voelde verrekte rot. Allerlei dingen leken hem ineens te bespringen. Ook dat ene. Dat ene dat … Hij stond op, liep naar de buffetkast, pakte de telefoon en zocht het nummer van Jocelyn in het adresboek. Voor dat hij verbinding maakte was er opnieuw een aarzeling maar toch drukte hij de knop in.

'Me… met Jo,' klonk het slaperig en krakerig.

'Sorry. Sorry dat ik … nou ja … dat ik je wakker heb gemaakt,' verontschuldigde Richard zich.

'Met Richard? Ik herken het nummer van de Drummonds en Max heeft een heel andere stem. Ja, dus. Geeft niets, Richard, ik moest toch wakker worden want de telefoon ging.'

'Huh?'

'Een grapje, Richard, maar ik snap dat je hem niet begrijpt want het is nog erg vroeg, zie ik nu. Wat kan ik voor je doen?'

Richard legde uit dat hij graag langs wilde komen om iets met Jocelyn te bespreken. Dat het belangrijk voor hem was.

'En zij heeft vast en zeker gezegd dat je altijd mocht bellen als er iets was.'

'Ja.'

'Eigen schuld. Moet ze eindelijk maar eens leren om het anders te formuleren. Heel goed dat je het letterlijk hebt genomen, Richard. Kom deze kant maar op. Max kan je vast wel brengen maar ga wel eerst iets eten allebei. Zonder ontbijt van huis is niet goed.'

Zo kende Richard Jo inmiddels: bijna altijd een wijsheidje meegeven.


Tot de volgende keer…



Reacties zijn van harte welkom op de site waar dit verhaal legaal geplaatst is maar ook via mijn e-mailadres: lucky_eye2@yahoo.co.uk



©Lucky Eye, juni 2017

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

Gesloten